Neonatale diagnostiek van congenitale infecties
|
|
- Clara de Ridder
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Neonatale diagnostiek van congenitale infecties Neonatal diagnostics of congenital infections Auteurs Trefwoorden Key words C.J. Miedema en H.T. Tjhie congenitale infectie, cytomegalovirus, rubella, syfilis, toxoplasmose, varicella congenital infection, cytomegalovirus, rubella, syphilis, toxoplasmosis, varicella Samenvatting Congenitale infecties kunnen zich met ernstige afwijkingen neonataal presenteren, maar ook aanvankelijk asymptomatisch verlopen en later alsnog symptomen veroorzaken. De diagnostiek gebeurt vooral via serologie, maar bij de pasgeborene wordt direct aantonen van het pathogeen steeds belangrijker. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de kliniek en de diagnostiek van congenitale infecties bij pasgeborenen. (Tijdschr Infect 2008;3:1723) Summary Clinical expression of congenital infections range from serious symptoms in the neonatal period, to delayed appearance of symptoms after the neonatal period. Diagnosis is mainly made by serology, but in the newborn direct detection of the pathogen is becoming more important. This article summarizes available evidence about clinical characteristics and diagnostic possibilities of congenital infections in newborns. Inleiding Congenitale infecties zijn infecties die intrauterien naar het kind worden overgedragen. Daarnaast bestaan perinatale infecties, die in de laatste dagen van de zwangerschap of tijdens de bevalling worden overgedragen. In dit artikel wordt een klinisch gericht overzicht gegeven van de neonatale diagnostiek van de belangrijkste congenitale infecties, met als doel herkenning en inzetten van gerichte microbiologische diagnostiek. De diagnostiek naar verschillende pathogenen is weergegeven in Figuur 1 op pagina 18). De belangrijkste pathogenen die intrauterien de foetus kunnen infecteren, zijn de infecties die terug te vinden in het acroniem TORCHeS: Toxoplasma, rubellavirus, cytomegalovirus (CMV), herpessimplexvirus (HSV) en syfilis. Daarnaast kunnen varicellazostervirus (VZV), hiv en parvovirus B19 een congenitale infectie veroorzaken. Hiv wordt in dit artikel niet besproken; hiervoor bestaat een duidelijke richtlijn van het CBO. 2 Recentelijk bleek ook humaan herpesvirus 6 overdraagbaar via de placenta. 3 Het acroniem TORCHeS dekt dus niet alle mogelijke pathogenen. Symptomen Congenitale infecties verlopen meestal symptoomloos. In enkele gevallen zal er een verdenking op een congenitale infectie zijn tijdens de zwangerschap, bij bijvoorbeeld onverklaarde groeivertraging, hydrops t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n v o l. 3 n r
2 Algemeen Neem indien mogelijk navelstrengbloed af en stuur dit in als spijtserum congenitale toxoplasmose Moeder: IgG en IgM Negatief IgG of IgM positief congenitale rubella Moeder: gevaccineerd? Ja Nee congenitale CMV geen congenitale toxoplasmose overleg met een deskundige serologie moeder Ig G negatief IgG positief infectie tijdens zwangerschap? of IgM positief infectie tijdens zwangerschap en risico op congenitale infectie Moeder: IgG Kind (<2 wkn): urinekweek op CMV Beide negatief urine negatief, IgG positief urine positief congenitale (prenatale) HSV congenitale syfilis kind: PCR/kweek, urine en keel serologie IgG en IgM congenitale CMVinfectie IgM en PCR (bloed) bij kind Moeder: IgG Kind (<48 uur post partum): kweek of PCR nasofarynx en conjunctivae plus IgM Moeder: VDRL en TPHA Kind: VDRL en TPHA (IgG en IgM) VDRL kind >4x VDRL moeder of symptomen kind of IgM positief bij kind congenitale infectie Behandeling moeder onvoldoende of onduidelijk of moeder <4 weken voor de partus behandeld of moeder na behandeling <4x daling VDRL congenitale VZV of parvovirus Moeder IgG en IgM Beide negatief Een van beide positief congenitale infectie niet uitgesloten kan congenitale infectie zijn kind IgM, IgG, PCR serum Figuur 1. Diagnostiek bij de pasgeborene bij een verdenking op een congenitale infectie. 1 CMV=cytomegalovirus, HSV=herpessimplexvirus, VZV=varicellazostervirus, VDRL= venereal disease research laboratory, TPHA= Treponema pallidum haemagglutination assay. foetalis, aangeboren afwijkingen of placentaverdikking. In dat geval kan serologisch onderzoek of directe diagnostiek op vruchtwater of navelstrengbloed duidelijkheid geven over de aanwezigheid van een infectie. Veelal zal echter pas na de geboorte aan de hand van de klinische toestand van het kind gedacht worden aan de mogelijkheid van een congenitale infectie. De bekendste combinatie van symptomen is die van hepatosplenomegalie, intracerebrale afwijkingen en chorioretinitis. Soms treden symptomen pas na jaren op, bijvoorbeeld endocrinopathieën ten gevolge van een congenitale rubellainfectie en gehoorstoornissen door een congenitale CMVinfectie. Congenitale infecties presenteren zich in de neonatale periode met verschijnselen in diverse orgaansystemen (zie Tabel 1). Groeistoornissen zoals prematuriteit en dysmaturiteit komen vaak voor als symptoom bij congenitale infecties, maar zijn meestal niet het enige symptoom. Huidafwijkingen zoals littekenvorming en huiddefecten, vaak in een dermatoom, komen voor na een intrauterien verworven VZVinfectie of intrauteriene HSVinfectie. Blaarvorming komt echter meer voor bij congenitale syfilis. Blue berry muffin spots, donkere vlekkige huidafwijkingen ten gevolge van extramedullaire hematopoëse in de huid, komen voor bij infecties met CMV en rubellavirus. Een hartafwijking kan het gevolg zijn van een congenitale rubellainfectie, vooral als er trombocytopenie en hepatosplenomegalie bij aanwezig zijn. Hepatosplenomegalie, eventueel met leverfunctiestoornissen, komt verder voor bij CMV, toxoplasmose en syfilis. Een pathologische icterus neonatorum kan hiervan een uiting zijn. Intracerebrale afwijkingen komen voor bij meerdere congenitale infecties, soms met convulsies als gevolg. Chorioretinitis op de neonatale leeftijd komt voor bij verschillende congenitale infecties, maar ook na tientallen jaren als enige symptoom dat is ontstaan ten gevolge van een congenitale Toxoplasmainfectie. Psychomotore retardatie kan het gevolg zijn van congenitale toxoplasmose, rubella en CMV. Op klinische gronden is meestal geen onderscheid te maken tussen toxoplasmose, rubella, CMV of syfilis. Onderscheidend voor syfilis zijn huidafwijkingen, neonatale neusuitvloed en botafwijkingen met pseudoparalyse. Een Nederlandse moeder zal meestal gevaccineerd zijn voor rubella en gescreend zijn op syfilis, zodat diagnostiek naar CMV en Toxoplasma ingezet moet worden. 18 v o l. 3 n r t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n
3 Tabel 1. Neonatale symptomen van een congenitale infectie met een van de genoemde pathogenen. Symptoom Toxoplasma gondii Rubella CMV HSV VZV Syfilis Parvovirus B19 prematuriteit dysmaturiteit hepatosplenomegalie/icterus afwijkingen van het centraal zenuwstelsel microcefalie hydrocefalie verkalkingen meningoencefalitis hartafwijking oogafwijkingen chorioretinitis glaucoom cataract botafwijkingen huidafwijkingen littekens vesikels blue berry muffin spots hematologische afwijkingen trombopenie anemie CMV=cytomegalovirus, HSV=herpessimplexvirus, VZV=varicellazostervirus, =vaak, =soms, =niet. Toxoplasmose Bij toxoplasmose neemt het risico van foetale Toxoplasmabesmetting toe met de zwangerschapsduur. In het eerste trimester is het risico 3%, in het tweede trimester 22% en in het laatste trimester >60%. In het eerste trimester is de mortaliteit 5%, daarna is er geen extra mortaliteit ten gevolge van toxoplasmose. De symptomen van toxoplasmose zijn ernstiger naarmate de infectie vroeger is opgelopen. Van de besmette kinderen heeft 15% symptomen bij de geboorte en daarmee een slechte prognose. 4 Bij 11% van de asymptomatische pasgeborenen ontstaat, soms tientallen jaren later, chorioretinitis. 4,5 Tevens kunnen psychomotore retardatie, gehoorverlies en epilepsie het gevolg zijn van een aanvankelijk asymptomatische infectie. Neonatale diagnostiek begint met de bepaling van de IgGstatus van de moeder. Als voor de zwangerschap of 3 e maand tijdens de zwangerschap IgG positief en IgM negatief waren, is toxoplasmose onwaarschijnlijk. Indien geen eerdere status bekend is of als IgG eerder negatief was, moet het IgG bepaald worden. Als het IgG positief is, levert de combinatie met een positieve IgM of IgA bij het kind de hoogste sensitiviteit (73%). 5 Indien het IgG bepaald wordt in het navelstrengbloed, dient de bepaling herhaald te worden na 10 dagen. Als het IgG dan nog positief is, dan is dit een zeer sterke aanwijzing voor congenitale toxoplasmose. Met Western blotting kunnen de antistofprofielen van moeder en kind worden vergeleken en de eigen productie door de pasgeborene worden aangetoond. 6 In overleg met de artsmicrobioloog kan de juiste methode van diagnostiek gekozen worden. Bij twijfel kan het IgG vervolgd worden. Maternaal IgG is verdwenen als het kind 9 maanden oud is. Persisteren van IgG wijst op een congenitale infectie. Bij later optredende of ontdekte verschijnselen van chorioretinitis kan de diagnose serologisch of met PCR op oogvocht worden gesteld. Een beperking is wel dat vanaf het moment dat het kind gaat kruipen, een infectie die na de geboorte is opgelopen, moeilijk is te onderscheiden van een congenitale infectie. Rubella Sinds de invoering van de rubellavaccinatie komt het congenitaal rubellasyndroom (CRS) amper meer t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n v o l. 3 n r
4 voor. Met een dalende vaccinatiegraad en immigratie uit werelddelen waar niet gevaccineerd wordt (Afrika en Azië), neemt de incidentie toe en treden epidemieën op, zoals in 2004 in Nederland. 7,8 In Nederland wordt niet bij alle zwangeren rubellaserologie verricht. Alertheid is geboden bij vrouwen die niet in Nederland geboren zijn. De kans op CRS na een primoinfectie in het eerste trimester is 90% en bij 17 weken 7%. Daarna is de kans op CRS kleiner dan 2%. 9 Neonatale diagnostiek bestaat uit het isoleren van het virus uit onder andere de nasofarynx, traanvocht, urine, bloed en liquor en aantonen door middel van kweek of PCR. 10 Een besmette pasgeborene kan nog jaren rubella uitscheiden, hoewel de secretie van het virus geleidelijk afneemt met de leeftijd (8090% positief in de eerste maand, daarna een geleidelijke daling). Achteraf kan de hielprikkaart geanalyseerd worden. Serologisch moet het IgG en IgM van moeder en kind worden gemeten. Een positieve IgM bij het kind is bewijzend, maar kan, afhankelijk van de leeftijd van het kind, bij de presentatie ontbreken. Onder de leeftijd van 3 maanden is vrijwel 100% IgGpositief door maternaal IgG. Het persisteren dan wel stijgen van IgG is zeer suggestief voor een congenitale rubellainfectie. Er bestaat geen andere behandeling dan symptomatische ondersteuning. Kinderen met symptomen van rubella ontwikkelen vaak psychomotore retardatie, visus en gehoorstoornissen. 11 Cytomegalovirus In Nederland heeft 4090% van de volwassenen een CMVinfectie doorgemaakt. De incidentie van congenitale CMVinfectie is 0,152,0%. 12 Zwangeren die een CMVprimoinfectie doormaken, hebben 3040% kans op een kind met een congenitale CMVinfectie. In tegenstelling tot de andere besproken pathogenen, kan een congenitale infectie bij CMV ook ontstaan door reactivatie van de infectie bij de moeder. Deze kans is wel veel kleiner dan na een primoinfectie (0,211%) Een congenitale CMVinfectie verloopt in 1020% van de gevallen symptomatisch. Symptomen en laboratoriumafwijkingen zijn gelijk bij kinderen na een primoinfectie of na reactivatie. 15 Soms overlijden kinderen post partum door complicaties. Van de kinderen die zonder symptomen worden geboren, krijgt 10% later alsnog gehoorstoornissen of psychomotore retardatie. 14,15 De gehoorstoornissen treden pas na 13 jaar op en zijn ernstiger en progressiever na primoinfecties. Achteraf is bij 43% van de kinderen met een gehoor van <70 db een CMVinfectie vastgesteld. 17 De diagnostiek bij de neonaat bestaat uit het aantonen van het virus. Serologisch onderzoek wordt belemmerd doordat het IgG van maternale origine en het IgM vaak valsnegatief is. 12,14,18 Ook valspositieve uitslagen kunnen voorkomen. 12 Daarom wordt geprobeerd het microorganisme aan te tonen, eventueel achteraf op de hielprikkaart. CMV dat binnen 2 weken na de geboorte geïsoleerd is, is bewijzend voor een congenitale infectie. CMV wordt bij voorkeur uit urine geïsoleerd door middel van kweek of PCR (sensitiviteit 100%), maar isolatie uit andere materialen is eveneens mogelijk. 18,19 De voorspellende klinische parameter voor de prognose van het kind is microcefalie. In een followupstudie onder 41 congenitaal geïnfecteerde kinderen bleek microcefalie een positief voorspellende waarde te hebben van 100% voor het ontstaan van mentale retardatie en van 92% voor het ontwikkelen van belangrijke motorische problemen. Er bestond een lineair verband tussen de schedelomvang en de ontwikkeling. 29% van de kinderen die bij de geboorte symtomen hadden, ontwikkelde zich echter met een IQ >90. Hiervoor bestaan echter geen klinische voorspellers. Aan CTbeelden is geen prognose te ontlenen. Het voorkomen van calcificaties betekent echter een slechtere prognose. 19 Voorspellende laboratoriumparameters zijn de hoeveelheid virale kopieën in het amnionvocht en neonataal in het bloed. 20,21 Kinderen met een congenitale CMVinfectie kunnen nog jaren CMV uitscheiden in de urine. Herpessimplexvirus HSV wordt slechts tijdens 1 op zwangerschappen intrauterien overgedragen, in tegenstelling tot perinatale overdracht van 1 op levend geborenen. De klassieke verschijnselen zijn huidlittekens, hydrocefalie en chorioretinitis. Het aantonen van HSV binnen 48 uur na de geboorte bij een pasgeborene met symptomen van een congenitale HSVinfectie, geldt als bewijzend voor een congenitale infectie. Het virus kan aangetoond worden in eventueel nog aanwezige huidlaesies, urine, nasofarynx en conjunctivae. Isolatie na 48 uur wijst op een tijdens de bevalling verworven infectie. Syfilis De incidentie van syfilis in WestEuropa stijgt. In OostEuropa en Afrika komt syfilis veel voor v o l. 3 n r t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n
5 Aanwijzingen voor de praktijk 1. Een negatieve TORCHeS bij de moeder sluit een congenitale infectie niet uit: een moeder met een positief cytomegalovirus (CMV)IgG en een negatief CMVIgM kan toch een kind krijgen met een congenitale CMVinfectie. 2. Immigrantenvrouwen zijn vaak niet immuun voor rubella en varicellazostervirus. 3. Bij een verdenking op een congenitale infectie moet de diagnostiek spoedig na de geboorte worden ingezet met als doel het pathogeen aan te tonen. 4. Mentale retardatie, chorioretinitis of gehoorstoornissen bij oudere kinderen kunnen het gevolg zijn van een congenitale infectie. Soms kan de diagnostiek daarnaar alsnog worden ingezet. Transmissie van syfilis vindt plaats in alle trimesters van de zwangerschap. Bij een infectie met syfilis in het primaire of secundaire stadium raken alle kinderen besmet, bij een infectie met syfilis in een later stadium 1040%. Indien de moeder niet behandeld wordt, is de foetale mortaliteit 26%. 23 Congenitale syfilis wordt aangetoond met een IgMtiter, een venereal disease research laboratory (VDRL)test die meer dan 4 keer de titer van de moeder heeft, of pathologisch onderzoek op de placenta. Bij volwassenen lijkt PCR op anogenitale en orale ulcera een goede aanvulling op de huidige diagnostiek. 24 De waarde bij congenitale infecties is onbekend en zal gezien de frequentie van voorkomen ook niet snel bekend worden. Materialen die voor isolatie van Treponema pallidum en aantonen door middel van PCR kunnen worden ingestuurd, zijn huidlaesies, nasofarynx, placenta, bloed en liquor. Een congenitale infectie moet zeker overwogen worden bij onvoldoende behandeling van de moeder. In geval van een congenitale infectie of als een congenitale infectie niet kan worden uitgesloten, zijn liquoronderzoek (VDRL in liquor) en aanvullend onderzoek naar complicaties geïndiceerd. Bij twijfel wordt geadviseerd het kind te behandelen. 22,23 Klinische en serologische followup 1, 2, 3, 6 en 12 maanden na de behandeling wordt aanbevolen. Bij seronegatieve kinderen wordt eveneens serologische controle geadviseerd op de leeftijd van 3 en 6 maanden. 22 Varicellazostervirus 97,5% van de in Nederland geboren volwassenen is immuun voor VZV. Onder allochtonen is dit percentage 85%, in tropische streken nog lager. Als een volwassene zegt een VZVinfectie te hebben doorgemaakt, is dat in het algemeen juist en is geen serologische controle nodig. 25 Het congenitale varicellasyndroom (CVS) volgt op 0,7% van de infecties tijdens de zwangerschap, nagenoeg alleen bij een infectie in de 13 e 20 e zwangerschapsweek. 26 Een herpeszosterinfectie tijdens de zwangerschap levert geen gevaar voor het kind. Diagnostiek bij de pasgeborene vindt plaats door kweek en/of PCR van de nasofarynx en blaasjes in geval van symptomen. Tevens kan serologie verricht worden, in de vorm van een IgG en IgMbepaling. Als een zwangere geen varicella heeft doorgemaakt en contact heeft met iemand met varicella, wordt serologie verricht. Bij een negatieve serologie wordt varicellazosterimmuunglobuline (VZIG) gegeven binnen 96 uur na contact. Het is onbekend of de toediening van VZIG het aantal congenitale infecties reduceert Parvovirus B19 Een infectie met parvovirus B19 tijdens de zwangerschap leidt in 3351% van de gevallen tot transmissie. 10% daarvan verloopt fataal voor de foetus, vooral als de infectie voor een zwangerschapsduur van 20 weken is opgelopen. 28 Parvovirus B19 veroorzaakt hemolytische anemie bij het kind, waardoor intrauterien verschijnselen van decompensatio cordis met hydrops foetalis of overlijden van de foetus kunnen ontstaan. De neonatale diagnostiek begint met serologie naar IgG en IgM (door middel van EIA) bij de moeder. Pasgeborenen maken niet altijd antilichamen, waar t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n v o l. 3 n r
6 door de serologie onbetrouwbaar is. De diagnostiek bij de neonaat verloopt daarom bij voorkeur via PCR op serum. Indien de anemie en/of hydrops foetalis adequaat behandeld worden, is de prognose goed. Preventie Vaccinatie van vrouwen op de vruchtbare leeftijd zou het aantal congenitale infecties kunnen verminderen. Vaccins voor CMV en parvovirus B19 zijn in ontwikkeling, een VZVvaccin wordt in de Verenigde Staten breed toegepast. Handhygiëne voorkomt overdracht van virussen. Het mijden van contact met kattenuitwerpselen, aarde en rauw vlees blijkt een goede preventie tegen toxoplasmose. Conclusie Een congenitale CMVinfectie kan optreden na een primoinfectie of na reactivatie bij de moeder en is de meest voorkomende congenitale infectie. Infecties met syfilis, VZV en rubellavirus komen vooral voor bij immigrantenmoeders. Rubella komt ook voor bij nietgevaccineerde moeders van Nederlandse origine. Toxoplasmose is zeldzaam en de diagnostiek is moeilijk. De diagnostiek van congenitale infecties wordt gestart met serologie bij de moeder. Vervolgens wordt zowel bij de moeder als bij het kind gezocht naar het veroorzakende microorganisme, veelal met PCRtechnieken. Ook bij oudere kinderen moet bij bepaalde symptomen de mogelijkheid van een laat verschijnsel van een congenitale infectie worden overwogen. Dankwoord Met dank aan de heer drs. A.R. Jansz, artsmicrobioloog, Stichting Laboratoria voor Pathologische Anatomie en Medische Microbiologie te Eindhoven, voor het kritisch becommentariëren van het manuscript. Referenties 1. Van Furth AM, Roord JJ. Werkboek Infectieziekten bij kinderen. VU uitgeverij, Amsterdam Nederlandse Vereniging van AIDS Behandelaren. Richtlijn Antiretrovirale behandeling. Herziene versie Te raadplegen op: (bekeken op 17 januari 2008). 3. Hall CB, Caserta MT, Schnabel KC, Boettrich C, McDermott MP, Lofthus GK, et al. Congenital infections with human herpesvirus 6 (HHV6) and human herpesvirus 7 (HHV7). J Pediatr 2004;145: Montoya JG, Liesenfeld O. Toxoplasmosis. Lancet 2004;363: Wallon M, Dunn D, Slimani D, Girault V, GayAndrieu F, Peyron F. Diagnosis of congenital toxoplasmosis at birth: what is the value if testing for IgM and IgA? Eur J Ped 1999;158: Van Gool T, Gilis H, Haddad D. Serologische diagnostiek van toxoplasmose bij immuuncompetente patiënten en zwangeren. Tijdschr Infect 2006;1: De Mol AC, Vrancken S, Eggink AJ, Verduyn Lunel FM, Warris A. De eerste pasgeborene met congenitaal rubellasyndroom tijdens de rubellaepidemie in Nederland in 2004/ 05. Ned Tijdschr Geneeskd 2006;150: Hahné SJ, Abbink F, Van Binnendijk RS, Ruijs WL, Van Steenbergen JE, De Melker HE. Rubellaepidemie in Nederland, 2004/ 05: alertheid op congenitaal rubellasyndroom vereist. Ned Tijdsch Geneeskd 2005;149: Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding. Protocol Rubella. Te raadplegen op: (bekeken op 17 januari 2008). 10. Mendelson E, Aboudy Y, Smetana Z, Tepperberg M, Grossman Z. Laboratory assessment and diagnosis of congenital viral infections: Rubella, cytomegalovirus (CMV), varicellazoster virus (VZV), herpes simplex virus (HSV), parvovirus B19 and human immunodeficiency virus (HIV). Reprod Toxicol 2006;21: Batnavala JA, Brown DW. Rubella. Lancet 2004;363: Gaytant MA, Steegers EA, Semmekrot BA, Merkus HM, Galama JM. Congenital cytomegalovirus infection: review of the epidemiology and outcome. Obstet Gyn Surv 2002;57: Fowler KB, Stagno SS, Pass RF. Maternal immunity and prevention of congenital cytomegalovirus infection. JAMA 2003;289: Naessens A, Casteels A, Decatte L, Foulon W. A serologic strategy for detecting neonates at risk for congenital cytomegalovirus infection. J Pediatr 2005;146: Boppana SB, Fowler KB, Britt WJ, Stagno S, Pass RF. Symptomatic congenital cytomegalovirus infection in infants born to mothers with preexisting immunity to cytomegalovirus. Pediatrics 1999;104: Ross SA, Fowler KB, Ashrith G, Stagno S, Britt WJ, Pass RF, et al. Hearing loss in children with congenital cytomegalovirus infection born to mothers with preexisting immunity. J Pediatr 2006;148: Barbi M, Bindo S, Caroppo S, Ambrosetti U, Corbetta C, Sergi P. A wider role for congenital cytomegalovirus infection in sensorineural hearing loss. Pediatr Infect Dis J 2003;22: Schlesinger Y, Halle D, Eidelman AI, Reich D, Dayan D, Rudensky B, et al. Urine polymerase chain reaction as a screening tool for the detection of congenital cytomegalovirus infection. Arch Dis Child Fetal neon ed 2003;88:F Noyola DE, Demmler GJ, Nelson CT, Griesser C, Williamson WD, Atkins JT, et al. Early predictors of neurodevelopmental outcome in symptomatic congenital cytomega 22 v o l. 3 n r t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n
7 lovirus. J Pediatr 2001;138: Lanari M, Lazzarotto T, Venturi V, Papa I, Babrielli L, Guerra B, et al. Neonatal cytomegalovirus blood load and risk of sequelae in symptomatic and asymptomatic congenitally infected newborns. Pediatrics 2006;117:e Lazarotto T, Varani S, Brunella G, Nicolosi A, Lanari M, Landini MP. Prenatal indicators of congenital cytomegalovirusinfection. J Pediatr 2000;137: Doroshenko A, Sherrard J, Pollard AJ. Syphilis in pregnancy and the neonatal period. Internat J STD AIDS 2006;17: Salojee H, Velapi S, Goga Y, Afadapa N, Steen R, Lincetto O. The prevention and management of congenital syphilis: an overview and recommendations. Bull WHO 2004;82: Palmer HM, Higgins SP, Herring AJ, Kingston MA. Use of PCR in the diagnosis of early syphilis in the United Kingdom. Sex Transm Infect 2003;79: Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie. Richtlijn Varicella. Van Zuiden Communications, Alphen aan den Rijn Te raadplegen op: (bekeken op 17 januari 2008). 26. Tan MP, Koren G. Chickenpox in pregnancy: revisited. Reprod Toxicol 2006;21: Schleiss MR. Vertically transmitted herpesvirus infections. Herpes 2003;10: Jong EP, Haan TR, Kroes AC, Beersma MF, Oepkes D, Walther FJ. Parvovirus B19 infection in pregnancy. J Clin Virol 2006;36:17. C o r r e s p o n d e n t i e a d r e s Mw. drs. C.J. Miedema, kinderartsinfectioloog Catharinaziekenhuis Postbus ZA Eindhoven adres: carien.miedema@cze.nl Dhr. dr. H.T. Tjhie, viroloog Stichting Laboratoria voor Pathologie en Medische Microbiologie (PAMM) De Run DL Veldhoven Correspondentie graag richten aan de eerste auteur. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Ontvangen 5 oktober 2006, geaccepteerd 23 mei t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n v o l. 3 n r
De waarde van aviditeitstesten in diagnostiek en rondzendingen
De waarde van aviditeitstesten in diagnostiek en rondzendingen Greet Boland, klinisch microbioloog / MMM er Aviditeitstesten Wat is aviditeit? Wat betekent de uitslag? Wanneer is toepassing zinvol/niet
Nadere informatieWat te doen als een Italiaanse zwangere bezorgd is en een kind vreemd kijkt?
Wat te doen als een Italiaanse zwangere bezorgd is en een kind vreemd kijkt? Rebecca van Grootveld AIOS Medische Microbiologie Werkgroep Klinische Parasitologie, NVP & WAMM Toxoplasmose 2 Werkgroep klinische
Nadere informatieTijdens de zwangerschap staat een vrouw bloot aan
Stand van zaken Virale infecties in de zwangerschap met risico voor het kind Ann C.T.M. Vossen Specifieke virale infecties tijdens de zwangerschap kunnen worden overgedragen op de foetus of pasgeborene.
Nadere informatieInfecties in de zwangerschap. Inge Gyssens Internist infectioloog Jessa ziekenhuis
Infecties in de zwangerschap Inge Gyssens Internist infectioloog Jessa ziekenhuis Alfabetische lijst infecties Blaasontsteking nierbekkeninfectie Cytomegalovirusinfectie (CMV) Griep (Influenza) Groep A
Nadere informatieRichtlijn Varicella Zoster Verloskunde 1 e en 2 e lijn
: Pagina 1 van 6 Inhoud Doel... 1 Doelgroep... 1 Definitie... 1 Varicella zoster en zwangerschap... 2 Varicella zoster en neonaten... 3 Bronnen... 4 Bijlagen... 5 Stroomdiagram 1 : Beleid bij zwangere
Nadere informatieCongenitaal gehoorverlies en de kinderarts. CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts
Congenitaal gehoorverlies en de kinderarts CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts Kindergeneeskundig onderzoek naar de oorzaak van het congenitaal gehoorverlies doel Patiënt: te verwachten
Nadere informatieCYTOMEGAALVIRUSINFECTIE (CMV) IN DE ZWANGERSCHAP
CYTOMEGAALVIRUSINFECTIE (CMV) IN DE ZWANGERSCHAP Trefwoorden : CMV Zwangerschap Virusdetectie Serologie Vruchtwaterpunctie G Donders 1, K Wuyts 1, M Hansens 1, E Van Kerschaver 1 SAMENVATTING - CMV is
Nadere informatieDoel Behandeling bij Varicella Zoster virus (VZV) tijdens de zwangerschap en bij neonaat.
: Pagina 1 van 5 Doel Behandeling bij Varicella Zoster virus (VZV) tijdens de zwangerschap en bij neonaat. Doelgroep Kinderarts en gynaecoloog. Algemene aandachtspunten Overtuig je van de juiste patiënt
Nadere informatieVlaamse consensus over beleid bij congenitale toxoplasmose (CT)
Vlaamse consensus over beleid bij congenitale toxoplasmose (CT) A. Zecic NICU, UZ Gent Transmissierisico tijdens de zwangerschap Maternale seroconversie Incidentie Ziekte bij pasgeborene 1e trim 15 % ernstig
Nadere informatiekind geboren na zwangerschapsduur van 37 of meer complete weken en vóór 42 weken. kind geboren na een zwangerschapsduur langer dan 42 complete weken.
45 Neonatologie.1 Definities Aterme neonaat (AT) voldragen (aterme geboren) pasgeborene. kind geboren na zwangerschapsduur van 37 of meer complete weken en vóór 4 weken. Dysmature neonaat/dysmatuur onderontwikkelde
Nadere informatieMRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie
MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie Department of Pediatrics / Child Neurology Center for Childhood White Matter Disorders VU University Medical Center Amsterdam, NL Hersenen en
Nadere informatieZwangerschap: wat willen we zien? Marleen Temmerman Verloskunde, UZGent
Zwangerschap: wat willen we zien? Marleen Temmerman Verloskunde, UZGent Waarom screenen? Aandoening komt frequent voor Kan ernstige gevolgen hebben Kan opgespoord worden Kan behandeld worden of sequellae
Nadere informatieCMV screening Versie 2. dec 2016
CMV screening Versie 2. dec 2016 Beoordelaars: F. Maingay-de Groof, B. Boersma, GJ Blok, C.Akkerman Inleiding Het Cytomegalovirus (CMV) kan de foetus transplacentair infecteren en aanleiding geven tot
Nadere informatieZiekenhuizen. Cytomegalovirusinfecties bij zwangeren
Ziekenhuizen Cytomegalovirusinfecties bij zwangeren Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: februari 2007 Revisie: februari 2012 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits de
Nadere informatieRubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln
Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln B06 Bijlage I Rubella en zwangerschap, richtlijnen voor de praktijk Beleid naar aanleiding van een (mogelijk) contact (zie toelichting 1) Inventariseer
Nadere informatieVVK Wintervergadering Sectie Neonatologie 18 januari 2013
VVK Wintervergadering Sectie Neonatologie 18 januari 2013 Congenitale Toxoplasmose: Hoe gebruik je de diagnostische informatie op een zinvolle manier? Filip Cools, MD, PhD Neonatologie, UZ Brussel Scenario
Nadere informatieDiagnostiek naar de oorzaak van slechthorendheid binnen het Centrum Diagnostiek Slechthorendheid
Diagnostiek naar de oorzaak van slechthorendheid binnen het Centrum Diagnostiek Slechthorendheid Derde VUMC nascholingsdag 22 maart 2013 Margot Mulder, kinderarts Aangeboren slechthorendheid: Literatuur:
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/18641 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/18641 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Vries, Jutte Jacoba Catharina de Title: Congenital cytomegalovirus infection :
Nadere informatiepagina 1 van 5 Let op: Deze geprinte versie is 24 uur geldig. Rubella en zwangerschap Algemeen Inleidende gegevens Doel: Type: Handelingsclassificatie: Anatomische classificatie: Indicatie: Contra Indicatie:
Nadere informatieKinderziekten. Risico s in de zwangerschap
Kinderziekten Risico s in de zwangerschap Indeling Waterpokken (windpokken, varicella) Rode hond (rubella) Vijfde ziekte (erythema infectiosum) Zesde ziekte (roseola infantum) Mazelen (morbilli) Bof (parotis
Nadere informatiePERINATALE CYTOMEGALOVIRUSINFECTIE 1
Tijdschr. voor Geneeskunde, 59, nr. 10, 2003 PERINATALE CYTOMEGALOVIRUSINFECTIE 1 L. GOOSSENS 2, 4, M. TEMMERMAN 3, P. VANHAESEBROUCK 2 Inleiding Cytomegalovirus(CMV)-infectie is een veelvoorkomende perinatale
Nadere informatieCMV, gehoorverlies en. de (andere) open eindjes
CMV, gehoorverlies en. de (andere) open eindjes HLM van Straaten ALGO terugkomdag Isala 18-01-2017 Cytomegalovirus? (on)zekerheden! Waarom aandacht voor CMV bij pasgeborene? Issues o.a CMV en zwangerschap
Nadere informatieDe behandeling van een congenitale CMV infectie is al jaren een punt van discussie.
Titel: CMV infecties bij de neonaat: diagnostiek en behandeling Onderafdeling: KHI Mede namens: Verloskunde en gynecologie, neonatologie, Apotheek, klinische virologie Auteurs: D. Pajkrt, K. Bilardo, L.
Nadere informatieWetenschappelijk dossier Cytomegalie (110221)
Dr Nadine De Ronne Centraal adviserend arts Medische beleidscel Kind en Gezin Wetenschappelijk dossier Cytomegalie (110221) Samenvatting: Het cytomegalovirus (CMV) is oorzaak van de meeste congenitale
Nadere informatiepagina 1 van 5 Let op: Deze geprinte versie is 24 uur geldig. Waterpokken contact in de zwangerschap Algemeen Inleidende gegevens Doel: Type: Handelingsclassificatie: Anatomische classificatie: Indicatie:
Nadere informatieTuesday 17 April 12. intake raadpleging
intake raadpleging BFHI borstvoedingsbeleid huidcontact moeder en kind samen op de kamer borstvoeding op verzoek geen fopspeen continuïteit in borstvoeding verzekeren na ziekenhuisverblijf respect voor
Nadere informatiecytomegalovirus infectie in de zwangerschap en de auditieve gevolgen op het kind
cytomegalovirus infectie in de zwangerschap en de auditieve gevolgen op het kind NVA 19 april 2007 Dr HLM van Straaten neonatoloog Inhoud Introductie CMV CMV manifestaties CMV epidemiologie CMV en auditieve
Nadere informatie02.03.2013. Huisartsensymposium anno 2013. HAS AZ Monica 1
Huisartsensymposium anno 2013 1 2 CMV en Toxoplasmose bij zwangerschap en neonaat Dr. M. Traen 3 CMV en Toxoplasmose Bij immunocompetente hosts asymptomatisch of milde infectie Mogelijks zware ravage bij
Nadere informatieAFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND
AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS Onderstaande ketenafspraken zijn tot stand gekomen in samenwerking met COA, GC A, GGD GHOR Nederland, KNOV, NVOG en LCI, en zijn bedoeld
Nadere informatieZes maanden valganciclovir voor congenitale cytomegalovirusinfectie?
Zes maanden valganciclovir voor congenitale cytomegalovirusinfectie? Six months valganciclovir for congenital cytomegalovirus disease? J.W. Wieringa 1, F.A.J. Schornagel 2, J.L.A.N. Murk 3, A.C.T.M. Vossen
Nadere informatieEen congenitale infectie met het cytomegalovirus
Stand van zaken Congenitale CMV-infecties Jantien W. Wieringa, Jutte J.C. de Vries en Jean Luc Murk Slechts 10-15% van de pasgeborenen met een congenitale CMV-infectie heeft symptomen bij de geboorte.
Nadere informatieKinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu. Congenitale toxoplasmose
Congenitale toxoplasmose Wat is congenitale toxoplasmose? Congenitale toxoplasmose is een aandoening waarbij kinderen een besmetting hebben opgelopen met de parasiet toxoplasmose tijdens de zwangerschap.
Nadere informatieZiekenhuizen. Waterpokken
Ziekenhuizen Waterpokken Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: september 2004 Revisie: september 2009 Aan de samenstelling van deze richtlijn werd, behalve door leden en medewerkers van de WIP, bijgedragen
Nadere informatieVerantwoord aanvragen en interpretatie van virale serologie bij de zwangere
Verantwoord aanvragen en interpretatie van virale serologie bij de zwangere Prof. Dr. Elizaveta Padalko Afdelingshoofd Virologie Laboratorium Klinische Biologie Universitair Ziekenhuis Gent GAB, De Pinte
Nadere informatieKLINISCHE BIOLOGIE Art. 24bis pag. 1 officieuze coördinatie Opsporen op kwalitatieve wijze van het hepatitis C virus (HCV) B 2000
KLINISCHE BIOLOGIE Art. 24bis pag. 1 "Artikel 24bis. Worden als verstrekkingen beschouwd waarvoor de bekwaming van specialist voor klinische biologie (P) vereist is : 1. Moleculaire Biologische Onderzoeken
Nadere informatieCMV, EBV, Toxoplasma. Diagnostiek. Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog
CMV, EBV, Toxoplasma Diagnostiek Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog Man, 50 jaar Sinds 8d uit Thailand, 1 maand verblijf (nieuwe partner aldaar) Branderig gevoel ter hoogte van
Nadere informatieELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË
Amendement van het eliminatieplan voor mazelen in België ELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË Oktober 2006 Comité voor de eliminatie van mazelen en rubella in België INLEIDING In het nieuw `Strategisch plan
Nadere informatieRichtlijn Herpes simplex virusinfectie. Autorisator: Vakgroepvoorzitter Kindergeneeskunde
9-08-2018 9-08-2021 : Pagina 1 van 6 Inhoud Doel... 1 Doelgroep... 1 Algemene aandachtspunten... 1 Werkwijze... 1 Ziekteverschijnselen... 1 1. Herpes labialis... 1 2. Herpes genitalis... 2 Neonatale...
Nadere informatieTweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op?
Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op? 1 INHOUD PSIE programma Antistoffen Ontstaan en Risico Achtergrond Rhc-screening Doel Rhc-screening Evaluatiestudie Rhc-screening Opzet Inclusies
Nadere informatieK.B In werking B.S
K.B. 2.10.2009 In werking 1.12.2009 B.S. 20.10.2009 Artikel 24bis - KLINISCHE BIOLOGIE Wijzigen Invoegen Verwijderen 1. Moleculaire Biologische Onderzoeken op genetisch materiaal van micro-organismen :
Nadere informatieState-of-the-art: laboratoriumdiagnostiek van congenitale cytomegalovirusinfectie
State-of-the-art: laboratoriumdiagnostiek van congenitale cytomegalovirusinfectie Annelies De Bel 1, Elizaveta Padalko 1, Lieve Van Renterghem 1 Samenvatting Ongeboren kinderen zijn zeer vatbaar voor cytomegalovirus
Nadere informatieHEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP. Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014
HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014 INTRODUCTIE HBV = dsdna virus, hoge viremie, zeer infectieus (50-100x infectieuzer dan HIV) Transmissie door contact met
Nadere informatieCytomegalie CMV-infectie
Cytomegalie CMV-infectie B25 1. Algemeen De naam cytomegalovirus (CMV) is afgeleid van het gezwollen aspect dat de door dit virus aangetaste cellen vertonen. Al in 1881 werden zogenaamde uilenoogcellen
Nadere informatie02.03.2013. Huisartsensymposium anno 2013. HAS AZ Monica 1
Huisartsensymposium anno 2013 1 Vaccinaties en zwangerschap 2 Aanpak van frequent voorkomende pre- en postnatale problemen 3 Coördinator dr. Ilse Vleminckx Vaccinaties en zwangerschap Dr. Els Van de Poel,
Nadere informatieVSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties
VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset
Nadere informatieZika virus en zwangerschap
Zika virus en zwangerschap 04/2016 Dit document bevat mogelijk vertrouwelijke informatie van JIJWIJ. Het kopiëren en/of verspreiden van dit document zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van JIJWIJ
Nadere informatieSAMENVATTING VOOR DE NIET MEDISCH ONDERLEGDE LEZER
9 SAMENVATTING VOOR DE NIET MEDISCH ONDERLEGDE LEZER In dit proefschrift zijn de eerste resultaten van de DECIBEL-study besproken. DECIBEL is het acroniem voor DEVELOPMENTAL EVALUATION OF CHILDREN: IMPACT
Nadere informatieK.B B.S In werking
K.B. 18.6.2017 B.S. 29.6.2017 In werking 1.8.2017 Wijzigen Invoegen Verwijderen Artikel 24bis - KLINISCHE BIOLOGIE 1. Moleculaire Biologische Onderzoeken op genetisch materiaal van micro-organismen : 556872
Nadere informatieHepatitis E, wat moet je ermee?
Hepatitis E, wat moet je ermee? Caroline Swanink, arts-microbioloog Rijnstate 11 oktober 2016 Wanneer verricht u diagnostiek naar hepatitis E virus? A. Altijd bij een acuut hepatitis beeld B. Bij een acuut
Nadere informatieSAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie
166 Samenvatting SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie Deel I Introductie In de introductie van dit proefschrift (Hoofdstuk
Nadere informatieFlavivirus serologie. Jean-Luc Murk, arts-microbioloog
Flavivirus serologie Jean-Luc Murk, arts-microbioloog Flaviviridae POWV TBEV Mogelijk grootste Familie onder de virussen ZIKV SLEV WNV MVEV Virus taxonomy 9 th ed 2012 Flaviviridae Zika virus Kunjin virus
Nadere informatieZwangerschap en HBV. Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht
Zwangerschap en HBV Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht 1 Virale aandoeningen die verticaal overdraagbaar zijn HIV Hepatitis B
Nadere informatie1. Algemeen. 2. Ziekte 2.1 Pathogenese. 2.2 Incubatieperiode. 2.3 Ziekteverschijnselen. CMV-infectie
Cytomegalievirusinfectie CMV-infectie B25 1. Algemeen De naam cytomegalovirus (CMV) is afgeleid van het gezwollen aspect dat de door dit virus aangetaste cellen vertonen. Al in 1881 werden zogenaamde uilenoogcellen
Nadere informatieinfecties: PCR op amniosvocht
-infecties infecties: PCR op amniosvocht UZ Gasthuisberg GSO Britt Van Meensel Supervisie: Prof. Ap. K. Lagrou Prof. Dr. M. Van Ranst Inhoud Inleiding Prenatale diagnosestelling: CMV-infectie moeder CMV-infectie
Nadere informatieTwee handen op één bolle buik. Gezamenlijke zwangerschapsopvolging door uw huisarts en gynaecoloog
Twee handen op één bolle buik Gezamenlijke zwangerschapsopvolging door uw huisarts en gynaecoloog Zwanger! Van harte gefeliciteerd u bent zwanger! Om uw zwangerschap zo goed mogelijk samen te kunnen opvolgen,
Nadere informatieCasuspresentaties infectieuse serologie: laboratoriumaspecten. Dr. Alex Mewis Klinisch Bioloog Jessa Ziekenhuis - Campus Virga Jesse Hasselt
Casuspresentaties infectieuse serologie: laboratoriumaspecten Dr. Alex Mewis Klinisch Bioloog Jessa Ziekenhuis - Campus Virga Jesse Hasselt Infectieuse serologie Borrelia-serologie (Lyme) Toxoplasma gondii
Nadere informatieCMV-screening bij de pasgeborene
CMV-screening bij de pasgeborene 1 Wat is CMV? Cytomegalovirus (CMV) is een veel voorkomend virus dat mensen van alle leeftijden kan besmetten. CMV komt voor in lichaamsvochten (urine, speeksel, traanvocht,
Nadere informatieHerpes simplex: moeder en kind
Herpes simplex: moeder en kind 16 maart 2017, werkgroep Neonatale Infectiologie Clementien Vermont, kinderarts-infectioloog/immunoloog Indeling Achtergrond HSV ziekteverschijnselen HSV bij een zwangere
Nadere informatieToxoplasma-serologie, wat kun je ermee?
Toxoplasma-serologie, wat kun je ermee? Titia Kortbeek, MD Centre for Infectious Disease Control Netherlands cmgm.stanford.edu/.../boothroydlabdesc.ht ml Ca.16 x 10 6 inwoners Ca. 200.000 geboortes per
Nadere informatieOptimalisatie van de rapportering van infectieuze serologie
1 h.-hartziekenhuis vzw Critically Appraised Topic Optimalisatie van de rapportering van infectieuze serologie Laura Peeters Supervisie: Apr. Wim Laffut & Dr. Ellen Van Even H.-Hartziekenhuis Lier 15 mei
Nadere informatieSamenvatting en conclusies. Samenvatting en conclusies
Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Chapter 13 2 Samenvatting en conclusies Samenvatting Uveïtis is een verzamelnaam voor alle inwendige ontstekingen van het oog en is een belangrijke
Nadere informatieNEONATAAL BELEID BIJ MATERNALE SEROCONVERSIE VOOR CYTOMEGALOVIRUS TIJDENS DE ZWANGERSCHAP OF NEONATAAL VERMOEDEN VAN CONGENITALE INFECTIE
NEONATAAL BELEID BIJ MATERNALE SEROCONVERSIE VOOR CYTOMEGALOVIRUS TIJDENS DE ZWANGERSCHAP OF NEONATAAL VERMOEDEN VAN CONGENITALE INFECTIE 1. Diagnosestelling bij de pasgeborene Annelies Keymeulen April
Nadere informatieValkuilen bij diagnostiek hepatitis ABC
Valkuilen bij diagnostiek hepatitis ABC Streeklab GGD Amsterdam, 30 okt 2009 Hans L. Zaaijer, arts-microbioloog AMC - Klinische Virologie / Sanquin - Bloedoverdraagbare Infecties leverontsteking chemisch/toxisch
Nadere informatieCYTOMEGALOVIRUS INFECTION a common congenital infection. Katrien Lagrou
CYTOMEGALOVIRUS INFECTION a common congenital infection Katrien Lagrou Greek: herpein = creep Mandell GL et al. Atlas of Infectious Diseases, Vol. XI, 1999 Discovery of human herpesviruses 8 7 6 5 4 3
Nadere informatieLabboekje. Medische Microbiologie. Virologie (LKV) Zoeken op basis van serologie.
Labboekje Medische Microbiologie Virologie () Zoeken op basis van serologie. 1 Lab Klinische Virologie Lokatie Bestaat uit K1 zuid en L1 zuid Lab Klinische Virologie bestaat uit de volgende secties: AMM-moleculaire
Nadere informatieDe nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008
De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008 Wat bespreken Iets over meldingscriteria De nieuwe ziekten (2 minuten per ziekte!) - Wat is de reden om het te melden -
Nadere informatie(sero) logisch denken
CLINIC ZGV 17 november 2010 (sero) logisch denken Ries Schouten arts-microbioloog reizigersgeneeskundige Infectie en afweer Patient met blaasjes gelaat HSV IgM + IgG 20 VZV IgM + IgG 200 Leishmania Casus
Nadere informatieEen verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals)
Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals) Kliniek dag 0 Een zwangere vrouw van 36j (A-) wordt opgenomen
Nadere informatieVSV Zoetermeer. Ketenprotocol. Diabetes gravidarum. Auteurs: Esther van Uffelen Ingrid Mourits. Versie 1.0
Ketenprotocol Auteurs: Esther van Uffelen Ingrid Mourits 1 Inleiding Het Verloskundig Samenwerkings Verband Zoetermeer (VSV Zoetermeer ) is in 2012 opgericht ter verbetering van de verloskundige zorg in
Nadere informatieKLINISCHE BIOLOGIE Art. 24bis pag. 1 officieuze coördinatie Opsporen op kwalitatieve wijze van het hepatitis C virus (HCV) B 2000
KLINISCHE BIOLOGIE Art. 24bis pag. 1 "Artikel 24bis. Worden als verstrekkingen beschouwd waarvoor de bekwaming van specialist voor klinische biologie (P) vereist is : 1. Moleculaire Biologische Onderzoeken
Nadere informatieQ-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!)
Q-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!) De microbiologen zagen zieke mensen. In hun ogen waren dat er veel meer dan normaal en zij spraken van een epidemie. ( ) We hebben de epidemie
Nadere informatieBehandeling Congenitale CMV infectie De CONCERT studie. Dr. A.C.T.M. Vossen
Behandeling Congenitale CMV infectie De CONCERT studie Dr. A.C.T.M. Vossen Cytomegalovirus Familie Herpesviridae β-herpesvirus Lineair dsdna Wereldwijd veelvoorkomende infectie Primaire infectie: Geen
Nadere informatieBijlage Syfilisdiagnostiek
Bijlage Syfilisdiagnostiek De inhoud van de bijlage is aangepast aan de Multidisciplinaire Richtlijn Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (soa) voor de 2 e lijn, versie 2018, update 2019 van de Nederlandse
Nadere informatieNeonatale follow-up na congenitale CMV infectie. Dr. Alexandra Casaer Congres MIC-NIC Brugge 18 oktober 2014
Neonatale follow-up na congenitale CMV infectie Dr. Alexandra Casaer Congres MIC-NIC Brugge 18 oktober 2014 Cytomegalovirus = CMV Seroconversie bij zwangere vrouw Toekomstige moeder seronegatief: preventieve
Nadere informatieK-immunisatie en zwangerschap
K-immunisatie en zwangerschap 1. immunisatie voorkomen door K-gematchte transfusie 2. nieuws over laboratoriummonitoring bij anti-k Jessie Luken, Sanquin Diagnostiek Yolentha Slootweg, Sanquin en LUMC
Nadere informatieMazelen. Coschap Huisarts- en Sociale geneeskunde Huisartsenpraktijk P.A.J. van de Kar Jiske Sloekers
Mazelen Coschap Huisarts- en Sociale geneeskunde Huisartsenpraktijk P.A.J. van de Kar Jiske Sloekers 25-04-2019 Wat is mazelen? Virusinfectie morbellivirus Aerogene druppel verspreiding Primaire infectie
Nadere informatieDe RODE markeringen m.b.t. de opsporing van Bordetella pertussis gaan in voege vanaf 01/04/2019 (blz. 4) AFDELING Klinische biologie
De RODE markeringen m.b.t. de opsporing van Bordetella pertussis gaan in voege vanaf 01/04/2019 (blz. 4) AFDELING 11. - Klinische biologie Artikel 24bis. Worden als verstrekkingen beschouwd waarvoor de
Nadere informatieTORCH-screening To do or not to do? Een retrospectieve cohortstudie. Stageverslag Stage Wetenschap
UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN TORCH-screening To do or not to do? Een retrospectieve cohortstudie. Stageverslag Stage Wetenschap Zuidema, P 4-11-2016 Naam Student: Peter Zuidema Studentnummer:
Nadere informatieErytrocytenimmunisatie tijdens de zwangerschap Achtergronden van de veranderingen. Drs. Marijke Overbeeke Dr. Masja de Haas Dr.
Erytrocytenimmunisatie tijdens de zwangerschap Achtergronden van de veranderingen Drs. Marijke Overbeeke Dr. Masja de Haas Dr. Joke Koelewijn Hemolytische ziekte van de foetus en pasgeborene (HZFP) HZFP:
Nadere informatieVragen Ouderdag Congenitale CMV infectie. CMV-groep
Vragen Ouderdag Congenitale CMV infectie CMV-groep Vragen voor het vragenuurtje Wat zijn de risico s voor een volgende zwangerschap? Borstvoeding en CMV Wat moet ik doen bij andere zwangeren nu ik en mijn
Nadere informatieHepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A
Naast deze infokaart over hepatitis zijn er ook infokaarten beschikbaar over: infectieziekten algemeen, tuberculose, seksueel overdraagbare aandoeningen, jeugd en onveilig vrijen en jeugd en vaccinatie.
Nadere informatieBijlage III. Wijzigingen in de desbetreffende rubrieken van de samenvattingen van de productkenmerken en bijsluiters
Bijlage III Wijzigingen in de desbetreffende rubrieken van de samenvattingen van de productkenmerken en bijsluiters 43 Wijzigingen die opgenomen moeten worden in de desbetreffende rubrieken van de samenvatting
Nadere informatieSeksueel overdraagbare infecties SOI. Artsen-microbioloog Kraan/van der Linden 29 mei 2018
Seksueel overdraagbare infecties SOI Artsen-microbioloog Kraan/van der Linden 29 mei 2018 Inhoud Terminologie Epidemiologie seksueel overdraagbare infecties (SOI) SOI gerelateerde syndromen en differentiaal
Nadere informatieIN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte
IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte DEFINITIE: Vroeggeboorte: bevalling bij amenorroeduur < 37 weken Bij een zwangerschapsduur van meer dan 35 weken wordt het risico van belangrijke
Nadere informatieControles tijdens de zwangerschap
Controles tijdens de zwangerschap Tijdens de zwangerschap worden de volgende onderzoeken uitgevoerd: Beoordelen van de groei van de baarmoeder Bij elk bezoek wordt de groei van de baarmoeder nagegaan.
Nadere informatieSamenvatting Chapter 15
Samenvattting Samenvatting Chapter 15 Er zijn 2 soorten tweelingen: een-eiig en twee-eiig. Twee-eiige tweelingen komen vaker voor dan een-eiige tweelingen (65% versus 35%). Alle tweeeiige tweelingen hebben
Nadere informatieBijlage 3. Rodehond in de zwangerschap en congenitale rubella-infectie
Bijlage 3. Rodehond in de zwangerschap en congenitale rubella-infectie Aanvullende richtlijnen gedurende de rubella-epidemie 2004-5 1. Inleiding 2. Doel 3. Achtergrondinformatie 4. Zwangere met exantheem
Nadere informatieHfdst 7: Humane herpesvirussen humane papillomavirussen
Hfdst 7: Humane herpesvirussen humane papillomavirussen Geven meest frequent huidafwijkingen 1. Humane herpesvirussen ± 70 types Herpes simplex virus type 1 Herpes simplex virus type 2 belangrijke huidpathologie
Nadere informatiePreventief cek-beleid bij transfusie aan vrouwen<45 jaar Zien we effect?
Preventief cek-beleid bij transfusie aan vrouwen
Nadere informatieMedische begeleiding na een Congenitale Infectie Informatie en advies voor de (huis)arts en tandarts
Medische begeleiding na een Congenitale Infectie Informatie en advies voor de (huis)arts en tandarts In deze samenvatting werden algemene adviezen opgenomen; met daarbij specifiek: Congenitaal Rubellasyndroom
Nadere informatieDr. P. (Peter) M. Kouw, arts maatschappij en gezondheid, GGD Amsterdam i.s.m. met de ad-hoc werkgroep Werkinstructie HIV screening voor BCG
Colofon Dr. P. (Peter) M. Kouw, arts maatschappij en gezondheid, GGD Amsterdam i.s.m. met de ad-hoc werkgroep Werkinstructie HIV screening voor BCG Vastgesteld op 27 juni 2014 door de Commissie voor Praktische
Nadere informatiePreventie van groep B-streptokokken infectie
Preventie van groep B-streptokokken infectie Het stroomdiagram dat is opgesteld door de NVOG en NvK vormt het uitgangspunt van dit lokale protocol (bijlage 1). Algemeen De vroege vorm van neonatale groep
Nadere informatieKinderneurologie.eu. Neonatale invasieve candida infectie.
Neonatale invasieve candida infectie Wat is een neonatale invasieve candida infectie? Een neonatale invasieve candida infectie is een infectie bij pasgeboren baby (vaak een baby die te vroeg geboren is)
Nadere informatieRichtlijn. congenitale cytomegalovirus infectie. (postnataal beleid)
Richtlijn congenitale cytomegalovirus infectie (postnataal beleid) november 2014 1 Inhoudsopgave Samenvatting Doelstelling 4 Definities 4 Uitgangsvragen en aanbevelingen 5 Stroomdiagram 10 Algemene inleiding
Nadere informatieCongenitale toxoplasmose: ernstige oculaire en neurologische complicaties
Klinische les Congenitale toxoplasmose: ernstige oculaire en neurologische complicaties Franka Hoekstra, Cecile Buzing, Jan M.J. Sporken, Corry E. Erasmus, Michiel van der Flier en Ben A. Semmekrot Dames
Nadere informatiePostnatale opvolging van intra-uteriene infecties. Veerle Cossey UZ Leuven 16 nov 2013
Postnatale opvolging van intra-uteriene infecties Veerle Cossey UZ Leuven 16 nov 2013 1 Postnatale aanpak Cytomegalovirus Toxoplasma gondii HIV HBV - HCV Groep B streptokok Gevolgen - bij de geboorte -
Nadere informatieNVOG-standpunt - algoritme: Zikavirus en zwangerschap, versie 1 Dit standpunt is identiek aan RIVM-richtlijn bijlage 2, zie zikaviruspagina
NVOG-standpunt - algoritme: Zikavirus en zwangerschap, versie 1 Dit standpunt is identiek aan RIVM-richtlijn bijlage 2, zie zikaviruspagina Inleiding Dit algoritme (standpunt) is bedoeld voor zorgverleners
Nadere informatieGegevensverzameling met betrekking tot ZIKV-infectie tijdens de zwangerschap
Gegevensverzameling met betrekking tot ZIKV-infectie tijdens de zwangerschap Deel I Zwangerschap Het ingevulde formulier graag verzenden naar uw lokale GGD (zie www.ggd.nl). Bij inzending van laboratoriummaterialen
Nadere informatieBijlage III Rubella in de zwangerschap en congenitale rubella-infectie: aanvullende richtlijnen gedurende een rubella-epidemie
Bijlage III Rubella in de zwangerschap en congenitale rubella-infectie: aanvullende richtlijnen gedurende een rubella-epidemie. Inleiding. Doel. Achtergrondinformatie 4. Zwangere met exantheem 5. Zwangere
Nadere informatieQ-koorts. Dr. Janna Munster AIOS gynaecologie Pathologendagen
Q-koorts Dr. Janna Munster AIOS gynaecologie Pathologendagen 30-03-2017 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring
Nadere informatie