Verkeerskundige analyse NRM West 2011

Transcriptie

1 eente ssluis Gemeente Wa N440 Scheveningen Int. zone/world Forum Gemeente s-gravenhage Binckhors Den Haag MIRT Verkenning Haaglanden Infrastructuur en Ruimte Verkeerskundige analyse NRM West 2011 Rijswijk Gemeente Rijs Wateringen eente Westland N211 N222 De Lier N223 Gemeente Midden-De Maassluis A4 Passage en Poorten & Inprikkers

2

3 Verkeerskundige analyses met het NRM West 2011 A4 Passage en Poorten & Inprikkers P eindrapport

4 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE INLEIDING ACHTERGROND DOELSTELLING UITGANGSPUNTEN OPBOUW VAN DE RAPPORTAGE ALGEMENE UITGANGSPUNTEN GEHANTEERD VERKEERSMODEL AANPASSINGEN AAN HET VERKEERSMODEL PROJECTSPECIFIEKE UITGANGSPUNTEN INLEIDING HUIDIGE SITUATIE REFERENTIE ALTERNATIEF ALTERNATIEF VERKEERSPROGNOSES HUIDIGE SITUATIE REFERENTIE ALTERNATIEF ALTERNATIEF VERKEERSKUNDIGE EFFECTEN GEFASEERDE AANPAK PRINSES BEATRIXLAAN VARIANTEN INLEIDING VARIANT VERBINDING A13 MET DE HOOFDRIJBAAN VARIANT NOORDWESTELIJKE HOOFDROUTE VARIANT ERASMUSWEG VARIANT EXTRA AANSLUITING LEIDSCHENDAM NOORD GEVOELIGHEIDSANALYSES INLEIDING GEVOELIGHEIDSANALYSE NWO - BLANKENBURGTUNNEL GEVOELIGHEIDSANALYSE NWO - ORANJETUNNEL GEVOELIGHEIDSANALYSE INTEGRALE BENADERING HOLLAND RIJNLAND ALTERNATIEF ZOEKEN NAAR BALANS VERRIJKING VERKEERSCIJFERS INLEIDING FICTIEVE BASISJAAR TOEDELINGEN ANALYSEGEBIED EN KOPPELING WEGVAKKEN AAN TELPUNTEN UITVOER APPLICATIE BIJLAGE A BESCHRIJVING VERKEERSMODEL Pagina 2 RAPPORTAGE P

5 1 Inleiding 1.1 Achtergrond In de MIRT Verkenning Haaglanden werken de rijksoverheid, de provincie Zuid-Holland en het Stadsgewest Haaglanden samen om een realistisch toekomstbeeld van de regio te schetsen. Besluiten over de MIRT Verkenning worden genomen in het BO MIRT. In de MIRT Verkenning wordt geanalyseerd voor welke bereikbaarheidsvraagstukken de regio op langere termijn gesteld zal staan, en welke vraagstukken in de tijd als eerste aangepakt dienen te worden. Voor de belangrijkste vraagstukken worden ook de oplossingsrichtingen verkend. Uiteindelijk moet de MIRT Verkenning resulteren in één of meerdere voorkeursbeslissingen voor concrete projecten. Ter voorbereiding van het BO MIRT in mei 2011 zijn de volgende alternatieven onderzocht: Optimaliseren Parallelstructuur A4, Herinrichting bestaande infrastructuur en Versterking Onderliggend Wegennet samen met de maatregelen Internationale Ring, Capaciteitsuitbreiding Poorten & Inprikkers en Combinatie Internationale Ring en Poorten & Inprikkers. Deze selectie bestaat uit twee hoofdalternatieven, beide bestaand uit een pakket maatregelen. Om de effecten van de twee hoofdalternatieven in beeld te brengen is een verkeerskundige analyse uitgevoerd. Deze analyses zijn uitgevoerd met het Nederlands Regionaal Model West (NRM West) Deze verkeerskundige analyses dienen als belangrijke input voor de Plan-MER en de KKBA, welke nodig zijn om in het BO MIRT van najaar 2011 een bestuurlijke voorkeur te nemen over de A4 Passage en Poorten & Inprikkers. In deze rapportage worden de uitgevoerde verkeerskundige analyses beschreven. 1.2 Doelstelling In deze studie worden de hoofdalternatieven met behulp van het NRM West 2011 nader beoordeeld en met elkaar vergeleken. Doel is om meer inzicht te krijgen in de effecten op de onderdelen bereikbaarheid, milieu, leefbaarheid, ontwerp, (versterking van de) ruimtelijke kwaliteit en de maatschappelijke kosten en baten. De beoordeling blijft globaal, zoals dat past bij de Sneller & Beter-werkwijze. De resultaten van de verkeerskundige analyses worden samen met de resultaten van de andere onderzoeken bastgelegd in een resultatennota. 1.3 Uitgangspunten Bij het opstellen van de verkeersprognoses zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: De prognoses zijn opgesteld met het NRM West Het basisjaar van het model is 2004 en het gehanteerde prognosejaar is 2030; Voor de Referentie en de hoofdalternatieven zijn prognoses opgesteld voor de omgevingsscenario s Global Economy (GE) en Regional Communities (RC) van het Centraal Planbureau. Pagina 3 RAPPORTAGE P

6 1.4 Opbouw van de rapportage De beschrijving van de werkzaamheden is verdeeld over een aantal hoofdstukken. Hoofdstuk 2 richt zich in hoofdlijnen op het gehanteerde verkeersmodel. Een omschrijving van de gemodelleerde netwerkalternatieven is opgenomen in hoofdstuk 3. Naast een omschrijving van de infrastructuur samenstelling in het basisjaar 2004, worden de netwerkkarakteristieken van de afzonderlijke alternatieven uitvoerig omschreven. De resultaten van de modelberekeningen met het NRM West zijn in het vierde hoofdstuk opgenomen. Voor het zichtjaar 2030 zijn resultaten gepresenteerd voor alle doorgerekende netwerk alternatieven. In eerste instantie wordt in hoofdstuk 4 een omschrijving gegeven van het basisjaar 2004 en de beschouwde autonome situaties 2030 (respectievelijk GE en RC scenario s van het CPB). Tevens is op basis van recent uitgevoerde tellingen, inzicht gegeven van de intensiteitsontwikkeling op enkele relevante wegvakken in het studiegebied. De doorgerekende alternatieven zijn vervolgens afgezet tegenover de autonome situatie. Naast overzichten van intensiteiten op de belangrijkste wegvakken, bevat dit hoofdstuk onder andere analyses naar het oplossend vermogen van knelpunten, de reistijdontwikkeling, de verkeersprestatie en de bereikbaarheidskwaliteit. Naast de alternatieven zijn in deze verkeerskundige studie ook een viertal varianten ten opzichte van de alternatieven beschouwd. De resulaten van deze berekeningen zijn opgenomen in hoofdstuk 5. Naast de MIRT verkenning Haaglanden lopen in de Zuidvleugel nog twee MIRT Verkenningen, die de mogelijkheden tot verbetering van de bereikbaarheid in kaart brengen: Rotterdam Vooruit en de Integrale Benadering Holland Rijnland. Gezien de relatie van deze verkenningen met het wegennet in Haaglanden zijn gevoeligheidsanalyses doorgerekend om te beoordelen wat de invloed is op de A4 Passage en Poorten & Inprikkers in Haaglanden. De resultaten zijn in hoofdstuk 6 gepresenteerd. Het zevende en laatste hoofdstuk bevat een toelichting op de gehanteerde werkwijze bij de uitgevoerde verrijkingsslag ten behoeve voor lucht- en geluidsonderzoeken. Pagina 4 RAPPORTAGE P

7 2 Algemene uitgangspunten In dit hoofdstuk is een beschrijving opgenomen van de algemene uitgangspunten die gehanteerd zijn bij het opstellen van de verkeersprognoses ten behoeve van de MIRT-verkenning Haaglanden: A4 Passage en Poorten & Inprikkers. 2.1 Gehanteerd verkeersmodel Voor het maken van de verkeersprognoses is het NRM West 2011 gebruikt. In bijlage A is een beschrijving opgenomen van het gehanteerde verkeersmodel. Het basisjaar van het verkeersmodel is 2004 en heeft als prognosejaren 2020 en De prognoses ten behoeve van onderliggende studie zijn gemaakt voor het jaar Voor de Referentie en de hoofdalternatieven zijn prognoses opgesteld voor de omgevingsscenario s Global Economy (GE) en Regional Communities (RC) van het Centraal Planbureau. Voor de varianten en gevoeligheidsanalyses zijn alleen prognoses opgesteld voor het scenario Global Economy. In de onderstaande tabel is een overzicht van de belangrijkste uitgangspunten van de scenario s gegeven. Tabel 1: Uitgangspunten scenario s Basisjaar 2004 Zichtjaar 2030 GE Zichtjaar 2030 RC Economisch ontwikkelingsscenario aantal inwoners Nederland (in miljoenen) 16,3 18,9 16,3 aantal arbeidsplaatsen Nederland (in miljoenen) 7,0 8,2 6,4 Beleidsinstellingen; indices t.o.v (2004=100) Brandstofkosten tariefontwikkeling trein -woon-werk tariefontwikkeling trein overig tariefontwikkeling bus/tram/metro tariefontwikkeling parkeren De doorvertaling naar de voor het verkeersmodel benodigde invoer in termen van aantallen inwoners, huishoudens en arbeidsplaatsen is gedaan in overleg met de provincie Zuid-Holland en het stadsgewest Haaglanden. Het model genereert verkeerscijfers voor een gemiddelde werkdag voor personen- en vrachtverkeer, waarbij onderscheid wordt gemaakt naar ochtendspits (7:00-9:00 uur), avondspits (16:00-18:00 uur) en rest van de dag. Pagina 5 RAPPORTAGE P

8 2.2 Aanpassingen aan het verkeersmodel Ten opzichte van de uitgeleverde modelversie zijn in samenspraak met Rijkswaterstaat Zuid-Holland en het stadsgewest Haaglanden een aantal aanpassingen aan de modelinvoer voor het zichtjaar 2030 doorgevoerd. Het betreft hier aanpassingen aan het netwerk. In de memo NRM West 2011 Referentienetwerk 2030 (Rijkswaterstaat Zuid-Holland, 21 juni 2011) is een beschrijving van deze aanpassingen opgenomen. Hieronder is deze beschrijving overgenomen. Door te voeren netwerkfouten Na overleg met de NRM beheergroep (DVS) is gekozen om niet alle reeds gemelde opmerkingen van de vier NRM s te verwerken. Alleen die punten die van invloed (kunnen) zijn voor het project zijn meegenomen. Zo zijn de volgende drie netwerkfouten buiten het studiegebied van Haaglanden en NWO (mede op verzoek van DVS) meegenomen: Wisselstrook op de A1 (SAA-studie) Wisselstrook is niet goed gemodelleerd. Deze fout heeft een grote impact (ook buiten Noord- Holland) want is een belangrijke (lange) schakel op het hoofdwegennet in de regio Amsterdam. Aansluiting bij Schiphol. Op verzoek van DVS zijn aanvullende maatregelen nodig bij Schiphol om de stabiliteit in Qblok te verbeteren. Zo is de capaciteit van de toe- en afrit van de aansluiting A4 bij Schiphol en de verbinding tussen de aansluiting en Schiphol verhoogd. Hiermee wordt voorkomen dat er te veel terugslag (congestie) plaatsvindt in de restdag op de A4. Wisselstrook Algerabrug Wisselstrook op de Algerabrug in Krimpen a/d IJssel is niet goed gemodelleerd in de avondspits (verkeerde richting). Ook is de wisselstrook op een stuk van de brug zelf niet meegenomen. Netwerkfout bij Algerabrug resulteert voor de spitsperiode in te hoge congestie rond de Algerabrug met ongewenste uitstralingseffecten. Hieronder volgt de lijst met een globale omschrijving 1 van de geconstateerde netwerkfouten die van belang zijn in het studiegebied van Haaglanden en van de NWO: Aansluiting Leidschendam A4-N14 Toerit richting Pr. Clausplein wordt 2 rijstroken i.p.v. 1 Aansluiting Harnasch A4-N211 Viaduct over A4 en afrit vanuit A4 Rijswijk richting Wateringseveld niet goed vormgegeven. Sommige wegvakken zitten er dubbel in. Wateringseveld (N211) De kruising N211 Wippolderlaan met de Laan van Wateringseveld dient niet ongelijkvloers te zijn in het referentienetwerk Conform basisjaar Maanweg Toevoegen Verlengde Regulusweg (2x2 cap pae/h) tussen kruising Neherkade en Maanweg en downgraden capaciteit Maanweg van 2x pae/h naar 2x pae/h tussen aansluiting Voorburg en Regulusweg; snelheid 30 km/h Neherkade-Leeghwaterplein Kruising wordt ongelijkvloers (Haarlemmermeer). Doorgaande verbinding Neherkade gaat onderlangs. Haagweg Haagweg tussen Hoornbrug en Rijswijkseplein downgraden van 2x pae/h naar 2x pae/h en 50 km/h Rotterdamse baan (Aansluiting bij knooppunt Ypenburg) Rotterdamse baan capaciteit verhogen van 2400 pae/h naar 3800 pae/h (wegtype conform N14).Conform Rotterdamsebaanstudie. 1 Vanwege de grootte en type bestanden zijn de precieze wijzigingen in het NRM separaat aan RWS DVS geleverd. Pagina 6 RAPPORTAGE P

9 Prinses Beatrixlaan (aansluiting A4 Rijswijk) Capaciteit Prinses Beatrixlaan t.z.v. aansluiting A4 verhogen van 2x pae/h naar 2x pae/h tot kruispunt met Alexander Fleminglaan (gescheiden rijbanen). Ontsluiting nieuwbouw woonwijk Delft noord Zone 1507 en 1509 moeten ontsloten worden op de Prinses Beatrixlaan. Dit kan door een 2x1 weg (50 km/h) tussen de zone-aansluitingen naar de Prinses Beatrixlaan toe te voegen. Galgeweg bij Westerlee Galgeweg tussen de 2 rotondes bij Westerlee verwijderen (cap pae/h). Diepenhorstlaan in Rijswijk (aansluiting Plaspoelpolder) Diepenhorstlaan tussen Veraartlaan en Treubstraat downgraden van 2x pae/h naar 2x1 900 pae/h. Tevens de Visseringlaan tussen Frijdastraat en de Diepenhorstlaan aanpassen in een tweerichtingsweg met cap pae/h. Is nu als eenrichtingsweg gemodelleerd. Jaagpad Het Jaagpad t.w.v. A13 / knooppunt Ypenburg is een fietspad en kan verwijderd worden. Laan van Nieuw Oosteinde (t.o.v. A12 aansluiting Voorburg) Capaciteit terugbrengen van 2400 pae/h naar 1200 pae/h. Zuidbaan Schenkviaduct (t.w.v. A12 aansluiting Centrum) Capaciteit zuidbaan Schenkviaduct ophogen van 1200 pae/h naar 2400 pae/h Koningstunnel Kruising Bezuidenhoutseweg en Koningskade is ongelijkvloers en niet gelijkvloers. Infrastructuur conform ontwerp huidige praktijk situatie inbrengen. A12 Utrechtsebaan Parallelweg aan het einde van de Utrechtsebaan heeft geen mogelijkheid om linksaf naar Benoordenhoutseweg op te rijden. Parallelweg rechtstreeks aansluiten op Benoordenhoutseweg ten oosten van het kruispunt. Een verbindingsweg toevoegen van de Utrechtsebaan naar de parallelweg toe (cap pae/h snelheid 50 km/h). Spui (centrum Den Haag) Het Spui is niet meer toegankelijk voor autoverkeer, dus wegvak verwijderen. Wel toevoegen zoneaansluiting op kruising Spui-Amsterdamse Veerkade. Lutherse Burgwal (centrum Den Haag) Lutherse Burgwal is niet meer toegankelijk voor autoverkeer, dus het wegvak verwijderen. N440 Hubertustunnel Rechtaf- en linksafmogelijkheid aanbrengen vanuit de Hubertustunnel naar de Raamweg. Ook de Waalsdorperweg richting tunnel verwijderen (cap pae/h) Van Alkemadelaan De Van Alkemadelaan sluit via een rotonde en afbuiging aan op de N440. Landscheidingsweg-Buurtweg Kruispunt Landscheidingsweg /Buurtweg is niet goed vormgegeven. Alleen vanaf de Landscheidingsweg (komend vanuit N14) kun je rechtsaf de Buurtweg op. Andere richtingen zijn niet mogelijk. Buurtweg aanpassen in een eenrichtingsweg tussen de Buurtweg en de aansluiting met de Landscheidingsweg. Leidschenveen Verbinding Lageveenseweg (tunnel onder A12) en Laan van Leidschenveen naar de Zoetermeerse Rijweg (N469) ontbreekt. Veenweg heeft geen aantakking meer met de Zoetermeerse Rijweg Brasserskade (aansluiting Delft Noord) Brasserskade ten westen van de A13 heeft geen aansluiting op de Kfar Savaweg. De Brasserskade ten oosten van de A13 sluit niet aan op de Rijswijkse Waterweg. Knip aanbrengen in het wegvak. Weefvak op A4 tussen Ypenburg en Prins Clausplein Het weefvak ontvlechten op de A4 conform het ontwerp van IBDH. Pagina 7 RAPPORTAGE P

10 Hooipolderweg Verbinding Hooipolderweg toevoegen ten oosten van aansluiting Den hoorn tot aan Delft (2x pae/h en 50 km/h). Ook deze nieuwe verbinding aantakken op knoop Utrechtsebaan Gehele tunnelbak tot aan aansluiting Schenkviaduct snelheid aanpassen van 50 km/h naar 70 km/h. N14 Sijtwendetunnel Snelheid aanpassen van 70 km/h naar 50 km/h. Discontinuïteit capaciteiten wegennet omgeving Den Haag Corrigeren capaciteit tussen Hubertustunnel en Hubertusviaduct, Pr. Kennedylaan-Segbroeklaan, Javastraat, De Groot Hertoginnelaan, Lijnbaan en tot slot de Soestdijksekade (allemaal in Den Haag). De Churchilllaan in Rijswijk en de Noordsingel in Leidschendam (bij de Veursestraatweg) Aansluiting N57-N218 het kruispunt is nu gelijkvloers in NRM maar moet een ongelijkvloerse aansluiting (Haarlemmermeer) worden. Zuidbuurt (t.z.v. A20 tussen Maassluis en Vlaardingen) Snelheid en capaciteit is te hoog, vergeleken met de Maassluisedijk. Snelheid op gearceerde deel terug naar 30 km/uur, capaciteit 900 pae/uur. A15 Rozenburg Weefvak tussen de aansluitingen 13 en 14 (3+1 rijstroken) verlengen tot aan de aansluiting. Spijkenissebrug Hier is sprake van een wisselstrook. In de ochtendspits 2 rijstroken richting Rotterdam, in de avondspits in tegengestelde richting. Nu zijn op beide richtingen in alle dagdelen 2 rijstroken ingevoerd, dit is niet juist. In de restdag kan voor beide richtingen 1 rijstrook per richting aangehouden worden. A4DS Rijstroken vanaf Kethelplein in noordelijke richting niet juist. De invoeger vanaf A20 oost loopt in de tunnel door als extra rijstrook en voegt na de tunnel in. Dus 4 rijstroken in de tunnel en na de tunnel en afrit Delft Zuid 3 rijstroken. Verlegde Oranjesluisweg bij KP Westerlee Dit wegvak dient 2 rijstroken te zijn i.p.v. 1. De Lier De kade van Ras wordt eenrichting van oost naar west. Het is niet mogelijk vanuit de Lier naar de N213 richting Naaldwijk te gaan. Hartelkruis Om de doorstroming te verbeteren op de aansluiting is het niet meer mogelijk voor verkeer dat vanuit Spijkenisse komt en naar A15 richting Maasvlakte wilt, om de toerit te gebruiken. Hiervoor worden zij omgeleid via de Oude Maasweg (circa 2 km omrijden). Verkeer komend van de Botlekweg richting de A15 oost wordt omgeleid via Oude Maasweg en de Botlekbrug en kan geen gebruik meer maken van de toerit naar de A15. Pagina 8 RAPPORTAGE P

11 3 Projectspecifieke uitgangspunten 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk is een beschrijving van de projectspecifieke uitgangspunten bij het maken van de verkeersprognoses voor project A4 Passage en Poorten & Inprikkers opgenomen. In de twee hoofdalternatieven worden de belangrijkste maatregelen getroffen op de A4 Passage en op de inprikkers N14, N211 en de Prinses Beatrixlaan. In de figuur hieronder zijn deze weergegeven. Figuur 1: A4 Passage en inprikkers N14, N211 en Prinses Beatrixlaan Rotterdamse baan Bron: Google earth Pagina 9 RAPPORTAGE P

12 3.2 Huidige situatie In de huidige situatie is de rijstrookconfiguratie in het studiegebied weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 2: Configuratie project tracé huidige situatie Wegvak Wegvak configuratie A4: Prins Clausplein - Den Hoorn (12) Noordelijke rijrichting: Den Hoorn Den Haag Zuid: 2+1 rijstroken Den Haag Zuid Prinses Beatrixlaan: 3+1 rijstroken Prinses Beatrixlaan Plaspoelpolder: 3+1 rijstroken Plaspoelpolder Ypenburg: hoofdbaan 3 rijstr; parr.baan 2+1 rijstr. Ypenburg-Pr.Clausplein: 2+2 Zuidelijke rijrichting: Pr.Clausplein-Ypenburg: 2+2 Ypenburg Plaspoelpolder: hoofdbaan 3 rijstr; parr.baan 1+2 rijstr. Plaspoelpolder-Prinses Beatrixlaan: 3+1 rijstroken Prinses Beatrixlaan-Den Haag Zuid: 3+1 rijstroken Den Haag Zuid Den Hoorn: 2+1 rijstroken N14: Aansluiting A4 - N44 Autoweg 2x2 stroken N211: Aansluiting A4 - Nieuweweg 2x2 stroken Prinses Beatrixlaan: aansluiting A4 - Erasmusplein 2x2 stroken Op de A4 geldt een maximale snelheid van 100 km/uur. De N14 heeft een snelheidslimiet van 70 km/uur, met uitzondering van het wegvak tussen de kruispunten met de Prins Bernhardlaan en de Monseigneur Steelaan waar een snelheidslimiet van 50 km/uur geldt. Op de N211 tussen de aansluiting met de A4 en de Laan van Wateringseveld geldt een maximale snelheid van 50 km/uur; tussen Laan van Wateringseveld en N222 geldt een snelheid van 70km/h en tussen de N222 Erasmusweg een snelheid van 80km/h. Tussen de Erasmusweg en de Nieuweweg heeft de N211 een snelheidslimiet van 50 km/uur. De Prinses Beatrixlaan heeft ook een snelheidslimiet van 50 km/uur. 3.3 Referentie 2030 In de referentie situatie wordt rekening gehouden met de toekomstige ontwikkelingen in de regio tot het zichtjaar In de Referentie 2030 zijn de projecten uit de categorieën 0 en 1 en ZSM 1 en 2 van het MIRT2011 in het autonetwerk opgenomen. De A4 Passage zelf (zie Figuur 2) is in de referentie situatie nagenoeg gelijk aan de huidige situatie. Bij het Prins Clausplein is wel een wijziging aangebracht. Het weefvak op de oostelijke rijbaan van de A4/A13 naar de A12 is vervangen door aparte rijbanen, waarbij de verkeersstromen van te voren worden gesorteerd. Verder heeft de oprit van de aansluiting Leidschendam op de A4 in zuidelijke richting een extra rijstrook gekregen ten opzichte van de huidige situatie. Pagina 10 RAPPORTAGE P

13 Figuur 2: Configuratie A4 Passage en inprikkers referentie situatie Alternatief 1 Het principe van alternatief 1 is et buitenom geleiden van het autoverkeer via de buitenste inprikkers (N14 en N211) in combinatie met het realiseren van een middellange rijbaan voor doorgaand verkeer op de A4 Passage. De parallelstructuur op de A4 Passage begint tussen het Prins Clausplein en knooppunt Ypenburg en eindigt in de aansluiting Rijswijk (11). De hoofdrijbanen hebben 2 rijstroken per richting en er geldt een snelheidsregime van 120 km/uur. De parallelbanen zijn bedoeld voor het bestemmingsverkeer. Het aantal rijstroken op de parallelbanen is als volgt: - Tussen het Prins Clausplein en de aansluiting Rijswijk Centrum (9) grotendeels 4 rijstroken (beide richtingen); - Tussen Rijswijk Centrum (9) en Plaspoelpolder (10) 4 rijstroken (beide richtingen); en - Tussen Plaspoelpolder (10) en Rijswijk (11) 3 rijstroken op de westbaan en 4 rijstroken op de oostbaan. Er geldt een snelheidsregime van 100 km/uur op de parallelbanen. Op het punt waar de hoofd- en parallelbanen in de aansluiting Rijswijk (11) samen komen krijgt de A4 4 rijstroken op de westelijke rijbaan en 5 op de oostelijke rijbaan. Pagina 11 RAPPORTAGE P

14 Ten noorden van knooppunt Pr. Clausplein is het uitwisselingspunt op de oostbaan tussen hoofd- en parallelbaan in noordelijke richting opgeschoven en bestaat nu uit 2 rijstroken. Tevens is de capaciteit van de oostbaan van A4 na de samenvoeging van de oprit Leidschendam over ongeveer 1 kilometer verbreed met 1 rijstrook naar 3 rijstroken. De inprikkers N14 en N211 worden in alternatief 1 versterkt. Op de N14 gebeurt dit door het aanbrengen van twee ongelijkvloerse kruisingen ter hoogte van de Prins Bernhardlaan en van de Monseigneur van Steelaan. Daarnaast wordt de maximum snelheid op de N14 tussen deze twee kruisingen verhoogd van 50 km/uur naar 70 km/uur. De N211 krijgt tussen de aansluiting met de A4 en het kruispunt met de N222 2x3 rijstroken. Daarnaast worden de kruisingen met de Laan van Wateringse Veld, de N222, de Erasmusweg en de Meppelweg /gecombineerd met Escamplaan ongelijkvloers gemaakt. De kruispunten van de N211 met de Melis Stokelaan en de Hengelolaan komen te vervallen. Het verkeer vanuit de wijk wordt via een weg parallel aan de N211 naar de Erasmusweg of de Meppelweg geleid en kan op deze manier de N211 bereiken. De maximum snelheid op de N211 tussen de Erasmusweg en de Escamplaan wordt verhoogd van 50 km/uur naar 70 km/uur. Ter hoogte van knooppunt Ypenburg is de gehele zuidelijke afrit met twee rijstroken vormgegeven. In de referentie situatie kende het eerste gedeelte van deze strook nog 1 rijstrook. Ook de verbindingsbogen tussen de A13 en de Laan van Delfvliet (in beide rijrichtingen) zijn in alternatief 1 geheel vormgegeven met 2 rijstroken (in de referentie zijn de uiteinden van deze bogen die aantaken op de A13 nog met 1 rijstrook vormgegeven) De A13 wordt in beide rijrichtingen tussen de aansluitingen Rijswijk en Delft Noord uitgebreid van 1+3 naar 2+3 rijstroken. Bij aansluiting Delft Noord wordt ook de afrit van de westbaan verbreed van 1 naar 2 rijstroken. Naast de hierboven genoemde maatregelen vinden er nog enkele aanpassingen aan de aansluitingen van de A4 plaats. In de aansluiting Leidschendam (8) wordt de afrit van de westelijke rijbaan uitgebreid van 1 naar 2 rijstroken. Bij de aansluitingen Rijswijk Centrum (9) en Plaspoelpolder (10) wordt het gedeelte van de afrit met 1 rijstrook uitgebreid naar 2 rijstroken (alleen oostelijke rijbaan). In de aansluiting Den Haag Zuid (12) krijgen de op- en afrit van/naar het zuiden ook een extra strook. Figuur 3: Netwerkkenmerken Alternatief N14: Ongelijkvloerse kruisingen (2x) Snelheidslimiet van 50 naar 70 km/u tussen kruisingen Begin / einde parallelstructuur A4 A4: Parallelstructuur: nieuwe rijbanen voor doorgaand verkeer, 2 stroken per richting, 120 km/uur Aansluiting Leidschendam (8): afrit westbaan van 1 naar 2 stroken Aansluitingen Rijswijk Centrum (9) en Plaspoelpolder (10): afritten oostbaan gedeeltes met 1 strook naar 2 stroken Aansluiting Den Haag Zuid (12): open afrit naar het zuiden van 1 naar 2 stroken N211: 2x3 rijstroken tussen aansluiting A4 en N222 Ongelijkvloerse kruisingen (4x) Snelheidslimiet van 50 naar 70 km/u tussen kruisingen met Erasmusweg en Escamplaan Kruispunten met Melis Stokelaan en Hengelolaan vervallen Pagina 12 RAPPORTAGE P

15 3.5 Alternatief 2 In alternatief 2 worden de inprikkers N14, N211 en Prinses Beatrixlaan versterkt om andere inprikkers te ontlasten en een betere verdeling te realiseren over de inprikkers. De A4 Passage heeft ook in alternatief 2 een parallelstructuur, die echter korter is dan in alternatief 1. De parallelstructuur begint - net als in alternatief 1 - tussen het Prins Clausplein en knooppunt Ypenburg, maar loopt minder ver door. De parallelstructuur eindigt in alternatief 2 in de aansluiting Plaspoelpolder (westbaan) en net ten zuiden van de aansluiting Plaspoelpolder (oostbaan). Op deze manier heeft het verkeer van/naar de Prinses Beatrixlaan ook de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van de rijbanen voor het doorgaand verkeer. De hoofdrijbaan heeft 2 rijstroken per richting en er geldt een snelheidslimiet van 120 km/uur. De parallelbanen zijn bedoeld voor het bestemmingsverkeer. De configuratie van de parallelbanen is als volgt: - Tussen het Prins Clausplein en de aansluiting Rijswijk Centrum (9) grotendeels 4 rijstroken (beide richtingen); en - Tussen Rijswijk Centrum (9) en Plaspoelpolder (10) 4 rijstroken (beide richtingen). Op de parallelbanen geldt een snelheidsregime van 100 km/uur. Tussen Plaspoelpolder (10) en Rijswijk (11) komen in alternatief 2 2x5 rijstroken te liggen. Tussen Rijswijk (11) en Den Hoorn (13) krijgt de A4 er eveneens een extra rijstrook bij ten opzichte van de autonome situatie. Op de N14 worden twee ongelijkvloerse kruisingen gerealiseerd ter hoogte van de Prins Bernhardlaan en van de Monseigneur van Steelaan. Daarnaast wordt de maximum snelheid op de N14 tussen deze twee kruisingen verhoogd van 50 km/uur naar 70 km/uur. De N211 krijgt tussen de aansluiting met de A4 en het kruispunt met de N222 2x3 rijstroken. Daarnaast worden de kruisingen met de Laan van Wateringse Veld, de N222 en de Erasmusweg ongelijkvloers gemaakt. Op de Prinses Beatrixlaan wordt een parallelstructuur aangelegd met aparte rijbanen voor het doorgaande verkeer. De Prinses Beatrixlaan wordt uitgebreid naar 2x3 rijstroken. Op het viaduct over de A4 wordt de noordbaan van de Prinses Beatrixlaan eveneens uitgebreid naar 3 rijstroken. De zuidbaan wordt hier niet verder uitgebreid en blijft 2 rijstroken behouden. Ten noorden van knooppunt Pr. Clausplein is het uitwisselingspunt op de oostbaan tussen hoofd- en parallelbaan in noordelijke richting opgeschoven en bestaat nu uit 2 rijstroken. Tevens is de capaciteit van de oostbaan van A4 na de samenvoeging van de oprit Leidschendam over ongeveer 1 kilometer verbreed met 1 rijstrook naar 3 rijstroken Ter hoogte van knooppunt Ypenburg is de gehele oostelijke afrit met twee rijstroken vormgegeven. In de referentie situatie kende het eerste gedeelte van deze strook nog 1 rijstrook. Ook de verbindingsbogen tussen de A13 en de Laan van Delfvliet (in beide rijrichtingen) zijn in alternatief 2 geheel vormgegeven met 2 rijstroken (in de referentie zijn de uiteinden van deze bogen die aantaken op de A13 nog met 1 rijstrook vormgegeven) Naast de hierboven genoemde maatregelen vinden er nog enkele aanpassingen aan de aansluitingen van de A4 plaats. Deze aanpassingen zijn hetzelfde als in alternatief 1. In de aansluiting Leidschendam (8) wordt de afrit van de westelijke rijbaan uitgebreid van 1 naar 2 rijstroken. Bij de aansluitingen Rijswijk Centrum (9) en Plaspoelpolder (10) wordt het gedeelte van de afrit met 1 rijstrook uitgebreid naar 2 rijstroken (alleen oostelijke rijbaan). In de aansluiting Den Haag Zuid (12) krijgen de op- en afrit van/naar het zuiden ook een extra strook. Pagina 13 RAPPORTAGE P

16 De A13 wordt in beide rijrichtingen tussen de aansluitingen Rijswijk en Delft Noord uitgebreid van 1+3 naar 2+3 rijstroken. Bij aansluiting Delft Noord wordt ook de afrit van de oostbaan verbreed van 1 naar 2 rijstroken. Figuur 4: Netwerkkenmerken Alternatief N14: Ongelijkvloerse kruisingen (2x) Snelheidslimiet van 50 naar 70 km/u tussen kruisingen Begin / einde parallelstructuur Prinses Beatrixlaan Begin / einde parallelstructuur A4 A4: Parallelstructuur: nieuwe rijbanen voor doorgaand verkeer, 2 stroken per richting, 120 km/uur Aansluiting Leidschendam (8): afrit westbaan van 1 naar 2 stroken Aansluitingen Rijswijk Centrum (9) en Plaspoelpolder (10): afritten oostbaan gedeeltes met 1 strook naar 2 stroken Aansluiting Den Haag Zuid (12): open afrit naar het zuiden van 1 naar 2 stroken N211: 2x3 rijstroken tussen aansluiting A4 en N222 Ongelijkvloerse kruisingen (3x) Beatrixlaan: Parallelstructuur: nieuwe rijbanen voor doorgaand verkeer, 2 stroken per richting, 70 km/uur Terugbrengen bestaande infra tussen Generaal Spoorlaan en Van Vredenburchlaan naar 1 strook per richting, 30 km/uur Pagina 14 RAPPORTAGE P

17 4 Verkeersprognoses In dit hoofdstuk worden de met het NRM West opgestelde verkeersprognoses voor de Referentie 2030 en verschillende alternatieven/varianten besproken. Om de mobiliteitsontwikkeling in beeld te brengen, worden in paragraaf 4.1 eerst de verkeersgegevens voor het basisjaar 2004 beschreven. 4.1 Huidige situatie Intensiteiten Voor ruim 30 punten in het netwerk zijn de intensiteiten van de NRM-berekeningen gepresenteerd. In Figuur 5 zijn deze punten weergegeven. De geselecteerde wegvakken zijn onderverdeeld naar HWN, Poorten & Inprikkers en overige locaties. Figuur 5: Locaties voor analyse intensiteiten Doorsnede Locatie 1 A4: Zoeterwoude- Dorp - Leidschendam 2 A4: Leidschendam - knpt Prins Claus Plein 3 A4/A13: knpt Prins Claus Plein - knpt Ypenburg 4 A4: Rijswijk Centrum - Plaspoelpolder 5 A4: Plaspoelpolder - Rijswijk 6 A4: Rijswijk - Den Haag Zuid 7 A4: Den Haag Zuid - Den Hoorn 8 A4: Delft- Zuid - knpt Kethelplein 9 A12: knpt Prins Claus Plein - Voorburg 10 A12: Zoetermeer- Centrum - Nootdorp 11 A13: Rijswijk - Delft- Noord 12 N14: aansluiting A4 - Noordsingel/Prins Bernhardlaan 13 N14: Monseigneur van Steelaan - Zijdeweg 14 N211: aansluiting A4 - Laan van Wateringseveld 15 N211: Laan van Wateringseveld - N N211: N222 - N Beatrixlaan: Haantje/Sionsweg - aansluiting A4 18 Beatrixlaan: aansluiting A4 - Sir Winston Churchilllaan 19 Beatrixlaan: Sir Winston Churchilllaan - Generaal Spoorlaan 20 Diepenhorstlaan (Plaspoelpolder) 21 Haagweg 22 Rotterdamsebaan 23 Veursestraatweg 24 N44 thv Kerkehout 25 Veilingroute (N222) In Tabel 3 zijn de etmaalintensiteiten in het basisjaar (2004) voor deze locaties opgenomen. De belangrijkste noord-zuid verbinding in het studiegebied wordt gevormd door de A4 en de A13. Doordat de A4 Delft - Schiedam in het basisjaar nog niet is gerealiseerd, wordt de A4 ten zuiden van knooppunt Ypenburg voornamelijk gebruikt door verkeer met een bestemming in het zuiden van Den Haag, in Delft of in het Westland. De intensiteiten op dit gedeelte van de A4 nemen dan ook sterk af naarmate de wegvakken zuidelijker liggen. Doorgaand verkeer richting Rotterdam maakt gebruik van de A13. In oost-west richting is de A12 de belangrijkste verbinding in het studiegebied. Daarnaast vormen de N14 in het noorden en de N211 in het zuiden belangrijke ontsluitingswegen in oost-west richting. Pagina 15 RAPPORTAGE P

18 Tabel 3 Etmaalintensiteiten basisjaar 2004 Basisjaar 2004 Doorsnede Locatie Motorvoertuigen Personenauto's Vracht 1 A4: Zoeterwoude- Dorp - Leidschendam 122, ,700 15,000 2 A4: Leidschendam - knpt Prins Claus Plein 162, ,600 17,100 3 A4/A13: knpt Prins Claus Plein - knpt Ypenburg 198, ,800 20,100 4 A4: Rijswijk Centrum - Plaspoelpolder 123, ,600 10,500 5 A4: Plaspoelpolder - Rijswijk 98,900 89,600 9,300 6 A4: Rijswijk - Den Haag Zuid 71,100 63,700 7,400 7 A4: Den Haag Zuid - Den Hoorn 31,200 28,200 3,100 8 A4: Delft- Zuid - knpt Kethelplein A12: knpt Prins Claus Plein - Voorburg 165, ,000 8, A12: Zoetermeer- Centrum - Nootdorp 130, ,000 9, A13: Rijswijk - Delft- Noord 143, ,500 13, N14: aansluiting A4 - Noordsingel/Prins Bernhardlaan 50,300 48,000 2, N14: Monseigneur van Steelaan - Zijdeweg 33,800 32,200 1, N211: aansluiting A4 - Laan van Wateringseveld 59,200 52,800 6, N211: Laan van Wateringseveld - N222 58,500 52,200 6, N211: N222 - N464 38,100 34,000 4, Beatrixlaan: Haantje/Sionsweg - aansluiting A4 28,400 27,200 1, Beatrixlaan: aansluiting A4 - Sir Winston Churchilllaan 43,800 42,400 1, Beatrixlaan: Sir Winston Churchilllaan - Generaal Spoorlaan 34,600 33,400 1, Diepenhorstlaan (Plaspoelpolder) 36,700 35,200 1, Haagweg 34,500 32,200 2, Rotterdamsebaan Veursestraatweg 16,400 14,400 2, N44 thv Kerkehout 62,100 58,700 3, Veilingroute (N222) 17,200 13,600 3, I/C-verhoudingen basisjaar 2004 De verhouding tussen wat een wegvak kan verwerken aan verkeer, de capaciteit, en de daadwerkelijk optredende hoeveelheid verkeer, de intensiteit, is een gebruikelijke maatstaf voor de wijze waarop wegennetten functioneren. Aan de hand van het verkeersmodel kan de I/C-verhouding worden berekend. De verhouding geeft de ratio weer tussen de intensiteit op een wegvak en de beschikbare capaciteit. De I/C-verhouding wordt aangegeven volgens de onderstaande classificering: I/C < 0,8: ruim voldoende restcapaciteit; I/C > 0,8: druk, voldoende capaciteit, lagere snelheden; I/C > 0,9: kans op congestie en wachttijd door stilstand; I/C = 1,0: wegvak is overbelast, structurele congestie. Gedurende de ochtendspits treedt er een verhoogde congestiekans op ter hoogte van de opritten van de zuidbaan bij de aansluitingen Den Haag zuid en Rijswijk. Verkeer ondervindt hier een wachttijd als gevolg van stilstand. Ook op de zuidelijke hoofdbaan van de A4 ter hoogte van knooppunt Ypenburg is er sprake van een verhoogde kans op congestie. Structurele congestievorming zien we terug op de oprit van de noordbaan van de A4, ter hoogte van de aansluiting Leidschendam (N14). Verder kent de noordbaan van de A12 zowel op enkele wegvakken ten noorden en ten zuiden van knooppunt Pr. Clausplein een verhoogde kans op congestie. Pagina 16 RAPPORTAGE P

19 Figuur 6: I/C-verhoudingen ochtendspits, basisjaar 2004 In de avondspits is de doorstroming op de A4 voldoende. Op de A4 zuidbaan ondervindt het verkeer lagere rijsnelheden ter hoogte van de oprit bij aansluiting Den Haag zuid. Op de A12 treden zowel ten noorden als ten zuiden van knooppunt Pr. Clausplein doorstromingsproblemen op. Op de zuidbaan (Den Haag uit) is er op de Utrechtsebaan (wegvak Voorburg Pr. Clausplein) sprake van structurele congestie. Het wegvak Nootdorp-Zoetermeer kent in d avondspits een verhoogde kans op congestie met kans tot stilstand. Daarnaast is ook sprake van structurele congestievorming op de oprit van de noordbaan van de A4, ter hoogte van de aansluiting Leidschendam (N14). Pagina 17 RAPPORTAGE P

20 Figuur 7: I/C-verhoudingen avondspits, basisjaar NoMo reistijden basisjaar 2004 In de Nota Mobiliteit wordt gestreefd dat het hoofdwegennet in de toekomst voldoet aan gestelde streefwaarden voor bereikbaarheid. Hiervoor zijn voor het zichtjaar 2030 streefwaarden gehanteerd. De streefwaarden worden uitgedrukt in een reistijdfactor waarbij de gecongesteerde reistijd wordt gedeeld door de rijsnelheid bij vrije verkeersafwikkeling. Voor het zichtjaar 2030 geldt op hoofdverbindingen in de spits een waarde van maximaal een factor 1,5 ten opzichte van de filevrije reistijd. De te bereiken streefsnelheden bedragen hiermee 66 km/uur voor een hoofdverbinding (uitgaande van een freeflow snelheid van 100km/h). Op trajecten die onderdeel uitmaken van de stedelijke ringwegen geldt een factor van 2,0. De te bereiken streefsnelheid op deze trajecten bedraagt 50 km/uur. In Figuur 8 zijn de NOMO-trajecten weergegeven die in het kader van het project A4 Passage en Poorten & Inprikkers zijn beschouwd. In de Nota Mobiliteit is een NoMo-traject over de A4 tussen Den Haag Zuid en knooppunt Kethelplein gedefinieerd. Aangezien in het basisjaar 2004 de doortrekking van de A4 richting knooppunt Kethelplein nog niet is gerealiseerd, is in de analyse van het basisjaar het traject tot aansluiting Delft Zuid gedefinieerd. Pagina 18 RAPPORTAGE P

21 Figuur 8: NoMo trajecten basisjaar 2004 Tabel 4 toont voor zowel de ochtend- als de avondspits de berekende reistijdfactoren. Deze tabel leert dat in de ochtendspits op alle beschouwde trajecten voldaan wordt aan de NoMo streefwaarde. Tijdens de avondspits ligt de reistijdfactor op de A12 tussen knooppunt Pr.Clausplein-knooppunt Gouwe boven de norm. In Figuur 7, waarin de IC waarden voor de avondspits 2004 zijn weergegeven, is te zien dat er op dit wegvak sprake is van een verhoogde kans op congestie. Tabel 4 NOMO reistijdfactoren, basisjaar 2004 Basisjaar 2004 Traject Ochtendspits Avondspits A13/A12: knpt Ypenburg (A13) - Den Haag Bezuidenhout 1,15 1,05 A13/A12: Den Haag Bezuidenhout - knpt Ypenburg (A13) 1,05 1,70 A4: Leidschendam (N14) - Den Haag Zuid, via hoofdbaan 1,00 1,00 A4: Den Haag Zuid - Leidschendam (N14), via hoofdbaan 1,00 1,00 A4: Leidschendam (N14) - Den Haag Zuid, via parallelbaan 1,00 1,00 A4: Den Haag Zuid - Leidschendam (N14), via parallelbaan 1,00 1,00 A4: Leidschendam (N14) - Den Haag Zuid, via nieuwe rijbaan n.v.t. n.v.t. A4: Den Haag Zuid - Leidschendam (N14), via nieuwe rijbaan n.v.t. n.v.t. A4: Zoeterwoude Rijndijk (N11) - Leidschendam (N14) 1,10 1,00 A4: Leidschendam (N14) - Zoeterwoude Rijndijk (N11) 1,00 1,45 A4: Den Haag Zuid - knpt Kethelplein (A20) 1,00 1,00 A4: knpt Kethelplein (A20) - Den Haag Zuid 1,00 1,00 A12: knpt Pr. Clausplein (A4) - knpt Gouwe (A20) 1,00 1,65 A12: knpt Gouwe (A20) - knpt Pr. Clausplein (A4) 1,45 1,00 A13: knpt Ypenburg (A4) - knpt Kleinpolderplein (A20) 1,05 1,00 A13: knpt Kleinpolderplein (A20) - knpt Ypenburg (A4) 1,50 1,05 Pagina 19 RAPPORTAGE P

22 4.2 Referentie 2030 In deze paragraaf zijn de verkeersprognoses voor de Referentie 2030 geanalyseerd. De prognoses zijn voor twee ruimtelijke scenario s van het Centraal Planbureau opgesteld, te weten het Global Economy (GE) en hete meer behoudender Regional Communities (RC). Voor beide scenario s zijn de modelresultaten worden beschreven Intensiteiten Door de economische en ruimtelijke ontwikkeling in het GE-scenario neemt de mobiliteit in het studiegebied toe in vergelijking met de huidige situatie. Dit vertaalt zich in hogere intensiteiten op de meeste meetpunten. In het bijzonder nemen de intensiteiten op de A4 ten zuiden van knooppunt Ypenburg toe. Door de realisatie van de A4 Delft - Schiedam is er ten opzichte van de huidige situatie een belangrijke noord-zuid verbinding bijgekomen, waardoor verkeer van/naar Rotterdam naast de A13 nu ook de A4 als een optie heeft. Verder kent de 2030 situatie een nieuw gedeelte infrastructuur in de vorm van de Rotterdamse baan. Kijkend naar de corridor van overige Poorten & Inprikkers Haaglanden (Inprikkers: N211, Prinses Beatrixlaan, Rotterdamsebaan, Utrechtsebaan en N14; Poorten: Haagweg, Diepenhorstlaan- Plaspoelpolder; zie Figuur 9) dan zien we ten opzichte van het basisjaar 2004 een toename van ruim 47% van de motorvoertuigen intensiteit in het 2030GE scenario. In absolute zin is dit een toename van motorvoertuigen naar motorvoertuigen. Figuur 9: Screenline wegvakken Overige Poorten & Inprikkers Haaglanden Inprikkers Overige Poorten Pagina 20 RAPPORTAGE P

23 In Tabel 5 zijn de intensiteiten voor de Referentie 2030 voor het GE-scenario weergegeven. Tabel 5 Etmaalintensiteiten Referentie 2030 voor het GE-scenario Referentie 2030GE Doorsnede Locatie Motorvoertuigen Personenauto's Vracht 1 A4: Zoeterwoude- Dorp - Leidschendam 179, ,700 25,600 2 A4: Leidschendam - knpt Prins Claus Plein 243, ,400 34,000 3 A4/A13: knpt Prins Claus Plein - knpt Ypenburg 298, ,900 42,700 4 A4: Rijswijk Centrum - Plaspoelpolder 205, ,100 31,000 5 A4: Plaspoelpolder - Rijswijk 175, ,400 26,700 6 A4: Rijswijk - Den Haag Zuid 160, ,400 27,400 7 A4: Den Haag Zuid - Den Hoorn 112,700 92,000 20,700 8 A4: Delft- Zuid - knpt Kethelplein 129, ,800 22,000 9 A12: knpt Prins Claus Plein - Voorburg 216, ,200 13, A12: Zoetermeer- Centrum - Nootdorp 185, ,400 18, A13: Rijswijk - Delft- Noord 174, ,800 22, N14: aansluiting A4 - Noordsingel/Prins Bernhardlaan 86,100 78,000 8, N14: Monseigneur van Steelaan - Zijdeweg 59,600 54,200 5, N211: aansluiting A4 - Laan van Wateringseveld 89,300 75,800 13, N211: Laan van Wateringseveld - N222 83,000 70,000 12, N211: N222 - N464 49,600 42,900 6, Beatrixlaan: Haantje/Sionsweg - aansluiting A4 59,200 54,800 4, Beatrixlaan: aansluiting A4 - Sir Winston Churchilllaan 61,700 55,500 6, Beatrixlaan: Sir Winston Churchilllaan - Generaal Spoorlaan 46,700 42,000 4, Diepenhorstlaan (Plaspoelpolder) 58,200 51,200 7, Haagweg 23,400 20,200 3, Rotterdamsebaan 38,500 37,300 1, Veursestraatweg 23,000 20,600 2, N44 thv Kerkehout 97,500 89,500 8, Veilingroute (N222) 26,600 20,200 6,300 In tabel 6 zijn de intensiteiten voor de Referentie 2030 RC weergegeven. Het RC-scenario kent een kleinere economische/ruimtelijke ontwikkeling dan het GE-scenario. Hierdoor groeit de mobiliteit in het RC-scenario in veel mindere mate dan in het GE-scenario. Op het HWN liggen de etmaalintensiteiten (motorvoertuigen) ongeveer 20% lager dan in het GE-scenario. Voor het vrachtverkeer liggen de etmaalintensiteiten op het HWN zelfs tot ruim 40% lager. Ten opzichte van de huidige situatie neemt de intensiteit van het aantal motorvoertuigen op de corridor van Poorten & Inprikkers Haaglanden (zie Figuur 9) ten opzichte van het basisjaar 2004 toe met ruim 20% in het 2030RC scenario. In absolute zin is dit een toename van motorvoertuigen naar een totaal van ruim motorvoertuigen. Pagina 21 RAPPORTAGE P

24 Tabel 6 Etmaalintensiteiten Referentie 2030 voor het RC-scenario Referentie 2030RC Doorsnede Locatie Motorvoertuigen Personenauto's Vracht 1 A4: Zoeterwoude- Dorp - Leidschendam 147, ,300 17,100 2 A4: Leidschendam - knpt Prins Claus Plein 197, ,200 21,200 3 A4/A13: knpt Prins Claus Plein - knpt Ypenburg 225, ,100 25,100 4 A4: Rijswijk Centrum - Plaspoelpolder 160, ,900 17,900 5 A4: Plaspoelpolder - Rijswijk 143, ,600 16,100 6 A4: Rijswijk - Den Haag Zuid 131, ,300 15,700 7 A4: Den Haag Zuid - Den Hoorn 88,700 76,700 12,100 8 A4: Delft- Zuid - knpt Kethelplein 108,300 94,400 13,900 9 A12: knpt Prins Claus Plein - Voorburg 178, ,900 9, A12: Zoetermeer- Centrum - Nootdorp 147, ,000 10, A13: Rijswijk - Delft- Noord 137, ,400 12, N14: aansluiting A4 - Noordsingel/Prins Bernhardlaan 65,900 61,800 4, N14: Monseigneur van Steelaan - Zijdeweg 40,600 37,800 2, N211: aansluiting A4 - Laan van Wateringseveld 81,200 71,200 10, N211: Laan van Wateringseveld - N222 76,100 66,400 9, N211: N222 - N464 47,300 41,900 5, Beatrixlaan: Haantje/Sionsweg - aansluiting A4 42,800 40,800 2, Beatrixlaan: aansluiting A4 - Sir Winston Churchilllaan 55,700 52,300 3, Beatrixlaan: Sir Winston Churchilllaan - Generaal Spoorlaan 42,100 39,200 2, Diepenhorstlaan (Plaspoelpolder) 38,700 35,900 2, Haagweg 20,300 18,200 2, Rotterdamsebaan 29,200 28, Veursestraatweg 17,700 15,700 2, N44 thv Kerkehout 70,800 66,200 4, Veilingroute (N222) 22,700 17,900 4,800 In onderstaande tabel zijn voor de afzonderlijke wegvakken de indexcijfers van de intensiteitsontwikkeling weergegeven. Tabel 7 Ontwikkeling intensiteiten basisjaar 2004 Referentiesituaties 2030 Referentie 2030GE Referentie 2030RC Doorsnede Locatie Motorvoertuigen Personenauto's Vracht Motorvoertuigen Personenauto's Vracht 1 A4: Zoeterwoude- Dorp - Leidschendam 179, , , , , , A4: Leidschendam - knpt Prins Claus Plein 243, , , , , , A4/A13: knpt Prins Claus Plein - knpt Ypenburg 298, , , , , , A4: Rijswijk Centrum - Plaspoelpolder 205, , , , , , A4: Plaspoelpolder - Rijswijk 175, , , , , , A4: Rijswijk - Den Haag Zuid 160, , , , , , A4: Den Haag Zuid - Den Hoorn 112, , , , , , A4: Delft- Zuid - knpt Kethelplein 129, ,700-22, ,300-94,400-13,900-9 A12: knpt Prins Claus Plein - Voorburg 216, , , , , , A12: Zoetermeer- Centrum - Nootdorp 185, , , , , , A13: Rijswijk - Delft- Noord 174, , , , , , N14: aansluiting A4 - Noordsingel/Prins Bernhardlaan 86, , , , , , N14: Monseigneur van Steelaan - Zijdeweg 59, , , , , , N211: aansluiting A4 - Laan van Wateringseveld 89, , , , , , N211: Laan van Wateringseveld - N222 83, , , , , , N211: N222 - N464 49, , , , , , Beatrixlaan: Haantje/Sionsweg - aansluiting A4 59, , , , , , Beatrixlaan: aansluiting A4 - Sir Winston Churchilllaan 61, , , , , , Beatrixlaan: Sir Winston Churchilllaan - Generaal Spoorlaan 46, , , , , , Diepenhorstlaan (Plaspoelpolder) 58, , , , , , Haagweg 23, , , , , , Rotterdamsebaan 38,600-37,300-1,300-29,100-28, Veursestraatweg 23, , , , , , N44 thv Kerkehout 97, , , , , , Veilingroute (N222) 26, , , , , , I/C-verhoudingen De verhouding tussen wat een wegvak kan verwerken aan verkeer, de capaciteit, en de daadwerkelijk optredende hoeveelheid verkeer, de intensiteit, is een gebruikelijke maatstaf voor de wijze waarop wegennetten functioneren. Aan de hand van het verkeersmodel kan de I/C-verhouding worden berekend. De verhouding geeft de ratio weer tussen de intensiteit op een wegvak en de beschikbare capaciteit. Pagina 22 RAPPORTAGE P

25 De I/C-verhouding wordt aangegeven volgens de onderstaande classificering: I/C < 0,8: ruim voldoende restcapaciteit; I/C > 0,8: druk, voldoende capaciteit, lagere snelheden; I/C > 0,9: kans op congestie en wachttijd door stilstand; I/C = 1,0: wegvak is mogelijk zwaar overbelast met structurele congestie. Opgemerkt wordt dat bij een beschouwing van enkel de I/C waarden inzicht wordt verkregen in wegvakken met een relatief hoge belasting. Op deze wegvakken kan echter nog steeds sprake zijn van een goede verkeersafwikkeling. Bij de interpretatie van de IC figuren is daarom ook gekeken naar andere indicatoren als wachttijd, snelheid en het aantal wachtende voertuigen op knelpunten in het netwerk te lokaliseren. In Figuur 10 en Figuur 11 zijn voor het Referentie 2030 GE scenario de I/C-verhoudingen voor respectievelijk de ochtend- en avondspits weergegeven. De ochtendspits kent op de beschouwde A4 corridor een aantal knelpunten met betrekking tot de doorstroming. De grootste doorstromingsproblemen doen zich voor op de volgende wegvakken: - oostbaan A4, ter hoogte van knooppunt Ypenburg; - oostbaan A4, uitvoeger A4à A12 (ri Zoetermeer); - uitwisselingspunten A4 hoofd/parallelstructuur ten noorden van knooppunt Pr. Clausplein (beide rijrichtingen); - oostbaan A4, afrit aansluiting Plaspoelpolder; - oostbaan A4, oprit aansluiting Rijswijk; en - oostbaan A4, Den Hoorn Den Haag Zuid. Bovengenoemde knelpunten zijn middels blauwe pijltjes visueel weergegeven in Figuur 10. Daarnaast kent het A4 wegennetwerk, gedurende de ochtendspits, nog enkele wegvakken met een hoge voertuigbezetting maar waar voldoende capaciteit beschikbaar is voor een goede verkeersafwikkeling, te weten: - A4 hoofdstructuur tussen knooppunten Ypenburg en Pr. Clausplein (beide rijrichtingen); en - zuidbaan A4, ter hoogte van aansluiting Den Haag zuid. Verkeer op de inprikkers N14 en N211 ondervindt in ochtendspits ook hinder. Het verkeer ondervindt hier congestie op de wegvakken voor de aansluiting met de A4. De N211 kent rondom het kruispunt met de Veilingroute (N222) congestiepunten met kans op congestie. Ook de inprikker Prinses Beatrixlaan (stad in) vormt een knelpunt in het wegennetwerk. Het wegvak vanuit de aansluiting met de A4 is in de ochtendspits zwaar belast waardoor de doorstroming matig is met kans tot stilstand. Wanneer naar het HWN in de omgeving van het projecttracé voor deze studie wordt gekeken, dan is er hier sprake van grote doorstromingsproblemen. Buiten de beschouwde A4 corridor kent het wegennetwerk in de ochtendspits knelpunten op de A4 ten zuiden van aansluiting Den Hoorn (beide rijrichtingen), op de zuidbaan van de A4 na invoeging van de oprit Leidschendam. Verder is de doorstroming op de A12 en de A13 in de ochtendspits ook onvoldoende. Belangrijke knelpunten zijn hierbij: - oostbaan A13, afrit knooppunt Ypenburg- Laan van Delfvliet (richting Rijswijk) - oostbaan A13 Delft - Delft noord - noordbaan A12, Zoetermeer centrum - Nootdorp Deze knelpunten, niet gelegen op de A4 corridor, zijn middels paarse pijltjes visueel weergegeven in Figuur 10. Pagina 23 RAPPORTAGE P