gemeente Eindhoven Verslag voor de raad van de gemeente Eindhoven griffier PvdA X PJ.van Liempd CDA X Y. Torunoglu CDA X mw W.C.F.M.

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Inboeknummer Veralagnummer ts Bladnummer t Aanutezig 4z leden S januari aoto Verslag voor de raad van de gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 17 november 2009, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang 21:00 uur, einde 22:45 uur. Uitnodiging aan R. van Gijzel E.M. Abbou E.F. Azeuini Th. Beenen mw. dr. mr. G.J.M. van den Biggelaar mw. drs. J.G.C.L. Breuers W.J. Burema M.J.A.M. van Bussel E.J.H. Cols mw. C.B.T. v. d. Crommert F J.A.G. Depla BJ.M. Gerard mw. N.G.E.C. Habets mw. J.W.H.M. Heesterbeek- Senders J.B. Helms mw. H.J.M.C. van Herk M.J. Houben E. Isik mw. H.M.E. Jacobs-van Nisselrooij J.Jansen mw. B.G.M.W. van Kaathoven mw M.T. Kamphorst Aan. Uitnodiging aan voorzitter drs. J. Verheugt Eindh. Nu X mw P.J.F.van Kessel-Jansen SP K.T. Kocak LE X mr. P.P.H.A. Leenders PvdA X PJ.van Liempd mw L.H. Lioe-Anjie GL X mw drs. M.C.T.M. List-de Roos PvdA X J.L. van der Meer LE X P.A. Mulder PvdA X R.G.J. Reker SP X A.J.A. Rennenberg PvdA X mw. drs. R.J.A. Richters SP X ir. J. Rozendaal LE X mw. drs. M. Schreurs SP X J.C. Schut N.H. Stoevelaar VVD X mr. M.C.J. Swart CDA X Y. Torunoglu CDA X mw W.C.F.M. Verhees PvdA X J.J.H.M. Sloots VVD X mw M.T.W.G. Vissers dr. ir. J. Vleeshouwers ChristenUnie X C.H.B. Weijs SP X mw drs. A.A. Zwierstra SP X J.F.A. van Zijl Aanw. griffier PvdA CDA CDA PvdA PvdA VVD PvdA OAE LPF OAE X GL X VVD X D66 X VVD X CDA X PvdA PvdA PvdA CDA PvdA Stadspartij CDA VVD GL

2 Wethouders: drs. H-M. Don drs. H.J.A. van Merrienboer mw. drs. M.C.T. Fiers mw. drs. G.M. Mittendorff drs. A.E.J. Brunninkhuis gem.secr. Afwezig met kennisgeving: de heren E.F. Azeuini, R.G.J. Reker en M.C.J. Swart.

3 Overzicht van het behandelde Opening en mededelingen II Vaststellen van de volgorde van de agenda. III Interpellatie over de kandidatuur World Design Capital IV Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 22 september 2009 en 6 oktober Behandeling verschoven van 17 november 2009 naar 1 december 2009 vanwege ziekte burgemeester. Akkoord. V Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad. Partij Onderwerp Beantwoord door: GroenLinks Uitspraken burgemeester Wethouder mw. drs. G.M. over verbouwing PSV-stadion Mittendorff CDA Zon d a g openstelling Wethouder drs. H.J.A. van Merrienboer Vl Onderwerpen waarover geen of nauwelijks discussie wordt verwacht om tot besluitvorming te komen. 1. Voorstel tot het vaststellen van de nota bedrijventerreinen en nota Zie onder voorstel. kleinschalige bedrijfslocaties. Stemming over amendement (Voorstel 09.R ). A1 zijn gestaakt. Daarom zijn amendement A2 en het Het voorstel en de amendementen A1 en A2 worden opnieuw in stemming voorstel niet meer in gebracht in de raadsvergadering van 1 december stemming gebracht. Toezeggingen wethouder drs. H.J.A. van Merrienboer. (Zie bijlage). 2. Voorstel met nadere toelichting inzake het vaststellen van het beleidskader Integrale Veiligheid (Voorstel 09.R ). Akkoord (unaniem). Motie M1 is aangenomen. (Zie onder voorstel). Toezegging wethouder mw.

4 Motie M1: Stemming: Voor: Tegen: Lijst Pim Fortuyn afwezig drs. G.M. Mittendorff. (Zie bijlage). PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks, D66, ChristenUnie en Eindhoven Nu leefbaar eindhoven, OuderenAppel en De Stadspartij Vll Actuele moties. Geen. Vlll Onderwerpen waarover discussie wordt verwacht alvorens tot besluitvorming te komen. Geen. IX Burgerinitiatief. 1. Voorstel Ontvankelijkheidstoets burgerinitiatief tot behoud van Pierre Akkoord (niet ontvankelijk Jacobs kunstenaarswoning het Berkenhuisje. verklaard). (Voorstel 09.R ). (Zie onder voorstel). Toezegging wethouder mw. Voorstel: Lijst Pim Fortuyn afwezig drs. M.C.T. Fiers. Stemming: 42 (Zie bijlage). Voor: 35 PvdA, CDA, SP, VVD, GroenLinks, De Stadspartij en Christen Unie Tegen: leefbaar eidhoven, OuderenAppel, D66 en Eindhoven Nu X Raadsinformatiebrieven ter kennisname. Akkoord. XI Ingekomen stukken. Voorgesteld wordt de stukken onder A voor kennisgeving aan te nemen. A1.Gemeente Groningen te Groningen, brief d.d. 8 oktober Akkoord. Betreft een aangenomen motie van de gemeenteraad van Groningen inzake de re-integratiebudgetten buitengewoon onwenselijk is in het licht van benodigde bestrijding van de gevolgen van de economische crisis. (09ink27043). A2.De heer L. van Bakel namens de Actiegroep "Viaduct Ulenpas Open" te Akkoord. Eindhoven, brief d.d. 26 juli Inzake verkeersbesluit Ulenpas.

5 A3. DAF Trucks N.V. te Eindhoven, brief d.d. 14 oktober Akkoord. Inzake afwijzing aanbesteding brandweervoertuigen. (09ink27793). A4. Partij voor de Dieren te Grave, brief d.d. 16 oktober Inzake hondenwelzijn in Eindhoven. (09ink28233). Akkoord. A5.Wethouder drs. H-M. Don te Eindhoven, brief d.d. 6 oktober Inzake het aanvaarden van een nevenfunctie van voorzitter van de Akkoord. vereniging Koepel Wmo-raden. A6.Wethouder mw. drs. M.C.T. Fiers te Eindhoven, brief d.d. 6 oktober Akkoord. Inzake het aanvaarden van een nevenfunctie van vice voorzitter van de provinciale nationale viering boomfeestdag bij de stg. Nationale Boomfeestdag. A7.De heer F. Hoedemakers te Eindhoven, brief d.d. 22 oktober Akkoord. Inzake de raad verzuimt haar plicht. (09ink28543). A8.De heer F. Hoedemakers te Eindhoven, brief d.d. 20 juli Akkoord. Inzake Wat ze zeggen en wat ze bedoelen. (09ink29889). Voorgesteld wordt de stukken onder B ter afdoening in handen te stellen van het college van burgemeester en wethouders. B1.GGD Brabant-Zuidoost te Helmond, brief d.d. 7 oktober Akkoord. Inzake begrotingswijziging GGD Brabant-Zuidoost. (B& W verzoeken om een raadsvoorstel en raadsbesluit voor te bereiden). B2. Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant te Eindhoven, brief d.d. 16 oktober Akkoord. Inzake voorlopig regionaal risicobeeld Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant. (09ink27875). (B& W verzoeken om een raadsvoorstel en raadsbesluit voor te bereiden). XII Sluiting.

6 Verslagnummer xg

7 Verslag uan het gesprokene Opening en mededelingen Waarnemend voorzitter: Dames en heren, welkom. Bij dezen open ik de vergadering van de gemeenteraad van Eindhoven en ik heet met name de mensen op de tribune van harte welkom en ook de mensen die thuis naar ons zitten te kijken. Ik vraag u om eerst enige momenten van stilte in acht te nemen om het belang van uw raadswerk en in het bijzonder van deze vergadering te overwegen. [Stilte] Dank u wel. Dan ga ik eerst naar de berichten. Ik heb twee berichten van verhindering. De heren Van Gijzel en Reker zijn afwezig wegens ziekte. II Vaststellen van de volgorde van de agenda III Interpellatie over de kandidatuur World Design Capital 2012 Dan gaan wij nu over naar het volgende punt: het vaststellen van de orde van de vergadering. Er is een verzoek om interpellatie ingediend en ik zou graag het woord willen geven aan mevrouw Schreurs, die dat verzoek heeft ingediend. Mevrouw Schreurs. Mevrouw Schreurs: Dank u wel, voorzitter. Mede namens GroenLinks, de VVD, leefbaar eindhoven en het OuderenAppel, heeft D66 een verzoek tot interpellatie rond het World Design Capital-gebeuren ingediend. Helaas is de burgemeester ziek, zoals u nu gemeld heeft. Omdat hij daar op meerdere manieren direct bij betrokken is, onder andere als voorzitter van het college, en daarmee verantwoordelijk is voor de gang van zaken in deze gemeente, stellen wij voor om dit niet vandaag, maar over veertien dagen in de eerstvolgende raadsvergadering aan de orde te stellen. Waarnemend voorzitter: Dat lijkt mij een duidelijk verzoek en ik neem aan dat u daar allen mee kunt instemmen. Dan wordt dit verzoek verschoven naar de eerstvolgende vergadering op 1 december. Dan is mijn vraag of er verder nog iemand iets wil inbrengen over de orde van de vergadering voor het vaststellen van de volgorde van de agenda. Zo niet, dan gaan wij door met de agenda zoals hij aan u is uitgereikt.

8 IV Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 22 september 2009 en 6 oktober 2009 Waarnemend voorzitter: Dan komen wij op het punt van de notulen van de vergadering van 22 september en 6 oktober jl. Daarover zijn geen opmerkingen ontvangen en daarmee zijn ze bij dezen vastgesteld. V Vragenhalfuur Waarnemend voorzitter: Dan komen wij bij het vragenhalfuur. Er zijn twee vragen binnengekomen. De eerste vraag is van GroenLinks maar de vraag is in principe direct aan de burgemeester gesteld. GroenLinks had graag van het college antwoord op de volgende vraag. Of wil misschien mevrouw Breuers die vraag zelf stellen? Nee, mevrouw Richters. Mevrouw Richters: Dank u wel, voorzitter. Wij hadden vragen geagendeerd voor het vragenhalfuur over de uitspraken van de burgemeester over de uitbreiding van het PSV-stadion in de krant van 10 november jl. In principe hadden wij die vragen gericht aan de burgemeester, maar hij is nu ziek. Wij vragen ons af of hij deze uitspraken heeft gedaan als PSV-supporter, als burgemeester van deze stad of namens het college. Mocht het antwoord het laatste zijn, dan zouden wij toch graag onze vragen op dit moment aan het college willen stellen. Waarnemend voorzitter: Kan een lid van het college hier antwoord op geven? Mevrouw Mittendorff: Dank u wel, voorzitter. Misschien heeft mijnheer Van Gijzel wel gesproken als PSV-supporter en in ieder geval ook als lid van het college, want dat is hij natuurlijk 24 uur per dag, 7 dagen in de week. Wat betreft de uitspraken, die kunnen wij zien in het licht van de ambassadeursfunctie die de burgemeester heeft. Als PSV vragen heeft voor uitbreiding of wat dan ook, is die ambassadeursfunctie richting provincie en Rijk altijd aan de orde. Het is belangrijk om aan te geven dat als er uitspraken worden gedaan in een krant, deze natuurlijk in de eerste plaats de verantwoordelijkheid zijn van de krant, maar is het ook zo dat in dit geval de inhoud van het bericht opgevat moet worden dat een burgemeester mee wil met verschillende groepen in de stad. Waarnemend voorzitter: Maar uw antwoord op de vraag is: de burgemeester heeft als lid van het college gesproken? Mevrouw Mittendorff: Nou kijk, ik neem even de tweede, de PSV-supporter, en dan was het als burgemeester.

9 Mevrouw Richters: Dat is hij ook. Mevrouw Mittendorff: Kortom, als hij gesproken heeft als lid van het college, wilt u dat ik daar dan antwoord op geef? Mevrouw Richters: Als dat aan de orde is, en ik meen te ontwaren in uw antwoord dat dit zo is, dan zou ik graag gewoon mijn vragen stellen zoals wij dat van plan waren voor dit vragenhalfuur. Mevrouw Mittendorff: Maar wij kunnen hier niet de burgemeester vervangen. We kunnen alleen doen wat het college normaalgesproken doet; dat is in samenhang met elkaar vertellen welk beleid hier gevoerd wordt. Daarnaast heeft de burgemeester een eigenstandige taak en dat is de ambassadeursfunctie waar ik over sprak. Waarnemend voorzitter: Mijn vraag is dus nu aan mevrouw Richters, wilt u de vragen wel of niet stellen? Mevrouw Richters: Ik denk dat ik het maar gewoon ga doen. Waarnemend voorzitter: Gaat uw gang. De heer Van Bussel: Voorzitter, een vraag van orde. Ik denk dat er maar een persoon kan zeggen in welke hoedanigheid daar gesproken is. Er wordt hier gegist in welke rol dat gezegd is. Waarnemend voorzitter: Mijnheer Van Bussel, mevrouw Richters heeft een vraag aan het college gesteld. Zij is tevreden met het antwoord en op grond daarvan wil zij haar vragen stellen, dus ik geef haar nu de mogelijkheid om dat te doen. Als zij tevreden is met het antwoord, dan is dat voldoende toch? De heer Van Bussel: Ik constateer dat het college in elk geval niet exact aangeeft op de vraag van mevrouw Richters uit hoofde van welke functie er is gesproken. Dat wil ik in ieder geval wel duidelijk hebben. Waarnemend voorzitter: Waarvan akte. Mevrouw Richters: Ik ontwaar in het antwoord van mevrouw Mittendorff dat de burgemeester 24 uur per dag, 7 dagen in de week ook burgemeester is en ook namens het college spreekt, dus ik ga gewoon mijn vragen stellen, met uw welnemen. Waarnemend voorzitter: Ja, gaat uw gang.

10 Mevrouw Richters: Het gaat dus om het citaat in het Eindhovens Dagblad van 10 november over de uitbreiding van het PSV-stadion. De burgemeester heeft daarin aangegeven welwillend tegenover toekomstige investeringen in het complex te staan. Hij geeft daarbij ook aan dat de gemeente haar verantwoordelijkheid wil nemen en samen met het Rijk wil werken aan een goede financiele constructie, die volgens de burgemeester kan bestaan uit directe financiele impulsen, maar ook uit het verstrekken van gunstige hypothecaire voorwaarden. Inmiddels hebben wij van het college een raadsinformatiebrief ontvangen waaruit inderdaad blijkt dat de burgemeester deze uitspraken heeft gedaan, maar dat er alleen nog maar gesprekken gevoerd gaan worden, waarna scenario s ter besluitvorming aan de gemeenteraad zullen worden voorgelegd. Wij zijn blij met deze bevestiging dat de uiteindelijke afweging, zoals dat hoort, bij de gemeenteraad zal komen te liggen. Wij menen echter dat het een verkeerd signaal is als de burgemeester in dit stadium voorbarige uitlatingen gaat doen in de media, terwijl we allemaal weten dat Eindhoven de komende jaren in financieel zwaar weer terecht zal komen en flink zal moeten bezuinigen. Bovendien heeft de gemeenteraad, toen zij hier de laatste keer over heeft gesproken, duidelijk aangegeven dat zij geen topclubs wil subsidieren en ook geen heil ziet in garantstelling voor hypothecaire leningen. Dus, in tegenstelling tot wat sommigen misschien hier in de raad zullen denken, dat wij Haags lopen te hijgen, willen wij heel serieus graag een antwoord hebben op deze vragen: 1. is de burgemeester ÃćâĆňâĂİ in dit geval dus namens het college ÃćâĆňâĂİ het met GroenLinks eens dat het een verkeerd signaal is als de gemeente komende jaren fors moet gaan bezuinigen, er wel zonder meer mogelijkheden zouden zijn voor een forse investering in het PSV-stadion; 2. is de burgemeester het met ons eens dat het netter zou zijn als hij in afwachting van het raadsdebat zich terughoudend zou opstellen en zich niet in het openbaar uitlaat over de mogelijke uitkomsten daarvan, en 3. is de burgemeester het met ons eens dat een goede samenwerking met partners in de stad gebaat is bij een goede, heldere en duidelijke communicatie en dat die samenwerking niet gebaat is bij voorbarige uitspraken, die we misschien wel niet kunnen waarmaken? Dank u wel. Waarnemend voorzitter: Het college. Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, als college zijn we in gesprek met PSV om te kijken wat noodzakelijk is in de toekomst, willen we aan bepaalde activiteiten meedoen. We zijn sowieso in gesprek met PSV op verschillende andere vlakken, ook als het gaat om maatschappelijke betrokkenheid. Dat zijn zaken die onder leiding van de heren Van Merrienboer en Don plaatsvinden, waarbij nadrukkelijk de

11 financiele positie van de gemeente Eindhoven, op dit moment maar ook in het algemeen, in die beschouwing wordt meegenomen. Het kan dus nooit een zaak zijn dat er zondermeer en zonder enig voorbehoud gesproken wordt ÃćâĆňâĂİ als u het citaat goed leest, is dat ook niet gebeurd ÃćâĆňâĂİ dat gezegd wordt dat wij daarin meegaan of dat wij daaraan een bijdrage leveren. Zoals ik zo-even al heb aangegeven, heeft de burgemeester ook een functie om ambassadeur in de stad te zijn. Dat betekent dat er op onderdelen soms meegegaan wordt naar andere partners om het belang van het een of ander te onderstrepen. In die zin heeft de burgemeester een bijzondere functie en in dat kader kunnen deze uitspraken worden gezien. De samenwerking van de stad en de samenwerking met PSV is (naast dat het een gegeven is dat door B&W moet worden bekeken) eveneens iets wat met de raad besproken wordt ÃćâĆňâĂİ en dat is nadrukkelijk met u gecommuniceerd in de raadsinformatiebrief. Stel dat wij toegroeien naar een situatie waarover hier gesproken wordt, dan betekent dat een forse investering en dat kan niet zonder een raadsbesluit. Dus mocht dat ooit aan de orde komen, dan zal het zeker niet zo zijn dat alleen een burgemeester of alleen een college van BKW daarover een besluit kan nemen. Dan zal het altijd een raadsbesluit zijn. Voorzitter, volgens mij heb ik daarmee de drie vragen beantwoord zoals ik dat vanuit het college zou kunnen doen. Waarnemend voorzitter: Mevrouw Richters, zijn uw vragen daarmee beantwoord? Mevrouw Richters: Het bevreemdt ons wel dat dat soort raadsinformatiebrieven altijd komen nadat er bepaalde uitspraken zijn gedaan. Ik constateer dat u inhoudelijk inderdaad mijn vragen hebt beantwoord, qua feitelijkheden, maar u hebt eigenlijk niet echt antwoord gegeven op de vraag of u het ook niet ongewenst vindt dat er allerlei beelden in deze stad bestaan over de rol van de gemeente in dezen, die wij wellicht niet waar kunnen maken. Deze uitspraak heeft natuurlijk ook gevolgen voor bewoners van Philipsdorp die wellicht waanbeelden krijgen over toegenomen parkeerdruk in de wijk en dergelijke. Zulke uitspraken brengen wel wat bij mensen teweeg. Wij vinden dat wij daar voorzichtig mee moeten zijn en dat de burgemeester dat ook in zijn communicatie mee zou moeten nemen. Waarnemend voorzitter: Zijn er nog andere mensen in de raad die aanvullende vragen hebben? Nee? Kan de wethouder nog antwoord geven op de vraag van mevrouw Richters, die net gesteld is? Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, ik heb dat meer als opmerking van mevrouw Richters gezien en niet als een vraag. Waarnemend voorzitter: Dan constateer ik dat hiermee de vraag van GroenLinks beantwoord is en dan gaan wij naar de volgende vraag van het CDA.

12 De heer Van Bussel: Voorzitter, ik had wel begrepen dat de vraag eigenlijk was: deelt u die mening? Of heb ik dat gemist? Waarnemend voorzitter: Ja, maar de wethouder heeft hem niet als vraag opgevat. Dan houdt het op. Mevrouw Richters: Nou ja, wij hebben hem wel als vraag bedoeld ÃćâĆňâĂİ misschien even ter aanvulling. Waarnemend voorzitter: We kunnen het alsnog aan de wethouder vragen: deelt u die mening van mevrouw Richters? Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, wij hechten er als gemeente en als college ÃćâĆňâĂİ en als raad waarschijnlijk ook ÃćâĆňâĂİ aan dat er een positief beeld van de gemeente naar buiten komt. Dat hebben wij niet altijd zelf in de hand, maar het zal in ieder geval zo zijn dat wij met elkaar als college in ieder geval trachten het positieve beeld te allen tijde neer te zetten, met respect voor al onze bewoners en voor de instellingen in onze stad. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Richters: Ter afsluiting wellicht, voorzitter, als ik dan het positieve beeld mag opvatten als een waarheidsgetrouw beeld, dan kan ik daarmee leven. Mevrouw Mittendorff: Voorzitter, ik hoop dat wij af en toe de zaken, naar buiten toe in ieder geval, kunnen voorstellen als iets wat buitengewoon positief is, zonder de waarheid echt geweld aan te doen. In dit geval wil ik dat niet associeren met wat hier gebeurd is, maar in zijn algemeenheid probeer je ook altijd een beetje reclame voor je stad te maken. In zijn algemeenheid mag ik dat misschien toch op deze misschien wat luchtige manier opvatten. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Dan gaan we over naar mijnheer Houben voor de vraag namens het CDA. De heer Houben: Dank u wel, voorzitter. Normaalgesproken is het CDA enthousiast over ondernemers en kunnen wij uit Eindhoven ook bijna allemaal enthousiaste verhalen vertellen. Echter, er is nu iets ernstigs aan de hand. Waar het over gaat? Over de supermarkten. Op grond van de winkeltijdenwet hebben wij tien supermarkten aangewezen die sinds 1 oktober wel op zondag open mogen. Dat betekent dat er ook tien supermarkten op zondag niet open mogen. Er ontstaat, ondanks dat we er destijds in september met zijn allen bij waren, een ernstig onbedoeld neveneffect. Het effect is dat de supermarkten die niet open mogen

13 dermate te lijden hebben van het succes van de supermarkten die wel open mogen, dat de supermarkten die niet open mogen zo n enorm omzetverlies lijden dat enkele van hen inmiddels dreigen failliet te gaan. Failliet gaan betekent ook het verlies van enkele honderden arbeidsplaatsen en Eindhovense ondernemers die door een stukje overheidsregulering hun investering gaan verliezen. Voorzitter, gezien de actualiteit, de ernst en het spoedeisende karakter van deze vragen, het volgende: 1. bent u bekend met de ernst van de situatie bij deze Eindhovense ondernemers; 2. bent u het met ons eens dat Eindhovense ondernemers niet failliet mogen gaan door overheidsbemoeienis; en de belangrijkste vraag: 3. heeft u een oplossing voorhanden voor deze complexe situatie of bent u tenminste bereid om alles in het werk te stellen om aan deze ongewenste en onbedoelde situatie met de grootst mogelijke spoed een einde te maken? Tot zover. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Wethouder Van Merrienboer. De heer Van Merrienboer: Ja, voorzitter, dank u wel. Als er een dossier is waar je je als wethouder bij kan opwinden, dan is dat bij dit dossier, mijnheer Houben, want wij wisten in september precies dat dit ging gebeuren. Desondanks zitten we nu in een situatie waarin we, met name door de context die door de nationale overheid en de gerechtelijke uitspraak geschapen is, eigenlijk met de handen op de rug staan. U hebt indertijd kennis kunnen nemen van het feit dat wij als college heel aarzelend waren over de ruime toepassing van de wet op dit punt. Wij hebben moeten concluderen dat wij geen mogelijkheid hadden, anders dan die wet toe te passen. Overigens hebben wij als Eindhoven er bewust voor gekozen om die ontheffingsmogelijkheid wel tot een jaar te beperken, ervan uitgaande dat wij met reparatiewetgeving in de vorm van een verordening zouden komen. Dat is vanuit ons misschien wel het belangrijkste spoor om te kijken of je iets aan deze onbillijkheid, want dat vind ik het, zou kunnen doen. Het lastige is dat je het risico loopt dat je op zich wel gelijke concurrentievoorwaarden tussen supermarkten in Eindhoven kunt herstellen, maar dat er vervolgens een concurrentienadeel van Eindhoven ten opzichte van de omgeving kan ontstaan. Hier zit gewoon een lokale overheid die als gevolg van de context die door het nationale parlement en de rechterlijke uitspraak geschapen is, niets anders kan doen dan een wet uitvoeren die echt onbillijk is. Wij moeten met elkaar, volgens mij, snel een discussie voeren over of wij onze verordening zo willen aanpassen dat de concurrentievoorwaarden voor Eindhovense supermarkten weer gelijk worden. Maar ik kan dat alleen maar doen ten nadele van de concurrentiepositie van de supermarkten als de randgemeenten hun supermarkten wel gewoon openlaten, dus ik vind dat we echt naar Den Haag moeten met dit verhaal. Zij moeten het voor ons oplossen. Het

14 enige wat ik kan doen, is met redelijkheid handhaven. In het geval dat u aanhaalt, gaat het om een supermarkt die ervoor gekozen heeft om een tweetal keren wel open te zijn, terwijl hij geen vergunning had. Dan moet ik de wet gaan handhaven. Het enige wat ik daar kan doen, is dat ik dat met redelijkheid en met billijkheid doe, maar ik kan op dit moment als lokale overheid niet anders dan constateren dat we met een situatie zitten waarvoor ik niet het gereedschap heb om het heel snel op te lossen. Ik kan alleen maar proberen om het leed voor die ondernemers die zich nu benadeeld voelen te verzachten. Voor de rest denk ik dat we zij aan zij moeten staan in de lobby in de richting van het nationaal parlement omdat zij daar echt moeten zorgen voor herstelwetgeving die zorgt dat de onbillijkheid die nu aan de orde is in Eindhoven, niet langer dan noodzakelijk in stand blijft. Wat ik kan doen, kort samengevat, is u een verordening voorleggen. Ik denk dat dat een complexe discussie wordt, want dan weten we dat we wel recht kunnen doen aan gelijkheid binnen Eindhoven, maar dan hebben we problemen met Nuenen, met Veldhoven, met Geldrop, waar het allemaal open is. Aan de andere kant ervoor zorgend dat ik in de handhaving niet bovenproportioneel de ondernemer nog meer benadeel. Dat is een cryptische omschrijving, maar dan mag u van mij aannemen dat ik met redelijkheid zal handhaven omdat ik het helemaal met u eens ben dat het niet zo kan zijn dat een goed functionerend bedrijf zich door deze situatie op de rand van een faillissement gezet voelt. Waarnemend voorzitter: Mijnheer Houben. Is dit voldoende antwoord op uw vraag? De heer Houben: Ik had natuurlijk veel liever gehad dat de wethouder zou zeggen dat hij, in tegenstelling tot heel veel andere colleges in Nederland en ook onze eigen fractie, we/ met een oplossing zou zijn gekomen, want het probleem is inderdaad dermate complex dat er geen eenvoudige oplossing voorhanden is. Aan de andere kant hoor ik ook van het college dat zij de ernst van de situatie kennen en samen met het CDA onderschrijven dat het niet zo mag zijn dat er ondernemers failliet gaan vanwege landelijke wetgeving die in de ogen van het college en het CDA onbillijk is. Ten slotte wil ik nog even duidelijk met het college afspreken: als ik het goed heb begrepen gaat u op korte termijn uw uiterste best doen om te kijken of er ergens nog mogelijkheden zijn om die handhaving in alle redelijkheid en billijkheid te doen. Tegelijkertijd, en dat is dan de laatste toezegging die ik uit uw antwoord heb gehoord, gaat u met uw partij net zo hard naar Den Haag lobbyen als wij binnen onze partij al aan het doen zijn? Als ik het zo goed heb begrepen, dan is het voor mij voldoende. Waarnemend voorzitter: Zijn er nog overige raadsleden die aanvullende vragen hebben? Ja, mijnheer Helms. De heer Helms: De wethouder geeft aan dat hij geen oplossing heeft om het te herstellen zonder daarbij de Eindhovense supermarkten weer te benadelen, maar

15 een andere oplossing zou zijn om in navolging van uw Amsterdamse PvdA-collega het toeristische regime in te zetten en alle winkels open te gooien. De heer Van Merrienboer: Die discussie hebben wij eerder gevoerd, mijnheer Helms. Waarnemend voorzitter: Pardon, mijnheer de wethouder, eerst even alle aanvullende vragen, dan mag u in een keer antwoorden. Mijnheer Jansen. De heer Jansen: Ja, voorzitter, ik hoor u eigenlijk niet over het gegeven dat de opening van de supermarkten op zondag gekoppeld is aan de avondwinkels. Daar is dan wel een handhavingsgrond waardoor je weer evenwicht kunt brengen. Ik wil graag even horen of dat zo is. Ik aarzel nu even, maar volgens mij is dat ook een gegeven. Mijn vraag aan de wethouder is dus of zondagsopening van de supermarkt betekent dat hij door de week een avondwinkel is. Dat maakt het toch anders. Waarnemend voorzitter: We zullen die vraag even doorgeven. Zijn er nog meer aangevende vragen? Nee, dan mag de wethouder nu losbarsten. 0, mevrouw Schreurs, sorry. Mevrouw Schreurs: Even alleen de opmerking dat ik het appel van mijnheer Helms van harte steun, want ook daar kun je de discussie over heropenen. Waarnemend voorzitter: Ja. Dank u. De wethouder. De heer Van Merrienboer: Ik twijfelde even met welk antwoord ik moest beginnen, maar dan begin ik toch maar met dat toeristische regime. Ik vind dat bijna een misleidende opmerking, de suggestie dat de gemeente Eindhoven ruimte zou hebben om een toeristisch regime in te roepen om hier, zeg maar, volledige vrijheid van openstelling te geven. Dat flagrant in strijd met de wettelijke bepaling en ik vind niet dat u van een college mag vragen om dat te doen. Die discussie hebben wij ook gevoerd toen deze discussie op tafel lag en ik vind het echt niet gepast dat u de suggestie wekt dat hier een oplossingsrichting zou liggen want hij ligt er niet. Ten tweede, de vraag van mijnheer Jansen. Daar zijn we door de rechter ook al gecorrigeerd, want natuurlijk lag daar voor mij aanvankelijk het idee als u zo graag avondopenstelling wilt, dan bent u ook maar een avondwinkel. Ook dat is inmiddels door de rechter gecorrigeerd. Die mogelijkheid hebben wij niet, dus dat betekent dat een supermarkt die ervoor kiest om op zondag van tot uur open te zijn, de hele week als gewone supermarkt mag fungeren. Ook daar heeft de rechter door zijn uitspraak ons de mogelijkheid ontnomen om via die kant nog te corrigeren. Overigens kan ik dus alleen maar aansluiten bij de conclusies die ook mijnheer Houben trekt, als het gaat om wat ons te doen staat: kijken naar wat wij

16 naar redelijkheid en billijkheid kunnen doen, maar vooral alle pijlen richten op actie in het nationaal parlement om die wetgeving aan te passen. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. De heer Helms: Voorzitter, heel kort nog? Waarnemend voorzitter: Mijnheer Helms. De heer Helms: Ik zeg ook niet dat het de beste oplossing zou zijn, want inderdaad, loop je dan tegen de landelijke wetgeving aan (wordt het getolereerd of niet), maar het zou wel een tijdelijke oplossing zijn en om de ongelijkheid weg te halen. Als u dan een signaal naar Den Haag wilt geven, dan denk ik dat het een heel duidelijk signaal zou zijn. De heer Van Merrienboer: Ik wacht een initiatiefvoorstel van u af, mijnheer Helms. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, dat mag u echt verwachten, want het is een beetje raar om in redelijkheid en billijkheid, zoals mijnheer Houben formuleert, zaken failliet te laten gaan. Dan kun je best wel een beetje op de rand gaan lopen van wat er mag. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Uw vragen zijn hiermee beantwoord, mijnheer Houben? Voor zover mogelijk? De heer Houben: Net als het college, had ik het ook liever anders gezien. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Dan sluiten wij punt V af. Vl Onderwerpen waarover geen of nauwelijks discussie wordt verwacht om tot besluitvorming te komen VII.1 Voorstel tot het vaststellen van de nota bedrijventerreinen en de nota kleinschalige bedrijfslocaties Waarnemend voorzitter: Dan komen we bij punt VI.1. De fractie van de Socialistische Partij heeft het woord gevraagd voor amendementen en moties, en ook de ChristenUnie, die ook een motie wil indienen. Ik geef daartoe eerst mevrouw Heesterbeek het woord. Omdat het een niet-discussie onderwerp is, wil met u afspreken om, na indiening en toelichting van de moties en amendementen, eerst het college om een reactie te vragen en daarna te kijken of er nog eventuele korte reacties zijn.

17 Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel, voorzitter. Het is geen discussieonderwerp dus ik ga slechts onze amendementen en de motie heel kort toelichten. Amendement A.01 over optimale duurzaamheid en het cradle-to-cradle-principe waar mogelijk toe te passen, bij zowel nieuwe als te herstructureren terreinen. Wij denken dat dit amendement wat toevoegt, omdat hiermee beter dan in het voorliggende besluit, dat ook niet slecht was ÃćâĆňâĂİ wat goed is ÃćâĆňâĂİ verwoord wordt wat wij willen op het gebied van duurzaam handelen. Gewoon als extra punt. Onderaan bij punt 1 is dat in onze beleving een verbetering. Ons tweede amendement is puur voor de duidelijkheid. Ik heb het er dikgedrukt tussen gezet. Die nota kleinschalige bedrijfslocaties staat bij punt 2. Wij denken dat alles wat bij punt 1 staat over de nota bij bedrijventerreinen voor het allergrootste deel ook van toepassing is op de kleinschalige bedrijvenlocaties. Het is dus gewoon voor de duidelijkheid, omdat wij denken dat het misschien wel zo wordt bedoeld, maar er in ieder geval niet staat. Deze twee amendementen dienen wij samen met GroenLinks in. Dan hebben we een motie, geinspireerd door wat er in het stuk staat over de commissie Noordanus. Dat was een Taskforce met als opdracht het bekijken van de herstructurering van de bedrijventerreinen. Wij denken dat het een heel belangwekkend rapport is dat in onze stukken wel genoemd wordt, maar onvoldoende concreet is gemaakt. Het rapport spreekt over zuinig ruimtegebruik en over een verevening tussen oud en nieuw. Vooral dat vinden wij heel interessant. Je zou ÃćâĆňâĂİ en dat staat letterlijk in de tekst ÃćâĆňâĂİ herstructurering deels kunnen financieren via een koppeling met de aanleg van nieuwe terreinen, maar je zou daarin vooral regionaal moeten optrekken. Om het college daartoe een zetje in de rug te geven, dienen wij die motie in. Dank u wel. Waarnemend voorzitter: Ik dank u vriendelijk. De stukken zijn zojuist ingediend en maken deel uit van de beraadslagingen. Mijnheer Jansen. De heer Jansen: Voorzitter, dank u wel. Heel kort: wij waren het eens met de nota bedrijventerreinen en hebben vertrouwen in de verdere uitwerking. In die nota wordt terecht het bedrijventerrein Esp geroemd als een goed bedrijventerrein. We zijn daar het eerste met de bus heengereden. Alles wat daarna kwam viel tegen maar dankzij de wethouder was de rest ook nog leuk. Toch hebben wij een punt, waar met name Esp toch mee kampt, in deze motie vastgelegd. We gebruiken dit moment om daar toch een wat hardere toezegging van de wethouder op te krijgen over de verdere en veiligere ontsluiting van het bedrijventerrein Esp. Het gaat eigenlijk vooral om de calamiteiten. Je hebt bij calamiteiten gewoon twee toegangen nodig. Als er een blokkeert bij een calamiteit, dan moet je een tweede

18 hebben. Wat ik niet heb genoemd, maar wat minstens zo belangrijk is, is de verkeersveiligheid rondom de rotonde, die nu regelmatig tot problemen leidt. Dit zou best tot een ernstig ongeluk kunnen leiden in de nabije toekomst. Ik heb hier vooral op de veiligheid voor de calamiteitenoefeningen gewezen. Ik zou graag deze motie indienen om daar een hardere toezegging te krijgen van de wethouder om dit op korte termijn te regelen. Ik hoop dat hij dat in zijn eigen periode doet en kan. Waarnemend voorzitter: Ik dank u wel, mijnheer Jansen. Deze motie is ook ingediend en is daarmee onderdeel van onze beraadslagingen. Het verzoek is aan de wethouder om kort commentaar te geven op de moties en amendementen die zijn ingediend. Dan zullen wij daarna zo snel mogelijk overgaan tot stemming. De heer Van Merrienboer: Ja, voorzitter, dank u wel. Ik kan kort zijn omdat de amendementen waren aangekondigd in een (volgens mij) goede commissievergadering. Over amendement A.01 kan het college positief zijn. Dat vinden wij een waardevolle toevoeging en er is dus geen bezwaar om deze elementen op te nemen in voorstel 1. Hetzelfde geldt voor amendement A.02. Ik denk dat het buitengewoon consistent is om zowel voor de grotere bedrijventerreinen als voor de kleinschalige locaties de uitgangspunten gelijkvormend vast te stellen. We weten natuurlijk dat bij de uitwerking het voor de kleine bedrijvenlocaties soms wat ingewikkelder zou kunnen zijn ÃćâĆňâĂİ juist omdat er al sprake is van heel intensief ruimtegebruik ÃćâĆňâĂİ maar als uitgangspunten vind ik het positief, dus ook daarover wil het college positief adviseren. Uw motie vraagt een wat uitgebreidere toelichting, maar laat ik het zo kort mogelijk samenvatten door te zeggen dat wij ook hierover positief zijn, meer omdat het verhaal van de commissie Noordanus al wat nadrukkelijker op de regionale tafel ligt. Ik maak een kleine opmerking en dat is de suggestie onder punt 4, waarin u spreekt over de mogelijkheden van regionale regelgeving. Dat zal niet meer meevallen als het om het SRE gaat, dus als er sprake is van regelgeving moet u echt denken aan de nationale wetgeving. Ik ben overigens wel voor de suggestie van het bestuderen van het Regionaal Ontwikkelingsbedrijf. Dat vind ik interessant. De vraag is dan wel wat het schaalniveau van de regio is; de 21 steden of het stedelijk gebied, dat interessante aanknopingspunten heeft omdat we daar de BOR-opgaven hebben. Ik wil over de motie positief zijn maar ik kan op voorhand al zeggen dat de SRE niet tot regelgeving zal komen en dan is het nog maar de vraag of regelgeving hier het instrument moet zijn, maar naar de intentie ben ik over punt 4 positief. Dan de motie over de ontsluiting van Esp. Mijnheer Jansen, u brengt mij een klein beetje in verwarring. Als je praat over de huidige bedrijvenlocaties, hebben we heel bewust gekozen voor een ontsluiting omdat we wisten dat in het kader van Esp Noord, de bedrijvenlocatie die we ook nog gaan ontwikkelen en waarvoor de planvorming inmiddels is gestart, de tweede ontsluiting voorwerp van studie is. Op

19 dit moment zien wij bij een normale afwikkeling van het verkeer geen probleem waardoor zo snel mogelijk die tweede ontsluiting zou moeten komen. Wat dat betreft zou ik zeggen: wacht u de planvorming rond Esp Noord af. Ik ben wel bereid ÃćâĆňâĂİ want u legde in de toelichting erg de nadruk op calamiteiten ÃćâĆňâĂİ om navraag te doen bij de hulpdiensten (politie, brandweer en GGD) over de bereikbaarheid van de bedrijvenlocaties op het moment dat de hulpverlening daar moet kunnen komen; om los van de tweede ontsluiting als onderdeel van Esp Noord tot een calamiteitenoplossing te komen. Dan trek ik ze wel even uit elkaar, als u het goedvindt. Calamiteitenoplossing hanteer je alleen maar voor de hulpdiensten en niet voor de normale verkeersafwikkeling. Voor de normale verkeersafwikkeling wil ik toch echt kijken naar de planvorming voor Esp Noord en die is inmiddels gestart. Wat dat betreft kunnen we daar zeker beweging in maken. Ik maak er nog een kleine kanttekening bij: als u het al zou lostrekken van de planvorming Esp Noord, dan heb ik ook een probleem met de financiele prioritering, want we hebben los van de planontwikkeling Noord geen centen gereserveerd om de ontsluiting te financieren. Dus ik adviseer negatief als het gaat om een tweede ontsluiting voor het gewone verkeer. Ik ben wel bereid om nog eens de hulpdiensten om advies te vragen over de noodzaak van een calamiteitenontsluiting voor noodsituaties. De heer Jansen: Voorzitter, mag ik daar nog even iets over vragen, om duidelijk te hebben wat daarachter steekt. Dat is dat u alvast voor Esp Noord het stukje ontsluiting realiseert wat dan inderdaad de calamiteitenontsluiting is. Dus u plaatst dan werk, wat toch moet komen, iets naar voren en daarmee denk ik dat we de veiligheid dienen. Dat is de praktische insteek. Om nu weer apart iets te gaan doen, is niet de intentie van deze motie. De heer Van Merrienboer: Nee, maar ik wil naar de calamiteitenoplossing kijken als de hulpdiensten mij daarom vragen. Voor het overige zeg ik: ik ga nu niet los van de planvorming al een ontsluiting aanleggen want dan moeten we toch echt even de planvorming bestuderen en daar hoort ook een normale besluitvormingsprocedure bij. Wat natuurlijk ook geldt, is dat ik voor de financiering van die ontsluiting afhankelijk ben van de planexploitatie die wij aan Esp Noord kunnen koppelen. Ik heb op dit moment gewoon geen geld om die ontsluiting los van de ontwikkeling en exploitatie van die bedrijvenlocatie in te vullen. Als ik het echt vergelijk met andere bedrijvenlocaties, is er in een normale van-dag-tot-dag-situatie geen sprake van een zodanig verkeersprobleem dat we met dit type maatregelen zouden moeten komen. Die tweede ontsluiting komt er, maar die komt er, volgens mij, als onderdeel van de realisatie van Esp Noord. Waarnemend voorzitter: Ik dank u wel. Mijnheer Jansen, is uw vraag daarmee beantwoord en is het duidelijk?

20 De heer Jansen: Wat ik natuurlijk wil horen is wanneer u verwacht dat hij er komt, want volgens mij is het een jaar geleden ook al eens aan de orde geweest. Hebt u dan een reeel beeld? Is dat vier maanden? Die planvorming loopt nu. Dan vind ik dat u mij op zijn minst daar toch iets van moet zeggen, want ook binnen dat plan zou u dit stukje kunnen voortrekken. De heer Van Merrienboer: De uitvoering van die tweede ontsluiting zal niet binnen vier maanden plaatsvinden, want we zullen eerst de planvorming moeten afronden. Daar horen natuurlijk ook gewoon normale procedures bij. Wat ik wel wil doenãćâćňâăi maar die informatie heb ik hier niet ÃćâĆňâĂİ is dat ik u een planning aanreik van de verdere uitwerking van Esp Noord. Dan kunt u zelf zien op wat voor moment die realisatie in een normale procedure rond Esp Noord op zijn vroegst aan de orde kan zijn. Waarnemend voorzitter: Ik dank u vriendelijk. Kort commentaar vanuit de raad op deze moties en amendementen? Mijnheer Van Bussel. De heer Van Bussel: Ik denk dat het goed is dat u de indieners als laatste nog even het woord geeft, dan kunnen ze dat meteen meenemen. Ik heb uitdrukkelijk het woord gevraagd voor uur voor onze spelregels hierover. Ik zal inderdaad alleen op die moties en amendementen ingaan. Ondanks positivisme van de wethouder voor amendement A.01 van de Socialistische Partij over het cradle-to-cradle-principe, denken wij dat het, waar dat nuttig is economisch interessant is, wel wordt gevolgd, maar het kan ook heel strijdig zijn met de sectorale opzet van de bedrijven. We hebben technologiecampussen; we hebben foodcampussen, automotive. Op zich willen wij al dat soort bedrijven daar bij elkaar hebben zitten. Dat heeft ook voordelen. Het kan zeker strijdig zijn en ik zie ook wel de nadelen. Heeft de sector zelf ÃćâĆňâĂİ het bestuur van de bedrijventerreinen ÃćâĆňâĂİ zich uitgesproken? Wat is hun mening? Wij vinden dat je dit niet eenzijdig als raad moet gaan roepen voordat dit goed gecommuniceerd is. Wij willen dit, ondanks dat de wethouder zegt dat hij het wel ziet zitten, eerst bekijken. Verder willen wij ook de regelgeving minimaliseren. Daar moeten wij echt een slag in gaan maken. Amendement A.02 is tekstueel en betreft alleen duidelijkheid; daar kunnen wij niet tegen zijn. Motie M.02 over de commissie Noordanus. Wij denken eigenlijk dat men dit ÃćâĆňâĂİ ook gezien het antwoord van de wethouder ÃćâĆňâĂİ al in gang zet. Men is al met herstructurering bezig, oud voor nieuw. Ik proef uit het antwoord enigszins dat het

21 overbodig is. Laten we het toch maar afwijzen in het kader van het verminderen van regelgeving. Over de motie inzake veilige ontsluiting Esp heeft de wethouder negatief geadviseerd. Op zich goed, maar mijn vraag aan de indiener van de motie is of dit is gecommuniceerd aan het bestuur van de ondernemersvereniging. Wat vonden zij van dit voorstel? Met het oog op calamiteiten zoals overlast en vandalisme kan het wel nuttig zijn om maar een uitgang te hebben; er zijn meerdere aspecten. Wat vindt de politie? Kortom, is dit voldoende of is dit zomaar een balletje dat wordt opgegooid? Heeft dit nadrukkelijk handen en voeten gekregen? Ik wil waken voor te snelle besluitvorming door de raad. Waarnemend voorzitter: Dank u wel, mijnheer Van Bussel. Er zijn nog meer mensen die het woord willen. Mijnheer Houben, kort graag. De heer Houben: Zoals u dat van ons gewend bent. Ik heb een korte reactie op de moties en amendementen. Het CDA stemt niet mee met amendement A.01 van de Socialistische Partij. Het CDA is ook wel voorstander van duurzaamheid en cradleto-cradle-principes waar mogelijk, maar in dit geval dienen bedrijventerreinen voornamelijk een economisch belang. Optimale duurzaamheid zou te beperkend zijn voor ondernemers, het zit al in het voorstel en wij willen juist minder regelgeving en niet meer. Dat maakt amendement A.02 overbodig, want niet alle uitgangspunten zijn van toepassing. Vanwege A.01, die wij niet ondersteunen, hoeft A.02 ook niet. De motie over bedrijventerreinen van mijnheer of mevrouw Noordanus betreft een beleidskader en is als zodanig ook al betrokken bij ons CDA-standpunt. Wij hebben onvoldoende inzicht in de aanbevelende achtergrond, en ook met de uitleg van de wethouder zien wij geen extra reden om hier voor te stemmen. Ten slotte de motie van de ChristenUnie: ook daarmee zullen wij niet instemmen, gezien het antwoord van de wethouder: er is geen geld en de uitleg van de wethouder voor deze motie is dus niet vooruitgeschoven en al gepland werk, maar is ander werk met calamiteiteningang. Daar zijn wij niet voor. Wij zijn wel voor het raadsvoorstel zelf. Waarnemend voorzitter: Dank u wel, mijnheer Houben. Mevrouw Heesterbeek, wilde u nog ingaan om de reactie van de wethouder? Mevrouw Heesterbeek: Ja, heel graag, als dat mag. Ik houd het kort. Waarnemend voorzitter: Heel kort.

22 Mevrouw Heesterbeek: Met dank voor de instemming met de amendementen A.01 en A.02. Wat de motie betreft: ik snap de beperkingen van het SRE die de wethouder aangeeft wat regelgeving betreft. Ik interpreteer zijn antwoord als de intentie om zoveel mogelijk zijn best te doen om deze motie in het SRE uit te dragen. Daarom houden wij de motie aan. Waarnemend voorzitter: U wilt niet overwegen om punt 4 aan te passen op grond van wat de wethouder gezegd heeft? Mevrouw Heesterbeek: Nee, omdat ik het gevoel heb dat de wethouder begrijpt wat wij bedoelen en dat de intentie duidelijk is. Waarnemend voorzitter: Oke, ik wilde dat maar even duidelijk hebben. Mijnheer Jansen, wilt u uw motie in stemming houden? Intrekken, aanhouden, u mag het zeggen. De heer Jansen: Voorzitter, ik wil er dit van zeggen: ik zal de wethouder houden aan zijn woord om het na te vragen, vooral over die planning. Het gaat mij vooral om snelheid en niet om extra kosten. Mijn hoop was dat als Esp-Noord toch komt om dit snel op te pakken ÃćâĆňâĂİ ik bemerkte bij hem enige aarzeling ÃćâĆňâĂİ we zijn het in der aard wel eens dat het daar moet komen. Ik zal de raad dus verder niet in de spagaat brengen en ik zal hem aanhouden. Waarnemend voorzitter: U houdt uw motie aan. Dan heb ik nog een kort technisch verzoek. Er is een opmerking gemaakt over een mogelijke strijdigheid in de tekst. Ik wil even schorsen en ik vraag mevrouw Heesterbeek en mijnheer Helms om even hier te komen. Ik schors de vergadering nu voor tien minuten. Nee, vijf minuten is genoeg. (Schorsi ng, vij f mi nuten] ÃćâĆňâĂİ Einde deel I Waarnemend voorzitter: Dames en heren, ik wil verder gaan. Ik heropen de vergadering. Ik zal u verslag doen van hetgeen uit de beraadslaging is gekomen. Er is kort gesproken over de inhoud van amendement A.02 omdat daar enige verwarring over ontstond. Die is nu enigszins aangepast en ik ga u het aangepaste voorstel voorlezen. Ik zal u ook toelichten waarom dat is. Er werd eerst voorgesteld om de nota Kleinschalige Bedrijvenlocaties bovenaan toe te voegen, maar dat zou dan suggereren dat ook de uitgangspunten van Brainport en dergelijke daaronder zouden vallen. Het is nu als volgt geworden: "... stelt voor, het besluit behorende bij voorstel 1 als volgt te wijzigen: met betrekking tot de nota Kleinschalige Bedrijvenlocaties de uitgangspunten onder 6

23 en 7 van de nota I3edrijventerreinen, en de zinsnede uit amendement A.01 aan de uitgangspunten toe te voegen." Dat wil zeggen dat alleen de laatste twee punten die boven bij de eerste nota staan ook worden overgenomen bij de tweede nota, alsmede de zinsnede die in amendement A.01 is toegevoegd aan het eerste gedeelte. Ik hoop dat dit voor iedereen duidelijk is. De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter, ik kan het niet helemaal volgen, maar... Waarnemend voorzitter: Als u de tekst... De heer Vleeshouwers: Ik hoef het niet nog een keer te horen, maar ik neem aan dat dit in lijn is met wat er in de commissie ook geconstateerd werd, en dan ben ik het ermee eens. Waarnemend voorzitter: Ja. Ik kan het voor mevrouw Heesterbeek zeggen, maar zij mag het ook zelf zeggen. Dit was dacht ik wat u bedoelde? Mevrouw Heesterbeek: Toen ik dit amendement uitlegde, heb ik gezegd: voor zover de punten bij A.01 van toepassing waren. Maar goed, dat ligt niet vast en we moeten het heel formeel doen. Nu hebben we de van toepassing zijnde punten eruit gelicht, met dank aan mijnheer Helms. Waarnemend voorzitter: Dan kunnen we... nee, mevrouw Heesterbeek nog. Mevrouw Heesterbeek: Sorry, voorzitter. We hebben de schorsing ook gebruikt om samen met onze fractie en met mede-indiener GroenLinks nog even naar onze motie, motie M.02 te kijken, en wij gaan een beetje twijfelen. Kijk, de wethouder zegt dat de intentie heel aardig is, maar dat die regelgeving helemaal niet kan. Wij gaan het nu anders opvatten; de wethouder heeft in onze ogen zijn sympathie en zijn medewerking uitgesproken en dat is voor ons de reden om een motie die wellicht niet helemaal correct geformuleerd is, maar helemaal in te trekken. Waarnemend voorzitter: Dan is bij dezen motie M.02 ingetrokken en maakt deze geen deel meer uit van de beraadslaging, alsmede ook motie M.03 die door de ChristenUnie was ingediend, maakt geen deel meer uit van de beraadslagingen op dit moment. We gaan over tot stemming. Eerst de amendementen, daarna over het stuk en ten slotte over de motie. Ik neem aan dat mijnheer Houben nog een stemverklaring wil afleggen. De heer Houben: Integendeel, ik heb een verduidelijkende vraag. Voor alle zekerheid: het raadsvoorstel is niet aangepast, alleen amendement A.01.

24 Waarnemend voorzitter: Nee, amendement A.02 is aangepast. A.01 is niet aangepast. Het raadsvoorstel is ook niet aangepast, maar een amendement is nu juist een voorstel om het raadsvoorstel wel aan te passen, dus als u daarmee instemt, past u het wel aan. De heer Houben: Dat laatste heb ik de afgelopen drie en een half jaar wel geleerd. Waarnemend voorzitter: Dan ben ik blij dat het is blijven hangen, mijnheer Houben. Mijnheer Schut? De heer Schut: Voorzitter, ik neem aan dat wij ook nog wel een stemverklaring mogen geven. Waarnemend voorzitter: Ja, dat wilde ik net gaan zeggen. Eerst heb ik even de procedure, de volgorde uitgelegd en daarna had ik willen vragen of er raadsleden zijn die een stemverklaring willen afleggen. U mag dat nu doen. De heer Schut: Het is heel simpel. Mijnheer Houben heeft een paar minuten geleden een mooi verhaal gegeven waarbij wij ons bijna naadloos kunnen aansluiten. Wij vinden amendement A.01 totaal overbodig. Amendement A.02 is nu zo mooi geworden! Wij waren er al tegen en dat zijn we nu helemaal, want het is absoluut niet duidelijker geworden en de uitgangspunten worden door elkaar gehaald. Antwoord: nee. En verder was, dacht ik, de rest weggehaald. De moties. Waarnemend voorzitter: De twee moties zijn van tafel, ja. De heer Schut: Dan zijn wij tegen A.01 en A.02. Waarnemend voorzitter: Zijn er nog anderen die een stemverklaring hebben? Mevrouw Breuers. Mevrouw Breuers: Een tegengeluid! Ik wil iedereen van harte uitnodigen om de amendementen, die zojuist gewijzigd zijn en nog beter geworden zijn, te ondersteunen. Dat is een. Ik wil een opmerking maken tegen mijnheer Houben. Ik hoop niet dat uw opmerking staat voor het hele CDA. Als bedrijventerreinen slechts een economisch nut hebben en dat de stad bovenaan staat, dan heeft u nog veel te leren. Dank u wel. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Schreurs. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, volgens mij is het overnemen van de amendementen A.01 en A.02 de manier om bedrijventerreinen te laten overleven.