Jaarverslag Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarverslag 2006. Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie"

Transcriptie

1 Jaarverslag 2006 Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

2 Jaarverslag 1 januari 2006 tot en met 31 december 2006

3

4 Jaarverslag 2006 Inhoud Voorwoord 5 De regeling 6 Meerjarenoverzicht kerngegevens 7 Samenstelling en ondersteuning van het bestuur 8 Bestuursverslag 11 Goed Pensioenfonds Bestuur 13 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 14 Ontwikkelingen op pensioengebied 15 Beleggingen 17 Risicobeheer 21 Omvang van het fonds 22 Vooruitblik Jaarrekening 25 Balans per 31 december Rekening van baten en lasten over Grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling 29 Toelichting op de balans per 31 december Toelichting op de rekening van baten en lasten over Kasstroomoverzicht 38 Overige zaken 39 Gebeurtenissen na balansdatum 39 Verklaring van de actuaris 40 Verklaring van de accountant 42 Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

5

6 Jaarverslag 2006 Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2006 van de Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie. In dit verslag komt de inhoud van de regelingen anno 2006 en de samenstelling van het bestuur aan de orde. Ook zijn de belangrijkste bestuursbesluiten, die in het jaar 2006 zijn genomen, kort samengevat. Verder zijn de wettelijke ontwikkelingen, die van belang zijn voor pensioenfondsen, voor u op een rijtje gezet. Tevens wordt u geïnformeerd over de financiële positie, de baten en lasten en het beleggingsbeleid van het fonds. Het bestuur wil hierbij dank uitspreken aan iedereen die zich, in welke functie dan ook, in 2006 heeft ingezet voor het pensioenfonds. 24 mei 2007 Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie De heer P.G.J. de Bruyn, voorzitter De heer E.J. Jansen, vice-voorzitter Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

7 6 De regeling Doel De regeling heeft ten doel werknemers in staat te stellen een vroegpensioen op te bouwen om vanaf het bereiken van de 62 jarige leeftijd met pensioen te kunnen gaan. Pensioenregeling Het betreft een gemaximeerde opbouwregeling. Dit betekent dat de hoogte van het uiteindelijke pensioen afhangt van het aantal jaren dat de deelnemer in de bedrijfstak heeft gewerkt en het bruto salaris dat de deelnemer gemiddeld heeft verdiend. Op basis van deze regeling is het mogelijk om in 37 jaar een vroegpensioen op te bouwen van maximaal 75% van het gemiddelde bruto salaris. Ieder jaar wordt 2,027% van het gemiddelde bruto salaris opgebouwd aan vroegpensioen. De deelnemer kan de vroegpensioenuitkering op 62 jaar laten ingaan. Er kan echter ook gekozen worden voor een eerdere (vanaf 60 jaar) of latere (uiterlijk tot 64 jaar en 11 maanden) ingang. Eerder dan met 62 jaar met vroegpensioen gaan heeft tot gevolg dat de uitkering lager is, later dan met 62 jaar dat de uitkering hoger is. Bovendien is de mogelijkheid opgenomen om op verschillende leeftijden met deeltijd-vroegpensioen te gaan. Voor werknemers die op 1 juli 2001 ouder dan 25 jaar waren en daardoor geen volledig vroegpensioen kunnen opbouwen, is een overgangsregeling getroffen. Deze regeling heeft een tijdelijk en voorwaardelijk karakter en zorgt voor een aanvulling van het vroegpensioen met 2,027% per dienstjaar. Als dienstjaren tellen de jaren tussen de 25-jarige leeftijd en 1 juli Het kapitaal dat de deelnemer op basis van de oude vroegpensioenregeling heeft gespaard, behoudt de deelnemer. Het spaarsaldo wordt ieder jaar verhoogd met een bepaald percentage dat door het bestuur wordt vastgesteld. Wijziging regeling Het kabinet heeft maatregelen genomen die stoppen met werken vóór 65 jaar financieel onaantrekkelijk maken. De premies voor vut en vroegpensioen zijn met ingang van dit jaar niet langer aftrekbaar. De wet maakt echter een uitzondering voor werknemers die op 1 januari jaar of ouder zijn. Voor deze werknemers mogen de regelingen, zoals die golden per 31 december 2005 doorlopen, zodat eerder stoppen met werken mogelijk blijft. De pensioenregelingen zijn daarom per 1 januari 2006 aan de nieuwe fiscale kaders aangepast. In grote lijnen ziet de regeling er als volgt uit: Werknemers geboren vóór 1 januari 1950 (Regeling 1991) Voor deze werknemers verandert er niets. De bestaande regelingen van ouderdomspensioen, vroegpensioen en overgangsregeling blijven gehandhaafd. Werknemers geboren op of na 1 januari 1950 (Regeling 2006) Voor deze werknemers is geen sprake meer van fiscaal voordeel bij regelingen van vroegpensioen en vut. Dit geldt ook voor de werknemers die op of na 1 januari 2006 in dienst komen. Voor deze groep werknemers verandert er het volgende: De vroegpensioenregeling en de overgangsregeling vervallen per 1 januari Vanaf 1 januari 2006 geldt een verbeterde ouderdomspensioenregeling. Voor de werknemers die geboren zijn op of na 1 januari 1950 en op 1 juli 2001 in dienst waren, is een overgangsregeling getroffen.

8 Jaarverslag 2006 Meerjarenoverzicht kerngegevens Aantallen Werkgevers Deelnemers Gewezen deelnemers Gepensioneerden Financiële gegevens (bedragen x 1.000, ) Voorziening pensioenverplichtingen Spaarfonds voor niet ingegane tijdelijke pensioenen Algemene reserve Weerstandsreserve Premies Pensioenuitkeringen Belegd vermogen (actuele waarde) Opbrengst uit vermogen (110) Resultaat boekjaar Performance 6,1% 11,60% 7,82% 11,15% (3,4%) Pensioengegevens Premiepercentage werkgeversdeel 0,4 1,0 1,0 1,0 1,0 Premiepercentage werknemersdeel 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 Toeslag per januari boekjaar 1,25% 0% 2,0% 3,5% 3,0% Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

9 Samenstelling en ondersteuning van het bestuur Bestuur Samenstelling per 31 december 2006 Leden werkgevers: Plaatsvervangende leden werkgevers: De heer drs. P.G.J. de Bruyn, vice-voorzitter 1) vacant De heer L.H.H. Engels, plv. vice-voorzitter 1) vacant De heer P.M. Lemmen 1) vacant Vacant 1) vacant Leden werknemers: Plaatsvervangende leden werknemers: Mevrouw J.W.M. Wiegers, voorzitter 2) vacant De heer J.P.M. Janssen 2) vacant De heer R.W. Vlietman plv. voorzitter3 ) De heer M.H. Hietkamp De heer E.J. Jansen 4) De heer M.J.A. Jacobs Bestuurswisselingen Gedurende het verslagjaar hebben een aantal bestuurswisselingen plaatsgevonden. Mevrouw L.F.A.M Jansen is opgevolgd door de heer R.W. Vlietman. Mevrouw I. van Oostveen-Roepers is als plaatsvervangend lid opgevolgd door de heer Hietkamp. Het bestuur wenst mevrouw Jansen en mevrouw Van Oostveen-Roepers te danken voor hun inzet en bijdrage. Organisaties die het fonds in stand houden: Het bestuur van het fonds wordt gevormd door vertegenwoordigers van de volgende werkgevers en werknemersorganisaties: 1) Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten, Florijnweg 6, 6883 JP Velp (Gld.), tel: ; 2) FNV Bondgenoten, Varrolaan 100, 3506 GE Utrecht, tel: ; 3 CNV BedrijvenBond, Tiberdreef 4, 3561GG Utrecht tel: ; 4) De Unie, vakbond voor Industrie en Dienstverlening, Multatulilaan 12, 4103 NM Culemborg, tel:

10 Jaarverslag 2006 Raad van Afgevaardigden Stichting PVF Nederland In de Raad van Afgevaardigden van Stichting PVF Nederland werd het fonds in 2006 vertegenwoordigd door: werkgeversvertegenwoordiger: de heer J.H. Klinkenberg werknemersvertegenwoordiger: mevrouw L.F.A.M. Jansen Vertegenwoordiging Achmea Vastgoed Het bestuur werd gedurende het verslagjaar in de fondsen van Achmea Vastgoed vertegenwoordigd door: werkgeversvertegenwoordiger: de heer J.H. Klinkenberg werknemersvertegenwoordiger: mevrouw L.F.A.M. Jansen Samenstelling beleggingscommissie De beleggingscommissie adviseert het bestuur over het te voeren beleggingsbeleid en beoordeelt de performance van de vermogensbeheerders. Daarnaast houdt de beleggingscommissie toezicht op de wijze waarop de vermogensbeheerders hun bevoegdheid tot het nemen van de tactische beleggingsbeslissingen uitoefenen. Samenstelling per 31 december 2006: Leden werkgevers De heer P.G.J. de Bruyn De heer P.M. Lemmen Leden werknemers Mevrouw J.W.M. Wiegers De heer E.J. Jansen Ondersteuning Het bestuur laat zich bijstaan door externe adviseurs op actuarieel, juridisch en fiscaal gebied en vermogensbeheer. Het bestuur blijft te allen tijde eindverantwoordelijk voor alle activiteiten van het fonds en houdt dan ook toezicht op zijn adviseurs. Het vermogen wordt beheerd door F&C Investments en Achmea Vastgoed. De jaarrekening wordt gecontroleerd door de accountant KPMG en voorzien van een actuariële verklaring door de waarmerkend actuaris van Watson Wyatt B.V. De juridische en fiscale advisering is uitbesteed aan PVF Achmea. Administrateur PVF Achmea Molenwerf 2-8, 1014 AG Amsterdam Adviseur De heer J.H. Klinkenberg HK Consultancy Bernhardlaan 11, 6988 AS Laag Keppel Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

11 10 Adviserend Actuaris De heer drs. H.J.W. van Gemert Watson Wyatt B.V. Beemdstraat 1, 5653 MA Eindhoven Waarmerkend Actuaris De heer A.J.M. Jansen Watson Wyatt B.V. K.P. van der Mandelelaan 110, 3062 MB Rotterdam Beleggingsadviseur De heer J. Molenaar Watson Wyatt B.V. Beemdstraat 1, 5653 MA Eindhoven Vermogensbeheerders F&C Investments Jachthavenweg 109k, 1081KJ Amsterdam Achmea Vastgoed Gatwickstraat 1, 1043 GK Amsterdam Accountant De heer M.J. Vredenduin KPMG Accountants NV Burg. Rijnderslaan 10-20, 1185 MC Amstelveen Compliance-officer De heer R. Rozekrans KPMG Accountants NV Burg. Rijnderslaan 10-20, 1185 MC Amstelveen

12 Jaarverslag Bestuursverslag In 2006 kwam het bestuur vijfmaal bijeen, namelijk op 23 maart, 23 mei, 3 juli, 11 september en 16 november. In het verslagjaar is veel aandacht geweest voor alle consequenties van de invoering van de nieuwe regelingen. Zo zijn nieuwe reglementen tot stand gekomen en is er veel gecommuniceerd richting deelnemers, gepensioneerden en werkgevers. Bovendien heeft het bestuur veel aandacht besteed aan de verdere professionalisering van de beleggingen. Daarnaast is de voorbereiding op Goed Pensioenfonds Beheer (Pension Fund Governance) en de invoering van het Financieel Toetsingskader een belangrijk onderwerp geweest. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste besluiten. Personele unie De bedrijfstak baksteenindustrie kent drie regelingen: een ouderdomspensioenregeling, een vroegpensioenregeling en een aanvullingsregeling op het vroegpensioen. Deze regelingen zijn ondergebracht bij drie verschillende stichtingen, respectievelijk de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie, de Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie en de Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie (VUBA). De vraagstukken in deze fondsen zijn zo overlappend dat er nu hetzelfde bestuur is voor de drie afzonderlijke fondsen. Gevolg van de Wet VPL Als gevolg van nieuwe wetgeving zijn de regelingen voor ouderdomspensioen en vroegpensioen met ingang van 1 januari 2006 ingrijpend gewijzigd. Verdere opbouw van vroegpensioen voor de deelnemers die geboren zijn op of na 1 januari 1950 is door de gewijzigde fiscale wetgeving niet meer mogelijk. Het bestuur van het Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie heeft besloten om alle vroegpensioenaanspraken van deelnemers geboren op of na 1 januari 1950 over te dragen naar het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie. De vroegpensioenrechten worden dan omgezet in tijdelijk ouderdomspensioen. Dit is een premievrij recht zonder nabestaandenpensioen. Deze vroegpensioenaanspraken zijn -in combinatie met de verbeterde ouderdomspensioenregeling- bedoeld om eerder met pensioen te kunnen gaan dan 65 jaar. Het besluit om de vroegpensioenaanspraken over te dragen naar het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie geldt tevens voor de aanspraken van gewezen deelnemers in het Vroegpensioenfonds. Voor de overdracht is uiteraard instemming vereist van de deelnemers. De procedure hiervoor is in gang gezet en zal in het komende verslagjaar worden geëffectueerd. Toeslagbeleid Elk jaar bekijkt het bestuur van het fonds of de hoogte van de pensioenaanspraken en de hoogte van de pensioenuitkering kan worden aangepast aan het hogere kostenniveau van levensonderhoud. Voorheen werd dit indexatie genoemd. Voortaan zal de term toeslag worden gebruikt. Zoals in het verleden ook het geval was, bestaat er geen recht op toeslag. De toeslag is voorwaardelijk en het is ook voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre toeslag zal worden toegekend. Dit is afhankelijk van de financiële situatie van het fonds. Vanaf 1 januari 2006 voert het bestuur een aangepast voorwaardelijk toeslagbeleid voor groepen werknemers te weten: voor werknemers die in de baksteenindustrie werkzaam zijn, worden de pensioenaanspraken aangepast aan de CAO-loonsverhogingen in de bedrijfstak; Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

13 12 voor werknemers die niet meer in de baksteenindustrie werkzaam zijn en gepensioneerden worden de pensioenaanspraken en de ingegane pensioenen aangepast aan de stijging van het consumentenprijsindexcijfer zoals vastgesteld door het CBS tot een maximum van de CAO-loonsverhogingen in de bedrijfstak. Gezien de financiële positie van het fonds heeft het bestuur besloten om de pensioenaanspraken van de werknemers die in de baksteenindustrie werkzaam zijn per 1 januari 2007 met 1,5% te verhogen. De pensioenaanspraken van werknemers die niet meer in de baksteenindustrie werkzaam zijn en de ingegane pensioenen worden per 1 januari 2007 met 1,43% verhoogd. Communicatie Het bedrijfstakpensioenfonds heeft op dit moment een adequaat communicatiebeleid. Er is een werkgroep communicatie die zorg draagt voor de uitvoering van het beleid. Het bestuur heeft een algemene communicatiedoelstelling geformuleerd en luidt: het geven van volledige, nauwkeurige, transparante en tijdige informatie over de pensioenregeling(en) in het algemeen en over de pensioenaanspraken en pensioenuitkeringen in het bijzonder, zowel kwantitatief als kwalitatief, aan de doelgroepen die participeren in de pensioenfondsen. Zowel werkgevers, actieve deelnemers, inactieve deelnemers en gepensioneerden vallen onder deze doelstelling. Op basis van dit beleid is het fonds gedurende het verslagjaar overgegaan tot de ontwikkeling van een website. Via wordt actieve werknemers, gepensioneerden en werkgevers inzicht gegeven in de pensioenregelingen. Op de website staan naast uitgebreide informatie over de inhoud van de regelingen onder andere de kerncijfers, reglementen, statuten en een verklarende woordenlijst. Daarnaast ontvangen alle actieve deelnemers meerdere malen per jaar Pensioennieuws thuis. Via Pensioennieuws wordt men schriftelijk op de hoogte gehouden van recente bestuursbesluiten en algemene ontwikkelingen op pensioengebied. De werkgroep communicatie is tevens bezig met het ontwikkelen van brochures. Uniform pensioenoverzicht (UPO) De koepels van pensioenfondsen en verzekeraars (Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen, de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen en het Verbond van Verzekeraars) hebben een uniform pensioenoverzicht ontwikkeld om ervoor te zorgen dat pensioenoverzichten gemakkelijk vergelijkbaar zijn. Het gestandaardiseerde overzicht geeft de deelnemer jaarlijks inzicht in de huidige en toekomstige pensioensituatie van zichzelf en zijn eventuele nabestaanden. Wie pensioenregelingen heeft bij verschillende pensioenfondsen of verzekeraars kan door middel van het UPO de bedragen uit verschillende overzichten bij elkaar optellen. De verplichting om het UPO te gebruiken geldt pas vanaf 1 januari 2008, maar het bestuur heeft besloten om het Uniforme Pensioenoverzicht in te voeren per 1 januari 2007.

14 Jaarverslag Goed Pensioenfonds Bestuur (Pension Fund Governance) Op 16 december 2005 heeft de STAR (Stichting Van De Arbeid) de Principes voor goed pensioenfondsbestuur gepubliceerd. Zoals in een eerder hoofdstuk is aangegeven zijn de Principes per 1 januari 2007 verankerd in de Pensioenwet. Daardoor rust op het fonds de wettelijke verplichting de Principes na te leven. De Principes hebben tot doel de kwaliteit, de zorgvuldigheid en de openheid van pensioenuitvoerders in Nederland op een hoger plan te brengen. Het gaat om zorgvuldig bestuur, intern toezicht, verantwoording, deskundigheid, openheid en communicatie. Uitgangspunt is dat een pensioenfondsbestuur helder voor ogen moet hebben waarvoor het verantwoordelijk is, hoe die verantwoordelijkheid wordt gedragen, hoe het interne toezicht is geregeld en hoe en aan wie verantwoording wordt afgelegd. Doel van de STAR was dat de principes uiterlijk 1 januari 2008 door alle pensioenuitvoerders geïmplementeerd zouden moeten zijn. De wettelijke verplichting om aan de Principes te voldoen is al ingevoerd per 1 januari Daarbij is echter toegezegd dat pensioenfondsen nog gedurende de loop van 2007 de ruimte krijgen om de Principes te implementeren. De STAR omschrijft 32 principes voor pensioenfondsen. Deze zijn ingedeeld in drie hoofdstukken: Algemeen, Verantwoording en Intern toezicht. De algemene principes borduren voort op gebieden waar pensioenfondsen de afgelopen jaren al grote stappen hebben gezet. Deze gebieden zijn bijvoorbeeld de deskundigheid van het bestuur, transparantie en openheid. Wat betreft de verantwoording aan de belanghebbenden bij het fonds geven de principes aan dat elk pensioenfonds een verantwoordingsorgaan in het leven moet roepen. De principes omschrijven de taken en bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan en geven aan hoe het bestuur van het fonds verantwoording moet afleggen. Het bestuur hecht veel waarde aan openheid en transparantie en probeert dit onder andere door het communicatiebeleid te bewerkstelligen. Via de website en Pensioennieuws worden de deelnemers op de hoogte gehouden van het gevoerde beleid. In 2007 zal het bestuur verder invulling geven aan de principes. Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

15 14 Maatschappelijk verantwoord ondernemen Pensioenen Op grond van Richtlijn 400 Jaarverslag besteedt het fonds, net als andere ondernemingen, aandacht aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Doel daarvan is het informeren van belanghebbenden en het verantwoording afleggen over maatschappelijke verantwoordelijkheden. Dat betreft met name algemene, sociale en economische aspecten van het fonds. De rapportage over deze aspecten is op diverse plaatsen terug te vinden in het jaarverslag. De algemene aspecten betreffen de belangrijkste problemen en uitdagingen, de invloed hiervan op het beleid en de strategie en de rol van belanghebbenden hierbij. Deze algemene aspecten zijn opgenomen in de hoofdstukken bestuursverslag en ontwikkelingen op pensioengebied. Beleggingen Vanaf 1 januari 2005 wordt het fonds als belegger, geacht zich als actieve aandeelhouder op te stellen en hierover te rapporteren. In het rapport van de commissie Tabaksblat worden de volgende bepalingen voor het fonds als blijk van goed gedrag opgegeven: Institutionele beleggers publiceren jaarlijks in ieder geval op hun website hun beleid ten aanzien van het uitoefenen van het stemrecht op aandelen die zij in beursgenoteerde ondernemingen houden of, Institutionele beleggers doen jaarlijks op hun website en/of in hun jaarverslag verslag van de uitvoering van hun beleid ten aanzien van het uitoefenen van het stemrecht in het betreffende boekjaar of, Institutionele beleggers brengen tenminste éénmaal per kwartaal op hun website verslag uit of en hoe zij als aandeelhouders hebben gestemd op de algemene vergaderingen van aandeelhouders. Het fonds heeft gekozen voor de dienstverlening van F&C op dit gebied. Onderdeel van deze aanpak is een speciaal, actief programma gericht op de ondernemingen waarin wordt belegd. Deze ondernemingen worden systematisch benaderd over maatschappelijk verantwoord ondernemen, maatschappelijke, ethische en milieurisico s. Uitgangspunt hierbij is dat voor het welslagen van een onderneming maatschappelijke en ethische risico s, alsmede risico s op milieugebied, op de juiste manier worden beheerst. Als onderdeel van de dienstverlening zijn rapportageafspraken gemaakt met de vermogensbeheerder, aan de hand waarvan het fonds zich kan verantwoorden en kan voldoen aan de bepalingen van de commissie Tabaksblat.

16 Jaarverslag Ontwikkelingen op pensioengebied Een nieuwe Pensioenwet In het verslagjaar is de nieuwe Pensioenwet tot stand gekomen. Het van december 2005 daterende wetsvoorstel is in de loop van het jaar behandeld door Eerste en Tweede Kamer en de wet is per 1 januari 2007 in werking getreden. De Pensioenwet heeft op onderdelen ingrijpende gevolgen voor pensioenregelingen en daarom is door middel van overgangsrecht bepaald dat veel artikelen pas een jaar later van kracht worden. Uitgangspunt bij het ontwerpen van de Pensioenwet was een technische herziening en modernisering van de Pensioen- en spaarfondsenwet. In dat kader is de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de betrokken partijen verduidelijkt en is er een geheel nieuw financieel toetsingskader voor pensioenfondsen tot stand gekomen. Al in een vroeg stadium zijn aandachtsgebieden benoemd waar behoefte was aan de vaststelling van nieuw beleid. Speciale aandacht is besteed aan transparantie van de pensioenen door voorschriften over voorlichting. Nieuwe aspecten in de Pensioenwet die in het oorspronkelijke wetsvoorstel al waren opgenomen zijn bijvoorbeeld: Het toezicht op naleving van de Pensioenwet is toebedeeld aan twee toezichthouders. Dat zijn de Autoriteit Financiële Markten (AFM) voor het gedragstoezicht en De Nederlandse Bank (DNB) voor het prudentieel toezicht en het materieel toezicht. Directeur grootaandeelhouders vallen niet onder de Pensioenwet. Pensioenuitvoerders krijgen een extra mogelijkheid kleine pensioenen af te kopen vanaf twee jaar na beëindiging deelname. Afkoop van kleine pensioenen op de pensioendatum blijft ook mogelijk. Bijzonder partnerpensioen moet voortaan ook worden toegekend aan ongehuwde en niet-geregistreerde ex-partners in geval de partners ná 1 januari 2007 uit elkaar zijn gegaan. Per 1 januari 2007 veranderen de gevolgen van het niet betaald blijven van pensioenpremie, pensioenfondsen mogen de geen premie/geen pensioen -bepaling niet meer toepassen. De bestaande afspraken inzake taakafbakening zijn in de Pensioenwet opgenomen. Wat betreft de mogelijkheid tot vrijwillige aansluiting van werkgever bij een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds gelden er nieuwe voorwaarden. In de uiteindelijke Pensioenwet zijn er daarnaast nog vrij veel beleidswijzigingen doorgevoerd die pas in een later stadium, gedurende de parlementaire behandeling, aan de orde kwamen. Dat betreft onder meer: De toetredingsleeftijd tot een pensioenregeling mag niet hoger worden gesteld dan 21 jaar. Een pensioenuitvoerder moet vanaf 1 januari 2008 aan elke deelnemer bij beëindiging van zijn deelname en bij pensionering de mogelijkheid bieden om een deel van zijn opgebouwde ouderdomspensioen in te ruilen voor nabestaandenpensioen. De pensioenregeling moet een verplichte continuering van de dekking van partnerpensioen inhouden bij onbetaald verlof en in geval van werkloosheid na beëindiging van deelname. Pensioenuitvoerders worden verplicht te gaan werken met een indexatielabel, een uniform pensioenoverzicht (UPO) en een pensioenregister. In een pensioenregeling mag wat betreft het ouderdomspensioen nog maar een maximale wachttijd of drempelperiode worden gebruikt van twee maanden. Voor nabestaandenpensioen en invaliditeitspensioen mag zelfs in het geheel geen wachttijd meer worden gehanteerd. Uitdrukkelijk is in de wet vastgelegd dat het recht op een pensioenuitkering niet meer kan verjaren zolang de gerechtigde nog in leven is. Op verzoek van sociale partners en ouderorganisaties is het tweede medezeggenschapsconvenant verwerkt in de Pensioenwet. Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

17 16 Procedures voor aanvragen verplichtstelling aangepast Minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft wijzigingen aangebracht in de procedures voor de aanvraag van de verplichtstelling van een bedrijfstakpensioenfonds. Daartoe is Toetsingskader Wet Bpf 2000 en de Regeling betreffende aanvragen Wet Bpf 2000 aangepast. De wijzigingen zijn ook van toepassing op verzoeken om wijziging van de verplichtstelling. In de nieuwe regels is duidelijker opgenomen hoe de verzoekende partijen moeten aantonen dat zij representatief zijn voor de betreffende bedrijfstak. Daarbij wordt aangesloten bij de regels die al gelden voor het algemeen verbindend verklaren van een CAO. Inhoudelijk is verder de belangrijkste wijziging dat er termijnen worden gesteld aan de behandeling van een verzoek. De minister moet binnen een termijn van 26 weken een beslissing nemen. Wel kan die termijn nog worden verlengd als er aan een persoon of instantie informatie of advies wordt gevraagd. De verzoekende partijen moeten bij een verzoek om nadere informatie reageren binnen zes weken, op straffe van het stoppen van de procedure. De wijzigingen zijn doorgevoerd per 1 augustus Voor verzoeken die vóór deze datum zijn ingediend blijft nog een jaar lang de oude regelgeving van kracht. Voor het fonds is de wijziging van het toetsingskader van belang als het nodig mag blijken de verplichtstelling van het fonds aan te passen. Zorgverzekeringswet: op de pensioenen ingehouden premies Per 1 januari 2006 is de nieuwe Zorgverzekeringswet (Zvw) in werking getreden. Dat heeft gevolgen gehad voor de pensioenuitkeringen van het fonds omdat daar de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw op moet worden ingehouden. Gevolgen voor de netto-uitkeringen traden met name op bij de uitkeringen waarop tot dan toe geen ziekenfondspremie werd ingehouden. Dat betreft ouderdomspensioen voor particulier verzekerden, en nabestaandenpensioen, ANW-hiaat en WAO-hiaat voor zowel particulier- als ziekenfondsverzekerden. Bijkomend probleem is dat bij samenloop van pensioenen voor beoordeling van de maximaal in te houden premie elke pensioenuitvoerder afzonderlijk het maximum moet hanteren. Voor gepensioneerden die uitkeringen ontvangen van meerdere pensioenregelingen bestaat daardoor de kans dat teveel inkomensafhankelijke bijdrage wordt ingehouden. In eerste instantie zou de Belastingdienst het teveel aan ingehouden premie pas in 2007 terugstorten bij de verwerking van de aangiften inkomstenbelasting De Tweede Kamer vond dat echter niet acceptabel en pas na herhaaldelijk aandringen heeft minister Hoogervorst van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de Tweede Kamer toegezegd dat hij zijn best zal doen ervoor te zorgen dat gepensioneerden hun teveel betaalde zorgpremie eerder terugkrijgen.

18 Jaarverslag Beleggingen Algemeen Terugblik op 2006 Wereldwijd liet de economie over 2006 een hoge groei zien. In de VS was er in de eerste helft van het jaar sprake van een hoge inflatie, gevolgd door een dalende economische groei in het tweede halfjaar. Buiten de VS bleef de economische groei sterk, terwijl de inflatie beperkt bleef. In de eerste helft van het jaar stegen de aandelenkoersen nog niet, vanwege het negatieve effect van de stijgende lange rente. Dit veranderde in de tweede helft van het jaar. Beleggers vreesden aanvankelijk dat centrale banken de rente te lang zouden blijven verhogen bij een aanhoudende hoge economische groei. Hierdoor bestond het risico dat de economie door een te hoge rente in een recessie zou belanden. Toen de economische groei begon te vertragen kon de Amerikaanse centrale bank (FED) de rente ongewijzigd laten en nam de vrees voor een recessie af. Hierdoor stegen de aandelenkoersen in de tweede helft van het jaar flink. De aandacht van beleggers verschoof in de Verenigde Staten het afgelopen jaar van inflatie naar economische groei. Hierdoor stegen de lange rentes gedurende de eerste zes maanden van 2006, terwijl ze in het tweede halfjaar daalden. In december stegen de lange rentes weer flink, nadat de angst van beleggers voor een economische recessie in de VS afnam door de publicatie van beter dan verwachte macro-economische cijfers. Ook stegen de lange rentes doordat de hoop op snelle rentewijzigingen door de FED verdween. Beleggers rekenden er aanvankelijk wel op dat de FED de rente zou verlagen om een recessie te voorkomen, maar de FED bracht de rente omhoog tot 5,25 %. Ook elders in de wereld verhoogden de centrale banken de rente verder. De Europese Centrale Bank (ECB) deed dit in verschillende stappen tot 3,5 procent. Ook in Japan, China en het Verenigd Koninkrijk gingen de korte rentes omhoog. Gedurende 2006 werd de Amerikaanse dollar minder waard ten opzichte van de euro. Ten opzichte van de Japanse yen werd de Amerikaanse dollar juist meer waard. De olieprijs werd gedurende het afgelopen jaar beïnvloed door de ontwikkeling van de Amerikaanse economie. In de eerste helft van 2006 leidde dit tot een grote vraag naar olie en een hogere olieprijs. Gedurende het tweede halfjaar daalde de olieprijs, mede omdat de markt een daling van de vraag verwachtte is gezien de hoge omzetten een goed jaar geweest voor verstrekkers van zakelijke hypotheken. De vraag naar commercieel vastgoed in Nederland blijft aanhouden en de beleggers op de onroerend goed markt voeren een strijd om de best renderende en kwalitatief betere objecten. De te behalen marges op zakelijke hypotheken staan wel onder druk door de aanzienlijke concurrentie tussen de hypotheekverstrekkers. De concurrentie op de particuliere hypothekenmarkt was in 2006 wederom erg hoog. Deze markt laat zich kenmerken door een hoge prijselasticiteit wat een neerwaartse druk had op de marges. Beleggingsbeleid In het verslagjaar is de strategische beleggingsportefeuille van het fonds niet aangepast. De strategische weging voor zakelijke waarden (bestaande uit aandelen en indirect onroerend goed) in de op lange termijn wenselijk geachte optimale portefeuille is door het Bestuur vastgesteld op 33% en de strategische weging voor vastrentende waarden (bestaande uit obligaties, liquide middelen en hypotheken) op 67%. Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

19 18 Binnen de liquide portefeuille werden de normgewichten gehandhaafd op 34% voor aandelen, 3% voor indirect onroerend goed en 63% in vastrentende waarden. Het normgewicht van de illiquide beleggingscategorie Hypotheken werd verlaagd naar 8% van de totale portefeuille. De feitelijke portefeuille wijkt gedurende het jaar op basis van risico- en rendementsverwachtingen op korte termijn en door marktbewegingen binnen marges af van deze vastgestelde normportefeuille. Het valutarisico wordt al enkele jaren structureel afgedekt en wel voor 50% bij zakelijke waarden en voor 100% bij vastrentende waarden. Beleggingen in het verslagjaar In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de samenstelling van de beleggingsportefeuille op basis van de weging per assetcategorie in de portefeuille per ultimo 2006 en De werkelijke wegingen in afgeronde percentages worden afgezet tegen de met het Bestuur afgesproken normportefeuille. Ten gevolge van de aanzienlijke overboeking uit de Vut-portefeuille naar het Vroegpensioenfonds is het relatieve belang van hypotheken verder teruggelopen. De beleggingsklasse hypotheken kan minder eenvoudig worden verhandeld en het gewicht van deze categorie is dan ook sterk afhankelijk van de veranderingen op totaalportefeuilleniveau. Categorie Strategische Weging Norm Weging Norm portefeuille /12/ /12/ Aandelen 30,0% 35,3% 35,2% 36,6% 35,2% Indirect onroerend goed 3,0% 4,3% 3,2% 3,1% 3,0% Totaal zakelijke waarden 33,0% 39,6% 38,5% 39,7% 38,2% Obligaties (incl. Credits) 67,0% 60,4% 61,5% 59,9% 61,8% Liquide middelen 0,0% 0,0% 0,0% 0,4% 0,0% Totaal vastrentende waarden 67,0% 60,4% 61,5% 60,3% 61,8% F&C Portefeuille 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% Categorie Strategische Weging Norm Weging Norm portefeuille /12/ /12/ F&C Portefeuille 92.0% 94,8% 94,7% 92,3% 88,0% Hypotheken 8,0% 5,2% 5,3% 7,7% 12,0% Totale portefeuille 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%

20 Jaarverslag Aandelen en Obligaties De onderstaande figuren tonen de nadere verdeling van de aandelen en obligatieportefeuille per ultimo Regioverdeling aandelen Verdeling obligatieportefeuille Performance van de beleggingsportefeuille De performance van de totale portefeuille bedroeg in ,1%. De benchmark performance (rendement van de normportefeuille) bedroeg 6,3%. In 2005 bedroeg de performance 11,6% versus een benchmark performance van 11,0%. In de tabel hieronder worden de behaalde rendementen in 2006 en 2005 per categorie weergegeven. Rendement in % Portefeuille Portefeuille Benchmark Out/under Benchmarks Aandelen 26,1 14,7 14,8-0,1 FTSE developed en MSCI Emerging Markets Indirect onroerend goed 23,2 34,5 32,8 1,3 GPR 250 Obligaties (incl. Credits) 4,6 1,6 1,4 0,2 Lehman (samengesteld) en EMBI+ (JP Morgan) Totaal F&C Portefeuille 12,4 6,5 6,8-0,3 Samengesteld Hypotheken 3,1-0,4-0,2-0,2 Lehman (samengesteld) en 6 maands Euribor Totale portefeuille 11,6 6,1 6,3-0,2 Samengesteld De z-score over 2006 Op 24 april 1998 is in de Wet betreffende verplichte deelneming in een vroegpensioenfonds (Wet bpf) een Vrijstellingsregeling opgenomen. Deze Vrijstellingsregeling is op 26 april 1998 in werking getreden. De regeling geeft bedrijfsgenoten een aantal gronden voor vrijstelling van de verplichte deelname in een vroegpensioenfonds. Eén van deze gronden betreft de vrijstelling op basis van de beleggingsperformance. Deze vrijstellingsgrond is nader omschreven in artikel 5 Vrijstellingsregeling. Met name in artikel 5 lid 1a en lid 1b Vrijstellingsregeling wordt aangegeven dat vrijstelling kan worden verleend als niet is voldaan aan de eisen die worden gesteld aan het vaststellen van het beleggingsbeleid, de normportefeuille en de beleggingsperformance (z-score). Om na te gaan of vroegpensioenfondsen Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

21 20 zich aan deze eisen hebben gehouden kunnen derden op basis van artikel 5 lid 4 Vrijstellingsregeling het bestuur van een vroegpensioenfonds verzoeken om informatie over het beleggingsbeleid en het rendement aan hen te overleggen. De z-score wordt ieder jaar vastgesteld en geeft de afwijking van het feitelijke rendement ten opzichte van het door het fonds vastgestelde rendement (het rendement dat op grond van de normportefeuille behaald kan worden ofwel het normrendement). De voorlopige z-score voor het jaar 2006 is 0,13. Voor 2005 kwam de definitieve z-score uit op 0, z- score -1,15 0,62-0,85 0,45-0,13 De performancetoets Op basis van artikel 5 lid 1 sub a Vrijstellingsregeling kan vrijstelling worden verleend aan een bedrijfsgenoot als uit de performancetoets, uitgevoerd over vijf kalenderjaren, blijkt dat het feitelijk behaalde beleggingsrendement van het vroegpensioenfonds in negatieve zin afwijkt van het rendement van de door het fonds vastgestelde normportefeuille. Van een aanzienlijke afwijking in negatieve zin is sprake als de uitkomst van de berekening van de performancetoets groter is dan -1,28. De performancetoets wordt over een periode van vijf jaar berekend, waarbij een optelling plaatsvindt van de jaarlijkse z-scores, die wordt gedeeld door de wortel van het aantal jaren waarover de toets plaatsvindt. Op grond van artikel 9 lid 1 Vrijstellingsregeling is de performancetoets berekend over een periode van 5 jaren. De performancetoets voor het fonds komt uit op 0,47. Op basis van deze toets kan aldus geen vrijstelling aan een bedrijfsgenoot van de Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie worden verleend.

22 Jaarverslag Risicobeheer De in de balans opgenomen financiële instrumenten zijn beleggingen, vorderingen en schulden. Financiële instrumenten zijn opgenomen tegen actuele waarde, voor zover niet anders is aangegeven. De belangrijkste risico s zijn: Marktrisico Marktrisico is het risico dat de waarde van de zakelijke waarden (voornamelijk aandelen, commodities, private equity en vastgoed) verandert door veranderingen in de marktprijzen voor deze waarden. Het structurele marktrisico wordt beheerst binnen het ALM-proces. Daarin wordt een zodanige beleggingsmix vastgesteld dat het marktrisico acceptabel is. De feitelijke beleggingsmix mag binnen vastgestelde bandbreedtes afwijken van de ALM-beleggingsmix. Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van de beleggingen verandert door veranderingen in valutakoersen. Valutarisico s worden afgedekt met valutaderivaten, voornamelijk valutatermijncontracten en valutaswaps. Het valutarisico wordt al enkele jaren structureel afgedekt en wel voor 50% bij zakelijke waarden en voor 100% bij vastrentende waarden. Kredietrisico Dit risico hangt samen met de beleggingen in verhandelbare schuldpapieren en op tegenpartijen. Kredietrisico op verhandelbare schuldpapieren wordt beschouwd als prijsrisico. De beheersing van deze vorm van kredietrisico is geïntegreerd in het beleggingsproces, door middel van een richtlijn over de maximale belegging per kredietklasse. Tegenpartijrisico betreft het risico dat tegenpartijen hun verplichtingen aan het fonds niet meer kunnen nakomen, bijvoorbeeld door faillissement. Het tegenpartijrisico wordt beheerst door selectie van solide tegenpartijen en hantering van tegenpartijlimieten, al dan niet in combinatie met zekerheidstellingen. Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

23 22 Omvang van het fonds In dit hoofdstuk wordt de ontwikkeling van de omvang van het fonds weergegeven. De gegevens bij de afsluiting van het verslagjaar, zoals het aantal werkgevers en deelnemers, de vastgestelde pensioenpremie en de pensioenuitkeringen, worden ter vergelijking afgezet tegen de cijfers uit het verleden. Werkgevers en deelnemers Jaar Aangesloten Premiebetalende Gewezen deelnemers werkgevers deelnemers met premievrije rechten Premie De premie voor het jaar 2006 bestaat uit 2 onderdelen: een werkgeverspremie van 0,4% die geheven wordt over de salarissen van alle werknemers en een werknemerspremie van 2,5% die alleen wordt geheven over de salarissen van de groep 55+. Vastgestelde premie (bedragen x 1.000, ) Premies Premie invordering De premie invordering in het verslagjaar verliep goed. Uitkeringen Hieronder staan de aantallen ingegane pensioenen per einde 2006 vermeld. Tevens wordt per pensioensoort het totaal uitgekeerde jaarbedrag gegeven. Aantal pensioenen Totaal uitgekeerd jaar bedrag per einde (x 1.000,-) Vroegpensioen Weduwe-/weduwnaarspensioen Totaal

24 Jaarverslag Vooruitblik 2007 In 2007 zal het bestuur zich richten op de nadere invulling van de principes Goed Pensioenfonds Bestuur. Daarnaast zal de nieuwe Pensioenwet de nodige aandacht vergen. Er worden hoge eisen gesteld aan onder andere communicatiebeleid, maar door het gebruik van de website Pensioennieuws en de brochures is een stevige basis gelegd om aan deze eisen te voldoen. Gedurende 2007 zal het communicatiebeleid waar nodig verder worden geoptimaliseerd. Beleggingen Gegeven het eindige karakter van het fonds zal de portefeuille in de loop der tijd minder risicovol worden belegd. Voor het komende jaar zal de bestaande portefeuille nog niet gewijzigd hoeven te worden. De enige substantiële wijziging in de portefeuille is dan ook het aanpassen van het valutabeleid in de zakelijke waardenportefeuille. Alle zakelijke beleggingen zullen voor 100% naar de Euro worden afgedekt. Daarnaast is de categorie Staatsleningen teruggebracht naar uitsluitend beleggingen in Euroland. Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

25

26 Jaarrekening 2006

27

28 Jaarrekening Balans per 31 december 2006 (in eenheden van duizend euro) 1 december december 2005 ACTIVA Beleggingen (1) Onroerende zaken Hypothecaire leningen Aandelen Obligaties Overige beleggingen (2) Vorderingen en overlopende activa (2) Premies Overige vorderingen Liquide middelen (3) PASSIVA Reserves (4) Algemene reserve Weerstandsreserve Technische voorzieningen (5) Pensioenverplichtingen Langlopende schulden (6) Overige schulden Kortlopende schulden (7) Overige schulden Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

29 28 Rekening van baten en lasten over 2006 (in eenheden van duizend euro) BATEN Premies (8) Overgenomen pensioenverplichtingen Directe beleggingsopbrengsten (9) Indirecte beleggingsopbrengsten (10) Andere baten (11) LASTEN Mutatie voorzieningen Pensioenverplichtingen Overgedragen pensioenverplichtingen 2 15 Mutatie langlopende schulden Uitkeringen (12) Kosten (13) Saldo boekjaar Verdeling saldo boekjaar Algemene reserve 29 (366) Weerstandsreserve

30 Jaarrekening Grondslagen voor balanswaardering, resultaatbepaling en kasstroomoverzicht Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Grondslagen voor balanswaardering Algemeen De activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor eventuele oninbare vorderingen vindt waardering plaats onder aftrek van een voorziening. Beleggingen Onroerende Zaken Onroerende Zaken worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor niet beursgenoteerde participaties is dit de berekende intrinsieke waarde. Hypothecaire leningen Hypothecaire leningen worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor participaties in hypotheekfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde. Aandelen Aandelen, waaronder tevens converteerbare obligaties zijn begrepen, worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor niet ter beurze genoteerde aandelen en participaties in aandelenfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde. Obligaties Obligaties worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor niet ter beurze genoteerde obligaties en participaties in vastrentende waardenfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde. Reserves Algemene reserve Aan de algemene reserve wordt jaarlijks het saldo toegevoegd / onttrokken dat resteert na toevoeging aan de weerstandsreserve. Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

31 30 Weerstandsreserve In de jaarrekening is aansluiting gezocht bij de uitkomsten van de toereikendheidstoets door het vormen van een weerstandsreserve. De weerstandsreserve dient onder meer ter opvang van een mogelijke waardedaling van de beleggingen. Teneinde de weerstandsreserve op het gewenste niveau te brengen, wordt jaarlijks een deel van het saldo van de rekening van baten en lasten toegevoegd of onttrokken. Technische Voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening pensioenverplichtingen eigen rekening is gelijk aan de vastgestelde contante waarde van de tijdsevenredige pensioenaanspraken, voorzover deze betrekking hebben op de aanspraken ingevolge de basisregeling vanaf 1 juli 2001, alsmede de contante waarde van de reeds ingegane pensioenen. De voorziening pensioenverplichtingen is gebaseerd op de aanspraken per de balansdatum inclusief de indexatie per 1 januari volgend op de balansdatum. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: Rekenrente Als rekenrente wordt de marktrente gehanteerd. De marktrente komt overeen met de rentetermijnstructuur ultimo boekjaar zoals deze door DNB is gepubliceerd. In verband met de Actuariële Principes voor Pensioenfondsen bedraagt de te hanteren rekenrente maximaal 4%. Toegepaste sterftegrondslagen De voorziening pensioenverplichtingen voor de ingegane en niet ingegane pensioenen en bijbehorende nabestaandenpensioenen is berekend als de contante waarde van deze pensioenen per de balansdatum naar de volgende grondslagen: a. - de sterftekansen voor mannen zijn ontleend aan de met drie jaren verlaagde sterftetafel Gehele Bevolking Mannen in de periode 1995 tot 2000; - de sterftekansen voor vrouwen zijn ontleend aan de met één jaar verlaagde sterftetafel Gehele Bevolking Vrouwen in de periode 1995 tot 2000; b. de gepensioneerde die gekozen heeft voor verzekering van een nabestaandenpensioen, wordt verondersteld gehuwd te zijn met een 3 jaar jongere vrouw, respectievelijk met een drie jaar oudere man. Langlopende Schulden Spaarfonds De som van de door de deelnemer tijdens de deelneming gelegen vóór 1 juli 2001 betaalde premies en het beleggingsresultaat, verminderd met de beheerskosten, administratiekosten en eventuele andere kosten voorzover het door de werkgever te betalen aandeel in deze kosten niet toereikend is.

32 Jaarrekening Grondslagen voor resultaatbepaling Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Premies Hieronder zijn opgenomen de over het boekjaar in rekening gebrachte en te brengen premies. Overgenomen respectievelijk overgedragen pensioenverplichtingen Hieronder zijn opgenomen de aan het verslagjaar toe te rekenen overdrachtswaarde van de overgenomen respectievelijk overgedragen pensioenaanspraken. Directe beleggingsopbrengsten De directe beleggingsopbrengsten hebben betrekking op opbrengsten uit beleggingsfondsen en interest onder aftrek van de aan de beleggingen toe te rekenen kosten. Indirecte beleggingsopbrengsten De indirecte beleggingsopbrengsten hebben betrekking op gerealiseerde en ongerealiseerde waardestijgingen of waardedalingen. Mutatie voorzieningen Deze zijn berekend op basis van de voor de balansposten gehanteerde grondslagen. Grondslagen voor het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

33 32 Toelichting op de balans per 31 december 2006 (in eenheden van duizend euro) ACTIVA Onroerende Hypothe- Onroerende caire Overige zaken leningen Aandelen Obligaties beleggingen Totaal 1. BELEGGINGEN Stand per 1 januari Vermeerderingen door: Aankopen, investeringen en verstrekkingen Voor- en nadelige verschillen 129 (30) Verminderingen door: Verkopen en aflossingen (60) (65) (1.185) (1.429) (21) (2.760) Stand per 31 december (2) Onroerende zaken Indirecte beleggingen Participaties aandelenfonds onroerende goederen Hypothecaire leningen Indirecte beleggingen Participaties in hypotheekfondsen Aandelen Indirecte beleggingen Participaties in aandelenfondsen Obligaties Indirecte beleggingen Participaties in obligatiefondsen Overige beleggingen Liquiditeit vermogensbeheerder (2) 19

34 Jaarrekening VORDERINGEN EN OVERLOPENDE ACTIVA Premies Aan het eind van het boekjaar vastgestelde nog te ontvangen premies 9 10 Voorziening tegen verlies op premievorderingen (2) (2) 7 8 Nader vast te stellen volgend boekjaar Overige vorderingen Hieronder zijn opgenomen inzake: Rekening-courant derden Rekening-courant VUT-Baksteenindustrie Hypothecaire leningen Poolresultaat Dividendbelasting Aandelen Poolresultaat - 21 Pensioenen Uitkeringen - 2 Waardeoverdrachten Overige vorderingen Overige - 1 Totaal van de overige vorderingen LIQUIDE MIDDELEN Rekening courant Staalbankiers Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

35 34 PASSIVA RESERVES Algemene reserve Stand per 1 januari Deel van het saldo boekjaar 29 (366) Stand per 31 december Weerstandsreserve Stand per 1 januari Deel van het saldo boekjaar Stand per 31 december TECHNISCHE VOORZIENINGEN Pensioenverplichtingen Stand per 1 januari Normale vermeerdering Aanvullende vroegpensioen aanspraken Indexatie ingegane pensioenen 7 5 Indexatie (non)actieven Wijziging rekenrente (230) 230 Stand per 31 december Deze post betreft de middelloonregeling zoals deze met ingang van 1 juli 2001 van toepassing is, alsmede de op 1 juli 2001 reeds ingegane uitkeringen uit hoofde van de regeling die voor 1 juli 2001 van toepassing was.

36 Jaarrekening LANGLOPENDE SCHULDEN Overige schulden Hieronder zijn opgenomen inzake: Spaarfonds voor niet-ingegane tijdelijke pensioenen Stand per 1 januari Uitkering spaarfonds (93) (90) Deling in fondsrendement Stand per 31 december KORTLOPENDE SCHULDEN Overige schulden Hieronder zijn opgenomen inzake: Te verrekenen premies Vastgestelde nog te verrekenen premies Pensioenen Uitkeringen 2 2 Belastingen en sociale lasten Kosten Advies- en controlekosten 13 9 Totaal van de overige schulden Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

37 36 Toelichting op de rekening van baten en lasten over het boekjaar 2006 (in eenheden van duizend euro) BATEN De omzet zijnde de premies en de directe beleggingsopbrengsten bedraagt 511 (vorig boekjaar 1.551). 8. Premies Werkgevers- Werknemersgedeelte gedeelte Periodieke premies - verplichte verzekering Directe beleggingsopbrengsten Opbrengst onroerende goederen - 3 Opbrengst hypothecaire leningen Opbrengst aandelen - 13 Opbrengst obligaties Opbrengst liquide middelen 10 8 Overige intrestopbrengsten Kosten toegerekend aan beleggingen (23) (16) Indirecte beleggingsopbrengsten Koersresultaat onroerende zaken Koersresultaat hypothecaire leningen (30) (10) Koersresultaat aandelen Koersresultaat obligaties Andere baten Resultaat voorziening tegen verlies op premievorderingen - 11 Ontvangen bijdrage van de VUT-Baksteenindustrie ter financiering aanvullende vroegpensioen aanspraken Aandeel in uitkering vermogen Stichting PVF Nederland

Jaarverslag 2006. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Baksteenindustrie

Jaarverslag 2006. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Baksteenindustrie Jaarverslag 2006 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Jaarverslag Over het zevenentwintigste verslagjaar 1 januari 2006-31 december 2006 Jaarverslag 2006 3 Inhoud Voorwoord De

Nadere informatie

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Eind 2012 liep het herverzekeringscontract met Nationale-Nederlanden

Nadere informatie

Jaarverslag 2012. Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie

Jaarverslag 2012. Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie Jaarverslag 2012 Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie Jaarverslag 2012 4 Jaarverslag 2012 Inhoudsopgave Jaarverslag 2012 Voorwoord 7 Kerncijfers 8 Verslag van het bestuur

Nadere informatie

Overzicht en kerncijfers pensioenregelingen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Overzicht en kerncijfers pensioenregelingen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Overzicht en kerncijfers pensioenregelingen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie (BPF Baksteen) is opgericht op 1-4-1957.

Nadere informatie

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Geef pensioen de aandacht die het verdient Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Vijf mythes over pensioen Over pensioenen zijn meerdere mythes in omloop. Het is belangrijk om te weten hoe het wel zit. De

Nadere informatie

Jaarverslag 2005. Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie

Jaarverslag 2005. Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie Jaarverslag 2005 Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie 1 Jaarverslag over het zesentwintigste boekjaar 1 januari 2005-31 december 2005 2 Jaarverslag 2005 3 Inhoud De regeling

Nadere informatie

Jaarverslag 2008. Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie

Jaarverslag 2008. Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie Jaarverslag 2008 Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Baksteenindustrie Jaarverslag over het negenentwintigste boekjaar 1 januari 2008-31 december 2008 Jaarverslag 2008 3 Inhoud Voorwoord

Nadere informatie

Jaarverslag Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor Onderhoud en Reiniging in Scheepvaart, Industrie en Milieu en Aanverwante Activiteiten

Jaarverslag Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor Onderhoud en Reiniging in Scheepvaart, Industrie en Milieu en Aanverwante Activiteiten Jaarverslag 2008 Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor Onderhoud en Reiniging in Scheepvaart, Industrie en Milieu en Aanverwante Activiteiten Jaarverslag 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008

Nadere informatie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie 1. Introductie Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Doelstelling en basis voor dit document Dit document ("de Verklaring") beschrijft

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015 Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Dekkingsgraad (UFR): 108,3% Beleidsdekkingsgraad: 110,0% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2015 1 e halfjaar:

Nadere informatie

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008 Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008 blad 1 van 7 Het Metro Pensioenfonds Hieronder eerst een aantal bijzonderheden over het Metro Pensioenfonds. Het Metro Pensioenfonds is opgericht

Nadere informatie

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding. voor de Lederindustrie

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding. voor de Lederindustrie Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Lederindustrie Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor de Lederindustrie Akerstraat 92,6411 HD Heerlen Postbus 4471,6401 CZ Heerlen Telefoon:

Nadere informatie

Jaarverslag 2005 Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Jaarverslag 2005 Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Jaarverslag 2005 Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Jaarverslag 2005 Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Ten

Nadere informatie

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Bioscoopbedrijf (SUB)

Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Bioscoopbedrijf (SUB) Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Bioscoopbedrijf (SUB) 1 \ JUNI 2003 Paraaf voor identific.atiedoeleir KPMG Accountants N / ƒƒƒ Inhoud Biz. Colleges en vertegenwoordiging - Bestuurssamenstelling

Nadere informatie

stichting pensioenfonds wonen

stichting pensioenfonds wonen stichting pensioenfonds wonen Verkort Jaarverslag 2007 Kerncijfers Aantallen per 31-12 2007 2006 Werkgevers 4.331 4.161 Deelnemers 33.009 31.705 Gewezen deelnemers 70.948 62.860 Gepensioneerden 8.468 7.735

Nadere informatie

Terugblik 2011 in cijfers

Terugblik 2011 in cijfers Terugblik 2011 in cijfers U vindt hier een samenvatting van het jaarverslag 2011. Het volledige jaarverslag kunt u downloaden via www.pensioenfondsricohnederland.nl. Financiële situatie Door de kredietcrisis

Nadere informatie

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Samenvatting cijfers per 31 december 2015 Dekkingsgraad (UFR): 100,5% Beleidsdekkingsgraad: 104,4% Belegd vermogen: 19,9 miljard Rendement 4 e

Nadere informatie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfspensioenfonds AVH 1. Introductie 1.1 Inleiding Deze verklaring inzake de beleggingsbeginselen geeft beknopt de uitgangspunten weer van het

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2006. stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de detailhandel

Verkort jaarverslag 2006. stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de detailhandel Verkort jaarverslag 2006 stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de detailhandel Inleiding Hierbij ontvangt u het verkorte jaarverslag 2006 van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Detailhandel

Nadere informatie

Jaarrekening 2011. Stichting Sociaal Fonds Taxi

Jaarrekening 2011. Stichting Sociaal Fonds Taxi Jaarrekening 2011 Stichting Sociaal Fonds Taxi 1 BALANS (NA RESULTAATBESTEMMING) PER 31 DECEMBER 2011 (in eenheden van duizend euro) ACTIVA 31-12-2011 31-12-2010 Materiële vaste activa 1.026 959 Beleggingen

Nadere informatie

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016 Samenvatting cijfers per 30 juni 2016 Dekkingsgraad (UFR): 99,0% Beleidsdekkingsgraad: 99,6% Belegd vermogen: 23,3 miljard Rendement 1 e halfjaar 2016:

Nadere informatie

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Samenvatting cijfers per 30 juni 2017 Dekkingsgraad (UFR): 104,9% Beleidsdekkingsgraad: 101,8% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m juni:

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2016

VERKORT JAARVERSLAG 2016 VERKORT JAARVERSLAG 2016 2016: wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2016 bij Pensioenfonds TNT Express? U leest het in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige

Nadere informatie

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017 Kwartaalbericht 1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017 Samenvatting cijfers per 31 maart 2017 Dekkingsgraad (UFR): 103,3% Beleidsdekkingsgraad: 100,4% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m maart:

Nadere informatie

STICHTING VUT FONDS ECI VERKORT JAARRAPPORT 2001

STICHTING VUT FONDS ECI VERKORT JAARRAPPORT 2001 STICHTING VUT FONDS ECI VERKORT JAARRAPPORT 2001 INHOUD A. Kerncijfers 2 B. Bestuur en functionarissen 4 C. Jaarverslag 6 ALGEMEEN 7 D. Jaarrekening 8 BALANS PER 31 DECEMBER 2001 9 STAAT VAN BATEN EN LASTEN

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Stichting Prepensioenfonds voor het Beroepsgoederenvervoer over de Weg en de Verhuur van Mobiele Kranen

Stichting Prepensioenfonds voor het Beroepsgoederenvervoer over de Weg en de Verhuur van Mobiele Kranen JA ARVERSLAG 2006 Stichting Prepensioenfonds voor het Beroepsgoederenvervoer over de Weg en de Verhuur van Mobiele Kranen Jaarverslag 2006 Inhoud Kerngegevens 4 Voorwoord 6 Bestuur 7 Bestuurssamenstelling

Nadere informatie

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014 Pensioenfonds Robeco Populair Jaarverslag 2014 2014 was een bewogen jaar voor Pensioenfonds Robeco door de sterk dalende rente en de veranderende wet- en regelgeving. In het jaarverslag blikken wij als

Nadere informatie

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%

Nadere informatie

Het jaarverslag 2014 samengevat

Het jaarverslag 2014 samengevat Het jaarverslag 2014 samengevat Uw pensioenfonds blikt terug én vooruit Deelnemers 1.711 In 2014 verdiende het fonds 55,1 miljoen dankzij beleggen. Dat bedrag staat voor een rendement van 20,1%. Het fonds

Nadere informatie

Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Particuliere Beveiliging

Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Particuliere Beveiliging Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Particuliere Beveiliging Verslag over het vijftiende verslagjaar eindigend op 31 december 2008 ü Jum Document waarop ons rapport d,d, (mede) betrekking

Nadere informatie

Jaarverslag 2014. Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie in liquidatie

Jaarverslag 2014. Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie in liquidatie Jaarverslag 2014 Stichting Vroegpensioenfonds voor de Baksteenindustrie in liquidatie Jaarverslag 2014 4 Jaarverslag 2014 Inhoudsopgave Jaarverslag 2014 Voorwoord 7 Kerncijfers 8 Bestuurlijke organisatie

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2014-1 juli 2014 t/m 30 september 2014 Nominale dekkingsgraad is gedaald van 123,1% naar 117,0% Beleggingsrendement is 1,8%, Obligaties stegen

Nadere informatie

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016 Kwartaalbericht 1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016 Samenvatting cijfers per 31 maart 2016 Dekkingsgraad (UFR): 97,7% Beleidsdekkingsgraad: 102,0% Belegd vermogen: 21,9 miljard Rendement 1 e kwartaal

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009 Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics Verkort Jaarverslag 2009 Inleiding 2009 is voor de Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics (hierna Pensioenfonds SABIC-IP) weer een bijzonder

Nadere informatie

STICHTING VUT FONDS ECI IN LIQUIDATIE

STICHTING VUT FONDS ECI IN LIQUIDATIE STICHTING VUT FONDS ECI IN LIQUIDATIE LIQUIDATIERAPPORT 2014 INHOUD A. Kerncijfers 2 B. Vereffenaar en functionarissen 4 C. Liquidatieverslag 6 D. Liquidatierekening 9 E. Overige gegevens 17 STICHTING

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2013

Verkort jaarverslag 2013 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Verkort voor de Betonproductenindustrie jaarverslag 2012 Hoe verliep 2013 voor ons pensioenfonds? Wat waren de belangrijkste onderwerpen? Behaalde het fonds de gewenste

Nadere informatie

SynVest Beleggingsfondsen nv. Halfjaarcijfers Bestuursverslag Verslag directie 2

SynVest Beleggingsfondsen nv. Halfjaarcijfers Bestuursverslag Verslag directie 2 AMSTERDAM Halfjaarcijfers 2018 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Bestuursverslag 1 1.1 Verslag directie 2 2. Halfjaarcijfers 3 2.1 Samengestelde balans per 30 juni 2018 4 2.2 Samengestelde winst- en verliesrekening

Nadere informatie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie 1. Introductie Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Doelstelling en basis voor dit document Dit document ("de Verklaring") beschrijft

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2017

VERKORT JAARVERSLAG 2017 VERKORT JAARVERSLAG 2017 De belangrijkste ontwikkelingen in 2017 bij Pensioenfonds TNT Express op een rij in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige jaarverslag vindt

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.

Nadere informatie

IORP II De implementatie is nu een feit: Communicatie

IORP II De implementatie is nu een feit: Communicatie Nieuwsbericht Datum: 28 januari 2019 Van: Swalef pensioenjuristen en academie Onderwerp: IORP II De implementatie is nu een feit: Communicatie Nieuwsbericht 2 van 4 In werking! Op 13 januari 2019 is de

Nadere informatie

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Agenda 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken 2. Pensioenregeling uitgevoerd door BNPF 3. Vergelijking andere pensioenfondsen 4. Herstelplan

Nadere informatie

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen Verkort jaarverslag 2009 2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen Het jaar 2009 stond in het teken van het treffen van maatregelen om de financiële positie van het fonds weer op het gewenste

Nadere informatie

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag. 12 vragen over het jaarverslag 2013 De hoofdpunten uit het jaarverslag van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (SPV) behandelen we aan de hand van 12 vragen en antwoorden. Een volledig exemplaar

Nadere informatie

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21 Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart 2016 Stand van zaken SVG 1 van 21 Programma Pensioenfonds SVG Financiële positie SVG Terugblik 2015 Vooruitblik 2016 Derivaten Vragen 2 van 21 Pensioenfonds

Nadere informatie

stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de detailhandel Verkort jaarverslag 2007

stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de detailhandel Verkort jaarverslag 2007 stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de detailhandel Verkort jaarverslag 2007 Voorwoord Het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Detailhandel heeft de ontwikkelingen, die zich in 2006

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Windmolenproject Egmond, 2006 1 Deelnemersvergadering 28 september 2006 Agendapunt 4 Kernpunten 2005 Goed jaar, dekkingsgraad van 112,1% naar 117,1% gestegen, ondanks

Nadere informatie

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Versie 1.0 17 juni 2015 Auteur: Corné van Bokhoven Status: vastgesteld door bestuur Inleiding Nadat Stichting Pensioenfonds DHV in 2008 in dekkingstekort kwam heeft

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Papendorpseweg 100 3528 BJ Utrecht Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 41184467

Nadere informatie

3e kwartaal 2015 Den Haag, 19 oktober 2015

3e kwartaal 2015 Den Haag, 19 oktober 2015 Kwartaalbericht 3e kwartaal 2015 Den Haag, 19 oktober 2015 Samenvatting cijfers per 30 september 2015 Dekkingsgraad (UFR): 99,3% Beleidsdekkingsgraad: 107,1% Belegd vermogen: 19,5 miljard Rendement 2015

Nadere informatie

BeterExcedent. Pensioenregeling 2015

BeterExcedent. Pensioenregeling 2015 BeterExcedent Pensioenregeling 2015 BeterExcedent Pensioen Werkgevers 2015 Uw werknemers bouwen pensioen op bij bpfbouw in de pensioenregeling voor de Bouwnijverheid. Dit is een middelloonregeling. Deze

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Stichting Prof.J.W. van Belkum Fonds gevestigd te Utrecht Jaarverslag 2011

Stichting Prof.J.W. van Belkum Fonds gevestigd te Utrecht Jaarverslag 2011 1 Stichting Prof.J.W. van Belkum Fonds gevestigd te Utrecht Jaarverslag 2011 2 Inhoud Verslag van het bestuur 3 1.1 Oprichting 1.2 Doel en vermogen 1.3 Gang van zaken in 2011 Jaarrekening 2.1 Balans per

Nadere informatie

BeterExcedent. Pensioen Werknemer 2015

BeterExcedent. Pensioen Werknemer 2015 BeterExcedent Pensioen Werknemer 2015 BeterExcedent Pensioen Werknemer 2015 Als u via uw werkgever deelneemt in de pensioenregeling BeterExcedent, kunt u pensioen opbouwen over het deel van uw salaris

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2013

Verkort jaarverslag 2013 Verkort jaarverslag 2013 Wat waren in 2013 de belangrijkste feiten en gebeurtenissen voor GE Pensioen? U leest het in deze verkorte versie van het jaarverslag 2013. Naast deze bondige versie treft u ook

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Papendorpseweg 100 3528 BJ Utrecht Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 41184467

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

4e kwartaal 2016 Den Haag, januari 2017

4e kwartaal 2016 Den Haag, januari 2017 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2016 Den Haag, januari 2017 Samenvatting cijfers per 31 december 2016 Dekkingsgraad (UFR): 101,4% Beleidsdekkingsgraad: 98,9% Belegd vermogen: 23,1 miljard Rendement 2016: 12,7%

Nadere informatie

AANVULLENDE PENSIOENREGELING

AANVULLENDE PENSIOENREGELING AANVULLENDE PENSIOENREGELING Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel Uw pensioen is onze zorg. Inleiding Voor u ligt de brochure over de aanvullende pensioenregelingen

Nadere informatie

Bestuurssamenstelling, administrateur, actuaris, accountant 2. Deelnemersoverzicht 12

Bestuurssamenstelling, administrateur, actuaris, accountant 2. Deelnemersoverzicht 12 Inhoudsopgave Pagina Inhoudsopgave 1 Bestuurssamenstelling, administrateur, actuaris, accountant 2 Voorwoord 3 Financieel verslag 4 Deelnemersoverzicht 12 Stichting Pensioenfonds Groothandel Vegro Alkmaar

Nadere informatie

Jaarrekening 2014. Stichting VUTilVI te Bussum. Van: statutaire vestigingsplaats: Bussum Adres: Nieuwe 's-gravelandseweg 16 1405 HM Bussum

Jaarrekening 2014. Stichting VUTilVI te Bussum. Van: statutaire vestigingsplaats: Bussum Adres: Nieuwe 's-gravelandseweg 16 1405 HM Bussum Jaarrekening 2014 Van: Stichting VUTilVI te Bussum statutaire vestigingsplaats: Bussum Adres: Nieuwe 's-gravelandseweg 16 1405 HM Bussum Inhoudsopgave Jaarverslag Algemeen 1 Premiebijdrage en -inning 1

Nadere informatie

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2017

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2017 Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum Jaarrapport 2017 Inhoudsopgave Pagina Verslag van het bestuur 2 Doelstelling van de Stichting 2 Economie en financiële markten 2 Beleggingsbeleid Portefeuille 2 Stortingen

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 98,8% naar 105,7%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Stichting van Tuikwerd Fonds

Stichting van Tuikwerd Fonds Stichting van Tuikwerd Fonds JAARREKENING 2015 Stichting van Tuikwerd Fonds Coehoornsingel 14 9711 BS Groningen 050-3123569 Inschrijfnummer Kamer van Koophandel Groningen: 02087587 1 Inhoudsopgave pagina

Nadere informatie

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Op woensdagmiddag 9 maart, aansluitend aan de jaarbijeenkomst van de Vereniging Gepensioneerden Getronics (VGG), organiseerde Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Nadere informatie

Strengere regels voor pensioenfondsen

Strengere regels voor pensioenfondsen Pensioenflits Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie + Verkort jaarverslag November 2015 De Pensioenflits is een uitgave van uw Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,0% naar 123,6% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

27 september Deelnemersvergadering

27 september Deelnemersvergadering 27 september 2007 Deelnemersvergadering Kernpunten 2006 Goed jaar, dekkingsgraad van 117,1% naar 122,7% Geen herstelplan meer nodig in 2007 Indexatie in 2006 verleend over 2005 van: - 0,63% voor de actieve

Nadere informatie

Verkort jaarverslag PHI 2011

Verkort jaarverslag PHI 2011 Verkort jaarverslag PHI 2011 uitgave van stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de houtverwerkende industrie Voorwoord Het afgelopen jaar stond in het teken van de financiële crisis en de gevolgen daarvan.

Nadere informatie

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630 Pensioenfonds Productschappen Bezoekadres Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Postadres Postbus 3042 2280 GA Rijswijk Telefoon 070 4138630 Fax 070 4138650 E-mail info@pbodnl Website wwwpbodnl KvK

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2013

Verkort jaarverslag 2013 Verkort jaarverslag 2013 Uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houtverwerkende Industrie en Jachtbouw Voorwoord 2013 was een bijzonder jaar. Het was het eerste jaar samen voor het Pensioenfonds

Nadere informatie

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2012 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

2010: jaar van herstel

2010: jaar van herstel Verkort jaarverslag 2010 2010: jaar van herstel Hoe presteerde Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen in 2010? Wat waren de belangrijkste ontwikkelingen? In dit verkort jaarverslag

Nadere informatie

Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds

Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds JAARREKENING 2015 Stichting Tempel Zwartsenberg Fonds Coehoornsingel 14 9711 BS Groningen 050-3123569 Inschrijfnummer Kamer van Koophandel Groningen: 41009074 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Kwartaalbericht 3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Samenvatting cijfers per 30 september 2017 Dekkingsgraad (UFR): 106,4% Beleidsdekkingsgraad: 103,5% Belegd vermogen: 23,9 miljard Rendement 2017

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%

Nadere informatie

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Beleggingen Het totaal rendement over het afgelopen boekjaar 2010 is uitgekomen op 15,6%. Als we naar de onderverdeling kijken zien we het

Nadere informatie

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 100% Belegd vermogen 74,7 miljard Rendement tweede kwartaal 8,4% Herstelplan goedgekeurd In het tweede kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een rendement

Nadere informatie

ABN AMRO Investment Management B.V. Jaarrekening 2013

ABN AMRO Investment Management B.V. Jaarrekening 2013 Jaarrekening 2013 Pagina 1 van 12 INHOUD Pagina Directieverslag 3 Balans per 31 december 2013 4 Winst- en verliesrekening 2013 5 Toelichting algemeen 6 Toelichting op de balans per 31 december 2013 8 Toelichting

Nadere informatie

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2015

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2015 Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum Jaarrapport 2015 Inhoudsopgave Pagina Verslag van het bestuur 2 Doelstelling van de Stichting 2 Economie en financiële markten 2 Beleggingsbeleid Portefeuille 2 Stortingen

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SABIC

Stichting Pensioenfonds SABIC Stichting Pensioenfonds SABIC Presentatie SPF tijdens algemene ledenvergadering VGSE 15 april 2010 Jan van den Berg, voorzitter SPF 1 Programma 1. Algemeen 2. Situatie SPF eind 2008 3. Ontwikkelingen SPF

Nadere informatie

Jaarverslag 2008. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Jaarverslag 2008. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Jaarverslag 2008 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Jaarverslag over het boekjaar 1 januari 2008-31 december 2008 Jaarverslag 2008 3 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Karakteristieken

Nadere informatie

Stichting Dagopvang Utrecht te Utrecht

Stichting Dagopvang Utrecht te Utrecht te Utrecht Rapport inzake jaarstukken 2015 SAMENGEVATTE JAARREKENING 2015 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na verwerking van het verlies) 31 december 2015 31 december 2014 ACTIVA VASTE ACTIVA Materiële vaste

Nadere informatie

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015 Belanghebbendenvergadering 24 september 2015 Agenda 1. Opening 2. Actuele ontwikkelingen Ballast Nedam N.V. 3. Jaarverslag 2014 4. Nieuwe pensioenregelgeving en herstelplan 5. Toekomst pensioenfonds 6.

Nadere informatie

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2013 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden Bad- en Zweminrichtingen (VUTBZ)

stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden Bad- en Zweminrichtingen (VUTBZ) stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden Bad- en Zweminrichtingen (VUTBZ) Jaarverslag 2014 colofon statutair gevestigd te Utrecht administrateur Syntrus Achmea Pensioenbeheer N V Rijnzathe 10, 3454 PV

Nadere informatie

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken Beleggingsovertuigingen Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken Beleggingsovertuigingen De missie van het Pensioenfonds Openbare Bibliotheken (POB) is een toekomstbestendig en verantwoord pensioen

Nadere informatie

Vragen & antwoorden over uw pensioen en de kredietcrisis

Vragen & antwoorden over uw pensioen en de kredietcrisis Vragen & antwoorden over uw pensioen en de kredietcrisis Corporate Pensioen 4 Juni 2009 Vragen 1. Hoe zeker is mijn toekomstige pensioenvoorziening bij Nationale-Nederlanden? 3. Hoe weet ik hoeveel pensioen

Nadere informatie

Halfjaarbericht 2015. Bright LifeCycle Fonds

Halfjaarbericht 2015. Bright LifeCycle Fonds Halfjaarbericht 2015 Bright LifeCycle Fonds Periode: 19 december 2014 tot en met 30 juni 2015 Inhoudsopgave HALFJAARBERICHT BRIGHT LIFECYCLE FONDS... 3 BALANS PER 30 JUNI 2015... 3 WINST- EN VERLIESREKENING

Nadere informatie