Brandveiliger Leven, kan dat?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Brandveiliger Leven, kan dat?"

Transcriptie

1 Brandveiliger Leven, kan dat? Pilots onder vijf doelgroepen Den Haag, februari 2013 Dr. Bert Pol Drs. Anja de Boer

2 Inhoud Inleiding... 3 Pilot studenten - brandveiliger gedrag in studentenhuizen door sociaalpsychologische interventies... 5 Pilot ouderen een evaluatie van Geen nood bij brand... 9 Pilot achterstandswijken een veldonderzoek naar de effecten van voorlichting aan huis Pilot jeugd - een veldonderzoek naar twee voorlichtingsmethoden voor basisschoolleerlingen Brandweer intern: Brandveilig Leven incorporeren in het dagelijks werk

3 1. Inleiding Brandveilig Leven, wat is dat? In Nederland vallen elk jaar gemiddeld 75 dodelijke slachtoffers bij brand en raken meer dan duizend mensen gewond. Daarnaast richten branden voor een kleine miljard euro aan schade aan. Natuurlijk doet de brandweer er alles aan om branden te bestrijden. Maar hoeveel we ook investeren en trainen, het aantal wordt niet lager. De winst ligt daarom in het voorkomen dat brand ontstaat. Hoe kunnen we brand voorkomen? Door ons met behulp van onze eigen expertise meer te gaan richten op brandpreventie. Burgers en bedrijven moeten beseffen dat zij zelf heel veel kunnen doen om gevaarlijke situaties te voorkomen. Dit past ook bij de huidige trend dat de overheid zich steeds meer terugtrekt. De verantwoordelijkheid voor veiligheid komt steeds meer bij de burger te liggen. Die moet zich echter wel bewust worden van deze verantwoordelijkheid. Daarom startte Brandweer Nederland met het project Brandveilig Leven. Brandveilig Leven betekent dat de brandweer meer naar de burger toegaat om het veiligheidsbewustzijn en de brandveiligheid te vergroten. Een paraplu voor veel activiteiten Onder Brandveilig Leven vallen allerlei initiatieven die gericht zijn op het vergroten van de zelfredzaamheid en het stimuleren van veiliger gedrag. Veel korpsen ondernemen dit soort activiteiten al, onder verschillende doelgroepen. Ze geven bijvoorbeeld voorlichting op scholen, gaan op huisbezoek, delen rookmelders uit, bezoeken horecagelegenheden en voeren brandveiligheidchecks uit. Korpsen doen dit vaak elk op hun eigen manier, zonder zich van te voren af te vragen of hun methode daadwerkelijk effectief is. Welke activiteiten zijn meetbaar effectief voor welke doelgroep? Brandweer Nederland wil korpsen een handvat bieden bij het verder ontplooien van activiteiten op het gebied van Brandveilig Leven. Met evidence based werkwijzen die een brandveiliger samenleving in de hand werken. Dat wil zeggen dat het werkwijzen zijn die op wetenschappelijk aantoonbare wijze bewezen hebben te werken in zoveel mogelijk vergelijkbare omstandigheden. Drie pilots waren gericht op risicogroepen, te weten studenten in kleinschalige, particuliere studentenhuizen, ouderen in zorginstellingen en bewoners van achterstandswijken. Een andere pilot richtte zich op het meten van de effectiviteit van bestaande lespakketten voor basisscholen. Brandweermedewerkers vormden tot slot het onderwerp van de laatste pilot. 3

4 4

5 2. Pilot studenten - brandveiliger gedrag in studentenhuizen door sociaalpsychologische interventies Brandveiligheid in studentenhuizen laat vaak te wensen over Uit controles van de brandweer blijkt dat veel studentenhuizen niet brandveilig zijn. Fietsen, kratten en vuilniszakken blokkeren de vluchtwegen. Rookmelders functioneren niet omdat ze zijn afgeplakt of omdat de batterijen ontbreken. En vaak is met elektrische bedrading geknoeid of zijn apparaten niet schoon, waardoor kortsluiting en brand kunnen ontstaan. Ook al spreekt de brandweer de bewoners hierop aan, bij een volgende controle worden vaak weer opnieuw onveilige situaties aangetroffen. Studenten hebben een onverschillige houding als het gaat om brandveiligheid. Het houdt hen niet bezig, hun prioriteiten liggen elders. Daarbij zijn studenten lastig te bereiken; ze wisselen vaak van woonruimte. Hoe kunnen we risicogedrag onder studenten verminderen? Studenten zijn dus een lastige doelgroep. Maar zijn ze dan op geen enkele manier zover te krijgen dat ze zich veiliger gaan gedragen in huis? Brandweer Nederland vroeg onderzoeksbureau Tabula Rasa om wetenschappelijk gefundeerde interventies te ontwikkelen die brandveilig gedrag stimuleren bij studenten in particuliere studentenhuizen waar zo n acht à tien studenten wonen. Geen voorlichting, maar juist onbewuste beïnvloeding Het vergroten van het veiligheidsbewustzijn is bij studenten lastig, zoals ook de ervaringen van korpsen op bijvoorbeeld introductieweken aan het begin van het nieuwe studiejaar leren. Maar gelukkig is veiligheidsbewustzijn ook niet nodig om brandveilig gedrag te bewerkstelligen. Gedrag kan namelijk ook beïnvloed worden zonder dat mensen dat zelf in de gaten hebben (dus: zonder dat ze zich daarvan bewust zijn). Door in te spelen op sociale normen bijvoorbeeld. Mensen zijn van nature geneigd zich te gedragen zoals de meeste anderen doen: met name bij gedrag waar we niet bewust over nadenken zijn we kuddedieren. Als we kunnen kiezen tussen een restaurant waar bijna niemand zit en een restaurant waar het druk is, zullen we meestal kiezen voor het tweede. Daar zal het eten wel goed zijn, vertelt ons onbewuste ons. Er zitten immers veel andere mensen. De ontwikkelde interventies zijn er daarom specifiek op gericht om het gedrag van studenten onbewust te veranderen. Zonder dat ze het zelf beseffen. Onderzoek volgens wetenschappelijk onderbouwde methode Op basis van deskresearch, expertise en wetenschappelijke literatuur selecteerde Tabula Rasa een aantal kansrijke interventies. Vervolgens vond een pretest plaats in het laboratorium van de Radboud Universiteit Nijmegen: een gecontroleerde omgeving, zonder invloeden van buitenaf. Studenten voerden afwisselend twee opdrachten uit, een scrambled sentence taak en het beoordelen van afbeeldingen. De afbeeldingen hadden te maken met brandveilig gedrag (bijvoorbeeld een werkende, niet-afgeplakte rookmelder) of met niet-brandveilig gedrag (bijvoorbeeld spullen op de trap). Elke keer als ze een afbeelding bekeken, moesten de deelnemers vervolgens een in stukken geknipte zin weer in de goede volgorde te zetten. Doordat deelnemers zich 5

6 moesten concentreren op de taak, namen ze niet bewust de inhoud van de zin in zich op. De inhoud drong echter wel onbewust door. De deelnemers werden verdeeld over verschillende condities, waarbij één groep zinnen voorgelegd kreeg met de brandweer als afzender. De beoordeling van de afbeeldingen werd gebruikt als maat voor de attitude ten aanzien van brandveiligheid. De resultaten lieten zien dat uitwonende studenten een negatievere attitude hadden ten opzichte van brandveiligheid als de brandweer de afzender van een boodschap was dan als er geen afzender was. Dit impliceert dat de brandweer als afzender weerstand kan oproepen bij studenten. Wellicht door een gevoel van betutteling. Dat kan vervolgens leiden tot een ongewenste reactie: dat ze zich (nog) minder brandveilig gedragen. De uiteindelijke interventies droegen daarom nadrukkelijk geen logo van de brandweer. Drie interventies zijn vervolgens getest in een veldexperiment. Dus niet in een gecontroleerde omgeving, maar in studentenhuizen in drie universiteitssteden in Nederland. Elke stad kreeg een eigen interventie die toegespitst was op een veel voorkomende soort brandonveilig gedrag. In Rotterdam was dat het afplakken van rookmelders, en in Utrecht en Nijmegen het blokkeren van vluchtroutes. De interventies moesten wel praktisch zijn, zodat de brandweer ze makkelijk in studentenhuizen kon achterlaten. Ze kregen daarom de vorm van stickers. De werking van de interventies werd bepaald met behulp van een scorelijst die brandweermedewerkers invulden tijdens huisbezoeken. Een belangrijk detail was dat zij tijdens deze bezoeken geen uniform droegen, maar burgerkleding. Aanleiding hiervoor waren de uitkomsten van het eerder genoemde laboratoriumexperiment. De brandweermedewerkers inspecteerden de algemene ruimtes van de studentenhuizen, zoals gangen, trappen en keukens. Op de scorelijst gaven ze aan hoe de bewoners omgingen met brandveiligheid. Waren er bijvoorbeeld werkende (niet afgeplakte) rookmelders aanwezig, was de apparatuur in de keuken veilig en waren de vluchtroutes vrij van troep. Omdat we puur het effect van de stickers wilden meten, mochten de medewerkers geen voorlichting geven aan de bewoners. Elk huis werd twee keer bezocht: bij het plaatsen van de sticker en een aantal weken daarna. Er werden ook huizen bezocht waar geen sticker was geplaatst; die vormden de controlegroep. Op deze manier kon vastgesteld worden of effecten daadwerkelijk werden veroorzaakt door de interventies en niet door andere factoren (bijvoorbeeld de brandpreventieweken). Descriptieve norm zeer effectief De descriptieve norm (figuur 1) bleek de meest effectieve methode om studenten aan te zetten tot brandveiliger gedrag. In Rotterdam zorgde de sticker met deze interventie ervoor dat studenten de hoofdentree van het pand vaker vrij lieten van vuilniszakken en kratten (van 73% naar 90%). Dat gold eveneens voor de extra vluchtroutes (van 48% naar 92%). De aanwezige installaties in de keuken (gas/elektra/afzuigkap) leverden minder vaak gevaar op na het plakken van de sticker (van 30% naar 10%). Daarnaast verbeterde de hygiëne in de Rotterdamse studentenhuizen door de interventie: 33% van de huizen verschoof van slecht tot redelijk naar goed. [invoegen figuur 1] 6

7 Waarom het werkt? Descriptieve normen gaan over wat men gewoonlijk doet in een bepaalde situatie. Deze norm staat voor wat iedereen doet, datgene wat gebruikelijk is. Mensen handelen hier naar omdat ze de neiging hebben zich aan te passen aan de meerderheid. Dat is het normale gedrag, de norm. Door te communiceren over wat de meeste mensen doen (vooral als het mensen zijn die op hen lijken), activeer je deze norm. In de sticker is dat als volgt gedaan: De meeste studenten zorgen voor werkende rookmelders. Daarnaast benadrukt de tekst het belang van anderen: dat is veiliger voor jezelf en je huisgenoten. Uit onderzoek blijkt dat dit kan aanzetten tot veiliger gedrag. Injunctieve norm leidde ook tot brandveiliger gedrag Ook de injunctieve norm (plaatje 2) had aantoonbaar effect. In Utrecht leidde deze interventie ertoe dat studenten de extra vluchtroutes in hun woning vaker vrij lieten van obstakels als vuilniszakken en kratten (van 42% naar 74%). [Invoegen figuur 2] Deze interventie werkt omdat mensen zich constant spiegelen aan anderen. Ze gedragen zich naar bepaalde sociale normen. Injunctieve normen betreffen regels over wat maatschappelijk verwacht en geaccepteerd wordt. Bijvoorbeeld het stil zijn in een kerk. Door te communiceren over hoe we in onze samenleving vinden dat het hoort, activeer je de injunctieve norm. Een veelvoud aan onderzoek laat zien dat dit een zeer effectieve manier is om ongewenst gedrag de kop in te drukken. De tekst op de sticker heeft ook een licht negatieve insteek: Zet a.u.b. geen kratten, fietsen en vuilnis in de gang. Negatieve informatie valt namelijk eerder op dan positieve informatie en genereert aantoonbaar meer hersenactiviteit. Daarnaast maakt ook deze sticker het belang van anderen saillant: dat blokkeert de vluchtroute voor jezelf en je huisgenoten. Wilt u meer weten over dit project? U vindt het volledige rapport op Voor vragen kunt u terecht bij de landelijk projectleider, mr. J.M.G. van Galen MMI ( of m.vangalen@brandweerflevoland.nl). 7

8 Figuur 1. Descriptieve norm zoals getest in Rotterdam Figuur 2. Injunctieve norm zoals getest in Utrecht 8

9 3. Pilot ouderen een evaluatie van Geen nood bij brand Wat is Geen nood bij brand precies? Door de vergrijzing neemt het aantal kwetsbare ouderen in Nederland toe. Vooral ouderen die in een zorginstelling wonen zijn minder zelfredzaam. Als er brand uitbreekt, is het niet vanzelfsprekend dat zij zichzelf in veiligheid kunnen brengen. En dat geldt natuurlijk ook voor andere mensen die in een instelling wonen, zoals lichamelijk gehandicapten of psychiatrische patiënten. Preventie en een goede voorbereiding op een mogelijke brand zijn dus essentieel. Veiligheidsregio Gelderland-Midden startte daarom met Geen nood bij brand, een samenwerkingsproject tussen brandweerkorpsen en zorginstellingen. Het doel is om de brandveiligheid van zorginstellingen structureel te verbeteren door beter samen te werken. Een goede samenwerking met de brandweer moet ervoor zorgen dat bewoners, medewerkers en bestuurders van zorginstellingen beter voorbereid zijn op noodsituaties. In 2010 won het project de innovatieprijs brandveiligheid. Wat het inhoudt voor zorginstellingen Zorginstellingen doen op vrijwillige basis mee aan Geen nood bij brand. Als ze aan het project deelnemen, vervalt de verplichte veiligheidsinspectie en krijgen ze in plaats daarvan een veiligheidsexpeditie. Een bewoner en een personeelslid lopen dan samen met een preventist van de brandweer door het pand om te kijken hoe (on)veilig het is. Na de expeditie bespreken ze hun bevindingen. Deze worden vastgelegd in een verslag, samen met foto s van de situatie. De brandweer adviseert en reikt mogelijke oplossingen aan om bepaalde situaties te verbeteren. Het verslag kan eventueel omgezet worden in een digitaal trainingsprogramma voor de bedrijfshulpverleners van de instelling. Zij kunnen dan op de computer oefenen met situaties die zich in het eigen gebouw kunnen voordoen. Verder bestaat de mogelijkheid om samen voorlichtingsbijeenkomsten te organiseren èn wordt gezamenlijk een ontruimingsoefening gedaan. De brandweer komt dan bij de instelling langs zodat de oefening realistischer is. Dat biedt voordelen voor alle partijen. Brandweermensen zien meer zorginstellingen van binnen en ervaren de specifieke moeilijkheden (hoe ga je bijvoorbeeld om met doven die het alarm niet kunnen horen?). En personeel en bewoners wennen aan de hulpverleners. Dat scheelt bij een echte brand een hoop paniek. Kijken of het iets oplevert: een evaluatie Het project klinkt heel zinvol. Maar werkt het ook? Zorgt het ervoor dat brandweer en zorginstellingen inderdaad beter gaan samenwerken? En verbetert de brandveiligheid in de instellingen daardoor? Brandweer Nederland wilde antwoord op deze vragen en vroeg daarom aan Consument en Veiligheid tegenwoordig VeiligheidNL geheten om Geen Nood Bij Brand te evalueren met behulp van een onderzoek. De aanpak Consument en Veiligheid voerde 14 gesprekken met directieleden bij verschillende ouderenzorginstellingen in Arnhem. Vervolgens werden er 129 digitale vragenlijsten ingevuld door medewerkers en hun leidinggevenden. Er deden zowel zorginstellingen mee die deelnamen aan Geen Bood bij brand als zorginstellingen die er niet aan deelnamen. Door die twee groepen met elkaar te vergelijken kon het effect van het project vastgesteld worden. Verder 9

10 sprak Consument en Veiligheid met een aantal preventisten die het project uitvoerden, om ook de ervaringen van het korps in Arnhem in kaart te brengen. Positieve resultaten: Geen nood bij brand is een eerste stap in de goede richting Uit de vragenlijsten bleek dat de zorginstellingen die deelnamen aan Geen nood bij brand vaker ontruimingsoefeningen organiseerden dan in de jaren ervoor. Bij de zorginstellingen die niet deelnamen aan het project was hier geen sprake van, het aantal oefeningen bleef bij hen hetzelfde. Een mooi resultaat dus. Andere verschillen tussen de twee groepen werden niet gevonden. De vragenlijsten maakten echter wel goed duidelijk hoe medewerkers denken over brandveiligheid in hun eigen zorginstelling. De interviews gaven nog meer inzicht in hoe over Geen nood bij brand wordt gedacht. Het project werd goed ontvangen door zorgorganisaties. Medewerkers waren erg enthousiast. Ze vonden het plezierig dat de brandweer hen bij hun taak hielp. De manier waarop dit gebeurde werd ook als prettig ervaren: in plaats van binnen te wandelen, technische tekorten te constateren en te dreigen met een boete gaf de brandweer advies en stelde zich toegankelijk op. De samenwerking tussen de zorginstellingen en de brandweer was hierdoor meer open en gelijkwaardig. De preventisten van de brandweer gaven aan dat zij de indruk kregen dat medewerkers in zorginstellingen zich meer bewust waren van veiligheid. Tot slot waren de meeste geïnterviewden van mening dat als de veiligheidsexpedities en ontruimingsoefeningen door blijven gaan, er op lange termijn een betere brandveiligheid kan worden bereikt in de zorg. Die continuïteit is wel een belangrijk punt, want uit de gesprekken blijkt dat de deelnemers 'Geen nood bij brand' vooral als een eenmalige activiteit zien. Verdere cultuuromslag binnen de brandweer nodig Dit onderzoek laat zien dat Geen nood bij brand binnen het korps in Arnhem heeft geleid tot een cultuuromslag. Het project leidde succesvol tot een meer open en gelijkwaardige samenwerking tussen brandweer en zorginstelling. Het is voor zorginstellingen belangrijk dat de manier van werken van de brandweer blijvend verandert. Dat wil zeggen dat zorginstellingen altijd op een open en samenwerkende houding van de brandweer kunnen rekenen, en niet alleen binnen dit specifieke project. Daarom zou Geen nood bij brand doorontwikkeld moeten worden tot een werkwijze: een klantgerichte brandweer die (zorg)organisaties altijd op weg helpt en ondersteunt bij het verhogen van de veiligheid. En daarmee dus meewerkt aan het verbeteren van de veiligheidscultuur in de zorg. Zorginstellingen zien graag een brandweer die praktisch meedenkt en laat zien dat zij de instellingen begrijpt en de regels kan toepassen op de praktijk. Een brandweer die op een prettige (voorlichtende, niet belerende) manier helpt om de beleidsdoelen te behalen als het gaat om veiligheid. En een brandweer die de verantwoordelijkheid voor veiligheid neerlegt waar die hoort: bij de zorginstelling. Wilt u meer weten over dit project? U vindt het volledige rapport op Voor vragen kunt u terecht bij de landelijk projectleider, mr. J.M.G. van Galen MMI ( of m.vangalen@brandweerflevoland.nl). 10

11 4. Pilot achterstandswijken een veldonderzoek naar de effecten van voorlichting aan huis Brand treft achterstandswijken het vaakst Veruit de meeste branden vinden plaats bij mensen thuis. Elk jaar sterven in Nederland ongeveer 40 mensen door woningbranden. Meer dan 700 mensen raken ernstig gewond. Brand kan iedereen overkomen, zou je denken. Maar brand blijkt te discrimineren Het komt veel vaker voor in wijken met een lage sociaaleconomische status. Achterstandswijken dus. Brandweer Amersfoort ontwikkelde een preventiegerichte aanpak om de brandveiligheid te bevorderen 1. De kern van de aanpak is bij mensen thuis langsgaan, hen wijzen op brandgevaar in hun huis, en tot slot gratis rookmelders plaatsen. Het doel is om kennis over brandpreventie te vergroten en bewoners aan te zetten tot brandveilig(er) gedrag. Uiteindelijk wil de brandweer daarmee het risico op woningbrand verkleinen en mensen er zo goed mogelijk op voorbereiden als het onverhoopt toch zou gebeuren. Is de aanpak effectief genoeg om overal in te voeren? De woningbezoeken leidden in de gemeente Amersfoort tot positieve reacties. Ook andere veiligheidsregio s zijn enthousiast. Brandweer Nederland wilde weten of deze aanpak ook echt werkt en vroeg onderzoeksbureau Tabula Rasa om de effectiviteit te toetsen in een pilot. De uitkomsten leveren Brandweer Nederland input voor verdere besluitvorming over mogelijke landelijke implementatie: wegen de kosten voldoende op tegen de baten? Brandweer Nederland liet ook onderzoeken of het voor de effectiviteit van de aanpak uitmaakt of de brandweer gratis rookmelders monteert. Veldonderzoek in Den Haag en Helmond De Amersfoortse aanpak is getest in een veldonderzoek. Dat houdt in dat inspecteurs van de brandweer een echte aandachtswijk bezochten. In veiligheidsregio Haaglanden was dat Morgenstond, een Haagse wijk uit de jaren vijftig. In Brabant-Zuidoost ging het om Helmond-West. Beide zijn in het verleden aangewezen als vogelaarwijk. Het zijn buurten met hoge werkeloosheid, verouderde huizen, veel allochtonen, weinig sociale samenhang en veel gevoelens van onveiligheid. Iedere wijk werd opgedeeld in verschillende groepen. Bij huizen in één groep gaf een inspecteur van de brandweer voorlichting aan de bewoners. Ook plaatste hij een gratis rookmelder. Bewoners van huizen in een tweede groep kregen ook voorlichting, maar géén rookmelder. De brandweerinspecteur raadde deze mensen wel nadrukkelijk aan om er één te kopen en op te hangen. Verder waren er woningen die geen voorlichting en rookmelders kregen (een controlegroep). Zo konden we uitsluiten dat gevonden resultaten ergens anders door veroorzaakt werden. De inspecteurs bezochten de woningen twee keer: voorafgaand aan de voorlichting en drie weken daarna. Tijdens beide bezoeken vulde de inspecteur een scorelijst in over de brandveiligheid in de woning, en het gedrag en de 1 Deze aanpak wordt in detail beschreven in Handboek Veilig Wonen. 11

12 kennis van de bewoners als het gaat om brand en brandveiligheid. Door de scorelijsten van voor en na de voorlichting met elkaar te vergelijken, kon het effect van de voorlichting aan huis vastgesteld worden. Voorlichting leidt tot brandveiliger gedrag èn meer kennis over brandveiligheid Voorlichting aan huis werkt. Zowel de bewoners die een rookmelder ontvingen als de bewoners die alleen een aanbeveling kregen, gedroegen zich na de voorlichting aantoonbaar brandveiliger. Ze gebruikten minder vaak brandbare kaarsenstandaarden en verlieten minder vaak de kamer als er kaarsen branden. Ook verlieten ze minder vaak de keuken als er een pan op het vuur staat en trad er verbetering op in het vervangen/schoonmaken van het filter van de afzuigkap. Daarnaast hielden ze de ruimte rond de cv-ketel vaker vrij van spullen en waren er minder vaak beschadigde snoeren aanwezig. Ook gaven ze vaker aan stekkers van elektrische apparaten uit het stopcontact te trekken bij onweer. Ook de kennis over brand en brandveiligheid verbeterde. Na de voorlichting aan huis wisten meer mensen wat een vluchtplan is, hoe ze de vlam in de pan moeten doven en waar de hoofdafsluiters van gas en elektra zich bevinden. Rookmelders plaatsen is zinvol; bewoners doen dit zelf niet Voorlichting in combinatie met het aanbevelen van een rookmelder leidde niet tot een toename van het aantal rookmelders. Het zette bewoners dus niet aan tot het aanschaffen en ophangen ervan. Daarom is het zinvol om mensen in achterstandswijken naast voorlichting ook rookmelders te geven (en meteen op te hangen). Ook al gedragen ze zich na voorlichting brandveiliger, s nachts zullen ze bij brand nog steeds niet wakker worden als ze geen rookmelder hebben. Dankzij huisbezoeken meer inzicht in onveilige situaties in de wijken Tijdens de huisbezoeken troffen de inspecteurs de nodige brandonveilige situaties aan. Gevaarlijke, zelf aangelegde elektrische installaties bijvoorbeeld. En brandcompartimenten die doorgebroken waren, terwijl ze eigenlijk bedoeld waren om vuur en rook te vertragen. Ook ontbraken er vaak rookmelders. Of ze waren wel aanwezig maar werkten niet. Er werd zelfs een keer een gaslek aangetroffen. Er zijn dus nog veel verbeteringen mogelijk. Inzet op bewoners in aandachtswijken is dan ook zinvol. Voor de brandweer zelf is het goed om inzicht te hebben in de situatie in de woningen in buurt. Wegen kosten op tegen baten? Het is aan de brandweer om te besluiten of de gevonden effecten groot genoeg zijn en of de kosten van de methode opwegen tegen de baten. Wel is het goed daarbij te bedenken dat voorlichting aan huis kan bijdragen aan de zichtbaarheid van de brandweer in de wijk. Als brandweer laten zien dat je actief aan preventie doet kan maatschappelijk gezien een waardevolle bijdrage hebben. Het lijkt zinvol om met externe partijen als woningcorporaties om de tafel te gaan zitten. In de bezochte wijken waren sommige huizenblokken gerenoveerd door de woningcorporatie en voorzien van onder andere nieuwe verwarmingsketels, gasslangen en rookmelders. Deze woningen waren opvallend brandveiliger dan woningen in blokken die op de slooplijst staan. 12

13 Daar werden soms zeer brandgevaarlijke situaties aangetroffen. Samenwerking met woningcorporaties kan een grote stap voorwaarts zijn in het brandveiliger maken van achterstandwijken. Wilt u meer weten over dit project? U vindt het volledige rapport op Voor vragen kunt u terecht bij de landelijk projectleider, mr. J.M.G. van Galen MMI ( of m.vangalen@brandweerflevoland.nl). 13

14 14

15 5. Pilot jeugd - een veldonderzoek naar twee voorlichtingsmethoden voor basisschoolleerlingen Veel verschillende manieren om voorlichting te geven over brand Kinderen zijn een belangrijke doelgroep als het gaat om voorlichting over brandveiligheid. Jong geleerd is immers oud gedaan, en via kinderen kun je ook de ouders bereiken. De Nederlandse brandweer organiseert dan ook veel voorlichtingsactiviteiten voor basisscholen. In veel plaatsen staan brandweermensen voor de klas om voorlichting te geven. Elders worden leerlingen juist rondgeleid op kazernes of organiseert de brandweer samen met school een reis naar een educatief kinderdorp in Duitsland (Floriansdorf). Er bestaan zelfs kant-en-klare lespakketten die docenten meteen kunnen gebruiken. Sommige korpsen combineren een aantal van deze voorlichtingsmethoden in een integraal pakket dat ze aanbieden aan scholen. Wat is nu eigenlijk het effect? Tot nu toe was nog niet onderzocht of deze voorlichtingsmethoden het gewenste effect hebben. Leren kinderen echt iets over brandpreventie? En brengen ze dit ook over op hun ouders? En zo ja, welke methode is dan het meest effectief? Brandweer Nederland zocht een antwoord op deze vragen en vroeg daarom aan onderzoeksbureau Tabula Rasa om in een pilot twee methoden te toetsen. Methode 1: een lespakket dat gratis wordt verstrekt aan scholen Veiligheidsregio Brabant Zuid-Oost ontwikkelde een aantal jaar geleden het lespakket Brááánd Jij, de brandweer en veiligheid. Leerlingen krijgen van hun eigen docent les over brandveiligheid met behulp van een instructieboek en interactieve opdrachten. In 2010 kreeg dit lespakket de Jan van der Heyden innovatieprijs. Methode 2: een brandweerfunctionaris geeft voorlichting aan de klas Waarschijnlijk de meest voorkomende voorlichtingsmethode in Nederland: een brandweerfunctionaris brengt een bezoek aan een school om het met de leerlingen te hebben over brandveiligheid. Met behulp van een PowerPointpresentatie verzorgt de functionaris een les waarin de belangrijkste onderwerpen aan bod komen. Toetsen in de praktijk met een wetenschappelijk onderbouwde onderzoeksmethode Het lespakket en de voorlichting door een brandweerfunctionaris zijn getest in een veldonderzoek. Dat wil zeggen dat het onderzoek in de natuurlijke omgeving plaatsvond, namelijk op echte basisscholen. Deze bevonden zich in de deelnemende brandweerregio s Brabant-Zuidoost, Limburg-Noord, Drenthe en Zuid-Limburg. Op basis van beschikbaar gesteld lesmateriaal 2 ontwikkelde Tabula Rasa twee vragenlijsten. Eén om het kennisniveau van leerlingen te meten en één om het kennisniveau, de betrokkenheid en het gedrag van ouders te meten. Op vier Presentaties van brandweerfunctionarissen die voorlichting geven, en het lespakket 2 Brááánd Jij, de brandweer en veiligheid. 15

16 verschillende scholen vulden leerlingen (uit groep zeven of acht) en hun ouders een vragenlijst in. Dit gebeurde voorafgaand aan een voorlichtingsmethode en een aantal weken daarna. Ook op vier scholen waar geen voorlichting werd gegeven (controlegroepen) zijn op twee momenten vragenlijsten afgenomen, wederom bij zowel leerlingen als hun ouders. Door de twee meetmomenten van elke school met elkaar te vergelijken, en tevens door de scholen met en de scholen zonder voorlichting tegen elkaar af te zetten, werden de effecten van de methoden aangetoond. Als check op de betrouwbaarheid van de resultaten van de vragenlijsten, werden per school een aantal ouders geïnterviewd. Op deze wijze konden we controleren of mensen bijvoorbeeld sociaalwenselijke antwoorden hebben ingevuld. Pilot toont aan dat beide methoden effectief zijn Zowel het lespakket Brááánd als voorlichting door een brandweerfunctionaris hebben effect op leerlingen èn hun ouders. Het lespakket behaalde in deze pilot bij kinderen iets betere resultaten dan de voorlichting door een brandweerfunctionaris. Er waren echter geen grote verschillen. Bij ouders was er geen verschil tussen de twee methoden. Aanbeveling: inhoud en moeilijkheidsgraad van lesmateriaal aanpassen Op veel vragen en stellingen gaf de meerderheid van de leerlingen al voorafgaand aan de voorlichting over brand het goede antwoord. Dit kan betekenen dat de inhoud van het lesmateriaal te simpel is voor kinderen van tien à elf jaar. Er waren echter ook vragen waarop de scores na de voorlichting laag bleven of slechts weinig verbeterden. Deze onderwerpen (bijvoorbeeld een vluchtplan) komen wellicht op dit moment niet voldoende of niet uitgebreid genoeg aan bod in de leerstof. Een belangrijke aanbeveling is dan ook om het huidige lesmateriaal aan te passen. Wellicht is een update van de leerstof al genoeg om het effect te vergroten. Omdat dit onderzoek lijkt te bevestigen dat voorlichting aan kinderen ook een effect heeft op ouders, is het zinvol om het lesmateriaal uit te breiden met opdrachten waarbij leerlingen in kaart moeten brengen hoe thuis met brandveiligheid wordt omgaan. Op die manier wordt gestimuleerd dat kinderen met hun ouders over het onderwerp spreken. Combinatie van methoden lijkt kansrijk Het lijkt zinvol om een lespakket te combineren met een bezoek van de brandweer. Dat zorgt er vermoedelijk voor dat kinderen informatie (nog) beter onthouden. Bij het maken van de opdrachten uit het lespakket gaat het om het verwerken van kennis. Een bezoek aan brandweer spreekt de verbeeldingskracht van de kinderen aan. Dat zijn twee verschillende manieren van informatieverwerking die allebei hun voordelen voor opslag in het geheugen hebben èn die elkaar versterken. Wilt u meer weten over dit project? U vindt het volledige rapport op Voor vragen kunt u terecht bij de landelijk projectleider, mr. J.M.G. van Galen MMI ( of m.vangalen@brandweerflevoland.nl). 16

17 17

18 6. Brandweer intern: Brandveilig Leven incorporeren in het dagelijks werk Het doorvoeren van Brandveilig Leven heeft ook gevolgen voor de repressieve dienst. In veel gevallen is het namelijk de bedoeling dat repressiemedewerkers een bijdrage gaan leveren, bijvoorbeeld in de vorm van huisbezoeken. Een dergelijke uitbreiding van de taak is niet per definitie populair. Brandweer Nederland heeft advies- en onderzoekbureau Tabula Rasa verzocht een pilot uit te voeren over de vraag hoe de taakuitbreiding op zo n manier ingebed kan worden in het gedrag en de attitude van repressiemedewerkers dat vermijdbare weerstanden ook daadwerkelijk vermeden worden. De methodiek De pilot startte met een kwalitatief onderzoek in de vorm van diepteinterviews. Er werden gesprekken gevoerd met brandweerfunctionarissen in de regio s Noord-Holland Noord, Rotterdam-Rijnmond en IJsselland. Er is zowel met brandwachten als leidinggevenden gesproken, en zowel met beroepsbrandweerlieden als vrijwilligers. De interviews gaven niet alleen inzicht in het gedrag, kennisniveau en attitude van de medewerkers ten opzichte van BrandVeilig Leven, maar ook in hun professionele identiteit. Hierdoor konden de geselecteerde interventies en het daarin toegepaste materiaal (powerpointpresentaties, animatiefilmpje) goed worden afgestemd op de brandweerorganisatie. De drie interventies die in deze pilot werden geïmplementeerd om de acceptatie van Brandveilig Leven te bevorderen, worden hieronder beschreven. Het zijn alle drie varianten van de cascademethode, en ze werden gekozen op basis van relevante wetenschappelijke literatuur en praktijkervaring op het gebied van gedragsverandering. 1. Cascademethode: tweerichtingsverkeer via de lijnorganisatie Een sociaal wetenschappelijke en in de praktijk bij uiteenlopende organisaties beproefde methode om de communicatie rond ingrijpende veranderingen te communiceren is de cascademethodiek. Door zorgvuldig en tijdig via de lijn te communiceren en vragen te beantwoorden kunnen weerstanden voorkomen worden. Het voordeel van deze aanpak is dat medewerkers de kans krijgen zich uit te spreken en hun vragen te stellen, terwijl het proces goed gemonitord wordt waardoor bijsturing mogelijk is. Cruciale elementen van de cascademethodiek zijn: Gebruik maken van de lijnorganisatie. De communicatie gaat laag voor laag, te beginnen bij de eindverantwoordelijke / directie en de managementlaag eronder. Uit elke laag wordt weer teruggekoppeld zodat het topmanagement informatie heeft om tijdig bij te kunnen sturen. Ook wordt bewaakt of vragen van medewerkers beantwoord worden. Na vragen en discussie wordt expliciet commitment van leidinggevenden op alle niveaus gevraagd. Het voordeel daarvan is, dat wie zich in het openbaar uitspreekt om iets te doen, zich daar in het algemeen ook aan 18

19 houdt. Deze stap wordt in alle managementlagen gezet. De methode dwingt af dat informatie over gewenste verandering grondig verwerkt wordt door alle managers en medewerkers. Door veranderingen met elkaar door te spreken gaat nieuwe informatie deel uitmaken van het langetermijngeheugen. Deze discussies over de verandering en consequenties voor het eigen werk vinden plaats in het werkoverleg met de direct leidinggevende. De rol en houding van de leidinggevende zijn erg belangrijk in het proces. De leidinggevende bepaalt de sfeer tijdens het overleg, vooral als hij/ zij een negatieve attitude heeft. De kleine setting van het werkoverleg biedt het voordeel dat schadelijke effecten die zich in grote groepen vaak voordoen vermeden worden. Terwijl het vertrouwde karakter van het overleg in de eigen groep eraan bijdraagt dat ieder zich uitspreekt. Om te voorkomen dat er interpretatieverschillen ontstaan, is het belangrijk eenheid van informatie te garanderen. Iedereen krijgt dezelfde informatie op papier uitgereikt: mensen kunnen het verhaal van de leidinggevende dus ook nalezen. Ook centraal gemaakte powerpointpresentaties dragen hieraan bij. Verplichte feedback uit alle werkoverleggen zodat duidelijk wordt of het proces op koers ligt en welke vragen, suggesties en knelpunten er zijn. Dit is een cruciaal element in de cascademethodiek. Vragen van managers en medewerkers worden ook weer via de lijn beantwoord, zodat mensen zien dat de interne communicatie goed wordt aangepakt: zij krijgen adequate informatie en hun vragen en reacties worden serieus genomen. Niet alles kan gehonoreerd worden; dan is het des te belangrijker om aan te geven waarom iets niet kan. 2. Cascademethode in combinatie met het behoud van de professionele identiteit Deze methode is gebaseerd op het onderzoeksinzicht dat naarmate de professionele identiteit van een medewerker duidelijker is en ook onaangetast blijft, hij gemakkelijker veranderingen in de organisatie of het werk aan kan. Immers, het werk kan dan op onderdelen wel veranderen, maar hij blijft bijvoorbeeld arts of brandweerman. De identiteit staat dus niet op de tocht. Er kan van alles veranderen in het werk, maar zolang dat past binnen de professionele identiteit hoeft dit niet al te bedreigend te zijn. (Daar zijn natuurlijk grenzen aan: het werk kan zo ingrijpend veranderen dat de identiteit daardoor wel aangetast wordt). 3.Cascademethode in combinatie met professionele identiteit en imagery De cascademethode en professionele identiteit kunnen ook gecombineerd worden met imagery. Imagery appelleert rechtstreeks aan het verbeeldingsvermogen van de brandweermedewerkers. De prikkeling van de verbeelding zorgt voor betere opslag in het geheugen. Imagery kan vorm krijgen in een narratieve verpakking. Dit houdt in dat de veranderingen in een verhaalvorm worden weergegeven. Mensen herkennen 19

20 zich in het verhaal en er wordt een beroep gedaan op hun verbeelding ( stel je eens voor dat ). Uit onderzoek blijkt dat de combinatie van beeld en woorden beter wordt verwerkt en opgeslagen dan alleen verbale communicatie. Deze interventie is toegepast in de vorm van een animatie. Veldexperimenten in drie Veiligheidsregio s De veldexperimenten zouden bij korpsen in drie Veiligheidregio s uitgevoerd worden: Noord-Holland Noord, Rotterdam-Rijnmond en IJsselland. De opzet was dat in alle deelnemende regio s de drie genoemde varianten van de cascademethodiek naast elkaar getest zouden worden, steeds met inbegrip van een controlegroep. Pilot bleek lastig uit te voeren in de praktijk Gedurende de pilot deden zich veel praktische problemen voor die erin resulteerden dat de pilot niet kon worden uitgevoerd conform de originele opzet en planning. IJsselland trok zich halverwege de pilot terug omdat men uiteindelijk geen repressiemedewerkers zou inzetten voor Brandveilig Leven. In Rotterdam- Rijnmond is men gaandeweg volgens een afwijkende methode en volgens een andere planning gaan werken. In Noord-Holland Noord kon de pilot wel volgens de onderzoeksopzet doorgang vinden. Daar is de cascade door een vertraagde start evenwel slechts voor een klein deel doorlopen: gedurende de looptijd van de pilot was slechts één bijeenkomst haalbaar. Als gevolg daarvan is via de lijnorganisatie (nog) geen feedback gegeven op belangrijke vragen over en ervaren knelpunten met betrekking tot Brandveilig Leven. Dit laatste is echter wel een cruciaal onderdeel van de methodiek. Concreet betekent dit dat er onvoldoende gegevens verzameld konden worden om conclusies te kunnen trekken. Conclusie Conclusies over de effectiviteit van de cascademethodiek kunnen door de beschreven hindernissen bij de uitvoering van de pilot niet getrokken worden. Het kwalitatief vooronderzoek bij de diverse korpsen heeft echter veel gegevens opgeleverd over de kennis, de percepties en de attitudes ten aanzien van Brandveilig Leven en de taken die invoering van Brandveilig Leven met zich meebrengt. Zo blijkt Brandveilig Leven relatief onbekend te zijn bij repressiemedewerkers, en vinden ze dat preventieve taken thuishoren bij preventiemedewerkers. 3 Bovendien zijn de ervaringen met de uitvoering van deze pilot leerzaam. De verhouding tussen per traditie autonoom werkende korpsen en het doorvoeren van nieuwe landelijke beleidslijnen is op zijn minst gecompliceerd. Wilt u meer weten over dit project? U vindt het volledige rapport op Voor vragen kunt u terecht bij de landelijk Een uitgebreidere bespreking van de resultaten van het vooronderzoek is opgenomen 3 in de rapportage Tussentijdse rapportage resultaten kwalitatief onderzoek - pilot brandweer intern. 20

21 projectleider, mr. J.M.G. van Galen MMI ( of 21

Brandveilig Leven - pilot aandachtswijken. Resultaten van een veldonderzoek naar de effectiviteit van voorlichting aan huis

Brandveilig Leven - pilot aandachtswijken. Resultaten van een veldonderzoek naar de effectiviteit van voorlichting aan huis Brandveilig Leven - pilot aandachtswijken Resultaten van een veldonderzoek naar de effectiviteit van voorlichting aan huis Nieuwe focus brandweer Hoe kunnen we brand voorkomen? Brandveilig Leven Verschillende

Nadere informatie

Brandveiligheid stimuleren in studentenhuizen middels sociaal psychologische interventies

Brandveiligheid stimuleren in studentenhuizen middels sociaal psychologische interventies Brandveiligheid stimuleren in studentenhuizen middels sociaal psychologische interventies Resultaten van een veldexperiment in Utrecht, Rotterdam en Nijmegen In opdracht van de NVBR Den Haag, maart 2012

Nadere informatie

Vaststellen van het effect van voorlichting over brand bij basisschoolleerlingen en hun ouders

Vaststellen van het effect van voorlichting over brand bij basisschoolleerlingen en hun ouders Vaststellen van het effect van voorlichting over brand bij basisschoolleerlingen en hun ouders Resultaten van een veldonderzoek naar twee voorlichtingsmethoden In opdracht van de NVBR Den Haag, maart 2012

Nadere informatie

Brandveilig Leven: Bedreven in Brandveilig Leven kennis opdoen en delen op de netwerkdag

Brandveilig Leven: Bedreven in Brandveilig Leven kennis opdoen en delen op de netwerkdag Brandveilig Leven: Bedreven in Brandveilig Leven kennis opdoen en delen op de netwerkdag Netwerkdag 27 april 2011 Rob Frek Portefeuillehouder verantwoordelijkheidsverdeling en veiligheidsbewustzijn Directeur

Nadere informatie

5.2.1 Groep 1: plaatsen van rookmelders + voorlichting... 33. 5.2 Effecten regio Brabant-Zuidoost...

5.2.1 Groep 1: plaatsen van rookmelders + voorlichting... 33. 5.2 Effecten regio Brabant-Zuidoost... Onderzoek effectiviteit Handboek Veilig Wonen Resultaten van een veldonderzoek in aandachtswijken in de regio s Haaglanden en Brabant-Zuidoost In opdracht van Brandweer Nederland Den Haag, februari 2013

Nadere informatie

Brandveilig op kamers. Tips voor een brandveilige kamer

Brandveilig op kamers. Tips voor een brandveilige kamer Brandveilig op kamers Tips voor een brandveilige kamer Een brand overkomt mij niet. Wat je kunt doen Plaats een rookmelder op elke verdieping in de gangen en bij voorkeur ook in je eigen kamer. Bepaal

Nadere informatie

Handreiking 'Geen Nood Bij Brand'!

Handreiking 'Geen Nood Bij Brand'! Handreiking 'Geen Nood Bij Brand'! Een positieve verschuiving op attitude, risicoperceptie en bewustwording van brandveiligheid binnen de zorginstelling Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Geen Nood Bij Brand!

Nadere informatie

Voorlichting. in het kader van Brandveilig Leven. Brand is geen grap: http://www.youtube.com/watch?v=l9cqrfehspy

Voorlichting. in het kader van Brandveilig Leven. Brand is geen grap: http://www.youtube.com/watch?v=l9cqrfehspy Voorlichting in het kader van Brandveilig Leven Brand is geen grap: http://www.youtube.com/watch?v=l9cqrfehspy Programma I. De brandweer II. III. IV. Brandveilig Leven De praktijk: het woningbezoek 1.

Nadere informatie

Brandveilig Leven Toepassing op de woonomgeving

Brandveilig Leven Toepassing op de woonomgeving Brandveilig Leven Toepassing op de woonomgeving Inhoudsopgave Inleiding 6 Deel A: Brandveilig leven in de maatschappelijke context 11 1 Wat is brandveilig leven? 12 1.1 Inleiding 12 1.2 Aanleiding en achtergrond

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht Pilot Brandveilig Leven in rzicht Evaluatie huisbezoeken VERSIEBEHEER Versie Datum Auteur 1. juni 212 RP 1.1 2 juni 212 RP 1 Samenvatting Dit is de evaluatie van de pilot Brandveilig leven in rzicht, die

Nadere informatie

Maak van je roze wolk geen rookwolk! Zeven makkelijke tips voor een brandveilige omgeving voor jou en je kindje

Maak van je roze wolk geen rookwolk! Zeven makkelijke tips voor een brandveilige omgeving voor jou en je kindje Maak van je roze wolk geen rookwolk! Zeven makkelijke tips voor een brandveilige omgeving voor jou en je kindje Maak van je roze wolk geen rookwolk! Van harte gefeliciteerd! Je bent in verwachting of hebt

Nadere informatie

Wie waakt als je slaapt? Rookmelders laten je niet stikken!

Wie waakt als je slaapt? Rookmelders laten je niet stikken! Wie waakt als je slaapt? Rookmelders laten je niet stikken! 1 Brand! Je moet er niet aan denken dat je op een nacht wakker schrikt omdat er brand is. De paniek die dan uitbreekt. Hoe breng je jezelf, je

Nadere informatie

Wie waakt als je slaapt? Rookmelders redden levens!

Wie waakt als je slaapt? Rookmelders redden levens! Wie waakt als je slaapt? Rookmelders redden levens! 1 Rookmelders laten je niet stikken! 2 Brand! Je moet er niet aan denken dat je op een nacht wakker schrikt omdat er brand is. De paniek die dan uitbreekt.

Nadere informatie

Project Veilig Wonen Brandweer Amersfoort

Project Veilig Wonen Brandweer Amersfoort Project Veilig Wonen Brandweer Amersfoort Informatief verslag Dit is een uitgave van Brandweer Amersfoort, afdeling Veiligheid, augustus 2007 INHOUD pag. 1. Brandweer Amersfoort 3 2. Aanleiding en achtergrond

Nadere informatie

Uitkomsten woningchecks 18 minuten-plus gebieden Accolade. Fryslân

Uitkomsten woningchecks 18 minuten-plus gebieden Accolade. Fryslân Uitkomsten woningchecks 18 minuten-plus gebieden Accolade Fryslân Uitgangspunten project woningchecks 18 minuten-plus gebieden Het project richtte zich enkel op permanent bewoonde woningen waarbij Brandweer

Nadere informatie

Notitie Informatie. BRANDVEILIG LEVEN van én voor iedereen

Notitie Informatie. BRANDVEILIG LEVEN van én voor iedereen Notitie Informatie BRANDVEILIG LEVEN van én voor iedereen 1 In de vergadering van 27 september 2013 heeft het AB zijn goedkeuring gegeven aan het Jaarverslag Brandveilig Leven 2012 2013. Activiteiten voor

Nadere informatie

Brandveiligheid in de zorg

Brandveiligheid in de zorg Brandveiligheid in de zorg HANDIGE TIPS om brand te voorkomen en goed te kunnen reageren bij brand Versie voor zelfstandig wonen met zorg Maak de zorg brandveilig TIPS OM Brandveiligheid is een belangrijk

Nadere informatie

Bijlagen. 1. Persbericht oktober 2012. 2. Artikelen: Brandpreventieweek in het nieuws. 3. (Stopper) advertenties

Bijlagen. 1. Persbericht oktober 2012. 2. Artikelen: Brandpreventieweek in het nieuws. 3. (Stopper) advertenties Bijlagen 1. Persbericht oktober 2012 2. Artikelen: Brandpreventieweek in het nieuws 3. (Stopper) advertenties 4. Alle materialen: poster, folder, pen etc. 5. Consumentensite www.watdoejijbijbrand.nl 6.

Nadere informatie

Brandveiligheid in de zorg

Brandveiligheid in de zorg Brandveiligheid in de zorg HANDIGE TIPS om brand te voorkomen en goed te kunnen reageren bij brand Versie voor zelfstandig wonen met zorg Brochure-IkMaakDeZorgBrandveilig_AB3-v3.indd 1 20-06-17 09:33 Maak

Nadere informatie

BRANDVEILIG LEVEN Programmamap Venlo, maart 2015

BRANDVEILIG LEVEN Programmamap Venlo, maart 2015 BRANDVEILIG LEVEN Programmamap Venlo, maart 2015 Brandveilig Leven De brandweer Limburg-Noord legt steeds meer het accent op het voorkómen van brand in plaats van de bestrijding ervan. Binnen de brandweerwereld

Nadere informatie

Brandveiligheid in de zorg

Brandveiligheid in de zorg Brandveiligheid in de zorg HANDIGE TIPS om brand te voorkomen en goed te kunnen reageren bij brand Versie voor ziekenhuizen, revalidatiecentra, umc s en tijdelijk verblijf in de ggz Maak de zorg brandveilig

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek

Nadere informatie

Brandveiligheid in de zorg

Brandveiligheid in de zorg Brandveiligheid in de zorg HANDIGE TIPS om brand te voorkomen en goed te kunnen reageren bij brand Versie voor zorginstellingen voor langdurende zorg Maak de zorg brandveilig TIPS OM Brandveiligheid is

Nadere informatie

Brandveiligheid in de zorg

Brandveiligheid in de zorg Brandveiligheid in de zorg HANDIGE TIPS om brand te voorkomen en goed te kunnen reageren bij brand Versie voor ziekenhuizen, revalidatiecentra, umc s en tijdelijk verblijf in de ggz Brochure-IkMaakDeZorgBrandveilig_AB1-v4.indd

Nadere informatie

TUNE TECHNIEK WETEN WAT WERKT. Over de testcase De Uitvinders en het Verborgen Oog

TUNE TECHNIEK WETEN WAT WERKT. Over de testcase De Uitvinders en het Verborgen Oog WETEN WAT WERKT GO! TUNE TECHNIEK WETEN WAT WERKT Over de testcase De Uitvinders en het Verborgen Oog Tune Techniek wil dat de nieuwsgierigheid die van nature bij kinderen aanwezig is, gestimuleerd en

Nadere informatie

Raadsbrief brandveiligheid kamerbewoning

Raadsbrief brandveiligheid kamerbewoning Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Raadsbrief brandveiligheid kamerbewoning Programma BW-nummer Portefeuillehouder H.M.F. Bruls Samenvatting De 50 jaarlijkse controles die de brandweer de afgelopen 4 jaar

Nadere informatie

1 Heeft u één (of meerdere) rookmelder(s) in huis hangen?

1 Heeft u één (of meerdere) rookmelder(s) in huis hangen? Brandveiligheid Brand. Iets waar we liever niet aan denken. Met een paar maatregelen kun je brand tijdig signaleren. 1 Heeft u één (of meerdere) rookmelder(s) in huis hangen? 28% (n=96) 25% 24% 24% 24%

Nadere informatie

Brandveiligheid in de zorg

Brandveiligheid in de zorg Brandveiligheid in de zorg HANDIGE TIPS om brand te voorkomen en goed te kunnen reageren bij brand Versie voor zorginstellingen voor langdurende zorg Brochure-IkMaakDeZorgBrandveilig_AB2-v3.indd 1 20-06-17

Nadere informatie

Checklist Brandveiligheid Thuis. Algemeen Postcode Woonplaats Tel. nummer Datum check

Checklist Brandveiligheid Thuis. Algemeen Postcode Woonplaats Tel. nummer Datum check Checklist Brandveiligheid Thuis Algemeen Postcode Woonplaats Tel. nummer Datum check Checklist brandveiligheid thuis Brandweer Twente besteedt veel aandacht aan het voorkomen van brand. Mensen die door

Nadere informatie

Data en trendanalyse Brandveilig Leven. Woningbranden en woningcheck s brandveiligheid 2010 t/m 2012

Data en trendanalyse Brandveilig Leven. Woningbranden en woningcheck s brandveiligheid 2010 t/m 2012 Data en trendanalyse Brandveilig Leven Woningbranden en woningcheck s brandveiligheid 2010 t/m 2012 Afdeling: Onderzoek & Analyse Team Brandveilig Leven Auteur: Lucie Berning Opdrachtgever: A.P. de Graaf,

Nadere informatie

Woningcontrole brandveiligheid

Woningcontrole brandveiligheid Woningcontrole brandveiligheid De woningcontrole brandveiligheid (Home-Safety-Check) werd door de brandweer ontwikkeld om bewoners bewust te maken van de gevaren van brand en de preventieve maatregelen

Nadere informatie

Communicatie in het horecabedrijf. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Wat is communicatie?

Communicatie in het horecabedrijf. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Wat is communicatie? Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over communicatie in het horecabedrijf. In de horeca ga je om met gasten en communiceer je met ze. Je gaat als medewerker ook om met je collega s en je zult het

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleiding.

Hoofdstuk 1. Inleiding. 159 Hoofdstuk 1. Inleiding. Huisartsen beschouwen palliatieve zorg, hoewel het maar een klein deel van hun werk is, als een belangrijke taak. Veel ongeneeslijk zieke patiënten zijn het grootse deel van

Nadere informatie

Community Safety aanpak & ontwikkelingen

Community Safety aanpak & ontwikkelingen Community Safety aanpak & ontwikkelingen Bijeenkomst Brandveiligheid voor en door de burger 7 mei 2011 Community Safety aanpak & ontwikkelingen Belang van Community Safety Ontwikkelingen in Nederland Aanpak

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

Scootmobielen. Tips voor een brandveilig gebruik

Scootmobielen. Tips voor een brandveilig gebruik Scootmobielen Tips voor een brandveilig gebruik Plaats een scootmobiel nooit in de vluchtroute Scootmobiel of elektrische rolstoel? Een scootmobiel is niet hetzelfde als een elektrische rolstoel. Een scootmobiel

Nadere informatie

Planmatig samenwerken met ouders

Planmatig samenwerken met ouders Ouderparticipatie Team Planmatig samenwerken met ouders Samen vooruit! Tamara Wally Tamara Wally (MSc.) is werkzaam bij de CED- Groep. Ze werkte mee aan de publicatie Samen vooruit, over planmatig werken

Nadere informatie

Waarom PPMO? Periodiek Preventief Medisch Onderzoek voor repressief brandweerpersoneel

Waarom PPMO? Periodiek Preventief Medisch Onderzoek voor repressief brandweerpersoneel Waarom PPMO? CAO-afspraak: individuele monitoring i.p.v. leeftijdsgrens voor werken in repressieve functie Behoefte aan eenduidige keuringen en testen Bijzondere karakter van brandweerman of vrouw maakt

Nadere informatie

Ontruimingscampagne zorgorganisaties Oktober 2010

Ontruimingscampagne zorgorganisaties Oktober 2010 Ontruimingscampagne zorgorganisaties Oktober 2010 Overzicht Inleiding Van 1 t/m 31 oktober 2010 worden de nationale brandpreventieweken gehouden. Dit jaar is het campagnethema 'Wat doe JIJ bij brand?'.

Nadere informatie

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma 7 Samenvatting 8 Dit proefschrift beschrijft de voorbereiding op de landelijke implementatie van het Dutch Obesity Intervention in Teenagers (DOiT) programma. Daarnaast wordt de evaluatie beschreven die

Nadere informatie

Training Projectmanagement

Training Projectmanagement Training Projectmanagement Projectmanagement, sturen op resultaat Binnen jullie organisatie werken jullie veel met projecten. Jij bent projectleider, of je maakt deel uit van een speciaal opgesteld projectteam.

Nadere informatie

FACTSHEET VOORLICHTING NA BRAND

FACTSHEET VOORLICHTING NA BRAND FACTSHEET VOORLICHTING NA BRAND INTERVENTIE In een studentenwoning in de Zwolse wijk Assendorp is op maart 0 brand ontstaan. Twee slachtoffers zijn met ademhalingsproblemen naar het ziekenhuis gebracht.

Nadere informatie

De effectiviteit van preventieve. voorlichting aan migrantenouders in. Rotterdam over ggz problematiek en. licht verstandelijke beperking

De effectiviteit van preventieve. voorlichting aan migrantenouders in. Rotterdam over ggz problematiek en. licht verstandelijke beperking Nuray Dogan Nadia el Gharnati Erasmus Universiteit 19-11-2015 De effectiviteit van preventieve voorlichting aan migrantenouders in Rotterdam over ggz problematiek en licht verstandelijke beperking De Rotterdamse

Nadere informatie

Resultaten Onderzoek September 2014

Resultaten Onderzoek September 2014 Resultaten Onderzoek Initiatiefnemer: Kennispartners: September 2014 Resultaten van onderzoek naar veranderkunde in de logistiek Samenvatting Logistiek.nl heeft samen met BLMC en VAViA onderzoek gedaan

Nadere informatie

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement

Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Evaluatie SamenOud training Anders denken, anders doen Casemanagement Deelprogramma voor wijkverpleegkundigen en ouderenadviseurs die opgeleid worden tot casemanager SamenOud R. Brans April 2013 Inhoud

Nadere informatie

Succesvol Veranderen 1

Succesvol Veranderen 1 Succesvol Veranderen 1 CPO netwerk Utrecht, 22 mei 2017 2 Succesvol veranderen Zonder beweging verandert niets! Succesvol veranderen vraagt om het nemen van de juiste stappen. Succesvol veranderen is in

Nadere informatie

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1 Instroom 1 4 Uitstroom 3 Inclusie 2 Doorstroom Universiteit Utrecht 1 Rapportage 2018 Prof. Dr. Naomi Ellemers Prof. Dr. Jojanneke van der Toorn Dr. Wiebren Jansen Inhoud Voorwoord 4 Algemeen 6 Hoe is

Nadere informatie

Brandpreventie bij ouderen

Brandpreventie bij ouderen School: Bedrijf: Titel project: 1. De opdracht Opdrachtgever Opdrachtgever is de heer T. Blijlevens, Cluster coördinator Veilig Leven, Regionale Brandweer Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Brandveilig

Nadere informatie

Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid

Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid 2 Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie: Een essentieel onderdeel

Nadere informatie

Notitie Beleid Brandveilig leven Kennemerland

Notitie Beleid Brandveilig leven Kennemerland Notitie Beleid Brandveilig leven Kennemerland Aanleiding De brandweer Kennemerland wil graag intensiever aan de slag gaan met het thema Brandveilig leven, omdat dit een effectieve manier is om de brandveiligheid

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Inleiding Overgewicht en obesitas bij kinderen is een serieus volksgezondheidsprobleem. Het wordt veroorzaakt door een complex geheel van onderling samenhangende persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren.

Nadere informatie

De eerste stapjes: Social media: bewustwording. Rob Baardse, april 2012 tot 21 november 2013

De eerste stapjes: Social media: bewustwording. Rob Baardse, april 2012 tot 21 november 2013 De eerste stapjes: Social media: bewustwording gedrag Rob Baardse, april 2012 tot 21 november 2013 Samenvatting oktober 2013: hoe kan dit? 1 voorbeeld uit de campagne 2013 1-177.437 Effect: 110.903 - >

Nadere informatie

TOP! JIJ DOORSTOND DE VUURPROEF! JE HEBT JE LIDMAATSCHAP VERDIEND VAN DE CLUB VAN 1-1-2

TOP! JIJ DOORSTOND DE VUURPROEF! JE HEBT JE LIDMAATSCHAP VERDIEND VAN DE CLUB VAN 1-1-2 TOP! JIJ DOORSTOND DE VUURPROEF! JE HEBT JE LIDMAATSCHAP VERDIEND VAN DE CLUB VAN 1-1-2 GEFELICITEERD! JIJ BENT NU GETRAIND IN HET HERKENNEN EN BESTRIJDEN VAN BRANDGEVAAR. DAT IS EEN GEWELDIGE WINST VOOR

Nadere informatie

Maak een vluchtplan. www.brandwondenstichting.nl

Maak een vluchtplan. www.brandwondenstichting.nl Maak een vluchtplan www.brandwondenstichting.nl Maak een vluchtplan zolang het nog kan! Checklist: Vluchten bij brand! Elk jaar opnieuw sterven er tientallen mensen door brand. Maar een brand hoeft zeker

Nadere informatie

SCHEMA TOOLBOX, VERSIE juni 2017

SCHEMA TOOLBOX, VERSIE juni 2017 SCHEMA TOOLBOX, VERSIE 0.1 13 juni 2017 Nog aan te vullen en verder uit te werken Mens Gebouw Professioneel Particulier Kennisdocument 7, 8, 8, 18 7, 8, 7, 8, 18 Beleidsdocument 2, 2, 14 2, 14 Scan/check

Nadere informatie

Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding. Werk in uitvoering Een greep uit onze projecten

Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding. Werk in uitvoering Een greep uit onze projecten Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding Werk in uitvoering Een greep uit onze projecten Brandweer Nederland is volop in beweging. In programmaraden, netwerken en vakgroepen werken

Nadere informatie

Inhoudelijk jaarverslag Stichting Follow your Sun 2017

Inhoudelijk jaarverslag Stichting Follow your Sun 2017 FOLLOW YOUR SUN ONTDEK JOUW ZON GELOOF IN JEZELF EN STRAAL Ruim honderd kinderen ontdekten hun talenten en ontwikkelden meer zelfvertrouwen tijdens de 10-delige Follow your Sun lessenreeksen Inhoudelijk

Nadere informatie

Trainingen die je in beweging brengen!

Trainingen die je in beweging brengen! Trainingen die je in beweging brengen! Een training bij Caro van Roon brengt je in beweging. Dat levert je inzichten, ervaringen en kennis op over jezelf en de ander. Je leert vanuit je eigen persoonlijkheid

Nadere informatie

Bijlage. Uitvoeringsplan. Deel 1: Wat gaat er veranderen?

Bijlage. Uitvoeringsplan. Deel 1: Wat gaat er veranderen? Uitvoeringsplan Deel 1: Wat gaat er veranderen? Binnen Brandweer GNL gaan er een aantal zaken structureel veranderen op het gebied van taken, verantwoordelijkheden en cultuur. In deze paragraaf wordt hier

Nadere informatie

Tabula Rasa helpt organisaties met complexe vraagstukken waar gedrags- of attitudeverandering gewenst is

Tabula Rasa helpt organisaties met complexe vraagstukken waar gedrags- of attitudeverandering gewenst is Tabula Rasa helpt organisaties met complexe vraagstukken waar gedrags- of attitudeverandering gewenst is Risico-communicatie biotechnologie Veiligheidscultuur Shared decision making Communicatie vaak gericht

Nadere informatie

De brandweer en het voorkomen van brand

De brandweer en het voorkomen van brand De brandweer en het voorkomen van brand Taken van de brandweer Gevraagd is vijf taken van de brandweer te noemen en in volgorde van belangrijkheid te zetten. De belangrijkste eerst. Dan de op een na belangrijkste

Nadere informatie

Nieuwsbrief Resultaten evaluatie

Nieuwsbrief Resultaten evaluatie Nieuwsbrief Resultaten evaluatie Toen het project 2030 werd gestart, is aan de gemeenteraad toegezegd dat na vier afgeronde en het project geëvalueerd zou worden. In april heeft het projectteam 2030 een

Nadere informatie

De kracht van een goede opdracht

De kracht van een goede opdracht PREVIEW De kracht van een goede opdracht Het moment is nu Als er íets zeker is, dan is het wel dat dit een bijzonder interessante tijd is om bij een woningcorporatie te werken. Naast de sociale opgave

Nadere informatie

Meest gestelde vragen Orionstraat 1 t/m 36b Versie

Meest gestelde vragen Orionstraat 1 t/m 36b Versie Meest gestelde vragen Orionstraat 1 t/m 36b Versie 20-08-2018 Inhoud Welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd?... 1 Hoe lang wisten jullie dit al?... 2 Is er een wijziging in de wetgeving geweest waardoor

Nadere informatie

Afbakening Het onderzoek richt zich op de fatale woningbranden in 2011. De niet-fatale woningbranden zijn in het onderzoek niet meegenomen.

Afbakening Het onderzoek richt zich op de fatale woningbranden in 2011. De niet-fatale woningbranden zijn in het onderzoek niet meegenomen. Fatale woningbranden 2011 Managementsamenvatting Het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV) heeft onderzoek verricht naar de oorzaken, omstandigheden en het verloop van woningbranden met dodelijke

Nadere informatie

* Dit is belangrijk.?? Dit snap ik niet. / Dit is een moeilijk woord.

* Dit is belangrijk.?? Dit snap ik niet. / Dit is een moeilijk woord. Tekst lezen en een tekstschema maken 1. Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. Let op de titel, de kopjes en de plaatjes. 2. Lees de tekst actief. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de

Nadere informatie

'Voor mekaar, actieprogramma gericht op het bestrijden van eenzaamheid'

'Voor mekaar, actieprogramma gericht op het bestrijden van eenzaamheid' 'Voor mekaar, actieprogramma gericht op het bestrijden van eenzaamheid' Voor Mekaar is de titel van het Rotterdamse actieprogramma gericht op het bestrijden van eenzaamheid (december 2014). Het volledige

Nadere informatie

NVBR Brandveilig Leven in de praktijk

NVBR Brandveilig Leven in de praktijk NVBR Brandveilig Leven in de praktijk Hoe zet ik een project op? In samenwerking met de Nederlandse Brandwonden Stichting Inleiding Gedragsverandering bij een vooraf vastgestelde doelgroep Een project

Nadere informatie

Spiegelgesprek Wie en wat? Hoe? Resultaat?

Spiegelgesprek Wie en wat? Hoe? Resultaat? Spiegelgesprek Wie en wat? Luisteren naar ervaringen van cliënten kan de kwaliteit van de zorg en het aanbod sterk verbeteren. Jongeren en ouders vertellen tijdens het spiegelgesprek aan de hand van een

Nadere informatie

Evaluatie PMA Training Gesprekken met leerlingen - Da Vinci College

Evaluatie PMA Training Gesprekken met leerlingen - Da Vinci College Evaluatie PMA Training Gesprekken met leerlingen - Da Vinci College mei 2018 Wat zal je het meeste bijblijven van de training: - De PMA methodiek. - De 5 stappen van de PMA methodiek. - De groepsgesprekken.

Nadere informatie

HET GESPREK: KOP ROMP STAART

HET GESPREK: KOP ROMP STAART HET GESPREK: KOP ROMP STAART Elk effectief gesprek heeft een zogenaamde kop romp staart structuur: een begin, een kern en een einde. Voorafgaand aan deze drie fasen is het cruciaal om elk gesprek zorgvuldig

Nadere informatie

'Geen nood bij brand!' in de zorg. Proces- en effect evaluatie van een nieuwe brandweeraanpak. M. Dijkstra C. van der Sman

'Geen nood bij brand!' in de zorg. Proces- en effect evaluatie van een nieuwe brandweeraanpak. M. Dijkstra C. van der Sman 'Geen nood bij brand!' in de zorg Proces- en effect evaluatie van een nieuwe brandweeraanpak M. Dijkstra C. van der Sman Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam

Nadere informatie

VOORBEELD PROJECTPLAN

VOORBEELD PROJECTPLAN VOORBEELD PROJECTPLAN PROJECTOMSCHRIJVING / STAPPENPLAN / TIJDPAD 1. Inleiding Waarom een project over veiligheid? Een veilige woning en een veilige woonomgeving is voor iedereen belangrijk! Hoewel de

Nadere informatie

Samenvatting voor Bent u een man of een vrouw? (N=164) Antwoord Telling Percentage

Samenvatting voor Bent u een man of een vrouw? (N=164) Antwoord Telling Percentage Resultaten Brandweeronderzoek (Regio Utrecht) Aantal respondenten Aantal respondenten in deze vragenlijst: 164 Totaal aantal respondenten in deze vragenlijst: 3701 Percentage van het totaal: 4.4% Samenvatting

Nadere informatie

Oplossingsgericht werken

Oplossingsgericht werken Oplossingsgericht werken Open inschrijving Wat² bieden wij? Individuele inschrijving voor de training Oplossingsgericht werken Een bevlogen en ervaren trainer met persoonlijke aanpak Een combinatie van

Nadere informatie

Enquête over onderhoud

Enquête over onderhoud Enquête over onderhoud In november 2014 legden we het Bo-Ex Panel een enquête voor met als onderwerp Onderhoud. Het thema onderhoud is erg breed. Daarom kozen we vooral te vragen naar ervaringen bij de

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Evaluatie Onderwijstijdverlenging. Drs. Erik Meyer Dr. Chris van Klaveren Prof. dr. Wim Groot Prof. dr. Henriëtte Maassen van den Brink

Evaluatie Onderwijstijdverlenging. Drs. Erik Meyer Dr. Chris van Klaveren Prof. dr. Wim Groot Prof. dr. Henriëtte Maassen van den Brink Evaluatie Onderwijstijdverlenging Drs. Erik Meyer Dr. Chris van Klaveren Prof. dr. Wim Groot Prof. dr. Henriëtte Maassen van den Brink Inleiding Doel onderwijstijdverlenging: verbeteren leerprestaties

Nadere informatie

Samenvatting. Summary in Dutch

Samenvatting. Summary in Dutch 6 Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Emotionele en sociale processen bij pesten, gepest worden en verdedigen Pesten op school is een wereldwijd probleem met negatieve korte- en langetermijngevolgen

Nadere informatie

Reflectieverslag mondeling presenteren

Reflectieverslag mondeling presenteren Reflectieverslag mondeling presenteren Naam: Registratienummer: 900723514080 Opleiding: BBN Groepsdocente: Marjan Wink Periode: 2 Jaar: 2008 Inleiding In dit reflectieverslag zal ik evalueren wat ik tijdens

Nadere informatie

voor al uw maatwerk trainingen

voor al uw maatwerk trainingen voor al uw maatwerk trainingen voor al uw maatwerk trainingen Als u wilt dat uw medewerkers weten hoe te handelen bij calamiteiten of dat u uw medewerkers handvatten aan wilt reiken waardoor zij waardevoller

Nadere informatie

1 Heeft u één (of meerdere) rookmelder(s) in huis hangen?

1 Heeft u één (of meerdere) rookmelder(s) in huis hangen? Brandveiligheid Brand. Iets waar we liever niet aan denken. Met een paar maatregelen kun je brand tijdig signaleren. 35% 30% 1 Heeft u één (of meerdere) rookmelder(s) in huis hangen? 33% 29% (n=195) 25%

Nadere informatie

Brandweer Enschede. Hoe gebruik ik mijn pand brandveilig?

Brandweer Enschede. Hoe gebruik ik mijn pand brandveilig? Brandweer Enschede Hoe gebruik ik mijn pand brandveilig? Ik ben niet gebruiksvergunningsplichtig, maar moet ik wel voldoen aan de brandveiligheidsvoorschriften? Jazeker, iedereen die een pand in gebruik

Nadere informatie

Enquête naar de brandpreventie van de Belgen in hun woning

Enquête naar de brandpreventie van de Belgen in hun woning Enquête naar de brandpreventie van de Belgen in hun woning Conferentie 24-11-2010 Rapport enquête naar de brandpreventie van de Belgen in hun woning Inleiding In het kader van het Nationaal Brandpreventieplan

Nadere informatie

Rapportage onderzoeksproject Genieten aan tafel Een toegepast onderzoek naar maaltijdbeleving in verpleeghuizen

Rapportage onderzoeksproject Genieten aan tafel Een toegepast onderzoek naar maaltijdbeleving in verpleeghuizen Rapportage onderzoeksproject Genieten aan tafel Een toegepast onderzoek naar maaltijdbeleving in verpleeghuizen De samenvatting van de interventie Genieten aan tafel die in zorginstellingen is uitgevoerd,

Nadere informatie

Brandweer en brandpreventie in Twente

Brandweer en brandpreventie in Twente Brandweer en brandpreventie in Twente Integrale Veiligheidsmonitor Twente 2011 Themarapport Brandweer April 2012 Brandweer en brandpreventie in Twente Integrale Veiligheidsmonitor Twente 2011 - Themarapport

Nadere informatie

Praktijkgericht onderzoek: een kwestie van tweerichtingsverkeer. Els Evenboer UMC Groningen Monique Meijne Odion

Praktijkgericht onderzoek: een kwestie van tweerichtingsverkeer. Els Evenboer UMC Groningen Monique Meijne Odion Praktijkgericht onderzoek: een kwestie van tweerichtingsverkeer Els Evenboer UMC Groningen Monique Meijne Odion Inhoud workshop Hoe is het allemaal begonnen? Het onderzoek Procesbeschrijving (zoektocht

Nadere informatie

Interventie zelfmanagement Turkse mannen met diabetes. Monica Overmars GVO functionaris GGD Hart voor Brabant

Interventie zelfmanagement Turkse mannen met diabetes. Monica Overmars GVO functionaris GGD Hart voor Brabant Interventie zelfmanagement Turkse mannen met diabetes Monica Overmars GVO functionaris GGD Hart voor Brabant Inhoud - Aanleiding - Onderzoekspilot in Tilburg 2010/2011 - Doel - Evaluatie pilot - Sterke

Nadere informatie

Mindfulness voor mensen met longkanker en naasten

Mindfulness voor mensen met longkanker en naasten Mindfulness voor mensen met longkanker en naasten De diagnose longkanker is ingrijpend en roept vaak veel emoties en reacties op. Niet alleen bij uzelf maar ook bij uw naasten. Uit wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra

Nadere informatie

Brandveiligheid en uw beperking. Rookmelders laten je niet stikken!

Brandveiligheid en uw beperking. Rookmelders laten je niet stikken! Brandveiligheid en uw beperking Rookmelders laten je niet stikken! 1 Rookmelders laten je niet stikken! Gebruik een brandveilige asbak 2 Brandveiligheid en uw beperking We staan er niet altijd bij stil,

Nadere informatie

Bijlage 2 Evaluatie BuurtRangers

Bijlage 2 Evaluatie BuurtRangers Bijlage 2 Evaluatie BuurtRangers BUURTRANGERS KOMEN NAAR CUIJK DE EVALUATIE CUIJK 26 februari 2007 VOORWOORD We kunnen ze al bijna niet meer wegdenken: de Cuijkse BuurtRangers. Deze kinderen zetten zich

Nadere informatie

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Een studie naar de effecten van de Verhalentafel op bewoners van zeven verzorgingshuizen/woonzorgcentra

Een studie naar de effecten van de Verhalentafel op bewoners van zeven verzorgingshuizen/woonzorgcentra De Verhalentafel Een studie naar de effecten van de Verhalentafel op bewoners van zeven verzorgingshuizen/woonzorgcentra Amsterdam, februari 2005 - Samenvatting J.J. Nieuwesteeg J.P. Osté L. Horn C.P.M.

Nadere informatie

IJsselland. TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden

IJsselland. TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden IJsselland TIJD VOOR ACTIE Continuïteit van zorg onder alle omstandigheden Captain crisis campagne In december 2013 is het project Captain Crisis gelanceerd. Het GHOR-bureau hielp de zorginstellingen om:

Nadere informatie

GEZOND WERKEN INDIGO BRABANT. Training en ondersteuning in mentaal fit werken

GEZOND WERKEN INDIGO BRABANT. Training en ondersteuning in mentaal fit werken GEZOND WERKEN INDIGO BRABANT Training en ondersteuning in mentaal fit werken 2 Gezond Werken Gezonde werknemers gaan met plezier naar het werk. Ze zijn geestelijk fit en blijven fit. Gezonde werkdruk biedt

Nadere informatie

Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, Onderwijsinspectie 2013

Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, Onderwijsinspectie 2013 Effectief feedback geven en ontvangen Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, nderwijsinspectie 2013 Inleiding Deze handleiding is geschreven ter ondersteuning van het gebruik van het

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie