Rapportage trendonderzoek, prognose vraag naar kinderopvang

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rapportage trendonderzoek, prognose vraag naar kinderopvang"

Transcriptie

1 Rapportage trendonderzoek, prognose vraag naar kinderopvang pagina 1. Inleiding 3 2. Vraagstelling De algemene trends Factoren die verschillen bepalen Onderzoeksopzet Opzet van het onderzoek Vragenlijst Respons Resultaten Kenmerken van de respondenten De werksituatie van de respondenten De werksituatie van de partner Hervatting van de werkzaamheden na het zwangerschapsverlof Huidig gebruik Omvang van het huidige gebruik van kinderopvang naar soort opvang Omvang van het gebruik bij de gebruikers van kinderopvang Gemiddelde omvang van huidig gebruik per 100 kinderen Verschillen tussen deelpopulaties Waarom geen gebruik van kinderopvang? Door wie wordt het kind dan opgevangen? Doorstroming naar de BSO Zorgarrangementen Invloed van de gezinssamenstelling Gewenst gebruik Gewenst gebruik kinderopvang Gepland gebruik van kinderopvang door zwangeren Meerwens van respondenten die niet tevreden zijn met de huidige opvang Verklaringsmodellen van de grote overeenkomst tussen feitelijke en gewenste opvang Onderscheid naar deelpopulaties Toekomstig gebruik Toekomstig gebruik van kinderopvang 0-3 jarigen Toekomstig gebruik kinderopvang voor 4-12 jarigen Opvang bij ziekte van kinderen Huidige situatie Wensen Verschillen tussen de deelpopulaties Flexibele opvang Wensen Opvallende verschillen tussen de deelpopulaties Belangrijke aspecten van de formele kinderopvang Belangrijke aspecten van kinderdagverblijf Belangrijke aspecten van de gastouder opvang Belangrijke aspecten van de buitenschoolse opvang Locatie Informele of formele opvang Voorkeuren van zwangeren en huishoudens Verschillen naar opleidingsniveau Informatievoorziening 28 Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 1 van 40

2 5. Prognoses Conclusies m.b.t. de prognose voor de vraag naar de kinderopvang Prognose gebruik formele kinderopvang door 0-3-jarigen Prognose gebruik formele kinderopvang door 4-12-jarigen Conclusies Conclusies m.b.t. het huidige gebruik van kinderopvang Conclusies m.b.t. het gewenste gebruik van kinderopvang Overige conclusies Opvang van zieke kinderen Flexibele opvang Extra diensten Kwaliteitsaspecten Voorkeuren voor soort opvang: kleinschalig - groepsopvang; formeel informeel Informatievoorziening Conclusies m.b.t. de vraag van deelpopulaties Aanbevelingen Voor de ondernemers in de kinderopvang Voor de overheid. 35 Bijlagen: Bijlage 1: Literatuur 37 Bijlage 2: Samenstelling projectgroep 38 Bijlage 3: Gegevens van respondenten. 39 Bijlage 4: Begripsbepalingen 40 Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 2 van 40

3 Rapportage trendonderzoek, prognose vraag naar kinderopvang 1. Inleiding Ramingen van de vraag naar kinderopvang zijn van belang voor zowel de overheid als voor ondernemers. SCP/SEO hebben een onderzoek verricht en een ramingsmodel opgezet 1. Dit geeft een goede start voor het maken van prognoses, maar kent ook een aantal beperkingen: - De onderzochte populatie is te klein om informatie per regio te geven. - Het feitelijk gebruik is onderzocht. Daar de beschikbaarheid van voorzieningen beperkt is hebben ouders geen keuzemogelijkheden. Het is niet bekend of de gebruikte vorm van opvang ook de voorkeursoplossing van de ouders is Het Netwerkbureau Uitbreiding Kinderopvang wil een stimulans geven aan de sector om voor de toekomst prognoses voor de vraag naar kinderopvang te kunnen maken, ook op regioniveau bruikbaar. Hiervoor is nodig dat gedurende een reeks van jaren het feitelijke en het gewenste gebruik onderzocht worden. In een trendonderzoek kunnen in het eerste jaar indicaties worden verkregen voor de prognose, de jaren daarna kan deze worden getoetst. Daarnaast wil het Netwerkbureau dat er een analyse plaatsvindt van de factoren, die de vraag naar kinderopvang beïnvloeden, zodanig dat in een vervolgstudie een rekenmodel ontwikkeld kan worden waarmee de ondernemer op basis van lokale gegevens een prognose voor de vraag naar kinderopvang in de eigen regio kan maken. Vyvoj is gevraagd om dit trendonderzoek uit te voeren. 1 Zie bijlage 1: Literatuurlijst Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 3 van 40

4 2. Vraagstelling De centrale vragen die met dit trendonderzoek beantwoord moeten worden: a. Welke trends doen zich voor in de vraag naar kinderopvang en zijn deze hetzelfde voor de verschillende regio s?. b. Welke factoren zijn van invloed op deze trends en kan er een rekenmodel ontwikkeld worden zodat ondernemers de haalbaarheid van eventuele uitbreidingen reëel kunnen inschatten 2.1. De algemene trends De afgelopen jaren speelde het vraagstuk van de prognose naar de behoefte aan kinderopvang nog niet sterk: in het hele land was er eenvoudigweg een schreeuwend tekort aan kinderopvangvoorzieningen. Een ondernemer kon er bij de opening van een nieuwe voorziening op rekenen dat de plaatsen snel gevuld zouden zijn. Natuurlijk ging die ontwikkeling in de grote steden sneller dan op het platteland, maar het risico voor de ondernemer was beperkt. Nu is mede door de verschillende Rijksstimuleringsmaatregelen het aantal kindplaatsen dermate gegroeid, dat op verschillende plaatsen een plafond in de vraag naar kinderopvang wordt geconstateerd. Het uitgangspunt dat er een grote onvervulde behoefte aan kinderopvang is geldt niet zonder meer en niet voor alle regio s. De dichtheid aan kinderopvangvoorzieningen varieert van 6 kindplaatsen per 100 kinderen in Zeeland tot 27,6 in de regio Haaglanden voor 0-3 jarigen (resp. 1,95 en 8,26 voor 4-12 jarigen (Monitor Uitbreiding Kinderopvang, Ministerie van VWS, Netwerkbureau uitbreiding kinderopvang, 2001) 1. Ook de mate waarin binnen gemeenten voorzieningen gerealiseerd zijn en de verwachtingen die daaruit kunnen worden afgeleid varieert.(deloitte en Touche/SCP frontier analyse,2002). In de praktijk van de ondernemers in de kinderopvang heeft deze ontwikkeling geleid tot voorzichtiger opereren voordat nieuwe vestigingen worden geopend, er worden haalbaarheidsonderzoeken uitgevoerd. De laatste hausse van uitbreiding heeft zelfs op enkele plaatsen al tot overcapaciteit en sluiting van onrendabele voorzieningen geleid. Deze recente ontwikkelingen maken duidelijk dat op voorhand geen prognose/hypothese is op te stellen voor de ontwikkeling van de vraag naar kinderopvang. Wel is het duidelijk dat de lokale situaties sterk verschillen. 2.2 Factoren die verschillen bepalen Om zicht te krijgen op de lokale/regionale verschillen in vraag naar kinderopvang moeten de factoren die van invloed zijn op de vraag naar kinderopvang geanalyseerd worden. Een aantal factoren die in andere onderzoeken genoemd worden voor de verklaring van regionale verschillen in de vraag zijn: arbeidsmarktparticipatie van vrouwen, opleidingsniveau, de aanwezigheid van een informeel circuit (familie/kennissen), de flexibiliteit van arbeidstijden, de prijs van de kinderopvang, de aanwezigheid van commercieel georiënteerde werkgelegenheid. Het gaat hier onder meer om een publicatie van Merens (2000) naar de manier waarop tweeverdieners betaalde en onbetaalde arbeid combineren en meer in het algemeen de emancipatiemonitor van het Sociaal en Cultureel Planbureau (2000). Zowel bij het uitwerken van de vragenlijst, bij het uitzetten van de steekproef als bij de gegevensanalyse waren de centrale vraagstelling en de bovengenoemde factoren richtinggevend. In de antwoordcategorieën bij vragen over de respondenten zijn indelingen aangehouden zoals die ook in andere onderzoeken worden gebruikt. Op deze manier kunnen reeds eerder gesignaleerde trends ondersteund of juist ondergraven worden. Ook is zoveel mogelijk aangesloten bij door het CBS gehanteerde definities in verband met aansluiting op informatie die algemeen voor ondernemers beschikbaar is. 1 Zie bijlage 1: Literatuurlijst Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 4 van 40

5 3. Onderzoeksopzet 3.1 Opzet van het onderzoek Fundamenteel voor de keuzes in de onderzoeksopzet is de aard van de vraagstelling: er moeten trends worden geïdentificeerd. Dat betekent dat de onderzoeksopzet zodanig moet zijn dat deze te herhalen is. Immers, juist het verzamelen van gegevens over een reeks van jaren zal een betrouwbaar beeld van de trends in de vraag naar kinderopvang geven. In dit eerste onderzoek is gevraagd naar huidig gebruik, voorkeuren en gepland gebruik volgend jaar. In een tweede jaar kan getoetst worden of de planning gerealiseerd is en, zo niet, wat de redenen van afwijkingen zijn. Deelonderzoeken Er zijn twee deelonderzoeken uitgevoerd: a. Onderzoek bij een representatieve steekproef van 2000 huishoudens met kinderen van 0-12 jaar. Er is gekozen voor een steekproefomvang van 2 maal 1000 respondenten (0-3 en 4-12 jarigen) zodat er voor beide leeftijdsgroepen over deelpopulaties ook conclusies kunnen worden getrokken. Belangrijke deelpopulaties zijn: niveaus van stedelijkheid, regio, inkomens- en opleidingsniveau. b. Onderzoek onder toekomstige gebruikers van kinderopvang: vrouwen tijdens de eerste zwangerschap. Bij een herhaling kan voor de groep huishoudens een nieuwe steekproef getrokken worden, dit geldt ook voor de wijze van benaderen van de vrouwen tijdens hun eerste zwangerschap. Daarnaast is voor het scherp in beeld brengen van de trends zeer interessant om de groep zwangeren die dit jaar de vragenlijst hebben ingevuld volgend jaar opnieuw te benaderen met de vraag hoe het feitelijk gebruik van kinderopvang is na de geboorte van hun kind. Gekozen is voor kwantitatief onderzoek met schriftelijke vragenlijsten, die uitgezet zijn bij een bestaand panel. Voordeel van deze methode is dat een grote respons bereikt wordt, en er toch veel vragen gesteld kunnen worden. Ook ingewikkelde vragen waarbij schema s ingevuld moeten worden, of voorkeuren uit een hele lijst moeten worden aangegeven zijn met een schriftelijke lijst goed te stellen. Het gebruik van panels biedt de mogelijkheid om dezelfde groep (deels) in een volgend jaar weer te benaderen. Projectgroep Voor de begeleiding van het onderzoek is een projectgroep in het leven geroepen, leden van de projectgroep zijn vermeld in bijlage 2. De functie van de projectgroep was om alle fasen van het onderzoek kritisch te volgen en bij alle stappen vooraf commentaar te leveren. Zo heeft de projectgroep geadviseerd bij het uitwerken van de vragenlijst, de keuze van het bureau voor de gegevensverzameling en de analyse van de gegevens. Naast de terugkoppeling naar de projectgroep heeft in de verschillende fasen van het onderzoek terugkoppeling naar de opdrachtgever plaatsgevonden. Ook heeft afstemming plaatsgevonden met leden van de klankbordgroep van onderzoekers die zich met kinderopvang bezig houden. O.a. Van Doveren Marketing Analyse (VDMA) heeft geadviseerd bij het zodanig trekken van de steekproef dat de resultaten naar deelpopulaties terugvertaald kunnen worden. 3.2 Vragenlijst Bij het opstellen van de vragenlijst is zorgvuldig rekening gehouden met het verkrijgen van achtergrondvariabelen van de respondenten. Om t.z.t. bruikbaar te zijn voor kinderopvangondernemers moeten de gegevens terugvertaald kunnen worden naar regionale of lokale cijfers. Gegevens over de lokale situatie worden door CBS op gemeente- en wijkniveau op internet gepubliceerd en zijn daarmee voor iedere ondernemer beschikbaar. Deze zijn te vinden op StatLine van het CBS( in beeld). Er is in de definitie van de antwoordcategorieën steeds geprobeerd aansluiting te zoeken bij de door CBS gehanteerde definities. In de vragenlijst is een beschrijving van de gebruikte begrippen zoals formele en informele kinderopvang opgenomen en de definities van de opvangsoorten (zie bijlage 4). Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 5 van 40

6 De inhoud van het onderzoek concentreert zich op vragen over - huidig gebruik - gewenst gebruik - verwacht gebruik volgend jaar - motieven voor gemaakte keuzes - opinies en voorkeuren over de verschillende opvangsoorten - waardering van de verschillende aspecten van de verschillende vormen van opvang. - informatievoorziening De vragenlijst is zodanig opgezet dat deze goed jaarlijks te herhalen is. Als er dan geen conclusies over deelpopulaties getrokken hoeven te worden kan bij herhaling met een kleinere steekproef gewerkt worden. Bij de groep zwangeren is een vragenlijst uitgezet over verwachtingen t.a.v. de hervatting van het werk en de voornemens t.a.v. kinderopvang. Ook is gevraagd naar de ervaringen met en meningen over de informatievoorziening. Bij de vragen over het huidige, gewenste en toekomstige gebruik van kinderopvang is expliciet ook de vraag naar het gebruik van peuterspeelzalen opgenomen. Doel daarvan is het voorkomen van vervuiling van gegevens. Respondenten die uitsluitend van peuterspeelzalen gebruik maken worden beschouwd als niet-gebruikers van kinderopvang. 3.3 Respons De gegevensverzameling is uitgevoerd in de periode mei-juni 2002 door het NIPO. De vragenlijst is uitgezet bij het panel Capi@home. Dit is een vast panel bestaande uit huishoudens, dat regelmatig door het NIPO via internet benaderd wordt. Voordeel van deze benadering is, dat van de respondenten al veel gegevens beschikbaar zijn, dat de respons zeer hoog is en dat de respondenten rustig op hun eigen tijd de vragenlijst kunnen invullen. Ook kan goed aanvullende informatie worden gegeven en door de geautomatiseerde verwerking kunnen respondenten op een efficiënte wijze door de vragenlijst geloodst worden. Bij het binnenkrijgen van de reacties wordt gecontroleerd of de cellen van de deelpopulaties goed gevuld zijn en kunnen indien nodig meer vragenlijsten worden uitgezet. Dit bleek in de praktijk ook zo uit te werken: er werd heel snel op de vragenlijst gereageerd: binnen een week was de respons voldoende. Gebruikelijk is om 25% meer vragenlijsten uit te zetten dan het totaal aantal gewenste respondenten. De respondenten gaven in hun reacties ook aan dit een zinvol onderzoek te vinden. Daarnaast is het panel van Capi@home gescreend op de aanwezigheid van vrouwen in hun eerste zwangerschap. Vervolgens is het deelonderzoek zwangeren bij de totale steekproef van 171 zwangeren uitgezet. Respons van het onderzoek onder huishoudens met 0-12 jarigen. In totaal zijn 2030 mensen ondervraagd, 1105 respondenten hebben kinderen van 0-3 jaar, 1547 hebben kinderen van 4-12 jaar (dus 622 respondenten hebben kinderen in beide leeftijdsgroepen). De respons is vergeleken met landelijke totaalcijfers zoals die door GFK (Gesellschaft für Konsumerforschung) beschikbaar worden gesteld. Dit overzicht is opgenomen als bijlage 3. Uit dit overzicht blijkt, dat de verdeling in de steekproef overeen komt met de landelijke totaalcijfers voor huishoudens met kinderen van 0-12 jaar. Ook de verdeling naar opleidingsniveaus stemt overeen met de landelijke totalen. Kortom: er is sprake van een representatieve verdeling uit de categorie huishoudens met kinderen van 0-12 jaar. Eén kanttekening moet worden gemaakt: in de totale steekproef zitten weinig allochtonen. Van de 2030 ondervraagden hebben 54 respondenten een niet Nederlandse nationaliteit d.w.z. 2,7% bij een landelijk percentage van 4.1% in 2001 (CBS Statline;Regionaal Statistisch Bestand 2001/13). Bovendien zijn de verschillen tussen de verschillende allochtone groepen zeer groot. Om goed gefundeerde uitspraken te doen over de behoefte aan kinderopvang bij allochtonen zal specifiek onderzoek gedaan moeten worden naar deze groep(en). Respondenten met meer dan één kind in de leeftijd van 0-12 jaar hebben de vragen naar feitelijk en wenselijk gebruik per kind in gevuld. Het totaal aantal kinderen voor wie deze vragen zijn ingevuld bedraagt 3631, namelijk 1301 kinderen is leeftijdsklasse 0-3 en 2330 kinderen is leeftijdsklasse Bij de tabellen wordt vermeld percentage kinderen als de vraag per kind is gesteld. Dit geldt met name voor de vragen naar de omvang van het gebruik. Ook wordt vermeld bij de tabellen als vragen aan een deel van de steekproef zijn gesteld. De andere vragen (algemene vragen naar kenmerken van de respondenten en voorkeuren) zijn per huishouden gesteld. Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 6 van 40

7 Respons van het onderzoek onder zwangeren. De vragenlijst is uitgezet bij vrouwen die voor de eerste keer zwanger zijn. Immers de vrouwen die een tweede of volgende zwangerschap hebben horen ook al tot de groep huishoudens met kinderen van 0-12 jaar. In totaal hebben 171 zwangeren de vragenlijst beantwoord. Hiertoe is het totale bestand gescreend. Uit de zwangeren in het panel hoefde vanwege het beperkte aantal geen steekproef getrokken te worden. Gezien de representativiteit van het panel kan voor de zwangeren ook uitgegaan worden van een representatieve weergave van de populatie zwangeren in Nederland. Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 7 van 40

8 4. Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek vermeld. De cijfermatige gegevens zijn als tabel of grafiek in de tekst opgenomen. De weergegeven cijfers zijn procenten. 4.1 Kenmerken van de respondenten Over het algemeen is de vragenlijst door vrouwen ingevuld (95%). In de vragenlijst zijn expliciete vragen gesteld over de werksituatie van de respondent en de partners. Aan de zwangeren zijn ook vragen gesteld over de voornemens m.b.t. de hervatting van werk na de zwangerschap De werksituatie van de respondenten De meeste respondenten uit het deelonderzoek huishoudens (62%) werken parttime, een klein deel werkt fulltime (5%), en ruim eenderde van de respondenten werkt niet betaald. Gemiddeld werken de respondenten 18,7 uur per week. Van de zwangeren was voor de zwangerschap 92% werkzaam, na de zwangerschap is 87% van plan direct of een tijdje na de zwangerschap weer te gaan werken. Tabel 4.1 Huidige werksituatie respondenten huishoudens 0-12 jarigen Huishoudens N=2030 Fulltime 6 Parttime 62 Ik werk momenteel niet(of niet betaald) 32 Totaal 100 Tabel 4.2 Werksituatie zwangeren N=171 Werkt Werkt totaal Wel Niet Werksituatie voor de zwangerschap Van plan na zwangerschapsverlof weer (deels)te gaan werken De werksituatie van de partner De partners zowel van de zwangeren als van uit de huishoudens met kinderen van 0-12 jaar zijn voor het merendeel fulltime werkzaam. Tabel 4.3 Huidige werksituatie van de partner Huishoudens N=2030 Zwanger N=171 Fulltime Parttime 7 5 Mijn partner werkt niet 2 2 Ik heb geen partner 3 2 Totaal Hervatting van de werkzaamheden na het zwangerschapsverlof Een groot percentage van de respondenten is van plan direct na het zwangerschapsverlof weer te gaan werken (63%), slechts 13% is van plan niet weer te gaan werken, 24% is van plan een tijdje na het zwangerschapsverlof weer aan het werk te gaan. Deze cijfers kunnen worden vergeleken met de emancipatiemonitor) 1 ; hier ligt het percentage vrouwen dat na de zwangerschap stopt met werken hoger: in 2000 stopt 33% van de vrouwen met werken na het krijgen van het eerste kind. Landelijk gezien neemt het percentage vrouwen dat stopt met werken na het krijgen van het eerste kind de laatste jaren af. 1 Zie bijlage 1: Literatuurlijst Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 8 van 40

9 Tabel 4.4 Hervatting werk na zwangerschapsverlof (vraag gesteld aan alle zwangeren) N=171 Van plan direct na het zwangerschapsverlof weer deels te gaan werken 63 Van plan tussen 3 maanden en een half jaar na het zwangerschapsverlof weer te gaan werken 17 Van plan tussen een half jaar en een jaar na de geboorte weer te gaan werken 5 Van plan langer dan een jaar na de geboorte weer te gaan werken 2 Van plan niet weer te gaan werken 13 Totaal 100 De vraag is wat de vrouwen, die van plan zijn om een tijdje na het zwangerschapsverlof weer aan het werk gaan straks werkelijk gaan doen. De vrouwen die aangeven pas een tijdje na hun zwangerschap weer te gaan werken is gevraagd naar de motieven daarvoor: het belangrijkste motief is dat ze graag eerst een tijdje zelf op hun kind willen gaan passen(79%). Wachtlijsten in de kinderopvang wordt door geen enkele respondent als motief genoemd. Tabel 4.5 Redenen om langer vrij te nemen dan het reguliere zwangerschapsverlof (vraag gesteld aan degenen die een tijdje na het zwangerschapsverlof weer gaan werken) N=42 Wachtlijsten - Wil zelf graag de eerste tijd op het kind passen 79 Medische redenen moeder 5 Voor vakantie gespaard 14 Tijdelijke baan 2 Totaal 100 Voor wat betreft het aantal werkzame uren is een duidelijke terugloop te zien: Voor de zwangerschap werkt 50% meer dan 36 uur per week, dit loopt terug tot 2% na de zwangerschap. Dan wil het grootste deel van de vrouwen minder gaan werken, de piek van het geplande aantal te werken uren na de zwangerschap ligt bij uur per week (66%). Zie bijgaande staafdiagram. Van de partners is 20% van plan na de zwangerschap minder te gaan werken. Figuur 4.6 Aantal uren werkzaam voor en na de zwangerschap 70% 60% 50% 40% voor zwangerschap 30% 20% gepland na zwangerschap 10% 0% uur uur uur 6-12 uur 1-5 uur Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 9 van 40

10 4.2 Huidig gebruik In deze paragraaf schetsen we het gebruik van kinderopvang in het algemeen, voorkeuren en motieven van niet-gebruikers. De weergegeven cijfers zijn gebaseerd op het aantal kinderen in de steekproef. Respondenten met meer dan één kind in de leeftijd van 0-12 jaar hebben de vragen naar feitelijk en wenselijk gebruik per kind in gevuld. Het totaal aantal kinderen voor wie deze vragen zijn ingevuld bedraagt 3631, namelijk 1301 kinderen is leeftijdsklasse 0-3 en 2330 kinderen is leeftijdsklasse Bij de tabellen wordt vermeld percentage kinderen als het gaat om resultaten per kind. Van de totale steekproef maakt 40% van de 0 tot 12-jarige kinderen gebruik van een of andere vorm van kinderopvang, hetzij formeel, hetzij informeel of een combinatie van beide. Bij de 0-3-jarigen ligt dit veel hoger (56%) dan bij de 4-12 jarigen (30%). Figuur 4.7 Huidig gebruik van kinderopvang (formeel en informeel, exclusief peuterspeelzaal) N=3631, percentage kinderen 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% totaal 0-3 jaar 4-12 jaar gebruik niet gebruik Het gebruik van informele opvang is bij beide leeftijdsgroepen hoger dan het gebruik van formele kinderopvang. Bij de 0-3-jarigen wordt naar verhouding veel meer gebruik gemaakt van formele kinderopvang dan bij 4-12 jarigen. Figuur 4.8 Huidig gebruik van formele en informele kinderopvang( exclusief peuterspeelzaal) N=3631, percentage kinderen 50% 40% 30% 20% 10% 0% totaal 0-3 jaar 4-12 jaar formele opvang informele opvang Omvang van het huidige gebruik van kinderopvang naar soort opvang Van alle respondenten maakt 40% gebruik van kinderopvang. Het kinderdagverblijf en de niet-betaalde oppas zijn de meest gebruikte vormen. In onderstaande grafiek is dit weergegeven, ook gedifferentieerd naar leeftijdsgroep. Bij de 0-3 jarigen wordt vooral gebruik gemaakt van de niet-betaalde oppas (32%), op de tweede plaats komt het kinderdagverblijf (22%) en 14% maakt gebruik van een betaalde oppas. Ook bij de 4-12 jarigen wordt de niet-betaalde oppas het meest gebruikt (20%), de betaalde oppas komt op de tweede plaats met 9% gebruik, de BSO wordt door slechts 5% van de respondenten gebruikt. Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 10 van 40

11 Slechts 2% van de totale groep maakt gebruik van gastouderopvang. Figuur 4.9 Huidig gebruik van kinderopvang naar opvangvorm (percentage kinderen, voor de totale huishoudens (N=3631), de huishoudens met kinderen van 0-3 (N=1301) en die met kinderen van 4-12 jaar (N=2330). 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 0-3 jaar 4-12 jaar totaal kdv bso gob bet.oppas nietbetopp Omvang van het gebruik bij de gebruikers van kinderopvang Om zicht te krijgen op het totale gebruik van kinderopvang is niet alleen het percentage gebruikers van belang, maar ook de hoeveelheid opvang die wordt afgenomen. Het gebruik van kinderopvang is steeds onderscheiden voor de 0-3 en 4-12 jarigen, de verschillen tussen deze beide groepen zijn zo groot, zowel wat betreft het aantal uren als wat betreft de vorm van opvang, dat het berekenen van gemiddelden over de totale groep van 0-12 jarigen niet tot meer inzicht leidt. Hieronder is het gemiddelde gebruik van opvang door de huidige gebruikers weergegeven. Zo is het gemiddelde gebruik voor de mensen die van een kinderdagverblijf gebruik maken 4,1 dagdeel, BSO wordt gemiddeld 2,2 dagen gebruikt. Gastouderopvang gemiddeld 11,3 uren. Dit ligt in de lijn met de resultaten uit andere onderzoeken, nl. CBS Statline : kinderdagverblijf 4.2 dagdelen, buitenschoolse opvang 2.1 dagen; gastouderopvang 1 dag. Tabel 4.10 Omvang van het gebruik van kinderopvang. Soort opvang Gemiddelde duur van het gebruik per week per gebruiker Kinderdagverblijf (N=281) 4,1 dagdeel Gastouderopvang (N=66) 11,3 uren Buitenschoolse opvang (N=126) 2,2 dagen Niet-betaalde oppas (N=870) 6,8 uren Betaalde oppas (N=389) 8,1 uren Gemiddelde omvang van huidig gebruik per 100 kinderen Ondernemers in de kinderopvang hebben belang bij informatie over het totaal gebruik van kinderopvang. Dit wordt in andere onderzoeken uitgedrukt in het aantal kindplaatsen per 100 kinderen. Het doel van onderstaande tabel (4.11) is het geven van inzicht in het gebruik van de verschillende vormen van opvang uitgedrukt in dagdelen gebruik per 100 kinderen. Met dit basisgegeven kunnen vergelijkingen met lokale situaties worden gemaakt. In de eerste kolom staat het gemiddelde aantal dagdelen of uren dat per kind per opvangvorm gebruikt word. In de tweede kolom is het percentage kinderen van 0-3 jaar vermeld dat gebruik maakt van kinderopvang per vorm van opvang. In de derde kolom wordt het totale gebruik van de betreffende vorm van opvang vermeld. In de kolommen 4, 5 en 6 staan dezelfde gegevens voor de 4-12 jarigen beschreven. 1 4 Zie bijlage 1: Literatuurlijst Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 11 van 40

12 Tabel 4.11 Omvang van het huidige gebruik van kinderopvang, per opvangvorm, (percentage kinderen, voor de totale huishoudens (N=3631), de huishoudens met kinderen van 0-3 (N=1301) en die met kinderen van 4-12 jaar (N=2330). 0-3 Gemiddeld gebruik per week per gebruiker 0-3 percentage N= gebruik per 100 kinderen 4-12 Gemiddeld gebruik per week per gebruiker 4-12 percentage N= gebruik per 100 kinderen KDV 4,1 dagdelen 22 90,8 dagdelen BSO dagen 5 10 dagen GOB 13,8 uren 3 41,4 uren 7,9 uren 1 7,9 uren Betaalde oppas 9,9 uren uren 6,4 uren uren Niet betaalde oppas 8,5 uren uren 5,2 uren uren 22% van de 0-3 jarige kinderen maakt gebruik van een kinderdagverblijf, gemiddeld 4,1 dagdeel per week. Door 4,1 te vermenigvuldigen met 0,22 kan het totaal aantal dagdelen per 100 kinderen worden berekend: 90,8 dagdelen. Dat betekent: 9,1 kindplaatsen per 100 kinderen. Dit is vergelijkbaar met gegevens uit andere onderzoeken (Monitor 2001: 12,75 kindplaatsen per 100 kinderen gerealiseerd per , SGBO 2000: 10,46 kindplaatsen per 100 kinderen) 1. De aantallen kindplaatsen per 100 kinderen liggen bij deze onderzoeken iets lager, dat kan o.m. verklaard worden doordat het bij SGBO en de Monitor gaat om beschikbare kindplaatsen, die niet voor 100% bezet zijn. Het BSO- gebruik ligt aanmerkelijk lager dan het KDV- gebruik: 5% van de 4-12 jarigen maakt gemiddeld 2 dagen gebruik van BSO, dat wil zeggen per 100 kinderen 10 dagen. Dat betekent 2 kindplaatsen per 100 kinderen. Dit is vergelijkbaar met gegevens uit andere onderzoeken (Monitor 2001: 3,56 kindplaatsen per 100 kinderen gerealiseerd per , SGBO 2000: 2,6 kindplaatsen per 100 kinderen) 1. De aantallen kindplaatsen per 100 kinderen liggen bij deze onderzoeken lager, dat kan o.m. verklaard worden doordat het bij SGBO en de Monitor gaat om beschikbare kindplaatsen, die niet voor 100% bezet zijn. Voor gastouderopvang is een onderscheid gemaakt tussen de beide leeftijdsgroepen: tot 4 jaar gebruikt 3% gemiddeld 13,8 uren per week, dus per 100 kinderen wordt 41,4 uren gastouderopvang gebruik, voor de 4-12 jarigen loopt dit terug tot 7,9 uren per week per 100 kinderen. Het totale volume gebruikte informele opvang ligt veel hoger: voor 0-3 jarigen wordt 138,6 uren betaalde oppas ingezet en 272 uren niet betaalde oppas. De omvang van het gebruik van informele kinderopvang is meer dan twee keer zo groot als het gebruik van formele opvang. Het grootste deel van de informele opvang is onbetaald Verschillen tussen deelpopulaties In de grote steden maakt een iets groter percentage mensen gebruik van de kinderopvang (49%) dan elders in het land (43-44%), wachtlijsten zijn daar ook vaker de reden om geen gebruik te maken van kinderopvang. Het overgrote deel van de niet-gebruikers heeft gewoon geen kinderopvang nodig. In de regio zuid zijn opvallend veel mensen principieel tegen op kinderopvang (11%). In het noorden van het land wordt het hoogste percentage opgevangen door de respondent zelf. Verschillen tussen opleidingsniveaus, inkomensniveaus en mate van stedelijkheid. Er is een duidelijk verband tussen de hoogte van het inkomen en het gebruik van formele kinderopvang: hoe meer men verdient, des te hoger het gebruik. De hoogste inkomenscategorie gebruikt vier keer zo veel dagdelen kinderdagverblijf als de laagste, het peuterspeelzaalgebruik is hetzelfde voor alle inkomenscategorieën, de gastouderopvang wordt door de lagere inkomens meer gebruikt. Uit nadere analyse blijkt dat niet betaalde oppas door alle inkomenscategorieën evenveel wordt gebruikt, betaalde informele oppas door hoger betaalden het meest. Dezelfde trend geldt ook voor het opleidingsniveau: hoe hoger het opleidingsniveau, des te hoger het gebruik van formele kinderopvang. Voor wat betreft stedelijkheid zien we dat het meeste gebruik van kinderopvang plaatsvindt in de sterk stedelijke gebieden, de minste opvang in de niet- en weinig stedelijke gebieden. 1 Zie bijlage 1: Literatuurlijst Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 12 van 40

13 Voor wat betreft het type huishouden zien we de sterkste deelname bij de huishoudens met twee part-time werkenden, het minst gebruik van opvang met 1 full-time werkende ouder. Tussen de inwoners van grote gemeenten en kleine gemeenten zijn geen significante verschillen. Er is een sterke samenhang tussen de verschillende factoren. Om de invloed van elke factor te bepalen is een zgn. AID- analyse uitgevoerd (automatic interaction detection analysis). Dit is een exploratieve techniek, waarbij per factor een variantieanalyse wordt toegepast. Van elke factor zijn steeds twee groepen geclusterd en is gekeken welke combinaties samenhangen met de mate van gebruik van kinderopvang en hoeveel variantie deze bepalen. Hieruit blijkt dat veruit de meest bepalende factor het opleidingsniveau is, daarna het aantal werkenden per gezin. Verschillen tussen de regio s op zich zijn gering. Tabel 4.12 Gebruik van kinderopvangopvang (excl peuterspeelzaal) Huishoudens Hoogst genoten, al dan niet voltooide opleiding LO-LBO MAVO MBO HAVO-VWO HBO-WO kand WO-doct Gemeentegrootte > < Regio Drie grote steden Rest west Noord Oost Zuid Stedelijkheid Zeer sterk Sterk Matig Weinig Niet Aantal verdieners in Huishouden Beide Full-time 1 fulltime, 1 parttime 1 fulltime 2 parttime 1 parttime geen betaalde baan Gezinsinkomen Tot meer dan Wil niet zeggen/weet niet % wel gebruikers kinderopvang N=3631 % niet gebruikers kinderopvang N=3631 % gebruikers informele opvang N= % gebruikers formele opvang N= Toelichting bij de tabel: Van de LO-LBO opgeleiden maakt 26% gebruik van kinderopvang (74% maakt geen gebruik). Van de LO-LBO opgeleiden maakt 24% gebruik van informele opvang en 6% maakt gebruik van formele opvang. Dat betekent dus dat 4% gebruik maakt van een combinatie van formeel en informeel. Naast bovenstaande gegevens is ook materiaal geanalyseerd over het gebruik van het soort opvang naar de deelpopulaties. Hieruit zijn een aantal punten te noemen. In de drie grote steden is het gebruik van kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang het grootst en het gebruik van gastouderopvang het laagst. In de andere regio s zijn de verschillen gering, in het noorden van het land en de rest west wordt het minst van kinderdagverblijven gebruik gemaakt. Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 13 van 40

14 Niet-betaalde oppas wordt in het zuiden van het land het meeste gebruikt en in het oosten van het land het minste. Betaalde oppas wordt het meest gebruikt en ook voor het grootste aantal uren in de drie grote steden. Het gebruik van kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang is in de steden > inwoners twee keer zo groot als in de kleinste gemeenten (< inwoners). Er is een relatie tussen omvang gemeente en gebruik van de diverse vormen van opvang. Voor de gastouderopvang zien we een significant hoger gebruik in juist de kleinste gemeenten. Betaalde oppas wordt het meest gebruikt in gemeenten van inwoners. Niet betaalde oppas komt overal evenveel voor Waarom geen gebruik van kinderopvang? Aan de niet-gebruikers van kinderopvang is een aantal vragen gesteld over de redenen daarvan en de gevonden oplossingen in het geval dat beide ouders wel werken. De reden om geen gebruik te maken van kinderopvang is vooral omdat men zegt het niet nodig te hebben (82%). Van de niet gebruikers is 8% principieel tegen kinderopvang, 3% vindt het te duur en 2 % gebruikt geen kinderopvang omdat het niet flexibel genoeg is. Bij 1% van de mensen die geen kinderopvang gebruiken is de lichamelijke of geestelijke belemmering van het kind de reden. Deze vraag is ook gesteld aan de zwangeren die van plan zijn van informele opvang gebruik te maken. Van deze groep was voor 10 % het gebrek aan plaatsen de reden om het gebruik van formele opvang niet te plannen. Tabel 4.13 Redenen om geen gebruik te maken van formele kinderopvang tijdens werktijden (meer antwoorden mogelijk, deze vraag is gesteld aan degenen die geen gebruik maken van kinderopvang, basis kinderen, voor de zwangeren is de vraag gesteld aan degenen die gebruik gaan maken van informele opvang) 0-12 jarigen N=2032 Zwanger N=44 Geen plaats/niet beschikbaar 1 10 Kwaliteit onvoldoende 1 20 Onvoldoende flexibel 2 18 Te duur 3 41 Kind heeft lich. of geest. belemmering 1 - Principieel tegen/kind niet bij vreemden 8 5 Heeft geen kinderopvang nodig Diversen Door wie wordt het kind dan opgevangen? Bij degenen die geen gebruik maken van formele en/of informele opvang voor kinderen worden de kinderen in 75% van de gevallen door respondenten zelf opgevangen, bij 3% door de partner, bij 20% van de respondenten wordt de opvang door beide partners gedeeld. Van de 3% van de ouders van 0-4 jarigen die aangeven te werken tijdens schooltijden is niet bekend of hiermee het peuterspeelzaalgebruik bedoeld wordt. Tabel 4.14 Opvang bij degenen die niet van kinderopvang gebruik maken (vraag gesteld aan de respondenten die geen gebruik maken van kinderopvang per kind) Totaal 0 3 jarigen N= jarigen N=1587 N=2032 Door mezelf, ik werk niet Door mezelf, werk tijdens schooltijden Door partner Partner en mezelf Door familie Zelfstandig/oud genoeg Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 14 van 40

15 4.2.7 Doorstroming naar de BSO Om zicht te krijgen op de doorstroming naar de buitenschoolse opvang vergelijken we het huidige gebruik van de verschillende soorten opvang onder drie- jarigen met het gewenste gebruik onder 4-jarigen. 20% van de kinderen gaat naar het kinderdagverblijf, en 11% van de 4-jarigen wil gebruik maken van buitenschoolse opvang. Het gemiddelde gebruik van het kinderdagverblijf ligt op 4,1 dagdeel per week, het gemiddelde gebruik van BSO is 2,2 dagen per week (zie tabel 4.10). Voor wat betreft de doorstroming kan worden geconcludeerd dat ongeveer de helft van de kinderen geen gebruik meer maakt van formele opvang nadat ze vier jaar zijn geworden. Ook het gebruik van informele opvang neemt sterk af bij het bereiken van de leeftijd van 4 jaar. Tabel 4.15 Gebruik kinderopvang door 3- en 4 jarigen (vraag gesteld aan respondenten die van kinderopvang gebruik maken per kind) Gebruik van kinderopvang door 3 jarigen (in percentages) N=373 Gewenst gebruik van buitenschoolse opvang door 4 - jarigen (in percentages) N=701 Kinderdagverblijf 20 - Buitenschoolse opvang - 11 Gastouderopvang 2 3 Betaalde oppas Niet betaalde oppas Peuterspeelzaal Zorgarrangementen Naast het gebruik per vorm van opvang is interessant om na te gaan welke combinaties van opvangvormen, ofwel zorgarrangementen het meest gebruikt worden. Van de huidige gebruikers van kinderopvang zijn alle combinatiemogelijkheden op een rij gezet: alleen informele opvang wordt veruit het meest gebruikt, vooral bij de 4-12 jarigen. Daarna wordt alleen kinderdagverblijf (19% van de 0-4 jarigen) het meest gebruikt. Van de zorgarrangementen wordt de combinatie van peuterspeelzaal informele opvang het meest gebruikt (17%). 12% van de 0-4 jarigen combineert kinderdagverblijf met informele opvang.. Tabel 4.16 Gebruikte zorgarrangementen (vraag gesteld aan respondenten die van kinderopvang gebruik maken per kind) Totaal 0 3 jarigen N= jarigen N=701 N=1549 Alleen informeel Alleen kinderdagverblijf Informeel en peuterspeelzaal Alleen peuterspeelzaal Informeel en kinderdagverblijf Alleen BSO 5-11 Informeel en BSO 3-6 Alleen gastouderopvang Informeel en gastouderopvang Overige combinaties Invloed van de gezinssamenstelling De gezinsgrootte hangt duidelijk samen met de mate waarin men gebruik maakt van kinderopvang. Hoe groter het gezin, des te minder er van kinderopvang gebruik gemaakt wordt. Eenoudergezinnen met één of twee kinderen en oudergezinnen met één kind maken veel meer dan gemiddeld gebruik van opvang. Gezinnen die uit 4 personen bestaan maken gemiddeld gebruik van kinderopvang. Gezinnen van 5 personen veel minder. Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 15 van 40

16 Tabel 4.17 Gebruik van kinderopvang gerelateerd aan gezinsgrootte (vraag gesteld aan alle respondenten, per kind) Gezinsgrootte Percentage gebruik van kinderopvang N= 3631 Totaal of meer 31 Een gezinsgrootte van 2 betekent: een ouder met een kind, een gezinsgrootte van 3 kan betekenen 2 ouders met 1 kind of: 1 ouder met 2 kinderen. De vraag naar de invloed van de gezinssamenstelling is ook geanalyseerd voor het aantal kinderen van 0-12 jaar in het gezin. Dat levert hetzelfde beeld op: hoe meer kinderen in het gezin, des te minder kinderopvang. Figuur 4.18 Gebruik van kinderopvang gerelateerd aan aantal kinderen in het gezin. (vraag gesteld aan alle respondenten, per kind) 60% 50% 40% 30% 20% gebruik kinderopvang 10% 0% totaal kind 2 kinderen 3 kinderen 4 kinderen 4.3 Gewenst gebruik Op de vraag of de huidige opvang naar wens is zegt 93% ja, 7 % nee. Dit is zowel bij de 0-3 jarigen als bij de 4-12 jarigen het geval. Er bestaat een grote mate van tevredenheid met de huidige opvang. Slechts 7 % geeft aan ontevreden te zijn. Dit percentage loopt niet ver uiteen als we degenen met en zonder opvang vergelijken. Tabel 4.19 Is de opvang al dan niet naar wens geregeld. (vraag gesteld aan alle respondenten, beantwoord per kind) Totaal N=3631 Ja 93 Nee 7 Totaal 100 De 7% die van mening is dat de opvang niet naar wens geregeld is noemen hiervoor als reden: te weinig flexibiliteit (33%), geen plaats beschikbaar of geen continuïteit (33%). Onvoldoende kwaliteit is slechts voor 2% van de respondenten reden voor ontevredenheid met de huidige opvang. Ontevreden respondenten die al wel opvang hebben willen veelal meer uren opvang. Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 16 van 40

17 Tabel 4.20 Oorzaak dat de kinderopvang niet naar wens geregeld is (Deze vraag is gesteld aan de huishoudens die wel opvang hebben, maar vinden dat dit niet naar wens geregeld is (N=97),meerdere antwoorden zijn mogelijk) N=97 Geen plaats/niet beschikbaar 20 Kwaliteit onvoldoende 2 Te duur 22 Te weinig flexibiliteit 33 Geen continuïteit (niet altijd beschikbaar) 13 Anders 16 Uit nadere analyse blijkt dat van de mensen die geen gebruik maken van kinderopvang omdat er geen plaats is 80% wel gebruik zou gaan maken als die plaats beschikbaar komt. Voor degenen die de opvang te duur vinden gaat 60% wel gebruik maken als de kosten lager zijn. Als de opvangtijden aansluiten bij het werk, gaat 70% van de mensen voor wie dit een reden was om af te zien van opvang toch wel gebruik maken. Dit zijn geen feiten, maar opvattingen en aangezien het aantal mensen dat aangeeft dat de opvang niet naar wens geregeld te hebben klein is, kunnen hieruit geen harde conclusies worden getrokken Gewenst gebruik kinderopvang Tabel 4.21 Gewenst gebruik kinderopvang (deze vraag is aan de totale steekproef gesteld, en is per kind beantwoord, men kon verschillende mogelijkheden aangeven, het totaal aan gewenste opvang kan derhalve hoger zijn dan 100%) Zwanger percentage N=171 Zwanger gemiddeld gewenst gebruik per week 0-3 percenta ge N= gemiddeld gewenst gebruik per week 0-3 gebruik per 100 kinderen 4-12 percen tage N= gemiddeld gewenst gebruik per week KDV 49 2,6 dagdelen 22 4,0 dagdelen 88 dagd gebruik per 100 kinderen BSO ,2 dag 13,2 dagen GOB 8 4,3 uren 3 13,7 uren 41,1 uren Betaalde 16 4,0 uren 14 9,5 uren 133 oppas uren Niet bet. 37 8,1 uren 32 8,5 uren 272 Oppas uren 2 8,1 uren 16,2 uren 9 6,2 uren 55,8 uren 20 5,1 uren 102 uren Als we de gegevens uit deze tabel en die uit tabel 4.11 in de vorige paragraaf over het feitelijke gebruik vergelijken, dan blijkt, dat de feitelijke situatie en de gewenste situatie bij beide groepen 0-3 en 4-12 jarigen heel weinig verschillen. Alleen voor BSO en GOB voor 4-12 jarigen ligt het percentage respondenten dat kinderopvang wil 1% hoger dan het percentage dat opvang heeft. Uit de tabel waarin de respondenten mochten aangeven hoeveel uren opvang ze zouden willen hebben blijkt eveneens dat als dit over de totale steekproef bekeken wordt, er maar kleine verschillen zijn met het huidige gebruik. Men is tevreden met het aantal dagdelen kinderdagverblijf en dagen BSO. Het aantal gewenste uren gastouderopvang voor BSO is echter twee keer zo groot als het feitelijk gebruikte aantal uren. Het percentage respondenten dat van informele opvang gebruik zou willen maken ligt even hoog als het feitelijke gebruik. Dit geldt zowel voor de betaalde als de niet betaalde oppas. Het aantal uren dat men van informele opvang gebruik zou willen maken ligt iets lager dan het feitelijke gebruik, met name bij de betaalde oppas. Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 17 van 40

18 4.3.2 Gepland gebruik van kinderopvang door zwangeren. In de vragenlijst voor de zwangeren kon niet de vraag gesteld worden naar huidig en gewenst gebruik. Hier is gevraagd naar het geplande gebruik. Daarbij moest door de respondenten hetzelfde schema worden ingevuld, als de huishoudens. Zowel de vorm van opvang als de omvang van het geplande gebruik zijn ingevuld. Bij de zwangeren zien we dat het geplande gebruik van formele opvang ruim het dubbele is van het huidige gebruik bij huishoudens van kinderen van 0-3 jaar. Ook is het geplande gebruik van informele opvang iets groter dan het huidige gebruik van formele opvang bij huishoudens met kinderen van 0-3 jaar. De zwangeren zijn van plan beduidend meer kinderopvang te gaan gebruiken dan de huidige gebruikers. Dit spoort met het voornemen van veel zwangeren om te blijven werken. Zowel voor het aantal dagdelen per gebruiker is groter (zie bovenstaande tabel) als het percentage dat van de opvang gebruik denkt te maken: 49% is van plan van een kinderdagverblijf gebruik te gaan maken, 8% van gastouderopvang, 16% betaalde oppas en 37% onbetaalde oppas. Bij de vrouwen die 7-9 maanden zwanger zijn neemt het geplande gebruik iets af, maar ligt nog steeds hoger dan bij de ouders van de 0-3 jarigen. Figuur 4.22 Gepland gebruik van kinderopvang door zwangeren (N=171) en de vrouwen, die 7 9 mnd zwanger zijn (N=51). 60% 50% 40% 30% 20% zwanger 7-9mnd 10% 0% kdv gob bet oppas onbet oppas Bij het geplande gebruik zien we een grote voorkeur voor onbetaalde oppas en het kinderdagverblijf. Daarbij is het kinderdagverblijf het meest gewenst. Uit de gedetailleerde gegevens blijkt dat het aantal uren waarop men opvang denkt nodig te hebben varieert tussen 6 en 26 uur per week, en daarbinnen ligt de nadruk op uur. Het aantal gewenste uren opvang voor alle opvangsoorten is ongeveer hetzelfde. Van de totale groep 7-9 maanden zwangeren is bijna de helft van plan gebruik te gaan maken van een kinderdagverblijf, en onbetaalde oppas speelt een belangrijke rol (bijna bij eenderde van de respondenten). De aantallen zijn hier te klein om harde conclusies te trekken, maar een indicatie voor het gebruik van kinderopvang is hieraan wel te ontlenen. Deze wordt ondersteund doordat dezelfde tendens is waar te nemen bij zowel vrouwen die net zwanger zijn als bij degenen die al vergevorderd zijn in de zwangerschap Meerwens van respondenten die niet tevreden zijn met de huidige opvang Van de respondenten die niet tevreden zijn met de huidige opvang is bekeken hoe groot de meerwens aan opvang is. Dit is in onderstaande tabel weergegeven. Hier blijkt duidelijk dat de meerwens beperkt is en dat dit uitsluitend de formele opvang betreft. Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 18 van 40

19 Tabel 4.23 Gewenste opvang bij ontevreden respondenten (Beantwoord per kind door de respondenten die niet tevreden zijn met de huidige opvang. (basis kinderen) Huidig gebruik Gewenst Meer wens Absoluut aantal Percentage Gemiddeld gebruik per week van alle kinderen Gemiddeld gebruik per week van alle kinderen Gemiddeld Gebruik per week van alle kinderen KDV 88 6,7% 0,9 dagdelen 1,4 dagdelen 0,5 dagdelen BSO 169 7,2% 0,2 dagen 0,4 dagen 0,2 dagen GOB 257 7% 0,2 uren 0,7 uren 0,5 uren Betaalde oppas 257 7% 1,2 uren 1,2 uren - Niet betaalde oppas 257 7% 1,2 uren 1,2 uren Verklaringsmodellen van de grote overeenkomst tussen feitelijke en gewenste opvang Deze resultaten lijken in eerste instantie verrassend. Gegeven de gedachte dat er een grote schaarste is aan plaatsen. Wellicht dat twee verschillende wetenschappelijke invalshoeken op de begrippen schaarste aan en tevredenheid over kinderopvang nog iets meer diepgang kunnen geven. Schaarste vanuit economische perspectief: Het begrip schaarste werkt in de kinderopvang niet zoals bij andere producten en diensten. Immers: voor het probleem (voor de vraag naar) kinderopvang wordt altijd een oplossing gevonden. Voor alle kinderen is opvang aanwezig, hetzij door de ouders zelf, hetzij in formele sfeer, hetzij in informele sfeer. Er wordt altijd een oplossing gevonden en de schaarste is daarom niet eenduidig te kwantificeren. Tevredenheid over kinderopvang vanuit sociaal-psychologisch perspectief: Ouders die door gebrek aan kindplaatsen voor een oplossing hebben gekozen die in eerste instantie tweede keuze was zijn geneigd deze tweede keuze ook als voldoende goed te gaan ervaren. Ze zullen hun cognitieve dissonantie willen opheffen. Cognitieve dissonantie treedt op als de feitelijke situatie anders is dan de gewenste situatie. In experimenten waarin proefpersonen keuzes hebben gemaakt tussen twee alternatieven bleek dat proefpersonen zich blootstelden aan gunstige informatie over de gemaakte keuze (Festinger, 1959). Immers het blijven vinden dat je voor je kind (je meest kostbare bezit ) een tweederangs oplossing hebt, levert een schuldgevoel op. Dus ouders zullen geneigd zijn om van de gevonden oplossing ook de voordelen te zien. Als gevolg daarvan wordt een oorspronkelijke tweede keuze gecontinueerd, ook indien de eerste keuze inmiddels gehonoreerd zou kunnen worden Onderscheid naar deelpopulaties Uit de onderzoeksgegevens is bij nadere analyse ook een aantal zaken op te merken over de deelpopulaties. Bij de laagste inkomens zien we meer onvrede met het huidige gebruik: 15% van de gebruikers met een lage opleiding zou de opvang liever anders willen. In de drie grote steden is de onvrede groter dan elders (12%). Hoe hoger het inkomen, des te hoger het gewenste gebruik van kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, gastouderopvang en betaalde oppas. Het gewenste aantal uren niet-betaalde oppas is het hoogste voor de middeninkomens. Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 19 van 40

20 4.4 Toekomstig gebruik Van de totale steekproef denkt 15% dat de wensen t.a.v. kinderopvang volgend jaar anders zullen zijn dan nu. De reden is vooral gelegen in de veranderde werksituatie of de veranderde werksituatie van de partner (48%) en in de leeftijd van het kind (30%). Tabel 4.24 Redenen voor wijziging van wensen t.a.v. kinderopvang volgend jaar (deze vraag is gesteld aan alle respondenten die aangegeven hebben dat de wensen t.a.v. kinderopvang volgend jaar anders zullen zijn dan nu) N=562 Werksituatie verandert 48 Huidige opvang niet meer beschikbaar 3 Kind volgend jaar te oud voor deze vorm van opvang 30 Kind staat nu op de wachtlijst: volgend jaar plaats 12 Leeftijd kind (geboorte/zelfstandigheid/spel) 5 Anders 4 Uit de totale steekproef is geen toename van de vraag naar opvang af te leiden. Voor de hele groep van 0-3-jarigen is zelfs een afname van de vraag te constateren van 22% (huidig gebruik van een kinderdagverblijf) naar 18% (gewenst gebruik volgend jaar). Dit is te verklaren uit het feit dat bij de totale groep respondenten de uitstroom van 3-jarigen een sterk vertekend beeld geeft. Van de huidige 3-jarigen maakt 20% gebruik van een kinderdagverblijf, echter alle 3 jarigen zullen over een jaar uitstromen naar andere vormen van opvang. En de instroom van babies is in de totaalgroep 0-3 jarigen niet meegenomen. De totalen voor de gewenste opvang volgend jaar voor de leeftijdsgroep 0-3 jarigen wordt daarom niet in een tabel weergegeven. Om een raming te kunnen maken van de toekomstige vraag moet een berekening gemaakt worden op basis van het gewenst gebruik per leeftijdsjaar en de verwachte instroom van babies. Ook het geplande gebruik bij de zwangeren wordt hierin meegenomen Toekomstig gebruik van kinderopvang 0-3 jarigen De respondenten die verandering willen zeggen in bijna alle gevallen dat dit wordt veroorzaakt door wijziging in de leeftijd van het kind of door wijziging in de werksituatie. Om een prognose te maken voor het toekomstige gebruik zullen we de leeftijdsgroepen moeten opsplitsen en ook de vraag bij de zwangeren doorberekenen. In de tabel hieronder is de ontwikkeling van de leeftijdsgroepen duidelijk te zien. Tabel 4.25 Gewenste opvang volgend jaar voor 0-3 jarigen, uitgesplitst naar leeftijdsgroepen Zwanger N=171 Zwanger gemiddeld gewenst gebruik per week KDV 49 2,6 dagdelen 0jaar Gemiddeld gewenst N=259 gebruik per week voor 0 jarige gebruikers 31 4,5 dagdelen 1jaar Gemiddeld gewenst N=304 gebruik per week voor 1-jarige gebruikers 21 4,2 dagdelen 2jaar N=365 Gemiddeld gewenst gebruik per week voor 2-jarige gebruikers 3jaar N=373 Gemiddeld gewenst gebruik per week voor 3-jarige gebruikers 21 3,8 dagdelen 5 4 dagdelen GOB 8 4,3 uren 5 16 uren 4 10 uren 4 12,5 uren 2 10 uren Betaalde oppas Niet betaalde oppas 16 4,0 uren 14 10,7 uren uren uren 14 5,7 uren 37 8,1 uren 32 8,75 uren 30 9,6 uren 32, 8,1uren 35 6,3 uren Uit deze tabel blijkt duidelijk dat met het toenemen van de leeftijd van de kinderen de vraag naar formele en informele kinderopvang afneemt, zowel procentueel als naar het aantal uren/dagdelen dat men gebruik denkt te maken van de soort opvang. Met name het gewenste gebruik van formele opvang voor de kinderen die nu 0 jaar zijn is veel hoger dan het gewenste gebruik van de 1-jarigen. Bij de zwangeren is de vraag naar kinderopvang groter, zowel het percentage dat van plan is kinderopvang te gebruiken als de gemiddelde omvang van het geplande gebruik. In hoofdstuk 5 worden prognoses voor de vraag naar formele kinderopvang voor 0-3 jarigen gemaakt. In figuur 4.26 is een vergelijking gemaakt tussen het huidig gebruik 0-3 jarigen (tabel 4.11) en het gewenste gebruik volgend jaar van 0, 1, 2 en 3 jarigen (tabel 4.25). Bij het gewenste gebruik volgend jaar onder 3- Kinderopvang met Beleid Trendonderzoek kinderopvang oktober 2002 Pagina 20 van 40

Voor het wachtlijstonderzoek is de wachttijd per kind onderzocht en gewerkt met het bestand kinderen.

Voor het wachtlijstonderzoek is de wachttijd per kind onderzocht en gewerkt met het bestand kinderen. Bijlage 7 behorend bij eindrapport Wachtlijsten en tijden in de kinderopvang door NIPO i.s.m. Vyvoj, 17 december 2003 Wachtlijstonderzoek via ouderbevraging Ouderbevraging op basis van een representatieve

Nadere informatie

Doel van het onderzoek Inzicht bieden in de gevolgen van de Wet kinderopvang voor de verschillende gebruikersgroepen.

Doel van het onderzoek Inzicht bieden in de gevolgen van de Wet kinderopvang voor de verschillende gebruikersgroepen. SAMENVATTING 1. Doel en onderzoeksopzet De invoering van de Wet kinderopvang per 1 januari 2005 heeft veel veranderingen gebracht voor de gebruikers van formele kinderopvang in kinderdagverblijven (KDV),

Nadere informatie

Ruimte voor groei in de kinderopvang. Sociaal en Cultureel Planbureau in opdracht van het

Ruimte voor groei in de kinderopvang. Sociaal en Cultureel Planbureau in opdracht van het Ruimte voor groei in de kinderopvang Sociaal en Cultureel Planbureau in opdracht van het Ruimte voor groei in de kinderopvang De vraag naar kinderopvang per gemeente Om een goed beeld te krijgen van de

Nadere informatie

Kinderopvang in Helmond

Kinderopvang in Helmond Kinderopvang in Helmond colofon Titel: Kinderopvang in Helmond Opdrachtgever: Gemeente Helmond Opdrachtnemer: Afdeling Onderzoek en Statistiek Gemeente Helmond Marian Foolen-Huys Datum: Januari 211 Gemeente

Nadere informatie

HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN

HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE NIJMEGEN - eindrapport - Drs. Janneke Stouten Dr. Marga de Weerd

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

Kinderopvang in aandachtswijken

Kinderopvang in aandachtswijken Kinderopvang in aandachtswijken Significant Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld +31 342 40 52 40 KvK 3908 1506 info@significant.nl www.significant.nl Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Barneveld,

Nadere informatie

Tweemeting Trendonderzoek Kinderopvang

Tweemeting Trendonderzoek Kinderopvang Tweemeting Trendonderzoek Kinderopvang Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Marcia van Oploo Mirjam Engelen B3194 Leiden, 31 oktober 2006 Voorwoord

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Meeste werknemers tevreden met aantal werkuren

Meeste werknemers tevreden met aantal werkuren Meeste werknemers tevreden met aantal werkuren Christianne Hupkens De meeste werknemers zijn tevreden met de omvang van hun dienstverband. Ruim zes op de tien werknemers tussen de 25 en 65 jaar wil niet

Nadere informatie

Jeugdmonitor Zeeland: Kinderopvang

Jeugdmonitor Zeeland: Kinderopvang 1 Jeugdmonitor Zeeland: Kinderopvang Ouders van jonge kinderen Augustus 2018 2 2 Colofon Ruben De Cuyper Jolanda van Overbeeke Esther Spuesens Dit themarapport is samengesteld door ZB Planbureau Jeugdmonitor

Nadere informatie

Behoefteonderzoek opvang kinderen basisschoolleeftijd

Behoefteonderzoek opvang kinderen basisschoolleeftijd Behoefteonderzoek opvang kinderen basisschoolleeftijd Totaal alle deelnemers Project: Dagarrangementen en Combinatiefuncties In opdracht van: DMO Weesperstraat 79 Postbus 658 1018 VN Amsterdam 1000 AR

Nadere informatie

3.5 Voorzieningen in de buurt

3.5 Voorzieningen in de buurt 3.5 Voorzieningen in de buurt Samenvatting: Straatverlichting en straatmeubilair Veruit de meeste (8%) bewoners zijn (zeer) tevreden over de straatverlichting in hun buurt. De verschillen naar wijk zijn

Nadere informatie

De betekenis van informele opvang voor de arbeidsparticipatie

De betekenis van informele opvang voor de arbeidsparticipatie De betekenis van informele opvang voor de arbeidsparticipatie Raadpleging van het Panel RADAR-Klanttevredenheidsonderzoek n.a.v. kabinetsvoornemens Kinderopvang 20 juni 2008 Maria Jongsma Arie Luiten Theo

Nadere informatie

Door de indexatie gaan de maximale uurprijzen voor kinderopvang met 2% omhoog:

Door de indexatie gaan de maximale uurprijzen voor kinderopvang met 2% omhoog: De proefberekeningen voor de kinderopvangtoeslag via www.toeslagen.nl van 2015 zijn inmiddels vrijgegeven. U kunt nu een proefberekening maken en kijken wat de kosten zijn voor kinderopvang in 2015. Mocht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 31 322 Kinderopvang Nr. 274 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Kinderopvang. Selectie van een aantal Arnhemse cijfers uit het rapport van het CBS. 15 maart 2015 Onderzoek & Statistiek

Kinderopvang. Selectie van een aantal Arnhemse cijfers uit het rapport van het CBS. 15 maart 2015 Onderzoek & Statistiek Kinderopvang Selectie van een aantal Arnhemse cijfers uit het rapport van het CBS 15 maart 2015 Onderzoek & Statistiek Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Kinderen in de formele kinderopvang (aantal en uren)

Nadere informatie

De klant in beeld Wet kinderopvang en de gevolgen voor de gebruikers. Eindrapportage gevolgen Wet kinderopvang voor de gebruikers

De klant in beeld Wet kinderopvang en de gevolgen voor de gebruikers. Eindrapportage gevolgen Wet kinderopvang voor de gebruikers De klant in beeld Wet kinderopvang en de gevolgen voor de gebruikers Eindrapportage gevolgen Wet kinderopvang voor de gebruikers Ten behoeve van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Drs.

Nadere informatie

Rapport Jonge ouders over schooltijden Een onderzoek in opdracht van project Andere Tijden in onderwijs en opvang, uitgevoerd door BOinK

Rapport Jonge ouders over schooltijden Een onderzoek in opdracht van project Andere Tijden in onderwijs en opvang, uitgevoerd door BOinK Rapport Jonge ouders over schooltijden Een onderzoek in opdracht van project Andere Tijden in onderwijs en opvang, uitgevoerd door BOinK Mei 2011 BOinK Heleen de Haan Inhoudsopgave Inleiding 3 Belangrijkste

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Kinderopvang tot 2015: krimp en yuppificatie zet door

Kinderopvang tot 2015: krimp en yuppificatie zet door Kinderopvang tot 2015: krimp en yuppificatie zet door Utrecht, 20 april 2012 Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60 info@buitenhek.nl

Nadere informatie

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Alfahulp en huishoudelijke hulp Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Inhoudsopgave Geschreven voor Achtergrond & doelstelling 3 Conclusies 5 Resultaten 10 Bereidheid tot betalen 11 Naleven regels 17

Nadere informatie

Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018

Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Daniël de Rijke BSc In opdracht van de NBvK Juni 2018 Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Daniël de Rijke/NBvK, juni 2018 Pagina!1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Inleiding Voor goede bedrijfsresultaten is het voor bedrijven van belang om te kunnen beschikken over voldoende goede,

Nadere informatie

1. Inleiding 2. Analyse 2.1. Een derde van de ouders geeft aan minder te gaan werken

1. Inleiding 2. Analyse 2.1. Een derde van de ouders geeft aan minder te gaan werken 1. Inleiding Vorig jaar kondigde de regering grote bezuinigingen aan op de kinderopvang. De bezuinigingen lopen op tot 774 miljoen in 2015. In 2012 snijdt de regering met zo'n 400 miljoen euro in de kinderopvang.

Nadere informatie

BEHOEFTEONDERZOEK KINDEROPVANG DORDRECHT 2004

BEHOEFTEONDERZOEK KINDEROPVANG DORDRECHT 2004 BEHOEFTEONDERZOEK KINDEROPVANG DORDRECHT 2004 Sociaal Geografisch Bureau Gemeente Dordrecht drs. J.M. Schiff dr. M.G. Weide juli 2004 Colofon Opdrachtgever: Tekst: Drukwerk: Informatie: Onderwijs en Welzijn

Nadere informatie

Monitor uitbreiding kinderopvang 2003

Monitor uitbreiding kinderopvang 2003 Monitor uitbreiding kinderopvang 2003 Vierde meting naar de status van de uitbreiding van de kinderopvang in Nederland, november 2003 Voorwoord 3 In november 2003 is voor de vierde maal een onderzoek gedaan

Nadere informatie

Gebruik kinderopvang s-hertogenbosch

Gebruik kinderopvang s-hertogenbosch Gebruik kinderopvang s-hertogenbosch Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Dit rapport geeft een beeld van het gebruik van de formele kinderopvang in de gemeente

Nadere informatie

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID Gemeente Alkmaar afdeling Onderzoek en Statistiek februari 2006 auteur: Monique van Diest afdeling Onderzoek en Statistiek gemeente Alkmaar

Nadere informatie

dvang! Onderzoek Kinderopvang in Zwolle 2011 Zwolle

dvang! Onderzoek Kinderopvang in Zwolle 2011 Zwolle dvang! Onderzoek Kinderopvang in Zwolle 2011 Zwolle inzicht Advies en Faciliteiten Informatie Stadskantoor Lübeckplein 2 Postbus 10007 8000 GA Zwolle Telefoon (038) 498 29 28 Fax (038) 498 20 41 R.Dekker@zwolle.nl

Nadere informatie

BERK FLEXIBELE OPVANG

BERK FLEXIBELE OPVANG ONDERNEMERSRAPPORTAGE ONDERZOEK KLANTTEVREDENHEID 2013 BERK FLEXIBELE OPVANG oktober 2013, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk. www.xs2quality.nl info@xs2quality.nl INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Onderzoeksvariabelen

Nadere informatie

Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen

Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen Onderzoek van GfK november 2015 Inleiding Het aantal ondernemers blijft groeien. In 2015 heeft

Nadere informatie

Toelichting bij de SZW-Adviestabel ouderbijdragen kinderopvang 2004 Percentagetabel

Toelichting bij de SZW-Adviestabel ouderbijdragen kinderopvang 2004 Percentagetabel Toelichting bij de SZW-Adviestabel ouderbijdragen kinderopvang 2004 Percentagetabel Begrippen Hele dagopvang Halve dagopvang Buitenschoolse opvang Naschoolse opvang Onafgebroken opvang van 0-4 jarigen

Nadere informatie

Uitkomsten enquête Andere Tijden

Uitkomsten enquête Andere Tijden Uitkomsten enquête Andere Tijden Een peiling van de wensen en behoeften onder Zeeuwse ouders met jonge kinderen op het gebied van schooltijden, schoolvakantie, school en opvang Voorjaar 2012 Uitkomsten

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Bijlage Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Behorend bij het rapport VMBO-opleiding Rijn- en binnenvaart in Nijmegen ; Onderzoek naar de behoefte aan een VMBO-opleiding Rijn-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 01 013 31 3 Kinderopvang Nr. 19 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

RESULTATEN TEVREDENHEIDSONDERZOEK INSTELLINGEN VOOR KINDEROPVANG EN SCHOLING IN CHAAM DORPSRAAD CHAAM

RESULTATEN TEVREDENHEIDSONDERZOEK INSTELLINGEN VOOR KINDEROPVANG EN SCHOLING IN CHAAM DORPSRAAD CHAAM RESULTATEN TEVREDENHEIDSONDERZOEK INSTELLINGEN VOOR KINDEROPVANG EN SCHOLING IN CHAAM DORPSRAAD CHAAM Chaam, 15 juli 2015 INHOUD 1. INLEIDING 3 2. BASISSCHOOL DE DRIESPRONG 4 3. BASISSCHOOL HET BEEKDAL

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoeken PIKO

Klanttevredenheidsonderzoeken PIKO Klanttevredenheidsonderzoeken PIKO Samenvatting Juni 2013 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding en respons p. 3 2. Algemene tevredenheid & loyaliteit p. 6 3. Communicatie & informatievoorziening p. 7 4. Opvangtijden

Nadere informatie

Vaccinaties in Nederland, een vanzelfsprekende zaak.

Vaccinaties in Nederland, een vanzelfsprekende zaak. nipo het marktonderzoekinstituut Postbus 247 1000 ae Amsterdam Grote Bickersstraat 74 Telefoon (020) 522 54 44 Fax (020) 522 53 33 E-mail info@nipo.nl Internet http://www.nipo.nl Rapport Vaccinaties in

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht ruim zeven op de tien

Nadere informatie

De klant in beeld Wet kinderopvang en de gevolgen voor de gebruikers. Bijlagen bij Eindrapportage gevolgen Wet kinderopvang voor de gebruikers

De klant in beeld Wet kinderopvang en de gevolgen voor de gebruikers. Bijlagen bij Eindrapportage gevolgen Wet kinderopvang voor de gebruikers De klant in beeld Wet kinderopvang en de gevolgen voor de gebruikers Bijlagen bij Eindrapportage gevolgen Wet kinderopvang voor de gebruikers Ten behoeve van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april 2009. Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april 2009. Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009 Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO april 2009 Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc Paterswolde, april 2009 Postbus 312 9700 AH Groningen Pr. Irenelaan 1a 9765 AL Paterswolde telefoon:

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Zuid- en Oost-Gelderland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten

Nadere informatie

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Leon Pouwels 11 juni 2014 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond - onderzoeksopzet Doelstelling Steekproef Methode De doelstelling van dit onderzoek is het verkrijgen

Nadere informatie

Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen

Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen Martijn Souren Ongeveer 7 procent van de werknemers met een verleent zelf mantelzorg. Ze maken daar slechts in beperkte mate gebruik van aanvullende

Nadere informatie

Rapport Jonge ouders over schooltijden Een onderzoek in opdracht van project Andere Tijden in onderwijs en opvang, uitgevoerd door BOinK

Rapport Jonge ouders over schooltijden Een onderzoek in opdracht van project Andere Tijden in onderwijs en opvang, uitgevoerd door BOinK Rapport Jonge ouders over schooltijden Een onderzoek in opdracht van project Andere Tijden in onderwijs en opvang, uitgevoerd door BOinK Juni 2011 BOinK Heleen de Haan Inhoudsopgave Inleiding 3 Belangrijkste

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Rapport Hulst Middelburg, december 2013

Rapport Hulst Middelburg, december 2013 Rapport Hulst Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Hanneke Westerhout Han Schellekens Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax

Nadere informatie

Meer of minder uren werken

Meer of minder uren werken Meer of minder uren werken Jannes de Vries Een op de zes mensen die minstens twaalf uur per week werken (de werkzame beroeps bevolking) wil meer of juist minder uur werken. Van hen heeft minder dan de

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Bruto tarieven per uur. 07.30 18.00 uur 6,98 per uur. 07.00 18.00 uur 07.00 18.30 uur 07.30 18.30 uur. Flexibele tijden; minimaal 4 uur per dag

Bruto tarieven per uur. 07.30 18.00 uur 6,98 per uur. 07.00 18.00 uur 07.00 18.30 uur 07.30 18.30 uur. Flexibele tijden; minimaal 4 uur per dag KLANTWIJZER 2016 De kosten voor kinderopvang worden berekend in bruto tarieven. Wat je netto betaalt is afhankelijk van je belastbaar (gezins)inkomen. Wanneer je werkt of een studie volgt kan je bij de

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage VYVOJ Inventarisatie wensen Natuur BSO

Onderzoeksrapportage VYVOJ Inventarisatie wensen Natuur BSO Onderzoeksrapportage VYVOJ Inventarisatie wensen Natuur BSO A. Minnema BSc Paterswolde,oktober 2009 e-mail: info@vyvoj.nl www.vyvoj.nl INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2 2. Resultaten 4 3. Conclusie 14 Bijlage

Nadere informatie

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW aan SZW van Peter-Paul de Wolf en Sander Scholtus (Senior) methodoloog onderwerp Aandeel 0-jarigen onder aanvragen toeslag kinderdagopvang datum 5 september 2018 Inleiding Naar aanleiding van een voorgestelde

Nadere informatie

HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE AMERSFOORT

HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE AMERSFOORT HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE AMERSFOORT HET GEBRUIK VAN EN DE BEHOEFTE AAN KINDEROPVANG IN DE GEMEENTE AMERSFOORT - eindrapport - Natascha van den Berg Marga de Weerd

Nadere informatie

Kinderopvang in Arnhem

Kinderopvang in Arnhem Kinderopvang in Arnhem (cijfers 2015) Februari 2017 Onderzoek & Statistiek 1 Inhoudsopgave: 1. Kerncijfers kinderopvang in Arnhem 2. Inleiding 3. Ontwikkelingen in de kinderopvang 4. Cijfers over kinderen

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Tamboerijn ONDERNEMERSRAPPORTAGE ONDERZOEK KLANTTEVREDENHEID 2013. oktober 2013, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk.

Tamboerijn ONDERNEMERSRAPPORTAGE ONDERZOEK KLANTTEVREDENHEID 2013. oktober 2013, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk. ONDERNEMERSRAPPORTAGE ONDERZOEK KLANTTEVREDENHEID 2013 Tamboerijn oktober 2013, uitgevoerd door: Wij maken het duidelijk. www.xs2quality.nl info@xs2quality.nl INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Onderzoeksvariabelen

Nadere informatie

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken

Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken Samenvatting Burgerzaken is op werkdagen dagelijks open van 8.30 tot 16.00 uur, donderdag doorlopend van 8.30 tot 20.00 uur en op zaterdagochtend. Voor de bezoekuren in

Nadere informatie

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Marlijn Abbink-Cornelissen Marcel Haverkamp Janneke Wilschut 5 April 2016 1 Samenvatting Samenvatting Dit is het vijfde rapport van de monitor HH(T). Deze monitor inventariseert

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Datum 20 september Betreft Cijfers kinderopvang over tweede

Nadere informatie

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders Marjolein Korvorst en Tanja Traag Het krijgen van kinderen dwingt ouders keuzes te maken over de combinatie van arbeid en zorg. In de meeste gezinnen

Nadere informatie

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten Effecten van cliëntondersteuning Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten MEE Nederland, 4 februari 2014 1. Inleiding In deze samenvatting beschrijven

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Drenthe / Overijssel datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009)

Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009) Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009) Meteen nadat de Mexicaanse griep voor het eerst in het nieuws kwam (eind april 2009) is via Peil.nl onderzoek hiernaar gedaan onder de Nederlandse bevolking.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK RESULTATEN Marlijn Antonides Msc marlijnantonides@gmail.com Resultaten In deze rapportage bekijken we de resultaten van het Klanttevredenheidsonderzoek 2017 van Kindercentra

Nadere informatie

Gemeente Breda. Omnibusenquête 2015. Onderzoek en Informatie. Bekendheid Alarmnummer

Gemeente Breda. Omnibusenquête 2015. Onderzoek en Informatie. Bekendheid Alarmnummer Gemeente Breda Onderzoek en Informatie Omnibusenquête 2015 Bekendheid Alarmnummer Publicatienummer: 1790 Datum: december 2015 In opdracht van: Kabinet van de Burgemeester Uitgave: Gemeente Breda BBO/Onderzoek

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe, G. Waverijn

Nadere informatie

Kinderopvang in de Drechtsteden

Kinderopvang in de Drechtsteden Kinderopvang in de Drechtsteden Ouders over kinderopvang en hun betrokkenheid daarbij Inhoud: 1. Samenvatting en conclusies 2. Gebruik van kinderopvang 3. Tevredenheid over kinderopvang 4. Ouderbetrokkenheid

Nadere informatie

Waardering van voorzieningen, vervoer en werk

Waardering van voorzieningen, vervoer en werk Waardering van voorzieningen, vervoer en werk Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Een afname van het inwoneraantal heeft gevolgen voor het voorzieningenniveau. Er zal immers niet

Nadere informatie

Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld

Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doelstelling... 3 1.3 Respons... 3 1.4 Representativiteit...

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Zoals u in de SCP-brief heeft kunnen lezen, gaat deze vragenlijst over de gevolgen van de Wet kinderopvang op de opvang van uw kinderen.

Zoals u in de SCP-brief heeft kunnen lezen, gaat deze vragenlijst over de gevolgen van de Wet kinderopvang op de opvang van uw kinderen. SCP 9037702384 - Hoe het werkt met kinderen Bijlage Vragenlijst 2-1 INLEIDING Zoals u in de SCP-brief heeft kunnen lezen, gaat deze vragenlijst over de gevolgen van de Wet kinderopvang op de opvang van

Nadere informatie

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 In de Eemsdelta zijn verschillende ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de leefbaarheid.

Nadere informatie

Ouders op de arbeidsmarkt

Ouders op de arbeidsmarkt Ouders op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Johan van der Valk De bruto arbeidsparticipatie van alleenstaande s is sinds 1996 sterk toegenomen. Wel is de arbeidsparticipatie van paren nog steeds een stuk

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport STUDENTENHUISVESTING Zoetermeer, 9 december 2015 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS 2011 Klanttevredenheid Vereenzaming Ouderen Soest VOS Stichting Welzijn Ouderen Soest Molenstraat 8c 3764 TG Soest 035 60 23 681 info@swos.nl www.swos.nl KvK 41189365 Klanttevredenheidsonderzoek Vereenzaming

Nadere informatie

uur uur uur uur Halve dagopvang ook mogelijk! Flexibele tijden; minimaal 4 uur per dag

uur uur uur uur Halve dagopvang ook mogelijk! Flexibele tijden; minimaal 4 uur per dag KLANTWIJZER 2019 De kosten voor kinderopvang worden berekend in bruto tarieven. Wat je netto betaalt is afhankelijk van je belastbaar (gezins)inkomen. Wanneer je werkt of een studie volgt kan je bij de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 32 847 Integrale visie op de Nr. 409 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving De relatie tussen leesvaardigheid en de ervaringen die een kind thuis opdoet is in eerder wetenschappelijk onderzoek aangetoond: ouders hebben een grote invloed

Nadere informatie

Onderzoeksmogelijkheden voor de gevolgen van het opnemen van ouderschapsverlof

Onderzoeksmogelijkheden voor de gevolgen van het opnemen van ouderschapsverlof TNO-rapport Onderzoeksmogelijkheden voor de gevolgen van het opnemen van ouderschapsverlof Datum 29 juni 2009 Auteurs Dr. D.L. Ooms Dr. M.J. Huiskamp Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag

Nadere informatie

SBO-LEERLINGEN EN KINDEROPVANG

SBO-LEERLINGEN EN KINDEROPVANG SBO-LEERLINGEN EN KINDEROPVANG SBO-LEERLINGEN EN KINDEROPVANG - eindrapport - Marga de Weerd Linda van Middelkoop Regioplan Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20 531 53 15 Fax :

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011 Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011 Utrecht, juli 2011 Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60 info@buitenhek.nl

Nadere informatie

Rapport. Roken en Zwangerschap. Jordy van der Steen. B-1272 Juli 2002. Bestemd voor: DEFACTO voor een rookvrije toekomst Den Haag

Rapport. Roken en Zwangerschap. Jordy van der Steen. B-1272 Juli 2002. Bestemd voor: DEFACTO voor een rookvrije toekomst Den Haag nipo het marktonderzoekinstituut Postbus 247 1000 ae Amsterdam Grote Bickersstraat 74 Telefoon (020) 522 54 44 Fax (020) 522 53 33 Email info@nipo.nl Internet www.nipo.nl Rapport Roken en Zwangerschap

Nadere informatie

Wat draagt bij aan een gelukkig pensioen? Een vergelijking tussen Nederland, België, Denemarken en Zweden

Wat draagt bij aan een gelukkig pensioen? Een vergelijking tussen Nederland, België, Denemarken en Zweden Wat draagt bij aan een gelukkig pensioen? Een vergelijking tussen Nederland, België, Denemarken en Zweden Onderzoek van GfK november 2015 Inleiding Delta Lloyd is continu bezig het pensioenbewustzijn te

Nadere informatie

Verslag consumentenonderzoek zorgsector Breda

Verslag consumentenonderzoek zorgsector Breda Verslag consumentenonderzoek zorgsector Breda Inleiding: In het kader van het project economische barometer is in 2012 gekozen voor het onderwerp zorgverlening en vooral het gebruik van de zorgverleners,

Nadere informatie

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie inkomen

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie inkomen 101 inkomen 9 102 Inkomen 1) Inkomens van huishoudens Huishoudens in Hengelo hadden in 2007 een gemiddeld besteedbaar inkomen van 30.700 per jaar. Het gemiddeld besteedbaar inkomen van huishoudens in Hengelo

Nadere informatie

Rapport Reimerswaal Middelburg, december 2013

Rapport Reimerswaal Middelburg, december 2013 Rapport Reimerswaal Middelburg, december Colofon SCOOP Samenstelling Nadet Somers Esther van Sprundel Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax (0118)

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Ouders over kindcentra

Ouders over kindcentra Ouders over kindcentra Oberon, september 2015 Wat vinden ouders eigenlijk van kindcentra? Kennen zij de gedachte achter Kindcentra2020? We besloten om het maar eens aan ze te vragen. Onderzoeksbureau Oberon

Nadere informatie