Bewegingsprogramma voor kinderen met kanker in de leeftijd van 6 t/m 18 jaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bewegingsprogramma voor kinderen met kanker in de leeftijd van 6 t/m 18 jaar"

Transcriptie

1 Bewegingsprogramma voor kinderen met kanker in de leeftijd van 6 t/m 18 jaar Alfred Beldman en Sanne Frazer FIO-opdracht Fysiotherapie Nijmegen

2 Voorwoord Voor u ligt het bewegingsprogramma speciaal geschreven voor kinderen met kanker. Dit programma is tot stand gekomen naar aanleiding het afstudeerproject voor de opleiding fysiotherapie. Doel van dit programma is om bij kinderen met kanker hun conditie op peil te houden en hun plezier te laten ervaren in bewegen. Dit kan als doel hebben de kwaliteit van leven bij deze kinderen te verbeteren. Vandaar ook de naam Funkey voor het bewegingsprogramma. Wij zien plezier als de sleutel om deze groep kinderen te kunnen helpen. Hierbij hopen we dat dit een werkbaar programma is, waarbij zowel begeleiders als kinderen een aangename en leuke tijd bleven met de beschreven sport- en spelactiviteiten. Alfred Beldman en Sanne Frazer Fysiotherapeuten i.o. Nijmegen, april

3 Inhoudsopgave Voorwoord: 1 Inhoudsopgave: 2 Inleiding: 3 Week 1: Groepsles: De kennismaking 5 Week 2: Individuele les: De eerste meting 8 Week 3: Groepsles: Het circuit 12 Week 4: Individuele les: Coördinatie en motoriek 16 Week 5: Groepsles: Samenwerken 20 Week 6: Individuele les: Race tegen de klok 23 Week 7: Groepsles: Het circuit 2 27 Week 8: Individuele les: De tussenmeting 31 Week 9: Groepsles: Estafette 35 Week 10 : Individuele les: Met zijn tweeën 38 Week 11: Groepsles: Het circus 40 Week 12: Individuele les: De eindmeting 44 Extra les: Zwemmen 48 Huiswerkprogramma 50 3

4 Inleiding Tijdens de behandeling van kanker maakt het kind een zware tijd door. Niet alleen lichamelijk heeft de behandeling vele gevolgen, maar ook psychosociaal. Door middel van sport kunnen deze gebieden positief worden beïnvloed. Aan de hand van dit programma zal worden gewerkt aan conditie en speelt plezier in bewegen hierbij een belangrijke rol. Uit een literatuurstudie is gebleken dat zowel de motoriek als het uithoudingsvermogen verstoord kunnen raken. Ook vermoeidheid is een vaak voorkomende klacht. Door medicijngebruik en inactiviteit kan obesitas ontstaan. Tevens kunnen psychosociale klachten voorkomen. Kinderen kunnen door de ziekte of de gevolgen van de behandeling soms niet of beperkt sporten met leeftijdsgenootjes. Dit kan zijn vanwege beperkingen die het kind heeft en vanwege veiligheidsoverwegingen. Een gevolg van de behandeling is bijvoorbeeld osteoporose of het hebben van 1 nier waarbij contactsporten worden afgeraden. Dit programma is zo opgesteld dat er op een verantwoorde manier en hopelijk met plezier getraind kan worden, met als doel dat de lichamelijke conditie op peil kan worden gehouden. De doelgroep waar dit programma voor geschreven is, zijn kinderen met kanker van 6 tot 18 jaar. Om grote verschillen binnen de groep te voorkomen wordt aangeraden om deze groep te splitsen in groepen van 6 tot 12 jaar en van 12 tot 18 jaar. Geadviseerd wordt om in groepen van 6 kinderen te trainen. De sport- en spelactiviteiten zijn van minuut tot minuut beschreven. Belangrijk is dat de oefeningen naar eigen inzicht kunnen worden gevarieerd en aangepast worden aan de mogelijkheden van het kind. Het programma bestaat uit 12 lessen verdeelt in een individueel gedeelte en een groepsgedeelte. Deze worden om de week afgewisseld. Verder zal er elke week een huiswerkprogramma zijn. Dit is gebaseerd op de Nederlandse Norm gezond Bewegen. Hierin wordt aangegeven dat kinderen minimaal 2x in de week de hun activiteiten moeten richten op het behouden of verbeteren van de lichamelijke conditie. De lessen zijn van week tot week worden beschreven. De lessen hebben een vaste opbouw bestaande uit een warming-up, trainingsgedeelte en een afsluitende cooling-down waarbij ook het huiswerk wordt besproken. Zowel kracht, uithoudingsvermogen en coördinatie worden in dit programma getraind. Dit is verwerkt in parcoursvorm en spellen. Het doel van elke oefening staat genoemd bij elk onderdeel. Per les wordt de trainingsintensiteit beschreven. Dit wordt in de loop van de lessen opgebouwd. De genoemde trainingsintensiteit is een aanbeveling om conditie op te bouwen. De taak van de begeleider is in te zien wat het kind aankan en hierop de training aan te passen. Dit kan inhouden dan het kind gestimuleerd óf geremd moet worden tijdens de training. Het uithoudingsvermogen zal tijdens het individuele lessen driemaal worden getest. Dit gebeurt tijdens de eerste en de laatste individuele les en halverwege het programma. Daarnaast wordt er drie maal in het programma een parcours afgelegd waarin algemene vaardigheden worden getest. Deze uitslagen worden genoteerd en meegenomen in de trainingen. Om al deze gegevens te bewaren zal er tijdens de start van het programma aan ieder kind een schrift worden uitgedeeld. In dit schrift worden de gegevens genoteerd van elke les. Verder kan hier ook het huiswerk in worden opgeschreven. Zo ontstaat een overzicht met daarin de gegevens en belevingen van het kind, waarin vergeleken kan worden hoe het kind er voor staat. 4

5 Dit programma is geschreven vanuit de discipline fysiotherapie. Naast (kinder)fysiotherapeuten kunnen ook bewegingsagogen de lessen begeleiden. Enige affiniteit met kinderen en groepsles is gewenst. Plezier van en met de kinderen staat voorop. Veel plezier met het uitvoeren van dit programma. 5

6 Week 1 Groepsles: De kennismaking Inleiding Tijdens deze les maken de kinderen kennis met elkaar en met de begeleider. Aan de hand van enkele spelletjes gaan de kinderen elkaar leren kennen. De kinderen worden ingelicht over de structuur van de lessen. Vertel de kinderen wat de bedoeling is van de komende weken en hoe de lessen eruit zullen gaan zien. De Warming-up Tijdsduur: 10 minuten Trainingsdoel: opwarmen De warming-up wordt gezamenlijk gedaan. De kinderen stellen zich op aan de korte zijde van de zaal. Op het teken van de begeleider wordt er rustig naar de andere kant van de zaal gejogd. Tijdens het heen en weer gaan worden de zogenaamde astronautvaardigheden uitgevoerd. Alle spiergroepen moeten even warm worden gedraaid. Enkele oefeningen die kunnen worden uitgevoerd: - armen zwaaien - knie heffen - hakken naar de billen - huppelen - tenen lopen - zijwaarts Deze oefeningen kunnen natuurlijk ook naar eigen invulling worden gedaan, zolang elke spiergroep maar aanbod komt. Samen de warming-up doen is ook een mogelijkheid. Zo kunnen de kinderen goed zien wat de bedoeling is en weten ook in welk tempo ze moeten lopen. Figuur 1 Warming-up: begeleider loopt voorop voor het tempo en het voordoen van de oefeningen. Kennismakingsspelen Benodigdheden: bal, krant Tijdsduur: 20 minuten Trainingsdoel: - De bedoeling van deze spelletjes is elkaar te leren kennen. Hierbij draait het om vertrouwt te raken met elkaar en een goede basis te leggen voor de andere weken. 6

7 Het gaat nog niet om het trainen. Hieronder zijn enkelen spelen genoemd met uitleg erbij. Namen noemen Je zit in een kring met de kinderen. Iemand noemt zijn naam en maakt daar een gebaar bij. De groep noemt de naam en maakt ook het gebaar. Nadat iedereen is geweest wordt er nog één keer het rondje gemaakt. Daarna noemt de begeleider een naam. Degene rechts naast de genoemde naam maakt het gebaar dat bij de naam hoort. Reageert hij te laat of niet dan moet hij een andere plaats in de kring gaan zoeken. De bal is nu voor Er wordt door de hele zaal gelopen. Eén persoon heeft de bal. Hij zegt de bal is nu voor en noemt een naam. Hij gooit de bal hoog de lucht in. Degene wiens naam genoemd is moet nu proberen de bal te vangen. De anderen moeten nu zo snel mogelijk proberen weg te rennen. Lukt het hem om de bal te vangen dan zegt hij stop! De anderen stoppen met rennen en moeten met de benen wijdt naar degene met de bal staan. De persoon met de bal probeert nu door de benen van de ander te gooien. Lukt dit dan mag hij met de bal in de hand een naam noemen. Anders is de vorige persoon nog aan de beurt. Krantenmeppen Je zit in een kring met de kinderen. Eén kind staat in het midden met een opgerolde krant. Iemand noemt een naam. De genoemde persoon moet nu snel een andere naam zeggen. De speler in het midden met de krant probeert hem op de knieën te slaan voordat hij een andere naam genoemd heeft. Als dit gelukt, dan moet de geslagen persoon in het midden staan. Handbal met korf Benodigdheden: handbal, lintjes, 2 korfen Tijdsduur: 15 minuten Verdeel de groep in twee teams. Er staat een korf aan de ene kant van de zaal en één aan de andere kant. Als team moet je proberen de bal in de korf van de tegenstander te leggen of te gooien. Je mag niet lopen met de bal in de hand. Door naar elkaar over te gooien zul je de andere kant van de zaal moeten bereiken. Je mag elkaar niet aanraken tijdens het spel. De kinderen moeten afstand bewaren tijdens het verdedigen. Figuur 2 overzicht handbal met korf 7

8 Ontspanning / huiswerk Tijdsduur: 5 minuten Er is nu tijd voor bewuste ontspanning. Tijdens de rust kan er worden gevraagd wat de kinderen van de les vonden. Vonden ze het zwaar of viel het mee? Wat vonden ze van de spelletjes? Ook wordt het huiswerk doorgenomen wat ze meekrijgen voor de aankomende week. Cooling-down Tijdsduur: 10 minuten Trainingsdoel: ontspanning Aan het eind van de les wordt er uitgelopen om spierpijn te voorkomen. De kinderen stellen zich weer op bij de lijn en er wordt rustig naar de andere kant van de zaal gejogd. Tijdens het lopen worden weer enkele oefeningen gedaan in een rustig tempo. Te denken valt aan: - armen los schudden - huppelen - benen los schudden Er kunnen ook enkele rekoefeningen worden gedaan. - kuitspieren rekken - rugspieren rekken - hamstrings rekken Sluit de les af. 8

9 Week 2 Individuele les: De eerste meting Inleiding Deze les wordt gebruikt om te kijken waar het kind staat. Door middel van een test wordt bepaald hoe de conditie is. Dit is tevens het moment dat er besproken wordt wat de mogelijkheden en beperkingen van het kind zijn. Ook is het belangrijk om te weten waar de voorkeuren van het kind naar uit gaan, welke sport vindt het kind leuk? Ook wordt de bedoeling van het programma besproken en worden gezamenlijk de doelen opgesteld. De warming-up Benodigdheden: home-trainer, hartslagmeter Tijdsduur: 5 minuten Trainingsdoel: opwarmen op - 60% Hfmax - instelling hometrainer; lage weerstand Tijdens de warming-up wordt er 5 minuten gefietst met lichte weerstand op 60% van de maximale hartslag. Dit houdt in dat het kind tijdens de warming-up gewoon kan blijven door praten. Doel is enkel om het lichaam op te warmen. 6-minuten wandeltest Benodigdheden: 2 lijnen over 12 meter Tijdsduur: totaal 10 minuten De 6-minuten wandeltest wordt afgenomen. De instructie die gegeven wordt luidt als volgt: We willen bekijken wat je conditie is. Daarvoor willen we weten hoe ver jij kunt wandelen in 6 minuten. Dit kan heel makkelijk voor je zijn maar ook heel moeilijk, als je wil mag je even rusten. Het is de bedoeling dat je in een tempo loopt dat jij fijn vindt, maar je mag niet gaan rennen. Aan het eind van de test tellen we samen hoever jij gelopen hebt. Dit schrijven we op. We gaan deze test vaker doen om te kijken of jij in 6 minuten verder kunt wandelen. Snap je de bedoeling? Het kind gaat op een lijn staan en begint op het startsein te lopen. Na 12 meter turft de begeleider de afstand die is afgelegd. Het is belangrijk om tijdens de test te blijven coachen en om de minuut aan te geven hoe lang het kind nog moet wandelen. Na 6 minuten volgt het stopteken, het kind blijft staan. De laatste meters tussen de lijnen worden meegenomen in de eindmeting. Samen met het kind wordt geteld hoeveel meters het kind heeft afgelegd. Dit wordt genoteerd. Figuur 3 De 6-minuten wandeltest 9

10 Spelparcours De bedoeling van het spelparcours is om langs verschillende stations oefeningen te doen. Elke oefening wordt 1 minuut volgehouden. Daarna volgt er 1 minuut rust en wordt er doorgeschoven naar het volgende station. Na de laatste oefening wordt er weer bij het eerste station begonnen. In totaal wordt het parcours 3x doorlopen. Hoe vaak het kind de oefening heeft gedaan zal worden opgeschreven. Het is de bedoeling dat het kind de oefeningen zo vaak mogelijk uitvoert in één minuut. De oefeningen moeten constant goed worden uitgevoerd. Doe alle oefeningen één keer voor. Moedig het kind aan, let er op dat de oefeningen netjes en niet te gehaast worden uitgevoerd. Hieronder zal per station de benodigdheden en uitleg worden beschreven De tijdsduur in totaal is 30 minuten. Het is handig om de tijd met een stopwatch bij te houden. Station 1: spijkerpoepen Benodigdheden: spijker aan een touw, fles Tijdsduur: 1 minuut actief, 1 minuut rust Trainingsdoel: kracht Het kind krijgt een touw om zijn middel geknoopt. De spijker moet tussen zijn benen hangen, ongeveer ter hoogte van zijn knieën. Nu zal het kind moeten proberen de spijker in de fles te krijgen. Let er op dat het kind goed door zijn knieën zakt en zijn rug probeert recht te houden. Deze oefening is zeer geschikt voor het trainen van de bovenbeenspieren en bilspieren. Geef het kind aanwijzingen hoe hij of zij de oefening het beste kan doen. Moedig het kind aan de minuut vol te houden. Noteer hoeveel pogingen het kind heeft gedaan en hoe vaak de spijker in de fles is gekomen. Station 2: Hindernissenbaan met bal Benodigdheden: bal, evenwichtsbalk, wiebelplank, korf Tijdsduur: 1 minuut actief, 1 minuut rust Trainingsdoel: coördinatie en uithoudingsvermogen Figuur 4 Spijkerpoepen Met een bal in de hand begint het kind over de evenwichtbalk te lopen. Daarna loopt het kind over de wiebelplank, vandaar af probeert hij de bal in de korf te gooien. Het kind pakt de bal weer op en loopt dan weer terug naar het beginpunt. Dit wordt herhaald totdat de minuut om is. Moedig het kind aan de minuut vol te houden. Noteer het aantal kerend dat de hindernisbaan is genomen en hoe vaak de bal in de korf is gegooid. Figuur 5 Overzicht hindernisbaan 10

11 Station 3: Slalom hockey Benodigdheden: hockeystick, balletje, 6 kegels Tijdsduur: 1 minuut actief, 1 minuut rust Trainingsdoel: coördinatie en uithoudingsvermogen. Het kind neemt de hockeystick en slalomt met de bal aan de stick om de kegels heen. Bij de laatste pion schiet het kind de bal op de mat, dan loopt het kind terug met bal aan de stick om weer opnieuw te beginnen. Moedig het kind aan om de minuut vol te houden. Noteer het aantal keer dat het parcours is afgelegd en hoe vaak de mat is geraakt. Figuur 6 Slalomhockey Station 4: zitten op een skippybal Benodigdheden: skippybal of andere grote bal, een andere bal Tijdsduur: 1 minuut actief, 1 minuut rust Trainingdoel: coördinatie en kracht Laat het kind rechtop op de bal zitten. Hierbij moet het kind zijn buikspieren goed aanspannen. Instrueer het kind deze houding een minuut vol te houden. Ondertussen zal de begeleider een bal gooien om het wat moeilijker te maken. Tel het aantal keer dat de bal gevangen is en noteer of de houding 1 minuut is volgehouden of dat de houding een aantal keer gecorrigeerd is. Station 5: Dribbelen en gooien in een basket Figuur 7 De zithouding Benodigdheden: basketbal, basket, 1 pion Tijdsduur: 1 minuut actief, 1 minuut rust Het is de bedoeling dat het kind van de pion vijf meter naar de basket dribbelt en dan probeert de bal in basket te gooien. Moedig het kind aan om de minuut vol te houden. Noteer hoe vaak het kind gooit en scoort. Figuur 8 Overzicht basketbal 11

12 Badminton Benodigdheden: 2 badmintonrackets, shuttle of ballon, net of lijn Tijdsduur: 10 minuten Samen met het kind wordt er gebadmintond. Dit kan in verschillende varianten gespeeld worden. Kan het kind niet goed badmintonnen, probeer het dan met een ballon. Dit kan ook in wedstrijdvorm worden gespeeld. Cooling-down: Benodigdheden: mat Tijdsduur: 5 minuten Trainingsdoel: ontspanning Doe samen met het kind een aantal rekoefeningen op de mat. Neem hiervoor rust en leg uit dat nu het moment is om te ontspannen. Invulling naar eigen inzicht. Te denken valt aan het rekken van de bovenbeenspieren, kuitspieren, rug en armen. Sluit de les af. 12

13 Week 3 Groepsles: Het circuit Inleiding In deze les staat een circuit centraal. Hierin gaan de kinderen in tweetallen een circuit doorlopen. Verder zal er nog een sportvorm worden gespeeld. Dit zal ringhockey zijn. De Warming-up Tijdsduur: 10 minuten Trainingsdoel: opwarmen De warming-up wordt gezamenlijk gedaan. De kinderen stellen zich op aan de korte zijde van de zaal. Op het teken van de begeleider wordt er rustig naar de andere kant van de zaal gejogd. Tijdens het heen en weer gaan worden de zogenaamde astronautvaardigheden uitgevoerd. Alle spiergroepen moeten even warm worden gedraaid. Enkele oefeningen die kunnen worden uitgevoerd: - armen zwaaien - knie heffen - hakken naar de billen - huppelen - tenen lopen - zijwaarts Deze oefeningen kunnen natuurlijk ook naar eigen invulling worden gedaan, zolang elke spiergroep maar aanbod komt. Samen de warming-up doen is ook een mogelijkheid. Zo kunnen de kinderen goed zien wat de bedoeling is en weten ook in welk tempo ze moeten lopen. Figuur 9 Warming-up: begeleider loopt voorop voor het tempo en het voordoen van de oefeningen. Circuit De bedoeling van het circuit is om in tweetallen langs de verschillende stations te lopen. Terwijl de één de oefening uitvoert, houdt de ander de score bij. Ook kan deze persoon degene aanmoedigen die de oefening uitvoert. De oefeningen zullen 1 minuut volgehouden moeten worden. Daarna wordt er gewisseld en voert de ander de oefening uit. Vervolgens wordt er naar een ander station gegaan. De scores worden telkens opgeschreven. Loop eerst met de kinderen de verschillende stations door en doe de oefeningen voor. De begeleider bewaakt de tijd en grijpt indien nodig in bij de oefeningen. 13

14 In totaal zal het circuit ongeveer 20 minuten in beslag nemen. Hieronder worden de verschillende stations beschreven. Figuur 10 Overzicht circuit Station 1: lopen en springen met een bal Benodigdheden: 5 hoepels, een voetbal en twee pionnen. Tijdsduur: 1 minuut Het kind pakt de bal in de hand en springt met twee benen aan een gesloten van hoepel naar hoepel. Aan het eind van de rij hoepels legt hij de bal neer. Het is de bedoeling om nu de bal in het doel te schieten. Lukt het hem dan pakt hij de bal weer op en loopt naar het beginpunt. Schiet hij mis, dan springt hij door de hoepels weer terug en begint dan opnieuw. Dit wordt één minuut volgehouden. Het andere kind houdt bij hoe vaak er geschoten en gescoord is. Dit getal wordt opgeschreven. Na de minuut wordt er gewisseld. Station 2: slalomloop met bal Benodigdheden: 6 kegels, bal, muur Tijdsduur: 1 minuut Trainingsdoel: coördinatie en uithoudingsvermogen Het kind start bij het begin en rent stuiterend met de bal al slalommend tussen de kegels door. De kegels mogen niet omvallen! Daarna gooit hij de bal tegen de muur en vangt de bal weer op. De bal mag één keer stuiteren voordat hij de bal vangt. Daarna dribbelt hij weer terug naar het beginpunt en begint opnieuw. Dit wordt één minuut volgehouden. Het andere kind houdt bij hoe vaak de oefening is uitgevoerd. Dit getal wordt opgeschreven. Na de minuut wordt er gewisseld. 14

15 Station 3: sit-up Benodigdheden: mat, bal Tijdsduur: 1 minuut Trainingsdoel: kracht Het kind gaat op de rug liggen met de knieën opgetrokken. Het andere kind gaat bij het voeteneind zitten en houdt een bal vast. Deze bal ligt op de knieën van het kind dat op de mat ligt. Het liggende kind probeert nu met twee handen de bal aan te tikken. Hij moet ervoor zorgen dat hij met zijn rug van de mat af komt. Het kind wat de bal vast heeft telt hoe vaak de ander de bal kan aantikken in één minuut. Dit getal wordt opgeschreven. Na de minuut wordt er gewisseld. Station 4: Over een balk lopen Benodigdheden: evenwichtsbalk Tijdsduur: 1 minuut Trainingsdoel: coördinatie De bedoeling is dat het kind over de balk gaat lopen zonder er van af te vallen. In het midden van de balk probeert het kind de balk met twee handen aan te tikken. Hiervoor zal het door de knieën moeten zakken. Aan het eind van de balk stapt het kind er af en loopt weer terug naar het beginpunt. Het andere kind houdt bij hoe vaak de ander over de balk heeft gelopen in één minuut zonder er van af te vallen. Dit wordt opgeschreven. Als de minuut om is wordt er gewisseld. Station 5: wandklimmen. Benodigdheden: wandrek, ballen, hoepel Tijdsduur: 1 minuut Trainingsdoel: kracht Figuur 11 Houding bij sit-up De ballen liggen bovenop het wandrek. Het kind klimt op het wandrek en probeert een bal te pakken. Er wordt zo hoog mogelijk geklommen. Heeft het kind de bal gepakt dan wordt er weer naar beneden geklommen. Eenmaal beneden legt hij de bal in de hoepel die op de grond ligt. Het andere kind telt hoeveel ballen de ander in de hoepel heeft gelegd in één minuut tijd. Dit getal wordt opgeschreven. Na de minuut mag het andere kind het proberen. Ringhockey Benodigdheden: hockeysticks, lintjes, 4 kegels, ring Tijdsduur: 15 minuten Er worden twee doeltjes gemaakt met kegels. De groep wordt in twee teams verdeeld. De bedoeling is dat er gehockeyd wordt, maar dan met een ring. De hockeystick wordt andersom vast gehouden Figuur 12 Ringhockey 15

16 (de stok naar beneden). Met de stick kan de ring naar een medespeler worden geschoven. Er mag geen fysiek contact zijn tussen de teams. De teams moeten proberen te scoren door de ring in het doeltje te schuiven. De ring moet op de grond blijven. Ontspanning / huiswerk Tijdsduur: 5 minuten Er is nu tijd voor bewuste ontspanning. Tijdens de rust kan er worden gevraagd wat de kinderen van de les vonden. Vonden ze het zwaar of viel het mee? Wat vonden ze van de spelletjes? Ook wordt het huiswerk doorgenomen van vorige week en aankomende week Cooling-down Tijdsduur: 10 minuten Trainingsdoel: ontspanning Aan het eind van de les wordt er uitgelopen om spierpijn te voorkomen. De kinderen stellen zich weer op bij de lijn en er wordt rustig naar de andere kant van de zaal gejogd. Tijdens het lopen worden weer enkele oefeningen gedaan in een rustig tempo. Te denken valt aan: - armen los schudden - huppelen - benen los schudden Er kunnen ook enkele rekoefeningen worden gedaan. - kuitspieren rekken - rugspieren rekken - hamstrings rekken Sluit de les af. 16

17 Week 4 Individuele les: coördinatie en motoriek Inleiding Tijdens deze les komt de nadruk te liggen op coördinatie en motoriek. Zo worden er oefeningen gedaan op de evenwichtsbalk en wordt de handmotoriek getraind. Ook kan vanaf deze les de trainingsintensiteit op gevoerd worden naar 65% van de Hfmax. Blijf er op letten dat het kind niet te zwaar wordt belast, tijdens de oefeningen moet het kind gewoon kunnen blijven praten. De warming-up Benodigdheden: home-trainer, hartslagmeter Tijdsduur: 5 minuten Trainingsdoel: opwarmen op - 60% Hfmax - instelling hometrainer; lage weerstand Tijdens de warming-up wordt er 5 minuten gefietst met lichte weerstand op 60% van de maximale hartslag. Dit houdt in dat het kind tijdens de warming-up gewoon kan blijven door praten. Doel is enkel om het lichaam op te warmen. Eilandenrace Benodigdheden: 4 matten, 4 ballen, 4 pionnen, 8 kledingstukken Tijdsduur: totaal 10 minuten en coördinatie Doel van dit spel is om in verschillende loopvormen zoveel mogelijk materialen van het ene eiland naar het andere eiland te verplaatsen. In elke hoek van de zaal ligt een mat. Op één mat wordt niet-opgevouwen kleding neergelegd. Op de mat, diagonaal van de mat met kleding, worden de 4 ballen en 4 pionnen ongeordend neergelegd. Het kind start op de mat met niet-opgevouwen kleding. Op het startsein rent het kind met één kledingstuk in zijn hand over de lange zijde naar de lege mat. Het kind vouwt daar het kledingstuk op en legt het neer op de mat. Dan hinkelt het kind over de korte zijde naar de mat met pionnen en ballen en pakt een pion. Met de pion in de hand huppelt het kind over de lange zijde naar de lege mat en plaatst de pion op de mat. Daarna wandelt het kind over de korte zijde weer naar de mat met de niet-opgevouwen kleding. Het kind pakt weer een kledingstuk en rent weer naar de mat waar het kind een kledingstuk moet opvouwen en op de stapel kleding moet leggen. Dan hinkelt het weer naar de mat met ballen en pionnen, pakt dan een bal en huppelt naar de mat waar de vorige ronde een pion is neergezet. Hij gaat op één been staan en legt de bal op de pion. Vervolgens wandelt het kind weer naar de mat met nietopgevouwen kleding. Vertel het kind hoeveel tijd het kind nog heeft en blijf hem aanmoedigen. Na tien minuten wordt het aantal verplaatste kledingstukken, pionnen en ballen geteld en genoteerd. Belangrijk bij deze oefening is dat de kleren zo netjes Figuur 13 Eilandenrace 17

18 mogelijk worden opgevouwen en dat de bal staand op een been op de pion wordt gelegd. Spelparcours De bedoeling van het spelparcours is om langs verschillende stations oefeningen te doen. Elke oefening wordt 1 minuut volgehouden. Daarna volgt er 1 minuut rust en wordt er doorgeschoven naar het volgende station. Na de laatste oefening wordt er weer bij het eerste station begonnen. In totaal wordt het parcours 3x doorlopen. Hoe vaak het kind de oefening heeft gedaan, zal worden opgeschreven. Het is de bedoeling dat het kind de oefeningen zo vaak als hij kan in één minuut uitvoert. De oefeningen moeten wel goed blijven worden uitgevoerd. Doe alle oefeningen één keer voor. Moedig het kind aan, let er op dat de oefeningen netjes en niet te gehaast worden uitgevoerd. Hieronder zal per station de benodigdheden en uitleg worden beschreven De tijdsduur in totaal is 30 minuten. Het is handig om de tijd met een stopwatch bij te houden. Figuur 14 Overzicht circuit Station 1: Het wandrek Benodigdheden: pion, wandrek, bank Tijdsduur: 1 minuut actief, 1 minuut rust Trainingsdoel: coördinatie en kracht De bank wordt in een helling van +/- 35 rechts teg en het wandrek aangezet. Het kind start bij de pion en loop 3 meter naar de bank. Het kind loopt onder begeleiding over de bank naar het wandrek. Vervolgens klimt het kind tot de top in het wandrek, tikt de bovenste spijl aan en klimt via het wandrek weer naar beneden. Het kind loopt vervolgens weer om de pion heen naar de bank. Moedig het kind aan dit een minuut vol te houden. Het aantal keren dat het kind de bovenste spijl raakt wordt geteld en opgeschreven. Station 2: Balk lopen Benodigdheden: pion, evenwichtsbalk, basketbal, hoepel Tijdsduur: 1 minuut actief, 1 minuut rust Trainingsdoel: coördinatie Het kind start met de bal in de hand bij de pion en loopt drie meter naar de evenwichtsbalk. Hij gaat met de bal in de hand over de evenwichtsbalk. Daarna loopt hij van de balk naar de hoepel en probeert vanuit de hoepel de bal in de basket te 18

19 gooien. Dan pakt het kind de bal weer op en gaat weer naar de pion. Moedig het kind aan dit de minuut vol te houden. Noteer hoe vaak het kind over de balk is gegaan en hoe vaak het kind de bal in de basket heeft gegooid. Station 3: mat-springen Benodigdheden: 5 matten, tennisbal, 1 korf Tijdsduur: 1 minuut actief, 1 minuut rust Trainingsdoel: kracht Vijf matten worden in de breedte een halve meter uit elkaar gelegd. Het kind springt met een tennisbal in zijn hand vanuit hurksprong met beide benen tegelijk naar de tweede mat. De landing moet ook met twee voeten gelijk zijn. Zo springt het kind van mat tot mat tot de vijfde mat. Vanaf deze mat probeert het kind de bal in de korf te gooien. Deze staat op ongeveer vier meter van de laatste mat, tegen een muur. Houdt telkens bij hoe vaak het kind de bal in de korf gegooid heeft. Station 4: stormbaan Benodigdheden: 2 matten, 10 blokken, 4 palen, 2 touwen. Tijdsduur: 1 minuut actief, 1 minuut rust Trainingsdoel: kracht en uithoudingsvermogen De twee matten worden op drie meter van elkaar in het verlengde van elkaar gelegd. Midden boven de matten wordt een touw tussen de palen gebonden op een halve meter hoogte van de grond. De blokken worden bij de eerste mat gelegd. Op het startsein pakt het kind een blok en kruipt onder het touw door op de eerste mat. Dan gaat het kind naar de tweede mat en stapt over het touw heen zonder deze te raken. Na de tweede mat wordt van de blokken een toren gebouwd. Dan loopt het kind weer naar de blokken bij de eerste mat. Na een minuut wordt er geteld hoeveel blokken hoog de toren is. Puntenbalspel Benodigdheden: 12 kegels, bal Tijdsduur: 10 minuten Over elke korte zijde worden verspreid over de achterlijn 6 kegels geplaatst. De zaal is verdeeld in twee speelhelften. Iedere speler heeft op zijn eigen helft een verdedigingsvak, dit is het voorste gedeelte van zijn speelhelft. De speler blijft op zijn eigen speelveld. De speler met de bal probeert vanuit zijn eigen vak de kegels van zijn tegenstander om te gooien. De tegenstander mag zijn pionnen alleen verdedigen in het voorste verdedigingsvak. Aanvallen mag ook vanuit het verdedigingsvak. Het is de bedoeling dat de speler zo snel mogelijk alle kegels van zijn tegenstander heeft omgegooid. Dit spel kan ook worden gevarieerd met bal rollen of voetballen. Daarbij moet de bal op de grond blijven. Figuur 15 Puntenbalspel 19

20 Cooling-down: Benodigdheden: mat Tijdsduur: 5 minuten Trainingsdoel: ontspanning Doe samen met het kind een aantal rekoefeningen op de mat. Neem hiervoor rust en leg uit dat nu het moment is om te ontspannen. Invulling naar eigen inzicht. Te denken valt aan het rekken van de bovenbeenspieren, kuitspieren, rug en armen. Sluit de les af. 20

21 Week 5 Groepsles: Samenwerken Inleiding Deze les staat in het teken van samenwerken. Door verschillende activiteiten leren de kinderen samen te spelen en na te denken om de oefeningen samen uit te kunnen voeren. De Warming-up Tijdsduur: 10 minuten Trainingsdoel: opwarmen De warming-up wordt gezamenlijk gedaan. De kinderen stellen zich op aan de korte zijde van de zaal. Op het teken van de begeleider wordt er rustig naar de andere kant van de zaal gejogd. Tijdens het heen en weer gaan worden de zogenaamde astronautvaardigheden uitgevoerd. Alle spiergroepen moeten even warm worden gedraaid. Enkele oefeningen die kunnen worden uitgevoerd: - armen zwaaien - knie heffen - hakken naar de billen - huppelen - tenen lopen - zijwaarts Deze oefeningen kunnen natuurlijk ook naar eigen invulling worden gedaan, zolang elke spiergroep maar aanbod komt. Samen de warming-up doen is ook een mogelijkheid. Zo kunnen de kinderen goed zien wat de bedoeling is en weten ook in welk tempo ze moeten lopen. Figuur 16 Warming-up: begeleider loopt voorop voor het tempo en het voordoen van de oefeningen. Slingertikken Tijdsduur: 5 minuten Eén persoon wordt gekozen als tikker. Hij moet proberen de anderen te tikken. Is er iemand getikt dan pakt hij de tikker bij de hand en zijn ze met zijn tweeën tikker. Bij elke persoon die getikt wordt, wordt de slinger langer. 21

22 Parcours: samenwerken Bij deze spellen gaat het om samenwerken. Door samen krachten te bundelen en slim te spelen kunnen de spellen gewonnen worden. Touwtrekken Benodigdheden: touw, 2 pionnen, lintje Tijdsduur: 5 minuten Trainingsdoel: kracht Bindt het lintje aan het midden van het touw. Plaats twee pionnen 2 meter van het lintje af aan beide kanten. Op het startsein begint het touwtrekken. De groep die als eerste het lintje langs zijn pion trekt heeft gewonnen. De groepen worden na elk potje weer anders verdeeld. Welke persoon zorgt voor de meeste overwinningen? Bal en zeil Benodigdheden: 2 touwen, 4 palen, 2 matten, 2 zeilen, 2 pionnen, 1 bal Tijdsduur: 5 minuten Trainingsdoel: coördinatie en uithoudingsvermogen Zet op twee plaatsen twee palen neer met daartussen een touw gespannen op ongeveer 70 cm hoogte. Twee kinderen pakken een zeil en spannen deze strak. Hier wordt een bal op gelegd. De twee moeten nu met de bal op het zeil naar de overkant, waarbij ze een keer onder het touw door moeten en een keer over het touw heen moeten. Aan de overkant wordt de bal overgegeven aan het volgende paar die ook met een strakgespannen zeil klaar staan. Hoe vaak kan de bal over worden gegeven binnen 5 minuten. Valt de bal, dan moet het paar weer opnieuw beginnen bij het startpunt. Touw op de grond drukken Benodigdheden: 1 touw Tijdsduur: 5 minuten Trainingsdoel: coördinatie en kracht Een touw wordt met de uiteinden aaneen geknoopt. Iedereen pakt het vast en maakt een cirkel. Er komt iemand in het midden staan die het touw ergens op de grond tracht te drukken, de anderen proberen dit te verhinderen. Dit spel wordt 45 seconden gespeeld en binnen 15 seconden moet er worden gewisseld. Pittenzakdiefstal Benodigdheden: 16 pittenzakjes, lintjes, 2 pionnen Tijdsduur: 15 minuten De lijnen op de vloer van de zaal geven het speelvak weer. Zet de twee pionnen op de helft van het vak neer, zodat er twee vakken worden gevormd. Leg aan weerszijden van de korte lijn 8 pittenzakken neer. Verdeel de groep in twee teams. Eén team draagt de lintjes. Vertel de kinderen dat ze moeten proberen pittenzakjes van het andere team te pikken en hun eigen pittenzakjes moeten verdedigen. Je zult dit samen als team moeten oplossen. Op de helft van de tegenstander kun je getikt worden. Gebeurt dit, dan zullen ze terug moeten naar hun eigen helft. Lukt het ze om 22

23 de achterlijn te halen dan mogen ze een pittenzakje pakken en om de lijnen terug lopen naar hun eigen vak om daar het pittenzakje neer te leggen. Er worden in totaal 5 wedstrijdjes van 2 minuten gehouden. Figuur 16 Overzicht pittenzakdiefstal Ontspanning / huiswerk Tijdsduur: 5 minuten Er is nu tijd voor bewuste ontspanning. Tijdens de rust kan er worden gevraagd wat de kinderen van de les vonden. Vonden ze het zwaar of viel het mee? Wat vonden ze van de spelletjes? Ook wordt het huiswerk doorgenomen van vorige week en aankomende week Cooling-down Tijdsduur: 10 minuten Trainingsdoel: ontspanning Aan het eind van de les wordt er uitgelopen om spierpijn te voorkomen. De kinderen stellen zich weer op bij de lijn en er wordt rustig naar de andere kant van de zaal gejogd. Tijdens het lopen worden weer enkele oefeningen gedaan in een rustig tempo. Te denken valt aan: - armen los schudden - huppelen - benen los schudden Er kunnen ook enkele rekoefeningen worden gedaan. - kuitspieren rekken - rugspieren rekken - hamstrings rekken Sluit de les af. 23

24 Week 6 Individuele les: Race tegen de klok De inleiding De oefeningen worden intensiever, de trainingsintensiteit kan nu tussen 65-70% van de Hfmax liggen. Tijdens deze les worden er spelen gedaan met een race tegen de klok. Let op dat de fanatieke kinderen wel matig-intensief blijven sporten. Het is belangrijker dat ze het hele uur vol kunnen houden. De warming-up Benodigdheden: home-trainer, hartslagmeter Tijdsduur: 5 minuten Trainingsdoel: opwarmen op - 60% Hfmax - instelling hometrainer; lage weerstand Tijdens de warming-up wordt er 5 minuten gefietst met lichte weerstand op 60% van de maximale hartslag. Dit houdt in dat het kind tijdens de warming-up gewoon kan blijven door praten. Doel is enkel om het lichaam op te warmen. Het opruimspel Benodigdheden: mat, 10 verschillende voorwerpen, tien velletjes papier, stopwatch. Tijdsduur: 5 minuten Het beginstation is de mat. Deze ligt op het midden van de korte zijde van de zaal. Door de hele zaal worden 10 verschillende voorwerpen verspreid. Op elk velletje papier wordt één voorwerp opgeschreven die ook in de zaal ligt, met daarbij een loopvorm. Deze kunnen zijn huppelen, wandelen en rennen. Op deze velletjes kunnen dus de opdrachten staan: Pion en rennen, bal en wandelen, teddybeer en huppelen, etc. Deze velletjes papier worden op de kop op de mat gelegd. Gevraagd wordt hoelang het kind denkt erover te doen zijn kamer op te ruimen. Op het startsein pakt het kind een velletje papier met daarop de opdracht van het voorwerp dat hij op moet halen. Dit moet in de bijgenoemde loopvorm gebeuren. Het kind moet dus in het totaal alle tien de voorwerpen ophalen. Als alle tien de voorwerpen zijn opgeruimd en op de mat liggen, stopt de tijd. De tijd wordt opgeschreven en er wordt geëvalueerd of deze tijd meevalt of tegenvalt. Over twee weken wordt dit spel weer gedaan en wordt er gekeken of door training het kind een snellere opruimer is geworden. Figuur 17 Overzicht opruimspel 24

25 Verwoest de toren Benodigdheden:10 blokken, mat, 10 ballen, hoepel Tijdsduur: totaal 10 minuten In de hoek van de zaal wordt een mat gelegd met daarop de tien blokken. Aan de andere kant van de korte zijde worden tien ballen neergelegd. De bedoeling is dat het kind binnen 6 minuten met de blokken een zo hoog mogelijke toren in de hoepel bouwt. Daarnaast probeert het kind zoveel mogelijk ballen op de achterlijn te verzamelen om de toren mee om te gooien. Het kind begint aan de korte zijde tegenover de blokken en rent op het startsein over de lange zijde naar de blokken. Het kind pakt een blok en loopt naar de hoepel om hier te beginnen met het bouwen van de toren. Dan loopt het kind naar de ballen. Vervolgens pakt het kind een bal en rent naar de overkant van de zaal en legt daar een bal neer. Deze ballen kan hij aan het eind van het spel gebruiken om de toren om te trappen of te gooien. Na zes minuten volgt het stopsein. Het kind mag nu met het aantal ballen dat hij op de achterlijn heeft verzameld proberen de toren om te gooien of te trappen. Taak aan de begeleider is nu om de spanning op te bouwen. Puntenparcours De bedoeling van het spelparcours is om langs verschillende stations oefeningen te doen. Elke oefening wordt 1 minuut volgehouden. Daarna volgt er 1 minuut rust en wordt er doorgeschoven naar het volgende station. Bij elk onderdeel kunnen punten behaald worden. Na de laatste oefening worden de punten opgeteld en wordt er weer bij het eerste station begonnen. In totaal wordt het parcours 3x doorlopen. Tel hoeveel punten er per ronde behaald zijn en vergelijk dit met de andere rondes. Let erop dat de oefeningen niet te intensief worden gedaan. Het kind moet kunnen blijven praten en de oefeningen moeten wel goed blijven worden uitgevoerd. Doe alle oefeningen één keer voor. Moedig het kind aan, let er op dat de oefeningen netjes en niet te gehaast worden uitgevoerd. De tijdsduur in totaal is 20 minuten. Het is handig om de tijd met een stopwatch bij te houden. Station 1: Bal door raam Benodigdheden: 2 pionnen, 2 palen, 1 touw, 1 bal Tijdsduur: 1 minuut actief, 1 minuut rust Figuur 18 Overzicht verwoest de toren De twee pionnen staan 10 meter uit elkaar. Halverwege staan twee palen met daartussen een raam van touw. Het kind begint bij de pion met de bal te dribbelen naar het raam. Daar gooit het kind met een stuiter de bal door het raam zodat hij deze aan de andere kant weer kan opvangen. Dit Figuur 19 Bal door raam 25

26 geldt als een punt. Dan dribbelt hij weer verder naar de andere pion. In een minuut tijd wordt geteld hoeveel punten er behaald zijn. Station 2: Van hoepel naar hoepel Benodigdheden: 2 hoepels, een bal Tijdsduur: 1 minuut actief, 1 minuut rust Twee hoepels liggen 6 meter van elkaar. In een hoepel liggen twee ballen, in de ander één. Het kind begint bij de hoepel met twee ballen. Op het startsein pakt het kind een bal uit de hoepel en rent naar de andere hoepel. Daar legt hij de bal in de hoepel en pakt de andere bal. Dit geldt als één punt. Het kind rent dan met de bal naar de andere hoepel en wisselt daar de bal weer om. In een minuut tijd wordt er geteld hoe vaak het kind een bal omwisselt. Dit wordt opgeteld bij de punten van Figuur 20 Van hoepel naar hoepel station 1. Station 3: Zit gooien Benodigdheden: stoel, bal, pion Tijdsduur: 1 minuut actief, 1 minuut rust Trainingsdoel: kracht en uithoudingsvermogen De stoel wordt op drie meter tegenover de muur gezet, zodat het kind met het gezicht naar de muur zit. Op vijf meter van de stoel wordt een pion neergezet. Het kind begint met de bal in zijn hand bij de pion. Op het startsein rent het kind naar de stoel en gaat zitten, de rug moet los van de rugleuning blijven. Dan gooit het kind zo tegen de muur dat hij de bal ook weer kan vangen. Elke gevangen bal levert een punt op. Als het kind gegooid heeft, staat het kind weer op en rent naar de pion. Er wordt in een minuut geteld hoe vaak het kind de bal gevangen heeft. Het aantal punten wordt opgeteld bij de punten van station 1 en 2. Figuur 21 Het zit gooien Hockey Benodigdheden: 2 hockeysticks, tennisbal, 4 pionen. Tijdsduur: 10 minuten Samen met het kind wordt er gehockeyd. Begonnen wordt met over spelen met elkaar. Dit houdt in; de bal spelen, onder controle brengen en dan weer terugspelen. Dit kan ongeveer drie minuten gedaan worden. Dan begint de wedstrijd. Het 26

27 speelveld wordt in tweeën gedeeld, ieder heeft zijn eigen speelveld waar hij niet van af mag komen. Op elke achterlijn worden met pionnen twee goaltjes neergezet. De doelpalen staan drie meter uit elkaar. De bedoeling is nu om vanaf je eigen helft te scoren bij de tegenstander. Na 7 minuten wordt er gestopt. Er wordt dan gekeken wie de meeste doelpunten heeft gemaakt. Cooling-down: Benodigdheden: mat Tijdsduur: 5 minuten Trainingsdoel: ontspanning Doe samen met het kind een aantal rekoefeningen op de mat. Neem hiervoor rust en leg uit dat nu het moment is om te ontspannen. Invulling naar eigen inzicht. Te denken valt aan het rekken van de bovenbeenspieren, kuitspieren, rug en armen. Sluit de les af. 27

28 Week 7 Groepsles: Het circuit 2 Inleiding Deze les wordt het circuit uit les 2 herhaalt. Hierin gaan de kinderen in dezelfde tweetallen een circuit doorlopen. Er wordt gekeken of er na vier weken verbetering/vooruitgang is in de oefeningen. Verder zal er nog een spel worden gespeeld. Dit zal boer kom op je land zijn. De Warming-up Tijdsduur: 10 minuten Trainingsdoel: opwarmen De warming-up wordt gezamenlijk gedaan. De kinderen stellen zich op aan de korte zijde van de zaal. Op het teken van de begeleider wordt er rustig naar de andere kant van de zaal gejogd. Tijdens het heen en weer gaan worden de zogenaamde astronautvaardigheden uitgevoerd. Alle spiergroepen moeten even warm worden gedraaid. Enkele oefeningen die kunnen worden uitgevoerd: - armen zwaaien - knie heffen - hakken naar de billen - huppelen - tenen lopen - zijwaarts Deze oefeningen kunnen natuurlijk ook naar eigen invulling worden gedaan, zolang elke spiergroep maar aanbod komt. Samen de warming-up doen is ook een mogelijkheid. Zo kunnen de kinderen goed zien wat de bedoeling is en weten ook in welk tempo ze moeten lopen. Figuur 22 Warming-up: begeleider loopt voorop voor het tempo en het voordoen van de oefeningen. Circuit De bedoeling van het circuit is om in tweetallen langs de verschillende stations te lopen. Terwijl de één de oefening uitvoert, houdt de ander de score bij. Ook kan deze persoon degene aanmoedigen die de oefening uitvoert. De oefeningen zullen 1 minuut volgehouden moeten worden. Daarna wordt er gewisseld en voert de ander de oefening uit. Vervolgens wordt er naar een ander station gegaan. De scores worden telkens opgeschreven. Loop eerst met de kinderen de verschillende stations door en doe de oefeningen voor. 28

29 De begeleider bewaakt de tijd en grijpt indien nodig in bij de oefeningen. In totaal zal het circuit ongeveer 20 minuten in beslag nemen. Hieronder worden de verschillende stations beschreven. Figuur 23 Overzicht circuit Station 1: lopen en springen met een bal Benodigdheden: 5 hoepels, een voetbal en twee pionnen. Tijdsduur: 1 minuut Het kind pakt de bal in de hand en springt met twee benen aan een gesloten van hoepel naar hoepel. Aan het eind van de rij hoepels legt hij de bal neer. Het is de bedoeling om nu de bal in het doel te schieten. Lukt het hem dan pakt hij de bal weer op en loopt naar het beginpunt. Schiet hij mis, dan springt hij door de hoepels weer terug en begint dan opnieuw. Dit wordt één minuut volgehouden. Het andere kind houdt bij hoe vaak er geschoten en gescoord is. Dit getal wordt opgeschreven. Na de minuut wordt er gewisseld. Station 2: slalomloop met bal Benodigdheden: 6 kegels, bal, muur Tijdsduur: 1 minuut Trainingsdoel: coördinatie en uithoudingsvermogen Het kind start bij het begin en rent stuiterend met de bal al slalommend tussen de kegels door. De kegels mogen niet omvallen! Daarna gooit hij de bal tegen de muur en vangt de bal weer op. De bal mag één keer stuiteren voordat hij de bal vangt. Daarna dribbelt hij weer terug naar het beginpunt en begint opnieuw. Dit wordt één minuut volgehouden. Het andere kind houdt bij hoe vaak de oefening is uitgevoerd. Dit getal wordt opgeschreven. Na de minuut wordt er gewisseld. 29

30 Station 3: sit-up Benodigdheden: mat, bal Tijdsduur: 1 minuut Trainingsdoel: kracht Het kind gaat op de rug liggen met de knieën opgetrokken. Het andere kind gaat bij het voeteneind zitten en houdt een bal vast. Deze bal ligt op de knieën van het kind dat op de mat ligt. Het liggende kind probeert nu met twee handen de bal aan te tikken. Hij moet ervoor zorgen dat hij met zijn rug van de mat af komt. Het kind wat de bal vast heeft telt hoe vaak de ander de bal kan aantikken in één minuut. Dit getal wordt opgeschreven. Na de minuut wordt er gewisseld. Station 4: Over een balk lopen Benodigdheden: evenwichtsbalk Tijdsduur: 1 minuut Trainingsdoel: coördinatie De bedoeling is dat het kind over de balk gaat lopen zonder er van af te vallen. In het midden van de balk probeert het kind de balk met twee handen aan te tikken. Hiervoor zal het door de knieën moeten zakken. Aan het eind van de balk stapt het kind er af en loopt weer terug naar het beginpunt. Het andere kind houdt bij hoe vaak de ander over de balk heeft gelopen in één minuut zonder er van af te vallen. Dit wordt opgeschreven. Als de minuut om is wordt er gewisseld. Station 5: wandklimmen. Benodigdheden: wandrek, ballen, hoepel Tijdsduur: 1 minuut Trainingsdoel: kracht Figuur 24 Houding bij sit-up De ballen liggen bovenop het wandrek. Het kind klimt op het wandrek en probeert een bal te pakken. Er wordt zo hoog mogelijk geklommen. Heeft het kind de bal gepakt dan wordt er weer naar beneden geklommen. Eenmaal beneden legt hij de bal in de hoepel die op de grond ligt. Het andere kind telt hoeveel ballen de ander in de hoepel heeft gelegd in één minuut tijd. Dit getal wordt opgeschreven. Na de minuut mag het andere kind het proberen. Neem aan het eind 5 minuten de tijd om het circuit te bespreken met de kinderen en de scores te vergelijken. Wat vinden de kinderen er van dat ze zich hebben verbeterd of juist niet? 30

31 Boer kom op je land! Benodigdheden: matten, pittenzakjes, hoepel Tijdsduur: 10 minuten Er worden aan de ene kant van de zaal een aantal matten neergelegd die een sloot kunnen vormen. Het moet enige moeite kosten om aan de overkant van de sloot te komen. Aan de andere kant van de zaal ligt ook een mat met daarop een hoepel waar pittenzakjes in liggen. Er is een boer, de tikker, die zijn land bewaakt tegen kinderen die zijn appels willen pikken. Deze appels zijn de pittenzakken die op de mat met de hoepel liggen. De kinderen moeten proberen over Figuur 25 Boer kom op je land de sloot te springen, een pittenzak te pakken en weer terug de sloot overspringen zonder getikt te worden. Ben je getikt dan wordt het pittenzakje weer teruggelegd en wordt er terug naar de andere kant van de sloot gelopen. Daar gaat het kind even op de mat zitten. Heb je geen pittenzakje dan doe je hetzelfde. Vervolgens mag hij het opnieuw proberen. Je bent ook af als je in het water valt. Wissel om de minuut van tikker. Ontspanning / huiswerk Tijdsduur: 5 minuten Er is nu tijd voor bewuste ontspanning. Tijdens de rust kan er worden gevraagd wat de kinderen van de les vonden. Vonden ze het zwaar of viel het mee? Wat vonden ze van de spelletjes? Ook wordt het huiswerk doorgenomen van vorige week en aankomende week Cooling-down Tijdsduur: 10 minuten Trainingsdoel: ontspanning Aan het eind van de les wordt er uitgelopen om spierpijn te voorkomen. De kinderen stellen zich weer op bij de lijn en er wordt rustig naar de andere kant van de zaal gejogd. Tijdens het lopen worden weer enkele oefeningen gedaan in een rustig tempo. Te denken valt aan: - armen los schudden - huppelen - benen los schudden Er kunnen ook enkele rekoefeningen worden gedaan. - kuitspieren rekken - rugspieren rekken - hamstrings rekken Sluit de les af. 31

32 Week 8 Individuele les: De tussenmeting Inleiding Tijdens deze les wordt het uithoudingsvermogen weer gemeten. Zo kan worden vergeleken hoe dit zich heeft ontwikkeld ten opzichte van de eerste les. Dit wordt wederom gedaan met de 6-minuten wandeltest. Ook wordt het circuit weer doorlopen die in les 1 ook is gedaan. Het is dus belangrijk om voor aanvang van de les deze gegevens er weer bij te hebben. Voor het kind moet duidelijk zijn dat het niet om gaat dat het nu beter moet gaan dan in de eerste les. Het is alleen een indicatie om te kijken hoe het nu gaat. Toch is het voor een wedstrijdelement spannend om te kijken of het toch nóg beter kan dan de vorige keer. De warming-up Benodigdheden: home-trainer, hartslagmeter Tijdsduur: 5 minuten Trainingsdoel: opwarmen op - 60% Hfmax - instelling hometrainer; lage weerstand Tijdens de warming-up wordt er 5 minuten gefietst met lichte weerstand op 60% van de maximale hartslag. Dit houdt in dat het kind tijdens de warming-up gewoon kan blijven door praten. Doel is enkel om het lichaam op te warmen. 6-minuten wandeltest Benodigdheden: 2 lijnen over 12 meter Tijdsduur: totaal 10 minuten De 6-minuten wandeltest wordt afgenomen. De instructie die gegeven wordt luidt als volgt: In les 1 hebben we je conditie gemeten met deze wandeltest. Nu willen we kijken hoe het nu gaat vergeleken met les 1. Het is niet zo dat het nu beter móet gaan, we willen alleen weten hoe het nu gaat. We gaan dus weer kijken hoe ver je kunt in 6 minuten kunt wandelen. Doe je best, als je wil mag je even rusten. Het is de bedoeling dat je in een tempo loopt dat jij fijn vindt, maar je mag niet gaan rennen. Aan het eind van de test tellen we samen hoever jij gelopen hebt. We vergelijken dit met de vorige keer, en schrijven dit op. Aan het eind van het bewegingsprogramma doen we dit dan nog een keer. Snap je de bedoeling? Het kind gaat op een lijn staan en begint op het startsein te lopen. Na 12 meter turft de begeleider de afstand die is afgelegd. Het is belangrijk om tijdens de test te blijven coachen en om de minuut aan te geven hoe lang het kind nog moet wandelen. Na 6 minuten volgt het stopteken, het kind blijft staan. De laatste meters tussen de lijnen worden meegenomen in de eindmeting. Samen met het kind wordt geteld hoeveel meters het kind heeft afgelegd. Dit wordt genoteerd. Figuur 3 De 6-minuten wandeltest 32

SPEL 1. Kangoeroe buidel-dief. Doel: Uitleg: Te moeilijk? Te makkelijk?

SPEL 1. Kangoeroe buidel-dief. Doel: Uitleg: Te moeilijk? Te makkelijk? SPEL 1 Kangoeroe buidel-dief Alle kangoeroe s (kinderen) hebben wat lekkers in hun buidel, op 1 kangoeroe na. Die kangoeroe probeert het lekkers van de andere kangoeroe s af te pakken totdat die alles

Nadere informatie

LES 41. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, Springen, Doelspelen

LES 41. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, Springen, Doelspelen LES 41. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN Groep 3/4: Mikken met touwzwaaien. - De leerling kan al zwaaiend, met de voeten een pittenzakje in een hoepel leggen. Vies en lekkertje. - De loper rent als hij niet

Nadere informatie

Uitwerking vrije lessen

Uitwerking vrije lessen Uitwerking vrije lessen Slakobabal - Verdeel de klas in twee teams, 1 veldpartij en 1 slagpartij. - De slagpartij zit op de bank en de veldpartij verdeeld zich over het veld. - De eerste leerling van de

Nadere informatie

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker?

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker? Warming up Shuttle tikkertje warming up met shuttle 1 shuttle en evt. lint(en) voor de tikker(s) Alle kinderen lopen in de zaal, een tikker wordt aangewezen. Deze tikker heeft een shuttle in de hand waarmee

Nadere informatie

LES 3. GROEP 3 t/m 8 HANDBAL. DOELSTELLINGEN:

LES 3. GROEP 3 t/m 8 HANDBAL. DOELSTELLINGEN: LES 3. GROEP 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerling vangt een goed aangegooide bal in een balspel. - De leerlingen kan de bal gericht naar een medespeler gooien. Tips: - Maak deze les groepen

Nadere informatie

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 BASKETBAL

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 BASKETBAL LES 3. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4: Beoordelen Vangen O De leerling kan een goed aangegooide bal niet vangen. V De leerling vangt een goed aangegooide bal bijna altijd. G De leerling vangt

Nadere informatie

LES 34. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, tikspelen, Stoeien. DOELSTELLINGEN:

LES 34. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, tikspelen, Stoeien. DOELSTELLINGEN: LES 34. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4: Steile wand klimmen - De leerling klimt vlot met behulp van het touw tot bovenaan de berg. Stoeicircuit: - De leerling speelt zonder conflicten het spel

Nadere informatie

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL DOELSTELLINGEN:

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL DOELSTELLINGEN: LES 2. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerling gooit de bal niet op het moment dat er een verdediger in de afspeellijn staat. De leerling maakt soms de keuze om de bal over te spelen in

Nadere informatie

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON LES 2. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerlingen kunnen onderhands opslaan met een shuttle. - Ze houden het racket vast bij het handvat met de shake-hand greep. Groep 5/6 - Leerlingen spelen

Nadere informatie

(nodig: een basketbal, een basketbalring, een stopwatch)

(nodig: een basketbal, een basketbalring, een stopwatch) (nodig: een basketbal, een basketbalring, een stopwatch) Het werkt op zich net als een gewoon potje basketbal, alleen zijn jullie nu net zo lang als echte basketballers. Papa en mama nemen de kinderen

Nadere informatie

Het spellenboek. De plaatjes laten zien wat je bij elk spelletje nodig hebt. Hieronder zie je wat elk plaatje betekent:

Het spellenboek. De plaatjes laten zien wat je bij elk spelletje nodig hebt. Hieronder zie je wat elk plaatje betekent: Het spellenboek De plaatjes laten zien wat je bij elk spelletje nodig hebt. Hieronder zie je wat elk plaatje betekent: Mandje vullen Voor dit spel zijn minimaal twee kinderen nodig. Stap 1: Verdeel de

Nadere informatie

LES 37. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, springen, mikken. DOELSTELLINGEN:

LES 37. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, springen, mikken. DOELSTELLINGEN: LES 37. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4: Wandrek klimmen - De leerling klimt vlot in het wandrek naar boven en omlaag. Hurksprong: - De leerling zet af met 2 voeten op de plank en landt op zijn

Nadere informatie

14.5. Impressie / Plattegrond

14.5. Impressie / Plattegrond Alle groepen Materiaal: - 7 hoepels - Bank - 2 kasten - 5 5cm matten - 2 losse grote touwen - 2 springtouwen - Ringen - Wandrek - 20 pionnen - Korf - 2 meterstokken Impressie / Plattegrond Opdracht - De

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding. Legenda. Les 1 Gezonde voeding Les 2 Schijf van Vijf Les 3 Kcal en Bewegen. Onderdeel van FetFit 2

Inhoudsopgave. Inleiding. Legenda. Les 1 Gezonde voeding Les 2 Schijf van Vijf Les 3 Kcal en Bewegen. Onderdeel van FetFit 2 FetFit Beweeglessen Inhoudsopgave Inleiding Legenda Les 1 Gezonde voeding Les 2 Schijf van Vijf Les 3 Kcal en Bewegen Onderdeel van FetFit 2 Inleiding In deze map vindt u beweeglessen, die onderdeel zijn

Nadere informatie

LES 38 GROEP: 3 t/m 8 Handstand, mikken, over de kop gaan

LES 38 GROEP: 3 t/m 8 Handstand, mikken, over de kop gaan LES 38 GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 Handstand - De leerling kan als een spinnetje tegen de muur op lopen. Mikken - De leerling kan de bovenhandse strekworp gericht uitvoeren. Rollen: - De leerling

Nadere informatie

LES 26. GROEP: 3 t/m 8 Sportspelen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN:

LES 26. GROEP: 3 t/m 8 Sportspelen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN: LES 26. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 Mattendribbelspel: - De leerling dribbelt voorzichtig langs de afpakkers heen. Mikken: - De leerling kan de bal overrollen naar de andere leerling over

Nadere informatie

POULEINDELING GROEP 5 & 6

POULEINDELING GROEP 5 & 6 2017 POULEINDELING GROEP 5 & 6 POULEINDELING GROEP 7 & 8 PLATTEGROND VERZAMELPUNTEN SCHOLEN WEDSTRIJDSCHEMA GROEP 5/6 POULE ROZE WEDSTRIJDSCHEMA GROEP 5/6 POULE GROEN WEDSTRIJDSCHEMA GROEP 5/6 POULE BLAUW

Nadere informatie

Circus les 1. Doelen:

Circus les 1. Doelen: Circus les 1 Doelen: - De speler kan meerdere keren de bal stuiten, waarbij niet te hard op de bal geslagen wordt - De speler kan onderhands en bovenhands een bal geplaatst gooien met een aangepaste bewegingsuitslag

Nadere informatie

Kamphuis De Blokken Baarle-Nassau

Kamphuis De Blokken Baarle-Nassau zie spelformulieren. Tijd om alles voor te bereiden: ca 1 uur. Speeltijd: ca 2-2 ½ uur. Kamphuis De Blokken Baarle-Nassau Voetbalcirquit Bij het voetbalcircuit zijn negen activiteiten uitgezet op een vaste

Nadere informatie

KAMPHUIS "DE BLOKKEN" BAARLE - NASSAU

KAMPHUIS DE BLOKKEN BAARLE - NASSAU KAMPHUIS "DE BLOKKEN" BAARLE - NASSAU - zie spelformulieren. Tijd van voorbereiding: - ca 1 uur. Speeltijd: - ca 2-2 ½ uur. VOETBALCIRCUIT Bij het voetbalcircuit zijn negen activiteiten uitgezet op een

Nadere informatie

Doelgroep: groep 7/8. Ontwikkelt en bedacht door: Renske Brouwer, Lisette Centen, Maud Löring en Inge Vogelsangs

Doelgroep: groep 7/8. Ontwikkelt en bedacht door: Renske Brouwer, Lisette Centen, Maud Löring en Inge Vogelsangs Doelgroep: groep 7/8 Ontwikkelt en bedacht door: Renske Brouwer, Lisette Centen, Maud Löring en Inge Vogelsangs Inleiding (5 min): - Benodigdheden: De groep verdelen in groepjes van 5-6 personen (afhankelijk

Nadere informatie

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 HANDBAL DOELSTELLINGEN:

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 HANDBAL DOELSTELLINGEN: LES 1. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4: Eilandbal: - De leerlingen kennen de regels en spelen het spel zelfstandig. Vangen: - De leerling vangt een goed aangegooide bal bijna altijd. Groep 5/6:

Nadere informatie

LES 42. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, springen, doelspelen

LES 42. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, springen, doelspelen LES 42. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLING: Groep 3/4 Touwzwaaien met bewegend touw: - De leerling kan in een zwaaiend touw springen. Hoogspringen: - De leerling kan met 1 voet afzetten en landen op zijn voeten.

Nadere informatie

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS.

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS. LES 3. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerlingen letten heel de tijd goed op de bal/ blijven kijken naar de bal - De leerlingen kunnen de bal op het racket balanceren - De oog-hand coördinatie

Nadere informatie

LES 39 GROEP: 3 t/m 8 Springen, Hardlopen, Doelspelen DOELSTELLINGEN:

LES 39 GROEP: 3 t/m 8 Springen, Hardlopen, Doelspelen DOELSTELLINGEN: LES 39 GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4: Handstand: - De leerling doet een rol op een verhoogd vlak waarbij de afzet op de trampoline is. Doelspelen: - De leerling speelt in een groep van maximaal

Nadere informatie

1. CLINIC met SNAG clubs en doelen. 15 min - Estafette slalom (Spelenderwijs Leren 1: les 01) met Rollerama

1. CLINIC met SNAG clubs en doelen. 15 min - Estafette slalom (Spelenderwijs Leren 1: les 01) met Rollerama Jeugd Clinics Om jeugd te laten kennismaken met golf, zijn verschillende clinics ontwikkeld van een uur. Voornaamste doelen zijn veiligheid en plezier. Er wordt gebruik gemaakt van SNAG materialen (info

Nadere informatie

Sporttoernooi. KoningsspelenPakket

Sporttoernooi. KoningsspelenPakket Sporttoernooi KoningsspelenPakket Met een toernooivorm zijn de kinderen actief en intensief bezig. Als er een groot sportveld in de buurt van de school is, kan dit een mooie activiteit zijn om alle kinderen

Nadere informatie

- De leerling kan een medeleerling veilig heen en weer laten zwaaien.

- De leerling kan een medeleerling veilig heen en weer laten zwaaien. LES 40. GROEP: 3/8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4: Klokkenluiden: - De leerling kan een medeleerling veilig heen en weer laten zwaaien. Airhockey: - De leerling kan de bal met een blokje naar de overkant schuiven.

Nadere informatie

Warming-up Dit is voor alle groepen geschikt: de warming-up bestaat uit verschillende trucjes met de bal.

Warming-up Dit is voor alle groepen geschikt: de warming-up bestaat uit verschillende trucjes met de bal. Warming-up Dit is voor alle groepen geschikt: de warming-up bestaat uit verschillende trucjes met de bal. Alle leerlingen staan aan één helft van de gymzaal verspreid met allemaal een bal. De trainer staat

Nadere informatie

Les 6 - Gymlessen (middenbouw) Zomerspelen

Les 6 - Gymlessen (middenbouw) Zomerspelen Les 6 - Gymlessen (middenbouw) Zomerspelen Les 1: vier zomersporten Inleiding: Warming-up Kern: Vier zomersporten Afsluiting: Olympische ringen werpen 5 minuten 30 minuten Olympische waarden: Tijdens de

Nadere informatie

Aankleding: ballonnen, slingers, rode neuzen, jongleerspullen,

Aankleding: ballonnen, slingers, rode neuzen, jongleerspullen, Event Circus Het event vindt plaats tijdens het lesuur. Ouders zijn uitgenodigd om te komen kijken en mogen ook assisteren op de baan. Van te voren wordt kort aan de kids uitgelegd dat er deze les 5 oefeningen

Nadere informatie

Sportkanjers in de gymles. Sportkanjers in de gymles. gy m 10 SPORTKANJERGYMLESSEN VOOR DE BASISSCHOOL BOVENBOUW

Sportkanjers in de gymles. Sportkanjers in de gymles. gy m 10 SPORTKANJERGYMLESSEN VOOR DE BASISSCHOOL BOVENBOUW Sportkanjers in de gymles Sportkanjers in de gymles gy m gy m 10 SPORTKANJERGYMLESSEN VOOR DE BASISSCHOOL BOVENBOUW Leskaarten Les 1: Ik doe aan sport! VERTEL HET VOLGENDE VERHAAL: Het eerste wat je doet

Nadere informatie

Inleiding. Kern. Groep 3 en 4 Les 1 Klassikale les. Kerndoel

Inleiding. Kern. Groep 3 en 4 Les 1 Klassikale les. Kerndoel Les 1 Klassikale les Inleiding Kern Materiaal als werpen, vangen, voortbewegen met een bal. De leerlingen kunnen een opstuitende bal vangen. 10 minuten - Lucht-/tennisbal - Zachte bal - Bank Materiaal

Nadere informatie

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 HANDBAL

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 HANDBAL LES 2. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4: - De leerling durft als keeper een zachte bal tegen te houden wanneer een leerling van hetzelfde niveau gooit. - De leerling vangt een goed aangegooide

Nadere informatie

Leskaarten muurkaatsen

Leskaarten muurkaatsen Leskaarten muurkaatsen Muurkaatsen Opbouw Spelvormen Muurkaatsen Kaatstennis Flyball Leskaarten muurkaatsen Najaar 2010 Vlot te doen Volop actie!! Maaike Osinga Inhoudsopgave Inleiding...3 Spelregels muurkaatsen

Nadere informatie

Volleybal binnen het basisonderwijs

Volleybal binnen het basisonderwijs Volleybal binnen het basisonderwijs Voorwoord Voor u ligt HET volleybalboek voor het basisonderwijs. Aan de hand van deze uitgeschreven oefenvormen en lessen kunt u als leerkracht stoere, uitdagende volleyballessen

Nadere informatie

Oranje slingers. Stofzuigen bij Maxima & Willem-Alexander. Speluitleg: Speluitleg:

Oranje slingers. Stofzuigen bij Maxima & Willem-Alexander. Speluitleg: Speluitleg: Stofzuigen bij Maxima & Willem-Alexander Dit spel kan het best in een afgeschermde ruimte gespeeld worden. Verspreid alle ballen door de hele ruimte. Eén speler gaat op de buik op het skateboard liggen

Nadere informatie

01. Smashen op voorwerp

01. Smashen op voorwerp opdrachtkaarten 01. Smashen op voorwerp Soort Opdracht: Mikken Regels: 1 team per tafel meerbalvorm de trainer geeft 1 bal per keer aan de speler smasht de bal bij het raken van een voorwerp 1 punt nadat

Nadere informatie

LES 7. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, tikspelen, springen.

LES 7. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, tikspelen, springen. LES 7. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 Touwzwaaien: - De leerling zwaait heen en weer en landt op de bank. Brandweerspel: - Als brandweer handelt de leerling snel als zijn of haar brand geblust

Nadere informatie

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 VOETBAL. DOELSTELLINGEN:

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 VOETBAL. DOELSTELLINGEN: LES 1. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerlingen hebben doormiddel van de 3 verschillende opdrachten kennis gemaakt met het dribbelen en mikken met een bal. - De leerlingen hebben hun eigen

Nadere informatie

Vormen voor Warming up

Vormen voor Warming up Vormen voor Warming up Warming-up; panna-tikkertje 1. Maak een vak waarin alle spelers dribbelen met een bal. 2. Eén speler wordt als tikker aangewezen. 3. De tikker probeert zonder bal zoveel mogelijk

Nadere informatie

Deze warming up is geschikt voor alle groepen. De warming up bestaat uit verschillende baloefeningen die hieronder worden beschreven:

Deze warming up is geschikt voor alle groepen. De warming up bestaat uit verschillende baloefeningen die hieronder worden beschreven: Deze warming up is geschikt voor alle groepen. De warming up bestaat uit verschillende baloefeningen die hieronder worden beschreven: Bal op het hoofd Bal op de neus Bal om het hoofd heen Bal op de heupen

Nadere informatie

Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders. Superhandig. boekje

Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders. Superhandig. boekje Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders Superhandig boekje 1 Inleiding SMASH! SMASH! is het nieuwe volleybalprogramma voor kinderen en jongeren tot en met 18 jaar. Met SMASH! brengen we

Nadere informatie

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS.

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS. LES 2. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerlingen letten heel de tijd goed op de bal/ blijven kijken naar de bal - De leerlingen kunnen de bal op het racket balanceren - De oog-hand coördinatie

Nadere informatie

Draaiboek en verloop sportdag vrijdag 29 april 2016

Draaiboek en verloop sportdag vrijdag 29 april 2016 Draaiboek en verloop sportdag vrijdag 29 april 2016 Sportdag voor onze peuters. zonder uw hulp niet te realiseren. este Hulpouder(s) Op de eerste plaats onze hartelijke dank voor uw medewerking. Om alles

Nadere informatie

Inleiding. Kern A B A B A B A B A B A B A B. Groep 7 en 8 Les 1 Klassikale les. Kerndoel

Inleiding. Kern A B A B A B A B A B A B A B. Groep 7 en 8 Les 1 Klassikale les. Kerndoel Les 1 Klassikale les Inleiding Kern zoals werpen vangen en voortbewegen met de bal. De leerlingen kunnen in looppas een bal gooien en vangen. 10 minuten - Kleine bal/stressbal - Bank zoals werpen en vangen.

Nadere informatie

LES 9. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, klimmen, mikken DOELSTELLINGEN:

LES 9. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, klimmen, mikken DOELSTELLINGEN: LES 9. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4: Beoordelen Trampolinespringen. O De leerling heeft geen goede sprong in de trampoline ( 1 been voor de trampoline, 2 benen in de trampoline) en geen balans

Nadere informatie

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL.

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL. LES 3. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: - De leerlingen kiest een afspeellijn die niet verdedigd wordt. - De leerling doet bij iemand is hem, niemand is hem, pogingen om de bal te pakken. - De leerling staat

Nadere informatie

Joy of moving Beweegparcours. 13 september Sportieve opening van het Schooljaar

Joy of moving Beweegparcours. 13 september Sportieve opening van het Schooljaar Joy of moving Beweegparcours 13 september Sportieve opening van het Schooljaar Het Joy of Moving beweegparcours is een combinatie van FUN & KNOWLEDGE en bestaat uit een combinatie van een parcours met

Nadere informatie

Circus les 6. Doelen:

Circus les 6. Doelen: Circus les 6 Doelen: - De speler heeft snelle voeten - De speler kan jongleren - meerdere ballonnen in de lucht houden - De speler oefent oog-hand coördinatie - De speler kan hardop de telling bijhouden

Nadere informatie

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 HOCKEY.

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 HOCKEY. LES 3. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: - De leerling speelt als verdediger of als aanvaller. - De leerling kent de (veiligheids)regels van hockey en past deze ook toe. Groep 5/6 - De leerling kan een hockeybal

Nadere informatie

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 BASKETBAL

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 BASKETBAL LES 2. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4: Dribbelen: O De leerling stuit minder dan 15 keer met de voorkeurshand V De leerling stuit 15 keer met de voorkeurshand G De leerling stuit 15 keer met

Nadere informatie

Leskaart les 5, ronde 3

Leskaart les 5, ronde 3 Leskaart les 5, ronde 3 (De tweede les na schooltijd) B. Ronde 3. Spelen in kleine groepen: Station 1: Spel 2 2 + keeper Station 2: Spel 3 2 + keeper Organisatie: Kinderen verdelen over 2 stations Station

Nadere informatie

CMV 6-7. Inhoudsopgave

CMV 6-7. Inhoudsopgave CMV 6-7 Inhoudsopgave 10-bal niveau 2 2 Mooie balletjes opzetten (B) 3 Gooien en vangen level 1 4 Estafette 6 Rollen en mikken 7 Stuiteren 8 Balparcours 10 Bovenhands mikken 11 Gooien en vangen level 2

Nadere informatie

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS.

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS. LES 1. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerlingen letten heel de tijd goed op de bal/ blijven kijken naar de bal - De leerlingen kunnen de bal op het racket laten balanceren - De oog-hand

Nadere informatie

CMV Inhoudsopgave

CMV Inhoudsopgave CMV 8-10 Inhoudsopgave 10-bal niveau 2 2 Mooie balletjes opzetten (B) 3 Opslaan tegen de muur 4 CMV niveau 1 5 Estafette 6 Toetsen level 1 7 Uitleg CMV niveau 2 8 CMV niveau 2 9 Balparcours 10 Bovenhands

Nadere informatie

Draaiboek. Koningsspelen. Brede school

Draaiboek. Koningsspelen. Brede school Draaiboek Koningsspelen Brede school Inhoud BLZ. Hoofdstuk 1. Groep 1 en 2 2 1.1. Spellen 2 1.2 Tijdschema (tijdschema groep 3 t/ 8 zie pagina 7) 3 1.3 Materialenlijst 3 Hoofdstuk 2. Groep 3 t/m 8 4 2.1

Nadere informatie

De specifieke onderdelen

De specifieke onderdelen De specifieke onderdelen 1. Twee emmertjes water halen elk team bestaat uit maximaal 6 spelers, er wordt 3 x drie minuten gespeeld; twee teams strijden tegen elkaar in duo s; de leden van de duo s zitten

Nadere informatie

werkblad Basisopstelling 2 Vak 1 Glijden en klimmen Vak 2 Rollen op verhoogd vlak 1 Vak 3 Doeljagerbal Materiaal

werkblad Basisopstelling 2 Vak 1 Glijden en klimmen Vak 2 Rollen op verhoogd vlak 1 Vak 3 Doeljagerbal Materiaal werkblad Basisopstelling opstelling in 3 vakken klimramen aan de korte kant Vak 1 Glijden en klimmen Vak Rollen op verhoogd vlak 1 Vak 3 Doeljagerbal Materiaal 3 Groot -3 klimramen 6 banken 6 matten 1

Nadere informatie

OCHTEND BOVENBOUW. Atletiek. 1 Sprint. 2 Balwerpen. 3 Verspringen. 4 Hoogspringen. 5 Hordenloop. 6 Speerwerpen

OCHTEND BOVENBOUW. Atletiek. 1 Sprint. 2 Balwerpen. 3 Verspringen. 4 Hoogspringen. 5 Hordenloop. 6 Speerwerpen 1 OCHTEND BOVENBOUW Atletiek 1 Sprint 2 Balwerpen 3 Verspringen 4 Hoogspringen 5 Hordenloop 6 Speerwerpen 2 OCHTEND ONDERBOUW SPEL 1 Voetbal 4-4/ 2VELDJES 2 Lijnbal 4-4 / 2 VELDJES 3 Behendigheid 4 Reuzebal

Nadere informatie

Spel Floorball Individuele stick en balbehandeling 2. Doelgroep Voortgezet Onderwijs Domein Onderdeel Thema Aantal 24. Les. Beginopstelling veld

Spel Floorball Individuele stick en balbehandeling 2. Doelgroep Voortgezet Onderwijs Domein Onderdeel Thema Aantal 24. Les. Beginopstelling veld Doelgroep Voortgezet Onderwijs Domein Onderdeel Groep H2A Thema Aantal 24 Les Spel Floorball Individuele stick en balbehandeling 2 Beginopstelling veld Benodigdheden Groot Goaltjes klein 4x Sticks 24x

Nadere informatie

Bouncebal. Voorbereiding voor hockeyvormen

Bouncebal. Voorbereiding voor hockeyvormen Bouncebal Bouncebal wordt gespeeld met een kunststof stick die voorzien is van een grote schuimkop. Naast het bekende teamspel waarbij een soort hockey gespeeld wordt, bieden de bouncebal sticks veel meer

Nadere informatie

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 Trefbal

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 Trefbal LES 2. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerlingen kennen de regels van trefbal en passen deze ook toe. - De leerling kan de bal ontwijken door achter in het vak te gaan staan. - De leerling

Nadere informatie

Kracht- en Coördinatiecircuit

Kracht- en Coördinatiecircuit Kracht- en Coördinatiecircuit Kracht en Coördinatiecircuit Het circuit wordt 2 keer uitgevoerd. Er worden tweetallen gevormd. De duur is ca. 30 minuten, steeds na 50 seconden wisselen van station. Zorg

Nadere informatie

LES 24. GROEP: 3 t/m 8 Reis rond de wereld. Groep 3/4 - De leerlingen werken tijdens de reis met elkaar samen. Ze krijgen een groot groepsgevoel en

LES 24. GROEP: 3 t/m 8 Reis rond de wereld. Groep 3/4 - De leerlingen werken tijdens de reis met elkaar samen. Ze krijgen een groot groepsgevoel en LES 24. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 LES 24. GROEP: 3 t/m 8 HET MATERIAAL: Groep 3 t/m 8 Inleiding: - Geen Basisopstelling: - 1 bank - Touwen, waarvan 2 worden gebruikt.

Nadere informatie

LES 21. GROEP: 3 t/m 8 Springen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN: Groep 3/4. Freerunning:

LES 21. GROEP: 3 t/m 8 Springen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN: Groep 3/4. Freerunning: LES 21. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 Free running: - De leerling kan op eigen niveau verschillende hindernissen passeren. Tikstrijd: - De tikker richt zich op alle lopers. - De leerling houdt

Nadere informatie

De gymles van begin tot eind

De gymles van begin tot eind De gymles van begin tot eind Eenvoudige inleidingen en afsluitingen voor een gymles Iedereen kent het wel: je gaat gymles geven en je gymzaal staat vol met materialen voor de kern van de les. Hoe kun je

Nadere informatie

LES 17. GROEP: 3 t/m 8 Over de kop gaan, Doelspelen, Tikspelen.

LES 17. GROEP: 3 t/m 8 Over de kop gaan, Doelspelen, Tikspelen. LES 17. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 Beoordelen Rollen, schuin vlak. O de leerling maakt niet zelfstandig een koprol op een schuine, dikke mat (zonder trampoline) V de leerling kan 3 keer veren

Nadere informatie

BLIJ MET EEN EI. Blij met een ei, april 2011 Speel-o-theek De Dobbelsteen www.dedobbelsteen.nl

BLIJ MET EEN EI. Blij met een ei, april 2011 Speel-o-theek De Dobbelsteen www.dedobbelsteen.nl BLIJ MET EEN EI Deze speur- en speltocht is niet alleen bedoeld voor rond de paastijd. Doordat iedereen moet proberen zijn of haar ei heel te houden wordt er een extra spelelement in de speurtocht gebracht.

Nadere informatie

Gymrooster groep 3 Opgesteld voor 20 weken, dus twee keer in het jaar uitvoeren Elske Schudde CZ 09/10

Gymrooster groep 3 Opgesteld voor 20 weken, dus twee keer in het jaar uitvoeren Elske Schudde CZ 09/10 Gymrooster groep 3 Opgesteld voor 20 weken, dus twee keer in het jaar uitvoeren Elske Schudde CZ 09/10 Week 1 - Leerlijn: balanceren, bew thema: balanceren Balanceren op een bank, op een bank in het wandrek

Nadere informatie

Groep 3/4 - De leerlingen houden de hockeystick op de juiste manier vast. - De leerlingen kennen de regels wat betreft de veiligheid van hockey.

Groep 3/4 - De leerlingen houden de hockeystick op de juiste manier vast. - De leerlingen kennen de regels wat betreft de veiligheid van hockey. LES 1. GROEP 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerlingen houden de hockeystick op de juiste manier vast. - De leerlingen kennen de regels wat betreft de veiligheid van hockey. Groep 5/6 - De leerlingen

Nadere informatie

Spelregels. Het spelen van levend ganzenbord

Spelregels. Het spelen van levend ganzenbord Het spelen van levend ganzenbord Voor het spelen van het levend ganzenbord verdeel je de deelnemers in minimaal twee groepen. Deze groepen spelen het levend ganzenbord tegen elkaar. Het doel van het levend

Nadere informatie

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 VOETBAL.

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 VOETBAL. LES 3. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: - De leerlingen hebben geoefend met dribbelen in de vrije ruimte. - De leerlingen kunnen tijdens de les elkaar positief coachen, de zwakkere leerlingen helpen en elkaar

Nadere informatie

Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 5 6

Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 5 6 Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 5 6 Inleiding Schaduwlopen Kinderen staan in tweetallen verspreid over de zaal. Nummer 2 volgt zo dicht mogelijk nummer 1, zonder botsingen. Na 20 seconden wisselen

Nadere informatie

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON LES 3. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: - De leerlingen weten hoe ze hun racket vast moeten houden. De Shake-Hand greep. Deze greep passen ze ook de hele les toe. - De leerling slaat een shuttle onderhands

Nadere informatie

Bungelende emmer. Benodigdheden: emmertje, touw, kleine ballen Aantal spelers: 3+ Voorbereiding : geen Leeftijd: 4+ Soort: spel

Bungelende emmer. Benodigdheden: emmertje, touw, kleine ballen Aantal spelers: 3+ Voorbereiding : geen Leeftijd: 4+ Soort: spel Bungelende emmer Benodigdheden: emmertje, touw, kleine ballen Hang een emmertje met een touw aan een tak van een boom. Alle kinderen moeten nu vanaf een vast punt (zo n drie meter van de bungelende emmer

Nadere informatie

Aankleding: koffers, zwembadje (bij mooi weer), strandballen, opblaas materiaal, parasol

Aankleding: koffers, zwembadje (bij mooi weer), strandballen, opblaas materiaal, parasol Event Op vakantie Het event vindt plaats tijdens het lesuur. Ouders zijn uitgenodigd om te komen kijken en mogen ook assisteren op de baan. Van te voren wordt kort aan de kids uitgelegd dat er deze les

Nadere informatie

Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 7 8

Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 7 8 Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 7 8 Inleiding Schaduwlopen Kinderen staan in tweetallen verspreid over de zaal. Nummer 2 volgt zo dicht mogelijk nummer 1, zonder botsingen. Na 20 seconden wisselen

Nadere informatie

CIOS Arnhem Sporting Events SPELREGELS. Sportdag Sportaccentscholen

CIOS Arnhem Sporting Events SPELREGELS. Sportdag Sportaccentscholen SPELREGELS Sportdag Sportaccentscholen 2013 www.ciosarnhemsportingevents.nl 1 Basketbal 1. Geen lichamelijk contact. 2. Niet de bal uit handen slaan/trekken. 3. Geen second dribbel. 4. Terugspelen op eigen

Nadere informatie

1 e Periode: Balbezit en balbezit tegenstander. 2 e Periode: Omschakelen van balbezit eigen team naar balbezit tegenstander en Balbezit tegenstander

1 e Periode: Balbezit en balbezit tegenstander. 2 e Periode: Omschakelen van balbezit eigen team naar balbezit tegenstander en Balbezit tegenstander 1 e Periode: Balbezit en balbezit tegenstander. 2 e Periode: Omschakelen van balbezit eigen team naar balbezit tegenstander en Balbezit tegenstander naar balbezit eigen team. 3 e Periode: Completeren van

Nadere informatie

Club: vv Sweel. Tijd: 60 min. Aantal spelers: 8. Organisatie (tekening en accenten):

Club: vv Sweel. Tijd: 60 min. Aantal spelers: 8. Organisatie (tekening en accenten): Dribbelen en kappen Club: vv Sweel Aantal spelers: 8 Tijd: 60 min Tijd: Activiteiten trainer en spelers: Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten: 5 min Warming-up 1: (standaard wedstrijd

Nadere informatie

Korfballessen voor basisonderwijs DOCENTENHANDLEIDING. - Groep 1 en 2 - Groep 3 t/m 8

Korfballessen voor basisonderwijs DOCENTENHANDLEIDING. - Groep 1 en 2 - Groep 3 t/m 8 Korfballessen voor basisonderwijs DOCENTENHANDLEIDING - Groep 1 en 2 - Groep 3 t/m 8 Inleiding Korfbal is een veelzijdige sport: je leert aanvallen, verdedigen en er komt veel tactiek en techniek bij kijken.

Nadere informatie

Warming-up: Jagerbal. Partij: 6 : 6 op 2 grote doelen + keepers

Warming-up: Jagerbal. Partij: 6 : 6 op 2 grote doelen + keepers Thema: Passen en Trappen E-pupillen Training: 1 Warming-up: Jagerbal Er worden drie groepen gemaakt Het veld is verdeeld in drie vakken De konijnen dribbelen in het middelste vak. De jagers moeten vanuit

Nadere informatie

De Strafworp. Allereerst worden algemene punten genoemd waarmee een oefening gevarieerd kan worden.

De Strafworp. Allereerst worden algemene punten genoemd waarmee een oefening gevarieerd kan worden. De Strafworp - 1 - De Strafworp Doel Aanleren en verbeteren van de strafworp. De techniek is vergelijkbaar met de laatste fase van de doorloopbal en is de eerste stap in het aanleren van de doorloopbal.

Nadere informatie

De motorische ontwikkeling van het jonge kind

De motorische ontwikkeling van het jonge kind De motorische ontwikkeling van het jonge kind Balanceren Loopt en trekt speelgoed achter zich aan. Hij kan dit ook achteruitlopend en zowel met de linker als rechter hand Draagt tijdens het lopen in zowel

Nadere informatie

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen!

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen! Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen! Astrid Witte zomer 2014 Even vooraf: - Deze oefeningen zijn bedoeld voor gezonde volwassenen - Heb je klachten, overleg dan

Nadere informatie

7&8. Sportles groep 7 & 8 Lekker in je vel? Jouw veiligheidsplan. Over deze les. Wat heeft u nodig?

7&8. Sportles groep 7 & 8 Lekker in je vel? Jouw veiligheidsplan. Over deze les. Wat heeft u nodig? Sportles groep 7 & 8 Lekker in je vel? Over deze les Wat heeft u nodig? Banken 11 pylonen Wandrek 3 lintjes Tennisrackets* (of beachplankjes) Zachte tennisballen* Krijt (bijv. stoepkrijt) 6 dunne matten

Nadere informatie

1 Intro: Jezelf voorstellen en uitleggen wat SSD is

1 Intro: Jezelf voorstellen en uitleggen wat SSD is Les 1 Zaalvoetbal Doelstelling: 1 Intro: Jezelf voorstellen en uitleggen wat SSD is 2 Warming-up: Voorkomen van blessures 3 Aannemen en passen: Hiermee wordt het balgevoel en de controle over de bal verbeterd.

Nadere informatie

TOP-SAMENWERKINGSSPELEN

TOP-SAMENWERKINGSSPELEN TOP-SAMENWERKINGSSPELEN Wanneer een pestsituatie zich voordoet gaan we uit van de kracht en verantwoordelijkheid van de groep om dit probleem op te lossen. Om de kracht en verantwoordelijkheid van de groep

Nadere informatie

Lessen 1 ste middelbaar

Lessen 1 ste middelbaar Lessen 1 ste middelbaar http://www.tourettesbenefit.com/art/art_v_050.gif Eindwerk basketbal Kim Weckx 5 Basketbal: Les 1 Lesonderwerp: kennismaking met basketbal DOELSTELLINGEN ACTIVITEITEN DIDACTISCHE

Nadere informatie

LES 5 Sportlessen. Kern: Drie winteroefeningen LES 1 - ONDERBOUW. Afsluiting: Reactiespel. Inleiding (10 minuten)

LES 5 Sportlessen. Kern: Drie winteroefeningen LES 1 - ONDERBOUW. Afsluiting: Reactiespel. Inleiding (10 minuten) LES 1 - ONDERBOUW LES 5 Sportlessen Drie winteroefeningen Inleiding: Bobslee Kern: Drie winteroefeningen Afsluiting: Reactiespel 10 minuten 25 minuten 10 minuten Inleiding (10 minuten) Bobslee Twee leerlingen

Nadere informatie

Les 6 - Gymlessen (bovenbouw) Zomerspelen

Les 6 - Gymlessen (bovenbouw) Zomerspelen Les 6 - Gymlessen (bovenbouw) Zomerspelen Les 1: Hockey Inleiding: Warming-up Kern: Hockey 5 minuten 30 minuten Samen sta je sterker. In een team kun je uitblinken en je kunt als team boven jezelf uitstijgen.

Nadere informatie

Schoolpleinpret. Jongeren Op Gezond Gewicht. actief en betrokken

Schoolpleinpret. Jongeren Op Gezond Gewicht. actief en betrokken Schoolpleinpret Jongeren Op Gezond Gewicht actief en betrokken VOORWOORD Beste lezer, Tikkertje, verstoppertje en voetballen zijn de populairste spelletjes op het schoolplein. Dat is al heel lang zo. Maar

Nadere informatie

We gaan er vanuit dat de B en C junioren een uur training krijgen en op grootveld met keeper spelen. Je training ziet er dan zo uit:

We gaan er vanuit dat de B en C junioren een uur training krijgen en op grootveld met keeper spelen. Je training ziet er dan zo uit: Floorball training Standaard jaarplanning B en C junioren (12-15 jaar) Deze standaard jaarplanning is een hulpmiddel voor alle jeugdtrainers. Met deze planning kan je het hele seizoen vullen met leuke

Nadere informatie

Sport en Spel circuit 2015

Sport en Spel circuit 2015 Sport en Spel circuit 2015 Spel Groep A Ronde 1 (9.15-11.00) Groep B Ronde 2 (11.15-13.00) Groep C Ronde 3 (13.15-15.00) 1 Bedir Jan Bluijssen Camelot 2 Bedir Jan Bluijssen Camelot 3 De Brinck Marimba

Nadere informatie

Aankleding: speelgoed zwaarden, kroontjes, prinsen- en prinsessenkleding

Aankleding: speelgoed zwaarden, kroontjes, prinsen- en prinsessenkleding Event Prinsen en Prinsessen Het event vindt plaats tijdens het lesuur. Ouders zijn uitgenodigd om te komen kijken en mogen ook assisteren op de baan. Van te voren wordt kort aan de kids uitgelegd dat er

Nadere informatie

2 Zet de pilon op 2 vingers en houd deze 5 tellen in balans. Daarna op 1 vinger.

2 Zet de pilon op 2 vingers en houd deze 5 tellen in balans. Daarna op 1 vinger. Spelideeën met pilonnen en spelbal Onderstaande spelvormen sluiten aan bij de leerlijnen bewegingsonderwijs zoals beschreven in het Basisdocument bewegingsonderwijs. De spelvormen kunnen individueel of

Nadere informatie

Teamtaak: Algemeen het verbeteren van de techniek Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching

Teamtaak: Algemeen het verbeteren van de techniek Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Algemeen het verbeteren van de techniek Oefening 1A en 1B: warming up / coaching 1A Heen en terug: - 2x rustige looppas - 1xArmen zwaaien vooruit ongelijk, -

Nadere informatie

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 Balanceren, jongleren, doelspelen. DOELSTELLINGEN:

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 Balanceren, jongleren, doelspelen. DOELSTELLINGEN: LES 1. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 Balanceren: - De leerling loopt zelfstandig (zonder hulp) in regelmatig tempo over een omgekeerde bank. Badminton: - De leerling slaat een shuttle onderhands

Nadere informatie

Op vakantie les 8. Doelen: punt. vindt.

Op vakantie les 8. Doelen: punt. vindt. Op vakantie les 8 Doelen: - De speler kan zich op verschillende manieren snel verplaatsen - De speler kan gericht rollen en/of gooien - De speler kan een aangegooide/aangespeelde bal terugslaan na het

Nadere informatie