Let goed op doorverwijzingen. Soms kunt u één of meer vragen overslaan als die niet voor u van toepassing zijn.

Transcriptie

1 Voor u begint met invullen van deze vragenlijst... Vul de vragenlijst in met een zwarte of blauwe pen. (Geen viltstift!) Kruis steeds één antwoord per vraag aan. Alleen als bij een vraag staat aangegeven dat u meerdere antwoorden mag aankruisen, kunt u dat doen. Als u meer antwoorden aankruist dan gevraagd, kan uw antwoord niet worden verwerkt. Probeer uw antwoorden duidelijk binnen de vakjes te schrijven en aan te kruisen. Voorbeeld: Let goed op doorverwijzingen. Soms kunt u één of meer vragen overslaan als die niet voor u van toepassing zijn. Als u per ongeluk een verkeerd vakje hebt aangekruist, laat dan het verkeerde kruisje staan, en maak het goede vakje zwart. Als u bij het invullen van deze vragenlijst nog vragen hebt, kunt u contact met ons opnemen: Centrum voor Onderzoek en Statistiek, telefoon: (010) De ingevulde vragenlijst kunt u in de bijgevoegde antwoord-enveloppe terugsturen. U hoeft op deze enveloppe geen postzegel te plakken. Onder de inzenders van een ingevulde vragenlijst worden 50 cadeaubonnen van 25 verdeeld. Onder de eerste 250 inzenders van een ingevulde vragenlijst worden daarnaast nog 10 cadeaubonnen van 50 verdeeld.

2

3 De eerste vragen gaan over u zelf. 1. Bent u een man of een vrouw? man vrouw 2. Een 'huishouden' bestaat uit personen die doorgaans gezamenlijk wonen, eten, kosten delen en dergelijke. Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden? personen 3. Hoe is uw huishouden samengesteld? ik woon alleen => Ga door naar vraag 6 2 volwassenen, geen thuiswonend(e) kind(eren) => Ga door naar vraag 6 (echt)paar met thuiswonend(e) kind(eren) één ouder met thuiswonend(e) kind(eren) 4. Wat is uw positie in het huishouden? thuiswonend kind ouder / verzorger 5. Hoeveel personen in het huishouden zijn jonger dan 16 jaar? personen jonger dan 4 jaar personen van 4 tot en met 12 jaar personen van 13 tot en met 15 jaar 6. Is de woning waarin u woont een koopwoning of een huurwoning? koopwoning met een geschatte verkoopwaarde tot koopwoning met een geschatte verkoopwaarde van tot koopwoning met een geschatte verkoopwaarde van of meer koopwoning, maar ik kan de verkoopwaarde niet schatten huurwoning met een huur tot 370 per maand huurwoning met een huur van 370 tot 560 per maand huurwoning met een huur van 560 tot 800 per maand huurwoning met een huur van 800 of meer per maand huurwoning, maar ik weet de huur niet geen zelfstandige woonruimte (bijvoorbeeld: op kamers) 1

4 7. Wat zijn de belangrijkste problemen in Rotterdam die met voorrang moeten worden aangepakt? Hier niets invullen De volgende vragen gaan over schoon in Rotterdam en in uw buurt. 8. Vindt u Rotterdam schoon? ja, heel schoon ja, tamelijk schoon nee, niet zo schoon nee, niet schoon 9. Vindt u uw buurt schoon? ja, heel schoon ja, tamelijk schoon nee, niet zo schoon nee, niet schoon 10. Wat is uw grootste ergernis wat dit betreft? (niet meer dan één antwoord aankruisen!) vuil op straat (afval, papier, enzovoorts) kauwgum hondenpoep op straat afvalzakken op straat buiten de ophaaltijden van Roteb grofvuil op straat buiten de ophaaltijden van Roteb graffiti affiches en stickers vuil bij containers onkruid tussen stoep- en straattegels vies straatmeubilair (bankjes, prullenbakken, muurtjes, hekjes) zwerfafval in groen sigarettenpeuken De volgende vraag gaat over Opzoomeren. 11. Kent u Opzoomeren? ja nee 2

5 De volgende vragen gaan over voorzieningen. 12. Hieronder worden enkele voorzieningen in uw buurt genoemd. Kunt u voor elk van deze voorzieningen aangeven hoe tevreden u daarmee bent? a. winkels voor dagelijkse boodschappen b. basisonderwijs c. de manier waarop het afval wordt ingezameld d. het schoonhouden van uw buurt zeer tevreden tevreden tevreden ontevreden noch ontevreden zeer ontevreden weet niet / geen niet van toepassing 13. De volgende vragen gaan over verkeer en vervoer in uw buurt. Kunt u voor elk van deze zaken aangeven hoe tevreden u daarmee bent? a. openbaar vervoer b. parkeergelegenheid c. verkeersveiligheid d. bereikbaarheid met de auto zeer tevreden tevreden tevreden ontevreden noch ontevreden zeer ontevreden weet niet / geen niet van toepassing 14. Wat vindt u van de buurt waarin u woont? Bent u het of on met de volgende uitspraken? a. In de buurt zijn de wegen, paden en pleintjes goed onderhouden. b. In de buurt zijn perken, plantsoenen en parken goed onderhouden. c. In de buurt is het buiten goed verlicht. d. In de buurt zijn goede speelplekken voor kinderen. e. In de buurt zijn goede voorzieningen voor jongeren. mee mee niet, niet niet on mee niet mee weet ik niet / geen 15. Wilt u een rapportcijfer (tussen 1 en 10) geven voor de volgende aspecten van de buurt waarin u woont? (10 = heel positief; 1 = heel negatief) a. uw woonomgeving b. de leefbaarheid in uw buurt c. de veiligheid in uw buurt 3

6 16. Hoe denkt u over de voorzieningen in de hele gemeente? Kunt u voor elk van onderstaande voorzieningen aangeven hoe tevreden u daarmee bent? a. het totale winkelaanbod b. de uitgaansmogelijkheden, horeca en dergelijke c. het aanbod van culturele voorzieningen d. het aanbod van verenigingen, clubs, cursussen en dergelijke e. de sportvoorzieningen f. het onderwijs in het algemeen g. de gezondheidszorgvoorzieningen in het algemeen h. de welzijnsvoorzieningen (zoals een buurthuis of jongerencentrum) zeer tevreden tevreden tevreden ontevreden noch ontevreden zeer ontevreden weet niet / geen niet van toepassing 17. En hoe denkt u over het verkeer en vervoer in de hele gemeente? Hoe tevreden bent u over: a. onderhoud van wegen en fietspaden b. parkeermogelijkheden c. openbaar vervoer d. verkeersveiligheid zeer tevreden tevreden tevreden ontevreden noch ontevreden zeer ontevreden weet niet / geen niet van toepassing De volgende vragen gaan over de Rotterdamse haven. 18. Bent u het met de volgende uitspraken? a. De haven is heel belangrijk voor de economie van Rotterdam. b. De haven lijkt me een mooie plek om te werken. c. Ik hoor of zie bijna nooit iets over de haven. d. Ondanks de overlast is de haven goed voor de stad. e. De haven is een modern bedrijf. mee deels mee niet mee weet ik niet 19. Wanneer zou u trots(er) op de Rotterdamse haven worden? 4

7 De volgende vragen gaan over luchtkwaliteit. 20. Vindt u dat er voldoende informatie over de luchtkwaliteit beschikbaar is? ja, als ik iets zoek, weet ik het wel te vinden => Ga door naar vraag 22 nee, ik heb behoefte aan meer informatie ik heb geen behoefte aan informatie over luchtkwaliteit => Ga door naar vraag 23 weet niet => Ga door naar vraag Wat voor soort informatie over luchtkwaliteit zoekt u? (Meer antwoorden mogelijk!) algemene informatie over luchtvervuiling en gezondheid specifieke informatie over de stoffen die in mijn omgeving in de lucht voorkomen ik wil van uur tot uur kunnen weten wat er in mijn omgeving aan de hand is weet niet 22. Op welke manier wilt u het liefst geïnformeerd worden over luchtkwaliteit? via berichten in plaatselijke kranten en huis-aan-huisbladen via folders, bijvoorbeeld in de bibliotheek of bij huisartsen via voorlichtingsavonden in de buurt via een website via sociale media, zoals Facebook en Twitter via plaatselijke radio en tv via een app voor mijn smartphone of tablet 23. Heeft u in uw woonomgeving wel last van stank? nee => Ga door naar vraag 25 ja, soms: niet meer dan één keer per maand ja, regelmatig: meer dan één keer per maand, maar niet meer dan één keer per week ja, vaak: meer dan één keer per week 24. Waardoor wordt die stank volgens u meestal veroorzaakt? door fabrieken of industrie door het verkeer door iets anders weet niet 25. Wat vindt u van de kwaliteit van de lucht in uw woonomgeving? We bedoelen nu niet of u vaak last heeft van stank, maar of de kwaliteit van de lucht bij u lichamelijke ongemakken veroorzaakt. a. Ik merk iets aan de lucht, zoals irritatie van mijn ogen, neus of keel. nooit ja, soms: niet meer dan één keer per maand ja, regelmatig: meer dan één keer per maand, maar niet meer dan één keer per week ja, vaak: meer dan één keer per week 5

8 b. Ik heb last van de lucht, en kan daardoor niet altijd doen wat ik zou willen doen. nooit ja, soms: niet meer dan één keer per maand ja, regelmatig: meer dan één keer per maand, maar niet meer dan één keer per week ja, vaak: meer dan één keer per week De volgende vragen gaan over discriminatie. 26. Heeft u zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd gevoeld? ja nee => Ga door naar vraag Op grond waarvan heeft u zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd gevoeld? (Meerdere antwoorden mogelijk!) geslacht leeftijd culturele herkomst / huidskleur seksuele gerichtheid / seksuele identiteit geloofs- of levensovertuiging ziekte of handicap 28. Op welk terrein heeft u zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd gevoeld? (Meerdere antwoorden mogelijk!) op straat onderwijs arbeid huisvesting politie sport uitgaan winkelen financiële dienstverlening, zoals verzekeringen, leningen, hypotheken 29. Op welke wijze heeft u zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd gevoeld? (Meerdere antwoorden mogelijk!) door discriminerende opmerkingen door ongelijke behandeling / benadeling door bedreiging / geweld / agressief gedrag door vernieling / beschadiging van eigendommen door negeren door roddels 6

9 30. Wat heeft u gedaan met deze ervaring? (Meerdere antwoorden mogelijk!) zelf opgelost niets opgelost met behulp van een vriend / bekende / familie gemeld bij de politie gemeld bij Antidiscriminatiebureau RADAR 31. Bent u zelf in de afgelopen twaalf maanden wel van discriminatie beschuldigd? Het gaat er niet om of dat terecht was, maar of iemand u wel verweten heeft dat u discrimineerde. a. tijdens uw werk, door collega s of anderen ja, maar daar is geen melding of aangifte over gedaan ja, en daar is ook melding of aangifte over gedaan nee / niet van toepassing b. op straat door onbekenden ja, maar daar is geen melding of aangifte over gedaan ja, en daar is ook melding of aangifte over gedaan nee / niet van toepassing c. op andere momenten, namelijk ja, maar daar is geen melding of aangifte over gedaan ja, en daar is ook melding of aangifte over gedaan nee / niet van toepassing Als u bij a, bij b en bij c drie keer nee heeft aangekruist, mag u vraag 32 overslaan. 32. Hoe reageerde u daar op? (Meerdere antwoorden mogelijk!) ik ben er van geschrokken ik heb me er niets van aangetrokken ik voelde me er door beledigd / onterecht behandeld ik ben boos geworden op de persoon die dat zei ik ben er over in gesprek gegaan ik heb mijn verontschuldigingen aangeboden ik heb het contact verbroken ik heb er over nagedacht, en die persoon had misschien toch een beetje gelijk ik heb er over nagedacht, en die persoon had ongelijk De volgende vragen gaan over de gemeentelijke Ombudsman. 33. Heeft u wel gehoord van de gemeentelijke Ombudsman? ja nee => Ga door naar vraag 35 7

10 34. Kunt u aangeven wat volgens u wel of niet de taken zijn van de Ombudsman van de gemeente Rotterdam? dat weet ik niet a. de Ombudsman controleert de uitgaven van de gemeente (accountantscontrole) b. de Ombudsman doet onafhankelijk onderzoek over de gemeente c. bij de Ombudsman kunnen burgers hulp krijgen bij het invullen van ingewikkelde formulieren d. bij de Ombudsman kunnen burgers klagen als ze iets gekocht hebben e. bij de Ombudsman kunnen burgers klagen over de gemeente f. de Ombudsman probeert bij klachten te bemiddelen tussen burgers en de gemeente g. bij de Ombudsman kunnen burgers klagen over de landelijke overheid (bijvoorbeeld over Ministeries) wel niet De volgende vragen gaan over de gemeentelijke organisatie. 35. Wat vindt u van het gemeentebestuur? Bent u het of on met de volgende stellingen? a. Als kiezer heb ik invloed op wat er in de gemeente gebeurt. b. Ik voel mij vertegenwoordigd door de gemeenteraad. c. Ik heb vertrouwen in de burgemeester en wethouders. d. Burgemeester en wethouders maken hun beloften waar. e. De gemeente wordt goed bestuurd. mee mee niet, niet niet on mee niet mee weet ik niet / geen 36. Wat vindt u van de gemeentelijke regels? Bent u het of on met de volgende stellingen? a. De gemeente heeft duidelijke regels en verordeningen. b. De gemeente controleert en handhaaft deze regels goed. c. Op een aantal terreinen ontbreken gemeentelijke regels. d. Een burger in onze gemeente heeft te maken met tegenstrijdige gemeentelijke regels. mee mee niet, niet niet on mee niet mee weet ik niet / geen 8

11 37. Wat vindt u van de gemeentelijke informatie? Bent u het of on met de volgende stellingen? a. De gemeente geeft in het algemeen duidelijke informatie. b. Ik kan gemakkelijk aan gemeentelijke informatie komen. c. De gemeentelijke informatie via de lokale kranten is goed. d. De informatie op de gemeentelijke website is goed. mee mee niet, niet niet on mee niet mee weet ik niet / geen 38. De gemeente kan burgers op verschillende manieren betrekken bij beslissingen die de gemeente maakt. Bent u het of on met de volgende stellingen? a. Burgers worden voldoende betrokken bij de totstandkoming van gemeentelijke plannen. b. Burgers worden voldoende betrokken bij de uitvoering van gemeentelijke plannen. c. De gemeente is geïnteresseerd in de van haar burgers. d. Burgers hebben voldoende invloed op datgene wat de gemeente doet. e. Er zijn voldoende mogelijkheden tot inspraak op gemeentelijke plannen. mee mee niet, niet niet on mee niet mee weet ik niet / geen 39. Vindt u dat uw gemeente voldoende doet voor het belastinggeld dat u aan de gemeente betaalt? Bij het werk van de gemeente kunt u bijvoorbeeld denken aan het beheer van de openbare ruimte, werkzaamheden op het gebied van verkeer, milieu, onderwijs, sport, welzijn en sociale zaken. Bent u het of on met de volgende stelling? mee mee niet, niet niet on mee niet mee weet ik niet / geen De gemeente doet voldoende voor het belastinggeld dat ik aan de gemeente betaal. De volgende vragen gaan over de website Maakt u wel gebruik van internet? ja nee => Ga door naar vraag 45 9

12 41. Bezoekt u wel de gemeentelijke website ja nee => Ga door naar vraag Voor welke zaken heeft u wel gebruik gemaakt van (Meerdere antwoorden mogelijk!) A. informatie zoeken algemene informatie over Rotterdam informatie over mijn persoonlijke situatie (bijvoorbeeld over schuldhulpverlening of een aanvraag) B. iets doorgeven verhuizing wijziging persoonlijke gegevens klacht of melding kentekenwijziging C. iets aanvragen akte burgerlijke stand betalingsregeling of kwijtschelding belastingen uittreksel gemeentelijke basisadministratie (GBA) hondenbelasting (aanmelding of teruggave) huishoudelijke verzorging huwelijksvoorbereiding regelen vergunning (o.a. kapvergunning, parkeervergunning, drank- en horecavergunning) kopersregeling woning, kantoorpand of grond D. een afspraak maken ophalen grofvuil bij een stadswinkel of gemeentelijke balie 43. Voor een goede online dienstverlening is het belangrijk dat de informatie die u zoekt makkelijk te vinden is en dat de informatie op de website begrijpelijk is. Kunt u een rapportcijfer geven voor de vindbaarheid en de begrijpelijkheid van de informatie op de website (1 = laag, 10 = hoog) a. Rapportcijfer vindbaarheid informatie: b. Rapportcijfer begrijpelijkheid informatie: => Ga door naar vraag 45 10

13 44. Indien u de website nog nooit heeft bezocht: Waarom heeft u de website nog nooit bezocht? (Meerdere antwoorden mogelijk!) ik was niet op de hoogte van het bestaan van de website ik regel mijn zaken met de gemeente liever op een andere manier, namelijk iemand anders regelt mijn zaken met de gemeente ik vind het moeilijk om via de website zaken met de gemeente te regelen 45. Op internet heeft u voor sommige zaken die u met de overheid wilt regelen een identificatie nodig. Hiervoor moet u gebruik maken van DigiD. Weet u wat DigiD is? ja, en ik maak er ook wel gebruik van ja, maar ik maak er nooit gebruik van nee, dat weet ik niet => Ga door naar vraag Vindt u het gebruik van DigiD handig? ja nee 47. Hieronder staan vijf stellingen over DigiD. Kunt u aangeven in hoeverre u het met deze stellingen bent? mee mee niet, niet on mee on weet niet / mee on geen a. DigiD maak het moeilijker om zaken op internet te regelen. b. Als ik mijn DigiD-code nodig heb, kan ik die altijd makkelijk vinden. c. Zonder DigiD zou ik eerder via internet een afspraak maken voor een Stadswinkel of deelgemeente. d. Door het gebruik van DigiD heb ik vertrouwen in de digitale dienstverlening van de overheid. e. Ik vind het noodzakelijk dat de overheid DigiD gebruikt bij de digitale dienstverlening. De volgende vraag gaat over sport. 48. Hoeveel keer heeft u in de afgelopen twaalf maanden in totaal gesport? Als u veel aan sport heeft gedaan, maak dan een schatting van het aantal keer. keer 11

14 De volgende vragen gaan over manieren van contact met de gemeente. 49. Veel producten van de gemeente kunt u zowel digitaal (internet!), telefonisch, aan balies als per post verkrijgen. Welke manier heeft uw voorkeur als u de gemeente benadert om: a. informatie te krijgen b. iets aan te vragen (bijvoorbeeld: een uittreksel uit het bevolkingsregister, of het laten ophalen van grof vuil) c. te informeren naar de voortgang van uw vraag d. te reageren op iets dat de gemeente heeft gedaan of juist niet heeft gedaan (bijvoorbeeld: u wilt een klacht indienen, of iets melden) internet telefoon balie post 50. Welke manier heeft uw voorkeur als de gemeente u benadert om u te informeren over plannen of wijzigingen in uw omgeving, of over veranderingen in het gemeentelijk beleid (bijvoorbeeld parkeerbeleid, WOZ-beleid)? krant, huis-aan-huisbladen, folders etc. internet ( per per brief De volgende vragen gaan over de Bibliotheek Rotterdam. 51. Bent u de afgelopen twaalf maanden wel in één van de 24 vestigingen of in de bibliotheekbus van de Bibliotheek Rotterdam geweest? ja nee => Ga door naar vraag Hoe vaak komt u gemiddeld in de bibliotheek of in de bibliotheekbus? één keer per week of vaker één keer per twee à drie weken één keer per vier à zes weken één keer per twee à drie maanden minder dan één keer per drie maanden 53. Welke vestiging bezoekt u meestal? de centrale bibliotheek (aan de Hoogstraat) de wijkbibliotheek bij mij in de buurt een andere wijkbibliotheek de bibliotheekbus 12

15 54. Waarom bezocht u de laatste keer dat u daar was de bibliotheek? (Meerdere antwoorden mogelijk!) ik ben nog nooit in de bibliotheek geweest => Ga door naar vraag 56 om een boek te lenen om een cd-rom, video of dvd te lenen om kranten of tijdschriften te lezen om te studeren om informatie te zoeken op internet om informatie te zoeken in boeken om het bibliotheektheater te bezoeken om een tentoonstelling of presentatie te bekijken om een lezing of schrijversbezoek bij te wonen (ook: Lezersfeest en Kinderboekenweekfeest) 55. Als u vroeger regelmatig in de Rotterdamse bibliotheek kwam, maar het afgelopen jaar niet meer: wat is daarvoor de belangrijkste reden? (U mag slechts één antwoord aankruisen!) ik gun me tegenwoordig minder tijd om boeken te lezen ik koop tegenwoordig liever boeken ik vind het aanbod niet interessant meer ik ga tegenwoordig niet meer met mijn kinderen naar de bibliotheek ik zit nu niet meer op school de dichtstbijzijnde bibliotheek is me te ver weg ik zoek informatie tegenwoordig op andere manieren (bijvoorbeeld via internet) 56. Heeft u de afgelopen twaalf maanden wel de website bezocht? ja nee => Ga door naar vraag Hoe vaak bezoekt u deze website? één keer per week of vaker één keer per maand één keer per twee maanden één keer per drie maanden of minder vaak 58. Wat heeft u daar wel gezocht? (Meerdere antwoorden mogelijk!) Mijn bibliotheek Catalogus Nieuws Agenda Toptitels / leestips Blogs van de bibliotheek 13

16 59. Bent u zelf op dit moment lid van de bibliotheek? ja => Ga door naar vraag 61 nee, maar ik ben vroeger wel lid geweest van de bibliotheek nee, ik ben nooit lid geweest van de bibliotheek 60. Waarom bent u geen lid (meer) van de bibliotheek? (U mag slechts één antwoord aankruisen!) ik heb weinig tijd om te lezen ik ben niet geïnteresseerd in lezen ik ben niet geïnteresseerd in het lenen van boeken, cd-rom s of video s de bibliotheek heeft geen boeken, cd-rom s, video s of dvd s die ik interessant vind ik vind de bibliotheek te duur ik vind de bibliotheek te ver weg iemand anders uit mijn huishouden heeft al een pas De volgende vraag gaat over drugs en alcohol. 61. Hieronder staat een aantal stellingen over (het gebruik van) drugs en alcohol. Kunt u aangeven in hoeverre u het met deze stellingen bent? niet, niet on on on geen a. Het is niet erg wanneer jongeren onder de 18 jaar af en toe cannabis (marihuana / hasj / wiet) roken. b. Blowen (roken van cannabis) op straat moet altijd bestraft worden. c. Sportkantines moeten alcoholvrij zijn als er jongeren onder de 16 jaar aanwezig zijn. d. Schoolfeesten moeten alcoholvrij zijn als er jongeren onder de 16 jaar aanwezig zijn. e. De minimum-leeftijd om bier en wijn te mogen kopen moet omhoog van 16 naar 18 jaar. f. Alcohol hoort bij een gezellige avond met familie en/of vrienden. g. Drinken van alcohol op straat moet overal verboden zijn. h. Ouders moeten er op toezien dat hun kinderen tot 16 jaar geen alcohol drinken. 14

17 De volgende vragen gaan over het hebben van werk. 62. Welke situatie is in hoofdzaak op u van toepassing? ik heb geen eigen inkomen => Ga door naar vraag 64 ik heb een baan in loondienst of eigen bedrijf ik ben met de VUT, gepensioneerd, ontvang AOW ik ontvang een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, WAZ, WAjong) ik ontvang bijstand of een werkloosheidsuitkering ik ontvang studiefinanciering 63. Heeft u betaald werk? Zo ja, hoeveel uur per week? ja, voor uur per week nee, ik heb nu geen betaald werk 64. Zoekt u (ander) betaald werk? ja, voor uur per week nee => Ga door naar vraag Als u nu een geschikte baan voor 12 uur of meer per week wordt aangeboden, kunt u dan daarmee binnen twee weken beginnen? ja nee 66. Staat u als werkzoekende ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf (C.W.I.; Arbeidsbureau)? ja nee Tot slot nog enkele algemene vragen over u zelf. 67. In welk jaar bent u geboren? 68. In welk land bent u geboren? En uw vader? En uw moeder? uzelf: uw vader: uw moeder: Nederland Nederland Nederland Ned. Antillen / Aruba Ned. Antillen / Aruba Ned. Antillen / Aruba Suriname Suriname Suriname Turkije Turkije Turkije Marokko Marokko Marokko Kaapverdië Kaapverdië Kaapverdië ander land, namelijk: ander land, namelijk: ander land, namelijk: 15

18 69. Heeft u interesse in de plaatselijke politiek? ja, veel interesse ja, enige interesse nee, geen interesse 70. Wat is de hoogste opleiding die u heeft afgemaakt? geen onderwijs lager onderwijs (basisschool, speciaal basisonderwijs) lager beroepsonderwijs of praktijkonderwijs MAVO, VBO of VMBO MBO (middelbaar beroepsonderwijs) MULO of MMS HAVO HBS, VWO, lyceum, atheneum of gymnasium HBO wetenschappelijk onderwijs 71. In welke klasse valt het gezamenlijke netto (= schoon) inkomen van uw huishouden? Uitkeringen, pensioengelden, alimentatie en dergelijke zijn ook inkomen. Niet meegerekend worden: vakantiegeld, kinderbijslag en kortingen en toeslagen die u van de Belastingdienst ontvangt zoals zorgtoeslag, huurtoeslag, kindertoeslag en kinderopvangtoeslag, of teruggaven van de Belastingdienst. minder dan per maand tot per maand tot per maand tot per maand en meer per maand 72. De Omnibusenquête is vooral bedoeld om de van de burgers over allerlei onderwerpen te peilen. Welk ander onderwerp zou naar uw interessant zijn voor de gemeente om daarover via de Omnibusenquête de van de bevolking te vragen? Hiermee bent u aan het eind van deze vragenlijst gekomen. Hartelijk bedankt voor uw medewerking. U kunt de vragenlijst terugsturen in de bijgevoegde antwoord-enveloppe (zonder postzegel) naar het COS, Antwoordnummer 82, 3000 VB Rotterdam. 16