Pedagogisch werkplan BSO de Bijenboom 2015

Transcriptie

1 Pedagogisch werkplan 2015 Clustermanager Noord

2 Voorwoord Dit pedagogisch werkplan geeft enerzijds informatie en kan als werkinstrument dienen om ouders en nieuwe medewerkers inzicht te geven in onze manier van werken. Anderzijds is het een werkplan dat gebruikt kan worden om jaarlijks de pedagogische kwaliteit van Kindercentrum de Bijenboom in kaart te brengen en te voorzien van de nodige acties. Deze acties hebben betrekking op de pedagogische kwaliteit en acties die samenwerking in de BSO, regio, wijk en met derden kunnen bevorderen. Op deze manier is het een plan dat jaarlijks bijgesteld kan worden. Wij zijn ons bewust van eventuele risico s. Hiervoor gebruiken wij de risico inventarisaties voor Veiligheid en Gezondheid. De acties die daaruit voort komen zijn in te zien op de kindercentra en bij de managers. Het uniek zijn van ieder kind stelt Kindercentra samen met de drie basisgedachten ruimte, respect en veiligheid centraal. Naast deze basisgedachten werken we ook aan de vier pedagogische doelen die ontleend zijn aan het model van Riksen- Walraven. Team en Clustermanager Monique Philip Kindercentra Cluster Noord Tel: Clustermanager Noord 2

3 Inhoudsopgave DEEL A: algemene pedagogische informatie 1. Voorbeelden van goede praktijk: werken aan de pedagogische doelen 4 2. Voorbeelden van goede praktijk: werken aan onze basisgedachten 5 3. Algemene informatie over Kindercentrum de Bijenboom 7 DEEL B: specifiek gedeelte van het pedagogisch werkplan per locatie 4. Werken aan emotionele veiligheid door indeling van basisgroepen Dagritme Groepsregels en tradities 14 Clustermanager Noord 3

4 Deel A: algemene pedagogische informatie 1. Voorbeelden van goede praktijk: werken aan de pedagogische doelen Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid Een basisgevoel van veiligheid, in de brede zin van het woord. Emotionele veiligheid is de basis van elk handelen binnen de kinderopvang en daarbuiten. Vanuit emotionele veiligheid kan een positieve ontwikkeling van een persoon worden ingezet. Een onveilig gevoel staat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg. Voorbeelden Wanneer jij je ergens op je gemak voelt (veiligheid) kan je vaak ook beter presteren. Door een duidelijk dagritme kan er ook veiligheid geboden worden. Zo weten de kinderen waar ze aan toe zijn. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie Brede persoonskenmerken zoals veerkracht, zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Onderzoeken, spelen en uitproberen zijn belangrijk voor kinderen om greep op de omgeving te krijgen. De inrichting van de ruimte, aanbod van materiaal en activiteiten, vaardigheden van de pedagogisch medewerkers en aanwezigheid van leeftijdsgenootjes dragen positief bij aan de persoonlijke ontwikkeling. Voorbeelden Door hoekjes te creëren daag je de kinderen uit zich zelf te ontwikkelen in hun eigen kunnen. Doordat de kinderen zelf mogen voorstellen wat ze graag willen gaan doen op de BSO bied je ook gelegenheid tot het ontwikkelen van de persoonlijke competentie,dit bereik je ook door een kast te hebben waar ze zelf hun knutsel spullen kunnen en mogen pakken. Breed aanbod van spelmateriaal en de kinderen stimuleren hier gebruik van te maken door ze te betrekken in de voorbereiding (samen klaarzetten, samen bedenken) Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van sociale competentie Een scala van sociale kennis en vaardigheden, zoals inleven in anderen, communiceren, samenwerken, anderen helpen, conflicten oplossen en ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. Interactie met anderen, deel zijn van een groep en deelnemen aan groepsgebeurtenissen helpen het kind zijn sociale vaardigheden te ontwikkelen. De volwassene is belangrijk om de interacties tussen de kinderen te ondersteunen en waar nodig te begeleiden. Voorbeelden Als kinderen voor het eerst naar de Bijenboom komen helpen de kinderen die al langer op de Bijenboom zitten de nieuwe kinderen en laten ze zien hoe het op de Bijenboom gaat. Wanneer er een conflict is, wordt er eerst de mogelijkheid geboden om zelf tot een oplossing te komen (afhankelijk van de situatie). Bijvoorbeeld door de kinderen met elkaar te laten praten en naar elkaar te luisteren. Gelegenheid bieden om normen, waarden en de cultuur van een samenleving eigen te maken Kinderopvang is een samenleving waar verschillende normen, waarden en culturen elkaar ontmoeten. Volwassenen zijn belangrijk voor de morele ontwikkeling van kinderen in verband met het omgaan met verschillende mensen, normen en waarden en culturen. Van de manier waarop volwassenen reageren en met elkaar omgaan leren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders mogen zijn, van mogen en moeten. Voorbeelden Geef als medewerker hierin het goede voorbeeld hoe we met elkaar willen omgaan Praten met de kinderen: hoe is dat bij jullie thuis? Een geïnteresseerde en open houding naar elkaar en nieuwsgierig zijn naar elkaars gewoontes. Clustermanager Noord 4

5 2. Voorbeelden van goede praktijk: werken aan onze basisgedachten Ruimte Kinderen hebben ruimte nodig om zich te kunnen ontwikkelen op hun eigen manier en tempo. Binnen Kindercentrum de Bijenboom zorgen wij ervoor dat alle kinderen de ruimte krijgen die zij nodig hebben. Dit kun je zien in de inrichting van de ruimte. Door het creëren van hoeken zorgen wij ervoor dat ieder kind ergens terecht kan waar hij of zij behoefte aan heeft. Een paar keer per jaar wordt de ruimte gecontroleerd om te kijken of de inrichting en de materialen aansluiten bij de behoeften van de kinderen. Voorbeelden De ruimte is verdeeld in hoeken. Wij passen de hoeken aan naar de behoefte van de kinderen. Bijvoorbeeld: De chillhoek wordt eerst gebruikt voor huiswerk en daarna mogen de kinderen vanaf 8 jaar daar muziek luisteren, kletsen en etc. Naast de fysieke ruimte, bieden wij het kind ook de ruimte om zijn eigen keuzes te maken. Kinderen krijgen de gelegenheid om hun verhalen en interesse met anderen te delen. De ideeën en wensen van kinderen worden serieus genomen. Tijdens het eten en drinken hebben de kinderen de mogelijkheid om aan ons te vertellen wat ze mee hebben gemaakt. Wanneer kinderen komen met ideeën voor activiteiten wat ze willen doen, worden die opgeschreven en wordt het in de loop van de tijd ook daadwerkelijk uitgevoerd. Op die manier zien de kinderen ook dat ze gehoord worden. Respect Respect is een basisgedachte die constant terugkomt in alles wat wij doen. Wij leren kinderen omgaan met elkaar, met alles wat leeft in hun omgeving, met materialen en afspraken. De gevoelens van kinderen worden serieus genomen en ieder kind wordt geaccepteerd zoals hij/zij is. Pedagogisch medewerkers hebben een voorbeeldfunctie als het gaat om het overdragen van regels en omgangsnormen. Regelmatig worden de groepsregels besproken. De groepsregels bestaan nu nog voor een groot deel uit afspraken die gelden voor kinderen en pedagogisch medewerkers. De splitsing zal gedaan worden in een van de evaluaties die later in het jaar plaatsvinden. Ook in de sociale omgang van het kind speelt respect een belangrijke rol. Samen met de kinderen besteden wij aandacht aan conflicthantering en inleving in een ander. Voorbeelden Tijdens het basisgroep moment wordt er naar elkaar geluisterd. Wanneer er ruzie is, maken we duidelijk hoe het wel moet en wat het met de ander doet (gevoel beschrijven). Veiligheid Wij creëren binnen Kindercentrum de Bijenboom een veilige omgeving voor kinderen door maandelijks kritisch te kijken naar de ruimtes en door het uitvoeren van klussen. Hierbij kan gedacht worden aan de keuring van speeltoestellen, aanbrengen van fingersafes en andere nodige veiligheidaspecten. Voorbeelden De pedagogisch medewerker is altijd bezig met het controleren van de materialen op veiligheid en we zorgen dat de spullen heel blijven. De EHBO dozen worden ook regelmatig gecontroleerd. Wij bieden ook emotionele veiligheid door met vaste pedagogisch medewerkers te werken en daarnaast bieden wij ook een herkenbare structuur met bekende dagritmes en afspraken over het gebruik van ruimtes en speelmateriaal. Voorbeeld Wanneer de kinderen uit school komen volgt er elke dag hetzelfde ritueel. Ze gaan eerst hun spullen netjes weg leggen, daarna handen wassen en dan mogen ze drinken en een koekje eten. Na het eten en drinken is er een vrij speelmoment of wordt er een activiteiten aangeboden als alle kinderen binnen zijn. Clustermanager Noord 5

6 Door dit elke dag te doen weten ze waar ze aan toe zijn en dat geeft vertrouwen en veiligheid. De kinderen uit groep 1 t/m 3 worden opgehaald op het schoolplein. Dit doen we om ze veiligheid te bieden en ze het gevoel te geven gezien te worden. Ieder kind is uniek Voorbeelden Wij op de Bijenboom verstaan onder ieder kind is uniek: een kind mag zijn wie hij/zij is ongeacht van zijn/haar kunnen, afkomst of uiterlijk. Ieder kind heeft namelijk zijn/haar eigen karakter Van ieder kind wordt de ontwikkeling bijgehouden in een Kind volgsysteem Clustermanager Noord 6

7 3. Algemene informatie over Kindercentrum de Bijenboom Naam: Kindercentrum de Bijenboom Adres: Aalberseplein 6 Postcode: 2805 EG Plaats: Gouda Telefoonnummer: De locatie is open op maandag, dinsdag en donderdagmiddag van tot uur Aangeboden diensten NSO op maandag, dinsdag en donderdag van uur Opvangcapaciteit 30 kinderen op maandag, dinsdag en donderdag. Plaats van kindercentrum in de wijk ligt in de wijk Gouda Noord. bevindt zich in de aula van basisschool de Bijenkorf. In deze wijk zijn meerdere scholen aanwezig. In de directe nabijheid is de Koningin Wilhelminaschool. Iets verder in de wijk, tegen de wijk Bloemendaal aan is basisschool de Ridderslag en basisschool de Carrousel te vinden. De kinderen van de Bijenboom komen veelal van de Bijenkorf. Vanuit de Aloyissius school komen nog een paar kinderen met de taxi. Deze school ligt in het centrum van Gouda. De kinderen worden lopend door de pedagogisch medewerkers uit school gehaald of komen zelf. Hierover zijn afspraken met de ouders gemaakt. In de wijk is een winkelstraat in de buurt, een verzorgingstehuis, gymzalen, sportaanbieders, een wijkgebouw en op loopafstand is een groot groen veld met skatebaan. Het buitenterrein van de Bijenboom is tijdens openingstijden ook toegankelijk voor de kinderen van de wijk. Personeelsbezetting Wij hanteren binnen Kindercentra de pedagogisch medewerker kindratio zoals deze in de Wet Kinderopvang is omschreven. We streven ernaar om met vakanties, vrije dagen en ziekte van onze pedagogische medewerkers vaste invallers in te zetten vanuit onze flexpool. Kinderen en ouders komen hierdoor vaste medewerkers op de groep tegen. In de schoolvakanties worden verschillende kindercentra uit de wijk, en soms uit de regio s, samengevoegd met andere BSO s. Ouders wordt schriftelijk toegelicht waar dan de opvang plaatsvindt. Ondersteunende medewerkers In Cluster Noord is er een senior pedagogisch medewerker aangesteld. De senior pedagogisch medewerker kenmerkt zich, naast de taken en werkzaamheden zoals genoemd in de functieomschrijving van pedagogisch medewerker door het uitvoeren van gedelegeerde taken. De senior pedagogisch medewerker draagt bij aan het realiseren van de uitvoering van de werkplannen die zijn opgesteld door de clustermanager. De senior pedagogisch medewerker is evenals de pedagogisch medewerker verantwoordelijk voor de dagelijkse opvang, ontwikkeling en verzorging van een groep kinderen. De senior pedagogisch medewerker werkt niet op een vaste groep kinderen en zal binnen het cluster flexibel worden ingezet. Ook is het mogelijk dat er een stagiaire aanwezig is. Achterwacht Tijdens de openingstijd van de BSO kunnen de medewerkers terecht bij BSO de Kaketoe, Kindercentrum de Kwikstaart en kdv de Harlekijn. Het vierogenprincipe Naar aanleiding van een zedenzaak in Amsterdam heeft de commissie Gunning in haar rapport de term vierogenprincipe geïntroduceerd. Het vierogenprincipe betekent dat altijd iemand moet kunnen meekijken of meeluisteren en vormt de basis voor veiligheid in de kinderopvang. De ondernemer dient Clustermanager Noord 7

8 bij de invulling van het vierogenprincipe rekening te houden met de voorspelbaarheid, mogelijkheid en frequentie waarin een pedagogisch medewerker alleen op de groep of in het centrum is. Op de Bijenboom wordt het vierogenprincipe als volgt toegepast: bevindt zich in de aula van basisschool de Bijenkorf. Tijdens de openingstijd zijn er meerdere teamleden van de school aanwezig in het gebouw. Daarnaast grenst de aula aan de bestuursgang van de Groeiling, de stichting van de school. Ook hier geldt dat de medewerkers van de Groeiling veelal aanwezig zijn tijdens de openingstijd van de bso. Deze leraren en medewerkers hebben vrij zicht op de ruimte van de Bijenboom omdat de klapdeuren altijd open staan. Tegen de tijd dat deze medewerkers het gebouw verlaten worden ook de kinderen van de bso opgehaald door de ouders. Tussen uur en uur is het een komen en gaan van ouders. De toiletten zijn in de gang van de school gevestigd. Mocht er een medewerker met een kind mee gaan naar het toilet, dan meldt ze dit van te voren bij haar collega. Mentorschap Bij Kindercentrum de Bijenboom werken wij met mentorschap. Dat betekent dat ieder kind een eigen mentor heeft en deze tevens aanspreekpunt is voor ouders tijdens het kennismakinggesprek, de wenperiode en de 10-minuten gesprekken. De mentor begeleidt het kind de eerste weken op de BSO. Het kind wordt middels het kindvolgsysteem door de mentor gevolgd. Op deze wijze brengen wij de ontwikkeling van kinderen in kaart. Daarnaast vindt er op vaste momenten informatie uitwisseling plaats tussen ouder en pedagogisch medewerker met het kind volgsysteem als leidraad. Wenbeleid Extern wenbeleid Tijdens het kennismakinggesprek of voorafgaand aan de eerste keer, kan het kind samen met de ouder de Bijenboom komen bekijken. In principe draait het kind meteen vanaf de eerste keer volledig mee. Bij de eerste keer ophalen van school wordt er zo veel mogelijk getracht om de medewerker die de intake heeft gedaan het kind te laten halen. Een bekend gezicht is prettig voor het kind. Als ouders de eerste keer mee willen lopen van school naar de locatie (of in de taxi) is dat mogelijk. Een enkele keer blijft een ouder dan even op de locatie. In de eerste weken op de BSO is er veel contact tussen de medewerkers en de ouders tijdens de overdracht aan het eind van de middag. Als het kind veel moeite heeft met wennen, dan adviseren de medewerkers de ouders om het kind de eerste paar keer wat eerder te halen. Vooral voor kinderen van net 4 jaar kan het erg vermoeiend zijn om na school ook naar de BSO te gaan. Op de locatie wordt er zeker in het begin veel aandacht besteed aan het zich thuis laten voelen van het kind. Hij of zij wordt voorgesteld aan de andere kinderen in de basisgroep en er wordt op gelet of er aansluiting is bij het spelen. Voor kinderen die samen met klasgenootjes komen is dat makkelijker dan voor een kind die niemand kent. Na 6 weken is er de mogelijkheid voor een evaluatiegesprek met de ouders. Intern wenbeleid Er is geen sprake van intern wenbeleid. Wel is er de mogelijkheid voor een bezoek aan de bso door bv kdv de Harlekijn als ze weten dat een kind bij 4 jaar deze bso gaat bezoeken. Maar over het algemeen doen de ouders dit zelf. Ruilen en extra dagen De Bijenboom biedt haar klanten de mogelijkheid om een aantal niet genoten opvangdagen kosteloos op een andere dag af te nemen. Dit wordt het ruilen van dagen genoemd. Ook is het mogelijk om extra opvangdagen af te nemen. Algemeen Het ruilen van dagen of extra dagen is aan een aantal regels gebonden: Ruilen is mogelijk als de wisseling binnen 4 weken voor en 4 weken na de ruildag plaatsvindt. Ruilen kan alleen bij identieke diensten. De dienst kan uitsluitend geruild worden voor dezelfde dienst, dus ochtend voor een ochtend, middag voor een middag en niet een reguliere dag voor een vakantiedag. De pedagogisch medewerkers noteren in de agenda iedere afwezige dag en de geruilde dag. Noteer in de agenda bij de afwezig-dag tegen welke dag deze is geruild. Op de aanwezigheidsregistratie kun je deze ruil vermelden met de R. Clustermanager Noord 8

9 Voorwaarden Algemeen erkende feestdagen behoren niet tot de dagen, die geruild kunnen worden. Ruilen van dagen is mogelijk op de eigen groep van het kind. Wanneer er geen plek is op de eigen groep van het kind en de ouder opvang wil in een andere stamgroep of locatie, dan moet de ouder hiervoor schriftelijk toestemming geven. Door het ruilen of extra opvang mag de ratio niet de wettelijke minimumgrens overschrijden. Deze is gekoppeld aan het aantal kinderen, de leeftijd van de aanwezige kinderen en ingezette pedagogisch medewerkers. Voor kdv: Check op De pedagogisch medewerker geeft binnen 2 dagen uitsluitsel over de mogelijkheid tot ruilen. De manager beslist over eventuele afwijking van bovenstaande regels. Voor BSO geldt dat de aanvraag tot ruilen of extra opvang in de vakantieperiode tot 2 weken voorafgaand aan de vakantie gegarandeerd kan worden. De fysieke omgeving Het aanbod van spel en speelmateriaal, zowel binnen als buiten, nodigt het kind uit tot spelen, ontdekken of rustig samen / alleen te zijn. Naar gelang de ontwikkeling kan het kind uitdaging vinden in de verschillende ruimtes. Voorwaarde is wel dat het kind zelf aangeeft wanneer hij/zij deze stap maakt. De rol van de pegagogisch medewerker is het kind te begeleiden naar zijn/ haar volgende stap in deze ontwikkeling. De basisgroep van de kinderen moet veilig, herkenbaar en vertrouwd zijn. Een omgeving waar het kind op terug kan vallen om van daaruit de volgende stap te zetten in zijn/ haar eigen ontwikkelingsbehoefte. In de binnenruimte zijn er verschillende hoeken gecreëerd om te spelen, zoals een poppenhoek, chillhoek (voor de kinderen vanaf 8 jaar),lees hoek en met kleden hebben we een auto/trein hoekje gecreëerd. In de buitenruimte beschikken wij over een schoolplein. Daar staat een tafeltennistafel, een basketbalpaal en een klimrek. Op het achterplein staat een speelhuisje en een zandbak. Daar kunnen de jongste kinderen spelen. De kinderen vanaf 8 jaar met een buitenspeelcontract mogen alleen buiten spelen en de kinderen die jonger zijn mogen alleen met begeleiding naar buiten. In de buitenruimte is er aanbod van verschillende speel mogelijkheden. Voor de jongste kinderen zijn er fietsjes beschikbaar die wij mogen gebruiken van school. Verder nodigt het plein uit tot het doen van Estafetten, balspellen en verstoppertje spelen. Het speelmateriaal dat wij aanbieden Wij bieden voldoende en afwisselend spelmateriaal aan. In de groepsruimte zijn kasten met daarin het spel - en speelmateriaal. De kinderen hebben keuze uit: Cognitieve ontwikkeling: boeken, tijdschriften, blokken, lego, kapla en puzzels Fantasie ontwikkeling: verkleedkleding, poppenhoek met kookspullen, poppen, barbies, kinderwagen, winkeltje met attributen, dieren, dino s en schmink spullen. Sociaal ontwikkeling: gezelligheidspelletjes, Emotionele ontwikkeling: knuffels en terugtrek plekjes Creatieve ontwikkeling: klei, gips, hout, verf, papier, stof, kralen, kleurplaten en nog veel meer. Motorische ontwikkeling: fietsen, steppen, skeelers, klimrek, verschillende soorten ballen en zandbak. Activiteitenaanbod Wij bieden verschillende activiteiten aan: structurele, dagelijkse en incidentele activiteiten. Het dagelijks terugkerende activiteitenaanbod bestaat uit: een drink en eet moment als de kinderen uit school komen, tussen kwart voor 4 en half 5 wordt er een activiteit aan geboden en om half 5 gaan we fruit eten. De activiteitenwensen van de kinderen worden op een groot blad geschreven zodat iedereen ziet dat er naar ze geluisterd wordt. We kijken per doelgroep waar behoefte aan is. Clustermanager Noord 9

10 In het maken van de activiteitenplanning houden wij rekening met de meervoudige intelligentie van kinderen. Dit betekent dat er voor ieder kind iets aangeboden wordt dat zijn ontwikkeling verder prikkelt. Zo worden er workshops aangeboden met een uiteenlopend karakter zoals sport en spel, kunst, koken, in de natuur, toneel en muziek. Dat wordt gecontroleerd aan de hand van de tevredenheid van het kind. Groene Opvang 2014 was het Jaar van de Groene opvang. Binnen de Bijenboom is er weinig aandacht besteed aan het opnemen van Groene opvang in het activiteitenaanbod. Hier zal in 2015 aandacht aan besteed gaan worden. Clustermanager Noord 10

11 Deel B: specifiek gedeelte van het pedagogisch werkplan per kindercentrum 4. Werken aan emotionele veiligheid door indeling van basisgroepen Wij, op de BSO de Bijenboom werken met basisgroepen. Ieder kind heeft een vaste tafel waaraan we fruit eten. De kinderen zijn verdeeld over twee/drie tafels met ongeveer tien kinderen per dag aan elke tafel. Totaal zitten we met 20 of 30 kinderen, en hebben ze allemaal hun eigen plek tijdens dit eetmoment. Om de kinderen te helpen waar ze moeten zitten hebben we de tafels een duidelijk onderscheidt gegeven. We hebben fleurige tafelkleden op de tafels gelegd. De ene tafel een rood kleed, de zogenaamde rode tafel. De andere een blauw en een geel kleed, dit worden dan de blauwe en de gele tafel. Als kinderen bij ons binnenkomen krijgen ze een fotolijstje, wat ze mogen verven in de basisgroepkleur en daarna versieren. Dus de kinderen die aan de rode tafel zitten hebben een rood fotolijstje. De kinderen aan de blauwe tafel een blauw lijstje en de kinderen aan de gele tafel een geel lijstje. Als de kinderen vergeten zijn aan welke tafel ze moeten zitten dan kijken ze even in welke kleur fotolijstje hun foto zit en dan weten ze het weer. De fotolijstjes zijn meteen een leuke aankleding van onze locatie en de kinderen en ouders vinden het ook erg leuk om alle kinderen van de locatie te zien. We hebben gekozen om te werken met basisgroepen omdat we merkten dat het fruit eten erg onrustig werd en kinderen zich bijna geen tijd gaven om rustig te eten en voor nieuwe kinderen zeker ook spannend en onduidelijk was. We merken dat het fruit eten nu echt een rustmoment geworden is en je ook dingen aan elkaar kan vertellen of je praat met elkaar over onderwerpen die de kinderen bezig houden. Het is daardoor gezelliger geworden en we hebben meer contact met elkaar. Ook voor de kinderen is het een moment waarop ze elkaar wat beter kunnen leren kennen op een manier die anders is dan met spelen. Er is ook ruimte om eens van tafel te wisselen en bij een ander op visite te gaan. Als kinderen dat aangeven om nog even met een ander gezellig te zitten dan spelen we daar op in. Hieronder geef ik aan de hand van de vier basisprincipes van het pedagogisch beleid weer waarom wij hebben gekozen voor de basisgroepen. RUIMTE Doordat de kinderen aan een eigen tafel zitten is de ruimte verdeeld in drie overzichtelijke groepen waarbij de kinderen een vaste plek hebben aan de kleur tafel. Zij mogen een stuk fruit kiezen en we wachten op elkaar totdat iedereen het heeft en dan pas wordt er gegeten. Ook wordt er gewacht totdat een ieder het op heeft. Er is altijd plaats, ze hoeven niet te dringen voor een plek. Om hen ook te stimuleren in zelfstandigheid mogen ze fruit uitdelen aan hun eigen tafel. We hebben op de BSO een appel apparaatje waardoor de kinderen zelf op een veilige manier hun eigen appel kunnen schillen, en dat stimuleert hun zelfstandigheid. VEILIGHEID EN GEBORGENHEID Door het werken met basisgroepen is er een stukje rust gekomen op de groep. De kinderen weten waar ze aan toe zijn, ze weten dat er altijd een plekje voor ze aan tafel is zonder dat je voor je plek hoeft te strijden. Nieuwe kinderen kunnen zo op een rustige manier wennen aan de kinderen op de groep. Ze leren de kinderen van hun eigen groep kennen. In deze groep is er makkelijk contact onderling. Ze leren dan ook al snel elkaars namen. En de kinderen die bij elkaar aan tafel zitten zie je ook vaak met elkaar spelen en in de loop van de tijd spelen ze ook met kinderen van andere tafels. Ze voelen zich dan voldoende veilig om verder te kijken. Doordat de kinderen verdeeld zijn over drie tafels is er per tafel een pedagogisch medewerker die met de kinderen een gesprekje kan houden. Dit geeft rust en stimuleert het groepsgevoel door naar elkaar te luisteren en interesse te tonen voor elkaar. Doordat we op vaste tijden tijdens de BSO-uren in basisgroepen zitten bieden we de kinderen Clustermanager Noord 11

12 een vaste plek wat hen duidelijkheid en structuur geeft, waaraan zij behoefte hebben. RESPECT Doordat de kinderen tijdens het fruit eten verdeeld zijn in basisgroepen is er voor de pedagogisch medewerker voldoende ruimte voor ook een individuele benadering naar een kind. Zo kunnen de gesprekken afgestemd worden naar de behoefte van het kind. Het ene kind verteld graag, terwijl het andere juist liever luistert naar de verhalen van anderen. De kinderen leren tijdens deze gesprekken naar elkaar te luisteren en respect te hebben voor elkaar. Ze horen andere meningen en belevingen waardoor zij ook weer gaan nadenken. De kleinere kinderen leren van de grotere kinderen en andersom. Ze wachten totdat een ieder fruit heeft en dan wordt er gegeten en gewacht totdat een ieder het op heeft. Het is ook een observatie moment voor de pedagogisch medewerker om eventueel iets individueels te gaan doen met een kind na het fruitmoment, als daar behoefte naar is. Heeft elk kind het op dit moment naar de zin? En daar op in spelen na het fruitmoment. IEDER KIND IS UNIEK Door de verhalen tijdens het fruit eten komt de buitenwereld van het kind dichterbij. De kinderen praten graag over wat ze thuis hebben gedaan of gaan doen of ze praten over hun familie. Zo leren de andere kinderen en de pedagogisch medewerker het kind ook op een andere manier kennen. Tevens leren zij over onderwerpen die er in de wereld spelen, hoe andere kinderen daar over denken en die kinderen leren ze dan ook weer iets beter kennen, en op een andere manier kennen.. Clustermanager Noord 12

13 5. Dagritme BSO Dagritme van de Bijenboom -Vanaf zijn wij aanwezig en dan doen we de telefoon aan en kijken of er berichten zijn. -We zetten de computer aan en we kijken de mail na en de eerste week van de maand printen we de kind lijsten uit. -Op de tafel om de deur in de aula zetten we kind gegevens bak neer en de groepsmap en de schoolkaarten. -Dan gaan we de groepsruimte inrichten. Alles staat onder het speelhuis en word verdeeld in de aula. Daar maken we met kleden en kasten de hoeken in de aula. -We zetten drinken en de koekjes op de tafel klaar en de trommels van de kinderen die een dieet hebben. -Om gaan we de kinderen die in groep 1,2 en in 3 zitten ophalen op het schoolplein. De andere kinderen van de Bijenkorf komen zelf naar ons toe. -Als de kinderen binnen komen dan zeggen we die gedag en de kinderen pakken hun luizenzakken en doen hier hun spullen in. Die hangen ze op in de gang. -Daarna gaan ze handen wassen komen ze terug en dan kunnen ze drinken thee en een koekje pakken. Of we helpen ze daar mee als ze het nog niet kunnen. -Daarna mogen ze gaan spelen. Als ze naar buiten willen dan vragen ze dit eerst. Kinderen die geen buitenspel contract hebben gaan onder begeleiding naar buiten. -Er is vanaf tot gelegenheid om huiswerk te maken boven in de chill hoek. -Vanaf is er gelegenheid om mee te doen aan een activiteit die aan geboden wordt. Dit stopt als de kinderen er mee klaar zijn. -Om gaan we in mentorgroepen fruit eten. De kinderen en leiding gaan eerst handen wassen daarna bij hun mentorgroep zitten. De mentorgroepen zijn verdeeld in een rode groep, blauwe groep en gele groep. De tafels hebben tafelkleden in die kleuren. -Na het fruit eten gaan de kinderen weer spelen. -vanaf ongeveer uur worden de kinderen opgehaald tot uur. Clustermanager Noord 13

14 6. Groepsregels en tradities Afspraken die ons verblijf bij De Bijenboom plezierig maken Hoe gaan wij altijd met elkaar om Iedereen is welkom op De Bijenboom. Je vriendjes en vriendinnetjes zijn ook welkom op de Bijenboom. Vraag wel even of het uitkomt in verband met hoeveelheid kinderen. Met z'n allen helpen we de jonge of nieuwe kinderen om het op De Bijenboom snel naar hun zin te krijgen. We praten graag met elkaar, ook als we het niet eens zijn met elkaar. Stoeien mag maar vraag even waar je dit het beste kan doen. Let wel op dat het voor allebei leuk is. Als een van jullie stoeien, botsen of duwen niet meer leuk vindt dan zeg je dat en dan stoppen we ermee. Er is veel speelgoed op de Bijenboom. We vinden het belangrijk om alles een vaste plek te geven zodat iedereen de spullen goed kan vinden. Daarom is het belangrijk om op te ruimen als je klaar bent met spelen. Als je een spelletje wilt spelen, weet je soms niet of je er groot genoeg voor bent. Vraag het aan de leiding, dan weet je het zeker. Ophalen van de kinderen Bij binnenkomst In de gang We hebben een vast punt waar alle kinderen naar toe komen en op elkaar wachten. Als we dat met z'n allen doen, is het voor de kleintjes minder spannend om naar De Bijenboom te gaan. We gaan pas lopen als alle kinderen er zijn. De leiding weet precies welke kinderen er komen, dus wacht even totdat hij of zij zegt dat iedereen er is. De kinderen die in groep 4,5,6,7 en 8 zitten mogen zelf naar De Bijenboom komen. De kinderen van de Koningin Wilhelminaschool worden door ons opgehaald en samen lopen we naar de Bijenboom. We vinden het fijn om te weten dat je er bent, dus groeten we elkaar bij binnenkomen. Met z n allen zorgen we ervoor dat de jassen in de luizenzakken komen want dat is een hele klus. Daarna kun je de luizenzak op de kapstokken hangen in de gang. Aan een tafel op de groep staat het eten en drinken al klaar. Als je handen gewassen zijn, kun je gelijk wat gaan drinken en wat lekkers eten. Soms ligt er toch nog zand in de gang. Dit maakt de vloer glad. Kijk dus goed uit en probeer rustig te lopen. De deur naar de groep laten we graag open, zodat we makkelijk in en uit kunnen lopen. Clustermanager Noord 14

15 Bij het drinken Na het drinken Op de computer spelen Bij De Bijenboom kun je, als je dat wilt, zelf inschenken waar je zin in hebt en een koekje uitzoeken. Als je jouw beker op het dienblad zet dan weten we dat je klaar bent en kan deze afgewassen worden. Een ongelukje bij het inschenken kan altijd gebeuren. Je mag zelf een doekje pakken op de bar bij de keuken om het op te ruimen, dan krijgen andere kinderen geen natte kleren. De kinderen met een speciaal dieet hebben een eigen trommeltje met koekje. Ook deze staat op tafel klaar als je binnenkomt. Zijn we ze vergeten klaar te zetten, zeg het even dan pakken we ze. Heb je zin om te rennen en te gillen doe dat lekker buiten. Daar heb je veel ruimte. Op de grond liggen overal matjes waar spelmateriaal opstaat. Om te zorgen dat niet alles door elkaar gaat is het fijn als je op het matje blijft waar het spelmateriaal ligt. Heb je zin in knutselen of om spelletjes te doen, dan mag je zelf spulletjes pakken uit de open kasten die in de groep staan. Heb je iets anders nodig, zoals, gereedschap, vraag het dan aan de groepsleiding, dan kunnen zij dat voor je uit de kast pakken. We doen allerlei leuke activiteiten. Natuurlijk mag je zelf kiezen of je mee wil doen of niet. Heb je een leuk idee voor een activiteit laat het ons dan weten. Dan kunnen we kijken of we dat een keer kunnen doen. Wil je graag op de game-boy of wii, vraag het aan de leiding. Zij maken een lijst over wie wanneer aan de beurt is. Op de wii kun je in je eentje of met z'n tweeën. Jullie bepalen of iemand mag meekijken/ meespelen. Heb je hulp nodig op de game-boy of wii, dan kun je dat vragen aan een ouder kind om je te helpen of aan een van de leiding. Wil je een ander spel op de game-boy en/of wii dan kun je dat vragen aan de leiding. De spelletjes worden dan gelijk opgeruimd en blijven dan lang heel. Spelen met het tafelvoetbalspel Als je zo lang bent als de rode streep op de muur (...cm) dan kun je veilig spelen met de tafelvoetbaltafel. Let op je vingers, een balletje kan heel hard aankomen, Ben je nog niet groot genoeg dan mag je nog even een ander spel kiezen. In het speelhuis Het speelhuis is zo groot dat je er van alles kan doen. Boven is de "8-plus" hoek. Daar kun je met z'n zessen gezellig chillen. De trap van het speelhuis is erg smal. Als we een voor een naar boven of naar beneden lopen is dat het veiligst. Clustermanager Noord 15

16 In de gymzaal Beneden is ook de leeshoek. Daar kun je met z'n drieën lekker luieren en lezen. Beneden in het speelhuis is de poppenhoek. Daar kun je met z n vieren lekker vadertje en moedertje spelen, lekker koken en verkleden. De gymzaal mogen we soms gebruiken van de school. De medewerkers weten precies wanneer dit is. Samen kunnen we op deze dagen met een van de leidsters daar heen gaan. In de gymzaal mogen we gebruik maken van de spullen van de school. Met ballen spelen is leuk. We proberen de ballen lag te houden zodat we het plafond niet raken. Boeken en tijdschriften Fruit eten De boeken en tijdschriften zijn er voor iedereen die zin heeft om te lezen. Als je een boek uit hebt, wil je deze dan weer terugzetten. Zo blijven de boeken netjes en kan iedereen er van genieten. Voor het fruit eten wassen we onze handen. Na het handen wassen zoek je jouw mentor op. Zij zit klaar om met jullie gezellig fruit te eten. Weet je even niet bij wie je aan tafel mag gaan zitten dan kun je dit even navragen. Na het fruit eten kun je weer lekker verder spelen Buiten spelen Buiten kun je fietsen, voetballen, en in het zand spelen. Al deze spullen staan in de schuur. Vertel het aan de leiding als je graag buiten wilt spelen. Wij gaan altijd graag met jullie naar buiten. Wil je graag speelgoed uit de schuur, vraag het even aan de leiding, zij helpen je dan verder. Als het van je ouders mag, mag je ook alleen of met vriendjes buiten het plein spelen. (overeenkomsten) Weet je niet zeker of het van je ouders mag? Vraag het aan ons, wij kunnen dat zo voor je nakijken. (Overeenkomsten) In de keuken De groepsleiding vindt het fijn om in de keuken aanwezig te zijn als kinderen daar bezig zijn. Daarom ben je in principe nooit alleen in de keuken. Behalve als je een kook- of bakactiviteit doet, want die doen we samen. Op de toiletten Laat even weten als je naar de W.C gaat, dan weten we waar je bent. Was je handen met zeep nadat je naar de W.C bent geweest of gewoon om je te handen schoon te maken. Poepen en plassen gaat het snelst als je alleen op een W.C zit. Gebruikte papieren handdoekjes gooien we in de prullenbak. Dan blijft het netjes in de W.C. Clustermanager Noord 16

17 Het kantoortje Bij het weggaan Wanneer iemand van de leiding in het kantoortje zit kan het altijd zijn dat hij of zij in gesprek is. Daarom is het belangrijk om te kloppen voordat je binnenkomt. Als je iets wil vragen mag je altijd aankloppen. Ruim je het speelgoed op waarmee je hebt gespeeld, dan kunnen andere kinderen het weer op dezelfde plek terug vinden als ze komen. Kijk nog even in je vakje. Misschien ligt er post voor papa of mama of een werkje dat je gemaakt hebt. Deze mag je mee naar huis nemen. Loop nog even langs een de leiding, zodat we weten dat je naar huis bent. Clustermanager Noord 17