Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding productie Brouwerij Duvel-Moortgat te Breendonk (Puurs)

Transcriptie

1 Vlaamse Overheid Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage bus 8 T 02/ mer@vlaanderen.be Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding productie Brouwerij Duvel-Moortgat te Breendonk (Puurs) Initiatiefnemer: Duvel-Moortgat Breendonkdorp Puurs 25 april 2018 PRMER-3078-SA

2 1. Inleiding De brouwerij Duvel-Moortgat te Puurs (deelgemeente Breendonk) heeft een huidige productie van ongeveer hl. Er wordt verwacht dat de productiecapaciteit de komende jaren nog kan stijgen tot boven 100 miljoen liter. In de voorbije periode werden verschillende uitbreidingen en wijzigingen aan de milieuvergunning doorgevoerd. Hierbij werd geen link gelegd tussen de productiecapaciteit en de eventuele MERplicht, gezien de werkelijke productie nog lager was. Echter, aangezien intussen de huidige productiehoeveelheid flirt met de MER-plicht-grenswaarde en een verdere uitbreiding wordt gepland, wordt een vergunningsaanvraag voorzien voor de uitbreiding van de productiecapaciteit. In het kader van deze vergunningsaanvraag dient een milieueffectenstudie opgemaakt te worden. Aangezien er in het verleden voor de site nog geen MER of ontheffingsdossier werd opgemaakt, wordt in het MER een volledige effectenanalyse en -beoordeling van de site uitgevoerd. Tevens wordt de impact van de bijkomende nieuwe installaties afzonderlijk besproken. Deze activiteiten zijn onderworpen aan de m.e.r.-plicht volgens het project-m.e.r.-besluit 1, met name: Bijlage II rubriek 7d) voedings- en genotmiddelenindustrie; - Bierbrouwerijen met een productiecapaciteit van 75 miljoen liter per jaar of meer. Mouterijen met een productiecapaciteit van ton per jaar of meer. Bijlage III rubriek 3a) Energiebedrijven - industriële installaties voor de productie van elektriciteit, stoom en warm water met uitzondering van kernenergiecentrales (projecten die niet onder bijlage I of II vallen). rubriek 7d) Voedings- en genotmiddelenindustrie (projecten die niet onder bijlage II vallen) - bierbrouwerijen en mouterijen. rubriek 10j) Infrastructuurprojecten - werken voor het onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater, die niet zijn opgenomen in bijlage I of II. rubriek 13) Wijziging of uitbreiding van projecten - wijziging of uitbreiding van projecten van bijlage I, II of III waarvoor reeds een vergunning is afgegeven en die zijn of worden uitgevoerd (niet in bijlage I of II opgenomen wijziging of uitbreiding). Voor categorieën van projecten opgenomen in bijlage II van het project-m.e.r.-besluit, is het indienen van een gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de m.e.r.-plicht mogelijk. Door de initiatiefnemer wordt echter afgezien van dit verzoek. De Dienst Mer ontving een aanmelding met vraag om scopingsadvies op 26 februari Er werd geen openbare raadpleging/participatiemoment/infomoment georganiseerd door de initiatiefnemer van het project. De Dienst Mer vroeg adviezen bij de administraties en openbare besturen (zie bijlage). 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, B.S. 17 februari 2005, zoals herhaaldelijk gewijzigd. Dienst Mer scopingsadvies PR3078 2

3 De Dienst Mer stelt dit scopingsadvies op met het oog op de methodologie van het MER. Zij houdt rekening met de principieel verplichte onderdelen van een project-mer op basis van art van het DABM 2, de ontvangen adviezen en met het overleg van 19 april Dit scopingsadvies heeft betrekking op de reikwijdte, het detailleringsniveau en de inhoudelijke aanpak van het project-mer. Het project-mer moet opgesteld worden zoals door de initiatiefnemer voorgesteld werd in de aanmelding en aangevuld/aangepast worden volgens de specifieke vereisten die in dit scopingsadvies geformuleerd zijn. 2. Verantwoording, beschrijving project en alternatieven Zoals in de aanmelding vermeld, moet het MER de volgende alternatieven onderzoeken en beoordelen: o o o Nulalternatief Beleids- en locatiealternatieven (gemotiveerd niet onderzocht) Uitvoeringsalternatieven Inzake uitvoeringsalternatieven gaan de deskundigen na of er relevante BBT-studies of BREFnota s beschikbaar zijn en toetsen het bedrijf/project hieraan. De BBT toetsing moet duidelijk terug te vinden zijn door bv. de checklist BBT/BREF tabelmatig toe te voegen. 3. Algemene en methodologische aspecten De afbakening van het studiegebied moet voldoende gemotiveerd worden per discipline, rekening houdend met het feit dat het studiegebied zowel het projectgebied als het gebied waar effecten zich kunnen voordoen moet omvatten. De ruimtelijke afbakening moet voor elke discipline duidelijk tekstueel omschreven worden en indien mogelijk, voorgesteld worden op kaart. In het MER moet duidelijk aangegeven worden met welke ontwikkelingsscenario s rekening gehouden wordt of juist niet bij de beschrijving van een referentiesituatie, en moet voor elk ontwikkelingsscenario duidelijk gemotiveerd worden waarom. Er moet ook aangegeven worden voor welke disciplines de ontwikkelingsscenario s al dan niet relevant zijn. Dit moet beschreven worden in een algemeen hoofdstuk voorafgaand aan de effectbespreking per discipline. Wanneer er tijdens het opstellen van het project-mer nieuwe ontwikkelingsscenario s naar boven komen, moeten deze toegevoegd worden. Volgende relevante juridische en beleidsmatige randvoorwaarden dienen bijkomend te worden aangepast, opgevolgd of aangevuld : (geen). De methodologie voor de effectbeschrijving en -beoordeling moet voor elke discipline in het project-mer duidelijk en transparant omschreven worden. Tevens moet per discipline aangegeven worden op basis van welke criteria een effect beoordeeld wordt. Het resterend 2 Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, B.S. 3 juni 1995, zoals herhaaldelijk (DABM). Dienst Mer scopingsadvies PR3078 3

4 effect na de milderende maatregelen moet aangegeven en gekoppeld worden aan het gehanteerde beoordelingskader. De effectenbespreking en -beoordeling moet transparant gebeuren. Bij de beschrijving van de bestaande toestand en van de milieueffecten moet, als aanvulling op de aanmelding, voldoende aandacht besteed worden aan het volgende: Algemeen: Het MER wordt opgesteld omdat in de geplande situatie de drempel van de MER-plicht volgens Bijlage II uit het project-m.e.r.-besluit, overschreden zal worden. De projectbeschrijving moet concreet aangeven welke productiecapaciteit beoogd wordt, en het onderzoek in het MER zal de effecten van deze capaciteit onderzoeken. De precieze wijzigingen/uitbreidingen ten gevolge van de geplande productie-uitbreiding (zoals uitbreiding met machines/installaties, uitbreiding grondwaterwinning, uitbreiding lozingsdebiet, ) zullen beschreven worden in het MER. - Discipline lucht: 5.3: De toe te passen methodologie voor geur voldoende beschrijven in het MER. Er is wel een verwijzing naar een geurstudie die momenteel uitgevoerd wordt en waarvan de resultaten in het MER geïntegreerd zullen worden. Geur is in elk geval een belangrijk aandachtspunt voor deze exploitatie. Deze deeldiscipline dient voldoende uitgewerkt te worden in het MER : Er wordt verwezen naar de ATMOSYS-kaarten. Er dient rekening gehouden te worden met de recent gepubliceerde, meer gedetailleerde luchtkwaliteitskaarten van de VMM : Het voorgestelde referentiekader is niet toepasbaar voor geuremissies. Een aangepast referentiekader dient toegepast te worden (zie ook richtlijnenboek lucht). Discipline water: Zoals op pagina 18 van de MER gesteld, is de WZI van het bedrijf recent grondig vernieuwd. Het gezuiverde effluent wordt geloosd in de Meerloop. Hiertoe werd in het voorjaar van 2017 een nieuwe duiker aangelegd op de Meerloop onder de A12, zodat er terug voeding zou plaatsvinden in oorspronkelijk traject van deze waterloop. Hiertoe moest er ook een stukje connectie gecreëerd worden met het originele afwateringstraject aan de oostzijde van de A12. Beschrijf in het MER of dit ondertussen allemaal gerealiseerd is. Gebeurt de afleiding van het gezuiverde effluent van de nieuwe WZI nu volledig via de nieuwe duiker onder de A12 in plaats van de vroegere afwatering via de langsgracht van de A12? Verwachting is dat de lozingsdebieten -en vrachten zullen toenemen door de uitbreiding van de productie. Daar de huidige lozingsdebieten -en vuilvrachten in de bestaande exploitatie al omvangrijk zijn, is de huidige impact van de lozing nu al behoorlijk relevant. In de discipline water moet dit afvalwaterhoofdstuk en impactverhaal voldoende aan bod komen, zeker indien de afwateringssituatie van de Meerloop zou gewijzigd zijn. Wat zijn de concrete plannen van het bedrijf om gezuiverd effluent te gaan opwaarderen als alternatief voor put-en leidingwater? Hoe gebeurt de concrete sturing van de anaerobie, de aerobie en de P-verwijdering? Welke (on-line) bewakingen zijn er aanwezig? Hoe groot zijn de influentbuffers om vuilvrachtschommelingen richting anaerobie en aerobie op te volgen? In welke mate is er in de nieuwe WZI aan energieoptimalisatie gedaan? Dienst Mer scopingsadvies PR3078 4

5 Gelet op de lozing in een kleine waterloop, waarbij het effuentdebiet van het bedrijf op het totale afvoerdebiet determinerend is, wordt verwacht dat het effect van een verhoogde lozingstemperatuur vooral kritisch zal zijn in de zomermaanden. In welke mate werd/wordt restwarmte thv. de bufferbekkens of de biologie nuttig gevaloriseerd? Discipline mobiliteit: Het Departement MOW vraagt een correcte inschatting te maken van het bijkomend verkeer, het aantal bijkomende voertuigen, het aantal bewegingen van vracht- en personenverkeer op de spitsmomenten, met een modelmatige doorrekening van het kruispunt Veurtstraat/Breendonkstraat/A12 en eventuele milderende maatregelen. Ook aandacht voor realistische maatregelen met betrekking tot een minder autogerichte verplaatsingswijze van het personeel. Ook de volgende onderdelen moeten aan bod komen in het MER (cfr. richtlijnenboek Algemene methodologie): - de leemten in de kennis - de eventuele opvolgings- en monitoringsmaatregelen - een afzonderlijke discipline-overschrijdende samenvatting (inclusief de milderende maatregelen) - tewerkstelling, investering en gebruikte materialen - een niet-technische samenvatting 4. Goedkeuring team van erkende MER-deskundigen Het in de aanmelding voorgestelde team van erkende MER-deskundigen wordt goedgekeurd. Wijzigingen aan het team van deskundigen in de loop van het m.e.r. moeten gemeld worden aan de dienst Mer. Digitaal getekend Door Liesl Vanautgaerden Projectmanager Directie Gebiedsontwikkeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten Dienst Mer scopingsadvies PR3078 5

6 Bijlage Lijst met instanties die werden gevraagd advies te geven. College van Burgemeester Hoogstraat 29 en Schepenen van Puurs Provinciegouverneur van Koningin Elisabethlei 22 VMM Ecologisch Dr. De Moorstraat Toezicht - Milieureglementering VMM Lucht, Dr. De Moorstraat Milieu en Communicatie - MOW bus 2 Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid bus 31 Toezicht Volksgezondheid VMM Operationeel Waterbeheer Agentschap Natuur en Bos buitendienst bus 16 bus Puurs Aalst 9300 Aalst Fluxys Infoworks Kunstlaan Brussel Omgevingsprojecten bus Gebiedsontwikkeling, Dienst Veiligheidsrapportering bus 8 Dienst Mer scopingsadvies PR3078 6

7 Lijst met instanties die gereageerd hebben. College van Burgemeester Hoogstraat 29 en Schepenen van Puurs VMM Ecologisch Dr. De Moorstraat Toezicht - Milieureglementering MOW bus 2 VMM Operationeel bus 16 Waterbeheer Agentschap Natuur en Bos buitendienst bus Puurs 9300 Aalst 2018 Fluxys Infoworks Kunstlaan Brussel Omgevingsprojecten bus Gebiedsontwikkeling, Dienst Veiligheidsrapportering bus 8 Dienst Mer scopingsadvies PR3078 7