Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Transcriptie

1 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier MER-forum 10 juni 2004

2 Inleiding MER-forum 10 juni 2004

3 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving (project-m.e.r.) Inhoud van de kennisgeving: wettelijke basis (minimale) inhoud vastgelegd in decreet (artikel ) (aanbevolen) inhoud uitgewerkt in (ontwerp)- uitvoeringsbesluit (artikel en bijlage 5a)

4 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving (project-m.e.r.) Doel van de kennisgeving: Aanzet geven tot het vastleggen van richtlijnen Concrete zinvolle reacties uitlokken tijdens de bevraging bij: de administraties de burger

5 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving (project-m.e.r.) We stellen vast: Er resten nog vragen over hoe diepgaand een kennisgeving moet zijn; welke informatie is in de startfase van een m.e.r. noodzakelijk en hoe moet die gepresenteerd worden. Deze knelpunten hebben betrekking op specifieke delen/elementen van de kennisgeving.

6 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving (project-m.e.r.) We stellen vast: Deze onduidelijkheid resulteert in verschillen - Bij het opstellen van de kennisgeving (initiatiefnemer en deskundigen) - bij het beoordelen van de kennisgeving (administratie) Projectoverstijgende verschillen zijn uit te schakelen

7 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving (project-m.e.r.) Volgens decreet kan initiatiefnemer zelf de kennisgeving schrijven. Belangrijk dat initiatiefnemer weet wat erin een kennisgeving moet staan. In de praktijk ondenkbaar zonder de deskundigen te betrekken

8 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving (project-m.e.r.) Doel van de aanbevelingen: Algemene aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving: - duidelijke algemene richtlijnen - specifieke en gerichte kennisgeving - niet vervallen in standaard-aanpak Cfr Richtlijnenboek 97: algemeen methodologisch deel (mbt startnota)

9 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving (project-m.e.r.) Hoe? Bevraging bij de deskundigen (via stellingendebat op forum 11/12/2003) Interne discussies binnen Cel Mer naar aanleiding van vastgestelde knelpunten Opbouw Concrete aanbevelingen Zes thema s (5 inhoudelijke en vorm en presentatie) Illustrerende voorbeelden waar nodig

10 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving (project-m.e.r.) Resultaat: Zie presentaties voor eerste aanbevelingen Wordt vervolgd Af te ronden zomer 2004

11 Overzicht 1. Projectbeschrijving 2. Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden 3. Alternatieven 4. Vorm en presentatie (5. Referentiesituatie) (6. Methodologie)

12 1. Aanbevelingen m.b.t. de projectbeschrijving MER-forum 10 juni 2004

13 1. Projectbeschrijving Wat zegt het decreet? Artikel , 1 : 2. De kennisgeving bevat ten minste: 1 een beschrijving en verduidelijking van het project met inbegrip van de ruimtelijke situering ervan en in voorkomend geval het exploitatieadres van de inrichting; de ruimtelijke situering bevat minstens een uittreksel van de ruimtelijke uitvoeringsplannen of de vigerende plannen van aanleg en van de topografische kaarten van de omgeving;

14 1. Projectbeschrijving Wat zegt het ontwerp-uitvoeringsbesluit? Bijlage 5a een korte schets van het project, exploitatieadres en de ruimtelijke situering (een uittreksel van de ruimtelijke uitvoeringsplannen of de vigerende plannen van aanleg en van de topografische kaarten van de omgeving) een duidelijke projectbeschrijving ingedeeld in duidelijke deelingrepen (ten behoeve van het ingreepeffectschema): concrete beschrijving project: de technische aspecten, beschrijving van de werken,...

15 1. Projectbeschrijving Knelpunten m.b.t. de projectbeschrijving Onvoldoende uitgewerkt beperkt tot een korte samenvatting of opsomming van processen en geproduceerde goederen relatie met potentiële effecten? Deelingrepen of bepaalde fasen niet vermeld Onduidelijke grondplannen kaartmateriaal van mindere kwaliteit (onduidelijke afbakening, schaal, legende...)

16 1. Projectbeschrijving 1.1. Duid op de topografische kaart de ligging van het project aan binnen de ruimere omgeving en geef voor de onmiddellijke omgeving de ruimtelijke bestemmingen aan. Zorg ervoor dat door de keuze van het kaartmateriaal ook duidelijk is welke de omringende activiteiten zijn.

17 1.1. Ligging Ruimtelijke situering: Exploitatieadres RUP, gewestplan, BPA, APA Topografische kaarten van de omgeving Duidelijk en recent kaartmateriaal met bronvermelding, legende, schaalaanduiding (zie ook Vorm en Presentatie)

18 1.1. Ligging Omringende activiteiten/ruimere omgeving bedrijven (cumulatieve effecten) woonkernen natuurgebieden

19 1. Projectbeschrijving 1.2. Geef duidelijk de projectgrenzen aan, zowel ruimtelijk als technisch. Geef aan of het een nieuwe activiteit dan wel de voortzetting of verandering van een bestaande activiteit betreft.

20 1.2. Projectgrenzen ➄ Grote infrastructuurwerken vb. omvorming tot autosnelweg Bestaande bedrijven grondplan/inplantingsplan (zie figuur)

21

22 1.2. Projectgrenzen Ruimtelijk: duidelijke visuele weergave van de verandering Technisch: procesmatig in stroomschema vb. chemisch bedrijf

23 1. Projectbeschrijving 1.3. Geef bij de beschrijving van het project alle relevante fasen en onderdelen. Ga grondig in op de fasen en onderdelen die de inhoud van het milieueffectrapport kunnen sturen en beperk je voor de overige tot de vermelding. Maak dit onderscheid ook duidelijk in de kennisgeving.

24 1.3. Fasen en onderdelen Fasen: afbraakfase aanlegfase exploitatiefase/gebruiksfase afwerkingsfase onderhoudsfase nabestemming Met duidelijke vermelding van de tijdsduur van elke fase. Aangeven welke belangrijkst zijn voor het project en deze grondiger uitwerken (projectafhankelijk).

25 1.3. Fasen en onderdelen Onderdelen: Bestaande bedrijven zie verder bij aanbeveling 1.4. Grote infrastructuurwerken vb. dwarsprofiel van een dijk of een weg (zie figuur)

26

27 1. Projectbeschrijving 1.4. Indien het geen nieuwe activiteit betreft, geef dan ook duidelijk aan waar de relatie met de bestaande activiteit ligt. Beschrijf de bestaande activiteit des te grondiger naarmate de relatie groter is. Denk hierbij niet alleen projectgericht (alternatieven, mogelijk milderende maatregelen) maar ook reeds effectgericht (synergie van milieueffecten) en gebiedsgericht (kwetsbare locaties).

28 1.4. Relatie met bestaande activiteit Projectgericht: vb. bestaande waterzuiveringsinstallatie met onvoldoende rendement Effectgericht ivm cumulatieve effecten Gebiedsgericht: vooral belangrijk voor de disciplines mens, fauna en flora en landschap

29 1.4. Relatie met bestaande activiteit Voorbeelden: chemisch bedrijf: 5 installaties; slechts 2 betrokken bij kobalt recuperatie uitbreiding golfterrein waar nu een voetbalterrein ligt

30 2. Aanbevelingen m.b.t. het juridisch-beleidsmatig kader MER-forum 10 juni 2004

31 2. Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Wat zegt het decreet? Artikel , 5 : 2. De kennisgeving bevat ten minste: 5 een document waarin, steunend op de vereisten van artikel en van het m.e.r.-richtlijnenboek, de inhoudelijke aanpak - met inbegrip van de methodologie - van het project-mer wordt voorgesteld; Artikel het project MER bestaat uit ten minste volgende onderdelen: 1 f) Een verwijzing naar de wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften die vanuit het oogpunt van het milieubeleid relevant zijn bij de uitvoering van het voorgenomen project of voor de onderzochte alternatieven, en een onderzoek naar de mate waarin het voorgenomen project of de alternatieven ermee verenigbaar zijn;

32 2. Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Wat zegt het ontwerp-uitvoeringsbesluit? Bijlage 5a de juridische en beleidsmatige randvoorwaarden (vooral de gebiedsgerichte met duidelijk en actueel kaartmateriaal of projectgerichte, voor zover nog niet begrepen bij de verantwoording) kunnen het best worden beschreven waar ze relevant zijn zoals bij de verantwoording project, methodologie voor de beoordeling van de effecten...

33 2. Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Geef in een matrixvorm een volledig overzicht van de relevante en nuttige niet-relevante wetgeving en beleidsplannen. Enkele woorden van uitleg bij de niet-relevante wetgeving en beleidsplannen in de matrix volstaan samen met een korte vermelding van de reden van niet-relevantie. Werk de wetgeving en beleidsplannen, relevant voor het project, verder uit bij de methodologische aanpak van de betreffende disciplines, de beschrijving van de ontwikkelingsscenario s, de verantwoording van het project, of onder de matrix, Onze suggestie is om in deze matrix aan te geven waar dit beschreven staat.

34 2. Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Onze suggestie betreffende de weergave van de relevante/niet relevante wetgeving en beleidsplannen: Een overzichtsmatrix Waarom? Overzichtelijk Duidelijk beeld van de relevantie Kleinere kans om essentiële wetgeving/plannen te vergeten

35 Een VOORBEELD van een overzichtsmatrix i.v.m. juridische, beleidsmatige randvoorwaarden Juridische randvoorwaarden Relevant? Bespreking van de relevantie Ruimtelijk ordeningsrecht Gewestplan Ja Algemeen relevant 4.2 Algemeen Plan van Aanleg (B.S. 15/03/97) Nee Geen Algemeen Plan van Aanleg van toepassing / Milieuhygiënerecht Vlarebo (Vlaams Regl. betreffende de bodemsanering) Ja Bespreking bij discipline bodem Milieubeheerrecht Habitatrichtlijn (instandhouding van de natuurlijke habitats en wilde flora en fauna) Nee De Kalmthoutse Heide ligt op 5 km van het projectgebied (kaart 3.2) /

36 2. Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Geef de informatie zo actueel mogelijk weer en geef de huidige status aan. Vermeld afkortingen voluit in een afkortingenlijst en/of een verklarende woordenlijst.

37 2. Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Wanneer bepaalde plaatsen, gebieden, waterlopen, in de buurt van het projectgebied mogelijk van belang zijn, beschrijf hun relevantie en duid deze aan op een duidelijke en actuele kaart. Beperk je voor minder relevante plaatsen, gebieden, waterlopen, tot het vermelden van de afstand tot het beoogde project.

38 Overzicht 1. Projectbeschrijving 2. Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden 3. Alternatieven 4. Vorm en presentatie (5. Referentiesituatie) (6. Methodologie)