Enkele concrete richtlijnen omtrent milderende maatregelen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Enkele concrete richtlijnen omtrent milderende maatregelen"

Transcriptie

1 Enkele concrete richtlijnen omtrent milderende maatregelen In de handleiding Milderende maatregelen binnen het MER, met het oog op een verduidelijking en betere doorwerking ervan worden algemene richtlijnen meegegeven over hoe omgegaan moet worden met milderende maatregelen in een MER. Als aanvulling op die handleiding worden in dit addendum nog een aantal concrete richtlijnen meegegeven. Deze houden een verdere verduidelijking van de handleiding in en/of bieden een antwoord op een gepercipieerd knelpunt. De concrete richtlijnen worden hieronder kort opgelijst. Meer uitleg bij elke concrete richtlijn wordt verder in het document gegeven. Afkortingenlijst: - MM: milderende maatregelen - P/P: plannen (of programma s) en projecten - PB: Passende Beoordeling 1

2 Concrete richtlijnen 1. Alle in het MER voorgestelde MM moeten in één overzichtelijke tabel opgelijst worden. 2. MM in een plan-mer moeten zoveel mogelijk op een zodanige manier geformuleerd worden dat ze doorwerking kunnen krijgen op planniveau. MM in een project-mer moeten zoveel mogelijk op een zodanige manier geformuleerd worden dat ze doorwerking kunnen krijgen op projectniveau. 3. De overheid die een beslissing neemt over de voorgenomen actie moet wettelijk gezien rekening houden met de MM uit het MER. Dit betekent echter geenszins dat die overheid de MM uit een MER dwingend in het P/P moet opnemen. Indien een MM uit het MER echter niet opgenomen wordt in het P/P, dan moet die overheid uitdrukkelijk motiveren waarom deze MM niet opgenomen werd. In een MER moet aangegeven worden welke MM als noodzakelijk geachte maatregelen en welke MM eerder als suggesties beschouwd moeten worden. 4. MM dienen aan een aantal kwaliteitsvereisten te voldoen: a. Het detailniveau van een MM dient in principe overeenkomstig te zijn met het detail- of abstractieniveau van het voorliggende P/P. b. MM houden best nog een zekere mate van flexibiliteit in. c. Formuleer realistische MM. 5. Een MM kan niet bestaan uit een actie die reeds door sectorale regelgeving wordt voorgeschreven of uit het oplijsten van een reeds bestaande norm. 6. De MM die in de passende beoordeling worden voorgesteld om tot een conclusie van geen betekenisvolle aantasting 1 te komen, zijn dwingend van aard, wat betekent dat deze verplicht opgenomen moeten worden in het P/P (tenzij men beroep wil doen op het afwijkingsregime van art. 36ter 5 van het decreet Natuurbehoud). 7. De dienst Mer raadt aan om in het MER een afzonderlijke oplijsting te maken van de milieuvriendelijke maatregelen die reeds in het P/P geïntegreerd werden. 8. Flankerende maatregelen kunnen gedefinieerd worden als MM die in principe niet in een RUP of een vergunning opgenomen kunnen worden. Het is aan te bevelen om het aantal flankerende maatregelen in een MER te beperken door naar manieren te zoeken om MM zo te formuleren dat ze toch een plaats kunnen krijgen op plan- of projectniveau. Flankerende maatregelen hebben immers minder garantie op uitvoering dan MM die opgenomen kunnen worden in een RUP of vergunning. 9. Maatregelen die noodzakelijk worden geacht om voor een plan tot de conclusie van nietaanzienlijkheid van milieueffecten te komen, kunnen niet als milderende maatregelen opgelijst worden in een screening. Zulke maatregelen moeten in het plan geïntegreerd worden wil men een ontheffing van de plicht tot opmaak van een MER bekomen. Onder de noemer milderende maatregelen mogen in een screening enkel die maatregelen opgelijst worden die een nietaanzienlijk negatief effect bijkomend kunnen milderen en die dus geen impact hebben op de al dan niet aanzienlijkheid van de effecten. Dit dient in de screening expliciet geduid te worden. 1 i.e. geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een SBZ. 2

3 Extra info i.v.m. concrete richtlijn 1 -één overzichtelijke tabel- Bij de vaststelling van een plan of programma en bij het toekennen van de vergunning voor een project moet juridisch gezien rekening gehouden worden met het MER (cf. artikel DABM). Specifiek m.b.t. MM betekent dit dat de in het MER voorgestelde MM ofwel moeten opgenomen worden in het plan, het programma of de vergunning, ofwel dat expliciet gemotiveerd moet worden waarom deze niet opgenomen worden. Een oplijsting van alle MM in één overzichtelijke tabel vergemakkelijkt de taak van de vergunningverlener en de opmaker van het RUP om rekening te houden met het MER. Alle in het MER voorgestelde MM moeten in één overzichtelijke tabel opgelijst worden. Deze tabel dient minstens onderstaande kolommen te bevatten. Aspect (discipline en effectgroep) Beschrijving van effect Impact van effect (van +3 tot -3) Beschrijving van MM Resterend effect (van +3 tot -3) Niveau doorwerking (plan, vergunning of flankerend beleid) Een MM die vanuit één discipline wordt voorgesteld (vb. geluidsscherm), kan negatieve effecten veroorzaken voor een andere discipline (vb. landschap: zichtbelemmering). In een MER moeten daarom ook steeds de milieueffecten van een voorgestelde MM ingeschat worden. In zulke gevallen kan nog een extra kolom opgenomen worden beschrijving negatief effect van MM op andere disciplines of kan dit in de effectbespreking van de discipline vermeld worden. 3

4 Extra info i.v.m. concrete richtlijn 2 -doorwerkingsniveau van MM- MM in een plan-mer moeten zoveel mogelijk op een zodanige manier geformuleerd worden dat ze doorwerking kunnen krijgen op planniveau (i.e. in het RUP), en dus niet op vergunningsniveau of via flankerende maatregelen. De MER-deskundige formuleert de MM in een plan-mer. Hij dient steeds te trachten om de MM zo te formuleren in het MER dat deze doorwerking kunnen krijgen op planniveau (vb. ruimtelijk vertaalbare MM voor een RUP). In een plan-mer geformuleerde MM die enkel op vergunningsniveau of via flankerend beleid doorwerking kunnen krijgen kunnen niet in het plan opgenomen worden. Of deze MM ooit doorwerking zullen krijgen in een vergunning is onzeker, want het plan-mer zal in een later stadium immers niet bij de vergunningsaanvraag gevoegd worden. Bij het verlenen van een vergunning is er ook geen verplichting om rekening te houden met MM geformuleerd in een eerder opgemaakt plan- MER. Zulke MM gaan dus mogelijk verloren en er is geen juridische zekerheid dat deze later in het besluitvormingsproces terug opgepikt worden. Daarom is het zinvol om toch te zoeken naar een vergelijkbare MM die op planniveau kan doorwerking krijgen. MM in een project-mer moeten zoveel mogelijk op een zodanige manier geformuleerd worden dat ze doorwerking kunnen krijgen op projectniveau (i.e. in de vergunning), en dus niet op planniveau of via flankerende maatregelen. De MER-deskundige formuleert de MM in een project-mer. Hij dient steeds te trachten om de MM zo te formuleren in het MER dat deze doorwerking kunnen krijgen op vergunningsniveau. In een project-mer geformuleerde MM die enkel (op planniveau of) via flankerend beleid doorwerking kunnen krijgen zorgen niet onmiddellijk voor een meer milieuvriendelijk project. Of deze MM ooit doorwerking zullen krijgen (in een RUP of) via flankerend beleid is onzeker (vide supra). Indien het project-mer specifiek wordt opgemaakt voor een milieuvergunning, dan dienen de MM zodanig geformuleerd te zijn, dat ze ook opgenomen kunnen worden in die milieuvergunning. Indien het project-mer wordt opgemaakt specifiek voor een stedenbouwkundige vergunning, dan dienen de MM zodanig geformuleerd te zijn, dat ze ook opgenomen kunnen worden in die stedenbouwkundige vergunning. Bepalingen die in een stedenbouwkundige vergunning opgenomen kunnen worden, zijn van een gans andere aard dan diegene die in een milieuvergunning opgenomen kunnen worden. Meer info over dit verschil is terug te vinden in de handleiding Milderende maatregelen binnen het MER, met het oog op een verduidelijking en betere doorwerking ervan. 4

5 Extra info i.v.m. concrete richtlijn 3 -noodzakelijkheid van MM- De overheid die een beslissing neemt over de voorgenomen actie moet wettelijk gezien rekening houden met de MM uit het MER. Dit betekent echter geenszins dat die overheid de MM uit een MER dwingend in het P/P moet opnemen. Indien een MM uit het MER echter niet opgenomen wordt in het P/P, dan moet die overheid uitdrukkelijk motiveren waarom deze MM niet opgenomen werd. In een MER moet aangegeven worden welke MM als noodzakelijk geachte maatregelen en welke MM eerder als suggesties beschouwd moeten worden. De overheid die een beslissing neemt over de voorgenomen actie (i.e. de vergunningverlener van een project of de initiatiefnemer van een plan) dienen rekening te houden met de MM uit het MER. Dit betekent echter geenszins dat die overheid de MM uit een MER dwingend in het RUP of de vergunning moet opnemen. Die overheid is niet verplicht om -volgens het MER noodzakelijk geachte- MM in het P/P (i.e. in het RUP of in de vergunning) op te nemen, maar behoudt steeds haar beleidsvrijheid. Indien een MM uit het MER echter niet opgenomen wordt in het P/P, dan is die overheid verplicht om uitdrukkelijk te motiveren waarom deze MM niet opgenomen werd. In het MER moet aangegeven worden welke MM als suggesties en welke MM als noodzakelijk (om aanzienlijke milieueffecten te milderen) geachte maatregelen beschouwd worden. In een MER moet duidelijk kunnen afgeleid worden hoe noodzakelijk bepaalde MM geacht worden. Dit onderscheid heeft gevolgen op de omvang van de motiveringsverplichting in het geval de overheid besluit om een bepaalde MM niet op te nemen. 5

6 Extra info i.v.m. concrete richtlijn 4 -kwaliteitsvereisten van MM- Het detailniveau van een MM dient in principe overeenkomstig te zijn met het detail- of abstractieniveau van het voorliggende plan/project. Deze richtlijn betekent dus dat niet alle plan-mer s tot op eenzelfde detailniveau uitgewerkt moeten worden. Verschillen qua detailniveau tussen plan-mer s zijn mogelijk. Hetzelfde geldt voor project- MER s onderling. Dat detailniveau kan o.a. afhangen van de uitgestrektheid van het plan- of projectgebied, de beoogde detaillering van het plan of programma, de stand van zaken van de planof projectuitwerking. Hoe gedetailleerder een plan of programma, des te gedetailleerder ook moeten de MM uitgewerkt worden. Eenzelfde principe geldt ook voor de MM uitgewerkt voor projecten. Het uitwerken van een MM in een MER tot op een zeer hoog detailniveau is vaak niet wenselijk, gezien dit een flexibele, innovatieve of gebiedsgerichte invulling door de initiatiefnemer te veel kan beperken. MM houden daarom best nog een zekere mate van flexibiliteit in. Flexibele MM kunnen o.a. het volgende betekenen: Reik alternatieve oplossingen aan voor het oplossen van één welbepaald knelpunt. Dit betekent dat om een effect te milderen meerdere mogelijke MM worden aangereikt, waaruit de initiatiefnemer dan een keuze kan maken. Een typevoorbeeld is het plaatsen van geluidsschermen of een geluidswal. Dit laat de initiatiefnemer toe een keuze te maken bij de doorwerking. Formuleer een MM op een meer abstracte wijze, bijvoorbeeld door eerder het doel, de functie en vooral de resultaatgerichtheid van de maatregel te benadrukken. In sommige MER s (vooral plan-mer s) is het wenselijk om een MM zodanig te formuleren dat enkel aangegeven wordt binnen welk gebied en/of binnen welke boven- of ondergrens gewerkt dient te worden bij de realisatie van de maatregel i.p.v. exact gekwantificeerde maten en/of locaties weer te geven. In andere MER s (vooral project- MER s) kan het soms toch wenselijk zijn om maatregelen zo concreet mogelijk uit te werken. Formuleer realistische MM in het MER Het heeft geen zin om in een MER pro forma een aantal MM voor te stellen waarvan men redelijkerwijs kan verwachten dat deze niet haalbaar zijn. De MM die voorgesteld worden in een MER moeten realistisch zijn, i.e. er moet een redelijke kans zijn dat ze gerealiseerd kunnen worden. Om de haalbaarheid na te gaan van bepaalde MM, die onder de verantwoordelijkheid dan wel bevoegdheid van verschillende instanties vallen, kan eventueel tijdens het m.e.r.-proces reeds 6

7 afgestemd worden met de verantwoordelijken voor de realisatie van die maatregel. Zo kunnen risico s als een gebrekkige haalbaarheid en gedragenheid en latere afwijkingen van maatregelen door een tekort aan consensus vermeden worden. Geef in principe de voorkeur aan MM die een concrete mildering van effecten kunnen opleveren. Zowel preventieve en brongerichte maatregelen als effectgerichte maatregelen komen daarbij in aanmerking. Het is zinvol om de voorkeur te geven aan lokale maatregelen die door de initiatiefnemer zelf kunnen gerealiseerd worden. 7

8 Extra info i.v.m. concrete richtlijn 5 -sectorale regelgeving- In een MER moeten kwaliteitsvolle MM geformuleerd worden. Dat betekent o.a. dat er geen overbodige MM geformuleerd mogen worden. Het herhalen van bestaande sectorale regelgeving als MM in een MER is overbodig want elk P/P moet immers sowieso voldoen aan de sectorale regelgeving. Men kan vaststellen dat er zeer uiteenlopende soorten sectorale regelgeving bestaan die op één of andere manier relevant zijn voor het P/P en het MER. In sommige sectorale regelgeving worden normen voorgeschreven (vb. voor wat betreft geluid, lucht). In andere regelgeving worden concrete acties opgelegd (vb. boscompensatie). Dat onderscheid is relevant voor de hierna volgende richtlijnen. Een MM kan niet bestaan uit het oplijsten van een reeds bestaande norm. Een meer concreet uitgewerkte MM die tot doel heeft om de wettelijke norm te (helpen) halen, kan wel zinvol zijn. Wettelijke normen (richtwaarden, grenswaarden ) zijn vooral gebruikelijk m.b.t. de disciplines geluid, lucht, bodem en water. Bij de milieueffectbespreking van deze disciplines worden die normen vaak als toetsingskader gebruikt. In principe moet een P/P aan deze normen voldoen. Eventueel kan in het MER vastgesteld worden dat een bepaalde norm niet gehaald wordt. MM kunnen dan voorgesteld worden teneinde die wettelijke norm te halen. Een typevoorbeeld is het plaatsen van geluidsschermen. Naast wettelijke normen zijn er nog andere voorschriften die niet van een formele regelgevende aard zijn (zoals bijvoorbeeld codes van goede praktijk en omzendbrieven). Zulke voorschriften van een niet-formele regelgevende aard worden best niet opgenomen onder de MM. Het lijkt wel zinvol om de in casu meest relevante voorschriften expliciet te vermelden in het MER. Als MM kan in principe ook voorgesteld worden dat in het plan of programma of in de vergunning een norm opgenomen/opgelegd wordt die strenger is dan de algemene wettelijke norm. Voorbeeld - Het significantiekader in een MER kan het halen van een absolute norm zijn (vb. geluidsnorm), maar kan eveneens een relatieve vergelijking met de huidige situatie zijn (vb. treedt er een verslechtering op). In dat laatste geval kan dan toch een MM voorgesteld worden, hoewel de norm gehaald wordt, om een verslechtering van de situatie te vermijden. Een MM kan niet bestaan uit het oplijsten van een actie die reeds door sectorale regelgeving wordt voorgeschreven. Sectorale regelgeving met daarin voorgeschreven acties zijn relevant voor nagenoeg alle disciplines. Het typevoorbeeld is de regelgeving rond ontbossing. Wanneer bijvoorbeeld in een vergunning een 8

9 ontbossing wordt toegestaan of in een RUP een toekomstige ontbossing wordt voorzien, dan kan een MM in het MER nooit bestaan uit boscompensatie, omdat boscompensatie sowieso verplicht is volgens de sectorale regelgeving. In geval van een ontbossing kunnen er uiteraard wel andere MM voorgesteld worden binnen de verschillende disciplines, zoals bijvoorbeeld erosiebestrijdingsmaatregelen (bodem), maatregelen om verdroging tegen te gaan (water), maatregelen om de barrièrewerking tegen te gaan (fauna en flora) enzovoort. Hierin ligt dan de toegevoegde waarde van een MER. Andere voorbeelden van zulk een regelgeving zijn de gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoorzieningen (water) en het erfgoeddecreet (landschap). Indien omzendbrieven een bindend karakter hebben voor de initiatiefnemer van het P/P, dan kan ook de inhoud van die omzendbrief niet herhaald worden als MM. Een typevoorbeeld hiervan is de omzendbrief m.b.t. de inname van Herbevestigd Agrarisch Gebied (HAG). Met betrekking tot die verplichte acties kan in het MER wel extra informatie aangeleverd worden binnen de disciplinegewijze bespreking, bijvoorbeeld de boscompensatiefactor bepaald worden (fauna en flora), reeds een rudimentaire berekening gedaan worden van de benodigde buffercapaciteit (water) enzovoort. MM die verdergaand zijn dan de actie voorgeschreven in de regelgeving kunnen voorgesteld worden in een MER. Het kan nuttig zijn om binnen elke discipline onder de hoofding vereist vanuit de regelgeving expliciet de voornaamste sectorale regelgeving te vermelden die van toepassing is op het P/P. In het hoofdstuk juridisch en beleidsmatig kader van het MER wordt de relevante regelgeving reeds opgesomd. In sommige gevallen en voor sommige sectorale regelgeving kan het wenselijk zijn om bepaalde specifieke wettelijke verplichtingen nog eens expliciet te herhalen in de afsluitende synthese van het MER. Dit is optioneel. 9

10 Extra info i.v.m. concrete richtlijn 6 -passende beoordeling- De MM die in de PB worden voorgesteld om tot een conclusie van geen betekenisvolle aantasting 2 te komen, zijn dwingend van aard, wat betekent dat deze verplicht opgenomen moeten worden in het P/P (tenzij men beroep wil doen op het afwijkingsregime van art. 36ter 5 van het decreet Natuurbehoud). Het bovenstaande betekent dat de dwingende maatregelen die voortkomen uit de PB integraal deel moeten uitmaken van het P/P (tenzij men beroep wil doen op het bovengenoemde afwijkingsregime). Indien het P/P op zich geen betekenisvolle aantasting kan veroorzaken, dan worden in de PB hieromtrent geen MM opgelijst. MM zijn dan immers niet nodig om tot de conclusie van geen betekenisvolle aantasting te komen. Het opsommen van vrijblijvende MM in een PB is zinloos en zorgt voor verwarring. Indien het P/P wel een betekenisvolle aantasting kan veroorzaken, dan worden enkel de MM opgelijst die zorgen voor een verlaging van het aantastingsniveau tot geen betekenisvolle aantasting. Die MM dienen verplicht gerealiseerd/opgenomen te worden in het P/P ( dwingende MM ). In de regelgeving (art. 36ter 4 van het decreet natuurbehoud) staat immers dat de bevoegde overheid er steeds zorg voor draagt dat door het opleggen van voorwaarden er geen betekenisvolle aantasting kan ontstaan. De bevoegde overheid dient er dus voor te zorgen dat deze MM doorvertaald worden in het RUP of de vergunning. Wanneer een pakket aan MM wordt opgelijst in de PB, dan betekent dit dat al deze MM te samen gerealiseerd moeten worden om tot het besluit van geen betekenisvolle aantasting te komen. Indien het P/P wel een betekenisvolle aantasting kan veroorzaken, dan mag geen rekening gehouden worden met compenserende maatregelen (hierna: CM) om het aantastingsniveau te verlagen tot geen betekenisvolle aantasting. Om het aantastingsniveau te verlagen, mag enkel rekening gehouden worden met MM en niet met CM. CM zijn van een andere aard dan MM. De deskundige fauna en flora en de dienst Mer dienen er over te waken dat de in de PB voorgestelde MM in feite en in rechte geen CM zijn. Indien het P/P wel een betekenisvolle aantasting kan veroorzaken en MM niet kunnen zorgen voor een verlaging tot geen betekenisvolle aantasting, dan dient de PB te besluiten dat het P/P een betekenisvolle aantasting kan veroorzaken. Indien de PB dus negatief is, i.e. dat het P/P een betekenisvolle aantasting kan veroorzaken, dan kan het P/P slechts worden toegestaan of goedgekeurd (1) indien er geen minder schadelijke alternatieve oplossingen zijn, (2) er dwingende 2 i.e. geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een SBZ. 10

11 redenen van groot openbaar belang zijn en (3) de nodige CM genomen worden. Dit is het afwijkingsregime voorzien in artikel 36ter, 5 van het decreet Natuurbehoud. De focus in een PB bij een plan of programma moet liggen op het formuleren van MM die doorwerking kunnen krijgen in het RUP. De focus in een PB bij een vergunningsaanvraag moet liggen op het formuleren van MM die doorwerking kunnen krijgen in de vergunning. Bij de PB voor een RUP dienen de voorgestelde MM dus zo veel mogelijk ruimtelijk vertaalbare maatregelen te zijn. Indien de PB wordt opgemaakt voor een RUP, dan moeten alle noodzakelijk geachte MM in het RUP vertaald worden. Indien een aantal van deze niet ruimtelijk vertaalbaar zijn in het RUP, dan stelt zich mogelijk een juridisch probleem. Het simpelweg doorschuiven van MM naar het project-niveau is niet aanvaardbaar. Bovenstaand juridisch probleem kan zich ook stellen indien de PB wordt opgemaakt voor een vergunningsaanvraag. 11

12 Extra info i.v.m. concrete richtlijn 7 -oplijsting plan-/projectgeïntegreerde maatregelen- Bij de opmaak van het plan/project (P/P) zal de initiatiefnemer vaak reeds proactief een aantal maatregelen opnemen in het P/P teneinde het P/P milieuvriendelijker te maken. Deze maatregelen maken dus intrinsiek deel uit van het P/P dat op zijn milieueffecten beoordeeld wordt. Bekeken vanuit het standpunt van de m.e.r.-methodologie zijn dit dus strikt gezien geen milderende maatregelen, maar qua aard zijn ze wel zeer gelijkaardig aan die MM. De dienst Mer raadt aan om in het MER (in een specifieke tabel of paragraaf in het hoofdstuk over de plan- of projectbeschrijving) een oplijsting te maken van de milieuvriendelijke maatregelen die reeds in het P/P geïntegreerd werden De P/P-geïntegreerde maatregelen moeten later verplicht deel uitmaken van het P/P. Indien bepaalde van deze P/P-geïntegreerde maatregelen in een later stadium weggelaten zouden worden uit het P/P, dan betekent dit dat er geen overeenstemming meer is tussen het P/P dat beoordeeld werd in het MER en het P/P dat uiteindelijk vastgesteld/vergund wordt. Hoewel het dus geen verplichting is om zulk een oplijsting te maken, kan het toch zinvol zijn om deze P/P-geïntegreerde maatregelen expliciet op te lijsten in volgende gevallen en/of om volgende redenen: Het geeft uitdrukkelijk aan dat de initiatiefnemer reeds inspanningen gedaan heeft om het P/P meer milieuvriendelijk te maken. Het herinnert de initiatiefnemer/vergunningverlener er aan dat deze maatregelen in een later stadium zeker niet mogen verdwijnen uit het P/P. 12

13 Extra info i.v.m. concrete richtlijn 8 -flankerende maatregelen- Flankerende maatregelen kunnen gedefinieerd worden als MM die in principe niet in een RUP of een vergunning opgenomen kunnen worden. Vaak gaat het om maatregelen die enkel door derden uitgevoerd kunnen worden. Het is aan te bevelen om het aantal flankerende maatregelen in een MER te beperken door naar manieren te zoeken om de beoogde MM zo te formuleren dat ze toch een plaats kunnen krijgen op plan- of projectniveau. De resterende flankerende maatregelen moeten worden opgelijst in het MER en idealiter wordt in het MER ook aangegeven op welke manier deze gerealiseerd kunnen worden. Eventueel kunnen de flankerende maatregelen in een actieplan bij een RUP of vergunning opgenomen worden. Er dient getracht te worden om de flankerende maatregelen toch enigszins te verankeren in het RUP of de vergunning. Flankerende maatregelen kunnen gedefinieerd worden als MM die in principe niet in een RUP of een vergunning opgenomen kunnen worden. Het is aan te bevelen om het aantal flankerende maatregelen in een MER te beperken door naar manieren te zoeken om MM zo te formuleren dat ze toch een plaats kunnen krijgen op plan- of projectniveau. Flankerende maatregelen hebben immers minder garantie op uitvoering dan MM die opgenomen kunnen worden in een RUP of vergunning. 13

14 Extra info i.v.m. concrete richtlijn 9 -MM in plan-m.e.r.-screenings 3 - Maatregelen die noodzakelijk worden geacht om voor een plan tot de conclusie van nietaanzienlijkheid van milieueffecten te komen, kunnen niet als milderende maatregelen opgelijst worden in een screening. Zulke maatregelen moeten in het plan geïntegreerd worden wil men een ontheffing van de plicht tot opmaak van een MER bekomen. Onder de noemer milderende maatregelen mogen in een screening enkel die maatregelen opgelijst worden die een nietaanzienlijk negatief effect bijkomend kunnen milderen en die dus geen impact hebben op de al dan niet aanzienlijkheid van de effecten. Dit dient in de screening expliciet geduid te worden. Een screening heeft als doelstelling na te gaan of een plan of programma aanleiding kan geven tot aanzienlijk negatieve milieueffecten. Indien een plan of programma aanzienlijk negatieve milieueffecten kan veroorzaken, dan moet er in principe een plan-mer opgemaakt worden (zie verder). Het bovenstaande heeft tot gevolg dat er in het kader van een screening een onderscheid moet gemaakt worden tussen enerzijds maatregelen die noodzakelijk zijn om te vermijden dat een plan aanzienlijk negatieve effecten kan hebben, en anderzijds maatregelen die een niet-aanzienlijk negatief effect bijkomend kunnen milderen en die dus geen impact hebben op de al dan niet aanzienlijkheid van de effecten. De maatregelen die noodzakelijk zijn om te vermijden dat een plan aanzienlijk negatieve effecten kan hebben, mogen niet onder de noemer milderende maatregelen vermeld worden in een screening. Zulke maatregelen moeten immers in het plan geïntegreerd worden om te kunnen besluiten dat het plan of programma geen aanzienlijk negatieve effecten heeft. Ze moeten dus deel uitmaken van het plan of programma, zoals beschreven in de screening, en tevens bindend vertaald worden in het plan of programma (bijvoorbeeld in de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP). Onder de noemer milderende maatregelen mogen in een screening enkel die maatregelen opgelijst worden die een niet-aanzienlijk negatief effect bijkomend kunnen milderen en die dus geen impact hebben op de al dan niet aanzienlijkheid van de effecten. Dit dient in de screening expliciet geduid te worden. Een screening is dus van een gans andere aard dan een MER: in een MER kunnen immers zowel MM opgelijst worden die noodzakelijk zijn om tot niet-aanzienlijkheid van milieueffecten te komen als MM die niet noodzakelijk zijn om tot die conclusie te komen. Indien de dienst Mer van mening is dat het plan of programma, zonder integratie van bepaalde maatregelen in het plan zelf, aanzienlijke milieueffecten kan hebben, dan kan zij op basis van het voorliggende screeningsdossier niet beslissen dat er geen plan-mer moet opgemaakt worden. 3 Mutatis mutandis geldt het onderstaande principe ook voor project-m.e.r.-screenings en gemotiveerde verzoeken tot ontheffing van de project-mer-plicht. 14

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf - Diensthoofd Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen (4)

Nadere informatie

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier MER-forum 10 juni 2004 Inleiding MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving (project-m.e.r.) Inhoud van de

Nadere informatie

Passende beoordeling Voortoets. Carl De Schepper De Europese natuurdoelen in vraag en antwoord 09 september 2014

Passende beoordeling Voortoets. Carl De Schepper De Europese natuurdoelen in vraag en antwoord 09 september 2014 Passende beoordeling Voortoets Carl De Schepper De Europese natuurdoelen in vraag en antwoord 09 september 2014 1 1. Sinds of vanaf wanneer moet er een passende beoordeling gemaakt worden? 2. Is het resultaat

Nadere informatie

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

College Burgemeester en Schepenen t.a.v. mevr. Mia Vanden Driessche Polenplein Ardooie. Koolskamp, 13 november 2015.

College Burgemeester en Schepenen t.a.v. mevr. Mia Vanden Driessche Polenplein Ardooie. Koolskamp, 13 november 2015. College Burgemeester en Schepenen t.a.v. mevr. Mia Vanden Driessche Polenplein 15 8850 Ardooie Koolskamp, 13 november 2015. Betreft: Verzoek tot raadpleging in het kader van een onderzoek tot plan-m.e.r.-plicht

Nadere informatie

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT?

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT? HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT? 1. Wat is een milieueffectrapport? Er wordt een bepaald project of plan opgevat in uw gemeente. De uitvoering daarvan zal mogelijk effecten

Nadere informatie

Complexe Projecten. Het strategisch niveau van de onderzoeksfase

Complexe Projecten. Het strategisch niveau van de onderzoeksfase Complexe Projecten Het strategisch niveau van de onderzoeksfase onderzoeksfase Geïntegreerde weloverwogen afweging alternatieven op strategisch niveau VOORKEURSBESLUIT Vaststelling van op strategisch niveau

Nadere informatie

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? SCHEMA GEEN PLANMER GEEN PLAN-MER Fase 1: DEFINITIE? Neen Ja Fase 2: TOEPASSINGSGEBIED? Neen Ja Fase 3: VAN RECHTSWEGE? Neen Ja SCREENING PLAN-MER

Nadere informatie

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' 1. Inleiding Deze nota behandelt de adviezen die zijn binnengekomen in

Nadere informatie

Betreft: Advies over de planmer-screening met betrekking tot wijziging RUP zonevreemd bedrijf Nieuwmoer te Kalmthout Aanvrager: gemeente Kalmthout

Betreft: Advies over de planmer-screening met betrekking tot wijziging RUP zonevreemd bedrijf Nieuwmoer te Kalmthout Aanvrager: gemeente Kalmthout Vlaamse Overheid Koning Albert II laan 20 bus 16 1000 BRUSSEL T 02 214 21 11 F 02 553 21 05 www.vmm.be Urbis et Terra Schaffensestraat 3 3290 DIEST uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen 2/2/2017

Nadere informatie

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN bvba Advies Ruimtelijke Kwaliteit (bvba ARK) Augustijnenlaan

Nadere informatie

planmer N74 04005746 Projectstudies (inc. MER, GRUP, RVR, ontwerp) ten behoeve van de realisatie van de Noordzuidverbinding te Houthalen-Helchteren

planmer N74 04005746 Projectstudies (inc. MER, GRUP, RVR, ontwerp) ten behoeve van de realisatie van de Noordzuidverbinding te Houthalen-Helchteren Deel 3:Algemene principes INHOUDSTAFEL DEEL 3 3 Algemene principes...1 3.1 Afstemming planuitwerking op het doel van het mer...1 3.2 Receptorgerichte effectgroepenbenadering...2 3.2.1 Receptoren...2 3.2.2

Nadere informatie

M. e.r.-screening

M. e.r.-screening RUP Nanove gedeeltelijke herziening 1. O VERLEG EN INSPRAAK 1. 1. M. e.r.-screening Dossiernummer SCRPL15 1.1.1. Advies dienst MER De dienst MER formuleerde in zijn contact op 3/3/15 een aantal opmerkingen

Nadere informatie

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Hervergunning en verandering van een attractiepark Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Watertoets. Waterzorg waarborgen in vergunning

Watertoets. Waterzorg waarborgen in vergunning Watertoets Waterzorg waarborgen in vergunning Evergem 1845, atlas buurtwegen Evergem 2012: Google maps Maatschappelijke evolutie? In de jaren 1960-1970 werd de vallei van de Hindeplas stelselmatig volgebouwd

Nadere informatie

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES Planologisch attest Scheys beton N.V. 30/09/2015 Titel Opdrachtgever Contactpersoon opdrachtgever Opdrachtnemer Plan-MER-screening Planologisch attest

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 5 april 1995

Nadere informatie

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 BRUSSEL Tel. (02)553 80 79 - Fax (02)553 80 75 www.mervlaanderen.be Verzoek tot ontheffing van

Nadere informatie

Workshop watertoets 4

Workshop watertoets 4 Workshop watertoets 4 Juridische aangelegenheden VMM 1 Watertoets Doel : nagaan of wat men vergund wil zien een schadelijk effect op watersysteem kan hebben(1). Is dat zo, dan moet men maatregelen opleggen

Nadere informatie

leidraad VooR HanDHaaFbaRE PlannEn En StEDEnboUWKUnDiGE VooRScHRiFtEn 9 aandachtspunten

leidraad VooR HanDHaaFbaRE PlannEn En StEDEnboUWKUnDiGE VooRScHRiFtEn 9 aandachtspunten leidraad VooR HanDHaaFbaRE PlannEn En StEDEnboUWKUnDiGE VooRScHRiFtEn 9 aandachtspunten 9 brochure_leidraad_a5.indd 1 19/02/14 13:26 Stedenbouwkundige voorschriften en plannen die u een vlotte vergunningsverlening

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Art. 4.1.1, 1, 4 DABM 3 cumulatieve voorwaarden Opstellen en/of vaststellen voorgeschreven op grond van decretale of bestuursrechtelijke bepalingen

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 14 en 15 van de Wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen;

Gelet op de artikelen 14 en 15 van de Wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen; DE PROVINCIERAAD VAN W EST- VLAANDEREN, Gelet op de artikelen 14 en 15 van de Wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen; Gelet op het Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud

Nadere informatie

Inhoud. AMNE - Dienst Mer. Datum: Datum wijziging: (wijzigingen zijn gemarkeerd) 09/08/2017 /

Inhoud. AMNE - Dienst Mer. Datum: Datum wijziging: (wijzigingen zijn gemarkeerd) 09/08/2017 / AMNE - Dienst Mer Datum: Datum wijziging: (wijzigingen zijn gemarkeerd) Onderwerp: Rubrieken: 09/08/2017 / Handleiding Aanleg van waterwegen en havens I, 11 en 12 II, 10f en 10g Inhoud 1. Doel... 3 2.

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

De evaluatie van het instrument watertoets Filip Raymaekers Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets

De evaluatie van het instrument watertoets Filip Raymaekers Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets De evaluatie van het instrument watertoets Filip Raymaekers Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets De evaluatie van het instrument watertoets 1. Situering van de watertoets 2. Eerste evaluatie in 2010 en

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

De watertoets voor plannen Filip Raymaekers VMM afdeling Operationeel Waterbeheer

De watertoets voor plannen Filip Raymaekers VMM afdeling Operationeel Waterbeheer De watertoets voor plannen Filip Raymaekers VMM afdeling Operationeel Waterbeheer Situering van de de watertoets zie ook www.watertoets.be Beoordeling van schadelijke effecten m.b.t. watersysteem bij

Nadere informatie

5.5.A - TECHNISCHE DIENST MILIEU NATUURVERGUNNING FORT 3 NEGATIEF ADVIES

5.5.A - TECHNISCHE DIENST MILIEU NATUURVERGUNNING FORT 3 NEGATIEF ADVIES 5.5.A - TECHNISCHE DIENST MILIEU NATUURVERGUNNING FORT 3 NEGATIEF ADVIES Voorgeschiedenis Op 7 maart 2006 heeft het provinciebestuur een natuurvergunningsaanvraag over de wijziging van de vegetatie door

Nadere informatie

PAS. dienst milieuvergunningen 1. Programmatische Aanpak Stikstof

PAS. dienst milieuvergunningen 1. Programmatische Aanpak Stikstof PAS dienst milieuvergunningen 1 Wat? Programmatische Aanpak Stikstof Deze programmatische aanpak beoogt het stelselmatig terugdringen van stikstofdeposities, voornamelijk via de lucht, zodat de habitattypes

Nadere informatie

VISIEDOCUMENT. Wijziging van de discipline Fauna en Flora naar de discipline Biodiversiteit in project- en planmilieueffectrapportages

VISIEDOCUMENT. Wijziging van de discipline Fauna en Flora naar de discipline Biodiversiteit in project- en planmilieueffectrapportages Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse Vlaamse Overheid Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E WOONWIJKEN L U T T E R Z E L E

N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E WOONWIJKEN L U T T E R Z E L E N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E A D V I E Z E N I N K A D E R V A N H E T O N D E R Z O E K T O T M I L I E U E F F E C T R A P P O R T A G E V A N H E T R U P WOONWIJKEN

Nadere informatie

PUBLICITEITSVERORDENING PLAN-MER-SCREENING

PUBLICITEITSVERORDENING PLAN-MER-SCREENING PUBLICITEITSVERORDENING PLAN-MER-SCREENING Pagina 1 van 10 1. Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer Initiatiefnemer: Contactgegevens: Vlaamse Regering, bij delegatie de minister, bevoegd voor

Nadere informatie

Plan-MER-Verslag. Plan: Initiatiefnemer:

Plan-MER-Verslag. Plan: Initiatiefnemer: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Plan-MER-Verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

Notitie. Milieu Drielanden-West

Notitie. Milieu Drielanden-West Notitie Contactpersoon Martijn Gerritsen Datum 20 januari 2011 Kenmerk N001-4748116EMG-evp-V01-NL Inleiding Deze notitie beschrijft de wijze waarop milieu onderdeel uit kan maken van de nota van uitgangspunten

Nadere informatie

Integratie effectbeoordelingen. 14 november 2013 LNE juridische dienst/dienst Mer

Integratie effectbeoordelingen. 14 november 2013 LNE juridische dienst/dienst Mer Integratie effectbeoordelingen 14 november 2013 LNE juridische dienst/dienst Mer Inhoud 1. Huidig en toekomstig juridisch kader 2. Types project-m.e.r. 3. Hoe verloopt een project-mer-proces vandaag? 4.

Nadere informatie

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

2. De huidige kennisgevingsdossiers zijn zo complex voor de burger dat een niettechnische samenvatting vereist is

2. De huidige kennisgevingsdossiers zijn zo complex voor de burger dat een niettechnische samenvatting vereist is 1. De inbreng van de deskundige bij het opstellen van het kennisgevingsdossier is van geen waarde waardoor de kennisgeving even goed kan opgesteld worden door de initiatiefnemer De beschrijving van het

Nadere informatie

AANVULLENDE NOTA VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN DE PLAN-MER PLICHT

AANVULLENDE NOTA VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN DE PLAN-MER PLICHT Aanvullende nota screeningsnota PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch - Kortemark PROVINCIE WEST-VLAANDEREN Dienst Ruimtelijke Planning AANVULLENDE NOTA VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN DE PLAN-MER PLICHT

Nadere informatie

Windturbineproject Maatheide te Lommel

Windturbineproject Maatheide te Lommel Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Uitbreiding Recreatiepark Hengelhoef te Houthalen-Helchteren.

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Uitbreiding Recreatiepark Hengelhoef te Houthalen-Helchteren. Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

HANDLEIDING. Overzicht van de procedurele en inhoudelijke wijzigingen n.a.v. de omzetting van de Europese projectm.e.r.- richtlijn (2014/52/EU)

HANDLEIDING. Overzicht van de procedurele en inhoudelijke wijzigingen n.a.v. de omzetting van de Europese projectm.e.r.- richtlijn (2014/52/EU) Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

p r o v tn c I e Limburg

p r o v tn c I e Limburg 201 7-05-1 I p r o v tn c I e Limburg D rectie omgeving College van burgemeester en schepenen Kazernestraat 13 38OO SINT-TRUIDEN Ruimtelijke elanning en Beleid Geacht college BetreÍt: uw vezoek tot raadpleging

Nadere informatie

MER in de omgevingsvergunning

MER in de omgevingsvergunning MER in de omgevingsvergunning Inhoud Wat zijn de grote veranderingen? Wat is er nieuw in het algemeen? Welke wetgeving is er? Toelichting over de project-mer-procedure Handleiding voor INI/deskundigen

Nadere informatie

Oosterweelverbinding Juridische stand van zaken

Oosterweelverbinding Juridische stand van zaken Oosterweelverbinding Juridische stand van zaken Procedures en inspraak 28 april 2014 Horta Projectverloop (cf. BAM) Voorwaarden om de Oosterweelverbinding te kunnen bouwen : plan-mer - GRUP - project-mer

Nadere informatie

Briefadvies. Het vaststelling. van een. Datum

Briefadvies. Het vaststelling. van een. Datum Briefadvies gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater Het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten,

Nadere informatie

b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument

b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument Begeleidingsinstrument b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e milieueffecten v a n b e p a a l d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument Inhoud 1. Inleiding...3

Nadere informatie

Code goede praktijk Adviesverlening. versie 30/01/2014

Code goede praktijk Adviesverlening. versie 30/01/2014 Code goede praktijk Adviesverlening versie 30/01/2014 Deze code is, zowel wat betreft het informele voortraject als met betrekking tot de formele procedure, relevant binnen processen waar adviezen worden

Nadere informatie

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet Advies Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 juni 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 juni 2016 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 juni 2016 Besluit A-punt GOEDGEKEURD Stadsontwikkeling / Vergunningen Samenstelling de heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

Managementplan. Griet Beckers 09 september 2014

Managementplan. Griet Beckers 09 september 2014 Managementplan Griet Beckers 09 september 2014 1 Processen Vlaams Natura 2000 programma Doelen 2020 + prior. insp SBZ Management Plan Realisaties + acties beheer en drukken + richtkaart Beheerplan terrein

Nadere informatie

Hervergunning en verandering van de activiteiten van URSA BENELUX bvba te Waregem-Desselgem

Hervergunning en verandering van de activiteiten van URSA BENELUX bvba te Waregem-Desselgem Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

BETREFT: plan MER screening

BETREFT: plan MER screening Vlaamse overheid Adviezen en Vergunningen Antwerpen Lange Kievitstraat 111-113 bus 63 2018 ANTWERPEN T 03 224 63 14 aves.ant.anb@lne.vlaanderen.be Stad Antwerpen Bedrijfseenheid Stadsontwikkeling Francis

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout. Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING Voordracht VRP 29/01/02 Prof. dr. G. Van Hoorick Docent in het vakgebied bestuursrecht en milieurecht Universiteit Gent Advocaat te Gent INHOUD 1. Overzicht van het

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016 Besluit A-punt GOEDGEKEURD stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling de heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning Brussel, 24 juni 2008 082406_Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning Advies Uniek loket bouw- en milieuvergunning 1. Inleiding De SERV werd op 29 mei door de Vlaamse minister van Openbare werken,

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP SPORTCENTRUM BRASEL IN DESSEL DOSSIERNUMMER OHPL1283

VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP SPORTCENTRUM BRASEL IN DESSEL DOSSIERNUMMER OHPL1283 VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP SPORTCENTRUM BRASEL IN DESSEL DOSSIERNUMMER OHPL1283 1 Proces verzoek tot raadpleging 1.1 Overzicht proces Voor het RUP Sportcentrum Brasel werd een verzoek

Nadere informatie

Renogen biomassa-wkk te Ham

Renogen biomassa-wkk te Ham Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus

Nadere informatie

Aanvullende nota bij het plan-mer ruilverkaveling Schelde-Leie

Aanvullende nota bij het plan-mer ruilverkaveling Schelde-Leie Aanvullende nota bij het plan-mer ruilverkaveling Schelde-Leie 5 december 2013 Situering/Historiek Het onderzoek naar het nut van de ruilverkaveling Schelde-Leie werd opgestart in 2006. Na het inventarisatiewerk,

Nadere informatie

College van burgemeester en schepenen

College van burgemeester en schepenen verbaa College van burgemeester en schepenen beraadslaging/proces verbaal Samenstelling: de heer Patrick Janssens, burgemeester; de heren Robert Voorhamme, Philip Heylen, Ludo Van Campenhout, mevrouw Leen

Nadere informatie

Infomoment Verapazbrug

Infomoment Verapazbrug Infomoment Verapazbrug Toelichting kennisgevingsnota project-mer 08 december 2015 P/A BOVA ENVIRO+ NV WELLINGSTRAAT 102 9070 DESTELBERGEN Tel.: + 32 9 328 11 40 - Fax: + 32 9 328 11 50 Inhoud Mer: wat

Nadere informatie

Scopingadvies project-mer Accent Business Park Toren te Roeselare

Scopingadvies project-mer Accent Business Park Toren te Roeselare Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus Karen Polfliet Arcadis Belgium

Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus Karen Polfliet Arcadis Belgium Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus 2015 Karen Polfliet Arcadis Belgium Inhoud: - MER plicht en - procedure - Inhoud van de kennisgeving - Aspecten van het MER-onderzoek - Inspraakmogelijkheden

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING. 1 Provincie Antwerpen Dienst Ruimtelijke Planning

VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING. 1 Provincie Antwerpen Dienst Ruimtelijke Planning RUP KLEINHANDELSZONE VEJA VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING Adviesinstanties en uitgebrachte adviezen Het verzoek tot Raadpleging voor het RUP in het kader van de planmer screening werd op 8

Nadere informatie

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd: N o t a b e t r e f f e n d e d e b e h a n d e l i n g v a n d e a d v i e z e n i n k a d e r v a n h e t o n d e r z o e k t o t m i l i e u e f f e c t r a p p o r t a g e v a n de R U P s V r o e

Nadere informatie

Ontwerp decreet betreffende het onroerend erfgoed. Hoorzitting Vlaams parlement 13 maart 2013

Ontwerp decreet betreffende het onroerend erfgoed. Hoorzitting Vlaams parlement 13 maart 2013 Ontwerp decreet betreffende het onroerend erfgoed Hoorzitting Vlaams parlement 13 maart 2013 Inhoud Aandachtspunten van de VVSG: Onroerend erfgoedgemeenten en diensten Opmaak inventarissen Archeologie

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk Vlaamse Overheid Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van 9 juni 2015 Besluit nummer: 2015_BW_00466 Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland 2015-2020 - Besluitvormend Beknopte samenvatting: LEADER

Nadere informatie

ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG

ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG 1 Aangeschreven adviesinstanties Het verzoek tot Raadpleging voor het RUP Klein Schrieken te Heist-op-den-Berg in het kader

Nadere informatie

Aanvullende richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER. Oosterweelverbinding

Aanvullende richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER. Oosterweelverbinding Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning vergadering van 23 februari 2017 aanwezig Briers Jan, gouverneur-voorzitter Vercamer Alexander Versnick Geert Hertog Peter Dauwe Jozef Bruggeman Hilde Couckuyt

Nadere informatie

VERBINTENIS TOT COMPENSERENDE BEBOSSING

VERBINTENIS TOT COMPENSERENDE BEBOSSING VERBINTENIS TOT COMPENSERENDE BEBOSSING 1. Ondertekenende partijen Tussen enerzijds : Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel, Rijnkaai 37, 2000 Antwerpen Vertegenwoordigd door: De heer Jan Van Rensbergen,

Nadere informatie

Infoavond zoekzone windturbines E40 van Aalter tot Aalst. Toelichting plan-mer

Infoavond zoekzone windturbines E40 van Aalter tot Aalst. Toelichting plan-mer Infoavond zoekzone windturbines E40 van Aalter tot Aalst Toelichting plan-mer Overzicht van de presentatie Opbouw MER Alternatieven Aanpak per discipline en resultaten 2 Opbouw MER Het plan Doelstelling

Nadere informatie

Milieukwaliteitsnormen

Milieukwaliteitsnormen Omgevingsrecht in de Lage Landen: Toren van Babel of Tuin der Lusten? Milieukwaliteitsnormen Jan Verheeke, secretaris Minaraad, VVOR-symposium, s Hertogenbosch, 22 april 2016 Legenda, en meteen ook beknopte

Nadere informatie

Analyse van de algemene commentaren ontvangen tijdens de openbare raadpleging die door het IBR werd georganiseerd en standpunt van het IBR

Analyse van de algemene commentaren ontvangen tijdens de openbare raadpleging die door het IBR werd georganiseerd en standpunt van het IBR ONTWERP VAN NORM MET BETREKKING TOT DE CONTRACTUELE CONTROLE VAN KMO S EN KLEINE (I)VZW S EN STICHTINGEN EN DE GEDEELDE WETTELIJK VOORBEHOUDEN OPDRACHTEN BIJ KMO S EN KLEINE (I)VZW S EN STICHTINGEN Analyse

Nadere informatie

Situering van de watertoets in het Decreet Integraal Waterbeleid

Situering van de watertoets in het Decreet Integraal Waterbeleid Situering van de watertoets in het Decreet Integraal Waterbeleid Filip Raymaekers VMM afdeling Operationeel Waterbeheer Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets Situering van de watertoets in het Decreet Integraal

Nadere informatie

Gemeentebestuur Tessenderlo Markt z/n 3980 Tessenderlo tel: fax: Website: SCHOOT

Gemeentebestuur Tessenderlo Markt z/n 3980 Tessenderlo tel: fax: Website:  SCHOOT Gemeentebestuur Tessenderlo Markt z/n 3980 Tessenderlo tel: 013 66 17 15 fax: 013 67 36 93 Website: www.tessenderlo.be SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEINTEGREERD ADVIES GEMEENTELIJK RUP SCHOOT Ilgatlaan

Nadere informatie

Goedkeuring project-milieueffectrapport Aanleg AX

Goedkeuring project-milieueffectrapport Aanleg AX Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring project-milieueffectrapport

Nadere informatie

Watertoets: gesel of zegen? Peter DE SMEDT

Watertoets: gesel of zegen? Peter DE SMEDT Watertoets: gesel of zegen? Peter DE SMEDT Advocaat LDR Gent Centrum voor Milieu- en Energierecht U.Gent INHOUD Juridische mijlpalen Toepassingsgebied en inhoud Wat houdt de watertoets in? Wanneer wordt

Nadere informatie

adviezen n.a.v. planmer-screening

adviezen n.a.v. planmer-screening adviezen n.a.v. planmer-screening RUP nr. 6 Kragenwiel gemeente Bornem september 2012 ADVIES ONTWERPER colofon project: RUP Kragenwiel opdrachtgever: GEMEENTE BORNEM opdrachtnemer: OMGEVING cvba uitbreidingstraat

Nadere informatie

Adviesvraag: voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van de Vlaamse Codex

Adviesvraag: voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van de Vlaamse Codex Advies Beroepsmogelijkheden milieuvergunningsdecreet Codex Ruimtelijke Ordening Brussel, Minaraad, 5 juli 2011 Brussel, SERV, 6 juli 20111 SERV_ADV_20110706_decreetberoepen Sociaal-Economische raad van

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 maart 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Gewestelijk RUP - Duffel, Lier en Sint-Katelijne-Waver

Nadere informatie

HANDLEIDING PARTICIPATIE IN HET M.E.R.-PROCES

HANDLEIDING PARTICIPATIE IN HET M.E.R.-PROCES HANDLEIDING PARTICIPATIE IN HET M.E.R.-PROCES Definitieve versie Opdrachtgever: LNE, afd. AMNE, dienst Mer COLOFON Opdracht: Handleiding participatie in het m.e.r.-proces Definitieve versie Opdrachtgever:

Nadere informatie