VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING. 1 Provincie Antwerpen Dienst Ruimtelijke Planning

Transcriptie

1 RUP KLEINHANDELSZONE VEJA VERWERKING ADVIEZEN VERZOEK TOT RAADPLEGING Adviesinstanties en uitgebrachte adviezen Het verzoek tot Raadpleging voor het RUP in het kader van de planmer screening werd op 8 januari 2016 via mail verstuurd naar volgende adviesinstanties: Tabel 1: adviesinstanties Provinciebestuur Antwerpen Dienst Ruimtelijke Planning Ruimte Vlaanderen APL - Antwerpen Agentschap Ondernemen Entiteit Ruimtelijke Economie Departement Mobiliteit en Openbare Werken Algemeen Beleid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur en Energiebeleid dienst VR Er werd een herinneringsmail verzonden op 9 februari 2016 naar Departement Mobiliteit en Openbare Werken. Er werd geen advies ontvangen. Onderstaande aangeschreven adviesinstanties hebben een advies over het verzoek tot raadpleging verleend. 1 Provincie Antwerpen Dienst Ruimtelijke Planning 1.1 Beknopte weergave van het advies Het RUP dient verenigbaar te zijn met het bestaand beleidskader. Op de plenaire vergadering zal nagegaan worden of het RUP in overeenstemming is met het RSPA en het GRS. Mobiliteit Het is onduidelijk met hoeveel procent de bestaande parkeerplaats zal uitbreiden en hoeveel bijkomende parkeerplaatsen er gerealiseerd zullen worden. Het is onduidelijk hoeveel personeelsleden er op de site werken en hoeveel verkeer deze genereren. Buurt- en voetwegen In het dossier moet nagegaan worden welke buurt- en voetwegen zich in en in de omgeving van het plangebied bevinden, alsook of de realisatie van het RUP gepaard gaat/kan gaan met de erkenning en/of opening, afschaffing, wijziging en verlegging van buurtwegen in de zin van respectievelijk hoofdstuk I en hoofdstuk III van de Wet op Buurtwegen van 10 april Verwerking van het advies Mobiliteit Het RUP biedt een oplossing voor de bestaande zonevreemdheidsproblematiek en een beperkte mogelijkheid tot uitbreiding van de bebouwing. Deze uitbreiding gaat echter niet gepaard met een toename van het aantal klanten en dus ook niet met een toename van het aantal verkeersbewegingen of de nood aan de realisatie van bijkomende parkeerplaatsen. Een uitbreiding van het gebouw zal zich beperken tot een optimalisatie van de bestaande handelsruimte en de daarbij horende opslag. Vandaag zijn in totaal 200 parkeerplaatsen aanwezig. 140 van deze parkeerplaatsen situeren zich aan de hoofdinkom (grote parking). De andere parkeerplaatsen bevinden zich rond het gebouw. Dit zijn in totaal nog eens 60 parkeerplaatsen. Een gedeelte van deze (60) parkeerplaatsen wordt gebruikt door het eigen personeel. De kleinhandelszaak telt 40 werknemers. Maximum 28 werknemers zijn gelijktijdig aan het werk. 80% van werknemers komt met de wagen. De overige RUP Kleinhandelszone Veja - verwerking adviezen VTR IOK plangroep 1

2 parkeerplaatsen (van deze 60) worden niet optimaal gebruikt door de ligging ofwel aan de achterzijde van het gebouw ofwel aan de zijkant van het gebouw. Op weekdagen wordt de parking voor ca. 50% bezet. Op weekenddagen loopt dit op tot 90%. Aangezien geen stijging van het cliënteel wordt verwacht is totale aantal van 200 parkeerplaatsen voldoende. Een herorganisatie van het aanwezige aantal parkeerplaatsen zal leiden tot een meer optimaal gebruik van de parkeerplaatsen. Er dient geen bijkomend aantal parkeerplaatsen gerealiseerd te worden. De ruimte die in gebruik genomen zal worden voor de herinrichting van de parkeerplaatsen en de toegang tot het perceel zal bepaald worden door de uiteindelijke inrichting. In het RUP worden een aantal randvoorwaarden opgelegd in functie van duurzaam ruimtegebruik. In de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP wordt opgenomen dat het aantal parkeerplaatsen in functie van de detailhandel beperkt wordt tot het huidige aantal. Bovenstaande vormt een aanvulling op het screeningsdossier. Buurt- en voetwegen In het RUP zal worden nagegaan welke Buurt- en voetwegen zich in de omgeving van het plangebied bevinden. Er zijn geen aanpassingen vereist aan het screeningsdossier. 2 Ruimte Vlaanderen APL - Antwerpen 2.1 Beknopte weergave van het advies De screeningsnota maakt een voldoende inschatting van de milieueffecten voor de ruimtelijke ordening. 2.2 Verwerking van het advies Het advies vereist geen aanpassingen aan het screeningsdocument. 3 Agentschap Ondernemen 3.1 Beknopte weergave van het advies Het Agentschap Ondernemen heeft geen specifieke opmerkingen of aandachtspunten in verband me dit plan of programma in het kader van de procedure verzoek tot raadpleging. Uiteraard behoudt het Agentschap Ondernemen haar eventuele advies of bezwaarmogelijkheden in het kader van andere procedurestappen die gezet worden. 3.2 Verwerking van het advies Het advies van Agentschap Ondernemen vereist geen aanpassingen aan het screeningsdossier. 4 Departement Mobiliteit en Openbare Werken 4.1 Beknopte weergave van het advies Dit dossier is MOBER-plichtig. De punten die in een MOBER moeten worden behandeld werden in voorliggende nota onvoldoende toegelicht. Het luik wordt enkel in algemene termen omschreven en niet op basis van concrete gegevens. We verwachten dat die cijfers nochtans ter beschikking zijn, aangezien het een reeds lang bestaande activiteit betreft. We denken bijv. aan gegevens over de modal split, parkeerbezetting en herkomst van bezoekers. We verwachten hierin ook de geplande evolutie bij uitbreiding van de zone en de gevolgen van de webwinkel op mobiliteit. Tevens zal voldoende aangetoond moeten worden dat het hier om lokale kleinhandel gaat. De zone is immers gezien haar ligging absoluut niet geschikt voor bovenlokale activiteiten. RUP Kleinhandelszone Veja - verwerking adviezen VTR IOK plangroep 2

3 4.2 Verwerking van het advies Het RUP biedt een oplossing voor de bestaande zonevreemdheidsproblematiek en een beperkte mogelijkheid tot uitbreiding van de bebouwing. Deze uitbreiding gaat echter niet gepaard met een toename van het aantal klanten en dus ook niet met een toename van het aantal verkeersbewegingen of de nood aan de realisatie van bijkomende parkeerplaatsen. Een uitbreiding van het gebouw zal zich beperken tot een optimalisatie van de bestaande handelsruimte en de daarbij horende opslag. Vandaag zijn in totaal 200 parkeerplaatsen aanwezig. 140 van deze parkeerplaatsen situeren zich aan de hoofdinkom (grote parking). De andere parkeerplaatsen bevinden zich rond het gebouw. Dit zijn in totaal nog eens 60 parkeerplaatsen. Een gedeelte van deze (60) parkeerplaatsen wordt gebruikt door het eigen personeel. De kleinhandelszaak telt 40 werknemers. Maximum 28 werknemers zijn gelijktijdig aan het werk. 80% van werknemer komt met de wagen. De overige parkeerplaatsen (van deze 60) worden niet optimaal gebruikt door de ligging ofwel aan de achterzijde van het gebouw ofwel aan de zijkant van het gebouw. Op weekdagen wordt de parking voor ca. 50% bezet. Op weekenddagen loopt dit op tot 90%. Aangezien geen stijging van het cliënteel wordt verwacht is totale aantal van 200 parkeerplaatsen voldoende. Een herorganisatie van het aanwezige aantal parkeerplaatsen zal leiden tot een meer optimaal gebruik van de parkeerplaatsen. Er dient geen bijkomend aantal parkeerplaatsen gerealiseerd te worden. De ruimte die in gebruik genomen zal worden voor de herinrichting van de parkeerplaatsen en de toegang tot het perceel zal bepaald worden door de uiteindelijke inrichting. In het RUP worden een aantal randvoorwaarden opgelegd in functie van duurzaam ruimtegebruik. In de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP wordt opgenomen dat het aantal parkeerplaatsen in functie van de detailhandel beperkt wordt tot het huidige aantal. Het RUP voorziet een oplossing voor een bestaande zonevreemdheidsproblematiek. De opmaak van een MOBER zal in bepaalde gevallen (cfr. Dossiersamenstelling aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning) deel uitmaken van een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. Gelet op bovenstaande en de beperkingen die in het RUP worden opgelegd i.f.v. detailhandel lijkt de opmaak van een MOBER in RUP-fase niet noodzakelijk. De screeningsnota wordt aangevuld met volgende bijkomende maatregel vanuit de discipline mobiliteit: Er dient verordend opgelegd te worden in het RUP dat: Elke vergunningsaanvraag wordt beoordeeld op de toename van de verkeersdynamiek als gevolg van de voorziene activiteiten. In functie van een gunstige beoordeling op het vlak van mobiliteit moet het mobiliteitsprofiel van de activiteit afgestemd zijn op het bereikbaarheidsprofiel. In de toelichtende kolom bij deze verordenende bepaling wordt het volgende opgenomen: Activiteiten kunnen pas vergund worden mits een gunstige mobiliteitstoets; waarbij mobiliteitsprofiel en bereikbaarheidsprofiel op elkaar afgestemd zijn. Voor activiteiten met een hoge verkeersdynamiek of een sterke toename van de bestaande dynamiek is de opmaak van een mobiliteitsstudie/mober aangewezen om deze beoordeling mogelijk te maken. Bovenstaande vormt een aanvulling op het screeningsdossier. 5 Departement LNE dienst Veiligheidsrapportering 5.1 Beknopte weergave van het advies De dienst VR stelt vast dat het aspect externe veiligheid beschouwd werd in de screeningsnota op pag. 53 onder punt Veiligheidsrisico en De dienst VR kan zich akkoord verklaren met de hierin gestelde conclusie, maar merkt wel op dat de Seveso II-richtlijn sinds 1/06/2015 is vervangen door de Seveso III-richtlijn. Immers, gelet op het feit dat: RUP Kleinhandelszone Veja - verwerking adviezen VTR IOK plangroep 3

4 Volgens de gegevens van de dienst VR in het plangebied huidig geen Seveso-inrichtingen aanwezig zijn en in de toekomst ook niet toegelaten zullen worden middels een verbod in de stedenbouwkundige voorschriften, Volgens de gegevens verstrekt in de screeningsnota in het plangebied geen aandachtsgebieden gepland zijn, Volgens de gegevens van de dienst VR binnen een perimeter van 2 km rond het plangebied geen Seveso-inrichting aanwezig is, Stelt zich op het vlak van externe mensveiligheid geen probleem en meent de dienst VR dat er geen aanzienlijke effecten verwacht worden inzake externe veiligheid. 5.2 Verwerking van het advies Het screeningsdossier dient niet aangepast te worden o.b.v. bovenstaand advies. RUP Kleinhandelszone Veja - verwerking adviezen VTR IOK plangroep 4

5

6 Van: Aan: Onderwerp: Noordman, Annemie Annick Sprengers Verzoek tot raadpleging in het kader van een onderzoek tot plan-m.e.r.-plicht van het RUP "Kleinhandelszone Veja" te Merksplas Datum: donderdag 14 januari :56:41 Bijlagen: image003.png Geachte mevrouw Sprengers, Het Agentschap Ondernemen ontving ter advisering het verzoek tot raadpleging van het RUP Kleinhandelszone Veja te Merksplas. Het Agentschap Ondernemen heeft geen specifieke opmerkingen of aandachtspunten in verband met dit plan of programma in het kader van de procedure verzoek tot raadpleging zoals voorzien in het decreet van 5 april 1995 houdende algemene maatregelen inzake milieubeleid en het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma s. Uiteraard behoudt het Agentschap Ondernemen haar eventuele advies- of bezwaarmogelijkheden in het kader van andere procedurestappen die gezet worden. Met vriendelijke groeten, Annemie Noordman Accountmanager Ruimtelijke Economie AGENTSCHAP INNOVEREN & ONDERNEMEN Dienst Ruimtelijke Economie T , F annemie.noordman@vlaio.be Lange Lozanastraat 223, 2018 Antwerpen ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Disclaimer

7

8

9 Beleid Lange Kievitstraat bus ANTWERPEN T mow.vlaanderen.be uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen vragen naar/ telefoonnummer datum Kathleen Huet kathleen.huet@mow.vlaanderen.be Betreft: Verzoek tot raadpleging in het kader van een onderzoek tot plan-m.e.r.- plicht van het RUP Kleinhandelszone Veja te Merksplas Geachte heer, Geachte mevrouw, We hebben uw screeningsnota (verzoek tot raadpleging) voor het RUP Kleinhandelszone Veja te Merksplas in goede orde ontvangen. Dit dossier is MOBER-plichtig. De punten die in een MOBER moeten worden behandeld werden in voorliggende nota onvoldoende toegelicht. Het luik mobiliteit wordt enkel in algemene termen omschreven op basis van aannames, niet op basis van concrete gegevens. We verwachten dat die cijfers nochtans ter beschikking zijn, aangezien het een reeds lang bestaande activiteit betreft. We denken bijv. aan gegevens over de modal split, parkeerbezetting en herkomst van bezoekers. We verwachten hierin ook de geplande evolutie bij uitbreiding van de zone en de gevolgen van de webwinkel op mobiliteit. Tevens zal voldoende aangetoond moeten worden dat het hier om lokale kleinhandel gaat. De zone is immers gezien haar ligging absoluut niet geschikt voor bovenlokale activiteiten. In verschillende andere dossiers wordt bovenlokaal gestreefd naar meer verkeersleefbaarheid in de kern van Merksplas. Die inspanningen mogen niet teniet gedaan worden door tegelijk op deze site het aantal bovenlokale bewegingen te verhogen (webwinkel of bezoekers). pagina 1 van 2

10 Afhankelijk van bovenstaande resultaten en afhankelijk van de plannen op termijn van het bedrijf, moet misschien toch herlocalisatie overwogen worden, rekening houdend met de veranderende maatschappij en mobiliteitsgegevens. Conclusie: er moet nog een MOBER worden opgemaakt en voorgelegd. Met vriendelijke groeten, pagina 2 van 2

11

12

13

14

15