N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E WOONWIJKEN L U T T E R Z E L E

Transcriptie

1 N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E A D V I E Z E N I N K A D E R V A N H E T O N D E R Z O E K T O T M I L I E U E F F E C T R A P P O R T A G E V A N H E T R U P WOONWIJKEN L U T T E R Z E L E (dossiernummer: SCRPL14126) (mailadres initiatiefnemer stedenbouw@dendermonde.be) A A N G E S C H R E V E N I N S T A N T I E S V E R Z O E K T O T R A A D P L E G I N G In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd: provincie Oost-Vlaanderen dienst Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw; agentschap Ruimte Vlaanderen afdeling Oost-Vlaanderen; agentschap Onroerend Erfgoed afdeling Oost-Vlaanderen; agentschap Wonen-Vlaanderen afdeling Wonen; departement MOW; De Lijn Oost-Vlaanderen; departement Landbouw en Visserij. Er werd advies uitgebracht door alle aangeschreven adviesinstanties. De adviezen en de lijst met de aan te schrijven instanties zoals aangeleverd door de dienst MER zijn opgenomen als bijlage bij deze nota. A D V I E S V A N D E B E T R O K K E N I N S T A N T I E S In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage van het RUP Woonwijken Lutterzele hebben de aangeschreven instanties, volgens de lijst aangeleverd door de dienst MER, het verzoek tot raadpleging doorgenomen en hun advies overgemaakt. Alle adviezen stellen dat: er geen aanzienlijke milieueffecten verwacht worden als gevolg van het plan; het onderzoek naar de significante milieueffecten op correcte wijze is gebeurd. Door de provincie Oost-Vlaanderen en het departement MOW worden enkele opmerkingen en aandachtspunten geformuleerd die in rekening dienen genomen te worden bij de verdere opmaak van het RUP. De bemerkingen worden hieronder behandeld. O P M E R K I N G V A N D E P R O V I N C I E O O S T - V L A A N D E R E N De provincie stelt dat het aangewezen is om advies te vragen aan het ambtsgebied van de polder Vlassenbroek. De polder Vlassenbroek werd niet opgenomen in de lijst van instanties (aangeleverd door de dienst MER) om advies uit te brengen over mogelijke aanzienlijke milieueffecten. In de omzendbrief voor de uitnodiging voor de plenaire vergadering zijn polderbesturen in bepaalde gevallen wel opgenomen. Het polderbestuur Vlassenbroek zal om advies gevraagd worden bij de plenaire vergadering. De provincie merkt op dat in de watertoets de volgorde in de zin Hemelwater dient gecapteerd en gebufferd te worden, gevolgd door vertraagde afvoer en/of november 2014 P

2 infiltratie en/of hergebruik (voorkeur). niet conform de voorkeursvolgorde van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening is. De zin zal als volgt worden aangepast. Hemelwater dient prioritair opgevangen en hergebruikt te worden, gevolgd door infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer. De provincie geeft verder nog enkele opmerkingen en suggesties mee over de stedenbouwkundige voorschriften met betrekking tot waterbeheer en onderhoud van waterlopen. Deze opmerkingen en suggesties zullen worden bekeken bij de verdere opmaak van het dossier. Er wordt hierbij opgemerkt dat andere wetgeving onverminderd van kracht blijft, naast de verordende gedeelten van het RUP. De opmerkingen en suggesties van de provincie over de voorschriften betreffen geen milderende maatregelen die dienen opgenomen te worden in de mer-screening. O P M E R K I N G V A N H E T D E P A R T E M E N T M O W Het departement MOW stelt als aandachtspunt dat de berekening van het bijkomende verkeer in het plangebied geen rekening heeft gehouden met de mogelijkheid tot inrichting van winkeltjes (max. 100m²) en/of vrije beroepen. Zoals gesteld in het advies door het departement MOW: [ ] lijken deze functies niet van die aard dat ze een significant negatief effect zullen hebben. Bij inrichting van kleine winkeltjes en/of vrije beroepen, in plaats van woongelegenheden, zullen er andere en meer vervoersbewegingen worden gegenereerd. Het aantal vervoersbewegingen van de hogervermelde nevenfuncties zijn evenwel hoger maar vinden verspreid over de dag plaats. Verder is het moeilijk om een correcte realistische inschatting te maken voor deze nevenfuncties (die in alle woongebied mogelijk zijn). Bijgevolg kan gesteld worden dat de verkeersgeneratie door de potentiële nevenfuncties niet van die aard zijn dat ze een aanzienlijk negatief effect zullen hebben. B E S L U I T De opmerkingen van de provincie Oost-Vlaanderen en het departement MOW zullen zoals hierboven besproken, worden verwerkt in het dossier. Na deze aanpassing dient gesteld te worden dat het RUP Woonwijken Lutterzele geen aanzienlijke milieueffecten met zich mee zal brengen en dat het onderzoek naar de significante milieueffecten op correcte wijze is gebeurd. Er kan dan ook op voldoende wijze worden gemotiveerd dat de opmaak van een plan-mer niet vereist is. november 2014 P

3 Lijst adviesinstanties voor SCRPL14126 volgens het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma s van Provinciebestuur Oost-Vlaanderen 3 e Directie Dienst 33 Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw Gouvernementstraat Gent Ruimte Vlaanderen APL - Oost- Vlaanderen Virginie Lovelinggebouw Koningin Maria Hendrikaplein 70 bus Gent Onroerend Erfgoed - Oost-Vlaanderen Virginie Lovelinggebouw Koningin Maria Hendrikaplein 70 bus Gent Agentschap Wonen-Vlaanderen Afdeling Wonen t.a.v. Hilde Van den Bosch Afdelingshoofd Koning Albert II-laan 19 bus Brussel Departement MOW t.a.v. Filip Boelaert, secretaris-generaal Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus Brussel De Lijn Oost-Vlaanderen T.a.v. Dirk Busschaert Directeur Brusselsesteenweg Gentbrugge Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Oost-Vlaanderen Burgemeester Van Gansberghelaan 115 bus a 9820 Merelbeke Laatst gewijzigd op 1 augustus /1

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22