VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION

Transcriptie

1 VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION Analysemethode Méthode d analyse Techniek Technique Matrix / matrixgroep Matrice / Groupe de matrices Datum laatste aanpassing / Date du dernière adaption Bepaling van het aantal β-glucuronidase positieve Escherichia coli (I-MET 046) Aanmaken verdunningsreeks - uitplaten aflezen platen ISO Voedingswaren en voeders 03/12/2012

2 Overzicht van de prestatiekenmerken : De herhaalbaarheid bedraagt 0.22 log, 0.11 log, 0.16 log en 0.17 log, respectievelijk voor categorie 1, 2, 3 en 4. De meetonzekerheid bedraagt 0.12 log, 0.12 log, 0.13 log en 0.24 log, respectievelijk voor categorie 1, 2, 3 en 4. De intralabreproduceerbaarheid bedraagt 0.17 log, 0.17 log, 0.18 log en 0.19 log, respectievelijk voor categorie 1, 2, 3 en 4. De validatie voldoet aan de procedure LAB 00 P180 De laboratoria die deze methode willen overnemen, moeten aantonen dat de criteria hieronder aangegeven voldaan zijn voor de betreffende matrices/parameters: Deelnemen aan een ringtest met het bekomen van goede resultaten. Behalen van een herhaalbaarheid van 0.50 log en intralabreproduceerbaarheid van 1 log Historiek validatiedossier: Versie Herziening Reden Wijzigingen door / datum 1 EH/ Aanpassing dossier 2010 naar de nieuwe template en procedure P180 Samenvoegen dossier en aanvullen met extra gegevens en foto s

3 VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION Analysemethode Méthode d analyse Techniek Technique Matrix / matrixgroep Matrice / Groupe de matrices Type validatie Type de validation Verantwoordelijke (Naam en functie) Responsable (Nom et fonction) Opgesteld door Rédaction par Bepaling van het aantal β-glucuronidase positieve Escherichia coli (I-MET 046) Aanmaken verdunningsreeks - uitplaten aflezen platen ISO Categorie 1, 2, 3 en 4 (volgens ISO 19036) Verificatie Elly Harnie Sectieverantwoordelijke biologische analyses Naam Nom: Elly Harnie Handtekeningen - Signatures: get. Functie - Fonction: Sectieverantwoordelijke biologische analyses Datum - Date: 30/11/2012 Medewerkers (Naam en functie) Collaborateurs (Nom et fonction) Periode van validatie Période de validation Methode goedgekeurd en geschikt bevonden door Méthode approuvée et jugé convenable pour la routine par Analisten microbiologie Liesbeth Stas, Kristof De Greif, Sandra De Cocker, Anja Van Beversluys, Stefanie Vanbiesbrouck, Conny De Schepper, Hilde Van Remoortel, Chantal Focquet, Mieke De Mits Start - Début: Einde - Fin: Dit rapport is een herwerking van het originele rapport, naar aanleiding van de nieuwe template. De oorspronkelijke validatie werd uitgevoerd in Naam Nom: Ronny Martens Handtekeningen - Signatures: get. Functie - Fonction: QAM Datum - Date: 03/12/2012 Hierna volgt een beschrijving van de resultaten van het validatieonderzoek zoals aangegeven in stap 8 van de procedure LAB 00 P 180. Ce qui suit est une description des résultats de l'étude de validation comme indiqué dans l'étape 8 de la procédure LAB P LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

4 Samenvatting validatiegegevens Résumé des données de validation Overzicht matrices / validatieparameters / criteria Matrices : (volgens ISO 19036) - categorie 1: vloeistoffen en poeders (bijvoorbeeld melk ) - categorie 2: gemengde vaste stoffen (bijvoorbeeld gemalen vlees) - categorie 3: kleine (of zeer kleine) vaste stoffen (bijvoorbeeld geraspte wortelen) - categorie 4: overige vaste stoffen (bijvoorbeeld ongemalen vlees, kaas) Validatieparameters : - Herhaalbaarheid - Intralabreproduceerbaarheid / meetonzekerheid - Relatieve juistheid Criteria: De bekomen resultaten voor proefmonsters en besmette monsters werden getoetst aan de criteria behaald met de AFNOR gevalideerde methode Rapid E. coli 2 (deze laatste methode werd voorheen in het labo gebruikt). - Criterium voor de herhaalbaarheid: 0.22 log - Criterium voor de intralabreproduceerbaarheid: 0.47 log - Criterium voor de relatieve juistheid: 0.35 log De bekomen resultaten voor het referentiemonster werden getoetst aan de criteria behaald met de AFNOR gevalideerde methode Rapid E. coli 2. - Criterium voor de herhaalbaarheid is 0.22 log - Criterium voor de relatieve juistheid is 0.20 log LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

5 Overzicht validatietesten VALIDATIERAPPORT RAPPORT DE VALIDATION 1 SAMENVATTING VALIDATIEGEGEVENS RÉSUMÉ DES DONNÉES DE VALIDATION INLEIDING INITIËLE PROEVEN PROEF 1: TELLEN REFERENTIEMONSTER EN BESMETTEN VAN MELK Werkwijze Resultaten Besluit PROEF 2: OPKWEKEN REFERENTIE Werkwijze Resultaten PROEF 3: BESMETTEN PRODUCTEN Werkwijze Resultaten Besluit RINGANALYSES LIVSMEDELS VERKET Resultaten Besluit SENATE PROEFMONSTERS REFERENTIEMONSTERS BESMETTE MONSTERS WERKWIJZE RESULTATEN BESMETTE MONSTERS Relatieve juistheid (d) besmette monsters Herhaalbaarheid besmette monsters Meetonzekerheid en intralabreproduceerbaarheid besmette monsters ALGEMEEN BESLUIT FOTO S VAN DE METHODE LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

6 1 Inleiding Dit dossier bevat een herwerking van het oorspronkelijke validatiedossier van de bepaling van Escherichia coli volgens ISO , aangepast volgens de nieuwe validatieprocedure LAB 00 P 180. De oorspronkelijke validatie werd uitgevoerd in 2010; voorheen werd in het labo de AFNOR gevalideerde methode Rapid E. coli 2 toegepast. Na het uitvoeren van initiële proeven (tellen van het referentiemonster, aanmaken van een besmettingsoplossing, besmetten van stalen) werden volgende testen uitgevoerd: - Proefmonsters analyseren met TBX en Rapid E. coli - Uitvoeren van ringtesten - Besmetten en analyseren van aangekochte stalen 2 Initiële proeven De initiële proeven werden uitgevoerd door KDG en MDM. 2.1 Proef 1: tellen referentiemonster en besmetten van melk Werkwijze In een eerste proef werden drie referentiemonsters (Quanticults; Oxoid) in duplo geanalyseerd door KDG. Er werd ook melk besmet en geteld: er werd 1 ml van de referentie (Quanticult) toegevoegd aan 9 ml melk (verwacht = cfu/ml) Resultaten De proef werd uitgevoerd op 11/01/2010. In de referentie werden 180 en 140 cfu/ml teruggevonden (geschatte aantallen). In de besmette melk slechts 1 en 2 cfu/ml (geschatte aantallen). De teruggevonden kolonies zijn groenachtig. LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

7 2.1.3 Besluit De waarden van de referentie komen overeen met het certificaat ( cfu/ml) en zijn vergelijkbaar met resultaten op Rapid E. coli. De manier van besmetten levert enkel geschatte aantallen op, zodat voor een opkweek werd geopteerd in een volgende proef. 2.2 Proef 2: opkweken referentie Werkwijze 1 ml van een opgeloste Quanticult werd opgekweekt in BHI (24 h bij 37 C) en uitgeplaat op TBX Resultaten De test werd uitgevoerd op 12/01/2010 door KDG. Er werden cfu/ml teruggevonden. Dit is vergelijkbaar met vroegere resultaten op Rapid E. coli. Aan de hand van dit resultaat kon de manier van besmetten worden bepaald. 2.3 Proef 3: besmetten producten Werkwijze Besmettingsoplossing: - Opkweken van 1 ml van een opgeloste Quanticult in BHI (24 h bij 37 C) - Aanmaken van een verdunningsreeks tot Uitplaten van de verdunningen 10-7, 10-8, 10-9 (1 ml / verdunning) op TBX - Incubatie h bij 44 C Besmetten van monsters: - Weeg 25 g deelmonster van het proefmonster af in een Stomacherzak - Voeg 125 µl van verdunning 10-4 (TD) van de besmettingsoplossing toe op het oppervlak van het monster - Voeg 225 ml gebufferd peptoonwater toe = 10-1 = T - Homogeniseer - Maak de verdere decimale verdunningsreeks aan en plaat uit (T en H) - Incubatie h bij 44 C LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

8 2.3.2 Resultaten De test werd uitgevoerd op 14/01/2010 door KDG. Er werden en cfu/ml teruggevonden in de opkweek, respectievelijk met Rapid E. coli of TBX bepaald. De resultaten van de besmette monsters kwamen overeen en voldeden. TBX cfu/g Rapid E. coli cfu/g Garnaal Garnaal duplo Melk Melk duplo Er werden geen E. coli aangetroffen in de blancomonsters Besluit De opkweek komt overeen op beide types van platen. Deze manier van opkweken en besmetten werd gebruikt in de verdere testen. 3 Ringanalyses 3.1 LIVSMEDELS VERKET Drie stalen melk werden door MDM geanalyseerd op 18/01/ Resultaten De resultaten zijn aanwezig in onderstaande tabel. Monsternummer Resultaat cfu/g Resultaat cfu/g Resultaat organisator (log) Rapid E. coli (log) TBX < 1 < 1 < (3.11) 1400 (3.15) (3.64) 4900 (3.69) 3.54 LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

9 3.1.2 Besluit De resultaten bekomen met TBX en Rapid E. coli komen overeen met de resultaten van de organisator. 3.2 Senate Eén staal vlees werd door AVB op 03/02/2010 in duplo geanalyseerd. Met Rapid E. coli werden 6600 cfu/g teruggevonden, met TBX 6100 cfu/g (logverschil = 0.03) voor het eerste monster. Voor het duplomonster werden respectievelijk 6900 en 8000 cfu/g teruggevonden (logverschil = 0.06). De resultaten komen overeen en het I log verschil I is kleiner dan het criterium voor de intralabreproduceerbaarheid, namelijk 0.47 log. 4 Proefmonsters Er werden 33 stalen geanalyseerd met TBX en rapid E. coli. De resultaten komen overeen en het I log verschil I is kleiner dan het criterium voor de intralabreproduceerbaarheid, namelijk 0.47 log. LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

10 Resultaat (cfu/g of log cfu/g voor swabs) I Log verschil I Datum Analist Monster Rapid'E. coli TBX 12/01/2010 KDG < 10 < < 10 < < 10 < 10-15/01/2010 LS < 10 < ,2 GA <-0, ,5 GA 0,2 GA /01/2010 CDS < 10 < < GA < 10 < < 0,2 < 0, < 10 < ,5 GA < 0,2-22/01/2010 KDG < 0,2 0,7 GA - 26/01/2010 LS GA 140 GA < 10 < < 10 < < 10 < ,4 GA 0.2 GA < 0,2 < 0, ,3 GA 1,3 GA 0 28/01/2010 AVB < 100 < < 10 < < 1000* < * GA 10 GA < 10 < <-0,2 0,1 GA ,94 GA 0.94 GA < 10 < ,20 GA <-0, GA= geschat aantal *stoorflora 5 Referentiemonsters Er werden twee types van referentiemonsters getest: het referentiemonster E. coli van VWA en het referentiemonster E. coli van Oxoid (Quanticults). Een samenvatting is hieronder aanwezig. LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

11 Resultaten in cfu/ml Datum Analist TBX 1 TBX 2 Rapid'E. coli 1 Rapid'E. coli 2 19/01/2010 KDG quanticult 15/01/2010 LS quanticult 1/02/2010 CDS quanticult 1/02/2010 MDM quanticult 8/02/2010 AVB VWA 8/02/2010 HVR VWA 26/02/2010 SDC quanticult 1/03/2010 LS quanticult Resultaten in log cfu/ml Datum Analist TBX 1 TBX 2 19/01/2010 KDG /01/2010 LS /02/2010 CDS /02/2010 MDM /02/2010 AVB /02/2010 HVR /02/2010 SDC /03/2010 LS Duploverschil TBX Rapid'E. coli 1 Rapid'E. coli quanticult quanticult quanticult 0.34 quanticult VWA VWA 0.06 quanticult quanticult De Quanticults voldoen in de meeste gevallen aan het verwachte aantal (minimum 100 cfu; maximum 1000 cfu). Het referentiemonster van VWA (7800 cfu/ml; minimum 4680 cfu en maximum 12480) voldeed niet altijd, zoals vroeger ookal werd geconstateerd. Er werd geopteerd om de Quanticults te gebruiken (cfr. methode Rapid E. coli). De duploverschillen voldoen aan het criterium van 0.22 log (= eigen criterium voor referentiemonsters); uitgezonderd in één geval. Dit is waarschijnlijk te wijten aan de lage aantallen (geschatte waarden). 6 Besmette monsters De validatieparameters werden bepaald door de analyse van besmette monsters. 6.1 Werkwijze Besmettingsoplossing: - Opkweken van 1 ml van een opgeloste Quanticult in BHI (24 h bij 37 C) (vanaf 01/02/2010 werd overgeschakeld op het referentiemonster van VWA om op te kweken) LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

12 - Aanmaken van een verdunningsreeks tot Uitplaten van de verdunningen 10-7, 10-8, 10-9 (1 ml / verdunning) op TBX - Incubatie h bij 44 C Besmetten van monsters: - Weeg 25 g deelmonster van het proefmonster af in een Stomacherzak - Voeg 125 µl van verdunning 10-4 (TD) van de besmettingsoplossing toe op het oppervlak van het monster - Voeg 225 ml gebufferd peptoonwater toe = 10-1 = T - Homogeniseer - Maak de verdere decimale verdunningsreeks aan en plaat uit (T en H) - Incubatie h bij 44 C Proefopstelling (cfr. LAB ISO 19036): Monster Analist 1: Analist 2: in duplo besmetten + analyseren in duplo besmetten + analyseren conditie A conditie B analyse blanco monsters analyse blanco monsters tellen opkweek Conditie A en B moeten verschillen in het gebruik van: - balans en stomacher - dilucupshaker en pipetten - broedstoven - incubatietijd (conditie A: 22 h; conditie B: 24 h) Deze verschillende condities werden genoteerd in het analyseboekje. 6.2 Resultaten besmette monsters Relatieve juistheid (d) besmette monsters De resultaten voor categorie 1, 2, 3 en 4 zijn respectievelijk aanwezig in bijlagen 1a, b, c en d. Alle resultaten voldoen meestal aan het vooropgestelde criterium van 0.35 log. LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

13 Juistheid (d) categorie 1 Datum Monster Aard Analist cfu/ml log cfu/ml d 19/01/2010 1a melk LS b KDG /01/2010 2a melk SDC b CF /02/2010 3a melk CDS b MDM /02/2010 4a melk AVB b HVR /02/2010 5a melk LS b CDS /04/2010 6a melk KDG b CF /05/2010 7a melk SDC b AVB LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

14 Juistheid (d) categorie 2 Datum Monster Aard Analist cfu / g log d 19/01/2010 1a vleessalade LS b KDG /01/2010 2a vleessalade SDC b CF /02/2010 3a vleessalade CDS b MDM /02/2010 4a vleessalade AVB b HVR /02/2010 5a vleessalade LS b CDS /04/2010 6a vleessalade KDG b CF LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

15 Juistheid (d) categorie 3 Datum Monster Aard Analist cfu / g log d 19/01/2010 1a spekreepjes LS b KDG /01/2010 2a spekreepjes SDC b CF /02/2010 3a spekreepjes CDS b MDM /02/2010 4a geraspte wortelen AVB b HVR /02/2010 5a geraspte wortelen LS b CDS /04/2010 6a pitavlees KDG b CF /05/2010 7a versneden groenten SDC b AVB /05/2010 8a spekreepjes SDC b AVB LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

16 Juistheid (d) categorie 4 Datum Monster Aard Analist cfu / g log d 19/01/2010 1a kaas LS b KDG /01/2010 2a kaas SDC b CF /02/2010 3a vlees CDS b MDM /02/2010 4a vis AVB b HVR /02/2010 5a vlees LS b CDS /04/2010 6a kaas KDG b CF /05/2010 7a kant en klaar gerechtklaar SDC b AVB Herhaalbaarheid besmette monsters De resultaten voor categorie 1, 2, 3 en 4 zijn respectievelijk aanwezig in onderstaande tabellen en in bijlagen 2 a, b, c en d. De herhaalbaarheid bedraagt 0.22 log, 0.11 log, 0.16 log en 0.17 log, respectievelijk voor categorie 1, 2, 3 en 4. Dit voldoet aan het vooropgestelde criterium van 0.22 log. LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

17 Herhaalbaarheid categorie 1 Datum Analist Resultaat 1* Resultaat 2* LOG res 1 LOG res 2 verschil LOG 19/01/2010 LS KDG /01/2010 SDC CF /02/2010 CDS MDM /02/2010 AVB HVR /02/2010 LS CDS /04/2010 KDG CF /05/2010 SDC AVB *cfu/g of ml Herhaalbaarheid categorie 2 Datum Analist Resultaat 1* Resultaat 2* LOG res 1 LOG res 2 verschil LOG 19/01/2010 LS KDG /01/2010 SDC CF /02/2010 CDS MDM /02/2010 AVB HVR /02/2010 LS CDS /04/2010 KDG CF *cfu/g of ml LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

18 Herhaalbaarheid categorie 3 Datum Analist Resultaat 1* Resultaat 2* LOG res 1 LOG res 2 verschil LOG 19/01/2010 LS KDG /01/2010 SDC CF /02/2010 CDS MDM /02/2010 AVB HVR /02/2010 LS CDS /04/2010 KDG CF /05/2010 SDC AVB /05/2010 SDC AVB *cfu/g of ml Herhaalbaarheid categorie 4 Datum Analist Resultaat 1* Resultaat 2* LOG res 1 LOG res 2 verschil LOG 19/01/2010 LS KDG /01/2010 SDC CF /02/2010 CDS MDM /02/2010 AVB HVR /02/2010 LS CDS /04/2010 KDG CF /05/2010 SDC AVB *cfu/g of ml LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

19 6.2.3 Meetonzekerheid en intralabreproduceerbaarheid besmette monsters De meetonzekerheid werd bepaald conform de instructie LAB P 507 Microbiologie Schatting van de Meetonzekerheid. De resultaten zijn aanwezig in onderstaande tabel en in bijlage 3. De meetonzekerheid bedraagt 0.12 log, 0.12 log, 0.13 log, en 0.24 log, respectievelijk voor categorie 1, 2, 3 en 4. De intralabreproduceerbaarheid bedraagt 0.17 log, 0.17 log, 0.18 log en 0.19 log, respectievelijk voor categorie 1, 2, 3 en 4. Dit voldoet aan het vooropgestelde criterium van 0.47 log. LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

20 Categorie Resultaat A (kve/g of kve/ml) Resultaat B (kve/g of kve/ml) Datum Analist Matrix categorie /01/2010 LS/KDG melk /01/2010 SDC/CF melk /02/2010 CDS/MDM melk /02/2010 AVB/HVR melk /02/2010 LS/CDS melk /05/2010 SDC/AVB melk /05/2010 SDC/AVB melk /04/2010 KDG/CF melk /12/2011 CF/SV melk /12/2011 CF/SV melk categorie /01/2010 LS/KDG vleessalade /01/2010 SDC/CF vleessalade /02/2010 CDS/MDM vleessalade /02/2010 AVB/HVR vleessalade /02/2010 LS/CDS vleessalade /06/2010 ringtest paté /06/2010 ringtest paté /04/2010 KDG/CF vleessalade /12/2011 AVB/SV vleessalade /12/2011 AVB/SV vleessalade categorie /01/2010 LS/KDG spekreepjes /01/2010 SDC/CF spekreepjes /02/2010 CDS/MDM spekreepjes /02/2010 AVB/HVR geraspte wortelen /02/2010 LS/CDS geraspte wortelen /05/2010 SDC/AVB versneden groenten /05/2010 SDC/AVB versneden groenten /05/2010 SDC/AVB spekreepjes /05/2010 SDC/AVB spekreepjes /04/2010 KDG/CF pitavlees categorie /01/2010 LS/KDG kaas /01/2010 SDC/CF kaas /02/2010 CDS/MDM vlees /02/2010 AVB/HVR vis /02/2010 LS/CDS vlees /04/2010 KDG/CF kaas /04/2010 CF en MDM /04/2010 CF en MDM /05/2010 SDC/AVB kant en klaar product /05/2010 SDC/AVB kant en klaar product LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

21 7 Algemeen besluit Zowel de relatieve juistheid, herhaalbaarheid als de intralaboreproduceerbaarheid voldoen aan de vooropgestelde criteria. - De relatieve juistheid is kleiner dan I 0.35 log I. - De herhaalbaarheid bedraagt 0.22 log, 0.11 log, 0.16 log en 0.17 log, respectievelijk voor categorie 1, 2, 3 en 4. Dit voldoet aan het vooropgestelde criterium van 0.22 log. - De meetonzekerheid bedraagt 0.12 log, 0.12 log, 0.13 log en 0.24 log, respectievelijk voor categorie 1, 2, 3 en 4. De intralabreproduceerbaarheid bedraagt 0.17 log, 0.17 log, 0.18 log en 0.19 log, respectievelijk voor categorie 1, 2, 3 en 4. Dit voldoet aan het vooropgestelde criterium van 0.47 log. Indien de waarde van de intrareproduceerbaarheid kleiner is dan de herhaalbaarheid, wordt hiervoor de waarde van de herhaalbaarheid genomen. 8 Foto s van de methode Hieronder volgen enkele foto s van de methode. Opkoken van media in een waterbad. LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20

22 Uitplaten van stalen Aflezen van TBX platen LAB 00 P 180 F 003 Template validatierapport Modèle rapport de validation v /20