S DEC /49/A.21, CW Roggen A.C. / Bolt J.A. / Sikkema K C (050) /4299. p)[r /& groningen

Transcriptie

1 p)[r /& groningen S 5 Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten Postbus AP Groningen II Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer Antwoord op Bijlage Onderwerp - 6 DEC /49/A.21, CW Roggen A.C. / Bolt J.A. / Sikkema K C (050) /4299 Verdeling middelen jeugdzorg 2011 en beschikkingen BJZ, zorgaanbieders en patiëntenorganisaties en Definitief Uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2011 Geachte heer, mevrouw, (/) LU O In onderiiggende brief informeren wij u over de zorginkoop 2011, het financieel kader 2011 jeugdzorg, de subsidieverieningen 2011 aan de jeugdzorginstellingen en het definitieve Uitvoeringsprogramma Zorginkoop 2011 Bij de onderhandelingen tussen IPO en Rijk over de middelen jeugdzorg is het begrip gebruikers losgelaten. Wij hebben echter, in navolging van de IPO-Rijk deal , voor 2011 onze zorginkoop gebaseerd op de veriening van zorg aan een aantal gebruikers. Omdat er door het Rijk / IPO geen nieuwe inschatting is gemaakt van het aantal te verwachten gebruikers in 2011 baseren wij ons op het aantal verwachte gebruikers Een van de uitgangspunten van de nieuwe afspraken voor 2010 en 2011 is dat de voortdurende stijging van de vraag naar jeugdzorg (op termijn) zal worden teruggedrongen. Een andere doelstelling is efficiencyverbetering waardoor meer jeugdigen sneller geholpen worden voor hetzelfde budget Op grond van ons provinciale inkoopbeleid jeugdzorg hebben wij in 2010 een inventarisatie gedaan onder verschillende partijen met het doel zicht te krijgen op mogelijke hiaten in het jeugdzorgaanbod. Op grond van deze inventarisatie hebben wij besloten in 2011 te voorzien in nieuw zorgaanbod voor LVG ouders en hun (gezonde) kinderen. Met dit aanbod voorzien wij in een hiaat dat door BJZ is gesignaleerd en op grond waarvan LVG ouders nu middels professionele ondersteuning voor hun kind(eren) kunnen blijven zorgen in hun eigen maatschappelijke setting. Genoemd zorgaanbod wordt uitgevoerd door NOVO in samenwerking met Stichting Toevluchtsoord. De middelen die hiervoor benodigd zijn ( ) hebben wij voor 50% gedekt uit het stimuleringsfonds Zorg en voor 50% uit de middelen die Uw Staten bij amendement van 30 juni 2009 hebben samengesteld uit de vrijval van middelen uit de Tijdelijke regeling cofinanciering zorginfrastructuur, het investeringsfonds "Wonen, welzijn, zorg" en de bestemmingsreserve Stimulering zorg. 06-HB-SG-001 De provinciü Gfoningon ivarkt voigans noro'ïsn die zijn vastgeiegd m een handvest voor dienstveriening, Oit handvest vindt u op onz& website of kom u opvragen bij ds afdeiing Communicatie en Kabinet, Pubiisksvooriicliting:

2 Dekking uit de amendementgelden en het stimuleringsfonds zorg vinden wij verantwoord omdat hier sprake is van een kwetsbare doelgroep (LVG ouders) voor wie het middels inzet van de middelen mogelijk is samen met hun kind als gezin in de maatschappij te kunnen blijven fungeren. De zorgveriening wordt provinciebreed aangeboden en daarmee ook in de krimpgebieden. Middels financiering door het Zorgkantoor wordt aan de voorwaarde van cofinanciering voldaan. In onderstaand overzicht wordt per zorgaanbieder inzichtelijk gemaakt hoeveel gebruikers in behandeling worden genomen in ZA ZA Eiker structureel Eiker incidenteel CWZW structureel CWZW incidenteel PMZ 8 10 WSSP structureel 8 9 WSSP incidenteel 11 7 SGJ incidenteel 4 3 MJD Gecontracteerd ,972 Gewenst ,972 Nog te contracteren 30 0 Er moet voor 2011 nog extra zorg ingekocht worden voor 30 cliënten. Wij hebben besloten dit aantal nog niet op voorhand in te kopen, maar om deze gedurende het jaar in te kopen. Om deze eventuele extra inkoop te kunnen dekken hebben wij hiervoor een totale reservering opgenomen binnen de te verwachten uitgaven van (30 maal 6.667) op basis van de huidige te venwachten "zorgmix". Daarnaast is binnen de begroting van Eiker een bedrag van gereserveerd voor extra zorginkoop Financieel kader 2011 IPO-Rijk deal In tegenstelling tot het jaar 2010 was voor 2011 al tijdig bekend wat het financiële kader met betrekking tot de Overige taken bureau jeugdzorg en het zorgaanbod voor 2011 zou zijn. Dit is namelijk in de IPO-Rijk deal al bepaald. Ook de overige afspraken van de IPO-Rijk deal gelden voor het jaar Kern van deze overeenkomst is 1. de intensivering van eerstelijnszorg en het ontwikkelen van een referentiekader ambulante zorg met als doel stabilisatie en zelfs daling van de vraag naar geïndiceerde jeugdzorg; 2. een efficiencyverbetering van de tweedelijnszorg, waardoor meer jeugdigen sneller geholpen worden voor hetzelfde budget; 3. een verbetering van de uitstroom tweedelijnszorg, zodat jeugdigen die niet langer tweedelijnszorg nodig hebben maar wel nazorg, aansluitend zonder wachttijd worden opgevangen in de eerstelijnszorg, waardoor de druk op de tweedelijnszorg daalt.

3 4. voor de uitvoering hiervan is voor 2011 is een structureel budget beschikbaar van miljoen (waarvan Groningen 34,5 miljoen) (bedragen nog aan te passen aan de loon- en prijscompensatie 2010 c.q. 2011). 5, de inzet is dat jeugdigen binnen 9 weken geholpen worden. Langer wachten kan als dat volgens BJZ voor de betreffende jeugdige verantwoord is. De subsidieverieningen 2011 zijn in de geestvan bovengenoemde punten tot stand gekomen. Overigens merken wij op dat wij op dit moment nog geen formele bijstellingen van de beschikkingen rijksdoeluitkeringen over 2010 hebben ontvangen. De in onze berekeningen opgenomen bedragen zullen naar verwachting nauwelijks afwijken van de feitelijk te ontvangen rijksdoeluitkering. Een uitzondering hierop is de bijstelling van de uitkering Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. Claim Ministerie van Justitie Zoals wij u al hebben geïnformeerd heeft het Ministerie van Justitie aangekondigd een claim neer te leggen met betrekking tot de ontvangen doeluitkeringen Jeugdbescherming 2005 t/m Volgens het Ministerie heeft Groningen over deze jaren te hoge bedragen ontvangen. Justitie is van mening dat de provincie ten aanzien van Voorlopige Voogdij en OTS korter dan 1 jaar een andere afrekeningssystematiek had moeten toepassen. Wij hebben bij brief van 14 september 2010 op verzoek van Justitie aanvullende informatie verstrekt en hebben tot op heden formeel nog geen reactie van Justitie hierop vernomen. De wijze waarop het Ministerie van Justitie de uitkeringen vanaf 2005 wenst te berekenen heeft ook invloed op de jaren vanaf 2010 en Voor 2010 hebben wij berekend dat de doeluitkering Justitie lager zal zijn dan in onze berekeningen is opgenomen. Dit bedrag kunnen wij, op grond van met BJZ gemaakte afspraken, niet in mindering brengen op de subsidie BJZ. Bij de Integrale Bijstelling 2010 hebben wij u al geïnformeerd over het risico van de claim van Justitie, dat het bedrag 2010 onderdeel is van de post weerstandsvermogen en dat deze is opgenomen in de risicoparagraaf. Voor 2011 hebben we èn de doeluitkering èn de subsidie aan BJZ volledig gebaseerd op door het Ministerie gewenste berekeningswijze. Dit betekent dat BJZ naar verhouding in 2011 minder subsidie zal ontvangen. Overigens wordt BJZ voor deze inkomstenvermindering voor de jaren 2011 t/m 2013 nog gedeeltelijk door ons gecompenseerd in de vorm van een bedrag voor frictiekosten. Hierover zullen we u hieronder nog nader informeren. Verwachte reserve jeugdhulpverlening ultimo 2010 Bij de bepaling van de omvang van het financiële kader 2011 zijn wij uitgegaan van een verwachte reserve jeugdhulpveriening per 1 januari 2011 van In deze verwachte reserve is geen rekening gehouden met een eventuele claim van het Rijk zoals wij deze bovenstaand hebben beschreven omdat wij een claim voor 2010 als onderdeel van de post weerstandsvermogen hebben opgenomen. Zodra de claim van het Rijk definitief zal worden opgelegd zullen wij in eerste instantie binnen bestaande budgetten zoeken naar dekking. De stand van de reserve jeugdhulpveriening ad moet dan ook worden gezien ais een indicatie. Meerjarenperspectief 2011 t/m 2014 Ons vertrekpunt is steeds geweest dat de Rijksmiddelen in principe toereikend zouden moeten zijn, In dat kader is het interessant om te kijken hoe op basis van

4 het huidige financiële kader , uitgaande van een geliikbliivende vraag, en de hoogte van de doeluitkering 2011 conform afspraak Ministerie Jeugd en Gezin en IPO het financiële perspectief er voor de langere termijn uitziet incl incl incl incl Verwacht Tekort (-)/Overschot () , Inzet provinciale middelen Structureel , Incidenteel Totaal , Op basis van de huidige inzichten en bij gelijkblijvende vraag is het de venwachting dat de uitgaven vanaf 2011 voor het overgrote deel gedekt kunnen worden met rijksmiddelen. Overschot 2011 Uit de gegevens over 2011 blijkt dat er een overschot wordt verwacht van 5.281, Dit kan als volgt worden gespecificeerd: Te verienen subsidies Reserveringen Totaal benodigd Verwachte inkomsten Rijksmiddelen Provincie - structureel Provincie - incidenteel Inzet reserve jeugdhulpveriening Totaal beschikbaar , Overschot Het bovengenoemde bedrag aan 'reserveringen' ad 431,821 is opgebouwd uit: - Reservering zorginkoop / pleegoudervergoeding 250,000 - Reservering t,b,v. Bureau Jeugdzorg Reservering voor landelijke kosten Reservering voor provinciale kosten Totaal In 2010 hebben provincies en de stedelijke regio's Amsterdam, Rotterdam en Haaglanden (verenigd in het IPO) besloten de 10% regeling voor buitenprovinciale plaatsingen per 1 juli 2010 stop te zetten. Als gevolg hiervan dienen provincies zelf te betalen voor jeugdigen die buiten de provincie van zorg worden voorzien. De provincie Groningen heeft in 2010 besloten de periode tot 31 december 2010 te gebruiken als overgangsperiode en vanaf 1 januari 2011 een nieuwe regeling in het leven te roepen voor de uitwisseling van jeugdzorgcliënten. U wordt binnenkort over deze nieuwe regeling geïnformeerd. Om een inschatting te maken van de buitenprovinciale cliëntstromen hebben wij over de periode 1 januari 2010 tot en met 1 september 2010 gemonitord hoeveel cliënten er vanuit andere provincies in Groningen worden geplaatst en vice versa. Op basis van de door Bureau

5 Jeugdzorg Groningen en de zorgaanbieders aangeleverde informatie zijn wij tot de volgende conclusies gekomen: - er maken meer jeugdigen afkomstig uit andere provincies gebruik van het Groninger zorgaanbod dan dat er Groningse jeugdigen gebruik maken van het zorgaanbod buiten de provincie Groningen, - het overgrote deel van de buitenprovinciale stromen vindt plaats tussen de provincie Groningen en de provincies Drenthe en Friesland. Inkomsten en uitgaven die voortkomen uit de nieuwe regeling worden toegevoegd cq onttrokken aan de reserve zorginkoop Op dit moment heeft het Rijk voor 2010 nog niet definitief bepaald welk percentage ze voor 2010 betaalbaar stelt en of dit structureel of incidenteel van karakter zal zijn. Wel hebben wij op grond van ambtelijke informatie vernomen dat het Rijk voornemens is voor 2010 een structurele van 1,75% uit te keren en de beschikkingen hiertoe medio december 2010 aan de provincies te zenden. Wij hebben op grond van deze informatie besloten tot doorbetaling van 1% 2010 in de subsidies voor Het bedrag dat hiermee gemoeid gaat bedraagt in totaal Op deze manier bieden wij de jeugdzorginstellingen, in afwachting van het definitieve besluit van het Rijk, enige continuïteit in hun loonkosten. Wij nemen deze doorbetaling veiligheidshalve op in de provinciale risicoparagraaf. Subsidieverleningen jeugdzorginstellingen BJZ Bij brief van 30 juni 2009 hebben wij BJZ voor de jaren 2010 t/m 2012 de volgende bezuinigingen opgelegd. 2010: Taakstelling minus incidentele kosten is besparing ,-, 2011: Taakstelling minus incidentele kosten is besparing , : Taakstelling minus incidentele kosten is besparing ,--. In de begroting 2011 bezuinigt BJZ een structureel bedrag van ten opzichte van 2009, Hiermee realiseert BJZ in 2011 ook meteen de taakstelling voor 2012 en bezuinigt zelfs nog 50,690 meer dan opgelegd. Van de incidenteel toegekende middelen om de bezuiniging te kunnen realiseren heeft BJZ alleen voor 2011 nog nodig. Hierbij vermelden wij dat een bedrag van die wij BJZ ook voor 2011 en 2012 incidenteel hebben toegekend structureel van karakter is geworden in verband met de werkzaamheden voor indicatiestelling PGB, BJZ hanteert in 2011 versneld voorde jeugdbescherming en jeugdreclassering de rijkstarieven en voldoet hiermee eerder aan de voorwaarde die wij hen hebben opgelegd met onze bezuinigingen 2010 t/m Wij financieren voor 2011 de Toegang, de Jeugdbescherming en de Jeugdreclassering en het AMK op basis van reëel verwachte activiteiten. Voor de Toegang kennen we in vergelijking met 2010 in totaal een groei toe van , Deze groei wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een toename van activiteiten voor een bedrag van en een extra bedrag voor de formatie beleidsinformatie van 71,000. Voor het AMK wordt minder subsidie verieend door een afname in de productie. De totale subsidie voor het onderdeel Jeugdbescherming en Jeugdreclassering is lager dan in Dit wordt veroorzaakt door

6 enerzijds een lagere productie en anderzijds het hanteren van de rijkstarieven. In verband met de neerwaartse wijziging in de (rijks)subsidiering bij de Jeugdbescherming hebben wij besloten BJZ voor de jaren 2011 t/m 2013 te compenseren voor de inkomstenvermindering. Voor 2011 bedraagt de compensatie ,-. In lijn met 2010 doteren wij ook in 2011 een bedrag van ,- aan het eigen vermogen van BJZ opdat het weer een gezonde organisatie kan worden. Ten slotte ontvangt BJZ voor 2011 in totaal nog ,- aan incidentele middelen. Deze middelen houden voor ,-verband met het project Zorg voor Jeugd Groningen dat in 2010 van start is gegaan en zijn voor 30,000,- bestemd voor training van medewerkers in het kader van veiligheidsbeleid en risico-inventarisatie. Binnen onze reserve jeugdhulpveriening hebben wij een bedrag van ,- gereserveerd voor flexwerken en telewerken. Aan de hand van een plan van aanpak huisvesting zullen wij besluiten deze middelen te verienen. De subsidie aan het BJZ bedraagt maximaal ,-. Eiker De subsidie aan Eiker is in 2011 met bijna ,- veriaagd ten opzichte van Dit wordt veroorzaakt door de 2010 van 1,2%, waarvan slechts 1 % wordt doorberekend naar De incidentele middelen van in totaal ,- worden ingezet voor pleegzorg (ongeveer ,-) en ,-voor ambulante trajecten. Eiker dient ,- te reserveren voor het voorzien van zorg aan cliënten die langer dan 9 weken wachten op aanvang zorg. Over de aanwending hiervan worden voor 1 juli 2011 definitieve afspraken gemaakt. De subsidie aan Eiker bedraagt in 2011 maximaal ,-- Het aantal gebruikers dat hiervoor van zorg zal worden voorzien bedraagt Ten opzichte van de beschikking 2010 betekent dit een uitbreiding met 8 gebruikers. CWZW Noord De subsidie aan CWZW Noord is in 2011 met ruim 7.000,- veriaagd ten opzichte van 2010 en bedraagt voor het jaar 2011 maximaal ,-. Dit wordt veroorzaakt door de 2010 van 1,2%, waarvan slechts 1% wordt doorberekend naar Afgesproken is dat CWZW Noord in 2011 totaal 290 gebruikers van zorg zal gaan voorzien evenveel als in PMZb De subsidie aan PMZb is in 2011 niet gewijzigd ten opzichte van 2010 en bedraagt voor het jaar 2011 maximaal ,-. Het aanbod van PMZb dat uit de doeluitkering provinciale jeugdzorg wordt gesubsidieerd omvat momenteel 8 plaatsen residentiele specialistische hulpveriening. Sinds 2008 is door u benadrukt dat de provincie van de Stichting Pleeg-Maat-Zorg Boerderijen meer zekerheid wenst ten aanzien van de inhoudelijke en financiële continuïteit om de financiële en kwalitatieve risico's te beperken. In 2009 is de capaciteit van de Stichting Pleeg-Maat-Zorg Boerderijen met 2 plaatsen uitgebreid onder de voorwaarde dat de Stichting Pleeg-Maat-Zorg Boerderijen nauw gaat samenwerken met een financieel sterke partner, In 2008, 2009 en 2010 heeft de instelling met verschillende potentiële samenwerkingspartners gesproken, maar deze gesprekken hebben niet tot samenwerkingsafspraken geleid.

7 In uw brief van 29 juni 2010 (kenmerk /26/A, CW) hebt u aangekondigd dat de subsidierelatie met de Stichting Pleeg-Maat-Zorg Boerderijen met ingang van 1 januari 2011 zal worden afgebouwd. Het hierop door de instelling ingediende bezwaar is door u, na behandeling in de Commissie rechtsbescherming, ongegrond verklaard. In de subsidiebeschikking 2010 is vastgelegd dat met ingang van 1 januari 2011 zal worden gestart met de afbouw van de subsidie aan de Stichting Pleeg-Maat- Zorg Boerderijen indien de beoogde samenwerking in 2010 niet tot stand komt. Ten aanzien van de afbouw bent u bereid een termijn in ogenschouw te nemen waarbij pas bij vertrek van een bewoner na 1 januari 2011 de vrijkomende plek niet meer wordt gefinancierd. De continuïteit van de zorg aan de huidige bewoners is hiermee gewaarborgd zolang zij in de instelling verblijven. Hierbij staat de kwaliteit van de zorg voorop. In overieg met de Inspectie Jeugdzorg dient de instelling bij vertrek van de eerste en elke daaropvolgende cliënt te bepalen of de kwaliteit van de zorg binnen de instelling nog gewaarborgd is en u daarover te informeren. Indien de kwaliteit van de zorg bij het wegvallen van door de provincie gefinancierde plaatsen niet langer gewaarborgd is, zal in overieg met de instelling en Bureau Jeugdzorg Groningen nadere afspraken worden gemaakt over de herplaatsing van de resterende cliënten. Hierbij zal er tevens aandacht zijn voor de financiële afwikkeling van de subsidie. Dit alles betekent dat in 2011 maximaal aan 8 gebruikers zorg kan worden verieend. MJD MJD is een nieuwe zorgaanbieder die voor het tweede jaar subsidie ontvangt voor jeugdzorggerelateerde producten. De subsidie is t.o.v gestegen met ,- tot ,- in 2011, MJD zal in 2011, samen met de overiopende middelen uit 2010, hiervoor 102 ambulante trajecten uitvoeren. Dat is 70 gebruikers meer dan in WSSP De hoogte van de subsidie 2011 is ten opzichte van 2010 gestegen met bijna 7.000,- en bedraagt voor 2011 maximaal ,-. De WSSP zal hiervoor 19 gebruikers van zorg voorzien, dat is 3 meer dan volgens de beschikking SGJ De hoogte van de subsidie 2011 is niet gewijzigd ten opzichte van 2010 en bedraagt voor 2011 maximaal ,-. Het aantal gebruikers bedraagt in Stichting Zorgbelang Wij financieren Stichting Zorgbelang voor de onafhankelijke collectieve belangenbehartiging van de jeugdzorg met het doel de positie van de cliënt in de jeugdzorg te versterken. Hiervoor stellen wij in 2011 subsidie beschikbaar van maximaal ,-. Basis voor de financiering vormt het werkplan en begroting 2011 voor de collectieve belangenbehartiging van cliënten in de jeugdzorg. Daarnaast financieren wij Stichting Zorgbelang voor de Vertrouwenspersoon in de reguliere jeugdzorg. De vertrouwenspersoon, een wettelijke functie in het kader van de Wet op de Jeugdzorg, biedt informatie, advies en ondersteuning aan cliënten bij klachten over de provinciaal gefinancierde instellingen voor de jeugdzorg. Wij stellen hiervoor een subsidiebedrag beschikbaar van maximaal ,-.

8 Stichting Pleegwijzer Stichting Pleegwijzer behartigt als onafhankelijke stichting de individuele en collectieve belangen van de pleegouders in de provincies Groningen en Drenthe. Basis voor de financiering vormt het werkplan en de begroting van de Stichting. Voor 2011 stellen beide provincies maximaal ,- beschikbaar. Ons aandeel inde kosten bedraagt ,-inclusief accres 2011 (1,5%). Stichting Minderjarigen Noord Nederland (SMN) De Stichting SMN behartigt als onafhankelijke stichting de belangen van de (minderjarige) cliënten van de jeugdzorg van de drie noordelijke provincies. We beschouwen de SMN als aanvulling op de collectieve en individuele belangenbehartiging van jeugdzorgcliënten door Stichting Zorgbelang Groningen, Voor 2011 stellen wij maximaal 4.781,- subsidie beschikbaar inclusief 1,5% accres Stichting NOVO Uit de inventarisatiefase van ons inkoopbeleid in 2010 is gebleken dat binnen de jeugdzorg aanbod wordt gemist voor LVG-ouders en (gezonde) kinderen. Wij hebben hiertoe jeugdzorgaanbieders uitgenodigd op dit zorgaanbod in te schrijven. Op basis van de gestelde voorwaarden stellen wij aan NOVO/Toevluchtsoord hiervoor in subsidie ter beschikking. Risico's Evenals in 2010 bevat het jeugdzorgdossier de nodige risico's. Deze risico's zijn ten opzichte van 2010 op een aantal onderdelen gewijzigd, soms in positieve, soms in negatieve zin. In paragraaf weerstandsvermogen van de bestuuriijk documenten wordt u geïnformeerd over de risico's ten aanzien van de Jeugdzorg. Bij de jaarrekening 2010 zullen wij de paragraaf weerstandsvermogen actualiseren. Voor de verwerking in de jaarrekening 2010 zal aansluiting worden gezocht bij het onderzoek van Ernst & Young Accountants ten aanzien van het minimaal benodigd weerstandsvermogen. Hierbij dient in eerste instantie het risico te worden opgevangen binnen het betreffende programma. Pas op het moment dat blijkt dat geen ruimte is binnen het programma kan het weerstandsvermogen worden aangesproken. Uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2011 Bij brief van 28 september 2010 hebben wij u geïnformeerd over de vaststelling van het ontwerp uitvoeringsprogramma jeugdzorg Wij hebben het uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2011 op basis van bovenstaand financieel kader en de subsidieverieningen 2011 nu definitief vastgesteld en hebben conform de Wet op de Jeugdzorg een exemplaar van het definitieve uitvoeringsprogramma aan het Rijk gezonden. Wij zenden de leden van de commissie Welzijn, Cultuur en Sociaal Beleid een exemplaar van het definitieve uitvoeringsprogramma. Voorde overige leden van uw Staten ligt een exemplaar ter inzage in de Statenkast. Ten slotte Net zoals afgelopen jaar blijven wij uw Staten in 2011 actief informeren over de voortgang in de jeugdzorg. Dit zullen wij mondeling doen, maar ook door middel van het beschikbaar stellen van de kwartaalrapportages van de jeugdzorginstellingen en het twee keer per jaar uitbrengen van een voortgangsrapportage jeugd. Dit doen wij in 2011 na het verschijnen van de 4^ kwartaalrapportage 2010 en de 2* kwartaalrapportage 2011.

9 Wij vertrouwen u hierbij voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen: voorzitter. secretaris.