VRAGEN NR Haarlem, 20 december Onderwerp: Vragen van mw. C. Boelhouwer (SP)

Transcriptie

1 VRAGEN NR. 126 Haarlem, 20 december 2005 Onderwerp: Vragen van mw. C. Boelhouwer (SP) De voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland deelt u overeenkomstig het bepaalde in artikel 45 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van Provinciale Staten mede, dat op 24 november 2005 van het lid van Provinciale Staten, mw. C. Boelhouwer, de volgende vragen bij Gedeputeerde Staten zijn ingekomen. Vragen 1. Bureau Jeugdzorg Noord-Holland heeft de aanbevelingen van het inspectierapport naar aanleiding van de Zaak S van de Provincie in haar beleid door moeten voeren. In verband hiermee zijn GS en PS van mening, dat het Deltaplan voor de jeugdzorg in Noord-Holland versneld moet worden ingevoerd. Dit plan houdt o.a. in dat een gezinsvoogd meer tijd voor een kleiner aantal pupillen heeft. Op zich een goed idee, echter voor de 'moeilijke doelgroep' van jongeren met een gedragsstoornis zal het beschikbaar komen van meer tijd niet direct bijdragen aan verbetering van de situatie waarin veel van deze jongeren verkeren, immers het aantal instellingen voor deze groep is beperkt. Hoe garandeert de Provincie dat Bureau Jeugdzorg NH met de invoering van dit Deltaplan betere zorg ook aan deze groep verleent? 2. Stichting Misplaatst schrijft in haar brief behoefte te hebben aan een Meldweek Jeugdzorg. In april van dit jaar stelde de SP iets dergelijks voor aan PS en het antwoord was: vinden we niet nodig. Bent u bereid, nu het houden van een meldweek ook vanuit de samenleving wordt gepropageerd, iets dergelijks te organiseren voor PS (noem het voor mijn part de Week van de -telefonische- dialoog over Jeugdzorg)? 3. Zo nee, waarom niet? Feitelijk zou een dialoog (meldweek) toch standaard deel moeten uitmaken van de rapportages die we van tijd tot tijd over de Jeugdzorg krijgen. Een meldweek is bij uitstek een controlemiddel en controleren doen we toch? Als u dat niet met mij eens bent, graag uitleggen. 4. Provincie NH is bij de Wet op de Jeugdzorg verantwoordelijk voor het leveren van de zorg waarvoor BJZ de indicatie stelt. Er is mij (en u sinds gisteren ook overigens) een casus bekend waarin ruim een jaar geleden duidelijk werd dat een jongere (cliënt van Bureau Jeugdzorg) specifieke behandeling behoefde die binnen de provincie NH niet aanwezig is. Hierdoor en vanwege de wachtlijst bij de zorgaanbieder die de benodigde zorg wel kan leveren (landelijke achterwacht De Hoenderloo-Groep), is betrokkene het afgelopen jaar verstoken gebleven van enige vorm van hulp. Zelfs de ZMOKschool zat met de handen in het haar omdat ook daar de benodigde hulp niet kon worden aangereikt. De ouders hebben vervolgens een Persoonsgebonden Budget (PGB) aangevraagd in de hoop dat zij daarmee zelf de noodzakelijke "wachtlijstoverbruggende zorg" zouden kunnen inkopen. Na overleg met CIZ en Zorgkantoor werd duidelijk dat zij - ten gevolge van de Wet op de Jeugdzorg - geen gebruik kunnen maken van AWBZ-zorg. Vervolgens hebben zij bij de gezinsvoogd aangedrongen te onderzoeken welke vorm van overbruggende zorg mogelijk is om te voorkomen dat hun kind afglijdt naar het criminele circuit. Betrokken gezinsvoogd reageerde hierop d.m.v. een bericht met daarin de volgende tekst: Ik kan uw kind niet indiceren voor de hulpvraag zoals die is gesteld om de eenvoudige reden dat binnen BJZ geen geld beschikbaar is voor deze vorm van hulpverlening. In de Cie van vanochtend heb ik u gevraagd of dit inderdaad zo is en waarom er in zo n geval 1

2 (wachtlijst voor bepaalde instelling) niet voor een dergelijke (AWBZ) tussenoplossing wordt geopteerd. Ofwel, waarom die starre houding, want daar is toch niemand mee geholpen? De gedeputeerde zei toen: voor AWBZ-zorg bestaat ook een wachtlijst, dit had dus ook niet geholpen. Kan ik de cijfers krijgen van deze wachtlijsten? 5. Bent u met mij eens dat de houding van Bureau Jeugdzorg in deze blijkens de reactie van één van haar medewerkers per mail niet getuigt van willen meedenken in de casus? 6. Zo ja, denkt u dat een en ander verholpen is met het overnemen van de aanbevelingen uit het inspectierapport? 7. Als dat laatste niet het geval is, graag uitleggen en de vervolgvraag: wat gaat u er aan doen? 8. Hoe denkt de provincie het gat te dichten tussen het moment van indicatiestelling voor een vorm van zorg waar een wachtlijst voor bestaat en het moment waarop deze zorg werkelijk beschikbaar komt? De gedeputeerde zei vanochtend tegen mij: u heeft gelijk, er is nog steeds een probleem. Punt. Mijn vraag nu: gaat u nog iets aan dat probleem doen? Ik bedoel: de provincie is verantwoordelijk voor de jeugdzorg in NH. Op dit moment is de jeugdzorg niet okay, dat gaf u toe, maar dan zou de volgende stap toch moeten zijn: ik ga het aanpakken? IJzer valt niet te breken, maar u kunt wel een poging wagen natuurlijk. Een verzuchting alleen is te gemakkelijk. Graag uitleg. 9. In het stuk van vanochtend over de voortgang van het toepassen van de aanbevelingen van de inspectie staat ook iets over het toetsingsteam. Mevrouw Brakel, de inspreekster, schetste een specifiek geval. Namelijk een OTS (ondertoezichtstelling) waarbij men volstrekt voorbij ging aan wat de ouders vonden en waarbij men ook onrecht deed aan wat de ouders tot dan toe gedaan hadden. Kunt u mij geruststellen en zeggen dat, gezien wat genoemd stuk vertelde over het toetsingsteam dit soort zaken, voortaan niet meer kunnen voorkomen. 10. Zo nee, graag uitleg en tevens hoor ik dan graag wat u er aan gaat doen? 11. Het project LINK (Leren in Naschoolse Kaders) dat wegens het dichtdraaien van de subsidiekraan per december 2004 werd opgeheven, bood goede opvang voor o.a. de jongeren die gebruik maken van het Haarlemse ZMOK-onderwijs. Waarom kreeg Link geen subsidie meer? 12. Volgens de inspreekster voldeed genoemd project nogal, bent u bereid een alternatief te ontwikkelen, dan wel te laten ontwikkelen? 13. Zo nee, waarom niet? 14. Op de website van Transferium (een project van JZ-instelingen in NH) staat dat behandeling alleen kan plaatsvinden wanneer sprake is van een OTS. Echter, vanuit het Ministerie wordt aangegeven dat een OTS niet per definitie een voorwaarde zou moeten zijn voor hulpverlening in een besloten setting. Wie zit hier fout en bent u bereid degene die heeft gefaald op zijn fout te wijzen? 15. Het tijdschrift 0 25, uitgave november 2005, publiceert een artikel waarin hoogleraar opvoedkunde Jo Hermanns de volgende uitspraak doet: "Jongeren met ongewenst gedrag worden vaak nog vervelender als ze worden afgezonderd van doorsneeleeftijdgenoten en in een groep gezet met andere probleemjongeren. Dit zou ook in het Transferium, immers daar worden ze ook bij elkaar gezet, kunnen gebeuren. Of kan dat niet? Graag uitleg 16. Is voor de jongeren die op dit moment op civiele titel in JJI De Doggershoek verblijven een plek gereserveerd in Transferium? 17. Zo ja, om hoeveel jongeren gaat het hier? 18. Zo nee, waarom niet? 2

3 19. Hoeveel kinderen/jongeren staan op dit moment bij Bureau Jeugdzorg NH op de wachtlijst voor een plaats in Transferium? 20. Worden ouders/cliënten in de gelegenheid gesteld mee te denken bij de uitvoering van het provinciale jeugdbeleid in het algemeen en bij de uitvoering in 2006 van het projectplan Transferium in het bijzonder? 21. Zo nee, waarom eigenlijk niet? Ons antwoord aan Provinciale Staten luidt als volgt: 1. Het Deltaplan behelst een methodiek van werken voor gezinsvoogden en houdt tevens in dat de case-load voor gezinsvoogden wordt verminderd. Daarmee ziet het tevens op de kwaliteit van de zorg. Het Deltaplan kan geen oplossing bieden voor tekorten in capaciteit van zorginstellingen die een aanbod hebben voor jongeren die tot de door u genoemde moeilijke doelgroep behoren. 2. Concreet vraagt u ons een meldweek te organiseren terwijl de staten dat niet nodig vinden. Uiteraard kunnen PS indien daar alsnog een behoefte aan ontstaat hier alsnog toe besluiten. 3. Zie beantwoording vraag Wij spreken regelmatig met de zorgkantoren over knelpunten in de jeugd-ggz en ook over de registratie van wachtlijsten in deze sector. Door de wijze van registreren door de zorgkantoren en de indeling in regio s hebben zij ons nog geen bruikbare recente gegevens over de wachtlijsten voor jeugd kunnen leveren. Dit (landelijke) probleem is helaas niet op korte termijn op te lossen. 5. Over vermeende uitspraken van medewerkers van Bureau jeugdzorg over individuele zaken geven wij geen oordeel. 6. Zie antwoord vraag Zie antwoord vraag Een probleem is en blijft de totale capaciteit jeugdzorg. Er is een toenemende vraag naar zorg. Ondanks de uitbreiding van het zorgaanbod, waar de rijksoverheid maar ook provinciale staten dit jaar extra middelen voor beschikbaar hebben gesteld, blijft de capaciteit van de jeugdzorg, maar ook de door de AWBZ of het ministerie van Justitie gefinancierde zorg, niet voldoende om alle hulp op korte termijn te kunnen bieden. Er zijn tussen het Bureau Jeugdzorg en de Noord-Hollandse zorgaanbieders werkafspraken gemaakt over de overdracht én het, voor zover dat binnen de mogelijkheden van de zorgaanbieder ligt, verlenen van enige vorm van hulp op het moment dat de geïndiceerde zorg nog niet beschikbaar is. Ook hiermee zal helaas nog niet volledig kunnen worden voldaan aan de behoefte aan zorg. De afspraken zullen begin 2006 geïmplementeerd worden. 3

4 9. De resultaten van de werkzaamheden van het toetsingsteam zijn nog niet bekend. Wij kunnen geen algemene uitspraken doen op grond van individuele zaken. Zoals u bekend is besluit rechter tot OTS en de opheffing daarvan. Wij onthouden ons van oordelen over rechterlijke beslissingen. 10. Zie beantwoording vraag Het project Link ontving van de provincie tijdelijke subsidie. We hebben de uitvoerder van het project de verplichting opgelegd zich in te spannen voor structurele financiering. Toen bleek dat er, tegen verwachting, niet op subsidie van de gemeente Haarlem gerekend kon worden heeft de uitvoerder, overigens zonder overleg met ons, het project gestopt. Het ontwikkelen van een alternatief voor deze vorm van niet geïndiceerde zorg is in eerste instantie de taak van de betrokken instellingen en de gemeente Haarlem. Op 9 december 2004 heeft het statenlid van de PvdA, mevrouw Akkaya, ons dezelfde vraag gesteld. Wij verwijzen verder naar onze beantwoording van deze vragen van 11 januari Wij achten dit in eerste instantie de taak van de betrokken instellingen en de gemeente Haarlem. 13. Zie beantwoording vraag Op dit moment wordt met het ministerie van VWS gepraat over het realiseren van een mogelijkheid van gesloten behandeling voor jeugdigen met een civielrechtelijke OTS buiten de JJI s. Hiervoor is wetswijziging noodzakelijk want de Wet op de jeugdzorg biedt deze mogelijkheid nu nog niet. In hoeverre de wet zo wordt aangepast dat ook jongeren zonder een OTS-maatregel gesloten in de jeugdzorg kunnen worden behandeld is nog niet bekend Zolang het voor jeugdigen gezien hun problematiek noodzakelijk is dat zij korte tijd gesloten worden behandeld, is het onvermijdelijk dat zij in die periode niet of nauwelijks in contact komen met doorsnee-leeftijdsgenoten. Voor het geschetste probleem is vooralsnog geen andere oplossing voorhanden dan een zo kórt mogelijke tijd gesloten behandelen. 16. Het is de bedoeling dat jongeren, die civielrechtelijk in de Doggershoek verblijven, na een korte screening zoveel mogelijk in het Transferium worden geplaatst. Er is geen sprake van het reserveren van plaatsen. 17. Er is in het plan voor Transferium rekening gehouden met 48 plaatsen. Deze zullen afhankelijk van de middelen die de rijksoverheid ter beschikking stelt gefaseerd gerealiseerd worden. 18. Zie beantwoording vraag Geen. Er is nog geen Transferium. 4

5 20. Op dit moment worden nog besprekingen gevoerd met het ministerie van VWS over het projectplan Transferium. Waarschijnlijk wordt de gesloten behandeling in de jeugdzorg de komende jaren uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van het ministerie van VWS. De wet op de jeugdzorg biedt de mogelijkheid aan cliëntenorganisaties te reageren op het ontwerp van het provinciaal beleidskader. De Nederlandse Vereniging van Pleegouders (NVP) is als enige organisatie formeel gevraagd te reageren op het Uitvoeringsprogramma jeugdzorg Hier is geen gebruik van gemaakt. Andere cliëntenorganisaties zijn ons niet bekend. Wel zijn er bij de jeugdzorginstellingen cliëntenraden. 21. Zie beantwoording vraag 20 5

6 Titel:PS-vraag 126: Boelhouwer over jeugdzorg Datum: Nummer:126 6