De vergadering wordt geopend door de voorzitter. Er is geen aanleiding om de agenda te wijzigen.

Transcriptie

1 Verslag adviesraad Sociaal Domein Datum : 21 februari Aanvang : uur. Aanwezig: dhr. M.H.A. Hazebroek (voorzitter), mw. E.A.C. Meurs-Merks, dhr. L.W. Hol, mw. E.M. Kamphuis, mw. M. Dijks, dhr. G.C.M. Koster, dhr. J. Kloek, mw. D. Thuis, mw. H. van Dijk, mw. A. Overvoorde, mw. J. Spaans, dhr. B. Contant (namens Sportraad Rijswijk voor agendapunt 2), dhr. L. Stijl (namens Sportraad Rijswijk voor agendapunt 2), dhr. J. den Hartogh (beleidsmedewerker gemeente) en dhr. R. van Wijk (secretaris). Afwezig : mw. A. van Laar en mw. E. Wesselingh. 1. Opening. De vergadering wordt geopend door de voorzitter. Er is geen aanleiding om de agenda te wijzigen. 2. Kennismaking met de voorzitter en een lid van de Sportraad. (toelichting : dhr. B. Contant en dhr. L. Stijl) Bij de stukken hebben de leden hand-outs ontvangen, waarin onder meer is opgenomen wat het doel van de Sportraad is, de uitdagingen, de ambities en het beleid. De heer Contant is betrokken geweest bij het tot stand brengen van de nota sport en bewegen. Deze nota wordt door het College als leidraad gehanteerd. De oprichting van een Sportraad is een van de eerste acties die voortkomen uit de gemeentelijke nota sport en bewegen. Een belangrijk item is in deze sport en gezondheid. Vanuit die basis vindt de Sportraad het van belang samenwerking te zoeken, zoals onder andere met de adviesraad sociaal domein. In de Sportraad zijn leden van verschillende sportverenigingen vertegenwoordigd. Momenteel bestaat de Sportraad uit 7 leden. Er zijn nog enkele plekken beschikbaar. Dhr. Contant meent dat de Sportraad en de adviesraad een gezamenlijk belang heeft en zoekt daarom de betrokkenheid van de adviesraad. Dhr. Contant nodigt de leden uit tot het stellen van vragen. Mw. Overvoorde brengt het buurthuis van de toekomst ter sprake. Dhr. Contant wil die term liever niet gebruiken. Wel is er voorstander van om de accommodaties breder in te zetten. Mw. Overvoorde verwijst naar de relatie met welzijnstaken. Daarbij speelt dat de rol van vrijwilligers steeds belangrijker wordt. Dhr. Contant vindt echter dat ook de inzet van professionals belangrijk is. Mw. Overvoorde vraagt naar het contact met mensen met een beperking. Is deze groep onderdeel van het geheel of is dit een aparte groep. Dhr. Contant antwoordt dat beide het geval kan zijn. Niet iedere sport leent zich voor deelname van mensen met een beperking. Mw. Dijks noemt de gehandicaptensport. Bij sommige sporten zijn aanpassingen nodig om toch regulier te kunnen meedoen. Mw. Thuis vraagt zich af of je zelf moet sporten om deel uit te kunnen maken van de sportraad. Volgens dhr. Contant is dat niet nodig, maar betrokkenheid bij sport is wel een voorwaarde. Mw. Thuis neemt een speeltuinvereniging als voorbeeld. Past dat ook in dit kader. Dhr. Contant geeft aan dat het feitelijk gaat om bewegen en gezondheid als kern van het verhaal. Veel verenigingen zijn gericht op het eigen logo. Het is van belang te verbinden en gebruik te maken van elkaars expertise. 1

2 Mw. Thuis legt aan de leden voor wat nu eigenlijk de visie is op wat gezond is. Moet dan gedacht worden aan voeding? Dhr. Contant noemt als voorbeeld een rookvrije en een gezonde kantine. Daarop zou een vereniging op aangesproken moeten worden. Ook voor de gemeente ligt hier een rol. Dhr. Koster wijst op de diversiteit van de bevolking. Niet elke groep wil meedoen aan sport. Dhr. Contant erkent dat jongeren moeilijk vast te houden zijn bij een vereniging. De invloed van de ouders is groot. Hij vindt dat de toegang tot sportactiviteiten laagdrempeliger zou moeten. Hij denkt daarbij aan het invoeren van een opstappas. Het blijkt dat sommige jeugdigen zich niet zo verbonden voelen met een vereniging. De voorzitter legt de vraag voor wat de adviesraad hier kan betekenen. Dhr. Den Hartogh koppelt hier de vraag aan of bewegen en sport onder de reikwijdte van de adviesraad valt. Hij adviseert daar nog eens over na te denken. Dhr. Koster ziet wel wat in de laagdrempelige toegang. In dit kader wordt het gebruik van de ooievaarspas genoemd. Het motto is dat we staan voor alle Rijswijkers. De voorzitter stelt dat bij het bespreken van onderwerpen in relatie met sport ook gedacht kan worden aan de inbreng van de Sportraad. Op dit moment is de Sportraad bezig met het uitwerken van de nota en daarbij zal samenwerking inbegrepen zijn. De voorzitter sluit af met de constatering dat we ons bewust zijn van de gezamenlijke onderwerpen. De geplande bijeenkomst sport en gezondheid voor eind maart 2019 is vooralsnog geannuleerd. 3. Hoe kunnen wij de burger bereiken? (tips en suggesties) In zijn inleiding stelt de voorzitter een aantal vragen. Wat leeft er in de samenleving? Hoe kom je in contact met je doelgroep? Signalen worden gevoegd door het eigen netwerk en daarnaast zijn er de eigen ervaringen. Maar blijft de kernvraag : hoe kunnen wij de burger bereiken? Mw. Thuis stelt eerst aan de orde of wij momenteel de burger momenteel bereiken. Volgens mw. Meurs is dat op dit moment niet voldoende. In haar contacten met huurders van een woningcorporatie is gebleken dat die groep niet de juiste weg weet te vinden. De voorzitter brengt naar voren dat het niet om individuele zaken gaat. Mw. Dijks stelt hier tegenover dat meerdere vragen over een bepaald onderwerp toch een signaal oplevert. Mw. Meurs is van mening dat het bereik naar de burger te gering is. Volgens dhr. Hol ligt hier een taak voor de gemeente. Informatievoorziening zou via de gemeente moeten lopen. Mw. Spaans vindt ook dat de gemeente het signaal moet oppikken. Mw. Overvoorde was aanvankelijk zelf ook niet bekend met het bestaan van een adviesraad sociaal domein. Voor haar is de kernvraag hoe je signalen naar je toe krijgt. Ze stelt dat de leden van de adviesraad mee zouden kunnen doen in diverse werkgroepen. Op die manier kunnen signalen vanuit het veld worden opgevangen. Mw. Spaans vraagt zich af wat haar bijdrage zou kunnen zijn in zo n werkgroep, bijvoorbeeld bij de uitnodiging voor sport en bewegen. Mw. Dijks krijgt veel signalen van burgers en dat door gewoon met mensen in haar omgeving te praten. In een aantal gevallen spreekt zij de mensen zelf aan en dat levert ook de nodige signalen op. Mw. Meurs herkent zich hier in. In haar situatie gaat het dan vooral om de groep huurders. Mw. Kamphuis vindt dat het aanspreken van burgers ook tegen je kan werken. Dhr. Hol krijgt vaak individuele vragen, maar ziet dat vaak als een signaal van een groter geheel. Mw. Overvoorde noemt de ontvangen signalen belangrijk, waarbij het gaat om het grote geheel. Dhr. Hol is van mening dat de gemeente meer informatie aan de burger zou moeten geven en dat via verschillende kanalen. Mw. Dijks heeft de ervaring dat veel mensen die informatie niet altijd lezen. 2

3 Dhr. Den Hartogh stelt dat de gemeente regelmatig informatie naar buiten brengt. Mogelijk kan er een artikel aan gewijd worden. Mw. Overvoorde ziet wel in het opzetten van een georganiseerde structuur. Leden van de adviesraad kunnen ook professionals opzoeken en bij hen signalen oppakken. Mw. Dijks duidt op de vele uitnodigingen. Door er heen te gaan is er genoeg informatie op te vangen. Ze denkt bijvoorbeeld aan een bezoek naar het sociaal wijkteam. De voorzitter merkt dat er weinig informatie beschikbaar is en dat het een suggestie is om de boer op te gaan. Mw. Meurs vult hier aan dat bij een uitnodiging de vertegenwoordiger van de adviesraad ook zelf het een en ander kan vertellen over de functie van de adviesraad. Mw. Overvoorde noemt als contactmogelijkheden de intermediairs, de professionals en de burgers. Volgens de voorzitter wordt er nogal wat gevraagd van de leden als zij veelvuldig naar buiten moeten treden. Dat roept bij mw. Thuis de vraag op of de adviesraad nu voldoende actief is of dat er toch meer gedaan moet worden. Mw. Van Dijk vindt dat gekeken moet worden naar de functie van de adviesraad. Het is duidelijk dat input nodig is om het werk goed te kunnen doen. Het is een dilemma over de vraag hoe aan de input te komen. Wellicht is het een idee om in een artikel aan te geven wat de adviesraad doet. Mw. Spaans geeft een voorbeeld over het verkrijgen van input. Daarmee geeft ze aan dat met het spreken van managers de burger niet bereikt wordt. Dhr. Kloek benadrukt dat de leden in de adviesraad zitten voor het belang van de Rijswijkse burgers. De leden pakken veel informatie op via landelijke berichtgeving. Dan is het de vraag of die landelijke informatie ook voor de gemeente Rijswijk opgaat. Verder moet worden beantwoord wat de rol van de adviesraad is. Ieder heeft zijn eigen netwerk en brengt dat in bij de raad. De burger moet wel weten dat er een adviesraad is en wat de taak ervan is. Dhr. Hol is het daarmee eens. Dat zou duidelijk aangegeven moeten worden. Een tekst wordt niet altijd gelezen. Dhr. Den Hartogh wijst erop dat meerdere media beschikbaar is. Hij kan overleggen met de communicatieadviseur en de tekst voorleggen aan de adviesraad. Deze medewerker kan ook uitgenodigd worden door de adviesraad. De voorzitter noemt dit een goed idee en gaat akkoord met een uitnodiging. Hij stelt vast dat de adviesraad er nog niet helemaal uit is met dit thema. Het agendapunt wordt nog even aangehouden. 4. Herijking doelgroepenvervoer Haaglanden. (toelichting : mw. S. Rovers) Mw. Rovers stelt de leden de vraag of zij zich kunnen vinden in het Herijking programma doelgroepenvervoer Haaglanden. Ter nadere toelichting brengt zij naar voren dat de vorige notitie over het doelgroepenvervoer nogal technisch van aard was. In deze herijking is er meer aandacht voor de cliënt. De voorzitter geeft de leden gelegenheid om vragen te stellen. Dhr. Koster is namens de adviesraad op 21 januari j.l. aanwezig geweest bij een bijeenkomst van de gezamenlijke adviesraden sociaal domein. In dat overleg zijn diverse opmerkingen gemaakt. (De leden hebben een verslag ontvangen van die bijeenkomst). Zo wordt het betreurd dat de gemeente Den Haag niet meedoet. Het plan dat er nu ligt lijkt op een soort van cafetariamodel. Enkele gemeenten doen bijvoorbeeld met een bepaald onderdeel niet mee. Dat maakt het in totaliteit niet sterker. Toch was er al met al wel een positieve grondhouding. Mw. Kamphuis vindt het gebruik van een ov-chipkaart een goed idee. Wel is er sprake van een ruime opzet van de organisatiestructuur. Mw. Rovers licht toe dat een en ander eerst uitgewerkt moet worden en dan kunnen gemeenten aangeven wat ze doen. In de organisatiestructuur zal wel gestreept gaan worden. 3

4 Mw. Spaans brengt naar voren dat een ov-chipkaart niet geschikt is voor mensen met een visuele beperking. Ze zal het op prijs stellen dat er naar een systeem gezocht wordt dat voor iedereen geschikt is. Mw. Dijks verwijst naar pagina 4 waar toegankelijkheid OV aan de orde is. De haltes zijn vaak niet in orde. Soms is er een obstakel, dan wordt de halteplaats weer opengebroken e.d. De bejegening door chauffeurs laat wel eens te wensen over en in de spits is reizen met een elektrische rolstoel niet te doen omdat passagiers geen ruimte maken. Vervoer per regiotaxi laat ook te wensen over, omdat niet op de vertrek- en aankomsttijden vertrouwd kan worden. Dat is erg vervelend voor de gebruiker die elders een afspraak heeft staan. Ook wordt er niet altijd rekening mee gehouden dat iemand met de lift van 12-hoog moet komen. Het lukt dan niet om tijdig beneden te zijn. Daar zou rekening mee moet worden gehouden. De bundeling van ritten kost eveneens veel tijd. Mw. Rovers heeft aandacht voor deze klachten, maar aan de andere kant moet het vervoer wel betaalbaar blijven. De voorzitter wijst op het groot aantal problemen. Kan de uitvoering elders plaatsvinden? Mw. Rovers geeft aan dat de gemeente verantwoordelijk is voor een goede uitvoering van het vervoer. De betrokken bedrijven worden aangesproken wanneer zij niet goed presteren. Er kunnen zelf boetes worden opgelegd. De voorzitter stelt de vraag hoe de signalen boven water kunnen komen. Een gebruiker kan een klacht indienen bij de vervoerder. Het is mw. Rovers bekend dat veel cliënten klachtenmoe zijn. Toch is klagen het middel om te laten zien wat er mis gaat. En daarnaast worden er tevredenheidsonderzoeken uitgevoerd. Die geven positieve uitkomsten. Mw. Dijks weet dat mensen of bij de chauffeur klagen of helemaal niet. Veelal zijn het ouderen of mensen die ziek zijn. In dit kader pleit mw. Dijks voor een laagdrempelige klachtenregeling. Mw. Rovers vermeldt dat er een nieuw callcenter komt. Er kan dan ook van een app gebruikt worden. Dhr. Kloek is zeer positief dat er bij het vervoer gestreefd wordt naar zero emissie CO2. Mw. Dijks is positief over de inzet van begeleiding. Mw. Overvoorde vindt het een goed initiatief om ov en doelgroepenvervoer te combineren. Ze adviseert om Stichting Voorall, Zorgbelang en Visio-consult te betrekken bij de uitwerking. Bij maatregel 2a wordt onder extra de suggestie gedaan in hoeverre mensen in de bijstand een rol kunnen vervullen onder de noemer van tegenprestatie. Bij invoering daarvan zou zeker onder meer geselecteerd moeten worden op sociale vaardigheden. De adviesraad staat in beginsel positief tegenover de notitie doelgroepenvervoer. Een advies zal worden g d naar de secretaris van de projectgroep Haaglanden doelgroepenvervoer. 5. Verslag van 17 januari Tekstueel : Op verzoek van mw. Van Dijk wordt een zin geschrapt in het verslag. Er volgen nog enige tekstwijzigingen bij agendapunt 4 (Ontwikkelingen bij de DSW) Naar aanleiding van : Dhr. Den Hartogh zal navraag doen inzake de gestelde vragen bij agendapunt 11. (rondvraag) Het verslag wordt goedgekeurd en vastgesteld. 6. Ontwikkelingen bij de DSW. (Dienst Sociale Werkvoorziening) Geen informatie beschikbaar. Agendapunt wordt aangehouden. 7. Mededelingen. Geen. 4

5 8. Aktie- besluitenlijst. Te verwijderen : Regionaal doelgroepenvervoer Toevoegen : Zorginnovatie aan huis. 11. Rondvraag. Dhr. Kloek kan niet aanwezig zijn bij de vergadering van 16 mei a.s. Dat geldt ook voor de voorzitter. Dhr. Kloek heeft negatief nieuws gelezen over de lokale azc en hij vraagt zich af of de adviesraad hier een taak heeft. Mw. Dijks meldt dat genoemde problemen inmiddels opgelost zijn. Mw. Kamphuis heeft in het kader van mantelzorg, maar het is ook van toepassing voor ouderen, een bijeenkomst bijgewoond van wij en izi. Het gaat om een zorginnovatie-project aan huis. Meer informatie is te vinden op Ze stelt voor om iemand van IZI uit te nodigen. Dhr. Den Hartogh meldt dat hij binnenkort bij het project op bezoek gaat. Bij de volgende vergadering komt hij erop terug. 12. Sluiting. De vergadering wordt om uur afgesloten. De volgende vergadering is op 11 april 2019 en begint om uur. Actie- en Besluitenlijst Datum Omschrijving Aktie door Aktie Voor Op agenda plaatsen : 2018 Ontwikkelingen DSW Op agenda plaatsen : Hoe kunnen wij de burger bereiken (tips en suggesties) Op agenda plaatsen : Zorginnovatie aan huis Correspondentielijst Verzenddatum Omschrijving Brief aan Ontvangstdatum Advies uitgegaan (per mail) over regionaal doelgroepenvervoer Secretaris project doelgroepenvervoer de secretaris, R. van Wijk 5