Rapportage 4 de kwartaal 2017

Transcriptie

1 Rapportage 4 de kwartaal Uitvoeringsorganisatie Laborijn Terborgseweg BC DOETINCHEM Februari 2018

2 Inhoudsopgave Voorwoord Programma Inkomen Ontwikkelingen BUIG Financiële ontwikkeling programma Inkomen Inleiding Preventiequote en reden instroom Reden uitstroom Financiële ontwikkeling per gemeente Vangnetregeling Klachten en bezwaarprocedures Programma Participatie Trajecten naar werk Financiële ontwikkeling re-integratie Maatschappelijke Participatie Sociale werkvoorziening Ontwikkeling aantal fte SW Ziekteverzuim SW-personeel Financiële ontwikkeling Sociale Werkvoorziening Programma Overige regelingen Beheers en apparaatskosten Financiële ontwikkeling beheers- en apparaatslasten Bijlage 1: Programma Inkomen Bijlage 2: Afkortingen

3 Voorwoord Voor u ligt de rapportage over het vierde kwartaal. Een goed moment om naast de operationele resultaten met u te reflecteren op de ontwikkelingen in de afgelopen periode. Onze rapportages over het 1 e halfjaar van lieten een wat sombere schets zien. In onze vorige kwartaalrapportage heb ik u een beeld kunnen presenteren waarbij er sprake was van stabilisatie en voorzichtig herstel. In het vierde kwartaal zien we dat deze trend zich doorzet. In mijn optiek is er dan ook sprake van een bestendiging en verbetering. Voorliggende kwartaalrapportage bevat de volgende hoofdlijnen: 1. Afnemend tekort op de BUIG uitgaven Het tekort op de BUIG uitgave valt ruim lager uit dan in de derde kwartaalrapportage was verwacht. Naast de vaststelling van het definitieve BUIG budget zijn we ook in staat geweest de feitelijke uitkeringslast daadwerkelijk terug te brengen. Ondanks een veranderende opdracht vanuit de Participatiewet, waarbij het accent niet primair meer ligt op de omvang van het bestand, maar op het naar vermogen laten participeren van kandidaten uit het bestand, is er toch sprake van een afname van het bestand. Belangrijke focus in dat proces ligt binnen ons voorportaal (screening en intake). Dat proces staat goed en werpt haar vruchten af. 2. Toename van de uitstroom naar Werk Vanaf het derde kwartaal zien we een forse toename van de uitstroom naar werk. Dit zet zich door in het vierde kwartaal. Daarbij zien we naast onze aanpak in het voorportaal ook de eerste effecten van onze groepsgewijze aanpak in intensieve ondersteuningstrajecten. De positieve ervaringen daarmee vormen we nu om tot een structurele werkwijze. Daarmee verwachten we ook meer inwoners die intensieve ondersteuning nodig hebben terug te begeleiden richting arbeidsmarkt. In nauwe samenwerking met het WSP brengen we hen onder bij werkgevers. 3. Onze SW resultaten behoren tot de landelijke kopgroep Hoewel de eigen gestelde targets met betrekking tot externe plaatsing van SW medewerkers in niet volledig zijn gerealiseerd, behoren we met een detacheringspercentage van 75% bij de landelijke kopgroep. Dat is een prestatie van formaat, zeker in het licht van de inspanningen die bij de SW zijn gepleegd voor de goede landing van SW medewerkers die we in vanuit SDOA hebben overgenomen. Daarnaast troffen we de voorbereidingen voor het in dienst nemen van de SW collega s die per 1 januari 2018 overgekomen van Presikhaaf. Bij het opleveren van een rapportage over het 4 e kwartaal ontstaat feitelijk ook een jaarbeeld over. Bij het opleveren van deze rapportage is ons proces rondom de oplevering van de jaarrekening echter nog in volle gang. Als gevolg daarvan kunnen enkele financiële cijfers in de jaarrekening afwijken van hetgeen hier gepresenteerd. Doetinchem, februari 2018 J.E. Talstra algemeen directeur 3

4 1. Programma Inkomen 1.1 Ontwikkelingen BUIG De kentering van het derde kwartaal heeft zich voortgezet: de organisatie blijft in een opwaartse spiraal. De ontwikkeling zet zich in de breedste zin van het woord door. We zijn er nog niet maar we maken stappen. Het effect op het uitkeringsbestand zet zich hiermee eveneens voort en wordt nu zichtbaarder. De eerste financiële voordelen worden daarmee ook merkbaar. Het aantal uitkeringen op grond van de Participatiewet was ultimo 3 e kwartaal 2389, de eindstand ultimo 4 e kwartaal is Dit is een verdere afname van 20 uitkeringsgerechtigden. Indien we verder inzoomen op de resultaten binnen dit laatste kwartaal, dan zien we een piek in de afname in de maand oktober, een kleine stijging in november en een afvlakking in december. De laatste maand van het jaar is daarbij traditiegetrouw een maand waarin we minder uitstroom realiseren (i.v.m. korte doorlooptijd rond de feestdagen). Ter informatie hieronder de budgetontwikkeling per gemeente en in totaal: Verloop budget Voorlopig budget Nader voorlopig budget Definitief budget 1.2 Financiële ontwikkeling programma Inkomen 1e verhoging 2e verhoging Totale verhoging Totale verhoging percentage Aalten ,6% Doetinchem ,3% Oude IJsselstreek ,5% Totaal ,4% Inleiding Reeds in voorgaande kwartaalrapportages zagen we een negatieve afwijking in de daadwerkelijke cijfers ten opzichte van de begroting. Hierdoor werd de uitputting van het budget over deze kwartalen hoger dan begroot. Op basis van de realisatie in het 4 e kwartaal is de prognose voor geheel bijgesteld. Procentueel is de afwijking t.o.v. de begroting licht gedaald: 2,7% (Aalten +4,6%, Doetinchem +3,3% en Oude IJsselstreek +0,7%). In het 3 e kwartaal werd de kentering voor het eerst zichtbaar. In het 4 e kwartaal zien we een verdere afname ontstaan in de aantallen uitkeringsgerechtigden. Het financiële effect hiervan betaalt zich nu wel uit: we eindigen met een positiever beeld dan we voorzagen in het 3 e kwartaal van circa In onderstaande tabellen met toelichting wordt dit nader gespecificeerd. Laborijn Realisatie t/m Prognose Begroting Verschil tov begroting PW IOAW/IOAZ Langdurige loonkostentoeslag Af: ontvangsten Totaal programmalasten

5 1.2.2 Preventiequote en reden instroom Preventiequote Indien men zich meldt bij Laborijn starten we met de zogenaamde klantherkenning. Beoordeeld wordt of de klant überhaupt aan het juiste adres is. Indien men elders moet zijn vindt er actieve doorverwijzing plaats. De volgende stap is het beoordelen van de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling, oftewel de bepaling van de afstand tot de arbeidsmarkt en de benodigde dienstverlening. Klanten waarbij het perspectief op werk goed is, worden direct gematcht en bemiddeld. Aansluitend vindt het zogenaamde rechtmatigheidsonderzoek plaats. In deze hele procedure rondom de aanvraag van een uitkering, zijn er dus diverse momenten waarop de dienstverlening beëindigd wordt. De klant die zich oorspronkelijk meldde voor een uitkering heeft eigen inkomen, recht op een andere uitkering (WW, Wajong, WIA), vindt zelf werk, wordt actief op zeer korte termijn bemiddeld naar werk of vindt andere mogelijkheden om zelfstandig in het levensonderhoud te voorzien. Door deze werkwijze hoeft de aanvraag dus niet omgezet te worden in een uitkering, dit is de zogenaamde preventiequote. In het 4 e kwartaal is de preventiequote gestegen naar 51% in vergelijking tot 42% in het 3 e kwartaal. Reden instroom Zoals in onderstaande tabel te zien is zijn de voornaamste redenen van instroom gelegen in de vestiging binnen de gemeente (primair de komst van Statushouders op de derde plek verhuizing vanuit een andere gemeente). Een ander opmerkelijk cijfer is dat 16% van de totale instroom voorkomt uit de doorstroom vanuit de WW. Per gemeente zien we dat de toestroom vanuit het AZC procentueel groter is in Aalten (22,1%) en in Oude IJsselstreek (20,4%) dan bij Doetinchem (9,4%). In het 3 e kwartaal had Doetinchem nog procentueel de hoogste instroom als gevolg van beëindiging WW, in het 4 e kwartaal is dat percentage het hoogst in Aalten. De oorzaken instroom per gemeenten lijken in eerste instantie gelijk maar bij nadere beschouwing, en zeker bij afzetten ten opzichte van aantal inwoners, zijn er zeker verschillen te zien. Onderstaande tabel laat per gemeente de belangrijkste instroomredenen zien: Belangrijkste redenen instroom in % A D OIJ Komende van het AZC 22,1% 9,4% 20,4% Uitkering w erkloosheid 19,8% 15,9% 12,4% Komende van andere gemeente 8,1% 17,8% 20,4% Niet voldoende midd. om in lev. te voorzien 11,6% 14,8% 10,9% Voor een verdere specificatie van de instoomredenen per gemeente verwijzen wij u naar de bijlage Reden uitstroom Net zoals onze klanten zich met uiteenlopende redenen melden voor financiële ondersteuning en/of hulp bij het vinden van werk (instroom), zijn er diverse redenen waarom de uitkering weer kan worden beëindigd (uitstroom). 5

6 Opvallend daarbij is dat 36% van de uitstroom (alle gemeenten gezamenlijk) het gevolg is van arbeid in dienstbetrekking. De 3 gemeenten gaan daarbij redelijk gelijk op, waarbij Oude IJsselstreek een lichte voorsprong heeft. Als 2 e voornaamste uitstroomreden zien we verhuizing naar andere gemeente. Hierbij loopt Aalten weer wat verder uit op de andere gemeenten. Onderstaande tabel laat per gemeente de belangrijkste uitstroomredenen zien: Belangrijkste redenen uitstroom A D OIJ Arbeid in dienstbetrekking 34,6% 34,2% 39,6% Verhuizing andere gemeente 18,5% 13,0% 15,1% Bereiken AOW leeftijd 7,4% 6,8% 9,4% Geen inlichtingen 2,5% 8,7% 3,8% Voor een verdere specificatie van de uitstroomredenen per gemeente verwijzen wij u naar de bijlage Financiële ontwikkeling per gemeente Met de komst van de Participatiewet is de samenstelling van het klantenbestand van Laborijn gewijzigd. De toegang tot de voormalige WSW is afgesloten en de veranderingen in de Wajong maken eveneens dat er meer mensen met een stevige arbeidsbeperking instromen. Laborijn zet zich maximaal in om alle klanten naar vermogen te laten participeren. Echter deze maximale participatie heeft niet altijd meer volledige uitstroom uit de uitkering tot gevolg. In onderstaande klantaantallen gaat het dus puur om het aantal (aanvullende) uitkeringen dat wordt verstrekt, daarmee kan het resultaat plaatsing op werk niet 1 op 1 vergeleken worden. Met ingang van 2018 zal in de rapportages nadere specificering van deze resultaten worden gegeven. In onderstaande tabellen wordt een overzicht van het verloop van de kosten per gemeente weergegeven en vergeleken met de begroting. Tevens wordt het verloop van het aantal uitkeringsgerechtigden toegelicht. De eerder ingezette trend heeft zich voortgezet, maar zoals in de inleiding van deze paragraaf al werd aangegeven, heeft dat niet perse een direct effect op het aantal uitkeringen. In totaal is de eindstand van het aantal uitkeringen daarmee 35 hoger dan de prognose welke we afgaven in het 3 e kwartaal (2369 uitkeringen, ten opzichte van de 2334 verwachtte uitkeringen). Aalten Voor de gemeente Aalten gingen we bij de begroting uit van 335 klanten op 1 januari, het waren er daadwerkelijk 350 (+ 4,5%). Ultimo het 3 e kwartaal was de stand 354. Per eind december is de stand 354 gebleven. Daarmee zien wij een hele lichte stijging ten opzichte van de afgegeven verwachting in de begroting (0,1%). In financiële zin zien we daarentegen geen stijging maar een lichte daling. Daar waar we in het 3 e kwartaal een tekort voorzagen van , is het tekort in het 4 e kwartaal met gedaald naar

7 Gemeente Aalten Realisatie t/m Prognose Begroting Verschil tov begroting PW IOAW/IOAZ Langdurige loonkostentoeslag Af: ontvangsten Totaal programmalasten Doetinchem Voor de gemeente Doetinchem gingen we bij de begroting uit van 1301 klanten op 1 januari, het waren er daadwerkelijk 1311 (+0,7%). Ultimo het 3 e kwartaal was de stand Per eind december is de stand 1323, daarmee wordt zichtbaar dat voor Doetinchem de ontwikkeling, die we in het 3 e kwartaal hebben weten om te buigen, zich voortzet. In financiële zin zien we eveneens een daling. Daar waar we in het 3 e kwartaal een tekort voorzagen van , is het tekort in het 4 e kwartaal met gedaald naar Gemeente Doetinchem Realisatie t/m Prognose Begroting Verschil tov begroting PW IOAW/IOAZ Langdurige loonkostentoeslag Af: ontvangsten Totaal programmalasten Oude IJsselstreek Voor de gemeente Oude IJsselstreek gingen we bij de begroting uit van 692 klanten op 1 januari, het waren er daadwerkelijk 718 (+3,7%). Ultimo het 3 e kwartaal was de stand 702. Per eind december is de stand 692. Het is daarmee gelukt om de oorspronkelijke afname in het 4 e kwartaal weer te realiseren. Daarmee is eindstand gelijk aan de begrote beginstand van 1 januari: 692. In financiële zin zien we eveneens een daling. Daar waar we in het 3 e kwartaal een tekort voorzagen van , is het tekort in het 4 e kwartaal met gedaald naar Gemeente Oude IJsselstreek Realisatie t/m Prognose Begroting Verschil tov begroting PW IOAW/IOAZ Langdurige loonkostentoeslag Af: ontvangsten Totaal programmalasten Vangnetregeling De Vangnetregeling biedt gemeenten financiële compensatie voor grotere tekorten op het budget als bedoeld in artikel 69 van de Participatiewet. Vanaf de Vangnetuitkering over wordt het begrip grote(re) tekorten bezien in meerjarig perspectief. De gemeenten Aalten en Oude IJsselstreek komen in aanmerking voor een aanvraag Vangnetuitkering. De voorbereidingen hiervoor zijn inmiddels in gang gezet. Inmiddels is gebleken dat over het jaar 2016 in totaal 231 gemeenten van de 380 gemeenten in Nederland deze compensatie hebben ontvangen. 7

8 Vangnetregeling Gemeente Gemeente Gemeente Aalten Doetinchem Oude IJsselstreek Definitief budget Prognose BUIG Verwacht tekort ten opzichte budget Compensatie vangnet Verwacht tekort na ontvangst vangnet Klachten en bezwaarprocedures De Laborijngedachte Laborijn heeft een duidelijke visie op haar dienstverlening, op haar faciliterende en ondersteunende rol (zie ook Missie, visie en kernwaarden Laborijn mei 2016 en Wijzijn Laborijn, ). De missie is niet voor niets: inwoners begeleiden bij het realiseren van een zo zelfstandig mogelijk leven door werk, ontwikkeling en waar nodig inkomensvoorziening. Onze focus ligt op werk. Iedereen die kan begeleiden wij naar werk. Voor wie werk een stap te ver is, zoeken we andere oplossingen. Samen kijken we naar wat deze inwoner op dit moment in zijn of haar leven nodig heeft om weer zelfredzaam te zijn. Samen vinden we unieke oplossingen voor unieke Achterhoekers. We doen dit altijd in samenspraak: met de inwoner, werkgevers, lokale organisaties en gemeenten. Onze slogan is niet voor niets: Samen Werkt! Om onze klanten goed te kunnen helpen is het om te beginnen nodig dat we ze kennen. Daar waar voorheen het mogelijk was dat klanten een jaar of soms zelfs meerdere jaren niet gezien werden, kan dat in de nieuwe werkwijze niet meer. Er vindt dus intensivering in het contact plaats. In ons contact met de klant kan nog verbetering plaatsvinden. We zijn daarom in de zomer van met een traject naar excellente dienstverlening gestart. Klantbejegening, zorgvuldigheid van besluiten en duidelijkheid in communicatie zijn daarbij belangrijke aspecten. We zien de eerste effecten daarvan nu ontstaan. Klachten Er zijn in zijn in totaal 20 klachten binnengekomen. In het laatste kwartaal waren dat er slechts 2. Al deze klachten zijn na een persoonlijk gesprek afgehandeld. Bezwaren In zijn er tot en met het 4 e kwartaal 119 bezwaarschriften geweest. In 2016 waren dat er nog 138 bezwaarschriften. Ook hier zien we het effect van onze eerder genoemde klantbenadering. Aantal ingediende bezwaarschriften Gegrond Ongegrond Niet ontvankelijk Ingetrokken In behandeling Totaal Na ontvangst van een bezwaar wordt door onafhankelijke professionals eerst het proces en inhoudelijk besluit opnieuw beoordeeld. Is er een fout gemaakt dan wordt deze hersteld ( de zogenaamde herziening ). Een ander middel dat wij inzetten is de methodiek van mediation : hierbij wordt gezocht naar een oplossing tussen beide partijen. Momenteel zijn er nog 20 bezwaarschriften in behandeling van de 119 bezwaarschriften. Daarmee kunnen we stellen dat er 99 zijn afgehandeld. Daarmee leidt in 59% van die gevallen de acties herziening en mediation tot intrekking van het oorspronkelijke bezwaar. 8

9 Gelet op het grote aantal contactmomenten met klanten ontvangen wij relatief gezien weinig klachten en bezwaarschriften. 2. Programma Participatie 2.1 Trajecten naar werk Het aantal uitgezette trajecten gericht op, het naar vermogen, verkrijgen van betaald werk ligt met 866 fors hoger dan het begrote aantal van 500. Zoals al beschreven in de rapportage over het derde kwartaal kiezen we, waar mogelijk, steeds vaker voor een intensieve groepsgerichte aan pak. Binnen 3 pilots is met deze aanpak geëxperimenteerd (Taskforce Werk, Werkacademie Jongeren, Doorstroom SW). In het vierde kwartaal hebben we het aantal deelnemers aan deze pilots uitgebreid en is verkend op welke wijze we de werkwijze binnen ons regulier proces in 2018 kunnen borgen. De uitvoering van de pilots zijn fysiek ondergebracht binnen onze Werk Leer Centra. Het jaarbeeld ten aanzien van de uitstroom is, in lijn met de eerdere rapportages, lager dan oorspronkelijk begroot. Echter, we zien dat we de in het derde kwartaal ingezette positieve ontwikkeling in het vierde kwartaal vast weten te houden en qua uitplaatsing naar regulier werk weten te verbeteren. Totaal werden in uitkeringen beëindigd, waarvan 179 gerealiseerd in het vierde kwartaal. De volledige uitstroom naar betaald werk leverde daaraan met 88 uitplaatsingen een forse bijdrage. De uitstroom wegens het starten van een studie wordt doorgaans hoofdzakelijk gerealiseerd in het derde kwartaal i.v.m. de aanvang van het schooljaar. Ook dit jaar zien we dit beeld. Laborijn faciliteert ook trajecten gericht op zelfstandig ondernemerschap. In de derde kwartaalrapportage een onjuist aantal gepresenteerd namelijk 23. In zijn in totaal 15 kandidaten uitgestroomd naar zelfstandig ondernemerschap. Wel resultaat, geen beëindigde uitkering Er zijn ook goede doelmatigheid resultaten geboekt die niet direct van invloed zijn op het aantal lopende uitkeringen. Zo hebben in het vierde kwartaal 20 klanten voor het eerst inkomsten weten te genereren uit deeltijd arbeid waardoor de hoogte van de uitkering kon worden aangepast. Ook bij de prioritaire doelgroep Jongeren zien we in het vierde kwartaal een toename van het aantal VSO/PRO plaatsingen tot 52. Het betreffen jongeren die (nog) geen lopende uitkering hebben maar in een vroegtijdig stadium middels casus overleggen met de VSO / PRO scholen worden opgepakt bemiddeld en begeleid middels Jobcoaching. Laborijn beidt ook ondersteuning aan inwoners zonder uitkering (NUG) die zich melden voor ondersteuning bij het verkrijgen van betaalde arbeid. In dat kader hebben we in 42 inwoners voorzien van dienstverlening. 1 Waarvan 42 betrekking hebben op het kalenderjaar 2016 maar zijn afgehandeld in kalenderjaar 9

10 2.1.1 Financiële ontwikkeling re-integratie De financiële ontwikkeling van het product re-integratie is in onderstaande tabel weergegeven. Laborijn Realisatie t/m Prognose Begroting Verschil tov begroting ID-banen Wiw Loonkostensubsidie (kortdurend) Kinderopvang Werkgeversservicepunt Interne trajecten Externe trajecten (inkoop) Vergoedingen en premies Totaal lasten In vergelijking tot de derde kwartaalrapportage is er sprake van een afnemende overschrijding. De belangrijkste afwijkingen worden hierna kort toegelicht: Kortdurende loonkostensubsidie De realisatie valt in lijn met de vorige kwartaalrapportage lager uit dan begroot. De kortdurende loonkostensubsidie heeft tot doel om een tijdelijk verminderde loonwaarde bij aanvang van een regulier plaatsing naar werk te compenseren. Deze situatie komt in de huidige werkwijze minder vaak voor. Veel vaker is sprake van een situatie waarbij er sprake is van een verminderde loonwaarde van structurele aard. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de langdurige loonkostentoeslag. Deze wordt per periode op basis van een loonwaarde meting vastgesteld. Op grond van de beperkte realisatie in van kortdurende loonkostensubsidie zullen we in 2018 nader kijken naar de mogelijke inzet van de kortdurende loonkostensubsidie. Daarbij zullen bezien of we in 2018 de doorlooptijd van het job ready traject kunnen bekorten, en het instroom moment bij de werkgever kunnen vervroegen met inzet van kortdurende LKS. Externe trajecten Onze inkoop van externe trajecten ligt boven de afgegeven prognose. Re-integratie trajecten voeren we in hoofdzaak in eigen beheer uit. Echter op onderdelen wordt expertise ingezet die we zelf (nog) niet of beperkt in huis hebben. Deze inkoop omvat onder meer taaltraining, scholing (PC vaardigheden, heftruckcertificaten, VCA ed.), persoonlijke beschermingsmiddelen (werkschoenen, veiligheidsbril) en externe jobcoaching. In het laatste geval betreft het hoofdzakelijk uitloop van oude verplichte contracten die bij de vorming van Laborijn zijn overgenomen en gerespecteerd worden. Daarnaast betreft het voor circa een verplichte uitgaaf ten behoeve van het project School Ex die niet in begroting is voorzien en voortvloeit uit een regionale beleidskeuze. Interne Trajecten De - extra - inspanningen zoals beschreven in paragraaf 2.1 (Trajecten naar werk) veroorzaken de forse overschrijding van begroting bij deze post. Dit komt met name doordat er aanzienlijk meer trajecten zijn opgestart dan begroot. Daarnaast zijn een groot deel van de trajecten (binnen de pilots) intensiever van aard om in een kortere periode tot resultaat te komen. 10

11 2.2 Maatschappelijke Participatie Primair willen we onze klanten ondersteunen, op weg helpen en weerbaar maken. We willen ervoor zorgen dat iedereen weer naar vermogen deel kan nemen aan de samenleving. Daarbij is werk de hoogste vorm van participatie. Voor hen die dat nu nog niet, of niet zonder blijvende ondersteuning, lukt, zetten we andere middelen in. We kijken naar wat nodig is om het individu weer in zijn of haar kracht te zetten. Soms is dat eerst zorg of hulpverlening. Dit zal niet altijd direct leiden tot een hogere uitstroom naar werk, maar wel naar een actievere deelname aan de samenleving: een plek voor iedereen! Om dit te kunnen realiseren is samenwerking met andere partijen nodig. Hulpverlening en zorg organiseren waar nodig is net zo belangrijk. Het zijn vaak de eerste stappen naar financiële zelfstandigheid. Realisatie participatieplannen De zogenaamde onderkant van het bestand bestaat uit klanten waar het arbeidsmarktperspectief nog ver weg lijkt of wellicht onhaalbaar zal zijn. Toch willen wij geen mensen afschrijven, het gevolg daarvan kan namelijk vereenzaming en isolement zijn. Uit onderzoek is gebleken dat inactiviteit ziekmakend is: het beroep op gezondheidszorg en voorzieningen alsmede de overlast neemt daardoor toe. Vanuit zowel deze overweging als vanuit het feit dat er voor iedereen een plek in de maatschappij zou moeten zijn, zet Laborijn actief in op de participatie van deze groep klanten. Om dat mogelijk te maken hebben wij intensieve samenwerking met de andere partijen in het sociaal domein nodig. Dat spectrum is breed: van professionele organisaties naar stichtingen en particuliere initiatieven. Laborijn werkt actief aan haar netwerk hierbinnen (zie volgende paragraaf). In het 3 e kwartaal is gestart met de voorbereidingen om onze klanten daadwerkelijk een aanbod te kunnen doen. Zij het hulpverlening, deelname aan activiteiten of vrijwilligerswerk. Eind 4 e kwartaal zijn er 526 participatietrajecten gerealiseerd. De ambitie voor : realisatie van 500 participatieplannen, is daarmee ruimschoots behaald. Samenwerkingen In het vierde kwartaal zijn wij verder gegaan met het maken en concretiseren van samenwerkingsafspraken met diverse organisaties. Te denken valt daarbij aan de Coöperatie Sociaal Werk Oude IJsselstreek, Gemeente Aalten, Vrijwilligerscentrale Doetinchem, Aktief, Sité, Stadskamer, Graafschapcollege, Iriszorg en GGNet. Dit zijn stappen op weg naar intensivering en structurering van deze samenwerkingen. Er is nog veel grond te ontginnen, maar het netwerk wordt steeds intensiever. Regionaal project GGZ Sinds 2013 werken de Ministeries van SZW en VWS samen met onder andere GGZ- Nederland, VNO-NCW, UWV, Divosa, VNG en MIND/LPGGZ via het project Mensenwerk aan de bevordering van de participatie van mensen met psychische aandoeningen. Het project richt zich op werkzame elementen om participatie van mensen uit deze specifieke doelgroep te vergroten. Hiermee wordt de samenwerking tussen GGZ en Werk & Inkomen gestimuleerd. In het 4 e kwartaal is gestart met het inrichten van de projectorganisatie en is een projectleider aangesteld. Laborijn neemt actief deel aan dit project. 11

12 2.3 Sociale werkvoorziening Ontwikkeling aantal fte SW De ontwikkeling van het aantal fte SW medewerkers per einde van de maand is in onderstaande tabel weergegeven. Aantal SW-medewerkers (fte) begroot jan feb mrt apr mei juni juli aug sep okt nov dec werkelijk per categorie (gemiddeld) (gemiddeld) Groepsdetachering Individuele detachering Intern werk Begeleid werken Intern gedetacheerd Totaal aantal fte De gemiddelde bezetting is 17 fte hoger dan begroot. Op 1 januari zijn de SWmedewerkers van de gemeente Aalten (288 personen) overgekomen naar Laborijn. Daarnaast is er gedurende het jaar - anders dan in voorgaande jaren veel nieuwe instroom geweest, vanuit het z.g. zittende bestand, overplaatsingen van andere SW-bedrijven en tijdelijke contracten van de gemeente Aalten. In totaal zijn 16 medewerkers nieuw ingestroomd. De uitstroom in bedraagt 5%, een percentage dat de laatste jaren gebruikelijk is. In het laatste kwartaal zijn we erin geslaagd weer een aantal SW-medewerkers te detacheren, waarmee de afname van het aantal gedetacheerden van het eerste half jaar is gecompenseerd. Per ultimo december is 75% van de SW-medewerkers extern geplaatst via groepsdetachering, individuele detachering en begeleid werken Ziekteverzuim SW-personeel Het ziekteverzuimpercentage in het vierde kwartaal bedraagt 12,1%. Het streefcijfer is 10,1%. Laborijn heeft een lager verzuimpercentage dan landelijk. Dit is namelijk 13% over het eerste half jaar in en dit percentage stijgt de laatste jaren. In het derde kwartaal is een start gemaakt met verzuimtrainingen voor alle leidinggevenden, om hen te ondersteunen in het voeren van het juiste gesprek en daarmee de beheersing van het ziekteverzuim. 12

13 2.3.3 Financiële ontwikkeling Sociale Werkvoorziening De financiële ontwikkeling van het product Sociale Werkvoorziening tot en met het vierde kwartaal is weergegeven in onderstaande tabel. Laborijn Realisatie t/m Prognose Begroting Verschil tov begroting Omzet groepsdeta Omzet indiv.deta Omzet intern werk /- directe prod.kosten Netto opbrengsten Loonkosten Wsw Lage Inkomensvoordeel (Liv) Vervoerskosten Wsw Overige pers. kosten Wsw Kosten begeleid werken Rijksbijdrage Subsidieresultaat Resultaat In het vierde kwartaal blijven de omzetten van de detacheringen achter bij de prognoses. De toename van het aantal gedetacheerden in het laatste kwartaal zal in 2018 een positief effect hebben op de omzet. De loonkosten zijn hoger dan verwacht in september, dit komt onder andere doordat de werkgeverslasten over de eindejaarsuitkering in december zijn uitbetaald. Het definitieve bedrag Lage Inkomensvoordeel is op dit moment nog niet bekend, echter verwachten wij dat deze minimaal bedraagt. 3. Programma Overige regelingen Het programma Overige regelingen bestaat uit de Bbz voor gevestigde ondernemers en de (belaste) bijzondere bijstand (incl. enkele aanverwante regelingen). Programma overige regelingen Laborijn Realisatie t/m Prognose Begroting Verschil tov begroting Bbz (gevestigde ondernemers) Bijzondere bijstand Totaal lasten Bbz De Bbz (Besluit bijstandsverlening zelfstandigen) is specifiek bedoelt voor zelfstandigen die in financiële problemen komen maar wel een levensvatbaar bedrijf hebben en een tijdelijke financiële ondersteuning nodig hebben. Primair wordt deze financiële ondersteuning in de vorm van een lening verstrekt. Halverwege het kalenderjaar (medio juli) moet men de jaarrekening van het voorgaande jaar inleveren. Hierna wordt er beoordeeld of de lening terugbetaald kan/moet worden of dat het een zogenaamde bijstandsverlening om niet zal zijn. In dit laatste geval wordt het netto bedrijfsresultaat aangevuld tot bijstandsniveau. Dat heeft tot gevolg dat halverwege het jaar een deel van het totaal van de Bbz-leningen wordt omgezet in een uitkering. In de begroting is dit meegenomen, echter per abuis niet 13

14 goed in de realisatie van het 3 e kwartaal meegenomen. Dit leidt tot een verschil in de 3 e en 4 e kwartaalrapportage van ,-. Overall is echter op dit onderdeel een winst van ,- gerealiseerd. Bijzondere Bijstand Een aantal voorzieningen binnen de bijzondere bijstand zijn direct gerelateerd aan levensonderhoud en worden om praktische redenen door Laborijn toegekend en uitbetaald. Dit zijn onder andere aanvullende bijstand voor inwoners onder de 21 jaar en de overbruggingsuitkering voor statushouders. De kosten hiervan zijn begroot op basis van de uitgaven van voorgaande jaren en worden daarom ook volledig door de gemeenten vergoed aan Laborijn. De trend die reeds in voorgaande kwartalen zichtbaar was, zet zich ook in het vierde kwartaal voort: een overschrijding van de lasten van de bijzondere bijstand. Per gemeente ziet het er als volgt uit: Programma overige regelingen gemeente Aalten Realisatie t/m Prognose Begroting Verschil tov begroting Bbz (gevestigde ondernemers) Bijzondere bijstand Programma overige regelingen gemeente Doetinchem Realisatie t/m Prognose Begroting Verschil tov begroting Bbz (gevestigde ondernemers) Bijzondere bijstand Programma overige regelingen gemeente Oude IJsselstreek Realisatie t/m Prognose Begroting Verschil tov begroting Bbz (gevestigde ondernemers) Bijzondere bijstand De post bijzondere bijstand van de gemeente Doetinchem bedraagt in totaal Hiervan bedraagt voor de individuele inkomenstoeslag. Deze regeling voert Laborijn alleen uit voor de gemeente Doetinchem. 14

15 4. Beheers en apparaatskosten 4.1 Financiële ontwikkeling beheers- en apparaatslasten In onderstaande tabel is de financiële ontwikkeling van de beheers- en apparaatslasten over weergegeven: Bedrijfsvoering Realisatie t/m Prognose Begroting Verschil tov begroting Loon- en salariskosten Overige personeelskosten Huisvestingskosten Facilitaire kosten Automatiseringskosten Lasten bedrijfsvoering Dienstverleningsovereenkomsten Dekking programma Participatie (WsW) Dekking kosten bedrijfsvoering Totaal lasten bedrijfsvoering De lasten bedrijfsvoering liggen circa hoger dan begroot. Deze overschrijding komt met name door extra facilitaire kosten van circa In deze facilitaire kosten zijn met name de advieskosten, accountantskosten en communicatiekosten hoger uitgevallen dan begroot. De dekking kosten bedrijfsvoering zijn lager uitgevallen doordat de dienstverleningsovereenkomst RMC uiteindelijk niet is doorgegaan terwijl dit wel was begroot. Daarnaast is de dekking vanuit het programma Participatie (WsW) lager uitgevallen waardoor de totale lasten bedrijfsvoering voor circa hoger uitvallen dan begroot. Hierbij dient te worden opgemerkt dat bij het traject van het opstellen van de jaarrekening en de accountantscontrole nog mutaties kunnen optreden in de definitieve cijfers. 15

16 Bijlage 1: Programma Inkomen Aantal klanten BUIG per gemeente per maand (op basis van de historische standen per einde maand) Aantal uitkeringen BUIG per gemeente aan het einde van de maand Aalten Doetinchem Oude IJsselstreek Totaal Laborijn Instroomreden per gemeente Instroom Laborijn A D OIJ totaal Additionele arbeidsplaats Alimentatie Ander inkomen Andere oorzaak Arb. dienstbetr./uitk. ziekte Beeindiging huw elijk/relatie Beeindiging studie Geen recht op WW Komende van andere gemeente Komende van het AZC Niet voldoende midd. om in lev. te voorzien Oorzaak bij partner Uit detentie Uitkering arbeidsongeschiktheid Uitkering w erkloosheid Zelfstandig beroep of bedrijf

17 Uitstroomreden per gemeente Uitstroom Laborijn A D OIJ totaal Aangaan relatie Aanvang studie Ander inkomen Andere oorzaak Arbeid in dienstbetrekking Bereiken AOW leeftijd Detentie Geen inlichtingen Niet verschenen herh. oproep inl.plicht Oorzaak bij partner Overlijden Uitkering arbeidsongeschiktheid Uitkering vrijw illig ingetrokken Utkering Wajong Uitkering w erkloosheid Uitkering ziekte Verhuizing andere gemeente Verhuizing naar buitenland Vermogensopbrengsten Zelfstandig beroep of bedrijf Saldo tw k 2016 / adm. omzetting Bijlage 2: Afkortingen Bbz BUIG GR ID-banen IOAW IOAZ PW SW VU WIW WsW WLC WWB Besluit bijstandverlening zelfstandigen Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten Gemeenschappelijke Regeling Instroom- doorstroombanen Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen Participatiewet Sociale werkvoorziening Vangnetuitkering Wet inschakeling werkzoekenden Wet Sociale Werkvoorziening Werkleercentrum Wet Werk en Bijstand 17