Examen Verkeerskunde (H01I6A) Vragen prof. Immers. Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Examen Verkeerskunde (H01I6A) Vragen prof. Immers. Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur"

Transcriptie

1 Examen Verkeerskunde (H01I6A) Datum: dinsdag 25 augustus 2009 Tijd: Instructies: uur Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur Er zijn 4 vragen (5 pagina's) over het gedeelte van het vak gedoceerd door prof. Immers. De gereserveerde tijd hiervoor is van 9.00 tot uur Er zijn 2 vragen (1 pagina) over het gedeelte van het vak gedoceerd door prof. Beeldens. De gereserveerde tijd hiervoor is van tot uur. De vragen van prof. Beeldens worden separaat uitgedeeld. Start de beantwoording van elk van de 4 vragen van prof. Immers en de 2 vragen van prof. Beeldens op een nieuw blad. Schrijf op elk blad uw naam en het nummer van de vraag. Weet u het antwoord niet op een vraag, lever dan een leeg blad in (wel met uw naam en het nummer van de vraag!). Weet u het antwoord niet op een subvraag, schrijf dan wel het nummer van de subvraag op en laat de ruimte daarachter leeg. Enige tijd na het examen vindt u op de website van Verkeer en Infrastructuur ( een overzicht van mogelijke oplossingen van de examenvragen. De bladen met vragen kunt u behouden. Vragen prof. Immers Vraag 1 Toedeling Gegeven is onderstaand autonetwerk. Langs de schakels staat de reistijd t a over de schakel a aangegeven in functie van de verkeersstroom q a over de schakel. Voor de weerstand over de schakels wordt alleen de reistijd genomen. Alle wegen zijn één-richtingswegen; de pijlen geven de toegestane rijrichting aan. Knooppunt A is de herkomst, knooppunt D is de bestemming van het netwerk. De totale verkeersvraag van A naar D is constant en bedraagt q AD = 300. (Alle grootheden zijn in toepasselijke eenheden uitgedrukt.) B , 005q 6 + 0,05q 4 + 0, 01q A 8 + 0, 05q C ,005q D

2 Hint: Er zijn 3 mogelijke routes van A naar D, namelijk ABD, ACBD en ACD. Noem de verkeersstromen via deze routes respectievelijk q 1, q 2 en q 3. a) Bereken de verkeersstroom over alle schakels voor een gebruikersoptimale evenwichtstoedeling. b) Veronderstel dat schakel CB wordt geblokkeerd. Bereken opnieuw de verkeersstroom over alle (resterende) schakels voor een gebruikersoptimale evenwichtstoedeling. c) Bereken voor het oorspronkelijke netwerk (dus met een niet geblokkeerde weg CB) de verkeersstromen over alle schakels voor een systeemoptimale evenwichtstoedeling. Laat uitdrukkelijk zien dat de verkregen toedeling niet voldoet aan de voorwaarden voor een gebruikersoptimale toedeling, maar wel voldoet aan de voorwaarden voor een systeemoptimale toedeling. d) Vergelijk de reistijd tussen A en D bij vraag a) en vraag b). Bespreek (en verklaar) het gevonden resultaat. Vraag 2 Automobiliteit a) Geef op basis van een grondige argumentering aan of onderstaande beweringen juist of onjuist zijn. Bewering 1: Als wij de capaciteit van het wegennet uitbreiden zal dit nieuwe mobiliteit oproepen met als gevolg dat het wegennet weerom volloopt. Op deze manier lossen we de files niet op. Bewering 2: Een vertegenwoordiger van de nationale openbaar vervoersmaatschappij beweert dat een verdubbeling van de diensten het mogelijk maakt de files op het wegennet op te lossen. Openbaar vervoer b) Het openbaar vervoerbedrijf van Brussel wil meer reizigers aantrekken en dan vooral mensen die hun verplaatsing nu met de auto maken. Men benadert u om een advies te verstrekken over welke maatregelen zij moet treffen om van dit initiatief een succes te maken. Welke maatregelen (combinaties van maatregelen) adviseert u en welke overwegingen liggen hieraan ten grondslag? Netwerkontwerp c) Waarom liggen de toegangspunten voor hoogwaardige openbaar vervoersnetwerken (Intercity, HSL) bij voorkeur in het centrum van de steden en liggen de toegangspunten voor hoogwaardige wegennetwerken (autosnelwegen) buiten de steden?

3 Vraag 3 Vervoerseconomie a) Tussen A en B is slechts één serieuze verbindingsweg. Er is ook geen goed alternatief beschikbaar voor de verplaatsingen van A naar B, bijv. in de vorm van een alternatieve vervoerwijze. De vraagfunctie voor de markt van verplaatsingen van A naar B is: q V ( q) = De vraagfunctie geeft aan hoeveel voertuigen per uur van A naar B willen gaan bij bepaalde kosten. Bij kosten gelijk aan V(q) (in euro) gaan er q (voertuigen/uur) van A naar B De private tijdkosten (uitgedrukt in geldeenheden) voor de verbinding worden gegeven door: q c ( q) = 2, Dat wil zeggen: als de intensiteit op de weg gelijk is aan q voertuigen/uur dan ondervindt elk voertuig een tijdkost van c(q) euro. De autokosten (per auto) voor de rit van A naar B bedragen 5 euro. Die 5 euro zijn opgebouwd uit een component resourcekosten (dit zijn de werkelijke productiekosten verbonden aan het bezit en gebruik van de auto) en een component belastingkosten (zoals brandstofaccijns etc) geheven door de overheid. Het deel resourcekosten bedraagt 3 euro. Het deel belastingkosten bedraagt 2 euro. De milieuschade (per auto) veroorzaakt door de rit van A naar B bedraagt 2 euro. Vraag: De overheid gaat tol heffen op de verbindingsweg. Wat is de hoogte van de optimale tol? (ofwel: bij welke tol ontstaat de maximale welvaartswinst?). Hoe groot is daarbij de verkeersstroom van A naar B? (Het is belangrijk dat u de berekening duidelijk toelicht!) b) De Nederlandse ANWB (een belangenorganisatie voor automobilisten, enigszins vergelijkbaar met haar Belgische zusterorganisatie Touring) heeft zich recentelijk een voorstander betoond van de invoering van, wat zij noemt, 'kilometerbeprijzing". De ANWB heeft daarbij een elftal eisen geformuleerd waaraan voldaan moet worden, wil de overheid kunnen rekenen op haar steun. Die eisen (met een door de ANWB zelf gegeven (!) korte toelichting) zijn: 1. Eerlijker Je betaalt niet langer voor het bezit van de auto, maar alleen voor het gebruik. Dat is eerlijker, want je betaalt dan alleen als je rijdt. En wie veel rijdt, betaalt meer dan iemand die weinig rijdt.

4 2. Niet duurder Met z n allen mogen we niet meer gaan betalen. De inkomsten voor de overheid uit de kilometerheffing mogen in het nieuwe systeem niet hoger zijn dan nu het geval is. 3. Vaste lasten afschaffen De kilometerprijs komt in de plaats van de huidige belastingen. In het nieuwe systeem geldt alleen nog een prijs per kilometer. 4. Privacy Alle rit- en persoonsgebonden informatie is vertrouwelijk en mag niet in handen vallen van andere partijen. De gegevens mogen alleen gebruikt worden voor doeleinden, die strikt noodzakelijk zijn om de gereden kilometers af te rekenen. 5. Onafhankelijke partij De weggebruiker betaalt de kilometerheffing aan een onafhankelijke partij, die goed controleerbaar is. Deze betrouwbare organisatie verwerkt alle gegevens en doet de inning van het geld. 6. Inspraak voor automobilisten De automobilist mag meebeslissen aan welke infrastucturele projecten zijn geld wordt besteed. Ook moet hij invloed hebben op de vorming van de kilometerprijs, bijvoorbeeld waar, welk tarief geldt. 7. Transparant Het systeem moet voor de automobilist helder en duidelijk zijn over: - waar het betaalde geld naar toe gaat; - welk tarief geldt op een stuk weg (voor, tijdens en na zijn rit); - het aanbod van verschillende dienstverleners; - de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen bijvoorbeeld een onjuiste registratie. 8. Geld terug naar de automobilisten: De opbrengsten van de kilometerheffing moeten worden besteed aan de aanleg en onderhoud van wegen en infrastructuur. Deze bestedingen moeten ook inzichtelijk zijn voor de weggebruiker. 9. Fraudebestendig Het nieuwe systeem van de kilometerheffing moet fraudebestendig zijn. Niemand mag kunnen sjoemelen met bijvoorbeeld zijn gps-kastje. 10. Kosten laag houden De kosten die nodig zijn om het nieuwe systeem in te voeren, moeten ruimschoots opwegen tegen de baten. 11. Betere alternatieven Er moeten betere alternatieven komen voor de auto. Als iemand overweegt minder auto te gaan rijden, dan moeten daar serieuze alternatieven voor zijn. Denk aan beter en snel openbaar vervoer, betere fietsfaciliteiten en slimme overstappunten. Vraag: Vanuit uw studie van de theoretische principes van de prijsstelling in het verkeer heeft u wellicht bedenkingen bij één of meer van de boven geformuleerde eisen. Aan u wordt gevraagd om deze bedenkingen kort te formuleren.

5 Vraag 4 Verkeersstroomtheorie Gegeven: R I w R I w - een weg over het domein x 2,3 C I C I - er geldt het volgende fundamentele diagram van snelheid V tegen intensiteit q over dit domein: ( ) V q w q = C q - op x=0 staat een verkeerslicht met roodtijd R - de verkeersvraag stroomopwaarts is I Gevraagd a. teken het fundamenteel diagram van intensiteit q tegen de dichtheid k en benoem alle relevante punten. b. bereken de minimale groentijd G 1 opdat er nog net een periodisch herhalend patroon onstaat (d.i. elke cyclus ontwikkelt zich een zelfde patroon zonder dat er filelengtes onbeperkt groeien voor t ). Gebruik hiervoor een eenvoudige redenering en berekening, geen ingewikkelde schetsen) c. stel de groentijd G = 2 R I C I en noem t 0 het begin van een willekeurige roodfase in dit periodieke patroon. Teken het x-t diagram over het x-domein en over twee periodes, dus t t0, t0 + 2( R + G). d. stel nu dat stroomafwaarts van het verkeerslicht de kenmerken veranderen, zodat nu geldt: w q R I w V ( q) = x < C q C I w q 2R I w V ( q) = x I q C I vervolledig nu je x-t plot van vraag c en houd daarbij rekening met de nieuwe wegkenmerken afwaarts van het licht. e. teken trajectories en bereken reistijden voor vier voertuigen met volgende vertrektijdstippen: t = t t = t + R G 2 G t = t + R + 2 t = t + R + G f. geef een intuïtieve verklaring voor je antwoord in e

6 Vragen prof. Beeldens Examen H01I6a: Verkeerskunde deel Wegenbouwkunde 23 augustus 2006 Dit deel van het examen bestaat uit twee vragen. Begin uw antwoord voor elke vraag op een nieuw blad. Plaats steeds uw naam en examennummer bovenaan elk blad. Antwoord bondig, maar volledig. Geef uitleg bij uw antwoord, met andere woorden geef ook de gevolgde redenering weer en niet enkel het eindresultaat. VRAAG 1: STRUCTUUR VAN DE WEG Een verbindingsbaan tussen 2 steden wordt aangelegd in platenbeton. De platen zijn gedeuveld. Welke voegen dienen in het platenbeton aangebracht te worden? Geef aan waar de voegen aangebracht dienen te worden. Beschrijf ook wanneer de voegen in werking zullen treden, met andere woorden wat het nut is van deze voegen. In welke situatie zal men opteren voor deuvels? Wat is de taak van deuvels? VRAAG 2: VERLOOP VAN DE WEG Wat is het verschil tussen een tracé, een lengteprofiel en een dwarsprofiel? Geef dit weer met enkele eenvoudige schetsen wat is de logische volgorde van ontwerpen en waarom? Veel succes!

7 Uitgebreide uitwerking Verkeerskunde examen augustus 2009 (uw beantwoording van de vragen behoeft niet zo gedetailleerd te zijn!) Oplossing vraag 1 Het vraagstuk is met de kennis uit de cursustekst snel op te lossen en vraagt niet veel rekenwerk. Voor een goed begrip geven wij hier echter een zeer uitgebreide bespreking. Er zijn 3 mogelijke routes tussen A en D: Definieer (zoals in de hint bij het vraagstuk gesuggereerd!): q 1 = stroom over route ABD (route 1) q 2 = stroom over route ACBD (route 2) q 3 = stroom over route ACD (route 3) Opmerking: Oplossingen van gebruikersevenwicht problemen zijn NIET voor elk willekeurig netwerk uniek in routestromen. Dat wil zeggen dat als we de vergelijkingen opschrijven in termen van routestromen het soms mogelijk is dat we meerdere (in principe oneindig veel) oplossingen krijgen voor de routestromen. Als we de schakelstromen bekijken voor al die oplossingen zulen we vinden dat de schakelstromen wel uniek zijn. Met andere woorden oplossingen van gebruikersevenwicht problemen zijn WEL uniek in schakelstromen. In dit examenvraagstuk is het netwerk echter zo eenvoudig dat er wel een unieke oplossing is in de routestromen. vraag 1a) (5/20) Veronderstel dat alle 3 routes gebruikt worden: t(abd) = t(acd): 21+ 0, 005q , 05( q + q ) = 8 + 0, 05( q + q ) , 005q q1 = q3 (1) (de gegevens zijn zodanig gekozen dat er van alles tegen elkaar wegvalt!) t(ab) = t(acb) 21+ 0, 005q = 8 + 0, 05( q + q ) , 01q (2) Tenslotte moet gelden: q + q + q = (3) Uit (1), (2) en (3) volgt de unieke oplossing q = q = 120 q = 60 Dus: q AB = 120, q AC = 180, q BC = 60, q CD = 120 en q BD = 180 (En t AB = 21,6 t AC = 17 t BC = 4,6 t CD = 19,6 en t BD = 15 )

8 vraag 1b) (3/20) Weg CB afgesloten: q 2 = 0 t(acd) = t(abd): 21+ 0, 005q , 05q = 8 + 0, 05q , 005q q = q Omdat q1 + q2 + q3 = 300 volgt q1 = q3 = 150 Dus: q AB = 150, q BD = 150, q AC = 150 en q CD = 150 en q BC = 0 ( En t AB = 21,75 t BD = 13,5 t AC = 15,5 t CD = 19,75 ) vraag 1c) (6/20) De systeem-optimale toedeling kan worden bepaald op precies dezelfde manier als de gebruikersoptimale toedeling, alleen dienen we in dit geval niet de gewone weerstandsfunctie voor een schakel a te gebruiken maar de marginale systeemweerstandsfunctie voor een schakel = d( t q ) / dq a a a a Opmerking: de marginale weerstand voor bijvoorbeeld de route ABD (route 1) vinden we door de marginale systeemweerstanden van de schakels AB en BD bij elkaar op te tellen. (zie cursustekst) Het is NIET correct om de marginale systeemweerstand in termen van routes te schrijven, dus het is NIET correct om de marginale systeemweerstand van de route ABD te schrijven als: 1 = d( t 1 * q 1 ) / dq 1. Veronderstel eerst dat alle routes 1, 2 en 3 gebruikt worden in de systeemoptimale toedeling: ( ABD) = ( ACD) : 21+ 0, 01q ,1( q + q ) = 8 + 0,1( q + q ) , 01q q = q (1) ( AB) = ( ACB) (want route 1 en route 2 hebben BD gemeen) 21+ 0, 01q = 8 + 0,1( q + q ) , 02q (2) Tenslotte moet gelden: q + q + q = (3) Uit (1), (2) en (3) volgt: q = q = q2 = 60 Deze oplossing is niet toelaatbaar! (alle q's moeten groter of gelijk aan 0 zijn)

9 Dus de veronderstelling dat alle routes 1, 2 en 3 gebruikt worden in de systeemoptimale toedeling is onjuist. Het ligt nu voor de hand om q 2 = 0 te nemen en opnieuw uit te rekenen welke waarden q 1 en q 2 in dit geval krijgen. Dus we veronderstellen dat route 1 en route 3 worden gebruikt en route 2 niet. ( Dit is in het algemeen een goede strategie: elimineer de route(s) die een negatieve waarde voor de verkeersstroom geeft (geven) en reken opnieuw de stromen uit. Eventueel herhalen we dit proces. Vinden we een oplossing dan is het raadzaam nog te checken of de oplossing voldoet aan de eisen van een systeemoptimale toedeling. We passen deze strategie hier toe voor het vinden van de systeemoptimale toedeling, maar dezelfde strategie kan ook worden toegepast voor het vinden van de gebruikersoptimale toedeling.) Als we q 2 = 0 stellen vinden we: 21+ 0, 01q ,1q = 8 + 0,1q , 01q q1 = q3 = 150 en q 2 = Schakelbelastingen zijn q(ab) = q(bd) = q(ac) = q(cd) = 150 en q(cb) = 0 We moeten nu controleren of dit inderdaad een systeemoptimale toedeling is! (Dit werd ook in het examenvraagstuk gevraagd.) Het is inderdaad een systeemoptimale toedeling, want: 1 = 21+ 0, 01* ,1*150 = 43, 5 3 = 8 + 0,1* , 01*150 = 43,5 = 8 + 0,1* , 02* ,1*150 = 48 2 dus t 1 = t 3 < t 2 Ofwel: alle gebruikte routes hebben dezelfde marginale systeemweerstand en niet gebruikte een hogere. Het is niet een gebruikersoptimale evenwichtstoedeling want: t = 21+ 0, 005* , 05*150 = 35, 25 t t = 8 + 0, 05* , 005*150 = 35, 25 = 8 + 0, 05* , 05*150 = 33 Dus t 1 = t 3 > t 2 De niet gebruikte route 2 heeft een kleinere reistijd: een individuele verkeersdeelnemer zou route 2 kunnen nemen (dat wil zeggen schakel CB gebruiken) en daarmee zijn reistijd kunnen verkorten. Hiermee is vraag 1c) opgelost. We laten hieronder voor de volledigheid zien dat er geen andere oplossing bestaat waarin slechts één of twee van de beschikbare routes gebruikt worden.

10 Veronderstel dat slechts 1 route wordt gebruikt en de twee andere niet Bijvoorbeeld route 1 wordt gebruikt en route 2 en route 3 niet Dan geldt: 1 = 60 3 = 27 Een niet gebruikte route (namelijk route 3) heeft een kleinere marginale systeemweerstand dan een gebruikte: dit is niet een systeemoptimale toedeling. Op overeenkomstige wijze vallen het alleen gebruiken van route 2 of het alleen gebruiken van route 3 af. Dus de veronderstelling dat slechts 1 route wordt gebruikt in de systeemoptimale toedeling is onjuist. Veronderstel dat twee routes worden gebruikt. Bijvoorbeeld: stel route 1 en route 2 worden gebruikt en route 3 niet. Dan geldt: q BD = 300 en q CD = 0 ( BD) = 36 ( CD) = 19 ( ACD) < ( ACBD) 3 < 2 Een niet gebruikte route (namelijk route 3) heeft een kleinere marginale systeemweerstand dan een gebruikte: dit is niet een systeemoptimale toedeling. Probeer: route 2 en route 3 worden gebruikt en route 1 niet Dan geldt: q AC = 300 en q AB = 0 ( AC) = 38 ( AB) = 21 ( ABD) < ( ACBD) 1 < 2 Een niet gebruikte route (namelijk route 1) heeft een kleinere marginale systeemweerstand dan een gebruikte: dit is niet een systeemoptimale toedeling. Er blijft slechts één mogelijkheid over: route 1 en route 3 worden gebruikt en route 2 niet. Zoals we gezien hebben levert dat inderdaad een systeemoptimale toedeling. vraag 1d) (6/20) Bij vraag a) vinden we: t AD = 36,6 Bij vraag b) vinden we: t AD = 35,25 Dit is opmerkelijk want er wordt een weg afgesloten (namelijk CB) en toch wordt de reistijd per automobilist voor de trip van A naar D kleiner! We zouden niet verwachten dat het afsluiten van een weg tot een hogere reistijd tussen een herkomst en een bestemming zou leiden en toch is dat hier het geval! De verklaring is dat door het afsluiten van weg CB de systeemoptimale toedeling, zoals bepaald bij vraag c), wordt afgedwongen. Bij de systeemoptimale toedeling is de totale systeemweerstand (de gezamenlijke reistijd van alle auto's tezamen) minimaal.

11 De systeemweerstand bij a) is 300 * 36,6 = De systeemweerstand bij b) is 300 * 35,25 = Omdat in beide gevallen de reistijd wordt vermenigvuldigd met de dezelfde q AD =300 betekent een lagere systeemweerstand ook een kleinere reistijd per automobilist. Dit volstaat als antwoord op vraag 1d). Het is interessant om na te gaan wat het bovenstaande impliceert. Stel dat de weg CB is afgesloten. Er gaat dan een stroom van 150 langs ABD gaan en een stroom van 150 langs ACD zoals uitgerekend in vraag b). De reistijd van A naar D is 35,25. Dit is een stabiel evenwicht. Geen individuele automobilist kan zijn reistijd verkorten door over te schakelen naar de andere route. Nu openen we weg CB. Een stroom van 150 via ABD en van 150 via ACD representeert nu geen stabiel evenwicht. Een individuele automobilist kan nu wel zijn reistijd verkorten door weg CB te gebruiken. Die route duurt nu 33 in plaats van 35,25. Automobilisten zullen doorgaan met het switchen van routes tot opnieuw een stabiel evenwicht wordt bereikt. Dat evenwicht is uitgerekend in vraag a). De reistijd is nu 36,6 dwz groter dan de oorspronkelijke reistijd 35,25! Het openstellen van weg CB in combinatie met het zelfzuchtige gedrag van de individuele automobilisten heeft geleid tot een slechtere situatie voor iedereen! Dit verschijnsel wordt de paradox van Braess genoemd naar de onderzoeker die daar in 1969 voor het eerst over publiceerde. Het komt lang niet in alle netwerken voor. De weerstandsfuncties dienen daarvoor aan bepaalde specifieke condities te voldoen. Toch heeft men het verschijnsel in praktische situaties een aantal keren waargenomen. Oplossing vraag 2 Automobiliteit a) Geef op basis van een grondige argumentering aan of onderstaande beweringen juist of onjuist zijn. Bewering 1: Als wij de capaciteit van het wegennet uitbreiden zal dit nieuwe mobiliteit oproepen met als gevolg dat het wegennet weerom volloopt. Op deze manier lossen we de files niet op. Juist en onjuist. Uitbreiding van de capaciteit van het wegennet zal meestal ook nieuwe mobiliteit oproepen (de latente vraag). Er ontstaat een nieuw evenwicht tussen de vraag- en aanbodcurve, op de korte termijn en op de lange termijn (zie cursustekst Verkeerskunde verkeersmodellen: Analyse van het transportsysteem). Het gevolg is dat een deel van de toegevoegde capaciteit direct gebruikt wordt. Dit is overigens geen vreemd verschijnsel; het is normaal te veronderstellen dat een nieuwe investering ook gebruikt wordt! Anders kan men beter niet investeren. Als men de investering beperkt tot de omvang van de file dan zal de geïnduceerde groei van de vraag tot gevolg hebben dat er altijd nog een kleine file zal blijven staan. Wil men files oplossen dan zal men dus meer moeten investeren (meer capaciteit moeten toevoegen). De vraag is, of dit economisch verantwoord is. De baten van de investeringen zullen moeten opwegen tegen de kosten. Meer mobiliteit veroorzaakt in het algemeen ook meer milieueffecten maar is ook een voorwaarde voor economische ontwikkeling. Een integrale kosten-batenafweging kan uitsluitsel geven over de omvang van de gewenste investering (uitbreiding van de capaciteit)

12 Bewering 2: Een vertegenwoordiger van de nationale openbaar vervoersmaatschappij beweert dat een verdubbeling van de diensten het mogelijk maakt de files op het wegennet op te lossen. Onjuist. Een verdubbeling van de diensten zal er zonder meer voor zorgen dat er meer capaciteit beschikbaar is in het openbaar vervoer voor het vervoer van personen. Ook de frequentie wordt verhoogd en daarmee de kwaliteit van de aangeboden diensten. Toch zal het aantal extra reizigers dat gebruik zal maken van het OV beperkt blijven omdat er geen nieuwe relaties ontsloten worden en ook omdat veel automobilisten de auto gedwongen gebruiken (captives). Verder is het aandeel van het OV in de modal split beperkt. Een verdubbeling van het gebruik van het OV zal slechts een gering effect hebben op het aantal automobilisten. Tenslotte moet vermeld worden dat een vermindering van de filedruk onmiddellijk tot gevolg zal hebben dat nieuwe automobilisten toetreden. Openbaar vervoer b) Het openbaar vervoerbedrijf van Brussel wil meer reizigers aantrekken en dan vooral mensen die hun verplaatsing nu met de auto maken. Men benadert u om een advies te verstrekken over welke maatregelen zij moet treffen om van dit initiatief een succes te maken. Welke maatregelen (combinaties van maatregelen) adviseert u en welke overwegingen liggen hieraan ten grondslag? Om meer automobilisten in hen OV te krijgen zal men moeten proberen de Verplaatsingstijdfactor (VF-factor) te verbeteren. Dat betekent: verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening van het OV (hogere frequentie, minder overstappen, verbetering reistijdbetrouwbaarheid, zitplaats garantie, informatievoorziening, etc.) meer gebieden ontsluiten per OV (via nieuwe lijnen, via verlenging van bestaande lijnen, via multimodale verbindingen (P&R)) het gebruik van de auto wordt zwaarder belast (verhoging parkeertarieven, invoering tijd- en plaatsgebonden beprijzen voor autogebruik, etc.) Netwerkontwerp c) Waarom liggen de toegangspunten voor hoogwaardige openbaar vervoersnetwerken (Intercity, HSL) bij voorkeur in het centrum van de steden en liggen de toegangspunten voor hoogwaardige wegennetwerken (autosnelwegen) buiten de steden? De toegangspunten voor hoogwaardige openbaar vervoersnetwerken (Intercity, HSL) liggen bij voorkeur in het centrum van de steden omdat OV kwaliteit moet kunnen bieden tussen concentraties van activiteitsruimten. Om hoogwaardige OV systemen efficiënt en bedrijfseconomisch rendabel te kunnen exploiteren is het noodzakelijk dat er een voldoend grote vraag is. Deze vraag is het grootst in de centra waar een hoge dichtheid van activiteiten heerst (met als gevolg: kort voor- en natransport en weinig overstappen) en waar bovendien veel andere OV systemen aansluiten. Indien men de stations buiten de steden zou leggen, betekent dat dat veel reizigers zullen moeten overstappen, wat leidt tot een ongunstige VF-factor en verlies van vraag. Men zal het aantal benodigde overstappen zoveel mogelijk trachten te beperken. Voor wegennetwerken geldt deze overweging niet

13 omdat men naadloos van het ene stelsel overgaat in het andere stelsel (men kan in de auto blijven zitten). Verder zal de realisatie van autosnelwegen in de centra van de steden een enorme aanslag doen op de kwaliteit van de leefomgeving (emissies, versnippering, geluidhinder, etc.). Men wenst geen doorgaande autoverplaatsingen door het centrum. Tot slot wil men vermijden dat het autosnelwegennet wordt gebruikt voor korte verplaatsingen. Door de aansluitingen buiten de stad te leggen en het aantal aansluitingen beperkt te houden creëert men een omweg waardoor het autosnelwegennet vooral gebruikt wordt voor lange-afstandsverplaatsingen. Oplossing vraag 3 vraag 3a) (10/20) Gegeven: resourcekosten = a = 3 tax = b = 2 milieukosten = m = 2 tijdkosten = c(q) = 2,5 + q / 1200 vraag = V(q) = 20 q / 300 De snelle methode om het vraagstuk op te lossen: In het optimale evenwicht moeten de marginale sociale kosten (MSK) gelijk zijn aan de marginale baten (vraagfunctie). De heffing (tax + tol) is dan gelijk aan de marginale externe kosten. (Zie cursustekst Vervoerseconomie!). MSK(q) = a + c(q) + q*dc(q)/dq + m = 7,5 + 2q / 1200 Vraagfunctie = 20 q / 300 Dus 7,5 + 2q opt / 1200 = 20 q opt /300 Verkeersstroom bij optimale tol: q opt = 2500 vrtg/uur Externe tijdkosten in optimaal evenwicht = q opt / 1200 = 2500/ 1200 = 25/12 Externe milieukosten in optimaal evenwicht = 2 Heffing = externe kosten in optimaal evenwicht = /12 Tax = 2 Optimale tol = heffing tax = /12-2 = 25/12 (= euro) Een omslachtige methode om dit vraagstuk op te lossen is de volgende: Stel tol = t We gaan nu de welvaartswinst uitdrukken in functie van t: Eerst bepalen we de verkeersstrom bij een tol t: Vraagfunctie = tol + resourcekost + belasting + tijdkost ofwel: 20 q t / 300 = t ,5 + q t / 1200

14 Dus: q t = 240 (12,5 t ) en prijs t = 20 4/5 (12,5 t) Berekening welvaartswinst: werkelijke kosten bij t = 0 = q t=0 * (resourcekost + tijdkost t=0 + milieukost) = 3000 * ( ) = werkelijke kosten bij tol = t = q t * (resourcekost + tijdkost t + milieukost) = 240 (12,5 t) (3 + 2,5 + 1/5 (12,5 t) + 2) batenverlies als tol gaat van 0 naar t door verlaging van stroom = ( (12,5 t)) ( /5 (12,5 t)) / 2 W = welvaartswinst = besparing werkelijke kosten batenverlies = 600 t 144 t 2 Dit is maximaal als dw/dt = 0 Optimale tol: t opt = 600 / 288 = 25/12 (= 2,083 euro) Verkeersstroom bij optimale tol: q opt = 240 (12,5 25/12) = 2500 vrtg/uur (W = welvaartswinst = 625 (dit werd niet gevraagd)) vraag 3b) (10/20) Op basis van uw kennis van de cursustekst Vervoerseconomie zou u de volgende economische kanttekeningen kunnen formuleren bij de standpunten van de ANWB. 1. Eerlijker De bedoeling van rekeningrijden is niet om het autorijden eerlijker te maken, maar om het autoverkeerssysteem efficiënter te laten verlopen. Het gaat niet om 'equity maar om efficiency. Als de automobilist het als eerlijk ervaart dat hij moet betalen voor het daadwerkelijk gebruik van zijn auto dan is dat meegenomen, want het vergemakkelijkt de acceptatie van rekeningrijden. Rekeningrijden (vanuit vervoerseconomisch standpunt) houdt ook niet noodzakelijkerwijs in dat iemand die veel rijdt meer moet betalen, maar dat iemand die veel externe kosten veroorzaakt meer moet betalen. Bijvoorbeeld: veel rijden op wegen met weinig congestie veroorzaakt niet veel externe kosten. Dus naast het aantal kilometers dat men rijdt is vooral ook van belang waar en wanneer die kilometers worden gereden. Wat betreft eerlijkheid zie ook 6. en Niet duurder Optimale beprijzing kan inhouden dat je als automobilist meer betaalt aan heffing (= belasting + tol) dan nu het geval is (alleen belasting). Zie vraag a) voor een rekenvoorbeeld.

15 3. Vaste lasten afschaffen Dit is niet essentieel. Als de vaste lasten hoog zijn (dwz een hoge belastingcomponent hebben) en je veroorzaakt weinig externe kosten zou je teruggave van een deel van de tol kunnen overwegen. Als dat (om administratieve of andere reden) ongewenst is kun je inderdaad overwegen (een deel van) de vaste lasten af te schaffen. 4. Privacy Geen bemerking 5. Onafhankelijke partij Geen bemerking 6. Inspraak voor automobilisten Wat betreft de besteding van tolontvangsten aan infrastructurele projecten zie 8. Invloed op de kilometerprijs kun je beter overlaten aan een onafhankelijke deskundige (overheids)instantie gecontroleerd door het parlement. Stakeholders bij rekeningrijden zijn naast de automobilisten, de mensen die de externe milieukosten moeten dragen en de gehele samenleving die opdraait voor de externe kosten. De groep automobilisten is slechts een deelgroep van die stakeholders, en het is dus niet gewenst hen alleen inspraak te geven. 7. Transparant Geen bemerking 8. Geld terug naar de automobilisten De tolgelden zouden (vanuit economisch standpunt) daar besteed moeten worden waar het hoogste rendement kan worden behaald. Dat is niet noodzakelijkerwijze besteding aan infrastructuur. Het zou ook besteding aan onderwijs kunnen zijn om maar iets te noemen. Daarbij komt nog dat overproductie van infrastructuur moet worden vermeden. Voor infrastructuur moet ook gelden marginale kosten = marginale baten ofwel marginale kosten infrastructuur (nieuw of uitbreiding bestaande) = marginale baten door tijdwinst. De beste optie is wellicht de besteding van de tolgelden over te laten aan het parlement dat ook beslist over de equity van de door tolheffing gerealiseerde welvaartswinst. 9. Fraudebestendig Geen bemerking 10. Kosten laag houden Kosten moeten ten alle tijd zo laag mogelijk gehouden worden, dat geldt ook voor de implementatie van een tolheffingsysteem. Tot zover geen bemerking. De toelichting bij dit punt is vreemd geformuleerd. De baten moeten opwegen tegen (of liefst groter zijn dan) de kosten, niet andersom. De baten van tolheffing zijn overigens NIET de tolinkomsten maar de gerealiseerde welvaartswinst (= besparing in werkelijke kosten (resourcekosten + tijdkosten + 'milieu'kosten) minus het verlies aan baten van de automobilisten). Die welvaartswinst moet groter zijn dan (of tenminste gelijk zijn aan) de kosten van de implementatie en exploitatie van het tolheffingsysteem. 11. Betere alternatieven Geen bemerking.

16 Oplossing vraag 4 (voorafgegaan door puntenverdeling per onderdeel) (2/20) zie tekening (3/20) Opdat de file nooit oneindig opbouwt moet het laatste voertuig dat stil kwam te staan net voor een nieuwe roodfase de stopstreep passeren. Anders gezegd: er moet binnen 1 cyclus precies evenveel verkeer afgevoerd worden als er aangevoerd wordt, of: R + G I = G C waaruit eenvoudig volgt: ( ) 1 1 R I G 1 = C I (3/20) Zie de oplossing voor x 0 in de tekening. De hierin gebruikte waarden zijn: C I I w ki =, vi = w C I, I ci =. De file voor het verkeerslicht slaat terug over een J R I w afstand l 1 = wg 1 = C. I (6/20) Zie de tekening over het volledige x-domein. De file voor de capaciteitsvernauwing slaat terug over een zelfde afstand l 1 als die voor het verkeerslicht, want ze slaat terug gedurende een zelfde tijdsduur G 1 met dezelfde golfsnelheid w. Het weer oplossen van deze file duurt l1 R v =. 1 (4/20) Men ziet eenvoudig in dat de reistijd op t 1 = R, dit is namelijk alleen de wachttijd gedurende een volle roodtijd. Vertrekkend op t 2 ervaart men geen vertraging voor het licht, l1 maar het duurt R v = om de file voor de vernauwing te passeren. Hetzelfde geldt voor t 4. 1 Op t 3 ervaart men precies de helft van het maximale tijdsverlies voor het licht + precies de helft van het maximale tijdverlies in de file voor de vernauwing, dus 1 R + 1 R = R. Het 2 2 maakt dus niet uit wanneer je vertrekt: iedereen ervaart een vertraging R. (2/20) Intuïtief ziet men dit zo in: geheel stroomopwaarts en geheel stroomafwaarts is de intensiteit gedurende de hele periode constant en gelijk aan I. De tussentijd tussen twee opeenvolgende voertuigen is zowel bij vertrek als aankomst dus steeds precies 1/I en niemand haalt elkaar in. Iemand die dus 1/I seconden na zijn voorganger vertrekt komt ook 1/I seconden na hem aan. Dus moeten beide voertuigen dezelfde reistijd hebben. En dit geldt voor elk paar voertuigen, dus hebben alle voertuigen dezelfde reistijd. Hoe groot is die dan? De reistijd voor een vertrek op t 1 is vanzelfsprekend alleen een volle roodtijd R, dus heeft iedereen de reistijd R. PS: ook andere intuïtieve verklaringen zijn mogelijk.

17 R I w C I x [ ] 3 2 q=i k=0 C I q -w 1 q=i k=k I q=i k=k I q=i k=k I v I k I -c I J k 0 C=Jw 0 C=Jw 0 C=Jw 0 k= J q=i k=0 k= J q=i k=0 k= J q=i k=0-1 R G 1 G q=i k=0-2 t 0 + t 3 t 2 t 4 R I C I t [ ]

Examen Verkeerskunde (H01I6A) en Verkeerskunde Basis (H0111B)

Examen Verkeerskunde (H01I6A) en Verkeerskunde Basis (H0111B) Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Examen Verkeerskunde (H01I6A) en Verkeerskunde Basis (H0111B) Datum: woensdag 23 augustus 2006 Tijd: 9.00 11.00 uur: Verkeerskunde Basis

Nadere informatie

Alle wegen zijn één-richtingswegen; de pijlen geven de enige toegestane richting aan op de schakels.

Alle wegen zijn één-richtingswegen; de pijlen geven de enige toegestane richting aan op de schakels. 1/16 Examen Verkeerskunde (H01I6A) Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur Datum: dinsdag 16 juni 2009 Tijd: Instructies: 9.00 13.00 uur Er zijn 4 vragen over

Nadere informatie

a) Omschrijf in woorden tot welke algemene effecten de introductie van nieuwe transportvoorzieningen leidt. U behoeft het diagram niet te geven.

a) Omschrijf in woorden tot welke algemene effecten de introductie van nieuwe transportvoorzieningen leidt. U behoeft het diagram niet te geven. Examen H111 Verkeerskunde Basis Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Datum: donderdag 5 september 2002 Tijd: 9.00 12.00 uur Instructies: Er zijn 5 vragen; start de beantwoording

Nadere informatie

Examen H 111 Datum: vrijdag 9 juni 2000 Tijd: uur

Examen H 111 Datum: vrijdag 9 juni 2000 Tijd: uur Examen H 111 Datum: vrijdag 9 juni 2000 Tijd: 10.00 13.00 uur Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Instructies: Er zijn 5 vragen; Start de beantwoording van elk van de 5 vragen

Nadere informatie

Examen H111. Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde. Verkeerskunde Basis. Datum: vrijdag 7 juni 2002 Tijd: 9.00 12.

Examen H111. Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde. Verkeerskunde Basis. Datum: vrijdag 7 juni 2002 Tijd: 9.00 12. Examen H111 Verkeerskunde Basis Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Datum: vrijdag 7 juni 2002 Tijd: 9.00 12.00 uur Instructies: Er zijn 5 vragen; start de beantwoording van

Nadere informatie

Examen H111 Verkeerskunde Basis

Examen H111 Verkeerskunde Basis pagina 1 van 5 Examen H111 Verkeerskunde Basis Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Datum: donderdag 30 augustus 2001 Tijd: 8u30 11u30 Instructies: Er zijn 5 vragen; start de

Nadere informatie

a) Welke eisen stelt men aan een distributiefunctie?

a) Welke eisen stelt men aan een distributiefunctie? Vragen Immers pagina 1 van 6 Examen Verkeerskunde (H01I6A) Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur Datum: vrijdag 20 juni 2008 Tijd: Instructies: 9.00 13.00

Nadere informatie

Examen Verkeerskunde (H01I6A) Vragen prof. Tampère. Datum: vrijdag 28 aug 2015

Examen Verkeerskunde (H01I6A) Vragen prof. Tampère. Datum: vrijdag 28 aug 2015 Examen Verkeerskunde (H01I6A) KU Leuven, CIB / Verkeer & Infrastructuur Datum: vrijdag 28 aug 2015 Tijd: Instructies: 9.00-13.00 uur o prof. Tampère: 3 vragen, van 9.00 tot 12.00 uur, gesloten boek o prof.

Nadere informatie

uur met een uitloop naar uiterlijk uur

uur met een uitloop naar uiterlijk uur 1 Examen Verkeerskunde (H01I6A) Vragen prof. Immers Datum: vrijdag 11 juni 2010 Tijd: Instructies: Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur Gesloten boek 15.00-18.00

Nadere informatie

Dit tentamen bestaat uit 6 vragen. Voor elke vraag zijn 10 punten te behalen. Het tentamencijfer is 1+ [aantal punten]/60.

Dit tentamen bestaat uit 6 vragen. Voor elke vraag zijn 10 punten te behalen. Het tentamencijfer is 1+ [aantal punten]/60. Tentamen AutoMobility 3 juli 14:00-17:00 Dit tentamen bestaat uit 6 vragen. Voor elke vraag zijn 10 punten te behalen. Het tentamencijfer is 1+ [aantal punten]/60. VRAAG 1: A13/A16 (Normering 1a: 2, 1b:2,

Nadere informatie

De hoofdstuknummers in deze bundel corresponderen met de hoofdstukken in het diktaat 1 VERKEERSSTROOMTHEORIE OF: HOE ONTSTAAN FILES?

De hoofdstuknummers in deze bundel corresponderen met de hoofdstukken in het diktaat 1 VERKEERSSTROOMTHEORIE OF: HOE ONTSTAAN FILES? CTB1420 Oefenopgaven Deel 4 - Antwoorden De hoofdstuknummers in deze bundel corresponderen met de hoofdstukken in het diktaat 1 VERKEERSSTROOMTHEORIE OF: HOE ONTSTAAN FILES? 1. Eenheden a) Dichtheid: k,

Nadere informatie

29 oktober Onderzoek: Files en rekeningrijden

29 oktober Onderzoek: Files en rekeningrijden 29 oktober 2016 Onderzoek: Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag van de

Nadere informatie

Amsterdam, 11 mei 2005 Projectnummer: H870 Nanda Deen BA Tamara Deprez MA drs. Annemieke Blok MBA. 1 Motivaction International B.V.

Amsterdam, 11 mei 2005 Projectnummer: H870 Nanda Deen BA Tamara Deprez MA drs. Annemieke Blok MBA. 1 Motivaction International B.V. ANWB Kiezen voor mobiliteit - Files en bereikbaarheid - conclusies Amsterdam, 11 mei 2005 Projectnummer: H870 Nanda Deen BA Tamara Deprez MA drs. Annemieke Blok MBA 1 Motivaction International B.V. Inhoudsopgave

Nadere informatie

25/02/2016. STAP 2 Distributie. STAP 1 Ritgeneratie (en tijdstipkeuze) STAP 3 Vervoerwijzekeuze. STAP 4 Toedeling. Resultaten.

25/02/2016. STAP 2 Distributie. STAP 1 Ritgeneratie (en tijdstipkeuze) STAP 3 Vervoerwijzekeuze. STAP 4 Toedeling. Resultaten. STAP 1 (en tijdstip) Hoeveel mensen zullen er vertrekken en aankomen in een bepaalde periode (spitsuur) Aantal vertrekken (productie) = aantal aankomsten (attractie) per motief STAP 2 Bepalen van aantal

Nadere informatie

Fileprobleem. Leerjaar 1, schooljaar De opdrachtgever

Fileprobleem. Leerjaar 1, schooljaar De opdrachtgever Fileprobleem Verkeersknooppunt Verkeerscentrale Leerjaar 1, schooljaar 2017-2018 1. De opdrachtgever Dagelijks maken miljoenen reizigers gebruik van het Nederlandse wegennet. Het wordt steeds drukker en

Nadere informatie

Examen Verkeerskunde (H01I6A)

Examen Verkeerskunde (H01I6A) pag 1 van 7 Katholieke Universiteit Leuven Examen Verkeerskunde (H01I6) Datum: Instructies: vrijdag 17 juni 2011, 14.00 18.00 uur Er zijn 5 vragen over het gedeelte van het vak gedoceerd door prof. Immers.

Nadere informatie

Examen Verkeerskunde (H01I6A)

Examen Verkeerskunde (H01I6A) Examen Verkeerskunde (H01I6A) Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur Datum: vrijdag 15 juni 2012 Tijd: Instructies: 14.00-18.00 uur Er zijn 3 vragen over

Nadere informatie

verkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig

verkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig flexibiliteit genoeg geraken gezondheid goed goede goedkoop grote BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT Grafische voorstelling open antwoorden andere belangrijke zaken bij verplaatsingen aankomen aansluiting

Nadere informatie

Wachten of niet wachten: Dat is de vraag

Wachten of niet wachten: Dat is de vraag Wachten of niet wachten: Dat is de vraag Sindo Núñez-Queija Centrum voor Wiskunde en Informatica Technische Universiteit Eindhoven Wachten of niet wachten: Dat is de vraag Wanneer heeft u voor het laatst

Nadere informatie

Mobiliteitsbeheersing en rekeningrijden

Mobiliteitsbeheersing en rekeningrijden Mobiliteitsbeheersing en rekeningrijden 22 april 2010 Overzicht De mobiliteit in cijfers.... 2 (avondspits) (ochtendspits) De mobiliteit in cijfers Files en meer files: waar? Files en meer files: wanneer?

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Het Fileprobleem

Praktische opdracht Economie Het Fileprobleem Praktische opdracht Economie Het Fileprobleem Praktische-opdracht door een scholier 1746 woorden 15 februari 2003 5,9 60 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Ik wil het in deze P.O. graag hebben over

Nadere informatie

Bereikbaarheid oplossingsrichtingen

Bereikbaarheid oplossingsrichtingen www.snelwegbus.com Bereikbaarheid oplossingsrichtingen Zevensprong van Verdaas 1. ruimtelijke ordening (afhankelijk van tijdshorizon is 80-90% gegeven) 2. prijsbeleid 3. openbaar vervoer 4. mobiliteitsmanagement

Nadere informatie

****** Deel theorie. Opgave 1

****** Deel theorie. Opgave 1 HIR - Theor **** IN DRUKLETTERS: NAAM.... VOORNAAM... Opleidingsfase en OPLEIDING... ****** EXAMEN CONCEPTUELE NATUURKUNDE MET TECHNISCHE TOEPASSINGEN Deel theorie Algemene instructies: Naam vooraf rechtsbovenaan

Nadere informatie

Reconnecting Rotterdam Port Samenvatting

Reconnecting Rotterdam Port Samenvatting Reconnecting Rotterdam Port Samenvatting Aart de Koning, april 2010 De aanleiding: de concurrentiepositie van de haven van Rotterdam staat onder druk De haven van Rotterdam is altijd sterk verankerd geweest

Nadere informatie

Extra oefenopgaven Deel 1

Extra oefenopgaven Deel 1 1 BEREIKBAARHEID EN RUIMTELIJKE INTERACTIE Bereikbaarheid 1.1 De ooit geplande Rijksweg A3 Onderstaand schema geeft de Randstad weer met enkele kernen. In het originele Rijkswegenplan uit 1927 was ook

Nadere informatie

Vervoer over goede banen

Vervoer over goede banen Vervoer over goede banen Onderweg naar Morgen Den Haag 14/10/2010 Mobiliteitsontwikkeling in Nederland 1000 900 autokm 800 700 BNP OV-km inwoners 600 500 400 300 200 100 0 1960 1965 1970 1975 1980 1985

Nadere informatie

Thema 1: de gebruiker betaalt

Thema 1: de gebruiker betaalt Beleidscafé: betalen voor automobiliteit 9-12-2010 Thema 1: de gebruiker betaalt Stelling 1: Autobezit moet goedkoper worden voor mensen die weinig rijden en duurder voor mensen die veel rijden. Autobezit

Nadere informatie

25 april 2019 Auteur: Rozemarijn Lubbe. Files in Nederland

25 april 2019 Auteur: Rozemarijn Lubbe. Files in Nederland 25 april 2019 Auteur: Rozemarijn Lubbe Files in Nederland Samenvatting Samenvatting Breed draagvlak voor kilometerheffing, geen steun voor spitsheffing Er is brede steun voor een systeem waarbij mensen

Nadere informatie

Spitstarief en weguitbreiding in kosten-batenanalyses

Spitstarief en weguitbreiding in kosten-batenanalyses CPB Notitie Datum : 5 februari 2010 Spitstarief en weguitbreiding in kosten-batenanalyses Met de invoering van de kilometerheffing wordt ook een spitstarief ingevoerd. Dit spitstarief heft een tarief per

Nadere informatie

Nationale DenkTank 2014 Flexibus

Nationale DenkTank 2014 Flexibus Flexibus Achtergrond en uitwerking Aanbod en vraag van het openbaar vervoer sluiten niet optimaal op elkaar aan, zowel in de stad als in de regio In drukke steden zijn er veel opstoppingen door verkeersdrukte

Nadere informatie

De latente vraag in het wegverkeer

De latente vraag in het wegverkeer De latente vraag in het wegverkeer Han van der Loop, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid KiM, kennislijn 1 en 2, 5 juni 2014 Vraagstuk * Veel gehoord bij wegverbreding of nieuwe wegen: Roept extra autogebruik

Nadere informatie

Pijler 1: Inspelen op veranderende mobiliteitsstromen

Pijler 1: Inspelen op veranderende mobiliteitsstromen Vervoervisie Pijler 1: Inspelen op veranderende mobiliteitsstromen Het aantal huishoudens in de regio Amsterdam neemt tot 2040 met circa 270.000 toe. Hiermee neemt ook de economische bedrijvigheid en de

Nadere informatie

abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls,

abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls, abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG Contactpersoon Doorkiesnummer Datum 16 juni 2006 Ons kenmerk DGP/WV/u.06.01301

Nadere informatie

De eenparige rechtlijnige beweging

De eenparige rechtlijnige beweging De eenparige rechtlijnige beweging Inleidende experimenten Via opdrachten met de robot LEGO NXT willen we de leerstof van mechanica aanbrengen en op een creatieve en speelse manier leren nadenken over

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2010 tijdvak 1 maatschappijleer 2 CSE GL en TL Tekstboekje GT-0323-a-10-1-b Analyse maatschappelijk vraagstuk: het fileprobleem tekst 1 Filevrije dag Doe mee! 10 Op donderdag 9 oktober

Nadere informatie

Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement

Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement Een overzicht van de beschikbare kennis Florence Bloemkolk, Henk Taale 21 juni 2018 Stedelijk verkeersmanagement: wat is het? CROW: Verkeersmanagement

Nadere informatie

Routeanalyse Rijksstraatweg-N57. Gemeente Hellevoetsluis

Routeanalyse Rijksstraatweg-N57. Gemeente Hellevoetsluis Routeanalyse Rijksstraatweg-N57 Gemeente Hellevoetsluis Routeanalyse Rijksstraatweg-N57 Gemeente Hellevoetsluis Delft, 10 april 2007 Versie 2.0 ir. V.F. Harte ir. R. Michels Delft Infra Advies B.V. Rotterdamseweg

Nadere informatie

Lees onderstaande goed door. Je niet houden aan de instructies heeft direct gevolgen voor de beoordeling.

Lees onderstaande goed door. Je niet houden aan de instructies heeft direct gevolgen voor de beoordeling. Universiteit Twente Faculteit Construerende Technische Wetenschappen Opleidingen Werktuigbouwkunde & Industrieel Ontwerpen Kenmerk: CTW.14/TM-5739 ONDERDEEL : Statica DATUM : 10 oktober 2014 TIJD : 14:00

Nadere informatie

MEMO. Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Datum 27 januari 2012 Projectnummer Status Definitief Versie 6

MEMO. Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Datum 27 januari 2012 Projectnummer Status Definitief Versie 6 MEMO Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Onderwerp Evaluatie Spoedaanpak - ontwikkeling verkeersprestatie (VP) per project Datum 27 januari 212 Projectnummer 7211112 Status Definitief

Nadere informatie

BOVAG & RAI Vereniging. Woensdag 29 augustus 2012 Louwman Museum, Den Haag

BOVAG & RAI Vereniging. Woensdag 29 augustus 2012 Louwman Museum, Den Haag BOVAG & RAI Vereniging Woensdag 29 augustus 2012 Louwman Museum, Den Haag Een betrouwbare overheid met een langetermijnvisie, die bestendig beleid maakt en die maatregelen tijdig aankondigt De onbelaste

Nadere informatie

ANWB Kiezen voor mobiliteit 0-meting. conclusies

ANWB Kiezen voor mobiliteit 0-meting. conclusies ANWB Kiezen voor mobiliteit 0-meting conclusies Amsterdam, 21 maart 2005 Projectnummer: H870 Nanda Deen BA Tamara Deprez MA Drs. Annemieke Blok MBA 1 Motivaction International B.V. Inhoudsopgave Conclusies

Nadere informatie

Mobiliteit: de rol van sturing en capaciteit

Mobiliteit: de rol van sturing en capaciteit Mobiliteit: de rol van sturing en capaciteit BRUNO DE BORGER, UA hoogleraar economie Ringland Colloquium 20 maart 2014 de Singel Antwerpen Overzicht Basisprincipes van een goed mobiliteitsbeleid Toepassing

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 305 Mobiliteitsbeleid Nr. 262 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Stemgedrag Tweede Kamer % 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Stemgedrag Tweede Kamer % 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Stemgedrag Tweede Kamer % 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Stemgedrag Tweede Kamer % 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Kilometerheffing Wat vindt Nederland van de plannen van de regering m.b.t. kilometerheffing, nadat het eerste debat hierover in de kamer heeft plaatsgevonden? De regering heeft besloten de kilometerheffing

Nadere informatie

Toekomstige Informatiebehoefte Amsterdam

Toekomstige Informatiebehoefte Amsterdam Toekomstige Informatiebehoefte Amsterdam Informatie Informatie = gegevens in een zekere context Met welke context hebben we te maken? context = beleid, verschijnsel, gebeurtenis, gebruik, verwachting,

Nadere informatie

Praktijkinstructie Externe transportplanning 3 (CLO12.3/CREBO:50196)

Praktijkinstructie Externe transportplanning 3 (CLO12.3/CREBO:50196) instructie Externe transportplanning 3 (CLO12.3/CREBO:50196) pi.clo12.3.v2 ECABO, 1 september 2003 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen

Nadere informatie

Breda Duurzaam Bereikbaar

Breda Duurzaam Bereikbaar Masterplan Mobiliteit Breda Duurzaam Bereikbaar D66 krijgt het voor elkaar Inhoud Aanleiding 3 Visie 4 Fietsen en wandelen 5 Openbaar vervoer 6 Autoverkeer 7 Aanleiding 3 Breda slibt dicht. Niet alleen

Nadere informatie

Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1)

Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1) Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1) Trainingsdag 3, april 009 Driehoeksongelijkheid Driehoeksongelijkheid Voor drie punten in het vlak A, B en C geldt altijd dat AC + CB AB. Gelijkheid geldt precies

Nadere informatie

Helsinki. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec be samen slim mobiel

Helsinki. Gewestelijk mobilteitsplan -Dec be samen slim mobiel 69 Stadsperimeter Brussel Helsinki 70 Visitekaart o Bevolking: " Stad: 600.000 inwoners " Hoofdstedelijke regio : 1.050.000 inwoners " Grootstedelijk gebied: 1.350.000 inwoners o Netwerk " Regionale treinen:

Nadere informatie

GreenPlan. Boek groen resultaat

GreenPlan. Boek groen resultaat GreenPlan Boek groen resultaat Waarom groen ondernemen? Groen ondernemen krijgt in het bedrijfsleven steeds meer aandacht. En terecht. We zijn getuige van een opwarming van de aarde. Een toenemende CO

Nadere informatie

Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum mei 2013 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het Nederlands

Nadere informatie

Schiedam op weg naar toekomstvast lokaal openbaar vervoer (?)

Schiedam op weg naar toekomstvast lokaal openbaar vervoer (?) Schiedam op weg naar toekomstvast lokaal openbaar vervoer (?) Struikelblokken en valkuilen Lex Boersma, strategisch beleidsadviseur mobiliteit Openbaar vervoer in Schiedam 1990 inzet op hoogwaardig OV

Nadere informatie

CT2710 Transport & Planning Sommencollege delen 1 en 2

CT2710 Transport & Planning Sommencollege delen 1 en 2 CT2710 Transport & Planning Sommencollege delen 1 en 2 Rob van Nes, Transport & Planning 11-5-2012 Delft University of Technology Challenge the future Tentamenvorm Elektronisch tentamen (Etude) Open rekenvragen

Nadere informatie

Richtlijnen mobiliteitsplan evenement

Richtlijnen mobiliteitsplan evenement Richtlijnen mobiliteitsplan evenement Inleiding Voor u ligt de richtlijn mobiliteitsplan evenement. Voordat u verder gaat is er een aantal belangrijke punten over deze richtlijn. Deze richtlijn bevat (uitgebreide)

Nadere informatie

Examen Verkeerskunde (H01I6A)

Examen Verkeerskunde (H01I6A) Examen Verkeerskunde (H01I6A) Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur atum: vrijdag 31 augustus 2012 Tijd: Instructies: 09.00-13.00 uur Er zijn 3 vragen over

Nadere informatie

Ben Immers. Mobiliteitsontwikkeling Amsterdam

Ben Immers. Mobiliteitsontwikkeling Amsterdam Ben Immers Mobiliteitsontwikkeling Amsterdam Mobiliteitsontwikkeling in Nederland 2 Mobiliteitsgroei sinds 1960 1000 900 800 700 autokm BNP OV-km inwoners Auto-km 600 500 400 300 BNP 200 100 OV-km Inwoners

Nadere informatie

Parkeren in centrum Stiens

Parkeren in centrum Stiens Parkeren in centrum Stiens Hoe, wat en waarom = Definitief = Oktober 2011 INHOUDSOPGAVE blz 1 AANLEIDING 2 2 INVENTARISATIE 3 3 UITWERKING 5 3.1 Verkeersregulerende parkeermaatregelen 5 3.2 Aanleg parkeerplaatsen

Nadere informatie

Examenvragen Hogere Wiskunde I

Examenvragen Hogere Wiskunde I 1 Examenvragen Hogere Wiskunde I Vraag 1. Zij a R willekeurig. Gegeven is dat voor alle r, s Q geldt dat a r+s = a r a s. Bewijs dat voor alle x, y R geldt dat a x+y = a x a y. Vraag 2. Gegeven 2 functies

Nadere informatie

Nieuwe data voor (nieuwe) OV modellen

Nieuwe data voor (nieuwe) OV modellen Nieuwe data voor (nieuwe) OV modellen Beeld plaatsen ter grootte van dit kader Niels van Oort Ties Brands Erik de Romph 2 Uitdagingen in het OV Kosten staan onder druk: lijnen schrappen, frequenties verlagen?

Nadere informatie

Oplossing examenoefening 2 :

Oplossing examenoefening 2 : Oplossing examenoefening 2 : Opgave (a) : Een geleidende draad is 50 cm lang en heeft een doorsnede van 1 cm 2. De weerstand van de draad bedraagt 2.5 mω. Wat is de geleidbaarheid van het materiaal waaruit

Nadere informatie

Dataverzameling ten behoeve van bereikbaarheidskaart: eerste ideeën

Dataverzameling ten behoeve van bereikbaarheidskaart: eerste ideeën Dataverzameling ten behoeve van bereikbaarheidskaart: eerste ideeën Door: Ilona Bos 1 Aanleiding Goudappel Coffeng heeft in het kader van het Transumo project Stations, Vastgoedwaarde en Bereikbaarheid

Nadere informatie

Eenparig rechtlijnige beweging met de NXT

Eenparig rechtlijnige beweging met de NXT Eenparig rechtlijnige beweging met de NXT Project tweede graad : VRIJ TECHNISCH INSTITUUT VEURNE Iepersesteenweg 90 8630 VEURNE e-mail: info@vtiveurne.be vzw Katholiek Secundair Onderwijs Veurne Nieuwpoort,

Nadere informatie

(iii) Enkel deze bundel afgeven; geen bladen toevoegen, deze worden toch niet gelezen!

(iii) Enkel deze bundel afgeven; geen bladen toevoegen, deze worden toch niet gelezen! Examen Wiskundige Basistechniek, reeks A 12 oktober 2013, 13:30 uur Naam en Voornaam: Lees eerst dit: (i) Naam en voornaam hierboven invullen. (ii) Nietje niet losmaken. (iii) Enkel deze bundel afgeven;

Nadere informatie

Nieuwe data voor (nieuwe) OV modellen

Nieuwe data voor (nieuwe) OV modellen Nieuwe data voor (nieuwe) OV modellen Beeld plaatsen ter grootte van dit kader Niels van Oort Ties Brands Erik de Romph 2 Uitdagingen in het OV Kosten staan onder druk: lijnen schrappen, frequenties verlagen?

Nadere informatie

CT2710 TRANSPORT & PLANNING: OEFENMATERIAAL

CT2710 TRANSPORT & PLANNING: OEFENMATERIAAL CT2710 TRANSPORT & PLANNING: OEFENMATERIAAL VERVOERSPLANNING: DEEL 1 H1, H2,H3,H6, H7, EN DEEL 2 H1, H2 Opmerking: Dit oefenmateriaal is gebaseerd op oude tentamens van het vak Ruimtelijke vervoerplanning

Nadere informatie

Datum versie: 1 Mei Technische aspecten

Datum versie: 1 Mei Technische aspecten Datum versie: 1 Mei 2017 Technische aspecten van OBU-tolheffing Inhoudsopgave 1) Hoe berekent de OBU tol?... 3 Gps-positionering en Map Matching... 3 Hoe berekent de OBU tol?... 4 2) Bijzondere gevallen:

Nadere informatie

Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten

Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten Opmerking vooraf. Een netwerk is een structuur die is opgebouwd met pijlen en knooppunten. Bij het opstellen van

Nadere informatie

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Theorie In werkblad 1 heb je geleerd dat krachten een snelheid willen veranderen. Je kunt het ook omdraaien, als er geen kracht werkt, dan verandert

Nadere informatie

Kilometerbeprijzing in een stedelijke omgeving

Kilometerbeprijzing in een stedelijke omgeving Kilometerbeprijzing in een stedelijke omgeving Resultaten van het Leuven Test Project ITS Kilometerbeprijzing Belgium Congress in een stedelijke 5 oktober omgeving 2012 Resultaten van het Leuven Test Project

Nadere informatie

De vragenlijst P-1 helpt om een groep mensen op te delen in doelgroepen.

De vragenlijst P-1 helpt om een groep mensen op te delen in doelgroepen. Memo Van Datum Onderwerp Friso Metz Soorten reizigers en doelgroepen Doorkiesnummer Bijlage(n) 030 2918209 - Inleiding Dit memo maakt duidelijk welke soorten reizigers er zijn en hoe je een groep mensen

Nadere informatie

Plesmanweg1-6 Postbus 20905 Telefoon (070) 456 8999 2596 JG DEN HAAG 2500 EX DEN HAAG Telefax (070) 456 9393

Plesmanweg1-6 Postbus 20905 Telefoon (070) 456 8999 2596 JG DEN HAAG 2500 EX DEN HAAG Telefax (070) 456 9393 LANDELIJK OVERLEG CONSUMENTENBELANGEN OPENBAAR VERVOER Aan NS Reizigers Directeur commercie Hans Peters Postbus 2025 3500 HA Utrecht Contactpersoon Doorkiesnummer Arnoud Frerichs 070-4569556 Datum 28 juli

Nadere informatie

Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen

Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen Fijn stof kost de Vlaming tot 3 gezonde levensjaren. Vlaanderen zal ook in de toekomst moeite hebben om aan de Europese fijn

Nadere informatie

Mobiel onder alle omstandigheden: de rol van een robuust wegennet

Mobiel onder alle omstandigheden: de rol van een robuust wegennet Mobiel onder alle omstandigheden: de rol van een robuust wegennet Ben Immers CIB/ Traffic and Infrastructure Department of Mechanical Engineering Faculty of Engineering Katholieke Universiteit Leuven Scope

Nadere informatie

Examen Verkeerskunde (H01I6A)

Examen Verkeerskunde (H01I6A) Examen Verkeerskunde (H01I6A) KU Leuven, CIB / Verkeer & Infrastructuur Datum: vrijdag 14 juni 2013 Tijd: Instructies: 14.00-18.00 uur Er zijn 3 vragen over het gedeelte van het vak gedoceerd door prof.

Nadere informatie

Uitkomsten t.b.v. de visie

Uitkomsten t.b.v. de visie Achtergrond Ten behoeve van de regionale bereikbaarheidsvisie IJmond is in de periode april-juni 2012 een digitale enquête gehouden onder de inwoners van de IJmond. Via regionale pers en diverse websites

Nadere informatie

Overgangsverschijnselen

Overgangsverschijnselen Hoofdstuk 5 Overgangsverschijnselen Doelstellingen 1. Overgangsverschijnselen van RC en RL ketens kunnen uitleggen waarbij de wiskundige afleiding van ondergeschikt belang is Als we een condensator of

Nadere informatie

In het kort Verklaring geen privé-gebruik auto... 8

In het kort Verklaring geen privé-gebruik auto... 8 (Bestel)Auto van de zaak Inhoud In het kort... 1 Auto van de zaak vastleggen... 1 Volgorde van werken... 2 'Koppelen' van een auto van de zaak aan de werknemer(s)... 3 Percentage 100%... 4 Percentage

Nadere informatie

Inleiding Speltheorie - 29 januari 2003, uur

Inleiding Speltheorie - 29 januari 2003, uur Inleiding Speltheorie - 29 januari 2003, 9.30-2.30 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 00. De waardering per opgave staat vermeld. Opgave (20 punten) Gegeven

Nadere informatie

Onderzoek ontlasten Vlietbruggen. Onderzoeksresultaten. Adviesgroep 10 mei 2016

Onderzoek ontlasten Vlietbruggen. Onderzoeksresultaten. Adviesgroep 10 mei 2016 Onderzoek ontlasten Vlietbruggen Onderzoeksresultaten Adviesgroep 10 mei 2016 2 Algemene conclusies Verkeer Voertuigverliesuren ochtendspits Voertuigverliesuren avondspits 10000 9000 8000 7000 6000 5000

Nadere informatie

3200 = 40 = 30,5 vtg/km 4200

3200 = 40 = 30,5 vtg/km 4200 1 CONGESTIE EN SCHOKGOLVEN 1.1 Ongeluk op de snelweg a) Twee rijstroken, dus k cap = 2*20 =40 vtg/km. Intensiteit: 3200 vtg/uur. Capaciteit: 2*2100= 4200 vtg/uur. Dus de dichtheid is: 3200 k A1 = 40 =

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 1 Beweging in beeld Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 1.1 Beweging vastleggen Het verschil tussen afstand en verplaatsing De verplaatsing (x) is de netto verplaatsing en de

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 01 Eindexamen VWO Wiskunde B A B C Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Onafhankelijkheid van a Opgave 1. We moeten aantonen dat F a een primitieve is van de

Nadere informatie

Voorbeeld Tentamenvragen Verkeer & Vervoer (Deel Thomas) Ontleend aan deeltoets 1 uit 2014.

Voorbeeld Tentamenvragen Verkeer & Vervoer (Deel Thomas) Ontleend aan deeltoets 1 uit 2014. Voorbeeld Tentamenvragen Verkeer & Vervoer (Deel Thomas) Ontleend aan deeltoets 1 uit 2014. 1. In welk(e) model(len) geclassificeerd naar functie ontbreekt de inductie stap? a. Fundamentele theorie van

Nadere informatie

Faculteit Construerende Technische Wetenschappen. Civiele Techniek: Verkeer & Vervoer. Deeltoets 1 Theorie Verkeer & Vervoer ( )

Faculteit Construerende Technische Wetenschappen. Civiele Techniek: Verkeer & Vervoer. Deeltoets 1 Theorie Verkeer & Vervoer ( ) Faculteit Construerende Technische Wetenschappen Civiele Techniek: Verkeer & Vervoer Deeltoets 1 Theorie Verkeer & Vervoer (201300145) Datum Toets : 9 maart 2017 Tijd : 13:45 16:45 Locatie : Therm Docenten

Nadere informatie

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Context voor reisgedrag. Beter Benutten. Gedragsmeting 2015

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Context voor reisgedrag. Beter Benutten. Gedragsmeting 2015 LANDELIJKE FACTSHEET Beter Benutten Gedragsmeting 2015 1. Context voor reisgedrag Het effect van maatregelen in het kader van Beter Benutten is niet alleen afhankelijk van de drivers die mensen hebben

Nadere informatie

Waarom zijn er meer files in Brussel terwijl het aantal auto s op de weg vermindert?

Waarom zijn er meer files in Brussel terwijl het aantal auto s op de weg vermindert? 06 VRAAG Mobiliteitsdiagnose in Brussels Hoofdstedelijk Gewest Oktober 2017 Waarom zijn er meer files in Brussel terwijl Net zoals de meeste Europese grootsteden heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Nadere informatie

SMART MOBILITY: INNOVATIES IN STEDELIJKE MOBILITEIT. ir. Bart Vuijk

SMART MOBILITY: INNOVATIES IN STEDELIJKE MOBILITEIT. ir. Bart Vuijk SMART MOBILITY: INNOVATIES IN STEDELIJKE MOBILITEIT ir. Bart Vuijk TNO: MISSIE TNO verbindt mensen en kennis om innovaties te creëren die de concurrentiekracht van bedrijven en het welzijn van de samenleving

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2005-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2005-II 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit Hoofdstuk 2 Elektrostatica Doelstellingen 1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit 2.1 Het elektrisch

Nadere informatie

Rekeningrijden een inleiding. Prof. Stef Proost LMOB & Departement ekonomie KULeuven

Rekeningrijden een inleiding. Prof. Stef Proost LMOB & Departement ekonomie KULeuven Rekeningrijden een inleiding Prof. Stef Proost LMOB & Departement ekonomie KULeuven 1997 doelstelling Definities en soorten van rekening rijden Waarom is rekening rijden potentieel interessant? Overzicht

Nadere informatie

Wat wordt de Randstad er beter van?

Wat wordt de Randstad er beter van? Wat wordt de Randstad er beter van? Afronding DBR Arie Bleijenberg I&M, Den Haag, 3 juni 2015 Verantwoording DBR: 10,6 M, 100 onderzoekers, 14 programma s, 6 jaar Betere Randstad? Gebaseerd op: 9 artikelen

Nadere informatie

10 m/s = 36 km/h 5 km = 5000 m 4 m/s = 14,4 km/h. 15 m/s = 54 km/h 81 km/h = 22,5 m/s 25 m/s = 90 km/h

10 m/s = 36 km/h 5 km = 5000 m 4 m/s = 14,4 km/h. 15 m/s = 54 km/h 81 km/h = 22,5 m/s 25 m/s = 90 km/h Het omrekenen van gegevens 1 Reken de volgende gegevens om: 10 m/s = 36 km/h 5 km = 5000 m 4 m/s = 14,4 km/h 15 m/s = 54 km/h 81 km/h = 22,5 m/s 25 m/s = 90 km/h 2,25 h = 2 h 15 min 3 m/s = 10,8 km/h 6

Nadere informatie

CT2710 Transport & Planning Netwerken

CT2710 Transport & Planning Netwerken CT2710 Transport & Planning Netwerken Rob van Nes, Transport & Planning 5-4-2012 Delft University of Technology Challenge the future Kritiekpunten Tracénota A4 creëert congestie in Beneluxtunnel Problemen

Nadere informatie

14 maart 2012 Luc Wismans Luuk Brederode Michiel Bliemer Erik-Sander Smits Mark Raadsen

14 maart 2012 Luc Wismans Luuk Brederode Michiel Bliemer Erik-Sander Smits Mark Raadsen Quasi-dynamisch versus waargenomen, statisch en dynamisch 14 maart 2012 Luc Wismans Luuk Brederode Michiel Bliemer Erik-Sander Smits Mark Raadsen Toedeling Een kostenberekening (onderdeel van de toedeling)

Nadere informatie

Samen voor de slimste mobiliteit in de Brainport regio. Bram Hendrix (SRE) Maarten van Oosterhout (SRE) - Eindhoven, 6 november 2013 -

Samen voor de slimste mobiliteit in de Brainport regio. Bram Hendrix (SRE) Maarten van Oosterhout (SRE) - Eindhoven, 6 november 2013 - Samen voor de slimste mobiliteit in de Brainport regio Bram Hendrix (SRE) Maarten van Oosterhout (SRE) - Eindhoven, 6 november 2013 - Slim laden Samen voor de slimste mobiliteit in de Brainport regio elektrisch

Nadere informatie

Inhoud presentatie. Netwerkanalyse Ring Utrecht Wat levert het op? 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht. 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht

Inhoud presentatie. Netwerkanalyse Ring Utrecht Wat levert het op? 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht. 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht Netwerkanalyse Ring Wat levert het op?, 14 maart 2007 PLATOS-colloquium Inhoud presentatie 1. Achtergronden Netwerkanalyse 4. Resultaten en gevoeligheidsanalyses 5. Tot slot Niels Hoefsloot 1. Achtergronden

Nadere informatie

Berekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel

Berekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel Berekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel Inleiding In het Bereikbaarheidsprogramma Zuidoostvleugel Brabantstad is een maatregelenpakket opgenomen conform de Zevensprong van Verdaas. Dit

Nadere informatie

Amsterdam, 11 mei 2005 Projectnummer: H870 Nanda Deen BA Tamara Deprez MA drs. Annemieke Blok MBA. 1 Motivaction International B.V.

Amsterdam, 11 mei 2005 Projectnummer: H870 Nanda Deen BA Tamara Deprez MA drs. Annemieke Blok MBA. 1 Motivaction International B.V. ANWB Kiezen voor mobiliteit -luchtvervuiling- conclusies Amsterdam, 11 mei 2005 Projectnummer: H870 Nanda Deen BA Tamara Deprez MA drs. Annemieke Blok MBA 1 Motivaction International B.V. Inhoudsopgave

Nadere informatie

Het ritdistributiemodel

Het ritdistributiemodel Het ritdistributiemodel H01I6A Verkeerskunde basis Ben Immers Traffic and Infrastructure Department of Civil Engineering Faculty of Engineering Katholieke Universiteit Leuven Het klassieke verkeersprognosemodel

Nadere informatie

Samenvatting ... ... Tabel 1 Kwalitatieve typering van de varianten

Samenvatting ... ... Tabel 1 Kwalitatieve typering van de varianten Samenvatting................. In juli 2008 heeft de Europese Commissie een strategie uitgebracht om de externe kosten in de vervoersmodaliteiten te internaliseren. 1 Op korte termijn wil de Europese Commissie

Nadere informatie