Alle wegen zijn één-richtingswegen; de pijlen geven de enige toegestane richting aan op de schakels.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Alle wegen zijn één-richtingswegen; de pijlen geven de enige toegestane richting aan op de schakels."

Transcriptie

1 1/16 Examen Verkeerskunde (H01I6A) Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur Datum: dinsdag 16 juni 2009 Tijd: Instructies: uur Er zijn 4 vragen over het gedeelte van het vak gedoceerd door prof. Immers. De gereserveerde tijd hiervoor is van 9.00 tot uur Er zijn 2 vragen over het gedeelte van het vak gedoceerd door prof. Beeldens. De gereserveerde tijd hiervoor is van tot uur. De vragen van prof. Beeldens worden separaat uitgedeeld. Start de beantwoording van elk van de 4 vragen van prof. Immers en de 2 vragen van prof. Beeldens op een nieuw blad. Schrijf op elk blad uw naam en het nummer van de vraag. Weet u het antwoord niet op een vraag, lever dan een leeg blad in (wel met uw naam en het nummer van de vraag!) Enige tijd na het examen vindt u op de website van Verkeer en Infrastructuur ( een overzicht van mogelijke oplossingen van de examenvragen. De bladen met vragen kunt u behouden. Vragen prof. Immers Vraag 1 Toedeling Gegeven is onderstaand netwerk. Alle wegen zijn één-richtingswegen; de pijlen geven de enige toegestane richting aan op de schakels. Knooppunt A is een herkomst en knooppunten B en C zijn bestemmingen. De vraag staat aangegeven in onderstaande HB tabel: B C A vrtg/uur 2400 vrtg/uur Voor de weerstand over de schakels wordt de reistijd genomen. De reistijd t over de bovenste schakel (via D) is constant en gelijk aan 0,66 uur. Langs de overige schakels in het netwerk zijn aangegeven: de lengte (L), de praktische capaciteit (Cap) en de snelheid (V 0 ) in onbelaste toestand ("free-flow"). Voor die overige schakels wordt de reistijd t over een schakel a gegeven door de volgende BPR-formule:

2 2/16 t a = t free flow a (1 + α q Cap β ) Hierin is q de stroom over de schakel en zijn α en β empirisch bepaalde parameters. a) Leg kort de logische opbouw uit van de boven gegeven BPR-formule. Voor de waarde van β wordt in de praktijk vaak een hoge waarde van 4 of meer gevonden. Waarom? Hoe kan de parameter α worden geïnterpreteerd? Voor de vragen b), c) en d) veronderstellen we: α = 0,5 en β = 1,0. b) Bereken de stromen op alle schakels van bovenstaand netwerk voor een allesof-niets toedeling. Als de stromen deze alles-of-niets toedeling zouden volgen wat zou dan de werkelijke reistijd zijn (berekend via de BPR-formule) voor een rit van A naar B? c) Bereken de stromen en reistijden op alle schakels van bovenstaand netwerk voor een gebruikersoptimale evenwichtstoedeling. Wat is de reistijd van A naar B? Hoe groot is de totale reistijd op het gehele netwerk van alle gebruikers tezamen? d) Bereken de stromen en reistijden op alle schakels van bovenstaand netwerk voor een systeemoptimale evenwichtstoedeling. Laat zien dat deze systeemoptimale evenwichtstoedeling geen stabiel evenwicht representeert. Hoe groot is nu de totale reistijd op het gehele netwerk van alle gebruikers tezamen?

3 3/16 Vraag e) is niet beperkt tot het bovenstaand netwerk maar geldt ook voor een algemeen netwerk. e) Voor welke waarden van α en β in de BPR formule zullen de resultaten van de alles-of-niets toedeling, de gebruikersoptimale evenwichtstoedeling en de systeemoptimale evenwichtstoedeling identiek zijn aan elkaar? Motiveer uw antwoord Vraag 2 Verkeers- en vervoersystemen Automobiliteit a) Geef op basis van een grondige argumentering aan of onderstaande beweringen juist of onjuist zijn: Bewering 1: De groei van de automobiliteit (uitgedrukt in voertuigkilometers) zal ervoor zorgen dat het steeds drukker wordt op de invalswegen van de grote steden. Bewering 2: Het is belangrijker de capaciteit van het autosnelwegennet verder uit te breiden dan de capaciteit van het regionale wegennet, want op deze wijze wordt extra capaciteit voorzien voor de omvangrijke groep langeafstandsverplaatsingen. Openbaar vervoer b) De directie van De Lijn wordt met het volgende dilemma geconfronteerd: Men overweegt de rijsnelheid van de bussen op te voeren maar het gevolg daarvan is dat de huidige regelmaat van de dienstuitvoering afneemt. Anderzijds wil men de regelmaat verder verbeteren maar dit gaat dan weer ten koste van de huidige gemiddelde rijsnelheid. Als men u om advies zou vragen, welke keuze zou u De Lijn adviseren en welke argumentering ligt daaraan ten grondslag? Verplaatst u zich vervolgens in de positie van de klant (de OV-reiziger). Als u als klant dit dilemma krijgt voorgelegd welke uitkomst heeft dan uw voorkeur? Geef ook hier uw argumentatie. c) Welke afwegingen maakt men bij het vaststellen van de optimale halteafstand? Vraag 3 Vervoerseconomie Tussen A en B is slechts één serieuze verbindingsweg. Er is ook geen goed alternatief beschikbaar voor de verplaatsingen van A naar B, bijv. in de vorm van een alternatieve vervoerwijze.

4 4/16 De vraagfunctie voor de markt van verplaatsingen van A naar B is: q V ( q) = De vraagfunctie geeft aan hoeveel voertuigen per uur van A naar B willen gaan bij bepaalde kosten. Bij kosten gelijk aan V(q) (in euro) gaan er q (voertuigen per uur) van A naar B De private tijdkosten (uitgedrukt in geldeenheden) voor de verbinding worden gegeven door: q c ( q) = 2, Dat wil zeggen: als er q voertuigen/uur van A naar B gaan, dan ondervindt elk van die q voertuigen een tijdkost van c(q) euro. De autokosten (per automobilist) voor de rit van A naar B bedragen 5 euro. Zij bestaan uit een component resourcekosten (dit zijn de werkelijke productiekosten verbonden aan het bezit en gebruik van de auto) en een component belastingkosten (zoals brandstofaccijns etc) geheven door de overheid. De resourcekosten bedragen 3 euro. De belastingkosten bedragen 2 euro. De milieuschade (per auto) veroorzaakt door de rit van A naar B bedraagt 2 euro. a) Hoe groot is de stroom van A naar B in het bestaande marktevenwicht? De overheid besluit een tol te heffen van 2,5 euro. b) Hoe groot wordt de stroom van A naar B in het nieuwe marktevenwicht na tolheffing? In dit probleem is de vraagfunctie gegeven. In een praktische situatie kent men de vraagfunctie niet. Men probeert dan de vraagfunctie te schatten aan de hand van een door onderzoek verkregen prijselasticiteit. c) Hoe groot blijkt de prijselasticiteit in dit probleem te zijn? We vragen naar de prijselasticiteit ten opzichte van de gegeneraliseerde door de automobilist betaalde prijs van een rit van A naar B. d) Bereken de welvaartswinst voor de samenleving na tolheffing. Doe dit op de volgende manier: Bepaal de welvaartswinst voor de samenleving door de winst of het verlies in welvaart van een aantal partijen voor en na tolheffing met elkaar te vergelijken. Onderscheid daarbij de volgende partijen: de automobilisten de overheid de slachtoffers van de milieuschade Het saldo van al deze winsten en verliezen is de welvaartswinst voor de samenleving.

5 5/16 De welvaartswinst voor de samenleving kan ook op een alternatieve manier worden berekend. Door het heffen van tol zullen een aantal automobilisten besluiten de rit niet meer te maken. Dit leidt enerzijds tot een besparing in werkelijke kosten voor de samenleving, anderzijds tot een vermindering van baten. Het saldo hiervan levert wederom de welvaartswinst voor de samenleving. e) Voer de bovenomschreven alternatieve berekening uit. Vraag 4 Verkeersstroomtheorie Gegeven: - een weg met volgende fundamentele relatie tussen snelheid V en J V k e k = w k dichtheid k: ( ) q = 0 t < 0 - verkeersvraag: 3 q = 4 Jw 0 t 10T q = 0 10T < t - Vanaf x=0 is er een wegversmalling met capaciteit ½ Jw Gevraagd: a. teken het fundamenteel diagram van intensiteit tegen dichtheid b. teken het x-t diagram (tip: als je een ruitjesblad gebruikt met de tijdsas in eenheden T en de x-as in eenheden Tw, kun je veel berekeningen eenvoudig grafisch oplossen!) c. bereken het aantal voertuigverliesuren d. stel: op t=4t komt er een truck op de rijbaan ter hoogte van x=- 5Tw met snelheid w. Het andere verkeer kan deze truck niet inhalen. Op t=5t verdwijnt deze weer, zodat het andere verkeer vrije baan heeft. a. teken opnieuw het x-t diagram en bepaal het aantal voertuigverliesuren b. vergelijk beide uitkomsten voor de voertuigverliesuren en verklaar je antwoord c. Bonus: hoe zou het aantal voertuigverliesuren veranderen als de truck een andere snelheid had, bijvoorbeeld 2w, 1/2w of 0?

6 6/16 Vragen prof. Beeldens Dit deel van het examen bestaat uit twee vragen. Begin uw antwoord voor elke vraag op een nieuw blad. Plaats steeds uw naam en examennummer bovenaan elk blad. Antwoord bondig, maar volledig. Geef uitleg bij uw antwoord, met andere woorden geef ook de gevolgde redenering weer en niet enkel het eindresultaat. VRAAG 1: Rotonde In een stedelijke omgeving wordt een kruispunt omgevormd tot rotonde. Schets de rotonde. Duidt de belangrijkste elementen aan en geef weer hoe je met de verschillende gebruikers rekening zult houden in het ontwerp. Bekijk hierbij zowel het openbaar vervoer, de zwakke weggebruiker als het zwaar (lokaal) verkeer. Je mag zelf bepaalde uitgangspunten aannemen (vb. maximale snelheid gelijk aan 50 km/uur), geef deze wel duidelijk weer in je antwoord en maak duidelijk wat deze keuzes als consequenties hebben op de dimensionering van de rotonde. VRAAG 2: Keuze materiaal Een verbindingsweg (bv. N9, Gent-Eeklo) dient opnieuw aangelegd te worden. Deze weg zal volledig heraangelegd worden. Schets een mogelijke dwarsdoorsnede (vertrekkende vanaf de grond tot aan het oppervlak). Verantwoord je materiaalkeuze voor de verharding (asfalt, beton of kleinschalige elementen). Geef voor- en nadelen van deze opbouw weer voor de concrete toepassing van een verbindingsweg. Er mag verondersteld worden dat de weg behoort tot een bouwklasse B4.

7 7/16 Uitgebreide uitwerking Verkeerskunde examen juni 2009 Vraag 1. a) Zie cursustekst Verkeersmodellen hfdst De factor (1 + α(q / Cap) β ) brengt de toenemende reistijd over de schakel in rekening als gevolg van een toenemende intensiteit op de schakel (α >=0 en β >=0). Een tijdverliesfunctie vertoont bij lage belastingen een licht stijgend verloop (de voertuigen ondervinden lichte hinder van elkaar) om daarna bij overschrijding van de praktische capaciteit (q/cap > 1; de voertuigen op de schakel beginnen sterke hinder van elkaar te ondervinden) zeer fors toe te nemen. Een hoge waarde voor β heeft dit laatstgenoemde effect. Als q toeneemt van 0 tot q/cap = 1 stijgt de reistijd van t free-flow geleidelijk naar (1+α) * t free-flow. De waarde van α bepaalt dus vooral de snelheidsdaling bij lage belastingen op de schakel (zolang q/cap<=1). Zodra de intensiteit stijgt boven de praktische capaciteit wordt de snelheidsdaling vooral bepaald door de waarde van β. Bij de vragen b), c) en d) nemen we β = 1 ter vereenvoudiging van het rekenwerk. b) Bij een alles-of-niets toedeling gebruiken we de "free-flow" reistijden over de schakels. We gaan ervan uit dat de voertuigen geen enkele hinder van elkaar ondervinden. (In werkelijkheid ondervinden de voertuigen gewoonlijk wel hinder van elkaar, daarom zal de alles-of-niets toedeling zelden een goede afspiegeling zijn van de werkelijkheid). Voor de verplaatsingen van A naar C (2400) is er geen keus: Ze gaan alle via schakel AC Voor de verplaatsingen van A naar B zijn er 3 mogelijke routes: ADB, AB en ACB De free-flow reistijden zijn: t ADB = 0,66 uur, t AB = 0,30 uur, t ACB = 0,2 uur Dus alle verplaatsingen van A naar B (14000) gaan via ACB. De stromen staan in onderstaande figuur.

8 8/16 Als de stromen zich in werkelijkheid zouden verdelen als in bovenstaande figuur dan zou de werkelijke reistijd van A naar B gelijk zijn aan: 0,1 * (1 + 0,5 * 16400/4000) + 0,1 * (1 + 0,5 * 14000/4000) = 0,58 uur c) Bij de evenwichtstoedeling veronderstellen we dat de auto's wel hinder ondervinden van elkaar. Ook hier is er geen keus voor de verplaatsingen van A naar C, ze gaan alle via AC. Voor de verplaatsingen van A naar B passen we Wardrop toe: in de evenwichtssituatie hebben alle gebruikte (!) routes tussen A en B dezelfde weerstand, niet gebruikte routes hebben hogere weerstand. Er zijn 3 mogelijke routes tussen A en B: ADB, AB en ACB. Maar uit vraag b) weten we dat zelfs als alle voertuigen ACB kiezen de reistijd niet hoger kan worden dan 0,58 uur. Dat is minder dan de reistijd via ADB (0,66 uur). Hieruit concluderen we dat in de evenwichtssituatie ADB niet zal worden gebruikt: q ADB = 0 (Dit vereenvoudigt de berekening; zouden we de Wardrop vergelijkingen uitschrijven voor alle routes van A naar B, dan zouden we op tegenspraken stuiten en alsnog besluiten dat q ADB nul moet zijn). We veronderstellen nu dat de verplaatsingen van A naar B zich verdelen over de routes AB en ACB en onderzoeken of dat tot een Wardrop evenwicht leidt: t AB = 0,3 * ( 1 + 0,5 * q AB /1000) t ACB = t AC + t CB = 0,1 * ( 1 + 0,5 * (q CB ) / 4000) + 0,1 * (1 + 0,5 * q CB / 4000) We lossen het volgende stelsel op: t AB = t ACB q AB + q CB = Na enig rekenwerk vinden we de stromen en reistijden als in onderstaande figuur. Er geldt inderdaad t AB = t ACB (= 0,54 uur) < t ADB (= 0,66 uur). Dit is een Wardrop evenwicht.

9 9/16 De totale reistijd (totale systemtijd) op het hele netwerk is: q * t = 8244 alle schakels d) De systeem-optimale toedeling (dat is een verdeling van de stromen waarbij de totale systeemweerstand minimaal is) kan worden bepaald op dezelfde manier als de gebruikersoptimale toedeling, alleen dienen we in dit geval niet de gewone weerstandsfunctie t a voor een schakel te gebruiken maar de marginale d( qata ) systeemweerstandsfunctie t a = (Zie hfdst cursustekst) dqa (Een omweg om de systeem-optimale toedeling te vinden is alle schakelstromen als onbekenden te nemen, de totale systeemweerstand te schrijven in functie van deze schakelstromen en vervolgens het minimum van deze functie te bepalen met de schakelstromen als beslissingsvariabelen.) Voor de reizigers van A naar C is er, evenals bij vraag b) en c) maar één route : AC. In tegenstelling tot bij vraag c) kunnen we hier niet(!) route ADB op voorhand uitsluiten. We veronderstellen dus dat er ook een stroom zal gaan over ADB (naast AB en ACB). Mocht deze veronderstelling niet juist zijn, dan zal dit uit de berekening blijken. (We vinden dan inconsistenties in de berekening). We vinden de volgende marginale systeemweerstanden voor de verschillende schakels: t ADB = 0,66 t = 0,3 (1 + q / 1000) AB AB t ACB = t AC + t CB waar: t AC = 0,1 (1 + ( qcb ) / 4000) t = 0,1 (1 + q / 4000) CB CB

10 10/16 (Let op: de marginale systeemweerstand voor ACB vinden we door de marginale systeemweerstanden van de schakels AC en CB bij elkaar op te tellen. Het is NIET correct om de marginale systeemweerstand voor de route ACB te schrijven als d( tacb qacb) t ACB =. Zo worden de verplaatsingen uit de HB tabel van A naar C dqacb immers niet in rekening gebracht. ) Nu moeten we het volgende stelsel oplossen: t ADB = t AB = t ACB q ADB + q AB + q CB = Na enig rekenwerk vinden we stromen en reistijden als in onderstaande figuur: Deze verdeling van de stromen representeert geen stabiel evenwicht. De reistijden van A naar B zijn verschillend langs de verschillende routes. Een individuele verkeersdeelnemer op bijvoorbeeld route ADB kan zijn reistijd verminderen door het kiezen van een andere route. De totale reistijd op het hele netwerk is: q * t = 7736 alle schakels Dit is de minimaal totale systeemweerstand (in dit geval totale systeemtijd) die mogelijk is op dit netwerk met de gegeven HB tabel. Hij is inderdaad kleiner dan de totale systeemtijd berekend in onderdeel c) e) De gebruikersoptimale toedeling is identiek aan de systeemoptimale toedeling als t = t voor alle schakels. Dit is het geval als t a een constante functie is (onafhankelijk a a van q a ) voor alle schakels, en dit op zijn beurt is het geval als α of β (of beiden) gelijk zijn aan nul. Maar in dat geval is er alleen sprake van 'free-flow' reistijden op alle schakels en is de alles-of-niets toedeling gelijk aan de gebruikersoptimale toedeling (want in deze alles-of-niets toedeling kan geen enkele individuele reiziger zijn reistijd verkorten door een andere route te kiezen). Dus voor α * β = 0 geldt: alles-of-niets = gebruikersoptimaal = systeemoptimaal.

11 11/16 Vraag 2 a) Bewering 1. De groei van de automobiliteit (uitgedrukt in voertuigkilometers) zal ervoor zorgen dat het steeds drukker wordt op de invalswegen van de grote steden. Onjuist. Uit cijfers over de ontwikkeling van de mobiliteit van de Belgische bevolking in de afgelopen decennia blijkt dat niet zozeer het aantal verplaatsingen (per persoon) toeneemt maar vooral de lengte van de verplaatsing(en). Deze ontwikkeling kan overigens in de meeste West-Europese landen worden waargenomen. De groei van de automobiliteit berust dus vooral op een groei van de lengte van de autoverplaatsingen en niet zozeer op het feit dat meer autoverplaatsingen zouden worden gemaakt. Bijgevolg zal het als gevolg van de groei van de automobiliteit ook niet veel drukker worden op de invalswegen van de grote steden. Dat zal overigens wel het geval zijn als in de grote steden meer verkeer aantrekkende activiteiten worden gehuisvest, maar deze ontwikkeling stond in de vraag niet vermeld. Bewering 2. Het is belangrijker de capaciteit van het autosnelwegennet verder uit te breiden dan de capaciteit van het regionale wegennet, want op deze wijze wordt extra capaciteit voorzien voor de omvangrijke groep lange-afstandsverplaatsingen. Onjuist. In de eerste plaats is het aandeel van de lange-afstandverplaatsingen in het totaal aantal verplaatsingen erg beperkt en bijgevolg wordt de belasting van het autosnelwegennetwerk slechts ten dele veroorzaakt door langeafstandsverplaatsingen. Het aandeel in de belasting is wel groter dan het aandeel in de verplaatsingen omdat lange-afstandsverplaatsingen nu eenmaal meer wegvakken belasten. Een aanzienlijk deel van de belasting van het autosnelwegennet bestaat uit korte en middellange regionale en lokale verplaatsingen. Deze situatie is ontstaan doordat ook dit verkeer bewust naar het autosnelwegennet wordt geleid en op dit netwerk wordt afgewikkeld. Dit beleid wordt vaak gecomplementeerd (ondersteund) door het beperken/bemoeilijken van het gebruik van regionale wegverbindingen. Het gevolg is dat congestie ontstaat op het autosnelwegennet door het intensieve gebruik van dit netwerk voor de afwikkeling van regionale en lokale verplaatsingen. De eenzijdige oriëntatie voor wat betreft de afwikkeling van het verkeer op het autosnelwegennet genereert dus 2 problemen: het netwerk raakt sneller overbelast en als er problemen zijn op het autosnelwegennet, zijn er minder terugvalopties (alternatieve routes) via het regionale netwerk. Om deze problemen te voorkomen is het verstandiger een samenhangend regionaal netwerk in stand te houden waarop de regionale verplaatsingen kunnen worden afgewikkeld. Dit regionale netwerk kan tevens fungeren als terugvaloptie voor het autosnelwegennet (en omgekeerd). Daardoor wordt de robuustheid van het wegennetwerk aanzienlijk vergroot. Overigens zal een deel van de verplaatsing altijd op het regionale en stedelijke netwerk moeten worden afgewikkeld. Het is belangrijk de verkeersafwikkeling op de aansluitingen tussen deze netwerken te controleren en te regelen (doseren, buffers, etc.). Een sterke concentratie van de afwikkeling van het verkeer op het autosnelwegennet leidt tot veel aansluitingen op dit netwerk. Bij iedere aansluiting is er kans op verstoringen in de verkeersafwikkeling en bijgevolg zal een dergelijk

12 12/16 beleid de functie van het autosnelwegennet (het faciliteren van langeafstandsverplaatsingen met een bijbehorende snelheid ( km/uur)) ondergraven. b) Positie van De Lijn: Voor de vervoermaatschappij zijn de kosten (het aantal bussen en bestuurders benodigd om op een lijn een zekere frequentie aan te bieden) belangrijk. Daarnaast wil men natuurlijk een goede verplaatsingskwaliteit aanbieden aan de reiziger. Snelheid is een belangrijk element van deze kwaliteit maar stiptheid en regelmaat zijn zeker zo belangrijk. Besef dat de reiziger wachttijd 2 maal zo hoog waardeert als de rijtijd in het voertuig. Als de regelmaat afneemt betekent dat dat de spreiding in de trajecttijden van de verschillende voertuigen toeneemt. Het (paradoxale) effect hiervan kan zijn dat de dienstregelingtijd (bijv. bij een uitvoeringsniveau van 85%) langer wordt waardoor de vervoermaatschappij wordt genoodzaakt meer voertuigen in te zetten om met gewenste frequentie te kunnen rijden. Met andere woorden: de kosten stijgen en de aangeboden kwaliteit blijft ongeveer hetzelfde (snelheid verbetert maar regelmaat neemt af). Positie van de reiziger: Voor de reiziger zijn de kosten-overwegingen van de vervoermaatschappij niet interessant. De reiziger is vooral geïnteresseerd in de aangeboden kwaliteit. Voor de reiziger geldt de afweging reistijdverbetering versus een betere betrouwbaarheid van de dienstuitvoering (minder lang wachten). De uitkomst van deze afweging is afhankelijk van de lengte van de verplaatsing en de frequentie die op de lijn wordt onderhouden. Bij een erg lange verplaatsing zal de snelheidsverbetering zwaarder doorwegen dan de verbeterde regelmaat terwijl bij korte verplaatsingen juist de verbeterde regelmaat belangrijk is. Daarnaast kan bij heel hoge frequenties het belang van een hoge snelheid iets meer doorwegen dan bij lage frequenties maar dit effect is beperkt. Bij lage frequenties is het vooral belangrijk te vermijden dat het voertuig te vroeg vertrekt. c) Zie cursustekst Verkeers en vervoersystemen, hfdst rondom figuur 30 Vraag 3 a) Het evenwicht ontstaat daar waar de private marginale kosten (dat zijn de enige kosten die de automobilist in zijn overwegingen betrekt) gelijk zijn aan de marginale baten = de vraagfunctie). De private marginale kosten zijn gelijk aan de som van marginale resourcekosten, marginale belastingkosten en de door de automobilist ervaren reistijdkosten: 20 q / 300 = (2,5 + q /1200) waaruit volgt: q bestaand = 3000 vrtg/uur (gegeneraliseerde) prijs bestaand voor een rit van A naar B is 10 euro

13 13/16 b) Na tolheffing moeten we bij de private kosten uit vraag a) nog 2,5 euro tol optellen: 20 q / 300 = 2, (2,5 + q / 1200) waaruit volgt q nieuw = 2400 vrtg/uur (gegeneraliseerde) prijs nieuw voor een rit van A naar B is 12 euro (niet 12,5 euro, want de automobilist boekt door de lagere q nog 0,5 euro reistijdwinst!) c) prijselasticiteit = % verandering vraag / % verandering prijs % verandering vraag = -600 / 3000 = -20% % verandering prijs = +2 / 10 = +20% Dus prijselasticiteit = -1 d) Automobilisten: Blijvers betalen nu 12 euro in plaats van 10 euro: Zij gaan er -2 x 2400 = euro/u op achteruit in hun welvaart. (Hun resource + belasting + tijdkosten zijn nu 9,5 euro; hun tolkosten zijn 2,5 euro). Stoppers verliezen baten gelijk aan 600 x ( ) / 2 = 6600 euro/u, maar besparen 10 x 600 = 6000 euro/u. Zij gaan er -600 euro/u op achteruit in welvaart. Achteruitgang welvaart blijvers plus stoppers = euro/uur (= arcering in onderstaande figuur). Overheid: Ontvangt tol van 2400 automobisten: 2400 x 2,5 = euro/uur Ontvangt geen belastingen meer van 600 automobilisten = 600 x 2 = euro/uur Toename welvaart van de overheid = euro/uur Slachtoffers milieuschade: Zij gaan er 600 x 2 = euro/uur op vooruit in hun welvaart Welvaartsverandering voor de samenleving als geheel: = +600 euro/uur e) Werkelijke kosten voor de samenleving als geheel zijn: tijdkosten, resourcekosten voor autobezit en autogebruik en milieukosten. Dit zijn werkelijke kosten omdat zij

14 14/16 bronnen (resources) verbruiken zoals arbeid, tijd, grondstoffen etc. Tax en tol zijn (in beginsel) geen kosten voor de samenleving als geheel. Zij verbruiken geen bronnen, het zijn slechts inkomensoverdrachten. (Hoewel tax en tol geen kosten (of baten) voor de samenleving als geheel representeren hebben zij wel invloed op de welvaart omdat zij het gedrag van mensen beinvloeden.) De werkelijke kosten voor invoering van de tol zijn: 3000 x ( 3 (resourcekosten) + 5 (tijdkosten) + 2 (milieukosten) ) = euro/uur Na invoering van de tol zijn de werkelijke kosten: 2400 x ( 3 (resourcekosten) + 4,5 (tijdkosten) + 2 (milieukosten) ) = euro/uur De kostenbesparing is dus = 7200 euro/uur Omdat er minder automobilisten zijn is er ook een batenverlies Het batenverlies bedraagt : 600 ( ) / 2 = 6600 euro/uur De welvaartswinst voor de samenleving bedraagt dus = 600 euro/uur (hetzelfde bedrag als we vonden in vraag d) ) Vraag 4 e i. Aangezien q=k V geldt: q ( k ) w( J k ) = ; zie figuur ii. iii. iv. Het x-t diagram komt overeen met de grote driehoek in de figuur (geschaduwd, dus zonder de kleine driehoek achter de truck) Door de oneindige vrije snelheid is de verblijftijd waar geen file optreedt gelijk aan 0. Blijft over het filegebied, waar de totale verblijftijd = k ds. Het aantal S voertuigverliesuren is daarom gelijk aan de oppervlakte van de aangeduide driehoek ( 15 T 5 Tw w J T ) vermenigvuldigd met de homogene dichtheid (½ J ) in dit gebied = De truck legt een bewegende randvoorwaarde op, die stelt dat de relatieve intensiteit die voorbij de truck gaat = 0 en de snelheid van verkeer opwaarts w. Stroomafwaarts van de truck ontstaat dus een 0-toestand (waardoor de instroom in de file tijdelijk stopt en de filestaart tussen t=4t en t=5t krimpt met snelheid w). Stroomopwaarts van de truck wordt de snelheid van verkeer gedwongen w te zijn, met volgens het fundamenteel diagram een bijhorende dichtheid k= ½ J. Hierdoor genereert de truck een schokgolf met dezelfde snelheid als die van de oorspronkelijke filestaart. Wanneer de truck weer verdwijnt, ontstaat een waaier met kritische dichtheid en capaciteitsstroom, waarvan de meest opwaartse karakteristiek met snelheid w de schokgolf inhaalt en oplost (op t=8t); de meest afwaartse karakteristiek met snelheid raakt de filestaart onmiddellijk op t=5t. Door dit laatste groeit de file terug aan met snelheid w, totdat de instroom in de

15 15/16 filestaart terugvalt op de oorspronkelijke verkeersvraag ¾ Jw (zodra de file achter de truck opgelost is op t=8t), en de filestaart ook de oorspronkelijke schokgolfsnelheid van ½ w weer aanneemt. a. Uit de figuur zie je eenvoudig dat het aantal voertuigverliesuren even groot is als in vraag iii: de door de truck gegenereerde file beslaat immers precies dezelfde oppervlakte als diegene die uit de oorspronkelijke file uitgesneden wordt, en de dichtheid erin is ook gelijk. b. De voertuigverliesuren zijn gelijk, omdat het niets uitmaakt waar de voertuigen voor de wegversmalling wachten (in de oorspronkelijke file of tijdelijk opgehouden door de truck). Zolang het knelpunt gedurende 15T aan capaciteit benut wordt bij eenzelfde verkeersvraag, zullen er even veel voertuigen even lang in de wachtrij staan, wat ook de positie of dichtheid van die wachtrij is, en of er daarin nu wel of niet tijdelijk verstoringen optreden zoals een trage truck. c. Bij een andere snelheid van de truck, verandert de vorm van de driehoek file erachter; de uitsnede uit het filegebied blijft gelijk. Rijdt de truck sneller dan w, dan wordt de oppervlakte van de driehoek erachter groter, maar de dichtheid erin kleiner; rijdt de truck trager, krijgen we een kleinere driehoek met hogere dichtheid, maar het product van oppervlakte en dichtheid blijft steeds gelijk. Hoe dan ook zullen omwille van de argumenten in b de voertuigverliesuren precies gelijk blijven.

16 16/16 x 0-2Tw -½w 4T 5T 8T 10T 15T w -w k= ½J w t -4Tw -5Tw 0 C=Jw k= ½J q Jw -7Tw Randvoorwaarde door truck: v = +w ¾ Jw ½ Jw -½w w ½ J -w J k ¾ Jw 0 t

Examen H 111 Datum: vrijdag 9 juni 2000 Tijd: uur

Examen H 111 Datum: vrijdag 9 juni 2000 Tijd: uur Examen H 111 Datum: vrijdag 9 juni 2000 Tijd: 10.00 13.00 uur Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Instructies: Er zijn 5 vragen; Start de beantwoording van elk van de 5 vragen

Nadere informatie

a) Omschrijf in woorden tot welke algemene effecten de introductie van nieuwe transportvoorzieningen leidt. U behoeft het diagram niet te geven.

a) Omschrijf in woorden tot welke algemene effecten de introductie van nieuwe transportvoorzieningen leidt. U behoeft het diagram niet te geven. Examen H111 Verkeerskunde Basis Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Datum: donderdag 5 september 2002 Tijd: 9.00 12.00 uur Instructies: Er zijn 5 vragen; start de beantwoording

Nadere informatie

Examen Verkeerskunde (H01I6A) en Verkeerskunde Basis (H0111B)

Examen Verkeerskunde (H01I6A) en Verkeerskunde Basis (H0111B) Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Examen Verkeerskunde (H01I6A) en Verkeerskunde Basis (H0111B) Datum: woensdag 23 augustus 2006 Tijd: 9.00 11.00 uur: Verkeerskunde Basis

Nadere informatie

Examen Verkeerskunde (H01I6A) Vragen prof. Immers. Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur

Examen Verkeerskunde (H01I6A) Vragen prof. Immers. Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur Examen Verkeerskunde (H01I6A) Datum: dinsdag 25 augustus 2009 Tijd: Instructies: 9.00 13.00 uur Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur Er zijn 4 vragen (5

Nadere informatie

Examen H111. Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde. Verkeerskunde Basis. Datum: vrijdag 7 juni 2002 Tijd: 9.00 12.

Examen H111. Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde. Verkeerskunde Basis. Datum: vrijdag 7 juni 2002 Tijd: 9.00 12. Examen H111 Verkeerskunde Basis Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Datum: vrijdag 7 juni 2002 Tijd: 9.00 12.00 uur Instructies: Er zijn 5 vragen; start de beantwoording van

Nadere informatie

a) Welke eisen stelt men aan een distributiefunctie?

a) Welke eisen stelt men aan een distributiefunctie? Vragen Immers pagina 1 van 6 Examen Verkeerskunde (H01I6A) Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur Datum: vrijdag 20 juni 2008 Tijd: Instructies: 9.00 13.00

Nadere informatie

Examen H111 Verkeerskunde Basis

Examen H111 Verkeerskunde Basis pagina 1 van 5 Examen H111 Verkeerskunde Basis Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Datum: donderdag 30 augustus 2001 Tijd: 8u30 11u30 Instructies: Er zijn 5 vragen; start de

Nadere informatie

uur met een uitloop naar uiterlijk uur

uur met een uitloop naar uiterlijk uur 1 Examen Verkeerskunde (H01I6A) Vragen prof. Immers Datum: vrijdag 11 juni 2010 Tijd: Instructies: Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur Gesloten boek 15.00-18.00

Nadere informatie

Examen Verkeerskunde (H01I6A) Vragen prof. Tampère. Datum: vrijdag 28 aug 2015

Examen Verkeerskunde (H01I6A) Vragen prof. Tampère. Datum: vrijdag 28 aug 2015 Examen Verkeerskunde (H01I6A) KU Leuven, CIB / Verkeer & Infrastructuur Datum: vrijdag 28 aug 2015 Tijd: Instructies: 9.00-13.00 uur o prof. Tampère: 3 vragen, van 9.00 tot 12.00 uur, gesloten boek o prof.

Nadere informatie

De hoofdstuknummers in deze bundel corresponderen met de hoofdstukken in het diktaat 1 VERKEERSSTROOMTHEORIE OF: HOE ONTSTAAN FILES?

De hoofdstuknummers in deze bundel corresponderen met de hoofdstukken in het diktaat 1 VERKEERSSTROOMTHEORIE OF: HOE ONTSTAAN FILES? CTB1420 Oefenopgaven Deel 4 - Antwoorden De hoofdstuknummers in deze bundel corresponderen met de hoofdstukken in het diktaat 1 VERKEERSSTROOMTHEORIE OF: HOE ONTSTAAN FILES? 1. Eenheden a) Dichtheid: k,

Nadere informatie

3200 = 40 = 30,5 vtg/km 4200

3200 = 40 = 30,5 vtg/km 4200 1 CONGESTIE EN SCHOKGOLVEN 1.1 Ongeluk op de snelweg a) Twee rijstroken, dus k cap = 2*20 =40 vtg/km. Intensiteit: 3200 vtg/uur. Capaciteit: 2*2100= 4200 vtg/uur. Dus de dichtheid is: 3200 k A1 = 40 =

Nadere informatie

Dit tentamen bestaat uit 6 vragen. Voor elke vraag zijn 10 punten te behalen. Het tentamencijfer is 1+ [aantal punten]/60.

Dit tentamen bestaat uit 6 vragen. Voor elke vraag zijn 10 punten te behalen. Het tentamencijfer is 1+ [aantal punten]/60. Tentamen AutoMobility 3 juli 14:00-17:00 Dit tentamen bestaat uit 6 vragen. Voor elke vraag zijn 10 punten te behalen. Het tentamencijfer is 1+ [aantal punten]/60. VRAAG 1: A13/A16 (Normering 1a: 2, 1b:2,

Nadere informatie

Examen Verkeerskunde (H01I6A)

Examen Verkeerskunde (H01I6A) Examen Verkeerskunde (H01I6A) Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur Datum: vrijdag 15 juni 2012 Tijd: Instructies: 14.00-18.00 uur Er zijn 3 vragen over

Nadere informatie

De latente vraag in het wegverkeer

De latente vraag in het wegverkeer De latente vraag in het wegverkeer Han van der Loop, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid KiM, kennislijn 1 en 2, 5 juni 2014 Vraagstuk * Veel gehoord bij wegverbreding of nieuwe wegen: Roept extra autogebruik

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld.

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Wiskunde juli 2009 Laatste aanpassing: 29 juli 2009. Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Vraag 1 Wat is de top van deze parabool 2 2. Vraag

Nadere informatie

Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum mei 2013 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het Nederlands

Nadere informatie

Formules en grafieken Hst. 15

Formules en grafieken Hst. 15 Formules en grafieken Hst. 5. De totale kosten zijn dan : 0,5. 0000 = 0.000 dollar. Dan zijn de kosten per ton, dollar. De prijs is dan :,. 0.000 = 4.000 dollar. 0,50 dollar per ton en 4000 mijl. Aflezen

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei 2012. Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 01 Eindexamen VWO Wiskunde B A B C Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Onafhankelijkheid van a Opgave 1. We moeten aantonen dat F a een primitieve is van de

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen vwo economie I Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing

Nadere informatie

Het ritdistributiemodel

Het ritdistributiemodel Het ritdistributiemodel H01I6A Verkeerskunde basis Ben Immers Traffic and Infrastructure Department of Civil Engineering Faculty of Engineering Katholieke Universiteit Leuven Het klassieke verkeersprognosemodel

Nadere informatie

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2. 1 / 6 I. Vraag en aanbod 1 2 fig. 1a 1 2 fig. 1b 4 4 e fig. 1c f _hoog _evenwicht _laag Q 1 Q 2 Qv Figuur 1 laat een collectieve vraaglijn zien. Een punt op de lijn geeft een bepaalde combinatie van de

Nadere informatie

B e r e k e n i n g v e r k e e r s t o e d e l i n g e n p a r k e e r b e h o e f t e W e- r e l d b a z a r t e W i n s c h o t e n

B e r e k e n i n g v e r k e e r s t o e d e l i n g e n p a r k e e r b e h o e f t e W e- r e l d b a z a r t e W i n s c h o t e n B e r e k e n i n g v e r k e e r s t o e d e l i n g e n p a r k e e r b e h o e f t e W e- r e l d b a z a r t e W i n s c h o t e n figuur 1 f i g u u r 2 V e r k e e r s t o e d e l i n g I n l e i

Nadere informatie

Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven?

Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven? Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven? De beoordeling voor de discipline MENS-MOBILITEIT gebeurde op vlak van de doelstellingen van het MASTERPLAN 2020: verbeteren van de bereikbaarheid

Nadere informatie

verkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig

verkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig flexibiliteit genoeg geraken gezondheid goed goede goedkoop grote BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT Grafische voorstelling open antwoorden andere belangrijke zaken bij verplaatsingen aankomen aansluiting

Nadere informatie

'foto bereikbaarheid 2016' hoe, wat en waarom

'foto bereikbaarheid 2016' hoe, wat en waarom Foto bereikbaarheid 2016 hoe, wat en waarom pagina 1 Foto Bereikbaarheid 2016 Algemeen over aanleiding en aanpak Bronnen Resultaat verder ingezoomd Voorbeelden Hoe verder pagina 2 Algemeen In BB1 stond

Nadere informatie

CTB Transport & Planning Sommen- en vragencollege Delen 3 en 4

CTB Transport & Planning Sommen- en vragencollege Delen 3 en 4 CTB1420-14 Transport & Planning Sommen- en vragencollege Delen 3 en 4 Transport & Planning 7-3-2019 Delft University of Technology Challenge the future 1. Opgavendeel3 2 Inhoud deel 3: Geometrisch ontwerp

Nadere informatie

Examen Verkeerskunde (H01I6A)

Examen Verkeerskunde (H01I6A) pag 1 van 7 Katholieke Universiteit Leuven Examen Verkeerskunde (H01I6) Datum: Instructies: vrijdag 17 juni 2011, 14.00 18.00 uur Er zijn 5 vragen over het gedeelte van het vak gedoceerd door prof. Immers.

Nadere informatie

Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten

Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten Beter Benutten: kosteneffectieve maatregelen Rijk, regio en bedrijfsleven werken in het programma Beter Benutten samen om de bereikbaarheid in de drukste

Nadere informatie

Voertuigverliesuren Verkeersbeeld provincie Utrecht

Voertuigverliesuren Verkeersbeeld provincie Utrecht Voertuigverliesuren 2016 - Verkeersbeeld provincie Utrecht Eindrapport Provincie Utrecht Voertuigverliesuren 2016 - Verkeersbeeld provincie Utrecht Eindrapport Datum 16 augustus 2017 Kenmerk UTA018/Fok/0054.02

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak natuurkunde havo, tweede tijdvak (2018). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

De latente vraag in het wegverkeer

De latente vraag in het wegverkeer De latente vraag in het wegverkeer Han van der Loop, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Jan van der Waard, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Contactpersoon DGB: Henk van Mourik Afdelingsoverleg

Nadere informatie

Voertuigverliesuren Verkeersbeeld provincie Utrecht

Voertuigverliesuren Verkeersbeeld provincie Utrecht Voertuigverliesuren 2017 - Verkeersbeeld provincie Utrecht Eindrapport Provincie Utrecht Voertuigverliesuren 2017 - Verkeersbeeld provincie Utrecht Eindrapport Datum 2 oktober 2018 Kenmerk 002134.20181002.R1.01

Nadere informatie

****** Deel theorie. Opgave 1

****** Deel theorie. Opgave 1 HIR - Theor **** IN DRUKLETTERS: NAAM.... VOORNAAM... Opleidingsfase en OPLEIDING... ****** EXAMEN CONCEPTUELE NATUURKUNDE MET TECHNISCHE TOEPASSINGEN Deel theorie Algemene instructies: Naam vooraf rechtsbovenaan

Nadere informatie

De auto als actuator

De auto als actuator De auto als actuator Martie van der Vlist Goudappel Coffeng BV mvdvlist@goudappel.nl Rolf Krikke Quest-TC rolf@quest-tc.nl Samenvatting De auto als actuator Communicatiemiddelen in de auto worden gebruikt

Nadere informatie

Uitgewerkte oefeningen

Uitgewerkte oefeningen Uitgewerkte oefeningen Algebra Oefening 1 Gegeven is de ongelijkheid: 4 x. Welke waarden voor x voldoen aan deze ongelijkheid? A) x B) x [ ] 4 C) x, [ ] D) x, Oplossing We werken de ongelijkheid uit: 4

Nadere informatie

Een model voor een lift

Een model voor een lift Een model voor een lift 2 de Leergang Wiskunde schooljaar 213/14 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Inleiding... 5 Model 1, oriëntatie... 7 Model 1... 9 Model 2, oriëntatie... 11 Model 2... 13

Nadere informatie

Verificatie en calibratie MaDAM

Verificatie en calibratie MaDAM Verificatie en calibratie MaDAM Remco van Thiel Graduation Date: 15 October 2004 Graduation committee: v. Berkum Weijermars Birnie Organisation: Goudappel Coffeng Inleiding Het wordt steeds drukker op

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.

Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden. Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.. Doel. Het is de bedoeling een grote schakeling met weerstanden te vervangen door één equivalente weerstand. Een equivalente schakeling betekent dat een buitenstaander

Nadere informatie

Tent. Elektriciteitsvoorziening I / ET 2105

Tent. Elektriciteitsvoorziening I / ET 2105 Tent. Elektriciteitsvoorziening I / ET 2105 Datum: 24 januari 2011 Tijd: Schrijf op elk blad uw naam en studienummer Begin elke nieuwe opgave op een nieuw blad De uitwerkingen van het tentamen worden na

Nadere informatie

Berekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel

Berekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel Berekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel Inleiding In het Bereikbaarheidsprogramma Zuidoostvleugel Brabantstad is een maatregelenpakket opgenomen conform de Zevensprong van Verdaas. Dit

Nadere informatie

Oplossing examenoefening 2 :

Oplossing examenoefening 2 : Oplossing examenoefening 2 : Opgave (a) : Een geleidende draad is 50 cm lang en heeft een doorsnede van 1 cm 2. De weerstand van de draad bedraagt 2.5 mω. Wat is de geleidbaarheid van het materiaal waaruit

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO Correctievoorschrift VWO 0 tijdvak wiskunde A Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de

Nadere informatie

Nederlandstalige samenvatting (summary in Dutch language)

Nederlandstalige samenvatting (summary in Dutch language) Nederlandstaligesamenvatting 145 Nederlandstaligesamenvatting (summaryindutchlanguage) Reizen is in de afgelopen eeuwen sneller, veiliger, comfortabeler, betrouwbaarder, efficiënter in het gebruik van

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) wiskunde B, (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Woensdag 3 juni 3.30 6.30 uur 0 04 Voor dit examen zijn maximaal 87 punten te behalen; het examen bestaat uit 9 vragen.

Nadere informatie

De toekomst voorspeld in de toekomst: files realistisch gemodelleerd

De toekomst voorspeld in de toekomst: files realistisch gemodelleerd De toekomst voorspeld in de toekomst: files realistisch gemodelleerd Maaike Snelder TNO maaike.snelder@tno.nl Jeroen Schrijver TNO jeroen.schrijver@tno.nl Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch

Nadere informatie

Real-time verkeersmodellen Overzicht, structuur en voorbeelden

Real-time verkeersmodellen Overzicht, structuur en voorbeelden Real-time verkeersmodellen Overzicht, structuur en voorbeelden Dr. Hans van Lint, Transport & Planning, Civiele Techniek 3/24/09 Delft University of Technology Challenge the future Overzicht Real-time

Nadere informatie

Spitstarief en weguitbreiding in kosten-batenanalyses

Spitstarief en weguitbreiding in kosten-batenanalyses CPB Notitie Datum : 5 februari 2010 Spitstarief en weguitbreiding in kosten-batenanalyses Met de invoering van de kilometerheffing wordt ook een spitstarief ingevoerd. Dit spitstarief heft een tarief per

Nadere informatie

Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven?

Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven? Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven? De beoordeling voor de discipline MENS-MOBILITEIT gebeurde op vlak van de doelstellingen van het MASTERPLAN 2020: verbeteren van de bereikbaarheid

Nadere informatie

Toelichting op vragen over het MER

Toelichting op vragen over het MER Bestuur Regio Utrecht (BRU) Toelichting op vragen over het MER Datum 20 november 2007 TMU054/Brg/0725 Kenmerk Eerste versie 1 Aanleiding Tijdens een werkbijeenkomst van de gemeenteraad van Bunnik op 1

Nadere informatie

Domein D: markt (module 3) havo 5

Domein D: markt (module 3) havo 5 Domein D: markt (module 3) havo 5 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte

Nadere informatie

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid Factsheet Verkeer 1. Inleiding In deze factsheet Verkeer staan de voertuigen en personen centraal die de openbare weg gebruiken. Het gaat hier dus niet om de fysiek aanwezige infrastructuur (die komt aan

Nadere informatie

Derde serie opdrachten systeemtheorie

Derde serie opdrachten systeemtheorie Derde serie opdrachten systeemtheorie Opdracht 1. We bekijken een helicopter die ongeveer stilhangt in de lucht. Bij benadering kan zo n helicopter beschreven worden door het volgende stelsel vergelijkingen

Nadere informatie

Verkeersafwikkeling weefvak A4 Nieuw-Vennep/Hoofddorp. April 2002

Verkeersafwikkeling weefvak A4 Nieuw-Vennep/Hoofddorp. April 2002 Verkeersafwikkeling weefvak A4 Nieuw-Vennep/Hoofddorp April 2002 ....................... Colofon Uitgegeven door: Adviesdienst Verkeer en Vervoer Informatie: ir. H. Schuurman Telefoon: 010 282 5889 Fax:

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. wiskunde B1 (nieuwe stijl) wiskunde B1 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 2 juni 1.0 16.0 uur 20 04 Voor dit examen zijn maximaal 87 punten te behalen; het examen bestaat uit 18

Nadere informatie

Is inhalend vrachtverkeer een achterhaald fenomeen

Is inhalend vrachtverkeer een achterhaald fenomeen TRANSPORT & MOBILITY LEUVEN TERVUURSEVEST 54 BUS 4 3000 LEUVEN BELGIË http://www.tmleuven.be TEL +32 (16) 22.95.52 FAX +32 (16) 20.42.22 WORKING PAPER NR. 2003-03 Is inhalend vrachtverkeer een achterhaald

Nadere informatie

Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse

Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse Sytze Rienstra en Jan van Donkelaar, 15 januari 2010 Er is de laatste tijd bij de beoordeling van projecten voor de binnenvaart veel discussie over

Nadere informatie

CT2710 Transport & Planning Sommencollege delen 1 en 2

CT2710 Transport & Planning Sommencollege delen 1 en 2 CT2710 Transport & Planning Sommencollege delen 1 en 2 Rob van Nes, Transport & Planning 11-5-2012 Delft University of Technology Challenge the future Tentamenvorm Elektronisch tentamen (Etude) Open rekenvragen

Nadere informatie

Fileprobleem. Leerjaar 1, schooljaar De opdrachtgever

Fileprobleem. Leerjaar 1, schooljaar De opdrachtgever Fileprobleem Verkeersknooppunt Verkeerscentrale Leerjaar 1, schooljaar 2017-2018 1. De opdrachtgever Dagelijks maken miljoenen reizigers gebruik van het Nederlandse wegennet. Het wordt steeds drukker en

Nadere informatie

Modelleren en simuleren van verkeersstromen

Modelleren en simuleren van verkeersstromen Modelleren en simuleren van verkeersstromen Sven Maerivoet Maart 2003 Waar zal het over gaan? De nadruk zal liggen op : modelleren en simuleren We hebben het dus niet over : verkeersbeheersing 2 Overzicht

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2004-II

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2004-II Brandstofverbruik Een schip maakt een tocht over een rivier van P naar Q en terug. De afstand tussen P en Q is 42 km. Van P naar Q vaart het schip tegen de stroom in (stroomopwaarts); op de terugreis vaart

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 2012 Eindexamen VWO Wiskunde A Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Schroefas Opgave 1. In de figuur trekken we een lijn tussen 2600 tpm op de linkerschaal en

Nadere informatie

Oefeningen Producentengedrag

Oefeningen Producentengedrag Oefeningen Producentengedrag Oefening 1: Bij een productie van 10.000 eenheden bedragen de totale kosten van een bedrijf 90.000 EUR. Bij een productie van 12.500 bedragen de totale kosten 96.000 EUR. De

Nadere informatie

MEMO. Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Datum 27 januari 2012 Projectnummer Status Definitief Versie 6

MEMO. Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Datum 27 januari 2012 Projectnummer Status Definitief Versie 6 MEMO Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Onderwerp Evaluatie Spoedaanpak - ontwikkeling verkeersprestatie (VP) per project Datum 27 januari 212 Projectnummer 7211112 Status Definitief

Nadere informatie

BEOORDELINGSCRITERIA FIETSOVERSTEEK EIKENLAAN. Algemeen

BEOORDELINGSCRITERIA FIETSOVERSTEEK EIKENLAAN. Algemeen BEOORDELINGSCRITERIA FIETSOVERSTEEK EIKENLAAN Algemeen Met het uitvoeren van het monitoringsplan wordt het functioneren van de fietsoversteek in de verschillende situaties in beeld gebracht, namelijk in

Nadere informatie

Nationaal verkeerskundecongres 2014

Nationaal verkeerskundecongres 2014 Nationaal verkeerskundecongres 2014 Dynamisch verkeersmanagement in Leeuwarden Onderzoek naar de toepassing van dynamisch verkeersmanagementmaatregelen op één van de invalswegen van Leeuwarden. Arjen Kromkamp

Nadere informatie

Hertentamen Biostatistiek 3 / Biomedische wiskunde

Hertentamen Biostatistiek 3 / Biomedische wiskunde Hertentamen Biostatistiek 3 / Biomedische wiskunde 2 juni 2014; 18:30-20:30 NB. Geef een duidelijke toelichting bij de antwoorden. Na correctie liggen de tentamens ter inzage bij het onderwijsbureau. Het

Nadere informatie

Mobiliteit & duurzaamheid Leaserijder wordt steeds duurzamer. www.alphabet.com

Mobiliteit & duurzaamheid Leaserijder wordt steeds duurzamer. www.alphabet.com Mobiliteit & duurzaamheid Leaserijder wordt steeds duurzamer www.alphabet.com Duurzame mobiliteit. Onderzoek naar gedrag en keuzes van leaserijders op gebied van duurzaamheid. Leaserijders steeds milieubewuster.

Nadere informatie

Maar het leidde ook tot een uitkomst die essentieel is in mijn werkstuk van een Stabiel Heelal.

Maar het leidde ook tot een uitkomst die essentieel is in mijn werkstuk van een Stabiel Heelal. -09-5 Bijlage voor Stabiel Heelal. --------------------------------------- In deze bijlage wordt onderzocht hoe in mijn visie materie, ruimte en energie zich tot elkaar verhouden. Op zichzelf was de fascinatie

Nadere informatie

Het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer wordt gewijzigd als volgt:

Het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer wordt gewijzigd als volgt: Concept tbv internetconsultatie november 2016 Besluit van tot wijziging van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en het RVV 1990 ter invoering van de mogelijkheid snorfietsers in

Nadere informatie

Doorstromingsstudie Weefzone R1 binnenring tussen Antwerpen-Oost en Antwerpen-Zuid Microsimulatie belijningsmaatregelen

Doorstromingsstudie Weefzone R1 binnenring tussen Antwerpen-Oost en Antwerpen-Zuid Microsimulatie belijningsmaatregelen Doorstromingsstudie Weefzone R1 binnenring tussen Antwerpen-Oost en Antwerpen-Zuid Microsimulatie belijningsmaatregelen Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Anna Bijnsgebouw Lange

Nadere informatie

1 Inleiding. Verkeerseffecten kartcentrum te Limmen. Figuur 1.1: Locatie kartcentrum (bron: Google Maps) SAB Amsterdam. Concept

1 Inleiding. Verkeerseffecten kartcentrum te Limmen. Figuur 1.1: Locatie kartcentrum (bron: Google Maps) SAB Amsterdam. Concept Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Verzameling oud-examenvragen

Verzameling oud-examenvragen Verzameling oud-examenvragen Achim Vandierendonck Vraag 1 (6 punten) Beschouw een zeer goede thermische geleider (k ) in de vorm van een cilinder met lengte L en straal a 1. Rond deze geleider zit een

Nadere informatie

Snelweg invoegen en uitvoegen hoe?

Snelweg invoegen en uitvoegen hoe? Snelweg invoegen en uitvoegen hoe? Snelweg vast procedure Ga je naar een ander stad waarbij je stukje op de snelweg moet rijden? Denk dan aan: Je route tot je eind bestemming. Welke ANWB borden je moet

Nadere informatie

Samenvatting van de zienswijzen

Samenvatting van de zienswijzen Samenvatting van de zienswijzen Trajectnota/milieueffectrapport (TN/MER) van de planstudie Betere bereikbaarheid door een robuust wegennetwerk in de regio Arnhem - Nijmegen Van 16 augustus tot en met 26

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1,2

Examen VWO. wiskunde B1,2 wiskunde B,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 2 juni 3.30 6.30 uur 20 06 Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen; het examen bestaat uit 8 vragen. Voor

Nadere informatie

Voorbeeld Tentamenvragen Verkeer & Vervoer (Deel Thomas) Ontleend aan deeltoets 1 uit 2014.

Voorbeeld Tentamenvragen Verkeer & Vervoer (Deel Thomas) Ontleend aan deeltoets 1 uit 2014. Voorbeeld Tentamenvragen Verkeer & Vervoer (Deel Thomas) Ontleend aan deeltoets 1 uit 2014. 1. In welk(e) model(len) geclassificeerd naar functie ontbreekt de inductie stap? a. Fundamentele theorie van

Nadere informatie

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3 LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer

Nadere informatie

Onderzoek ontlasten Vlietbruggen. Onderzoeksresultaten. Adviesgroep 10 mei 2016

Onderzoek ontlasten Vlietbruggen. Onderzoeksresultaten. Adviesgroep 10 mei 2016 Onderzoek ontlasten Vlietbruggen Onderzoeksresultaten Adviesgroep 10 mei 2016 2 Algemene conclusies Verkeer Voertuigverliesuren ochtendspits Voertuigverliesuren avondspits 10000 9000 8000 7000 6000 5000

Nadere informatie

Verkeersafwikkeling Oegstgeest a/d Rijn en Frederiksoord Zuid

Verkeersafwikkeling Oegstgeest a/d Rijn en Frederiksoord Zuid Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Wachten of niet wachten: Dat is de vraag

Wachten of niet wachten: Dat is de vraag Wachten of niet wachten: Dat is de vraag Sindo Núñez-Queija Centrum voor Wiskunde en Informatica Technische Universiteit Eindhoven Wachten of niet wachten: Dat is de vraag Wanneer heeft u voor het laatst

Nadere informatie

1.3 Rekenen met pijlen

1.3 Rekenen met pijlen 14 Getallen 1.3 Rekenen met pijlen 1.3.1 Het optellen van pijlen Jeweetnuwatdegetallenlijnisendat0nochpositiefnochnegatiefis. Wezullen nu een soort rekenen met pijlen gaan invoeren. We spreken af dat bij

Nadere informatie

J CONSlf. Gedragswetenschappelijke kennis in het verkeer- en vervoerbeleid. Rapport mobiliteitsontwikkelingen

J CONSlf. Gedragswetenschappelijke kennis in het verkeer- en vervoerbeleid. Rapport mobiliteitsontwikkelingen J CONSlf Gedragswetenschappelijke kennis in het verkeer- en vervoerbeleid Rapport mobiliteitsontwikkelingen Gedragswetenschappelijke kennis in het verkeer- en vervoerbeleid Rapport mobiliteitsontwikkelingen

Nadere informatie

Fiche Leerlingen. De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom

Fiche Leerlingen. De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom Kijk naar de fietsers. Kleur de nummers van de fietsers die de verkeersregels volgen en op de juiste plaats rijden groen. Kleur de nummers van de fietsers

Nadere informatie

Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1

Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1 Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1 Datum: 16 september 2009 Tijd: 10:45 12:45 (120 minuten) Het gebruik van een rekenmachine is niet toegestaan. Deze toets telt 8 opgaven en een bonusopgave Werk systematisch

Nadere informatie

Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum Augustus 2014 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het

Nadere informatie

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuio pasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuio pasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuio pasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop Antwoorden webquest asdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

14 maart 2012 Luc Wismans Luuk Brederode Michiel Bliemer Erik-Sander Smits Mark Raadsen

14 maart 2012 Luc Wismans Luuk Brederode Michiel Bliemer Erik-Sander Smits Mark Raadsen Quasi-dynamisch versus waargenomen, statisch en dynamisch 14 maart 2012 Luc Wismans Luuk Brederode Michiel Bliemer Erik-Sander Smits Mark Raadsen Toedeling Een kostenberekening (onderdeel van de toedeling)

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2006 tijdvak 1 dinsdag 30 mei uur

Examen VMBO-GL en TL 2006 tijdvak 1 dinsdag 30 mei uur Examen VMBO-GL en TL 2006 tijdvak 1 dinsdag 30 mei 13.30 15.30 uur Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

R-89-25 Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

R-89-25 Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV SCHEIDING VAN VERKEERSSOORTEN IN FLEVOLAND Begeleidende notitie bij het rapport van Th. Michels & E. Meijer. Scheiding van verkeerssoorten in Flevoland; criteria en prioriteitsstelling voor scheiding van

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 Voordat de export wegviel was er evenwicht op de

Nadere informatie

Aanbod, gebruik en reistijdverlies hoofdwegennet,

Aanbod, gebruik en reistijdverlies hoofdwegennet, Indicator 6 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Tussen 2000 en 2017 is het

Nadere informatie

CTB Transport & Planning Bereikbaarheid en Ruimtelijke interactie

CTB Transport & Planning Bereikbaarheid en Ruimtelijke interactie CTB1420-14 Transport & Planning Bereikbaarheid en Ruimtelijke interactie Rob van Nes, Transport & Planning 18-06-18 Delft University of Technology Challenge the future Agenda Bereikbaarheid Ruimtelijke

Nadere informatie

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden:

J De centrale draait (met de gegevens) gedurende één jaar. Het gemiddelde vermogen van de centrale kan dan berekend worden: Uitwerking examen Natuurkunde1 HAVO 00 (1 e tijdvak) Opgave 1 Itaipu 1. De verbruikte elektrische energie kan worden omgerekend in oules: 17 = 9,3 kwh( = 9,3 3, ) = 3,3 De centrale draait (met de gegevens)

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B1,2

Examen HAVO. wiskunde B1,2 wiskunde 1, Examen HVO Hoger lgemeen Voortgezet Onderwijs ijdvak 1 Vrijdag 19 mei 1.0 16.0 uur 0 06 Voor dit examen zijn maximaal 87 punten te behalen; het examen bestaat uit vragen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Hieronder zie je hoe dat gaat. Opgave 3. Tel het aantal routes in de volgende onvolledige roosters van linksboven naar rechtsonder.

Hieronder zie je hoe dat gaat. Opgave 3. Tel het aantal routes in de volgende onvolledige roosters van linksboven naar rechtsonder. Groepsopdracht 1: Volledige en onvolledige roosters Voor een volledig rooster kun je de driehoek van Pascal gebruiken om te weten te komen hoeveel routes er van A naar B zijn. Bij onvolledige roosters

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde B Profi

Examen VWO. Wiskunde B Profi Wiskunde B Profi Eamen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Donderdag 25 mei 3.30 6.30 uur 20 00 Dit eamen bestaat uit 7 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een

Nadere informatie

MEMO. NoLogo. : Arcadis, mevrouw Yvonne Sanders : ing. Sander Hoen : drs. ing. Albert Erhardt. : Verkeerskundige toets Uitbreiding Makado, Beek

MEMO. NoLogo. : Arcadis, mevrouw Yvonne Sanders : ing. Sander Hoen : drs. ing. Albert Erhardt. : Verkeerskundige toets Uitbreiding Makado, Beek NoLogo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : Arcadis, mevrouw Yvonne Sanders : ing. Sander Hoen : drs. ing. Albert Erhardt : AC3423-053-001 : Verkeerskundige toets Uitbreiding Makado, Beek : Resultaten

Nadere informatie