a) Welke eisen stelt men aan een distributiefunctie?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "a) Welke eisen stelt men aan een distributiefunctie?"

Transcriptie

1 Vragen Immers pagina 1 van 6 Examen Verkeerskunde (H01I6A) Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur Datum: vrijdag 20 juni 2008 Tijd: Instructies: uur Er zijn 5 vragen over het gedeelte van het vak gedoceerd door prof. Immers. De gereserveerde tijd hiervoor is van 9.00 tot uur Er zijn 2 vragen over het gedeelte van het vak gedoceerd door prof. Beeldens. De gereserveerde tijd hiervoor is van tot uur. De vragen van prof. Beeldens worden separaat uitgedeeld. Start de beantwoording van elk van de 5 vragen van prof. Immers en de 2 vragen van prof. Beeldens op een nieuw blad. Schrijf op elk blad uw naam en het nummer van de vraag. Weet u het antwoord niet op een vraag, lever dan een leeg blad in (wel met uw naam en het nummer van de vraag!) Enige tijd na het examen vindt u op de website van Verkeer en Infrastructuur ( een overzicht van mogelijke oplossingen van de examenvragen. De bladen met vragen kunt u behouden. Vragen prof. Immers Vraag 1 Distributie In een verkeersprognosemodel worden de verplaatsingen, die berekend zijn in het productie- attractiemodel verdeeld over (toegewezen aan) mogelijke herkomstbestemmingsrelaties. Daartoe maakt men veelal gebruik van een distributiefunctie. a) Welke eisen stelt men aan een distributiefunctie? Vaak maakt men gebruik van een distributiefunctie die de vorm heeft van een negatief exponentiele functie. b) Welk bezwaar kleeft aan het gebruik van een dergelijke functie? Stel men beschikt over een distributiefunctie die geschat is voor woon-werk verplaatsingen. c) Kan men dezelfde functie ook gebruiken voor het berekenen van de distributie van verplaatsingen met een ander motief? Motiveer uw antwoord. Men onderscheidt het interzonale verkeer (herkomst en bestemming in verschillende zones) en het intrazonale verkeer (herkomst en bestemming in dezelfde zone). d) Op welke problemen stuit men indien men het intrazonale verkeer in de distributieberekening wil meenemen?

2 Vragen Immers pagina 2 van 6 Vraag 2 Toedeling Bij het berekenen van een alles-of-niets toedeling moeten veelvuldig kortste (of snelste) routes in een netwerk bepaald worden. Een veelgebruikt algoritme daarvoor is het algoritme van Dijkstra. a) In bovenstaand netwerk moet met behulp van het algoritme van Dijkstra de kortste routeboom worden opgebouwd vanuit knooppunt A naar alle andere knooppunten. De pijlen geven de rijrichting aan en de getallen langs de schakels de rijtijd. Licht de werking van het algoritme toe door in detail uit te leggen wat er in de achtereenvolgende stappen van het algoritme gebeurt. U kunt dat bijvoorbeeld doen door middel van een tabel met een kolom voor elk knooppunt en een rij voor elke iteratie. Bij eenvoudige netwerken is het mogelijk om een verkeerstoedeling analytisch en met de hand uit te rekenen, bij gecompliceerde netwerken moet men gebruikmaken van computerprogramma s die iteratief de toedeling bepalen. De onderstaande vragen gaan over de algoritmes die in die programma s worden gebruikt. U kunt bij de onderstaande vragen een algoritme in pseudo-code geven (zoals in de cursustekst), maar dat hoeft niet. Wel belangrijk is dat u kort in woorden omschrijft waar een algoritme in essentie op neerkomt. Ga ervan uit dat u over een HB-tabel beschikt en over reistijdfuncties (tijdverliesfuncties) voor alle schakels. Ook mag u ervan uitgaan dat u al over een algoritme voor een alles-of-niets toedeling beschikt. b) Geef het algoritme voor de stochastische toedeling (op basis van simulatie) c) Geef het algoritme voor de deterministische evenwichtstoedeling d) Geef het algoritme voor de stochastische evenwichtstoedeling

3 Vragen Immers pagina 3 van 6 Vraag 3 Transportnetwerken a) In bepaalde gevallen is het interessant stelsels te onderscheiden bij de opbouw van verkeersnetwerken. Geef aan waarom het soms wel en waarom het soms niet interessant is om stelsels te onderscheiden. b) Welke ontwerpvariabelen staan ons ter beschikking bij het ontwerp van een openbaar vervoernetwerk? In hoeverre hebben deze ontwerpvariabelen invloed op de verschillende kwaliteit- en kostenelementen van het openbaar vervoer? c) Bij het ontwerp van een netwerk verdient het de voorkeur bepaalde ontwerpstappen in een zekere volorde te doorlopen (bijv. ontwerp eerst een ideaaltypisch netwerk en vergelijk dat vervolgens met het bestaande netwerk. Hieronder staat een aantal van deze in volgorde te doorlopen stappen weergegeven. Geef voor elk paar stappen aan welke activiteit vooraf dient te gaan aan de andere en motiveer uw antwoord. Begin te ontwerpen op laag schaalniveau begin te ontwerpen op hoog schaalniveau Eerst afzonderlijke elementen bepalen eerst structuur van het netwerk bepalen Eerst collectief vervoersysteem ontwerpen eerst individueel vervoersysteem ontwerpen Stel eerst de benodigde capaciteit op een verbinding vast stel eerst de benodigde kwaliteit op een verbinding vast Bepaal eerst de vorm van het netwerk en leg vervolgens de toegangspunten vast bepaal eerst welke de toegangspunten moeten zijn en verbind deze toegangspunten tot een netwerk Het bepalen van de functie van een netwerkschakel gaat vooraf aan het vaststellen van de vorm en de te gebruiken techniek het bepalen van vorm en techniek gaat vooraf aan het vaststellen van de functie van een schakel.

4 Vragen Immers pagina 4 van 6 Vraag 4 Vervoerseconomie A B S C In nevenstaand netwerk stroomt verkeer van herkomst A naar bestemming C (via de schakels AS en SC) en van herkomst B naar bestemming C (via de schakels BS en SC). De pijlen geven de toegelaten rijrichtingen aan op het netwerk. In deze vraag kijken we enkel naar tijdkosten en tolkosten. We stellen derhalve alle andere kosten, zoals bijv. kosten van autobezit en autogebruik, milieukosten, wegbeheer en kosten voor het tolheffingssysteem, gelijk aan nul. De vraagfuncties voor beide relaties AC en BC zijn: q AC qbc VAC = 16 en VBC = De vraagfuncties geven aan hoeveel voertuigen per uur van A naar C willen gaan (of van B naar C) bij bepaalde kosten. In deze functies stellen V de kosten voor (in euro s) van een rit van A naar C, resp. van B naar C. De stromen (uitgedrukt in voertuigen/uur) worden aangegeven door q AC en q BC. De private tijdkosten voor elk van de schakels AS, BS en SC worden gegeven door: x c ( x) = Dat wil zeggen: als er x voertuigen/uur bijvoorbeeld over schakel AS gaan dan ondervindt elk van die x voertuigen een tijdkost van c(x) euro s voor de rit over deze schakel AS. Hetzelfde geldt voor de twee andere schakels. Let op: in dit vraagstuk is er dus sprake van twee markten, elk met hun eigen vraagfunctie! De ene markt is de markt voor verplaatsingen van A naar C, de andere is de markt voor verplaatsingen van B naar C. De markten komen overeen met de twee HB (herkomst-bestemmings) relaties AC en BC. Er is enige interactie, want beide markten maken gebruik van netwerkschakel SC. Vragen: a) Wat verstaat men onder de first-best oplossing bij de beprijzing van een verkeersnetwerk (met meerdere HB-relaties)? b) Beantwoord voor het bovenstaande netwerk de volgende vragen: b1) Bereken de first-best oplossing voor het netwerk. Dat wil zeggen: op welke schakels moet hoeveel tol worden geheven om de first-best oplossing te bereiken? b2) Bereken de welvaartsverbetering voor die first-best oplossing. Hint: Maak bij de berekening gebruik van de symmetrie in het probleem!

5 Vragen Immers pagina 5 van 6 Vraag 5 Verkeersstroomtheorie q C Beschouw een knelpunt veroorzaakt door een oprit op een snelweg met bijgevoegd fundamenteel diagram (zowel voor als na de oprit). Merk op dat de vrije snelheid dus oneindig is. w k Je mag veronderstellen dat invoegend verkeer altijd voorrang neemt op reeds aanwezig snelwegverkeer. De verkeersvraag op de snelweg en oprit is gegeven in bijgaande figuur. Volgende parameters zijn gegeven: C 900 vtg/u I I + w t 1 t 2 t 3 t 4 t 5 t vtg/u 300 vtg/u 10 km/u 1 u 0.5 u 0.5 u 0.5 u 1 u 0.5 u q C C - I I + I 0 t 1 t 2 t 3 t 4 t 5 t 6 Τ snelweg oprit t Gevraagd: a) Hoe lang wordt de file maximaal? Wanneer is alle file opgelost? b) Teken het verloop in x en t van de filevorming. Duid alle verkeerstoestanden die voorkomen aan op je fundamenteel diagram, alsook alle schokgolven. c) Wat is de totale verblijftijd (aantal voertuiguren) in het netwerk (oprit, snelweg voor invoegen, snelweg na invoegen)? d) Wat is de gemiddelde verkeersvraag die het knelpunt te verwerken krijgt? Wat is dus de gemiddelde I/C verhouding?

6 Vragen Immers pagina 6 van 6 e) Stel: we trachten de afwikkeling tijdens de periode T in dit knelpunt te modelleren met een statisch model. We veronderstellen de reistijdfunctie (reistijd per voertuig) voor elk van de drie schakels (oprit, snelweg voor invoegen, snelweg na invoegen) gelijk en in de vorm van een BPR-achtige curve: 4 t 0.15 I = * C De parameter C * van deze BPR-curve mag normaliter niet veel afwijken van de fysieke capaciteit en we kiezen deze dus gelijk aan 900 vtg/u voor de snelwegschakels en 450 vtg/u voor de oprit. Bereken de totale verblijftijd op de drie schakels samen volgens het statische model. f) Hoe verklaar je de overeenkomsten en/of verschillen tussen het statische en dynamische resultaat? Had je dit verwacht? Stel dat de totale verkeersvraag 10% lager zou liggen, hoeveel kleiner zou dan volgens het statische model de totale verblijftijd worden? Denk je dat je met het dynamische model dezelfde gevoeligheid zou krijgen (alleen kwalitatief, geen berekeningen voor het dynamische model)?

7 Vragen Beeldens pagina 1 van 1 Examen H01 I6a: Verkeerskunde - deel Wegenbouwkunde - 20 juni 2008 Tijd: Instructies: uur Start de beantwoording van elk van de 2 vragen op een nieuw blad. Schrijf op elk blad uw naam en het nummer van de vraag. Weet u het antwoord niet op een vraag, lever dan een leeg blad in (wel met uw naam en het nummer van de vraag!) Dit blad met vragen kunt u behouden. Vragen prof. Beeldens Vraag 1: Hoe kan bij het tracé en het ontwerp reeds rekening gehouden worden met de veiligheid van de weggebruiker? Waar dient vooral op gelet te worden bij de keuze van het tracé (lengteprofiel, dwarsprofiel)? Hoe kan de verharding zelf helpen om de veiligheid te optimaliseren? Geef algemeen de verschillende punten weer. Vraag 2: In een stedelijke omgeving wordt een weg aangelegd. In het midden van de weg wordt een busbaan voorzien. Hoe zou je de structuuropbouw van de verschillende delen voorzien (voetpad, weg, busbaan)? Geef de structuur weer vanop de baankoffer tot en met de verharding (betonverharding, asfaltverharding of bestratingen). Maak een duidelijke schets van het dwarsprofiel en bespreek je keuze. Geef aan waarom je dit bepaald materiaal gekozen hebt en wat een eventueel alternatief had kunnen zijn.

8 Oplossingen Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Oplossingen examen Verkeerskunde (H01I6A) Datum: vrijdag 20 juni 2008 Vraag 1 a) De belangrijkste eigenschap is dat de distributiefunctie over het algemeen een dalend verloop met de weerstand vertoont. Bij distributiefuncties voor autoverplaatsingen komt soms een aanvankelijk stijgend en daarna dalend verloop voor. Verder moet een absoluut verschil in weerstand bij grotere weerstanden een kleiner effect hebben (zie vraag b) b) Nadeel van de negatief exponentiele functie is dat eenzelfde absolute toename in weerstand hetzelfde relatieve effect heeft bij lage en hoge weerstanden. Dit is niet plausibel. Een verhoging van de weerstand van 10 naar 20 minuten zal (verhoudingsgewijs) meer invloed hebben op het aantal verplaatsingen dan een verhoging van 120 naar 130 minuten. (Laat dat zien door een negatief-exponentiele functie op te stellen en de waarde van de functie te vergelijken bij een toename van bijv. 10 naar 20 minuten en 120 naar 130 minuten.) c) Distributiefuncties geven het effect aan van de weerstand op de hoeveelheid verplaatsingen. Dat effect is niet hetzelfde voor alle motieven. Bijv bij woon-werk verkeer zal er een minder geprononceerd effect zijn van de weerstand (minder snel dalende functie) dan bij winkelverplaatsingen. Ook bijv recreatief verkeer zal anders op weerstandsveranderingen reageren dan bijv het schoolverkeer. Dus bij voorkeur verschillende distributiefuncties bij verschillende motieven. d) Zie cursustekst hfdst Vraag 2 a) Het algoritme van Dijkstra is terug te vinden in de cursustekst en is in de les behandeld. Een vaag idee over het verloop van het algoritme volstaat niet, dan loopt het bij een complex netwerk zeker fout. Voor het gegeven netwerk zijn in onderstaande tabel de definitieve knooppunten onderstreept. Het laatst definitief gemaakte knooppunt staat in bold. Lege cellen in de tabel hebben het tijdelijke label oneindig. A B C D E

9 Oplossingen A=0 B=5 E=9 C=2 D=4 b) Zie cursustekst c) Zie cursusteks d) Zie cursustekst Vraag 3 De antwoorden op de vragen a, b en c zijn terug te vinden in hoofdstuk 4 van de cursustekst Verkeers- en vervoersystemen. Vraag 4 4a) De first-best oplossing voor een netwerk is die situatie waarbij het totale surplus (gerekend over het hele netwerk en alle HB-relaties) maximaal is. Het totale surplus is gelijk aan de totale baten minus de totale kosten, ofwel gelijk aan de oppervlakte onder de vraagkrommes voor alle HB-relaties (markten) verminderd met de totale tijdkosten op het netwerk. 4b1) We geven een uitgebreide bespreking van dit vraagstuk. Stel q 1 is de stroom van A naar C en q 2 is de stroom van B naar C. We kunnen q 1 en q 2 variëren door tol te heffen op de schakels van het netwerk. We willen nu q 1 en q 2 zodanig instellen dat het totaal surplus maximaal is. We kunnen die optimale q 1 en q 2 instellen door het juiste tolbedrag tol AC (= tol AS + tol SC ) en tol BC (= tol BS + tol SC ) te heffen op de HBrelaties AC en BC. Het totaal surplus S is gelijk aan de totale baten (som van oppervlak onder beide (!) vraagcurves voor de twee HB-relaties) verminderd met de totale kosten op het netwerk (stroom op een schakel maal de tijdkosten op een schakel). We zijn echter niet helemaal vrij in de keuze van q 1 en q 2. Met andere woorden: we moeten een maximalisatieprobleem oplossen onder beperkende voorwaarden. De voorwaarden zijn de volgende: ten eerste moeten de gebruikerskosten op beide HB-relaties gelijk zijn aan de waarde van de vraagfunctie voor de betreffende relatie; ten tweede moet voor alle relaties het 1 e principe van Wardrop gelden. De tweede voorwaarde (principe van Wardrop) speelt echter in het gegeven netwerk geen rol; er is maar 1 route mogelijk, zowel voor HB-relatie AC als voor HB-relatie BC.

10 Oplossingen Het totaal surplus voor dit netwerk is: q1 S = ( 16 z /1000) dz + (16 z /1000) dz q1 * c( q1 ) q2 * c( q2 ) ( q1 + q2 ) * c( q1 + q2 ) 0 q2 0 Dus de opgave luidt: max S( q1, q2 ) q 1 q 2 onder de voorwaarden: V AC = 16 q 1 /1000 = c(q 1 ) + c(q 1 + q 2 ) + tol AC (1) (vraag AC = gebruikerskost AC) V BC = 16 q 2 /1000 = c(q 2 ) + c(q 1 + q 2 ) + tol BC (2) (vraag BC = gebruikerskost BC) Het maximum wordt gevonden door differentiëren van S(q 1, q 2 ) naar q 1 en q 2 en gelijkstelling van de afgeleiden aan nul. Dit leidt tot de volgende twee vergelijkingen in q 1 en q 2 : 16 q 1 /1000 = 2 + 2q 1 / (q 1 + q 2 )/1000 (3) 16 q 2 /1000 = 2 + 2q 2 / (q 1 + q 2 )/1000 (4) Oplossen van 2 vgl met 2 onbekenden (3) en (4) leidt tot q 1 = q 2 = 12000/ vrtg/uur (Symmetrie van het probleem leidt tot een sterke vereenvoudiging van de berekening!) Aan de voorwaarden (1) en (2) wordt voldaan door bij de waarden van q 1 en q 2 de juiste waarden voor tol AC en tol BC te berekenen. We vinden door invulling van q1 en q2 in vergelijkingen (1) en (2): tol AC = tol BC = 36/7 5,14 euro. De vergelijkingen (1), (2), (3) en (4) zijn een uitdrukking van de regel dat om de first-best situatie te bekomen men op elke HB-relatie (markt) een tol moet heffen die gelijk is aan de marginale externe kosten op die relatie. (De marginale externe kosten behorend bij de stromen in de evenwichtssituatie die ontstaat na tolheffing!). Op welke schakels moet de tol geheven worden? Er is een vrijheid om de tol te verdelen over de schakels van de gebruikte routes van een HBrelatie. De bovenberekende tol moet geheven worden over de gehele HB-relatie. Dit kan voor elk netwerk, hoe ingewikkeld het netwerk ook is, altijd bereikt worden door op elke schakel in een gebruikte route van die HB-relatie een tol te heffen gelijk aan de marginale externe kosten op die schakel. De marginale externe kosten op een schakel zijn hier gelijk aan x/1000, waar x de stroom over een schakel is. Toepassing op dit netwerkje geeft tol AS = tol BS = 1,71 euro en tol SC = 3,43 euro. Dat is in elk geval goed. maar in dit bijzondere geval hoeft de tolheffing niet precies zo te zijn, het mag ook anders verdeeld zijn over de schakels. Bijvoorbeeld tol AS = tol BS = 5,14 en tol SC = 0 of: tol AS = tol BS = 1 en tol SC = 4,14 (of een andere verdeling, zolang het totaal op een HB-relatie maar 5,14 euro is). Bij bepaalde (eenvoudige) netwerken (zoals het netwerk in dit vraagstuk) hebben we dus soms nog enige vrijheid in de tolheffing per schakel. Vraag 4b2) De welvaartsverbetering vinden we door vergelijking van het totaal surplus in de first-best situatie (optimale tol) met het totaal surplus in de situatie zonder tol.

11 Oplossingen Voor de situatie zonder tol vinden we (door gelijkstelling van de vraag aan de gebruikerskosten): q 1 = q 2 = 3000 en tijdkosten schakels AS en BS 5 euro en tijdkosten schakel SC is 8 euro. Voor de first-best situatie vonden we hierboven: q1 = q2 = Hierbij zijn tijdkosten AS en BS 3,71 euro en tijdkosten schakel SC is 5,43 euro. Invulling in de formule voor het totaal surplus S geeft: Totaal surplus (zonder tol) = totale baten over de twee HB-relaties(!) tijdkosten = * * * * 8 = 9000 Totaal surplus (met tol) = totale baten over de twee HB-relaties(!) tijdkosten = * * 3, * 3, * 5,43 = De welvaartsverbetering is dus = euro/uur Er is nog een andere manier om de welvaartsverbetering te vinden, namelijk door de welvaartsverandering voor alle partijen (en voor de 2 HB-relaties!) te berekenen en dan het saldo te nemen. We berekenen daartoe de kosten en baten van de automobilisten voor en na de tolheffing. De baten voor de automobilisten die blijven rijden veranderen niet (zelfde oppervlak onder vraagfunctie) maar hun kosten nemen toe want het tolbedrag is hoger dan de tijdwinst (uitgedrukt in euro s) die ze boeken. Ook de automobilisten die afhaken verliezen erop. Weliswaar besparen ze de kosten van de autorit, maar de verloren baten zijn hoger (logisch want anders zouden ze de rit helemaal niet gemaakt hebben, toen er nog geen tol was). Bij uitwerking (doe dat eens ter oefening!) vinden we: Afname welvaart automob die blijven rijden (2 HB-relaties) = euro Afname welvaart automob die niet meer rijden door tolheffing (2 HB-relaties) = euro Toename welvaart overheid (tolinkomst) = (hoe tol ook over schakels is verdeeld) Toename welvaart samenleving = = euro/uur (zelfde uitkomst als boven).

12 Oplossingen Vraag 5 C snelweg q C x C C I + C - I C I + C t C - I C I + w 1 L max w v 1 k - k + k j k t 1 t 2 t 3 t 4 t 5 t 6 a) Men vindt eenvoudig in het fundamenteel diagram: k j = 90 vtg/km; k - = 20 vtg/km; k + = 30 vtg/km; w 1 = 10/3 km/u; v 1 = 20 km/u Τ t De capaciteit C snelweg die nadat de oprit zijn deel ingenomen heeft nog over is voor verkeer op de snelweg is aangegeven in bovenstaande figuur. Men verkrijgt hoger getoond x-t diagram. Toevallig komt telkens met het snijpunt van schokgolven een verandering van de verkeersvraag op de snelweg overeen, wat de figuur sterk vereenvoudigt. b) L max = 10 km, waardoor de file, die vanaf het eind van t 5 oplost met snelheid v1=20km/u, een half uur later opgelost is; dit komt toevallig precies overeen met het eind van interval t 6 en dus lost de file op tegen het eind van interval T. c) Door de oneindige vrije snelheid is de verblijftijd op de oprit en in het knelpunt zelf (= snelweg na de oprit) waar geen file optreedt gelijk aan 0. Blijft over het filegebied, waar de totale verblijftijd = k ds. Deze integraal S valt uiteen in 3 gebieden met homogene dichtheid: + + TTS = k Opp ( ) + k Opp ( ) + k Opp ( ) * 5 1.5*10 = *1.5* = 600vtg u d) Gemiddelde verkeersvraag = integraal van de opgegeven intensiteiten over de tijd / periode T = 900 vtg/u gemiddelde I/C = 1 Dit is geen toeval uiteraard nadat bleek dat er file stond precies vanaf de start tot het eind van interval T; het knelpunt is dus gemiddeld precies aan capaciteit belast, zij het met perioden van overbelasting en rustiger periodes afgewisseld.

13 Oplossingen e) Voor de 3 schakels i in het statische model berekenen we de gemiddelde intensiteit in T en berekenen we de totale verblijftijd als het aantal voertuigen N i * verblijftijd per voertuig: ( i ) ε + 1 ε ε i I i αt I i α * * * ε i i i stat I TTSi = Niα = I T = C C C De totale verblijftijd is dan: TTS = TTS + TTS + TTS oprit snelweg knelpunt stat stat stat stat met α = 0.15; ε = 4 = = 654vtg u f) De benadering van de dynamische TTS is verrassend goed (binnen de 10%). Echter, dit is eerder een gelukstreffer door goede calibratie, want de statische TTS is afhankelijk van een aantal vrij arbitraire parameters: de periode T, de parameters α (=0.15) en ε (=4) van de BPR-curve en de rekenwaarden van de capaciteiten C *. Dit blijkt pas goed bij de gevoeligheidsanalyse. De TTS stat voor een 10% lagere vraag vinden we door de eerder berekende TTS stat te vermenigvuldigen met (want de TTS is evenredig met I 5 ) en wordt dus 430 vtgu. In het dynamische model is vrijwel elke overbelasting weg (slechts heel kortstondige filevorming tijdens t 3 ) en valt de TTS terug op een heel kleine waarde en niet tot 66% zoals het statische model suggereert. De gevoeligheid van het statische model is dus totaal verschillend (en fout), waardoor het model (dat nochtans goed gecalibreerd was!) voor scenario analyses de facto onbruikbaar wordt. Dit geldt in feite bij uitbreiding ook voor alle statische analyses van sterk door congestie gekenmerkte netwerken. Wees je daarvan bewust als je ooit statische modelresultaten moet interpreteren!

a) Omschrijf in woorden tot welke algemene effecten de introductie van nieuwe transportvoorzieningen leidt. U behoeft het diagram niet te geven.

a) Omschrijf in woorden tot welke algemene effecten de introductie van nieuwe transportvoorzieningen leidt. U behoeft het diagram niet te geven. Examen H111 Verkeerskunde Basis Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Datum: donderdag 5 september 2002 Tijd: 9.00 12.00 uur Instructies: Er zijn 5 vragen; start de beantwoording

Nadere informatie

Examen H 111 Datum: vrijdag 9 juni 2000 Tijd: uur

Examen H 111 Datum: vrijdag 9 juni 2000 Tijd: uur Examen H 111 Datum: vrijdag 9 juni 2000 Tijd: 10.00 13.00 uur Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Instructies: Er zijn 5 vragen; Start de beantwoording van elk van de 5 vragen

Nadere informatie

Examen H111. Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde. Verkeerskunde Basis. Datum: vrijdag 7 juni 2002 Tijd: 9.00 12.

Examen H111. Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde. Verkeerskunde Basis. Datum: vrijdag 7 juni 2002 Tijd: 9.00 12. Examen H111 Verkeerskunde Basis Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Datum: vrijdag 7 juni 2002 Tijd: 9.00 12.00 uur Instructies: Er zijn 5 vragen; start de beantwoording van

Nadere informatie

Examen Verkeerskunde (H01I6A) en Verkeerskunde Basis (H0111B)

Examen Verkeerskunde (H01I6A) en Verkeerskunde Basis (H0111B) Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Examen Verkeerskunde (H01I6A) en Verkeerskunde Basis (H0111B) Datum: woensdag 23 augustus 2006 Tijd: 9.00 11.00 uur: Verkeerskunde Basis

Nadere informatie

Examen H111 Verkeerskunde Basis

Examen H111 Verkeerskunde Basis pagina 1 van 5 Examen H111 Verkeerskunde Basis Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Datum: donderdag 30 augustus 2001 Tijd: 8u30 11u30 Instructies: Er zijn 5 vragen; start de

Nadere informatie

Examen Verkeerskunde (H01I6A) Vragen prof. Tampère. Datum: vrijdag 28 aug 2015

Examen Verkeerskunde (H01I6A) Vragen prof. Tampère. Datum: vrijdag 28 aug 2015 Examen Verkeerskunde (H01I6A) KU Leuven, CIB / Verkeer & Infrastructuur Datum: vrijdag 28 aug 2015 Tijd: Instructies: 9.00-13.00 uur o prof. Tampère: 3 vragen, van 9.00 tot 12.00 uur, gesloten boek o prof.

Nadere informatie

Alle wegen zijn één-richtingswegen; de pijlen geven de enige toegestane richting aan op de schakels.

Alle wegen zijn één-richtingswegen; de pijlen geven de enige toegestane richting aan op de schakels. 1/16 Examen Verkeerskunde (H01I6A) Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur Datum: dinsdag 16 juni 2009 Tijd: Instructies: 9.00 13.00 uur Er zijn 4 vragen over

Nadere informatie

Dit tentamen bestaat uit 6 vragen. Voor elke vraag zijn 10 punten te behalen. Het tentamencijfer is 1+ [aantal punten]/60.

Dit tentamen bestaat uit 6 vragen. Voor elke vraag zijn 10 punten te behalen. Het tentamencijfer is 1+ [aantal punten]/60. Tentamen AutoMobility 3 juli 14:00-17:00 Dit tentamen bestaat uit 6 vragen. Voor elke vraag zijn 10 punten te behalen. Het tentamencijfer is 1+ [aantal punten]/60. VRAAG 1: A13/A16 (Normering 1a: 2, 1b:2,

Nadere informatie

uur met een uitloop naar uiterlijk uur

uur met een uitloop naar uiterlijk uur 1 Examen Verkeerskunde (H01I6A) Vragen prof. Immers Datum: vrijdag 11 juni 2010 Tijd: Instructies: Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur Gesloten boek 15.00-18.00

Nadere informatie

3200 = 40 = 30,5 vtg/km 4200

3200 = 40 = 30,5 vtg/km 4200 1 CONGESTIE EN SCHOKGOLVEN 1.1 Ongeluk op de snelweg a) Twee rijstroken, dus k cap = 2*20 =40 vtg/km. Intensiteit: 3200 vtg/uur. Capaciteit: 2*2100= 4200 vtg/uur. Dus de dichtheid is: 3200 k A1 = 40 =

Nadere informatie

Examen Verkeerskunde (H01I6A)

Examen Verkeerskunde (H01I6A) Examen Verkeerskunde (H01I6A) Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur Datum: vrijdag 15 juni 2012 Tijd: Instructies: 14.00-18.00 uur Er zijn 3 vragen over

Nadere informatie

Het ritdistributiemodel

Het ritdistributiemodel Het ritdistributiemodel H01I6A Verkeerskunde basis Ben Immers Traffic and Infrastructure Department of Civil Engineering Faculty of Engineering Katholieke Universiteit Leuven Het klassieke verkeersprognosemodel

Nadere informatie

De hoofdstuknummers in deze bundel corresponderen met de hoofdstukken in het diktaat 1 VERKEERSSTROOMTHEORIE OF: HOE ONTSTAAN FILES?

De hoofdstuknummers in deze bundel corresponderen met de hoofdstukken in het diktaat 1 VERKEERSSTROOMTHEORIE OF: HOE ONTSTAAN FILES? CTB1420 Oefenopgaven Deel 4 - Antwoorden De hoofdstuknummers in deze bundel corresponderen met de hoofdstukken in het diktaat 1 VERKEERSSTROOMTHEORIE OF: HOE ONTSTAAN FILES? 1. Eenheden a) Dichtheid: k,

Nadere informatie

Examen Verkeerskunde (H01I6A) Vragen prof. Immers. Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur

Examen Verkeerskunde (H01I6A) Vragen prof. Immers. Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur Examen Verkeerskunde (H01I6A) Datum: dinsdag 25 augustus 2009 Tijd: Instructies: 9.00 13.00 uur Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur Er zijn 4 vragen (5

Nadere informatie

Transparantie in dynamische modellen voor wegverkeer

Transparantie in dynamische modellen voor wegverkeer Transparantie in dynamische modellen voor wegverkeer A model should be as simple as possible, but not simpler... (A. Einstein) PLATOS2011, 3/8/11 Dr. Hans van Lint Prof. Dr. Serge Hoogendoorn Delft University

Nadere informatie

Wiskunde 2 september 2008 versie 1-1 - Dit is een greep (combinatie) van 3 uit 32. De volgorde is niet van belang omdat de drie

Wiskunde 2 september 2008 versie 1-1 - Dit is een greep (combinatie) van 3 uit 32. De volgorde is niet van belang omdat de drie Wiskunde 2 september 2008 versie 1-1 - Op hoeveel verschillende manieren kun je drie zwarte pionnen verdelen over de 32 zwarte velden van een schaakbord? (Neem aan dat op elk veld hooguit één pion staat.)

Nadere informatie

Universiteit Utrecht Departement Informatica

Universiteit Utrecht Departement Informatica Universiteit Utrecht Departement Informatica Uitwerking Tussentoets Optimalisering 20 december 206 Opgave. Beschouw het volgende lineair programmeringsprobleem: (P) Minimaliseer z = x 2x 2 + x 3 2x 4 o.v.

Nadere informatie

25/02/2016. STAP 2 Distributie. STAP 1 Ritgeneratie (en tijdstipkeuze) STAP 3 Vervoerwijzekeuze. STAP 4 Toedeling. Resultaten.

25/02/2016. STAP 2 Distributie. STAP 1 Ritgeneratie (en tijdstipkeuze) STAP 3 Vervoerwijzekeuze. STAP 4 Toedeling. Resultaten. STAP 1 (en tijdstip) Hoeveel mensen zullen er vertrekken en aankomen in een bepaalde periode (spitsuur) Aantal vertrekken (productie) = aantal aankomsten (attractie) per motief STAP 2 Bepalen van aantal

Nadere informatie

Machten, exponenten en logaritmen

Machten, exponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Macht, eponent en grondtal Eponenten en logaritmen hebben alles met machtsverheffen te maken. Een macht als 4 is niets anders dan de herhaalde

Nadere informatie

STAQ in HAAGLANDEN. PLATOS 11 maart 2015. Beeld plaatsen ter grootte van dit kader. Bastiaan Possel

STAQ in HAAGLANDEN. PLATOS 11 maart 2015. Beeld plaatsen ter grootte van dit kader. Bastiaan Possel STAQ in HAAGLANDEN Beeld plaatsen ter grootte van dit kader PLATOS 11 maart 2015 Bastiaan Possel 2 Introductie Bastiaan Possel Adviseur Verkeersprognoses bij het team Verkeersprognoses (20 medewerkers)

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld.

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Wiskunde juli 2009 Laatste aanpassing: 29 juli 2009. Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Vraag 1 Wat is de top van deze parabool 2 2. Vraag

Nadere informatie

Snelle glijbanen. Masterclass VWO-leerlingen juni Emiel van Elderen en Joost de Groot NWD Faculteit EWI, Toegepaste Wiskunde

Snelle glijbanen. Masterclass VWO-leerlingen juni Emiel van Elderen en Joost de Groot NWD Faculteit EWI, Toegepaste Wiskunde Masterclass VWO-leerlingen juni 2008 Snelle glijbanen Emiel van Elderen en Joost de Groot NWD 2009 1 Technische Universiteit Delft Probleemstelling Gegeven: een punt A(0,a) en een punt B(b, 0) met a 0.

Nadere informatie

Doorstromingsstudie Weefzone R1 binnenring tussen Antwerpen-Oost en Antwerpen-Zuid Microsimulatie belijningsmaatregelen

Doorstromingsstudie Weefzone R1 binnenring tussen Antwerpen-Oost en Antwerpen-Zuid Microsimulatie belijningsmaatregelen Doorstromingsstudie Weefzone R1 binnenring tussen Antwerpen-Oost en Antwerpen-Zuid Microsimulatie belijningsmaatregelen Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Anna Bijnsgebouw Lange

Nadere informatie

y 2a 4b x x 5x 3x 15 8 Voorbeeld 1 Gegeven zijn de formules y 3x 2a 4b Druk y uit in x. Schrijf je antwoord zonder haakjes en zo eenvoudig mogelijk.

y 2a 4b x x 5x 3x 15 8 Voorbeeld 1 Gegeven zijn de formules y 3x 2a 4b Druk y uit in x. Schrijf je antwoord zonder haakjes en zo eenvoudig mogelijk. Havo 5 wiskunde A Substitueren en haakjes uitwerken Voorbeeld Gegeven zijn de formules y 2a b en a x 3 en b 3x. Druk y uit in x. Schrijf je antwoord zonder haakjes en zo eenvoudig mogelijk. y 2a b x x

Nadere informatie

Voorbeeld Tentamenvragen Verkeer & Vervoer (Deel Thomas) Ontleend aan deeltoets 1 uit 2014.

Voorbeeld Tentamenvragen Verkeer & Vervoer (Deel Thomas) Ontleend aan deeltoets 1 uit 2014. Voorbeeld Tentamenvragen Verkeer & Vervoer (Deel Thomas) Ontleend aan deeltoets 1 uit 2014. 1. In welk(e) model(len) geclassificeerd naar functie ontbreekt de inductie stap? a. Fundamentele theorie van

Nadere informatie

(iii) Enkel deze bundel afgeven; geen bladen toevoegen, deze worden toch niet gelezen!

(iii) Enkel deze bundel afgeven; geen bladen toevoegen, deze worden toch niet gelezen! Examen Wiskundige Basistechniek, reeks A 12 oktober 2013, 13:30 uur Naam en Voornaam: Lees eerst dit: (i) Naam en voornaam hierboven invullen. (ii) Nietje niet losmaken. (iii) Enkel deze bundel afgeven;

Nadere informatie

Respons van een voertuig bij passage over een verkeersdrempel

Respons van een voertuig bij passage over een verkeersdrempel Respons van een voertuig bij passage over een verkeersdrempel G. Lombaert en G. Degrande. Departement Burgerlijke Bouwkunde, K.U.Leuven, Kasteelpark Arenberg 40, B-3001 Leuven 1 Formulering van het probleem

Nadere informatie

Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 9: Overzichtsgrafieken indicatoren Scenario s zonder exploitatievarianten

Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 9: Overzichtsgrafieken indicatoren Scenario s zonder exploitatievarianten Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 9: Overzichtsgrafieken indicatoren Scenario s zonder en Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Anna Bijnsgebouw

Nadere informatie

Normering en schaallengte

Normering en schaallengte Bron: www.citogroep.nl Welk cijfer krijg ik met mijn score? Als je weet welke score je ongeveer hebt gehaald, weet je nog niet welk cijfer je hebt. Voor het merendeel van de scores wordt het cijfer bepaald

Nadere informatie

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 1.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 6x + 28 = 30 10x +10x +10x 16x + 28 = 30-28 -28 16x = 2 :16 :16 x = 2 1 16 8 Stappenplan: 1) Zorg dat alles met x links van het = teken komt te staan;

Nadere informatie

14 maart 2012 Luc Wismans Luuk Brederode Michiel Bliemer Erik-Sander Smits Mark Raadsen

14 maart 2012 Luc Wismans Luuk Brederode Michiel Bliemer Erik-Sander Smits Mark Raadsen Quasi-dynamisch versus waargenomen, statisch en dynamisch 14 maart 2012 Luc Wismans Luuk Brederode Michiel Bliemer Erik-Sander Smits Mark Raadsen Toedeling Een kostenberekening (onderdeel van de toedeling)

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie juli 2008) Rationale functies. Inleiding Functies als f : 5 5, f 2 : 2 3 + 2 f 3 : 32 + 7 4 en f 4 :

Nadere informatie

Verbanden en functies

Verbanden en functies Verbanden en functies 0. voorkennis Stelsels vergelijkingen Je kunt een stelsel van twee lineaire vergelijkingen met twee variabelen oplossen. De oplossing van het stelsel is het snijpunt van twee lijnen.

Nadere informatie

Compex wiskunde A1 vwo 2006-I

Compex wiskunde A1 vwo 2006-I Beschuit Gewone beschuiten worden verkocht in beschuitrollen van 13 stuks. Een gewone beschuit weegt gemiddeld 8,0 gram. Er zijn ook grotere, zogeheten Twentsche beschuiten die worden verkocht in zakken

Nadere informatie

Examen Verkeerskunde (H01I6A)

Examen Verkeerskunde (H01I6A) pag 1 van 7 Katholieke Universiteit Leuven Examen Verkeerskunde (H01I6) Datum: Instructies: vrijdag 17 juni 2011, 14.00 18.00 uur Er zijn 5 vragen over het gedeelte van het vak gedoceerd door prof. Immers.

Nadere informatie

Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1

Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1 Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1 Datum: 16 september 2009 Tijd: 10:45 12:45 (120 minuten) Het gebruik van een rekenmachine is niet toegestaan. Deze toets telt 8 opgaven en een bonusopgave Werk systematisch

Nadere informatie

Notitie. Figuur 1 Ontwikkellocaties Graft-De Rijp. Referentienummer Datum Kenmerk GM oktober

Notitie. Figuur 1 Ontwikkellocaties Graft-De Rijp. Referentienummer Datum Kenmerk GM oktober Notitie Datum Kenmerk GM-0145648 29 oktober 2014 338837 Betreft Quick scan verkeer (4 ontwikkellocaties Graft-De Rijp) 1 Inleiding Met de verhuizing van 4 scholen in Graft-De Rijp naar de nieuw te bouwen

Nadere informatie

Basiskennistoets wiskunde

Basiskennistoets wiskunde Lkr.: R. De Wever Geen rekendoos toegelaten Basiskennistoets wiskunde Klas: 6 WEWI 1 september 015 0 Vraag 1: Een lokaal extremum (minimum of maximum) wordt bereikt door een functie wanneer de eerste afgeleide

Nadere informatie

****** Deel theorie. Opgave 1

****** Deel theorie. Opgave 1 HIR - Theor **** IN DRUKLETTERS: NAAM.... VOORNAAM... Opleidingsfase en OPLEIDING... ****** EXAMEN CONCEPTUELE NATUURKUNDE MET TECHNISCHE TOEPASSINGEN Deel theorie Algemene instructies: Naam vooraf rechtsbovenaan

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 008 Algebraïsch rekenen (versie 7 juni 008) Inleiding In deze module worden een aantal basisrekentechnieken herhaald. De nadruk ligt vooral op het symbolisch rekenen.

Nadere informatie

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 1.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 6x + 28 = 30 10x +10x +10x 16x + 28 = 30-28 -28 16x = 2 :16 :16 x = 2 1 16 8 Stappenplan: 1) Zorg dat alles met x links van het = teken komt te staan;

Nadere informatie

1.1 Rekenen met letters [1]

1.1 Rekenen met letters [1] 1.1 Rekenen met letters [1] Voorbeeld 1: Een kaars heeft een lengte van 30 centimeter. Per uur brand er 6 centimeter van de kaars op. Hieruit volgt de volgende woordformule: Lengte in cm = -6 aantal branduren

Nadere informatie

RECHTEN. 1. Vul in met of. co(a) = (-2,3) a y = -2x + 1 A a want 3-2.(-2)+3 co(a) = (4,1) a 3x -5y -2 = 0 A a want

RECHTEN. 1. Vul in met of. co(a) = (-2,3) a y = -2x + 1 A a want 3-2.(-2)+3 co(a) = (4,1) a 3x -5y -2 = 0 A a want ANALYTISCHE MEETKUNDE: HERHALING DERDE JAAR OEFENINGEN Lees eerst de formules op het andere blad, en los vervolgens de oefeningen van het bijbehorende deel op. Wanneer je alles hebt opgelost, maak je de

Nadere informatie

Hieronder zie je hoe dat gaat. Opgave 3. Tel het aantal routes in de volgende onvolledige roosters van linksboven naar rechtsonder.

Hieronder zie je hoe dat gaat. Opgave 3. Tel het aantal routes in de volgende onvolledige roosters van linksboven naar rechtsonder. Groepsopdracht 1: Volledige en onvolledige roosters Voor een volledig rooster kun je de driehoek van Pascal gebruiken om te weten te komen hoeveel routes er van A naar B zijn. Bij onvolledige roosters

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 - de afgeleide functie

Hoofdstuk 6 - de afgeleide functie Hoofdstuk 6 - de afgeleide functie 0. voorkennis Het differentiequotiënt Het differentiequotiënt van y op de gemiddelde verandering van y op [ ] is: A B de richtingscoëfficiënt (ook wel helling) van de

Nadere informatie

Modelleren van de effecten van verkeersflucaties voor DVM

Modelleren van de effecten van verkeersflucaties voor DVM Modelleren van de effecten van verkeersflucaties voor DVM Ir. S.C. Calvert PLATOS 2016 Bron: NTR Bron: TU Delft Verkeersfluctuaties Dynamisch VerkeersManagement (DVM) Model aanpak Case-study Meerwaarde

Nadere informatie

Oefeningentoets Differentiaalvergelijkingen, deel 1 dinsdag 6 november 2018 in lokaal 200M van 16:00 tot 18:00u

Oefeningentoets Differentiaalvergelijkingen, deel 1 dinsdag 6 november 2018 in lokaal 200M van 16:00 tot 18:00u Oefeningentoets Differentiaalvergelijkingen, deel 1 dinsdag 6 november 2018 in lokaal 200M 00.07 van 16:00 tot 18:00u Beste student, Deze oefeningentoets bevat twee oefeningen betreffende het tweede deel

Nadere informatie

Overgangsverschijnselen

Overgangsverschijnselen Hoofdstuk 5 Overgangsverschijnselen Doelstellingen 1. Overgangsverschijnselen van RC en RL ketens kunnen uitleggen waarbij de wiskundige afleiding van ondergeschikt belang is Als we een condensator of

Nadere informatie

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a Samenvatting wiskunde h4 hoofdstuk 3 en 6, h5 hoofdstuk 4 en 6 Hoofdstuk 3 Voorkennis Bij het rekenen met machten gelden de volgende rekenregels: - Bij een vermenigvuldiging van twee machten met hetzelfde

Nadere informatie

Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen.

Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen. Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen. Opmerking vooraf. Een netwerk is een structuur die is opgebouwd met pijlen en knooppunten. Bij het opstellen van

Nadere informatie

Het bepalen van een evenwichtstoedeling met behulp van het 1 e principe van Wardrop is equivalent aan het oplossen van een minimaliserings-probleem.

Het bepalen van een evenwichtstoedeling met behulp van het 1 e principe van Wardrop is equivalent aan het oplossen van een minimaliserings-probleem. Exmen Verkeerskunde (H1I6A) Ktholieke Universiteit Leuven Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrstructuur Dtum: dinsdg 2 september 28 Tijd: Instructies: 8.3 12.3 uur Er zijn 4 vrgen over het gedeelte

Nadere informatie

Hogeschool Rotterdam. Voorbeeldexamen Wiskunde A

Hogeschool Rotterdam. Voorbeeldexamen Wiskunde A . Bereken zonder rekenmachine: + d. + 0 + 6 6 6 Hogeschool Rotterdam Voorbeeldeamen Wiskunde A 6 6 Oplossingen. Bereken zonder rekenmachine: + 6 b. + 6 0 + 9. Bereken zonder rekenmachine: 9 9 d.. Een supermarkt

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1,2

Examen VWO. wiskunde B1,2 wiskunde B1,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 13.30 16.30 uur 20 05 Voor dit examen zijn maximaal 88 punten te behalen; het examen bestaat uit 19 vragen.

Nadere informatie

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde A. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Uitwerkingen Mei 2012 Eindexamen VWO Wiskunde A Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek Schroefas Opgave 1. In de figuur trekken we een lijn tussen 2600 tpm op de linkerschaal en

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 20 Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 20) Inhoudsopgave Rationale functies. Inleiding....................................2

Nadere informatie

Module: Ontbrekende schakel in netwerk

Module: Ontbrekende schakel in netwerk Module: Ontbrekende schakel in netwerk Invullen In de onderstaande tabel staat een toelichting op de in te vullen gegevens. Onderdeel Invoervariabelen Investeringen Meerkosten beheer- en onderhoud Reductie

Nadere informatie

1.3 Rekenen met pijlen

1.3 Rekenen met pijlen 14 Getallen 1.3 Rekenen met pijlen 1.3.1 Het optellen van pijlen Jeweetnuwatdegetallenlijnisendat0nochpositiefnochnegatiefis. Wezullen nu een soort rekenen met pijlen gaan invoeren. We spreken af dat bij

Nadere informatie

Tent. Elektriciteitsvoorziening I / ET 2105

Tent. Elektriciteitsvoorziening I / ET 2105 Tent. Elektriciteitsvoorziening I / ET 2105 Datum: 24 januari 2011 Tijd: Schrijf op elk blad uw naam en studienummer Begin elke nieuwe opgave op een nieuw blad De uitwerkingen van het tentamen worden na

Nadere informatie

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1]

1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1] 1.1 Tweedegraadsvergelijkingen [1] Er zijn vier soorten tweedegraadsvergelijkingen: 1. ax 2 + bx = 0 (Haal de x buiten de haakjes) Voorbeeld 1: 3x 2 + 6x = 0 3x(x + 2) = 0 3x = 0 x + 2 = 0 x = 0 x = -2

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde A1,2

Examen HAVO. Wiskunde A1,2 Wiskunde A1,2 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 25 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een

Nadere informatie

Universiteit Utrecht Betafaculteit. Examen Discrete Wiskunde II op donderdag 6 juli 2017, uur.

Universiteit Utrecht Betafaculteit. Examen Discrete Wiskunde II op donderdag 6 juli 2017, uur. Universiteit Utrecht Betafaculteit Examen Discrete Wiskunde II op donderdag 6 juli 2017, 13.30-16.30 uur. De opgaven dienen duidelijk uitgewerkt te zijn en netjes ingeleverd te worden. Schrijf op elk ingeleverd

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2

Examen VWO. wiskunde A1,2 wiskunde A1,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 1 juni 13.3 16.3 uur 2 6 Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te behalen; het examen bestaat uit 2 vragen. Voor

Nadere informatie

(Bijdragenr. 82) Dynamisch voetgangersmodel

(Bijdragenr. 82) Dynamisch voetgangersmodel (Bijdragenr. 82) Dynamisch voetgangersmodel Willem J. Mak Teun Immerman (Vialis bv) 1. Waarom voetgangersmodellen Door de komst van de microsimulatiemodellen is het al een aantal jaren mogelijk om complexe

Nadere informatie

Real-time verkeersmodellen Overzicht, structuur en voorbeelden

Real-time verkeersmodellen Overzicht, structuur en voorbeelden Real-time verkeersmodellen Overzicht, structuur en voorbeelden Dr. Hans van Lint, Transport & Planning, Civiele Techniek 3/24/09 Delft University of Technology Challenge the future Overzicht Real-time

Nadere informatie

Foutenberekeningen. Inhoudsopgave

Foutenberekeningen. Inhoudsopgave Inhoudsopgave Leerdoelen :... 3 1. Inleiding.... 4 2. De absolute fout... 5 3. De KOW-methode... 7 4. Grootheden optellen of aftrekken.... 8 5. De relatieve fout...10 6. grootheden vermenigvuldigen en

Nadere informatie

Examen Discrete Wiskunde donderdag 12 april, 2018

Examen Discrete Wiskunde donderdag 12 april, 2018 Examen Discrete Wiskunde 2017-2018 donderdag 12 april, 2018 De opgaven dienen duidelijk uitgewerkt te zijn en netjes ingeleverd te worden. Gebruik hiervoor de ruimte onder de vraag; er is in principe genoeg

Nadere informatie

Evaluatie spitsstrook E34-E313

Evaluatie spitsstrook E34-E313 Evaluatie spitsstrook E34-E313 Dr. Stefaan Hoornaert (Vlaams Verkeerscentrum) 11-13/09/2013 start: 21 14 13 10 86 415 12 11 97 53 sec Probleemstelling Evaluatie spitsstrook E34-E313 slide 1/11 Knelpunt

Nadere informatie

Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op 15 september 2014: algemene feedback

Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op 15 september 2014: algemene feedback IJkingstoets 5 september 04 - reeks - p. /0 Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op 5 september 04: algemene feedback In totaal namen 5 studenten deel aan deze ijkingstoets industrieel

Nadere informatie

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica september 2018: algemene feedback

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica september 2018: algemene feedback IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica september 8 - reeks - p. IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica september 8: algemene feedback Positionering ten opzichte van andere deelnemers In totaal namen

Nadere informatie

Module: Aanpassing kruispunt

Module: Aanpassing kruispunt Module: Aanpassing kruispunt Invullen van de tool In de onderstaande tabel staat een toelichting op de in te vullen gegevens. Onderdeel Invoervariabelen Meerkosten beheer- en onderhoud Reductie reistijd

Nadere informatie

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters Maerlant College Brielle 5 oktober 2009 c Swier Garst - RGO Middelharnis 2 Inhoudsopgave Rekenen met gehele getallen 7. De gehele getallen.....................................

Nadere informatie

Het verkeerstoedelingsmodel H01I6A Verkeerskunde basis

Het verkeerstoedelingsmodel H01I6A Verkeerskunde basis Het verkeerstoedelingsmodel H0I6A Verkeerskunde basis Ben Immers Traffic and Infrastructure Department of Civil Engineering Faculty of Engineering Katholieke Universiteit Leuven Het klassieke verkeersprognosemodel

Nadere informatie

Simulatie op het spoor ProRail Vervoer en Dienstregeling. Dick Middelkoop

Simulatie op het spoor ProRail Vervoer en Dienstregeling. Dick Middelkoop Simulatie op het spoor ProRail Vervoer en Dienstregeling Dick Middelkoop 2 december 2010 Master of Business in Rail systems - 7 mei 2009 Dienstregelingsontwerp en Treindienstsimulatie Agenda Introductie

Nadere informatie

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275 Open Inhoud Universiteit Appendix B Wiskunde voor milieuwetenschappen Werken met eenheden Introductie 275 Leerkern 275 1 Grootheden en eenheden 275 2 SI-eenhedenstelsel 275 3 Tekenen en grafieken 276 4

Nadere informatie

Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide

Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide Hoofdstuk 13 Toepassingen vd differentiaalrekening (V5 Wis A) Pagina 1 van 7 Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide Differentiëren van e-machten en logaritmen f() = e f () = e f() = ln() f () =

Nadere informatie

Reeksnr.: Naam: t 2. arcsin x f(t) = 2 dx. 1 x

Reeksnr.: Naam: t 2. arcsin x f(t) = 2 dx. 1 x Calculus, 4//4. Gegeven de reële functie ft) met als voorschrift t arcsin x ft) = dx x a) Geef het domein van de functie ft). Op dit domein, bespreek waar de functie stijgt, daalt en bepaal de lokale extrema.

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect september 2018: feedback deel wiskunde

IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect september 2018: feedback deel wiskunde IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect september 8: feedback deel wiskunde Positionering ten opzichte van andere deelnemers In totaal namen 5 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur-architect

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect september 2018: feedback deel wiskunde

IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect september 2018: feedback deel wiskunde IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect september 8: feedback deel wiskunde Positionering ten opzichte van andere deelnemers In totaal namen 5 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur-architect

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B1

Examen HAVO. wiskunde B1 wiskunde B Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak Donderdag 3 juni 3.30 6.30 uur 20 04 Voor dit examen zijn maximaal 8 punten te behalen; het examen bestaat uit 2 vragen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. 3.0 Voorkennis y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. y = -4x + 8 kan herschreven worden als y + 4x = 8 Dit is een lineaire vergelijking met twee variabelen. Als je

Nadere informatie

Verzameling oud-examenvragen

Verzameling oud-examenvragen Verzameling oud-examenvragen Achim Vandierendonck Vraag 1 (6 punten) Beschouw een zeer goede thermische geleider (k ) in de vorm van een cilinder met lengte L en straal a 1. Rond deze geleider zit een

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Minimum-Maimumproblemen (versie 11 augustus 2008) Inleiding In heel wat vraagstukken gaan we op zoek naar het maimum of het minimum van een zekere grootheid.

Nadere informatie

Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 Deze oefening heeft als doel vertrouwd te raken met het integreren van de diverse betrekkingen die er bestaan tussen de belasting en uiteindelijk de verplaatsing:

Nadere informatie

'foto bereikbaarheid 2016' hoe, wat en waarom

'foto bereikbaarheid 2016' hoe, wat en waarom Foto bereikbaarheid 2016 hoe, wat en waarom pagina 1 Foto Bereikbaarheid 2016 Algemeen over aanleiding en aanpak Bronnen Resultaat verder ingezoomd Voorbeelden Hoe verder pagina 2 Algemeen In BB1 stond

Nadere informatie

opdracht 1 opdracht 2. opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen uitwerkingen 1 Versie DD 2014 x y toename

opdracht 1 opdracht 2. opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen uitwerkingen 1 Versie DD 2014 x y toename Algebra Anders Parabolen uitwerkingen 1 Versie DD 014 1 Parabolen herkennen opdracht 1. x - -1 0 1 3 y 4 1 0 1 4 9-3 -1 + 1 + 3 +5 toename tt + + + + a) + b) De toename is steeds een nieuwe rand. De randen

Nadere informatie

Goed op weg met de Mobiliteitsscan? Discussieer mee aan de hand van P+R als voorbeeldmaatregel.

Goed op weg met de Mobiliteitsscan? Discussieer mee aan de hand van P+R als voorbeeldmaatregel. Goed op weg met de Mobiliteitsscan? Discussieer mee aan de hand van P+R als voorbeeldmaatregel. Henk Tromp Hans Voerknecht Dirk Bussche (Henk Tromp en Dirk Bussche zijn werkzaam bij Goudappel Coffeng,

Nadere informatie

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid. 6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid. f(x) = x x Differentiequotiënt van f(x) op [0, 3] = y f (3) f (0) 60 x 30 30 y x 1 Algemeen: Het differentiequotiënt

Nadere informatie

2. Hoelang moet de tweede faze duren om de hoeveelheid zout in de tank op het einde van de eerste faze, op de helft terug te brengen?

2. Hoelang moet de tweede faze duren om de hoeveelheid zout in de tank op het einde van de eerste faze, op de helft terug te brengen? Vraag Een vloeistoftank met onbeperkte capaciteit, bevat aanvankelijk V liter zuiver water. Tijdens de eerste faze stroomt water, dat zout bevat met een concentratie van k kilogram per liter, de tank binnen

Nadere informatie

Transport-, Routing- en Schedulingproblemen. Wi4062TU / Wi487TU / a86g. Uitwerkingen 08-04-2005

Transport-, Routing- en Schedulingproblemen. Wi4062TU / Wi487TU / a86g. Uitwerkingen 08-04-2005 Transport-, Routing- en Schedulingproblemen Wi4062TU / Wi487TU / a86g Uitwerkingen 08-04-2005 1 Transportprobleem Onderdeel a Fabriek 1 kan 120 ton staal fabriceren in 40 uur. Voor fabriek 2 is dit 150

Nadere informatie

Grafieken van veeltermfuncties

Grafieken van veeltermfuncties (HOOFDSTUK 43, uit College Mathematics, door Frank Ayres, Jr. and Philip A. Schmidt, Schaum s Series, McGraw-Hill, New York; dit is de voorbereiding voor een uit te geven Nederlandse vertaling). Grafieken

Nadere informatie

De dynamica van een hertenpopulatie. Verslag 1 Modellen en Simulatie

De dynamica van een hertenpopulatie. Verslag 1 Modellen en Simulatie De dynamica van een hertenpopulatie Verslag Modellen en Simulatie 8 februari 04 Inleiding Om de groei van een populatie te beschrijven, kunnen vele verschillende modellen worden gebruikt, en welke meer

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A, (nieuwe stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 0 03 Tijdvak Inzenden scores Vul de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school in op de optisch

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 19 juni 13.30 16.30 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 85 punten te behalen; het examen bestaat uit

Nadere informatie

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen.

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen. Samenvatting door een scholier 1569 woorden 23 juni 2017 5,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Moderne wiskunde Wiskunde H1 t/m H5 Hoofdstuk 1 Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet

Nadere informatie

Uitwerkingen toets emv

Uitwerkingen toets emv Uitwerkingen toets emv 24 april 2012 1 (a) Bij aanwezigheid van een statische ladingsverdeling ρ(r) wordt het elektrische veld bepaald door E = 1 ρ(r ) 4π r 2 ˆrˆrˆr dτ, V waarin V het volume van de ladingsverdeling,

Nadere informatie

In het Besluit eindexamens h.a.v.o. komen twee artikelen voor die van belang zijn voor de correctie van het schriftelijke werk.

In het Besluit eindexamens h.a.v.o. komen twee artikelen voor die van belang zijn voor de correctie van het schriftelijke werk. COMMISSIE VASTSTELLING OPGAVEN V.W.O. Bindende normen voor de beoordeling van het schriftelijk werk, vastgesteld door de Commissie bedoeld in artikel 24, eerste lid, van het Eindexamenbesluit v.w.o. bij

Nadere informatie

De toekomst voorspeld in de toekomst: files realistisch gemodelleerd

De toekomst voorspeld in de toekomst: files realistisch gemodelleerd De toekomst voorspeld in de toekomst: files realistisch gemodelleerd Maaike Snelder TNO maaike.snelder@tno.nl Jeroen Schrijver TNO jeroen.schrijver@tno.nl Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch

Nadere informatie

Tentamen Inleiding Kansrekening 12 augustus 2010, 10.00 13.00 uur Docent: F. den Hollander

Tentamen Inleiding Kansrekening 12 augustus 2010, 10.00 13.00 uur Docent: F. den Hollander Universiteit Leiden Niels Bohrweg Mathematisch Instituut 333 CA Leiden Tentamen Inleiding Kansrekening augustus,. 3. uur Docent: F. den Hollander Bij dit tentamen is het gebruik van een (grafische) rekenmachine

Nadere informatie

1 Rekenen met gehele getallen

1 Rekenen met gehele getallen 1 Inhoudsopgave 1 Rekenen met gehele getallen... 1.1 De gehele getallen... 1. Optellen... 1. Opgaven... 1. Aftrekken... 1. Opgaven... 1. Vermenigvuldigen... 1. Opgaven... 1.8 Delen... 9 1.9 Opgaven...9

Nadere informatie

R1 Antwerpen-West Microsimulatie belijningsmaatregelen

R1 Antwerpen-West Microsimulatie belijningsmaatregelen Doorstromingsstudie R1 Antwerpen-West Microsimulatie belijningsmaatregelen Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Anna Bijnsgebouw Lange Kievitstraat 111-113 bus 40 2018 Antwerpen COLOFON

Nadere informatie