Proevedossier. Van idee naar product. Naam Deelnemer: periode

Transcriptie

1 Proevedossier van idee naar product Naam Deelnemer: Proeve van bekwaamheid Code studiebelasting opleiding periode Van idee naar product K sbu Goudsmeden N4 1

2 PVB VAN IDEE NAAR PRODUCT Opdracht: De student selecteert een van de aangeboden thema s. Dit thema vormt het uitgangspunt voor een ontwerptraject. - De student onderzoekt het thema en ontwikkelt ideeën/ concepten voor de vormgeving van sieraden en/of gebruiksvoorwerpen. - De student geeft het idee vorm; De student ontwikkelt een voorbeeldsieraad/gebruiksvoorwerp. - De student geeft hier een presentatie over De Proeve examineert kerntaak K0306: Geeft ideeën voor sieraden en gebruiksvoorwerpen vorm (Werkprocessen W1, W2 en W3) Materiaalkeuze: De materiaalkeuze is vrij Betrokken vakrichtingen: Vormgeving [2D&3D] Docenten vormgeving bieden indien gewenst ondersteuning ten aanzien van de ideeontwikkeling, het ontwerptraject, de keuze van materialen en het vervaardigen van een voorbeeldsieraad/object. PGO [praktijk goudsmeden] Docenten PGO kunnen geraadpleegd worden voor advies met betrekking tot uit het ontwerptraject voortkomende mogelijke toe te passen goud en zilversmid technieken en aanverwante materialen. Plaats van uitvoering: Tijdens de lessen in vormgevingslokalen en in vrije werkruimte Werkstukken zoals genoemd in voorbereiding en uitvoering worden op school gemaakt en voorzien van paraaf docent vormgeving. Voorbereiding[en] worden toegevoegd aan portfolio 2

3 Vormgeven Opdracht Van Idee naar Product Naar aanleiding van een thema zoek je naar inspiratie voor een idee ten behoeve van het vervaardigen van een sieraad en/of gebruiksvoorwerp. Je verzamelt informatie over het idee, legt relaties en geeft betekenis aan het idee. Je koppelt je eigen fascinatie aan een groter geheel, zoals de maatschappelijke en culturele context. Tijdens het ontwerptraject en het vormgevingsproces vraag je om feedback van anderen [vakgenoten, deskundigen]. Deze feedback draagt bij aan de reflectie ten aanzien van je methode van onderzoek en de gevonden resultaten. Je verzamelt alle bewijsstukken en geeft hierover een presentatie Tijd: 6x4 klokuren voor ontwerpen, vervaardigen en presenteren. Kies 1 van onderstaande Thema s:

4 Voorbereiding op het examen 1. Oriëntatie op het thema Je onderzoekt dit thema op betekenis en inhoud door minimaal 3 verschillende bronnen te bestuderen. Je selecteert en rubriceert visueel en geschreven bronmateriaal ten behoeve van de oriëntatie op het thema. Je associeert op het thema en legt dit vast in een mindmap. Je gebruikt een beeldanalyseschema om kunsthistorische bronnen te analyseren Je formuleert en beargumenteert een uitgangspunt als start voor beeldend en vormgevend onderzoek. Je stelt sfeerbeelden/ collages samen ter versterking van het geformuleerde uitgangspunt. 2. Ontwerpproces Je experimenteert in materiaal en techniek. Je onderzoekt het thema op beeldende en vormgevende mogelijkheden. Je past beeldende middelen toe [zoals; lijn, vlak, kleur licht vorm compositie ruimte etc. en ook materiaal en hanteringswijze] Je past basisprincipes van beeldende vormgeving toe [zoals; focus, variatie balans, ritme, abstractie, detaillering] om tot een totaalbeeld/ eindconcept/ voorbeeldproduct te komen. Je maakt meerdere alternatieven voor de vormgeving 3. Ontwerp Je vervaardigt één of meerdere voorbeeldproducten van sieraden en/of gebruiksvoorwerpen. Je vervaardigt voorbeeldproducten[en]/eindproduct[en] die als totaal overtuigend en origineel zijn. 4. Voortgangsgesprek[ken]/ feedback Je legt anderen (vakgenoten, deskundigen) duidelijk je aanpak, ideeën en argumenten uit t.b.v. het sieraad en/of gebruiksvoorwerp. Je vraagt hen om feedback en gebruikt dit om je onderzoek te verbeteren. Je bespreekt de voortgang van het ontwerpproces en de ontwerpen met de vakdocent. De op en aanmerkingen en wat je hier mee gedaan hebt noteer je in een gedocumenteerd [digitaal] procesverslag. 4

5 Uitvoering van het examen 5.Portfolio Je verzamelt in het portfolio: Alle werkstukken die je gemaakt hebt voor de oriëntatie op het thema. Alle werkstukken die je gemaakt hebt binnen het ontwerpproces Het procesverslag Het vervaardigde voorbeeldproduct[en]/ eindproduct[en] van een sieraad /gebruiksvoorwerp 6.Presentatie Je presenteert aan beoordelaars en eventueel publiek in 10 minuten een voor jouw leerproces representatieve keuze aan werkstukken uit het portfolio. Je reflecteert daarbij kritisch op je eigen werkproces. De keuze uit je portfolio maak je aan de hand van je procesverslag. Voor het etaleren van je gekozen werkstukken krijg je op de dag van presenteren 30 minuten. Je hebt dit geoefend in voorgaande lesperioden. Planning Het 7 e kwartaal 3 e leerjaar examen voor regulier bol Het 5 e kwartaal 3 e leerjaar examen voor versneld bol -- kwartaal 20--/20-- week 1 introductie, aanbieden thema, plan van aanpak week 2 ontwikkelen week 3 vervaardigen week 4 week 5 Inleveren portfolio week 6 presentatie /examen week 7 Herkansing? week 8 week 9 De uitvoering van de opdrachten vindt plaats in week... t/m week... Het portfolio wordt ingeleverd op een datum en tijdstip worden vastgelegd De presentatie vindt plaats op een datum en tijdstip wordt vastgelegd. Voor deze dag wordt je schriftelijk uitgenodigd. Ook krijg je een dag rooster waarop tijden en namen van de examencommissieleden vermeld staan. 5

6 Inhoud Portfolio Producten: Mindmap Bronmateriaal in verzorgde bundel/map Je geschreven uitgangpunt als start voor beeldend en vormgevend onderzoek. Sfeerbeeld[en]/ collage[s] Beeldanalyse[s] van kunstuiting[en] in relatie tot je thema/uitgangspunt. Experimenten in materiaal en techniek Onderzoek naar beeldende en vormgevende mogelijkheden; schetsen, ruimtelijke studies. Meerdere alternatieven voor de vormgeving van het eindidee/ontwerp/voorbeeldproduct: schetsen en/of ruimtelijke studies Presentatietekening of detailontwerp voorbeeldproduct Procesverslag; Een met foto s/tekeningen gedocumenteerd [digitaal] verslag van het uitgevoerde ontwerptraject waarin je stapsgewijs de ontwikkeling van idee naar product beschrijft. Je noteert in eigen woorden de op en aanmerkingen [feedback] die je gekregen hebt van medestudenten en docent[en] vormgeving. Je beschrijft welke op en aanmerkingen je gebruikt en verwerkt en beargumenteert je keuzes in het verslag. Je reflecteert op eigen werkproces en benoemt verbeterpunten. Inhoud Presentatie Je presenteert een keuze van de werkstukken uit je portfolio aan een commissie bestaande uit 2 docenten vormgeving. Deze werkstukken en jouw mondelinge toelichting geven een overtuigend beeld van het leerproces van het door jou doorlopen ontwerptraject ten aanzien van het gekozen thema. Beoordelen Portfolio en presentatie: Het portfolio en de presentatie wordt onafhankelijk van elkaar beoordeeld door twee docenten vormgeving. Zij beoordelen het beeldende/vormgevende proces en de beeldende/ vormgevende producten en je eindpresentatie volgens de beoordelingscriteria, die te vinden zijn in dit dossier. [pag... ] Bij een onvoldoende portfolio mag je geen presentatie geven. 6

7 PVB keuzedeel verdieping goud en zilversmeden Kerntaak 1: Geeft ideeën voor sieraden en gebruiksvoorwerpen vorm Werkprocessen: 1.1 Onderzoekt het idee 1.2 Geeft het idee vorm 1.3 Geeft het sieraad en/of gebruiksvoorwerp vorm, ontwerpt en presenteert het Omschrijving 1.1 Onderzoekt het idee De beginnend beroepsbeoefenaar zoekt naar inspiratie voor een idee ten behoeve van een sieraad en/of gebruiksvoorwerp. Hij verzamelt informatie over het idee, legt relaties en geeft betekenis aan het idee. Hij koppelt zijn eigen fascinatie aan een groter geheel, zoals de maatschappelijke en culturele context. Hij kiest een aantal aspecten om verder te onderzoeken. Tijdens de onderzoeksfase overlegt hij met anderen (vakgenoten, deskundigen) over het proces van informatieverzameling, de methode van onderzoek en de gevonden resultaten en vraagt hen om feedback. Indien nodig voegt hij op basis van de feedback nog informatie toe, past hij zijn methode aan, of vult de resultaten aan. De onderliggende competenties zijn: Samenwerken en overleggen, Analyseren, Onderzoeken, Leren Resultaat Omschrijving De goudsmid heeft inzicht gekregen in betekenis en inhoud van aangeboden thema/onderwerp. Hij koppelt fascinatie aan een groter geheel en toont vaardigheid in divergent denken. Dit resulteert in veel verschillende ideeën, combinatie van ideeën en originaliteit t.a.v. het gekozen thema. 1.2 Geeft het idee vorm De beginnend beroepsbeoefenaar zoekt naar uitdrukkingsmogelijkheden voor het idee. Hij probeert verschillende uitdrukkingsvormen uit. Hij kiest uitdrukkingsvormen en werkt ze in ruwe vorm uit (bijvoorbeeld schetsen, samples, of andere vormen). De onderliggende competenties zijn: Creëren en innoveren, Vakdeskundigheid toepassen, Leren Resultaat presenteert het Omschrijving Gevisualiseerde concepten die mogelijkheden bieden voor vormgeving en die niet wordt beperkt door praktische afwegingen. 1.3 Geeft het sieraad en/of gebruiksvoorwerp vorm, ontwerpt en De goudsmid/ zilversmid kiest de meest passende uitdrukkingsvorm (of uitdrukkingsvormen) die hij gebruikt voor de vormgeving van het sieraad en/of gebruiksvoorwerp. Dit werkt hij uit in een detailontwerp. Vervolgens maakt hij een voorbeeldproduct. Hij presenteert het product aan de opdrachtgever of als eigen werk. De onderliggende competenties zijn: Presenteren, Vakdeskundigheid toepassen, Materialen en middelen inzetten, Formuleren en rapporteren Resultaat Eén of meerdere voorbeeldsieraden/gebruiksvoorwerpen 7

8 Beoordelingprocedure De kerntaak: Geeft ideeën voor sieraden en gebruiksvoorwerpen vorm wordt beoordeeld op 3 werkprocessen. Werkproces 1: Onderzoekt het idee Werkproces 2: Geeft het idee vorm Werkproces 3: Geeft het sieraad en/of gebruiksvoorwerp vorm, ontwerpt en presenteert het. Werkproces 3 bestaat uit 2 delen: werkproces 3A en werkproces 3B Elk werkproces heeft een aantal beoordelingscriteria. Deze criteria worden beoordeeld met cijfers op een schaal van 1-10 Werkproces 1 wordt beoordeeld op 7 criteria. Voor elk criterium kun je het cijfer 10 halen. Om het eindcijfer voor dit werkproces te bepalen worden alle criteria bij elkaar opgeteld en door 7 gedeeld. Het Werkproces 1 is als Voldoende beoordeeld wanneer je af sluit met een 5,5 gemiddeld. Het Werkproces 2 wordt beoordeeld op 5 criteria. Voor elk criterium kun je het cijfer 10 halen.. Om het eindcijfer voor dit werkproces te bepalen worden alle criteria bij elkaar opgeteld en door 5 gedeeld. Het werkproces 2 is als Voldoende beoordeeld wanneer je afsluit met een 5,5 gemiddeld. Werkproces 3 wordt beoordeeld op 8 criteria. Voor elk criterium kun je het cijfer 10 halen. Om het eindcijfer voor dit werkproces te bepalen worden de criteria voor werkproces 3A bij elkaar opgeteld en door 5 gedeeld en worden de criteria voor werkproces 3B bij elkaar opgeteld en door 3 gedeeld. Het werkproces 3 is als Voldoende beoordeeld wanneer je werkproces 3A en werkproces 3B af sluit met een 5,5 gemiddeld. De beoordeling voldoende voor Werkproces 1, Werkproces 2 en Werkproces 3A is voorwaardelijk voor de presentatie. Twee docenten vormgeving bekijken onafhankelijk van elkaar de verzamelde producten in je portfolio volgens onderstaande procedure: Fase 1: In de 1 e fase vindt het portfolio- assessment plaats. Elke beoordelaar bekijkt en verdiept zich in de producten en de procesbeschrijving in het portfolio. De beoordelaar beoordeelt de werkprocessen 1, 2 en 3A onafhankelijk van de andere beoordelaar volgens de criteria met een cijfer op een schaal van Fase 2: In de 2 e fase vindt een evaluatie plaats om tot een voorwaardelijke beoordeling te komen. De beoordelaars komen op basis van een onderbouwing van de beoordeling tot een gemeenschappelijk oordeel. Fase 3: De voorwaardelijke beoordeling van het portfolio geeft toegang tot een presentatie. Werkproces 1 = V Werkproces 2 = V Werkproces 3A = V Fase 4: De presentatie wordt beoordeeld. De presentatie is een onderdeel van werkproces 3 Fase 5: Het eindoordeel wordt vastgesteld. Werkproces 1 = V Werkproces 2 = V Werkproces 3A = V Werkproces 3B = V Het examen is behaald wanneer alle werkprocessen met een V zijn afgesloten. 8

9 Herkansingen: Voor onderdelen die met een onvoldoende worden beoordeeld, wordt een herkansing aangeboden als je daardoor niet aan de exameneisen kunt voldoen. Beoordelingsystematiek PVB-keuzedeel van Idee naar Product Werkproces 1: Onderzoekt het idee Naam student: Studiejaar: voorbereiding opmerkingen O 3,4,5, V 6,7 RV 7,8 G/ZG 8,9,10 Je brainstormt op thema en benoemt associaties in mindmap/ woordweb Je gebruikt minimaal 3 verschillende bronnen voor het zoeken naar informatie rondom het thema. [Geschreven/visueel] Je selecteert het bronmateriaal, brengt structuur aan in de informatie, legt logische verbanden en onderbouwt hiermee de aspecten die verder zullen worden verdiept Je onderzoekt hoe er uitdrukking wordt gegeven aan het thema binnen de kunsten en analyseert kunstuitingen m.b.v. een beeldanalyse schema Je formuleert een uitgangspunt voor de vormgeving t.a.v. thema/ onderwerp en illustreert dit in de vorm van sfeerbeeld[en]/collage[s] Je beschrijft in het procesverslag het proces van gedachten en ideeën in alle zijpaden en je reflecteert kritisch op het werkproces en eigen handelswijze t.b.v. de voorbereiding voor het ontwerpen van een sieraad/gebruiksvoorwerp. Je verwerkt feedback van vakgenoten en deskundigen in het procesverslag Score = som van cijfers: 7 Cijfer: Voldoende = gemiddelde 5,5 9

10 Werkproces 1 eindoordeel O V Werkproces 2 Geeft het idee vorm Naam Student: Studiejaar: ontwerpproces opmerkingen O 3,4,5 V 6,7 RV 7,8 G/ZG 8,9,10 Je onderzoekt formele, beeldende en vormgevende kwaliteiten die het thema zichtbaar en bespreekbaar maken. Dit resulteert in minimaal 3 schetsbladen met meerdere studies [2D] en ruimtelijke studies [3D] Je toont begrip voor het toepassen van beeldende middelen zoals lijn, vlak, kleur licht vorm compositie ruimte etc. Je toont begrip voor de basisprincipes van de vormgeving. [ focus, variatie balans ritme, abstractie, detaillering] om tot een totaalbeeld voor de vormgeving van een sieraad/gebruiksvoorwerp te komen Je toont durf en experimenteer drang. Je zoekt naar nieuwe mogelijkheden en nieuwe ideeën. Daarbij stelt je de traditionele of gangbare aanpak en zienswijze ter discussie Je experimenteert met een diversiteit aan materialen en technieken. Je toont technisch inzicht en stemt de materialen en technieken af op de uitdrukkingsvormen van het idee. Je beschrijft in het procesverslag het proces van gedachten en ideeën in alle zijpaden en je reflecteert kritisch op het werkproces en eigen handelswijze t.b.v. een ontwikkeltraject voor het ontwerpen van een sieraad/gebruiksvoorwerp. Je verwerkt feedback van vakgenoten en deskundigen Score = som van cijfers: 5 Cijfer: 10

11 Voldoende = gemiddelde 5,5 Werkproces 2 eindoordeel O V Werkproces 3A Geeft het sieraad en/of gebruiksvoorwerp vorm, ontwerpt en presenteert het Naam student: Studiejaar: Uitwerking ontwerp opmerkingen O 3,4,5 In een duidelijke aantrekkelijke tekening laat je details en volledige en nauwkeurige ter zake doende informatie over het vervaardigd product [onderdelen maten en materialen] zien. V 6,7 RV 7,8 G/ZG 8,9,10 Je laat een doordacht ontwerp zien met aantoonbaar inzicht in toegepaste technieken en gekozen materialen precies, gedreven, waar nodig inventief vervaardigd. Je hebt een eigen/eigenzinnig/ origineel concept voor één of meerdere sieraden/gebruiksvoorwerpen uitgewerkt en vervaardigd. Je beschrijft in het procesverslag het proces van gedachten en ideeën in alle zijpaden. Je reflecteert kritisch op werkproces en eigen handelswijze t.b.v. het vervaardigen van het sieraad/gebruiksvoorwerp naar thema. Je verwerkt feedback van vakgenoten en deskundigen Score = som van cijfers: 5 Cijfer: Voldoende = gemiddelde 5,5 Werkproces 3A eindoordeel 0 V 11

12 Voorwaardelijke beoordeling voor presentatie: O V Werkproces 1 Werkproces 2 Werkproces 3A Werkproces 3B Geeft het sieraad en/of gebruiksvoorwerp vorm, ontwerpt en presenteert het + eindpresentatie opmerkingen O 3,4,5 V 6,7 RV 7,8 G/ZG 8,9,10 Je maakt een keuze van werkstukken uit het doorlopen ontwerptraject en etaleert deze in een overzichtelijke aantrekkelijke presentatie Je presenteert eindproduct[en] Je reflecteert op eigen handelswijze, de keuzes die er gemaakt zijn gedurende het ontwerptraject van ontwikkelen en vervaardigen je benoemt verbeterpunten voor de toekomst. Je houdt een goed opgebouwd, aansprekend en met argumenten onderbouwd verhaal en controleert of de boodschap is overgekomen. Je maakt contact met de toehoorders en stemt de stijl van communiceren en de presentatiemiddelen af op de doelgroep. Score: som van cijfers: 3 Cijfer: Voldoende= gemiddelde 5,5 Werkproces 3B eindoordeel O V 12

13 Werkproces 3 [ gemiddelde 3a en 3B] eindoordeel O V Eindbeoordeling: O V Werkproces 1 Werkproces 2 Werkproces 3 [gemiddelde 3A en 3B] 13

14 Tekst rubric als handleiding voor beoordeling Werkproces 1 Onderzoekt het idee Onvoldoende Voldoende 6-7 Ruim Voldoende 7-8 Goed/Zeer Goed Brainstormen De student brainstormt niet/nauwelijks vrij op thema. De student benoemt weinig of geen associaties in mindmap De student brainstormt en associeert vrij op het thema De student benoemt zoveel mogelijk associaties [stap voor stap] in mindmap De student brainstormt en associeert flexibel op thema De student benoemt veel verschillende soorten associaties [reeksen associaties, flexibel kunnen wisselen uit verschillende categorieën] in mindmap De student brainstormt, dissocieert op thema De student benoemt veel verre associaties [vanuit totaal ander perspectief kunnen denken door denksprongen te maken] in mindmap Bronnen gebruiken De student gebruikt minder dan 3 verschillende soorten bronnen voor het zoeken naar informatie rondom het thema. [Geschreven/visueel] De student gebruikt 3 verschillende bronnen voor het zoeken naar informatie rondom het thema. [Geschreven/visueel] De student gebruikt 3-5 verschillende soorten bronnen voor het zoeken naar informatie rondom het thema. [Geschreven/visueel De student gebruikt meer dan 5 verschillende soorten bronnen voor het zoeken naar informatie rondom het thema. [Geschreven/visueel Structureren en logica aanbrengen De student selecteert het bronmateriaal niet. Brengt geen structuur aan in de informatie. Legt weinig of geen logische verbanden. Onderbouwt hiermee niet de aspecten die verder verdiept zouden kunnen worden. De student selecteert enigszins het bronmateriaal. Brengt weinig structuur aan in de informatie. Legt weinig logische verbanden. Onderbouwt hiermee voldoende de aspecten die verder zullen worden verdiept. De student selecteert het bronmateriaal. Brengt structuur aan in de informatie. Legt logische verbanden. Onderbouwt hiermee ruim voldoende de aspecten die verder zullen worden verdiept. De student selecteert uitstekend het bronmateriaal Brengt heldere structuur aan in de informatie Legt logische verbanden Onderbouwt hiermee zeer goed de aspecten die verder zullen worden verdiept. Kunstuitingen onderzoeken De student onderzoekt niet hoe er uitdrukking wordt gegeven aan het thema binnen de kunsten De student analyseert geen kunstuitingen m.b.v. een beeldanalyse schema De student onderzoekt enigszins hoe er uitdrukking wordt gegeven aan het thema binnen de kunsten De student analyseert een beperkt aantal kunstuitingen m.b.v. een beeldanalyse schema De student onderzoekt hoe er uitdrukking wordt gegeven aan het thema binnen de kunsten De student analyseert een diversiteit aan Kunstuitingen m.b.v. een beeldanalyse schema De student onderzoekt overtuigend hoe er uitdrukking wordt gegeven aan het thema binnen de kunsten. Dit onderzoek is breed en met diepgang De student analyseert kunstuitingen m.b.v. een beeldanalyse schema 14

15 Uitgangspunt formuleren en illustreren De student formuleert geen uitgangspunt voor de vormgeving t.a.v. thema/ onderwerp De student illustreert kwalitatief onvoldoende het uitgangspunt in de vorm van sfeerbeeld[en]/ collage[s] De student formuleert een uitgangspunt voor de vormgeving t.a.v. thema/ onderwerp maar onderbouwt dit niet. De student illustreert het uitgangspunt in de vorm van kwalitatief voldoende sfeerbeeld[en]/ collage[s] De student formuleert en onderbouwt een uitgangspunt voor de vormgeving t.a.v. thema/ onderwerp De student illustreert het uitgangspunt in de vorm van kwalitatief ruim voldoende sfeerbeeld[en]/ collage[s] De student formuleert en onderbouwt uitstekend en doordacht een uitgangspunt voor de vormgeving t.a.v. thema/ onderwerp De student illustreert het uitgangspunt in de vorm van kwalitatief goede sfeerbeeld[en]/ collage[s], welke zich in keuzes en uitvoering onderscheiden. Beschrijving van en reflectie op voorbereidingstraject in procesverslag De student documenteert met beschrijving en afbeeldingen minimaal het proces van gedachten en ideeën in alle zijpaden. De student beschrijft vooral handelingen op een concreet uitvoeringsniveau Nauwelijks tot geen kritische reflectie op eigen werkproces en eigen handelswijze t.b.v. de voorbereiding voor het ontwerpen van een sieraad/ gebruiksvoorwerp. De student documenteert met beschrijving en afbeeldingen voldoende het proces van gedachten en ideeën in alle zijpaden. De student benoemt enigszins handelingen en handelswijze op zowel concreet niveau als op de eigen bijsturing. Reflecteert weinig kritisch op eigen werkproces en eigenhandelswijze t.b.v. de voorbereiding voor het ontwerpen van een sieraad/gebruiksvoorwerp. De student documenteert met beschrijving en afbeeldingen ruim voldoende het proces van gedachten en ideeën in alle zijpaden. De student benoemt ruim voldoende handelingen en eigen handelswijze t.a.v. proces en product. Voldoende kritische reflectie op eigen werkproces en eigen handelswijze t.b.v. de voorbereiding voor het ontwerpen van een sieraad/gebruiksvoorwerp. De student documenteert met beschrijving en afbeeldingen uitvoerig het proces van gedachten en ideeën in alle zijpaden. De student benoemt goed handelingen en eigen handelswijze t.a.v. proces en product. Zeer kritische reflectie op eigen werkproces en eigen handelswijze t.b.v. de voorbereiding voor het ontwerpen van een sieraad/ gebruiksvoorwerp. Feedback verwerken De student verwerkt geen feedback van vakgenoten en deskundigen in het procesverslag [Zie procesverslag] De student verwerkt feedback van vakgenoten en deskundigen in het procesverslag maar stuurt het eigen proces niet bij [Zie procesverslag] De student verwerkt feedback van vakgenoten en deskundigen in het procesverslag en noemt mogelijkheden voor bijsturing van het eigen werkproces [Zie procesverslag] De student verwerkt feedback van vakgenoten en deskundigen in het procesverslag en noemt mogelijkheden voor bijsturing van het eigen werkproces en weet verbeterpunten te benoemen [Zie procesverslag] 15

16 Werkproces 2 Geeft het idee vorm Onvoldoende Voldoende 6-7 Ruim Voldoende 7-8 Goed/Zeer Goed De formele beeldende kwaliteiten van het werk [beeldende en vormgevende aspecten] Minder dan 3 schetsbladen met studies [2D] en ruimtelijke studies[3d] De studies laten weinig of geen begrip zien met betrekking tot de toepassing van beeldende aspecten zoals lijn, vlak, kleur licht vorm compositie ruimte etc. De studies laten geen begrip voor de basisprincipes van de vormgeving zien. [focus, variatie balans ritme, abstractie, detaillering] om tot een totaalbeeld van de vormgeving voor een sieraad/gebruiksvoorwerp te komen. De studies laten weinig of geen begrip zien voor hanteringswijze en toepassing van gebruikte materialen en technieken. Minimaal 3 schetsbladen met studies [2D] en ruimtelijke studies[3d] laten enigszins inzicht zien hoe verschillende beeldende aspecten zoals lijn, vlak, kleur licht vorm compositie ruimte etc. toegepast kunnen worden. De studies laten enigszins begrip voor de basisprincipes van de vormgeving zien. [focus, variatie balans ritme, abstractie, detaillering] om tot een totaalbeeld van de vormgeving voor een sieraad/gebruiksvoorwerp te komen. De studies laten enigszins begrip zien voor hanteringswijze en toepassing van gebruikte materialen en technieken Meer dan 3 schetsbladen met studies [2D] en ruimtelijke studies[3d] laten ruim voldoende inzicht zien hoe verschillende beeldende aspecten zoals lijn, vlak, kleur licht vorm compositie ruimte etc. gebruikt en gecombineerd kunnen worden. De studies laten voldoende begrip voor de basisprincipes van de vormgeving zien. [focus, variatie balans ritme, abstractie, detaillering] om tot een totaalbeeld van de vormgeving voor een sieraad/gebruiksvoorwerp te komen. De studies laten ruim voldoende begrip zien voor hanteringswijze en toepassing van gebruikte materialen en technieken. Dit resulteert in een veelheid aan schets-bladen met studies [2D] en ruimtelijke studies [3D]. De studies laten uitstekend inzicht zien hoe verschillende beeldende aspecten zoals lijn, vlak, kleur licht vorm compositie ruimte etc. gebruikt en gecombineerd kunnen worden. De studies laten een grote variatie aan toepassingsmogelijkheden en een uitstekend begrip voor de basisprincipes van de vormgeving zien. [focus, variatie balans, ritme, abstractie, detaillering] om tot een totaalbeeld van de vormgeving voor een sieraad/ gebruiksvoorwerp te komen. De studies laten overtuigend begrip zien voor hanteringswijze en toepassing van gebruikte materialen en technieken Onderzoek naar Innovatieve aspecten De student zoekt weinig of niet naar nieuwe uitdrukkingsmogelijkheden en nieuwe ideeën. Stelt hierbij niet of nauwelijks de traditionele of gangbare aanpak en zienswijze ter discussie. Het onderzoek geeft clichématige oplossingen, er worden uitsluitend vertrouwde en herkenbare mogelijkheden onderzocht. De student zoekt voldoende naar nieuwe uitdrukkingsmogelijkheden en nieuwe ideeën. Stelt hierbij enigszins de traditionele of gangbare aanpak en zienswijze ter discussie. Daarbij zijn allerlei aspecten vooral afzonderlijk en niet in samenhang onderzocht t.a.v.concept/uitgangspunt vormgeving, materiaal, techniek. De student zoekt ruim voldoende naar nieuwe uitdrukkingsmogelijkheden en en nieuwe ideeën. Stelt hierbij voldoende de traditionele of gangbare aanpak en zienswijze ter discussie. Daarbij zijn allerlei aspecten afzonderlijk en enigszins in samenhang onderzocht op vernieuwende mogelijkheden t.a.v. concept/uitgangspunt, vormgeving, materiaal, techniek. De student zoekt overtuigend naar nieuwe uitdrukkingsmogelijk-heden en nieuwe ideeën. Stelt hierbij goed de traditionele of gangbare aanpak en zienswijze ter discussie. Daarbij zijn allerlei aspecten afzonderlijk en in samenhang onderzocht t.a.v. concept/uitgangspunt, vormgeving, materiaal, techniek. 16

17 Materialen en technieken [vaardigheid, experiment] De student experimenteert nauwelijks met verschillende materialen en technieken Toont nauwelijks technisch inzicht en stemt de materialen en technieken niet af op de uitdrukkingsvormen van het idee. De student experimenteert voldoende met weinig verschillende materialen en technieken Toont voldoende technisch inzicht en stemt de materialen en technieken voldoende af op een uitdrukkingsvorm van het idee De student experimenteert ruim voldoende met een diversiteit aan materialen en technieken Toont technisch inzicht en stemt de materialen en technieken af op verschillende uitdrukkingsvormen van het idee De student experimenteert met een diversiteit aan materialen en technieken Toont technisch inzicht en stemt de materialen en technieken af op de verschillende uitdrukkingsvormen van meerdere ideeën Beschrijving van en reflectie op het ontwikkeltraject in procesverslag De student documenteert met beschrijving en afbeeldingen minimaal het proces van gedachten en ideeën in alle zijpaden. De student beschrijft vooral handelingen op een concreet uitvoeringsniveau Nauwelijks tot geen kritische reflectie op eigen werkproces en eigen handelswijze t.b.v. een ontwikkeltraject voor het ontwerpen van een sieraad/gebruiksvoorwerp De student documenteert met beschrijving en afbeeldingen voldoende het proces van gedachten en ideeën in alle zijpaden. De student benoemt enigszins handelingen en handelswijze op zowel concreet niveau als op de eigen bijsturing. Reflecteert weinig kritisch op eigen werkproces en eigen handelswijze t.b.v. een Ontwikkeltraject Voor het ontwerpen van een sieraad/ gebruiksvoorwerp. De student documenteert met beschrijving en afbeeldingen ruim voldoende het proces van gedachten en ideeën in alle zijpaden. De student benoemt ruim voldoende handelingen en eigen handelswijze t.a.v. proces en product. Enigszins kritische reflectie op eigen werkproces en eigen handelswijze t.b.v. een ontwikkeltraject voor het ontwerpen van een sieraad/ gebruiksvoorwerp. De student documenteert met beschrijving en afbeeldingen uitvoerig het proces van gedachten en ideeën in alle zijpaden. De student benoemt goed handelingen en eigen handelswijze t.a.v. bijsturing van het eigen proces en product Zeer kritische reflectie op eigen werkproces en eigen handelswijze t.b.v. een ontwikkeltraject voor het ontwerpen van een sieraad/ Gebruiksvoorwerp. Feedback verwerken De student gebruikt feedback nauwelijks in de werkproces. Verwerkt weinig tot geen feedback van vakgenoten en deskundigen in het procesverslag. De student gebruikt feedback enigszins in de werkproces. Verwerkt feedback van vakgenoten en deskundigen in het procesverslag. De student gebruikt feedback ruim voldoende in de bijsturing van het eigen werkproces. Verwerkt feedback van vakgenoten en deskundigen in het procesverslag. De student gebruikt zeer goed feedback in de werkproces en weet verbeterpunten te benoemen. Verwerkt feedback van vakgenoten en deskundigen in het procesverslag. 17

18 Werkproces 3A Geeft het sieraad en/of gebruiksvoorwerp vorm, ontwerpt en presenteert het. Onvoldoende Cijfer Voldoende Cijfer : 6-7 Ruim Voldoende Cijfer : 7-8 Goed/Zeer Goed Cijfer : Presentatietekening [detailtekening] De student toont een weinig aantrekkelijke tekening met onvolledige en weinig nauwkeurige ter zake doende informatie over het vervaardigd product. De student toont een enigszins aantrekkelijke tekening van het ontwerp met voldoende en enigszins nauwkeurige ter zake doende informatie over het vervaardigd product. De student toont een heldere aantrekkelijke tekening van het ontwerp met voldoende en nauwkeurige ter zake doende informatie over het vervaardigd product. De student toont een bijzonder aantrekkelijke tekening van het ontwerp met volledige en nauwkeurige ter zake doende informatie over het vervaardigd product. Relatie vorm en inhoud De student kiest vrij willekeurig, niet doordacht voor het eindontwerp met weinig aantoonbaar inzicht in toegepaste technieken en gekozen materialen. De student toont een enigszins doordachte keuze voor het eindidee/ontwerp met aantoonbaar inzicht in toegepaste technieken en gekozen materialen precies, gedreven, waar nodig inventief vervaardigd. Kan dit inhoudelijk goed toelichten maar het verband met eindidee/ontwerp is niet heel duidelijk zie procesverslag De student toont een doordachte keuze voor het eindidee/ ontwerp met aantoonbaar inzicht in toegepaste technieken en gekozen materialen precies, gedreven, waar nodig inventief vervaardigd. Kan dit inhoudelijk goed toelichten in redelijke samenhang met het eindidee/ontwerp zie procesverslag De student toont een zeer doordachte keuze voor het eindidee/ontwerp met aantoonbaar inzicht in toegepaste technieken en gekozen materialen precies, gedreven, waar nodig inventief vervaardigd. Kan dit inhoudelijk goed toelichten in zeer goede samenhang met het eindidee/ontwerp zie procesverslag Visualisatie van concept De student heeft een weinig eigen/eigenzinnig/ origineel concept voor één of meerdere voorbeeldsieraden/ gebruiksvoorwerpen uitgewerkt en vervaardigd. De student heeft een enigszins eigen/eigenzinnig/ origineel concept voor één of meerdere voorbeeldsieraden/ gebruiksvoorwerpen uitgewerkt en vervaardigd. De student heeft een voldoende eigen /eigenzinnig/ origineel concept voor één of meerdere voorbeeldsieraden/ gebruiksvoorwerpen uitgewerkt en vervaardigd. De student heeft een opvallend, en een zichtbaar overtuigend oorspronkelijk eigen/eigenzinnig/ origineel concept voor één of meerdere voorbeeldsieraden/ gebruiksvoorwerpen uitgewerkt en vervaardigd. 18

19 Beschrijven en reflecteren op het vervaardigen van voorbeeldproduct[en] De student documenteert met beschrijving en afbeeldingen minimaal het proces van gedachten en ideeën in alle zijpaden. De student beschrijft vooral handelingen op een concreet uitvoeringsniveau Nauwelijks tot geen kritische reflectie op eigen werkproces en eigen handelswijze t.b.v. het vervaardigen van het sieraad/gebruiksvoorwerp De student documenteert met beschrijving en afbeeldingen voldoende het proces van gedachten en ideeën in alle zijpaden. De student benoemt enigszins handelingen en handelswijze op zowel concreet niveau als op de eigen bijsturing. Reflecteert weinig kritisch op eigen werkproces en eigen handelswijze t.b.v. het vervaardigen van het sieraad/ gebruiksvoorwerp. De student documenteert met beschrijving en afbeeldingen ruim voldoende het proces van gedachten en ideeën in alle zijpaden. De student benoemt ruim voldoende handelingen en eigen handelswijze t.a.v. proces en product. Voldoende kritische reflectie op eigen werkproces en eigen handelswijze t.b.v. het vervaardigen van het sieraad/ gebruiksvoorwerp. De student documenteert met beschrijving en afbeeldingen uitvoerig het proces van gedachten en ideeën in alle zijpaden. De student benoemt goed handelingen en eigen handelswijze t.a.v. proces en product Zeer kritische reflectie op eigen werkproces en eigen handelswijze t.b.v. het vervaardigen van het sieraad /gebruiksvoorwerp. Feedback verwerken De student gebruikt feedback nauwelijks in de werkproces Verwerkt weinig tot geen feedback van vakgenoten en deskundigen in het procesverslag De student gebruikt feedback enigszins in de werkproces Verwerkt feedback van vakgenoten en deskundigen in het procesverslag De student gebruikt feedback ruim voldoende in de bijsturing van het eigen werkproces Verwerkt feedback van vakgenoten en deskundigen in het De student gebruikt zeer goed feedback in de werkproces en weet verbeterpunten te benoemen. Verwerkt feedback van vakgenoten en deskundigen in het procesverslag 19

20 Werkproces 3B Geeft het sieraad en/of gebruiksvoorwerp vorm, ontwerpt en presenteert het. Onvoldoende Cijfer Voldoende Cijfer : 6-7 Ruim Voldoende Cijfer : 7-8 Goed/Zeer Goed Cijfer : Presentatie van een representatieve keuze van werkstukken De student presenteert een keuze van werkstukken die niet representatief zijn voor het doorlopen traject. Beargumenteert de keuzes niet of nauwelijks en voorziet niet in een heldere toelichting. De student presenteert een keuze van werkstukken die enigszins representatief zijn voor het doorlopen traject. Beargumenteert de keuzes voldoende en voorziet enigszins in een heldere toelichting De student presenteert op aantrekkelijke wijze een keuze van werkstukken die representatief is voor het doorlopen traject. Beargumenteert de keuzes ruim voldoende en voorziet in een heldere toelichting De student presenteert op aantrekkelijke bijzondere wijze een keuze van werkstukken die representatief is voor het doorlopen traject. Beargumenteert de keuzes overtuigd en voorziet in een uitstekende toelichting Mondelinge Reflectie op proces en product De student reflecteert weinig kritisch op eigen handelswijze, de keuzes die er gemaakt zijn en benoemt weinig verbeterpunten voor de toekomst. De student reflecteert enigszins kritisch op eigen handelswijze, de keuzes die er gemaakt zijn en benoemt enige verbeterpunten voor de toekomst De student reflecteert voldoende kritisch op eigen handelswijze, de keuzes die er gemaakt zijn en benoemt verbeterpunten voor de toekomst De student reflecteert zeer kritisch op eigen handelswijze en de keuzes die er gemaakt zijn. Beargumenteert deze keuzes en benoemt verbeterpunten voor de toekomst. Doelgroep gerichtheid De student houdt een weinig opgebouwd, weinig aansprekend niet beargumenteerd verhaal en controleert te weinig of de boodschap is overgekomen. Maakt daarbij minimaal contact met de toehoorders Stemt de stijl van communiceren en de presentatiemiddelen niet of nauwelijks af op de doelgroep. De student houdt een voldoende opgebouwd, aansprekend enigszins beargumenteerd verhaal en controleert te weinig of de boodschap is overgekomen. Maakt daarbij minimaal contact met de toehoorders Stemt de stijl van communiceren en de presentatiemiddelen enigszins af op de doelgroep De student houdt een voldoende opgebouwd, aansprekend beargumenteerd verhaal en controleert of de boodschap is overgekomen. Maakt daarbij voldoende contact met de toehoorders Stemt de stijl van communiceren en de presentatiemiddelen af op de doelgroep De student houdt een helder en goed opgebouwd, aansprekend en met argumenten onderbouwd verhaal en controleert of de boodschap is overgekomen. Maakt daarbij contact met de toehoorders Stemt de stijl van communiceren en de presentatiemiddelen af op de doelgroep. 20