Kadernota/Programmabegroting

Transcriptie

1 Kadernota/Programmabegroting Publieke Gezondheid Veilig Thuis Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland april

2 Inhoudsopgave Kadernota/Programmabegroting Inhoudsopgave 2 AANBIEDINGSBRIEF 3 Voorstel aan het Algemeen Bestuur 4 PROGRAMMA PUBLIEKE GEZONDHEID Programma Publieke Gezondheid 8 Programma Veilig Thuis 18 Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland 21 Toelichting programmabegroting 24 Overzicht baten en lasten 27 Gemeentelijke bijdragen Overhead 300 Overzicht algemene dekkingsmiddelen 311 PARAGRAFEN 322 Bedrijfsvoering 333 Weerstandsvermogen 344 Onderhoud kapitaalgoederen 355 Investeringen 366 Financiering 366 Verbonden partijen 378 Reserves en voorzieningen 39 FINANCIËLE BEGROTING Overzicht baten en lasten 433 Toelichting programmabegroting 444 Gemeentelijke bijdragen BIJLAGEN 500 Staat van vaste activa 511 Staat van reserves 522 Baten en lasten per product 533 Lijst met afkortingen 57 2

3 AANBIEDINGSBRIEF 3

4 Voorstel aan het Algemeen Bestuur Agendapunt Kadernota/Programmabegroting Vergadering d.d. 13 juli 2018 Onderwerp Voorstel tot vaststelling van de kadernota/ programmabegroting en de financiële begroting 2019 Geachte leden van het Algemeen Bestuur, Inleiding Hierbij bieden wij u de gecombineerde (concept) Kadernota/Programmabegroting aan. Evenals vorig jaar voldoen we hiermee aan artikel 34 lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen waarin is bepaald dat de begroting vóór 1 augustus moet worden verzonden aan de provincie. Ook voldoet de GGD aan de verplichting om vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders aan de raden van de deelnemende gemeenten te zenden. Deze begroting is opgesteld in de lijn van de begroting van Qua financiën is uiteraard uitgegaan van de Vereniging van Zeeuwse Gemeenten (VZG) gegeven richtlijnen. In de eerste helft van 2018 is een ambtelijke werkgroep gestart met de doorontwikkeling van de begroting met als doel de kwaliteitswaarde te verbeteren. Het gaat dan om het vergroten van het inzicht door de 3 W-vragen (Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat mag het kosten?) te verbinden met concrete doelstellingen met bijbehorend gewenst maatschappelijk effect. In dit kader dient wel opgemerkt te worden dat deze programmabegroting qua opzet en uitwerking op een aantal onderdelen nog niet volledig voldoet aan het (gewijzigde) Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Het gaat dan om inzicht in voorgeschreven taakvelden, analyses in afwijkingen tussen ramingen 2019 ten opzichte van 2018 en werkelijke cijfers 2017 alsmede opname van verplichte financiële kengetallen. Dit zal in 2018 alsnog worden opgepakt. Voor het eerst is dit document dit jaar getoetst door de Begeleidingscommissie voor de GR GGD Zeeland, ingesteld in vervolg op het VZG-rapport Aanpak voor een goede samenwerking tussen gemeenten en gemeenschappelijke regelingen. Het advies van de commissie treft u in een aparte bijlage aan. Deze concept-programmabegroting 2019 bevat een nadere toelichting op de inhoudelijke en financiële uitgangspunten bij de (onder de GR Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland) vallende programma s Publieke Gezondheid, Veilig Thuis en Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland. 4

5 Begroting - Inhoudelijk We zetten in 2019 de transformatie volgens het plan Een nieuwe organisatie Publieke Gezondheid Zeeland: publieke gezondheid en sociaal domein verbonden verder door en werken inmiddels volledig met zelf organiserende teams. Inzet blijft dat professionals zo veel als mogelijk lokaal de aansluiting zoeken en preventief werken. Omdat er nog steeds gebouwd wordt aan de inrichting van de lokale toegangsfuncties vraagt dit voortdurende afstemming met gemeenten en partnerorganisaties. Sinds enkele jaren werken we binnen het programma Publieke Gezondheid met vier programmalijnen: Gezondheid In de Wijk, Kennis - Innovatie Monitoring, Fysieke Veiligheid en Bescherming en Sociale Veiligheid. Vanuit deze inhoudelijke programmalijnen blijven we investeren in signalering, preventie en innovatie in aansluiting op de vraag van burgers en via een integrale aanpak en samenwerking vanuit de overtuiging dat hiermee op zorgkosten bespaard kan worden. Ook de programma s Veilig Thuis en Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland kunnen daar aan bijdragen. Hoe we dat in 2019 aanpakken staat per programma beschreven. Daarbij is aangegeven wat we willen bereiken, wat we hiervoor gaan doen en welk resultaat we beogen in De uitvoering van het programma Veilig Thuis vraagt in 2019 extra inzet om te kunnen voldoen aan nieuwe wettelijke eisen. Een nadere uitleg hierbij vindt u in de toelichting van dit programma. Eerder is al ingestemd (bestuurlijk CZW, december 2017) met een structurele borging van het project RUPS met ingang van Dit project leidt tot aan meerkosten per jaar gedurende 4 jaar. Vooralsnog kunnen deze kosten opgevangen worden binnen de huidige begroting. Meer informatie hierover treft u aan in het programma Publieke Gezondheid, programmalijn sociale veiligheid. Ook wijzigt vanaf januari 2019 de financiering van het Rijksvaccinatie Programma (RVP). De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het RVP komt bij gemeenten te liggen (voorheen RIVM namens de Rijksoverheid). In dat kader gaan ook de financiële middelen over naar gemeenten via (in 2019) een doeluitkering in het Gemeentefonds. Een voorstel voor de inzet van deze middelen is getoetst bij de leden van het PAO. Voor de uitvoering van onze werkzaamheden vormen, zoals het bestuur dat verwacht, de Wet publieke gezondheid en bijbehorende regelingen en/of uitvoeringsbesluiten, de Jeugdwet, de WMO en de Wet veiligheidsregio s de grondslag. In 2019 zal het eerder gestarte traject Zeeuwse Samenwerking Sociaal Domein richtinggevend zijn voor verdere stappen in de samenwerking met en uitvoering van taken voor gemeenten. Hetzelfde geldt voor de (vernieuwde) visie Publieke Gezondheid en Veiligheid die we in 2018 vaststellen met het nieuwe bestuur. We blijven daarnaast alert op nieuwe thema s die zich aandienen en ontwikkelingen in wet- en regelgeving en voortkomend uit het Regeerakkoord. 5

6 Begroting financieel resultaat De begroting is voor de jaren per jaarschijf sluitend. Rekening is gehouden met een prijsstijging van 1,6% overeenkomstig de VZG-richtlijn. Voorstel Voorgesteld wordt de (concept-)programmabegroting 2019 na behandeling in het Algemeen Bestuur van 13 april 2018 voor zienswijze voor te leggen aan de gemeenteraden, waarna in de ABvergadering van 13 juli definitieve besluitvorming kan plaatsvinden. Tevens wijzen we u er op dat deze begroting voor 1 augustus 2018 aangeleverd moet worden bij de Provincie Zeeland. Hoogachtend, het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland, C.L. Liefting, voorzitter de Bestuurscommissie Inkoop Jeugdhulp, S. Szarafinski, voorzitter 6

7 PROGRAMMA PUBLIEKE GEZONDHEID

8 Programma Publieke Gezondheid De uitvoering van alle werkzaamheden van de GGD krijgt vorm binnen het totaalprogramma Publieke Gezondheid. Dit gebeurt binnen het door het bestuur geformuleerde financiële kader voor 2019 en volgende jaren, voor zover nu bekend. Sinds 2016 bestaat het programma publieke gezondheid uit vier programmalijnen: Gezondheid In de Wijk, Kennis - Innovatie Monitoring, Fysieke Veiligheid en Bescherming en Sociale Veiligheid. Deze indeling biedt een logische inhoudelijke indeling die het mogelijk maakt om aan te sluiten bij de beleving van inwoners en is ook bruikbaar om de samenwerking met andere partijen vorm te geven en te innoveren binnen de nieuwe setting (in ontwikkeling) van het sociaal domein. De basistaken publieke gezondheid, vallend onder de programmalijnen, zijn alle (online) terug te vinden in het activiteitenboek. Daarbij staat ook het wettelijk kader waarbij aangesloten wordt. De (beleidsmatige) programmabegroting 2019 sluit aan bij de ontwikkelingen in het sociaal domein en de transformatie die hier nog steeds gaande is. Samen met gemeenten en partnerinstellingen geven we hieraan verder invulling. Het eerder genoemde Traject Zeeuwse Samenwerking Sociaal Domein is daarbij richtinggevend. 1.1 Programmalijn Gezondheid in de wijk Het programma gezondheid in de wijk wordt voor het belangrijkste deel gevormd door de jeugdgezondheidszorg (JGZ). Via een integrale benadering wordt ingezet op de gezondheidsbevordering van de jeugd. De basis hierbij is de uitvoering van het basistaken pakket, aangevuld met activiteiten en werkzaamheden toegespitst op de lokale situatie en activiteiten om de collectieve preventie vorm te geven. Binnen hun wijkgerichte team werken de professionals zelf organiserend waardoor zij makkelijker lokaal kunnen aansluiten en zo maatwerk kunnen leveren in samenwerking met gemeenten, (partners in) wijk-/buurt- en gebiedsteams en inwoners zelf. Uiteraard werken de professionals binnen de voor hun geldende wet- en regelgeving op gebied van inhoud en kwaliteit. Hierbij is aandacht voor de wettelijke kaders van privacy. De werkzaamheden van de jeugdgezondheidszorg vinden plaats in een continu veranderende omgeving. Het is daarmee een uitdaging om de balans tussen de basis taken en aanvullende diensten goed te houden. Door slim samen te werken wordt ingezet op een maximaal resultaat. Zo wordt er bijvoorbeeld gekeken hoe een samenwerking tussen onderwijs, kinderopvang en jeugdgezondheidszorg tot een versterking op de inhoud kan leiden. Gemeenten hebben grote uitdagingen op het gebied van zorg- en ondersteuningstaken, zowel inhoudelijk als financieel. Eén van de uitdagingen is om via inzet van preventie de kosten voor zorgen ondersteuningstaken te verlagen. 8

9 In samenspraak met relevante partners wordt bekeken welke rol de jeugdgezondheidszorg hierin kan spelen. Een voorbeeld kan zijn dat door de inzet van laagdrempelige kortdurende ondersteuning in de opvoeding, grotere problemen en daarmee samenhangende duurdere zorg en ondersteuning wordt voorkomen. Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor in 2019 doen? Beoogd resultaat in 2019 Een toekomst bestendig basistaken pakket (BTP). Een optimale invulling van de contactmomenten in het BTP. Maximaal effect van de inzet op preventie. Inzet richten aan de hand van (kern)thema s. Het door ontwikkelen van activiteiten vallend onder BTP. Mede op basis van evaluatie, het door ontwikkelen van de contactmomenten (signalering, advisering, voorlichting) in het BTP. De werkzaamheden en projecten die worden uitgevoerd, worden beoordeeld op de bijdrage aan de preventie. Er wordt ingezet op de onderwerpen uit de preventieagenda van het NCJ (Nederlands centrum JGZ). Het versterken en uitbreiden van de inzet van bewezen methodieken. Het effect van interventies en activiteiten wordt gemeten. In gesprek met partners om tot de belangrijkste thema s te komen. Gebruik van data voor het onderbouwen en bepaling van Een opzet/inrichting van het basis takenpakket dat past bij de lokale verschillen in de uitvoering van het sociaal domein en mee kan bewegen in een continu veranderende omgeving. Er zijn stappen gemaakt in een hernieuwde invulling van het BTP vanaf 5 jaar betreft de contactmomenten en de collectieve preventie op de levenslijn van 0-18 jaar. Vastgesteld aanbod van groepsgerichte voorlichtingsactiviteiten en aanbod wat op maat ontwikkeld / ingezet kan worden op vraag van de klanten en ketenpartners. Vastgestelde kaders voor de toekomstige invulling van het BTP. Er is inzicht in de mate waarop de uitgevoerde projecten en activiteiten een bijdrage leveren aan preventie. op het gebied van gezond opgroeien en opvoeden. Er is inzicht in de beschikbare interventies en activiteiten met bewezen effectiviteit op het gebied van preventie. Vastgestelde lijst met belangrijkste thema s waarop wordt ingezet. 9

10 Effectieve en doelmatige samenwerking binnen het sociaal domein en in de keten Adequate en afgestemde zorg aan kinderen met ontwikkelingsproblemen op meerdere terreinen inhoudelijke thema s waarop wordt ingezet. Samenwerkingsafspraken maken tussen onderwijs, kinderopvang en JGZ. Samenwerkingsafspraken maken met relevante partners (huisartsen, medisch specialisten, verloskundigen etc.). Versterken van de samenwerking met de lokale toegangen tot jeugdhulp. Integrale Vroeghulp borgen en aanhaken bij JGZ (soort VTO team) De samenwerking tussen onderwijs, kinderopvang en JGZ op lokaal niveau is concreet vertaald naar een aanpak en wordt uitgevoerd. De samenwerking met de lokale toegangen is op gemeentelijk niveau vormgegeven. Hierbij is er een goede balans tussen de uitvoering van taken op basis van de wettelijke verantwoordelijkheden en de lokale wensen. De samenwerking is concreet vertaald op diverse onderwerpen. Het netwerk integrale vroeghulp is geborgd en aangehaakt bij sociaal domein 1.2 Programmalijn Fysieke Veiligheid en Bescherming Binnen deze programmalijn kunnen vier werkvelden onderscheiden worden, waarbij met meerdere (partner-)organisaties wordt samengewerkt. Het betreft de zogenaamde beschermings- en toezichttaken (waaronder infectieziektebestrijding, technische hygiënezorg en seksuele gezondheid), medische milieukunde en de risico- en crisisbeheersing (met de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) en VRZ als cruciale partner). Juist omdat meer organisaties actief zijn op dit domein is afstemming en samenwerking (bij de beleidsontwikkeling en uitvoering) erg belangrijk. Daarop zetten we de komende tijd opnieuw in waarbij we nadrukkelijk ook (ambtelijk en bestuurlijk) de aansluiting zoeken bij het traject Zeeuwse Samenwerking Sociaal Domein. We zetten het afstemmingsoverleg met gemeenten, provincie, VRZ en RUD (SPOZ) in het kader van de aanstaande Omgevingswet voort. Ook met het netwerk Zeeland Veilig (met onder meer politie, brandweer, Rijkswaterstaat en gemeenten) blijven we verbonden en werken we samen aan, onder meer, de 2 e Zeeuwse Week van de Veiligheid. Binnen de GGD bundelen we de krachten nog verder waar het gaat om monitoring en onderzoek en op thema s waar gezondheid en veiligheid elkaar raken. De in 2018 te ontwikkelen visie Publieke Gezondheid en Veiligheid zal daar richting aan geven. Ook de ontwikkeling van de teams, en instrumenten en ondersteuning die zij nodig hebben, zal daarbij verdere aandacht krijgen. 10

11 In de samenwerking met de VRZ stemmen we af op de herinrichting van de Afdeling Crisisbeheersing, waarvan de GHOR deel gaat uitmaken. Dit zal van invloed zijn op de inzet van formatie en herinrichting van de gemeenschappelijke crisisorganisatie. Verder gaan we meer investeren in uitwisseling van informatie over inhoud en ontwikkelingen binnen de verschillende onderdelen van deze programmalijn om zo nog beter aan te kunnen sluiten bij de wensen en behoeften van gemeenten. Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor in 2019 doen? beoogd resultaat in 2019 De bescherming tegen, ook nieuwe, infectieziekten is goed geborgd. Met bijdragen van de teams: Infectieziekten-bestrijding, Technische Hygiënezorg, TBC, Reizigersvaccinatie (PMR) en Seksuele Gezondheid Investeren in cijfermatige onderbouwing, onderzoek en deelname aan projecten. We werken acties uit voor de speerpunten: Antibiotica Resistentie (incl. heroriëntatie op inzet Technische Hygienezorg) Ziekte van Lyme Heropsporing Hepatitis B/C virus Versterken van de zorgketen en samenwerking via: deelname aan het ABRzorgnetwerk Zuid-West Nederland verkennen & opstarten Centrum Seksuele Gezondheid (in aansluiting op Nationaal Actieplan) aansluiting van TBC-bestrijding op landelijke samenwerkingsstructuur Inzet op behoud van hoge vaccinatiegraad via het vernieuwde Rijks Vaccinatieprogramma (i.s.m. JGZ). Inzicht in het voorkomen van infectieziekten in Zeeland en de trends hierin. Versterking onderzoeks- en kennispositie en rapportages/presentaties bij onderzoek. Actieplan per speerpunt. Actieve bijdrage aan Zorgnetwerk ZW Nederland Advies c.q. plan van aanpak voor Centrum Seksuele Gezondheid is gereed. TBC-bestrijding sluit aan op landelijke structuur en nieuw automatiseringssysteem (i- TBC) De wijzigingen in het RVP zijn geïmplementeerd en geëvalueerd (inhoudelijk en financieel), informatie over vaccinatiegraad is beschikbaar. Toezichttaken sluiten aan op actuele wet- en regelgeving en wensen klant. We werken conform de nieuwe Wet Innovatie Kwaliteit Kinderopvang en evalueren dit (samen met gemeenten en instellingen). Inventariseren van wensen bij gemeenten op het vlak van (ook proactief) Toezicht Wmo en uitwerking tot aanbod op maat. Tevens afstemming met contractbeheer. Evaluatierapport, met aanbevelingen, is beschikbaar en krijgt vervolg Overzicht wensen/vraag van gemeenten. Aanbod (maatwerk) is beschikbaar. 11

12 Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor in 2019 doen? beoogd resultaat in 2019 We volgen de landelijke ontwikkelingen m.b.t. toezichttaken, waar nodig aangevuld met scholing. We investeren in een gezonde omgeving en werken daarbij in lijn met de (komende) Omgevingswet. Een veilige woon/werk/leefomgeving: Ontsluiten en visualiseren van data over gezondheid en milieu, testen in pilots en opname in Zeelandscan Versterken Zeeuws netwerk: o.a. via SPOZ en RUD/VRZ (intentieverklaring, één-loket-functie verkennen) We ontwikkelen instrumenten ter ondersteuning van omgevingsplannen gemeenten Actieplan en deelname aan onderzoek voor belangrijkste speerpunten in Zeeland: luchtkwaliteit binnenmilieu havens/scheepvaart klimaat/hittestress agrarische activiteiten (effecten bestrijdingsmiddelen/intensieve veehouderij) Samenwerken vanuit één crisisorganisatie GGD- GHOR/VRZ bij crises en calamiteiten, actualiseren/borgen van GROP-processen MMK, IZB, GOR en PSH (met specifieke aandacht voor PSH bij incidenten) Uitwerking plan voor signalering/actie bij verminderde zelfredzaamheid in thuis- /woonomgeving; aansluitend op landelijk actieplan en i.s.m. Netwerk Veilig Zeeland (VRZ) en andere partners. Een sterke informatiepositie. Data worden actief ingezet. Actieve kennisdeling, bekendheid over en weer met taken en rollen. Samenwerkingsovereenkomst GGD-VRZ-RUD Handreiking/instrumenten zijn beschikbaar en getest. Actieplannen beschikbaar per speerpunt, in afstemming met gemeenten. Deelname aan diverse onderzoeken (incl. rapportage, kennisdeling). Beschrijvingen GROP-processen zijn herijkt. Taken en rollen van medewerkers GGD en GHOR zijn helder. Proces PSH is opnieuw ingericht, i.s.m. netwerkpartners. Er is duidelijkheid over de rol van PSH bij incidenten. Plan van aanpak veiligheid/verminderde zelfredzaamheid beschikbaar en opgestart. 12

13 1.3 Programmalijn Sociale Veiligheid Het programma sociale veiligheid richt zich op het gevoel van veiligheid van burgers tegen gevaar, dreiging of overlast van menselijk handelen. Het betreft niet altijd rechtstreekse onveiligheid maar wel overlast bijvoorbeeld van personen met verward gedrag. Het gaat hier om kwetsbare inwoners van Zeeland waarvoor een sluitende aanpak nodig is. Hierbij hebben niet alleen professionals maar ook burgers een rol in het signaleren en toeleiding naar zorg van de kwetsbare medemens. Het in een vroeg stadium signaleren van kwetsbare inwoners is komende periode een van de doelstellingen. Het gaat hier om verschillende doelgroepen en een breed scala aan problemen. Daarbij is kennis van de doelgroep en weten hoe in gesprek te komen en hoe te handelen van belang. Dit geldt voor professionals en voor burgers/vrijwilligers. Om optimaal gebruik te maken van elkaars expertise is het goed als professionals elkaar consulteren en ondersteunen. Dit heeft effect op hoe professionals met elkaar omgaan. Vanzelfsprekend zijn (aanvullende) hulp organiseren en opschalen vervolgstappen. Met name voor burgers moet helder zijn bij wie zij hun zorgen kunnen melden en wat er daarna met hun melding gebeurt. De sluitende aanpak voor personen met verward gedrag is een landelijk speerpunt. Ook hier betreft het kwetsbare inwoners met verschillende, veelal GGZ gerelateerde, problematiek. Middels 9 bouwstenen richt de landelijke aanpak zich op een sluitende aanpak van zorg en ondersteuning. Hierbij is voorzorg, (meldpunt) vroegsignalering en preventie belangrijk om problemen te voorkomen. Hierbij sluit ook de behoefte van gemeenten voor een Zeeuwse crisisinterventiedienst aan. Een crisisdienst voor jeugd en volwassenen waarin 24/7 bereikbaarheid van ook de lokale toegang voor jeugd is ondergebracht. Waar meerdere professionals zich zorgen maken om een cliënt of hulp bieden aan een gezin, is afstemming, samenwerken essentieel. Dit begint bij van elkaar op de hoogte zijn dat men zorgen heeft. Ongeacht welke problemen of leeftijd van de cliënt. ICT kan hierbij ondersteunen. Vervolgens moet er volgens het principe van een gezin, een plan worden gewerkt. Dit vraagt goede samenwerkingsafspraken voor een integrale aanpak en eenzelfde wijze van inschatting van de veiligheid. Ten aanzien van de forensische geneeskunde heeft de commissie Hoes het rapport Toekomst voor de forensische geneeskunde aangeboden aan de Tweede Kamer. In het rapport wordt geadviseerd om Forensische geneeskunde en lijkschouw als overheidstaak te bezien. Medische arrestantenzorg wordt gezien als een private taak die aanbesteed kan worden. De consequenties van deze uitgangpunten worden in de loop van 2018 voorzien. Het is van belang dat de GGD op deze veranderingen anticipeert. Het uitstapprogramma voor prostituees (RUPS) in de regio Zeeland, West en Midden Brabant biedt prostituees hulp en ondersteuning bij het stoppen met prostitutie. De voorgeschiedenis van het uitstapprogramma is een tijdelijke subsidie toegekend in het kader van de landelijke Regeling uitstapprogramma prostituees. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie beoogt met de regeling een landelijk dekkend netwerk te creëren. GGD Zeeland heeft zich samen met de gemeenten, politie e.a. partners ingezet voor een dekkend netwerk in de provincie Zeeland en de regio s de Markiezaten, de Baronie en Tilburg in Brabant (4 subregio s). 13

14 Het voorstel van de stuurgroep RUPS Zeeland en West Brabant is om dit project te borgen voor de gehele regio Zeeland en West Brabant. Op advies van het bestuurlijk platform College Zorg en Welzijn wordt het project nu binnen de GGD begroting opgenomen als structurele borging. Wij verwachten, per 1 januari 2019 jaarlijks een extra financiering aan de GGD Zeeland van ,- nodig te hebben. Vooralsnog zien we mogelijkheden om dit bedrag binnen de huidige begroting op te kunnen vangen. Lukt dit niet dan zult u in de vorm van een begrotingswijziging een voorstel voor aanvullende dekking ontvangen. Hierbij zullen wij rekening houden met het regeerakkoord Wat willen we bereiken? Bevorderen vroeg signalering door professionals Wat gaan we daarvoor in 2019 doen? Het trainingsaanbod m.b.t. signalen van verschillende kwetsbare groepen centraal in beeld brengen en aanbieden. Het geven training en voorlichting over verschillende doelgroepen van kwetsbare inwoners. ICT optimaal benutten door de VIRZ van in te gaan zetten. Hiervoor aanpak op te zetten om het aantal deelnemers uit te breiden en te motiveren te melden. Beoogd resultaat in 2019 Overzicht en inzicht voor professionals en organisaties van het trainingsaanbod signaleren. Professionals zijn getraind of hebben voorlichting ontvangen over het herkennen van signalen en hoe te handelen bij kwetsbare inwoners. Professionals weten van elkaar van elkaar dat zij zich zorgen maken of hulp verlenen aan eenzelfde cliënt, zij stemmen hun inzet op elkaar af. Er is een duidelijke toename in het aantal deelnemers en meldingen in de VIRZ. Onderzoek naar aanknopingspunten voor preventie binnen de verschillende groepen kwetsbare inwoners. In beeld welke factoren inwoners kwetsbaar maken en welke preventie maatregelen hierbij passend zijn Inwoners zijn alert op kwetsbare personen (verwarde personen, huiselijk geweld, kindermishandeling etc.) in hun omgeving. Inventarisatie bij Dorpsraden wat zij nodig hebben om dit doel te bereiken. Communicatie uitingen etc. over herkennen en vroeg signaleren van De behoefte van inwoners is in beeld die bijdragen tot het signaleren van kwetsbare inwoners. Vergroten van de bekendheid van adviesen meldpunten t.a.v. kwetsbare inwoners. 14

15 Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor in 2019 doen? kwetsbare burgers i.o. gemeenten. Beoogd resultaat in 2019 Het Meld- en actiepunt bemoeizorg optimaal laten aansluiten bij de hulpvraag van cliënten en hun aanmelders. Daarbij anticiperen we op een vraag vanuit de aanpak personen met verward gedrag. Het MAB ontwikkelt een uniforme werkwijze in Zeeland, de beoordeling van meldingen (triage) wordt verbeterd. De kwaliteit wordt geoptimaliseerd door ervaringen en feedback van cliënten. MAB is verder geprofessionaliseerd. MAB verbetert de kwaliteit middels ervaringen van cliënten. Gezamenlijke integrale Zeeuwse Crisis Interventie Dienst Regionaal Uitstapprogramma prostituees (RUPS) Anticiperen op de landelijke ontwikkeling binnen de forensische geneeskunde Onderzoek naar de behoefte voor het vergroten van de bereikbaarheid en de organisatie van een meldpunt nietacute zorg personen met verward gedrag. Samen met ketenpartners onderzoek naar een gezamenlijke CID voor een brede doelgroep. Draagvlak versterken en een voorstel voor structurele borging Verkenning regiosamenwerking We sluiten aan bij de behoefte van gemeenten en ketenpartners voor de bereikbaarheid van het MAB voor niet-acute zorg voor personen met verward gedrag. Een 24/7 crisisdienst in Zeeland voor van kwetsbare inwoners volwassen en jeugd (incl. lokale toegang jeugd) Structurele borging van het project is gerealiseerd. Helder welke regiosamenwerking mogelijk is en wat de voordelen zijn. 1.4 Programmalijn Kennis, innovatie en monitoring De programmalijn Kennis, innovatie en monitoring (KIM) heeft een andere invulling dan de overige drie programmalijnen binnen het programma publieke gezondheid. Waar de andere drie programmalijnen vooral gericht zijn op inhoudelijk thema s en uitvoering van taken, is de programmalijn KIM meer gericht op een ondersteunende positie. De werkzaamheden binnen de programmalijn KIM lopen als een rode draad door de andere programma s heen en ondersteunen en versterken deze met als doel de effectiviteit en de doelmatigheid van de aanpak te vergroten. 15

16 De programmalijn KIM is grofweg op te knippen in drie rollen: 1. Uitvoering projecten Projecten die worden uitgevoerd kunnen qua inhoud onder één van de drie inhoudelijke programma s (GIW, SV en FV&B) worden geplaatst en dragen daarmee bij aan de ambities uit deze programmalijnen. 2. Adviseur Op basis van actuele en innovatieve ontwikkelingen en beschikbare data op het gebied van publieke gezondheid worden relevante partners geadviseerd over de te zetten stappen om de gezondheid van burgers in Zeeland te verhogen. 3. Onderzoek/monitoring Het verzamelen, interpreteren en ontsluiten van data, met als doel inzicht te krijgen in gezondheid van de Zeeuwse burgers en het bieden van een basis voor het bepalen van thema s waarop kan worden ingezet. Binnen de programmalijn KIM wordt gewerkt met een omgevingsgerichte aanpak (dit is een bewezen effectieve methode bij de inzet op preventie). Dit betekent dat de fysieke en sociale omgeving waarin mensen wonen, werken en leren zo wordt ingericht dat mensen als vanzelf een gezonde keuze maken. 16

17 Publieke Gezondheid Rekening 2017 Begroting 2018 Begroting 2019 Begroting 2020 Begroting 2021 Begroting 2022 LASTEN Diversen Onvoorzien Toevoegingen reserves Totaal lasten BATEN Diversen Onvoorzien Onttrekkingen reserves Totaal baten Saldo lasten en baten Saldo reserveringen Saldo programma

18 Programma Veilig Thuis Landelijk is er nog veel aandacht voor Veilig Thuis organisaties. Het landelijk ondersteuningsprogramma VNG (o.l.v. Jan-Dirk Sprokkereef) heeft eind 2016 de tweede kamer geadviseerd over het aanscherpen van de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Hij pleit ervoor de informatiepositie van Veilig Thuis te versterken en een radar- en monitorfunctie te beleggen bij Veilig Thuis. Deze wetswijziging treedt 1 januari 2019 in werking. De aanscherping van de Meldcode omvat verschillende maatregelen, die tezamen leiden tot de inrichting van een radarfunctie bij Veilig Thuis. Doordat ernstige signalen altijd op de radar komen en doordat Veilig Thuis signalen uit verschillende sectoren en over een langere periode van tijd kan combineren. De radarfunctie vergt aanpassingen in het werkproces van Veilig Thuis en leidt tot nieuwe functionele vereisten ten aanzien van informatiesystemen ten opzichte van de huidige praktijk. Om de nieuwe taken uit de Wet Meldcode uit te voeren is extra formatie nodig. Op basis van de landelijke impact analyse is een doorrekening gemaakt voor Veilig Thuis Zeeland. Vanaf 2018 anticiperen wij op de wetswijziging Wet Meldcode van Hetgeen resulteert in een toename van de formatie en bijbehorende kosten reeds per 4e kwartaal Vanaf 2019 wordt rekening gehouden met een noodzakelijke formatie om de extra taken structureel uit te voeren. Het Landelijk Netwerk Veilig Thuis is samen met de VNG en de ministeries in overleg over de financiering van deze extra taken die uit de wetswijziging voortvloeien. Naar verwachting zal er in de meicirculaire 2018 bekend worden gemaakt hoeveel geld aan gemeenten voor deze uitvoering van extra taken beschikbaar wordt gesteld. In 2018 zullen wij een begrotingswijziging indienen om op genoemde ontwikkeling te anticiperen. De introductie van de radarfunctie leidt tot een behoefte om Veilig Thuis goed te positioneren in haar veranderende rol. Ketenpartners moeten op de hoogte zijn wat zij van veilig Thuis kunnen verwachten en hoe er wordt samengewerkt. De radarfunctie betekent dat Veilig Thuis advies geeft over de inzet op de casuïstiek en vraagt een coachende houding van medewerkers richting de ketenpartners. Daarnaast vraagt het meer inzet van Veilig Thuis voor monitoring van casussen en inschatting van veiligheid. Dit sluit aan bij de nog steeds actuele behoefte om met één gezin één plan te werken. Ook bij een recentelijk incident in Zeeland hebben de inspectie hier opnieuw op gewezen. Landelijk is de MDA ++ aanpak ontwikkeld voor acuut gevaarlijke of structureel onveilige en/of zeer complexe casuïstiek. Dit sluit aan bij de actuele vraag. Een team van specialisten wordt ingezet vanuit zorg en justitie. Doel is geweld blijvend te stoppen en schade zo goed mogelijk te herstellen. De MDA++ aanpak is meer dan de gebruikelijke vormen van multidisciplinaire aanpak. MDA++ is een intersectorale, multidisciplinaire, systeemgerichte, gecoördineerde en integrale langdurige aanpak vanuit één team. Waarbij er continu oog is voor de veiligheid in het gezin. 18

19 Wat willen we bereiken? Nieuwe landelijke wetgeving (wijziging wet meldcode) wordt goed uitgevoerd. Wat gaan we daarvoor in 2019 doen? De radarfunctie inrichten en monitoring herinrichten Beoogd resultaat in 2019 De radarfunctie (incl. ICT) is ingericht en monitoring wordt uitgevoerd zoals in de wet (AMVB) bedoeld. Veilig Thuis beter positioneren. Voorlichting aan organisaties en/of ketenpartners wat Veilig Thuis doet, wat de nieuwe wetswijziging betekent en hoe we samenwerken. Kennis in keten over Veilig Thuis is vergroot. We onderhouden en versterken relaties. Relaties in de keten zijn sterk. Uniformeren kwaliteit Veilig Thuis in NL i.s.m. Netwerk VT Medewerkers van VT ontwikkelen een coachende houding richting professionals om kennis over te dragen. Expertise ontwikkelen Landelijke kennis ophalen en delen Professionals vragen eerst advies en ondersteuning i.p.v. een melding te doen. We voeren (met de andere VT s) het jaarprogramma van het Netwerk VT uit. Een gezin een plan, continu aandacht voor veiligheid en werken aan langdurig herstel in situaties van structurele onveiligheid en acuut geweld MDA++ aanpak als dienst bieden, MDA++ wordt als dienst aangeboden. 19

20 Veilig Thuis Rekening 2017 Begroting 2018 Begroting 2019 Begroting 2020 Begroting 2021 Begroting 2022 LASTEN Diversen Onvoorzien Onttrekkingen reserves Totaal lasten BATEN Diversen Onvoorzien Toevoegingen reserves Totaal baten Saldo lasten en baten Saldo reserveringen Saldo programma

21 Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland De Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland voert sinds 1 januari 2015 namens de dertien Zeeuwse gemeenten gedelegeerde taken uit op het gebied van inkoop van jeugdhulp. De Inkooporganisatie is een uitvoeringsorganisatie die rechtstreeks verantwoording aflegt aan dertien wethouders in de Bestuurscommissie Inkoop Jeugdhulp, als onderdeel van de Gemeenschappelijke Regeling GGD Zeeland. De Inkooporganisatie heeft geen eigen juridische status; zij opereert daarom op de juridische titel van de GGD, maar heeft een eigenstandige verantwoordelijkheid. De taken en verantwoordelijkheden van de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland zijn als volgt opgenomen in de gemeenschappelijke regeling: het uitvoeren van taken uit de Jeugdwet door middel van het contracteren en subsidiëren van aanbieders van jeugdhulp, uitvoerders jeugdreclassering en jeugdbeschermingsmaatregelen in het kader van de Jeugdwet; dit omvat ook het beëindigen van deze contracten door opzegging of ontbinding en het terugvorderen van (deze) subsidies; voeren van inkoop- en aanbestedingsprocedures voor Jeugdhulp; onderhandelen met aanbieders en uitvoerders van Jeugdhulp; verzamelen van de benodigde gegevens ten behoeve van de monitoring en verantwoording; bewaken van de Zeeuws brede afspraken; gevraagd en ongevraagd adviseren aan de gemeenten over zaken betreffende de inkoop en het subsidiëren van Jeugdhulp; voeren van de financiële administratie; contractenbeheer; aanspreekpunt voor aanbieders en uitvoerders van Jeugdhulp en voor gemeenten. Binnen de Inkooporganisatie is sprake van twee geldstromen, de kosten van de door gemeenten ingezette jeugdhulp en de kosten van de Inkooporganisatie zelf. Kosten Jeugdhulp De werkwijze van de voorgaande jaren wordt voortgezet waarbij de Inkooporganisatie alleen verantwoordelijk is voor de inzet van zorg in natura. De beschikbare rijksgelden voor jeugdhulp hiervoor (macrobudget), minus de kosten voor de toegangs- en wijkteams, Veilig Thuis, PGB-verstrekkingen en GGZ-vervoer, lopen via de Inkooporganisatie. In de septembercirculaire 2017 is het macrobudget voor de jaren 2019 tot en met 2022 bekend gemaakt. Zie hiervoor de tabel in de paragraaf Macrobudget Jeugd onder Toelichting Programmabegroting. Organisatiekosten De eerste drie jaar van haar bestaan heeft de inzet van de Inkooporganisatie vooral gelegen op het zorgdragen voor continuïteit in de levering van de zorg aan jeugdigen, door te zorgen voor adequate contractering van aanbieders en het adviseren van gemeenten over inzet en reikwijdte van ingekochte jeugdhulp om de transitie te laten slagen. 21

22 De ontwikkeling van de Inkooporganisatie zelf, haar formatie, haar processen en haar systemen heeft daarbij echter onvoldoende prioriteit gehad waardoor de beschikbare budgetten zijn onderbenut. In 2017 is met kracht ingezet op versterking van de organisatie in competenties en formatie, in automatisering van administratieve en financiële processen, en in de samenwerking met de gemeenten. De begroting voor de organisatie blijft op gelijk niveau als de voorgaande jaren, maar zal blijvend worden aangewend voor versterking van de organisatie en systemen. Het opdrachtgeverschap binnen de jeugdhulp is nog niet uitontwikkeld. Met name op het gebied van transformatie en ontschotting, en op het vlak van kwantitatieve en kwalitatieve monitoring zijn nog stappen nodig. Wanneer taken en / of opdrachten van de Inkooporganisatie veranderen, bijvoorbeeld in het kader van de bestuurlijke samenwerking in het Sociaal Domein, wordt alsdan een begrotingswijziging voorgesteld. Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland Alle bedragen zijn uitgedrukt in euro s Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Lasten Diversen Onvoorzien Onttrekkingen reserves Totaal lasten Baten Diversen Onvoorzien Toevoegingen reserves Totaal baten Saldo lasten en baten Saldo reserveringen Saldo programma Hierbij dient opgemerkt te worden dat er een strikte scheiding is aangebracht tussen de administratieve organisatie van de GGD en Veilig Thuis en de administratieve organisatie van de Inkooporganisatie. Met het opnemen van het (losstaande) programma Inkoop Jeugdhulp Zeeland in de geconsolideerde programmabegroting van de Gemeenschappelijke Regeling wordt wel het beschikbare budget voor de uitvoering van de Inkooporganisatie vastgesteld. 22

23 Ontwikkeling zorglandschap Jeugdhulp De Inkooporganisatie werkt in 2018 nauw samen met de gemeenten aan het formuleren van de maatschappelijke resultaten van de Jeugdhulp in de jaren Op basis van deze doelen ontwikkelt de Inkooporganisatie het inkoopbeleid voor de contractperiode 2020 en verder. Omdat we zien dat de rijksgelden voor Jeugdhulp ook de komende jaren ontoereikend zijn om de gemeentelijke uitgaven aan Jeugdhulp te dekken, heeft de Inkooporganisatie getracht de toekomstige uitgaven voor Jeugdhulp Zorg in Natura te ramen. U vindt een overzicht van de Rijksgelden en onze uitgavenramingen in de volgende paragrafen. Parallel hieraan werkt de Inkooporganisatie actief mee aan de ontwikkeling van bestuurlijke en uitvoerende samenwerking in het sociaal domein in Zeeland om te komen tot integrale oplossingen en ontschotting van middelen. We beogen hiermee een efficiëntere inzet van middelen in het bredere sociale domein te bereiken teneinde de voorziene tekorten te beperken. Toelichting programmabegroting Uitgangspunten voor Jeugdhulp, Zorg in Natura Het macrobudget heeft betrekking op alle gemeentelijke uitgaven in het kader van de Jeugdwet; Zorg in Natura Persoonsgebonden budgetten (PGB s) Vervoer Uitvoeringskosten Toegangs- en wijkteams Uitvoeringskosten Taskforce Jeugd Uitvoeringskosten Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland Veilig Thuis (alleen het AMK-deel dat ten laste van het macrobudget Jeugd wordt gebracht) De Inkooporganisatie heeft alleen inzicht in de uitgaven aan Zorg in Natura. Ook onze meerjarenraming heeft alleen betrekking op Zorg in Natura; hierbij dienen per gemeente de overige uitgaven voor jeugdhulp nog te worden opgeteld. Macrobudget Jeugd Voor de toerekening van de uitvoeringskosten van de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland aan de Zeeuwse gemeenten worden de beschikbare rijksgelden voor Jeugdhulp (het macrobudget) als verdeelsleutel gehanteerd. De bijdrage van de Zeeuwse gemeenten wordt gelijkgesteld aan de begrote uitvoeringskosten. Daarnaast wordt het macrobudget opgevoerd als de te verwachten omzet van de Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland in 2018 (en verder) aangezien de GR een geconsolideerde kadernota, programmabegroting en jaarrekening aanbiedt aan de gemeenten. 23

24 Macrobudget Jeugd Alle bedragen zijn uitgedrukt in euro s (bron: Septembercirculaire 2017) Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Totaal Wij stellen echter vast dat het macrobudget de afgelopen jaren is gedaald terwijl de werkelijke uitgaven van de gemeenten aan Jeugdhulp Zorg in Natura zijn gestegen. De Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland heeft daarom een nadere analyse gemaakt van de te verwachte ontwikkeling van de kosten voor Jeugdhulp Zorg in Natura voor de Zeeuwse gemeenten voor de komende jaren, opdat de individuele gemeenten deze prognose desgewenst als uitgangspunt kunnen nemen in hun meerjarenbegroting Zorg in Natura (Jeugdhulp). Geraamde lasten Op het moment van opstellen zijn de definitieve cijfers 2017 met betrekking tot Jeugdhulp Zorg in Natura nog niet beschikbaar. Op basis van de aanwezige prognoses, de definitieve cijfers 2015 en 2016 en beschikbare financiële informatie is een voorlopige inschatting gemaakt voor Het geschatte bedrag komt op Dit bedrag heeft betrekking op kosten voor geleverde jeugdhulp in 2017 en is exclusief de hiervoor genoemde onderdelen (PGB s, Vervoer, Uitvoeringskosten et cetera). Voor de ontwikkelingen in de periode 2018 tot en met 2022 zijn veronderstellingen gehanteerd die betrekking hebben op verschillende onderdelen, namelijk: het aantal jeugdigen per gemeente en de groei / daling (per jaar) in dat aantal de prijsindexatie die jaarlijks plaatsvindt besparingen op zorg in natura n.a.v. versterking van voorliggende voorzieningen en de toegang mutaties in tarieven als gevolg van aanpassingen in de bekostigingssystematiek ontwikkelingen in lokale en landelijke (beleids)maatregelen investeringen i.v.m. innovatie m.b.t. het jeugdhulplandschap en het arbeidsmarktbeleid ontschotting en integratie sociaal domein 24

25 Lokaal beleid en lokale investeringen in bijvoorbeeld voorliggende voorzieningen kunnen uiteraard invloed hebben op deze ramingen. Op basis van de huidige inzichten heeft de Inkooporganisatie echter percentages berekend voor de bovenstaande onderdelen (met als basisjaar 2017). Op jaarbasis zijn deze (gecombineerd) als volgt: 2018: 4,1% 2019: 7,1% 2020: 8,2% 2021: 2,8% 2022: 0,2% 2023: 0,1% Ieder jaar is een gemiddelde prijsindexatie opgenomen van 3%. In de jaren stijgen de percentages. Dit wordt veroorzaakt door tariefcorrecties die voortvloeien uit aanpassing van de bekostigingssystematiek. In de jaren dalen de percentages. De voornaamste reden hiervoor is dat de Inkooporganisatie heeft ingeschat dat investeringen in de voorliggende voorzieningen en organisatie van de toegang resultaat leveren. De integratie van onderdelen van het sociaal domein speelt hierbij ook een belangrijke rol. 25

26 De percentages worden toegepast op 2017 als basisjaar. Dit geeft per gemeente voor de jaren 2018 tot en met 2022 het volgende beeld: Lasten: Jeugdhulp (Zorg in Natura) Alle bedragen zijn uitgedrukt in euro s Voorlopig Geraamd Index (ten opzichte van 2017) 100,0% 104,1% 107,1% 108,2% 102,8% 100,2% Borsele Goes Kapelle Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Tholen Middelburg Veere Vlissingen Hulst Sluis Terneuzen Totaal Peildatum 8 maart

27 Overzicht baten en lasten Financieel overzicht Alle bedragen zijn uitgedrukt in euro s Realisatie 2016 (vastgesteld) Realisatie 2017 * (voorlopig) Begroting 2018 (geraamd) Begroting 2019 (geraamd) Begroting 2020 (geraamd) Begroting 2021 (geraamd) Begroting 2022 (geraamd) Lasten Macrobudget ** Aanvulling op macrobudget uit andere middelen Saldo * reeds gefactureerde voorschotten (lasten zijn van peildatum ) ** In het bovenstaande overzicht zijn de volledige macrobudgetten als baten opgenomen voor de jaren 2018 tot en met De opgenomen lasten hebben betrekking op het onderdeel jeugdhulp, zorg in natura. De kosten voor de hiervoor opgesomde onderdelen (uitvoeringskosten, Veilig Thuis et cetera) dienen jaarlijks ook uit de macrobudgetten te worden voldaan. Vanaf 2023 is de Rijksbijdrage voor de kosten van jeugdhulp niet langer geoormerkt, maar generiek onderdeel van het gemeentefonds. Gemeenten moeten na 2022 derhalve zelf een kostenraming maken voor hun begroting. 27

28 Gemeentelijke bijdragen Alle bedragen zijn uitgedrukt in euro s Gemeentelijke bijdragen 2018 Gemeenten WPG Inkoop Jeugdhulp Gem. BDU BDU Verwijs- Veilig Zorg in Natura projecten uniform maatwerk index Thuis Uitvoering Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Totaal Totaal Gemeentelijke bijdragen 2019 Gemeenten WPG Inkoop Jeugdhulp Gem. BDU BDU Verwijs- Veilig Zorg in Natura projecten uniform maatwerk index Thuis Uitvoering Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Totaal Totaal 28

29 Gemeentelijke bijdragen 2020 Gemeenten WPG Inkoop Jeugdhulp Gem. BDU BDU Verwijs- Veilig Zorg in Natura projecten uniform maatwerk index Thuis Uitvoering Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Totaal Gemeentelijke bijdragen 2021 Gemeenten WPG Inkoop Jeugdhulp Gem. BDU BDU Verwijs- Veilig Zorg in Natura projecten uniform maatwerk index Thuis Uitvoering Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Totaal Gemeentelijke bijdragen 2022 Gemeenten WPG Inkoop Jeugdhulp Gem. BDU BDU Verwijs- Veilig Zorg in Natura projecten uniform maatwerk index Thuis Uitvoering Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Totaal Totaal Totaal Totaal 29

30 Overhead Het Wijzigingsbesluit vernieuwing BBV18 is voor gemeenschappelijke regelingen in werking getreden met ingang van het begrotingsjaar In 2004 trad het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) in werking. Daarmee kwam een zelfstandig kader voor de verslagleggingsregels voor provincies en gemeenten tot stand en daarmee ook voor gemeenschappelijke regelingen. Diverse ontwikkelingen sinds de introductie van het BBV waren voor het VNG-bestuur medio 2013 aanleiding om een adviescommissie in te stellen onder voorzitterschap van de heer Depla (hierna: de commissie) om voorstellen te doen voor vernieuwing van het BBV. In mei 2014 bracht de commissie haar rapport Vernieuwing van de begroting en verantwoording van gemeenten uit. De wijzigingen richten zich op: 1. Een uniforme indeling in taakvelden; 2. Een uniforme basisset van beleidsindicatoren; 3. Een uniforme basisset van financiële kengetallen; 4. Verbeterde informatie over verbonden partijen; 5. Vernieuwing van de accountantscontrole; 6. Inzicht in de overheadkosten; 7. Enkele aanpassingen van het stelsel van baten en lasten. Overhead Om de raad meer inzicht te geven in de totale kosten van de overhead voor de gehele organisatie en ook meer zeggenschap over die kosten te geven, wordt voorgeschreven (BBV artikel 8, eerste lid, onderdeel c) dat in het programmaplan een apart overzicht moet worden opgenomen van de kosten van de overhead. De overhead wordt centraal begroot en verantwoord op het Overzicht Overhead via Taakveld 0.4 Overhead. In de programma s moeten de kosten worden opgenomen die betrekking hebben op het primaire proces (alle bedrijfskosten die direct verbonden zijn aan activiteiten/taken/producten die gericht zijn op de externe klant moeten in de betreffende taakvelden worden geregistreerd). Definitie overhead De (BBV) definitie van overhead luidt: alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. In juli 2016 heeft de Commissie BBV de Notitie Overhead gepresenteerd. Deze notitie geeft een overzicht van de regelgeving inzake de overhead en geeft op een aantal punten een nadere toelichting, omdat de toepassing van de definitie in de praktijk tot vragen leidde. 18 In het Staatsblad nummer 101 is het Besluit van 5 maart 2016 geplaatst, houdende wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) in verband met de invoering van een aantal wijzigingen die bijdragen aan de interne sturing door provinciale staten en de raad, en een betere vergelijkbaarheid tussen provincies en tussen 30