Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 4 (pp )

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 4 (pp )"

Transcriptie

1 Auteur(s): A. Lagerberg Titel: De rollator Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander nietcommercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:

2 The oretisch bezien DE ROLLATOR Aad Lagerberg A. Lagerberg, Fysiotherapeut, Vakgroep Beweging & Analyse, opleiding Bewegingstechnologie, Haagse Hogeschool. Inleiding De wandelstok was tijdenlang het meest populaire loophulpmiddel. Naast de ondersteunende functie die de stok de gebruiker kan bieden, geeft het hulpmiddel de eigenaar ook de gelegenheid om iets van zijn persoonlijkheid te etaleren; de stok kan zwierig zwaaiend of kordaat en zakelijk worden gehanteerd. Er bestaan ook vele modieuze en kunstzinnige exemplaren (figuur 1). ten Figuur 1 Kunstzinnig ver- sierde handvat vat- De wandelstok is echter van de eerste plaats verdreven door de rollator. Dit hulpmiddel geeft het gangbeeld weinig extra bekoring maar is desondanks mateloos populair. In dit artikel gaan we in op de vraag welke hulp de rollator de gebruiker precies biedt. In het algemeen worden aan loophulpmiddelen twee, met elkaar samenhangende, functies toegeschreven. Ten eerste kan het hulpmiddel de krachten die tijdens het gaan inwerken op de onderste extremiteit verminderen en ten tweede kan het bijdragen aan een vergroting van het steunvlak. In dit artikel gaan we na in welke mate de rollator deze twee functie=s vervult.

3 Het steunvlak Het oppervlak van het beschikbare steunvlak tijdens de diverse stadia van de gangcyclus wordt gezien als een factor die een rol speelt in de complexiteit van de taakuitvoering. Hoe groter het steunvlak hoe meer verplaatsing van het zwaartepunt mogelijk is zonder dat het evenwicht verloren gaat. Loophulpmiddelen kunnen het steunvlak uitbreiden mits er aan een aantal voorwaarden is voldaan. In figuur 2a wordt een positie van het model getoond die statisch niet in evenwicht is. Het lichaamszwaartepunt projecteert voor de voeten. Met behulp van wandelstokken of elleboogkrukken kan het steunvlak zodanig worden uitgebreid dat er toch evenwicht mogelijk is (2b). Figuur 2a en b a. Het zwaartepunt projec jec- teert buiten het steunvlak. b. Gebruik van elleboog- krukken ken maakt evenwicht moge gelijk. Er zijn echter wel een aantal voorwaarden. Zowel de reactiekracht op de krukken als op de voeten van de gebruiker staan schuin ten opzichte van de vloer. Indien er onvoldoende wrijving bestaat met de onderlaag is er op deze wijze geen effectieve uitbreiding van het steunvlak mogelijk. Een tweede voorwaarde is dat de gebruiker de momenten die ontstaan rond de diverse gewrichten ook daadwerkelijk leveren kan. We beperken ons hierbij tot de momenten die geleverd moeten worden rond de bovenste extremiteit. Aangezien de kracht op de krukken dicht bij de gewrichtsassen van pols, elleboog en schouder verloopt, zal dit in de meeste gevallen wel lukken. In figuur 3 wordt een identiek positie van het model getoond, maar nu steunend op een rollator. Kan er in deze situatie sprake zijn van een uitbreiding van het steunvlak? Figuur 3a en b Steun nemen op een rolla lator is slechts mogelijk indien de- ze zuiver verti ticaal belast wordt (verde dere verklaring in de tekst). Het zal duidelijke zijn dat de rollator weg zal rollen indien er op een vergelijkbare wijze als bij de krukken gesteund wordt. Toch is het steunen op de rollator in deze positie mogelijk, op voorwaarde dat de gebruiker er in slaagt om de krachten op de rollator zuiver verticaal te richten. Het richten van de krachten in deze richting vindt

4 plaatst door het leveren van een retroflecterend moment rond de schouder en een extenderend moment rond de elleboog (de werklijn van de reactiekracht verloopt immers ventraal van schouder en elleboog). Vergelijking van de noodzakelijke momenten in figuur 2 en 3 leert dat het voor de gebruiker aanzienlijk eenvoudiger is om met krukken zijn steunvlak in voorwaartse richting uit te breiden dan met een rollator (indien de rollator op de rem wordt gezet en deze ook voldoende remkracht kan leveren, kan er natuurlijk wel voorwaarts tegen de rollator worden geleund). In figuur 4 wordt een gebruiker getoond in een frontaal aanzicht. Opnieuw is er sprake van een projectie van het zwaartepunt buiten het steunvlak. Met een elleboogkruk kan het steunvlak worden uitgebreid. Opnieuw natuurlijk op voorwaarde dat de wrijvingskrachten geleverd kunnen worden en de gebruiker in staat is de noodzakelijke momenten te leveren. Figuur 4 Uitbreiding van het steunvlak in het frontale vlak met behulp van een elleboogkruk. Het steunen op de rollator in deze richting is onderhevig aan andere beperkingen dan uit de analyse in het sagittale vlak bleek. De rollator kan in zuiver zijwaartse richting niet wegrijden. In dat opzicht zou er zijwaarts op gesteund kunnen worden. Het gevaar dat op de loer ligt is echter een zijwaartse kanteling van de rollator. In figuur 5 analyseren we de situatie waarbij een gebruiker met het volledige lichaamsgewicht steunt op een handvat. De mate waarin de krachten hierbij schuin op het handvat uit te oefenen zijn, hangt af van het gewicht van de rollator en de projectie van het handvat in het steunvlak van de rollator. Bij veel rollatoren projecteert het handvat recht boven het achterwiel. In een dergelijk geval zal elke kracht die een component naar lateraal bezit al een kantelend moment op de rollator uitoefenen. Dit moment kan uitsluitend in evenwicht worden gehouden door het tegenkantelende moment geleverd door het eigen gewicht van de rollator. In figuur 5a is gerekend met de volgende waarden. De gebruiker oefent een belasting (Fg) van 700 N. uit. De wielbasis van de rollator en de afstand tussen de handvatten bedraagt 60 cm. De rollator weegt 10 kg (Fr = 100N). en het zwaartepunt bevindt zich midden tussen de achterwielen (a = 30 cm). De handvatten staan op 80 cm hoogte. De rollator dreigt te kantelen indien het moment uitgeoefend door de gebruiker gelijk is aan het moment dat de het gewicht van de rollator kan leveren. Dit moment bedraagt maximaal 30 Nm. Het lichaamsgewicht oefent een zevenmaal grotere kracht uit dan het gewicht van de rollator. Dit betekent dat de limietsituatie, waarin nog evenwicht kan bestaan, bereikt wordt zodra de momentsarm van deze kracht (b) 4,3 cm bedraagt (zeven maal kleiner dan de afstand van het zwaartepunt van de rollator tot het kantelpunt). Dit gebeurt al bij een hoek van de kracht met de verticaal van ongeveer 3E. Indien de handvatten binnen het steunvlak projecteren wordt de situatie in het frontale vlak natuurlijk gunstiger. In figuur 5b projecteren de handvatten 5 cm. binnen de wielbasis. Het lichaamsgewicht kan nu onder een hoek van 3,5E staan, zonder dat er een kantelend moment ontstaat. De rollator dreigt in dit geval te kantelen bij een hoek van 6,6E. Figuur 5a en b. Analyse van het steunen op een rol- lator in het h frontale

5 vlak (verdere verklaring in de tekst). Een rollator kan niet zuiver zijwaarts wegrijden, maar kan natuurlijk wel roteren op een (longitudinale) as loodrecht op de vloer. Een kracht in het frontale vlak zou dus een roterend moment op de rollator uit kunnen oefenen waardoor de rollator toch nog verplaatst, ondanks het feit dat de uitgeoefende krachten binnen de hierboven berekende grenzen blijven. We komen hier later op terug bij de bespreking van het draaipunt van de rollator. Belasting van de onderste extremiteit tijdens het gaan Alvorens in te gaan op de ontlasting van de onderste extremiteit door middel van een rollator, kijken we eerst naar de krachten die inwerken tijdens het gaan. Het voert, in het kader van dit artikel, te ver om een gedetailleerde analyse te plegen van de belastingen van spieren en gewrichten ten gevolge van de heersende momenten tijdens het gaan. Noodzakelijke spieracties rond gewrichten maken dat de compressiekrachten in gewrichten tot ver boven het lichaamsgewicht op kunnen lopen. We zullen ons beperken tot een analyse van de grondreactiekrachten tijdens het gaan en de mate waarin die kunnen worden overgedragen op het loophulpmiddel. Indien iemand stilstaat in een symmetrisch houding zal elk been ongeveer de helft van het lichaamsgewicht dragen. Bij stand op één been draagt het standbeen het gehele lichaamsgewicht (figuur 6). Figuur 6a en b. Verdeling van de reactiekracht bij stand op twee benen (a) en één been (b). Geldt dit ook voor het gaan? Is het daar ook zo dat in de unipedale fase het lichaamsgewicht op het standbeen inwerkt en tijdens de bipedale fasen de helft van dat gewicht per been? Het antwoord is nee, de zaak blijkt bij het gaan wat gecompliceerder te liggen. In figuur 7 wordt een grafiek getoond waarin de verticale en de voor-achterwaartse component van de grondreactiekracht (de kracht van de vloer op de voet) tijdens het gaan wordt getoond. Op de verticaal staat de heersende kracht uitgedrukt De verticale krachten op de voet blijken in de bipedale fasen (aan het begin en het eind van de standfase) aanzienlijk meer dan de helft van het lichaamsgewicht te bedragen. In de unipedale fase lopen de krachten aanvankelijk nog verder op om vervolgens tot onder het niveau van het lichaamsgewicht te dalen. Voor wat betreft de grondreactiekrachten is staan dus duidelijk iets anders dan gaan. Figuur 7 Voet reactiekrachten tijdens de gangcyclus in verticale en voor- ach- terwaartse richting. (Overge genomen van de website Clinical Gait Analysis (1) ).

6 Het verschil wordt veroorzaakt door de versnellingen die het lichaam tijdens het gaan ondergaat. Het effect van deze veranderingen van snelheid op de reactiekracht kunt u eenvoudig waarnemen door op een personenweegschaal te gaan staan en snel door de knieën te zakken. De weegschaal geeft een gewicht aan dat lager is dan uw werkelijke gewicht. Indien u zich afzet voor een sprong vanaf de weegschaal zal de schaal juist een hogere waarde aangeven. Dergelijke effecten treden bij het gaan ook op en zijn verantwoordelijk voor de fluctuaties in de grootte van de verticale component van de reactiekracht. Een tweede verschil is de aanwezigheid van een voor- achterwaartse component in de kracht. Vanaf hielcontact tot midstance heerst er een achterwaartse kracht op de voet die past bij een afname van de voorwaartse snelheid van het lichaam terwijl de voorwaartse component (van midstance tot toe-off) duidt op een voorwaartse versnelling. Er bestaat tevens een geringe naar mediaal gerichte component in de krachtrichting maar die laten we hier buiten beschouwing. In figuur 8 wordt een zogenaamd Pedotti diagram getoond (genoemd naar de Italiaanse Prof. Antonio Pedotti die een dergelijk diagram als eerste gebruikte in een publicatie (2) ). Figuur 8 Pedotti Diagram. am. (Overgenomen van de website Biomechanics, a glossary of terms (3) ). Verdere verklaring in de tekst. In dit diagram worden de richting en grootte van de reactiekracht getoond in het sagittale vlak. De getoonde vector is samengesteld op basis van de gemeten voor-achterwaartse en verticale reactiekrachten. De optredende reactiekrachten tijdens het gaan zijn afhankelijk van de gangsnelheid. In figuur 9 worden de verticale reactiekrachten bij drie verschillende gangsnelheden (oplopend van a naar c) weergegeven. De eerste piek in de gangsnelheid (na hielcontact) blijkt duidelijk toe te nemen bij toename van de snelheid. Voor de tweede piek (gerelateerd aan de afzetfase) geldt dat vooral indien we snelheid a en b vergelijken. Opvallend is dat de reactiekracht op de voeten bij toename van de gangsnelheid in een bepaald deel van de standfase ook afneemt. De daling van de reactiekracht midden in de unipedale fase is het gevolg van centrifugale effecten. Het lichaam roteert bij toename van de gangsnelheid steeds sneller over het standbeen, waardoor de centrifugale effecten die de reactiekracht reduceren aan invloed winnen. Figuur 9a t/m c. Effect van de gangsnelheid op de voetreactiekrachten. (Overgenomen van de web- site History of the Study of Locomotion (2) ). Reactiekrachten loophulpmiddelen en

7 De onderste extremiteit kan worden ontlast met behulp van een loophulpmiddel indien de reactiekrachten die bij het gaan optreden niet via de voeten het lichaam binnenkomen maar via het loophulpmiddel direct worden doorgeleid naar de bovenste extremiteit. In figuur 10 worden drie fasen uit de gangcyclus getoond (hielcontact, midstance en toe off) met de bijbehorende richting van de reactiekracht op de rechter voet. Figuur 10a t/m c. Richting van de voetreactie- krachten tijdens de gangcyclus. Om de verschillen tussen de rollator en elleboogkrukken direct duidelijk te maken zullen we het gangbeeld bekijken bij een volledige ontlasting van het rechter been. De verschillen die daarbij aan het licht komen gelden ook voor partiële ontlasting van het been. Een volledige ontlasting van het getoonde rechter been is mogelijk indien het loophulpmiddel de in figuur 10 weergegeven krachten op kan nemen. Op het moment van hielcontact staat de reactiekracht schuin op de vloer. Een loophulpmiddel kan een dergelijke kracht uitsluitend opnemen indien de horizontale component van de reactiekracht door wrijving op de onderlaag wordt gerealiseerd. Met elleboogkrukken voorzien van een rubberen dop is dit mogelijk (figuur 11a). De gebruiker kan schuin voorwaarts op de kruk leunen zonder dat de kruk wegschuift. Bij een rollator is dit onmogelijk. De rolweerstand van een rollator is veel kleiner dan de wrijvingsweerstand van een kruk of stok op de vloer. Dit betekent dat zelfs bij een zeer geringe voorwaartse kracht de rollator al weg zal rollen (figuur 11b). Figuur 11a en b. Steunen op elleboogkrukken bij >hielcontact rechts= vergeleken met steunen op een rollator. Verdere verklaring in de tekst. De rollator kan dus alleen gebruikt worden om de verticale component van de reactiekracht op te nemen. Laten we eens aannemen dat een gebruiker dit inderdaad probeert te doen. In figuur 12 vergelijken we het tijdens hielcontact volledig ontlasten van het rechter been met behulp van een elleboogkruk met het gebruik van een rollator in die fase. De stippellijn geeft de werklijn weer van de reactiekracht op het loophulpmiddel. Aangezien een rollator uitsluitend verticaal

8 belast kan worden is de richting van de reactiekracht op het hulpmiddel in beide situaties verschillend. Indien we de momenten vergelijken die in beide gevallen heersen rond schouder en elleboog valt direct op dat de noodzakelijke momenten bij het verticaal belasten van de rollator aanzienlijk groter zijn. Nog veel moeizamer (feitelijk zelfs onmogelijk) wordt het om de rollator in de midstance te gebruiken om het been te ontlasten. Figuur 12a en b. Noodzakelijke momenten rond elleboog en schouder vergeleken. Verdere re verkla- ring in de tekst. In de midstance fase (van het niet belaste rechter been) verkeert het linker been in de zwaaifase. In deze fase rust, bij een volledige ontlasting van het rechter been, het lichaam dus in zijn geheel op het loophulpmiddel. Met elleboogkrukken is dit mogelijk omdat het lichaamszwaartepunt in de fase daarvoor voldoende voorwaarts versneld is. In de fase waarin het lichaam geheel ondersteund moet worden door de krukken zwaait het lichaam naar de krukken toe en er doorheen (figuur 13). Deze techniek staat bekend als >swing through=. Figuur 13a t/m d. Stadia tijdens het gaan met elleboogkrukken volgens de zogenaamde >swing through= methode. De reactiekracht op de krukken staat hierbij eerst schuin achterwaarts en aan het eind van de swing schuin voorwaarts gericht. De werklijn van de reactiekracht blijft min of meer hetzelfde verloop houden ten opzichte van de elleboog en schouder omdat de arm met de kruk mee kantelt. Een dergelijke uitvoering is onmogelijk met een rollator. Een rollator verplaatst mee met de gebruiker. De positie van de gebruiker ten opzichte van het hulpmiddel blijft dus in de diverse stadia van de gangcyclus vrijwel ongewijzigd. Zoals al eerder werd getoond, dient de uitgeoefende kracht op de rollator steeds verticaal te zijn. Ook in de fase waarin het lichaam in zijn geheel ondersteund moet worden. Bij de gangbare positie van de gebruiker ten opzichte van de rollator is dit onmogelijk (figuur 14). In figuur 14 a verkeert de gebruiker in de midstance fase van het rechter been. Indien hij dit been volledig zou willen ontlasten ontstaat een situatie zoals getoond in figuur 14b. Indien de gebruiker zou proberen om het lichaamsgewicht volledig op de rollator over te dragen zou deze samen met de gebruiker onvermijdelijk achteroverkantelen. Het gemeenschappelijke zwaartepunt van gebruiker en rollator valt namelijk achter het steunvlak van de rollator. Indien een volledige ontlasting van het been noodzakelijk is, kan met een rollator

9 uitsluitend wat gehinkeld worden zoals dat ook zonder loophulpmiddel natuurlijk mogelijk is. Ook bij een partiële ontlasting van het been geldt dat de krachten op de rollator steeds zuiver verticaal gericht moeten blijven hetgeen bij een ontlasting van enige betekenis al snel tot enorme momenten rond schouder en elleboog zal leiden. Figuur 14a en b. Het volledig ont- lasten van beide benen is bij de gebruikelijke po- sitie van de ge- bruiker onmoge ge- lijk. Positie van de gebruiker ten opzichte van de rollator Zoals uit bovenstaande analyses blijkt, verkeert de gebruiker in een ongunstige positie ten opzichte van de rollator om het loophulpmiddel effectief te kunnen inzetten bij het ontlasten van het been. De noodzakelijke momenten rond de bovenste extremiteit zouden aanzienlijk gereduceerd kunnen worden indien de gebruiker niet achter de rollator zou lopen maar er in (figuur 15). Figuur 15a en b. Indien de gebrui brui- ker verder in de rollator lator zou lo- pen wordt het ontlas lasten van de onder derste extre- miteit veel beter uitvoer voerbaar. De bouw van een rollator is daar echter duidelijk niet op afgestemd. Zitjes en boodschappenmandjes maken een dergelijke positie van de gebruiker onmogelijk. In de revalidatie wordt het principe

10 wel toegepast bij de zogenaamde loopwagens (figuur 16). In een dergelijk hulpmiddel is het mogelijk om het volledige lichaamsgewicht via de armen of eventueel via andere voorzieningen als okselsteunen of een zithulp op de loopwagen over te dragen. De belasting van de onderste extremiteit kan zich in dergelijke gevallen beperken tot het leveren van propulsiekrachten die nodig zijn om het loophulpmiddel te verplaatsen. De vraag is waarom dit principe ook niet in een rollator wordt toegepast. Het antwoord op die vraag is gelegen in het stuurgedrag van het hulpmiddel. In figuur 16 is te zien dat de loopwagen voorzien is van een viertal zwenkwielen. Een loophulpmiddel met vier zwenkwielen kan om elk willekeurig punt draaien. Figuur 16a en b. Verschillende soor- ten loop opwagens. Een hulpmiddel met twee zwenkwielen kent echter beperkingen in de mogelijke positie van het draaipunt. Het draaipunt van een rollator met twee vaste wielen ligt altijd ergens op de verbindingslijn van de contactpunten van de twee vaste wielen (figuur 17).

11 Figuur 17a t/m d. a en b: Rotatie van de rollator om een as midden tussen de achterwielen. c en d: Rotatie van de rollator om een as rechts van het rechter achterwiel. In figuur 18a wordt een gebruiker getoond die tussen de twee vaste wielen van de rollator staat. In figuur 18b is de gebruiker samen met de rolator om zijn lengte-as rechtsom geroteerd. De positie van de gebruiker ten opzichte van de rollator is hierbij niet gewijzigd. Een en ander is mogelijk omdat de rotatie-assen van het hulpmiddel en de gebruiker in dit geval samen kunnen vallen. De gebruiker staat immers op de verbindingslijn van de vaste wielen waar de mogelijke draaipunten van de rollator eveneens liggen.. In figuur 18c staat de gebruiker zodanig ver naar achter ten opzichte van de rollator dat hij nog net de handvatten bereiken kan. Bij een rotatie van deze gebruiker om zijn lengte-as is het onmogelijk om de positie ten opzichte van de rollator ongewijzigd te laten (figuur 18d). Figuur 18a t/m d. a en b: Indien de gebruiker zich bevindt tussen de vaste wielen is rotatie om de lengte te-as van de ge- bruiker moge gelijk zonder standsver veran anderingen ten opzichte van de rollator. lator. c en d: Indien niet aan de- ze voorwaarde is voldaan zal een rotatie van de ge- bruiker om zijn lengte te-as leiden tot standsverande verande- ringen ten opzichte van de rollator.

12 Het effect van een positie van de gebruiker vóór de vaste wielen wordt modelmatig getoond in figuur 19. In figuur 19a zijn de rotatiepunten van gebruiker en rollator weergegeven. In figuur 19b zijn zowel de rollator als de gebruiker 30 graden rechtsom geroteerd om hun respectievelijke draaipunt. Zoals uit de figuur duidelijk blijkt verplaatsen de rollator en de gebruiker daarbij onvermijdelijk ten opzichte van elkaar. Om dit te voorkomen moet de gebruiker zich aanpassen aan het stuurgedrag van zijn rollator en eveneens draaien om een punt dat ligt op de lijn van mogelijke draaipunten die rollator hem oplegt. In figuur 19c is dat het geval. Door wat zijwaarts te verstappen tijdens het draaien blijft de gebruiker in een ongewijzigde positie ten opzichte van het looprek. Figuur 19a t/m c. Modelmatige voorstel stelling ling van de gevolgen van een positie van de gebruiker vóór de vaste wielen. In het dagelijks gebruik zal er niet altijd sprake zijn van een rotatie >op de plaats=, maar worden er al wandelend bochten in een parcours genomen. De draaipunten die een wandelaar tijdens het lopen van een bocht bij voorkeur kiest, zullen liggen op een lijn loodrecht op zijn momentane (voorwaartse) verplaatsingsrichting (figuur 20). Figuur 20 Ligging van het draaipunt bij het lopen van een bocht. De rollator dient aan te kunnen sluiten bij deze ligging van het draaipunt. Indien de rollator vier zwenkwielen bezit is dat bij elke

13 positie van de gebruiker in het rek mogelijk. Bij een rollator met vaste wielen ligt dat anders. In dat geval betekent dit dat de verbindingslijn van de vaste wielen van de rollator dient te verlopen door dit voorkeursdraaipunt van de gebruiker in de bocht. Dit laatste is mogelijk indien de gebruiker een zodanige positie ten opzichte van het looprek heeft dat hij de voeten tijdens het maken van stappen kan plaatsen op, of dicht in de buurt van, de verbindingslijn van de vaste wielen. Situaties waarin niet aan deze voorwaarde wordt voldaan zijn minder wenselijk. Wellicht kent u het gedrag van winkelwagens zoals die in grotere bouwmarkten te vinden zijn: De vaste wielen bevinden zich aan de voorzijde. Dit dwingt de gebruiker een ongebruikelijk ver uitzwenkende baan op bij het maken van bochten. Indien de gebruiker zich bevindt op de verbindingslijn van de vaste wielen heeft dit eveneens voordelen voor de stabiliteit van de rollator in het frontale vlak. Indien de gebruiker zijwaarts kracht uitoefent op de handvatten zal de rollator niet roteren (om een longitudinale as) indien de kracht de rotatie-as van de rollator snijdt. Dit laatste is het geval indien de handvatten zich boven de (vaste) achterwielen bevinden. Indien de handvatten voor- of achter de achterwielen projecteren, zal een zijwaarts uitgeoefende kracht altijd een moment om de longitudinale as van de rollator opleveren. Een kracht die geen moment oplevert rond de longitudinale as van de rollator moet in dat geval altijd tevens een voor- of achterwaartse component bezitten. Indien de gebruiker in die richting zou steunen op de rollator zal deze welliswaar niet roteren, maar wel voor of achteruit willen rollen. Discussie Bovenstaande analyse maakt duidelijk dat er tegenstrijdige eisen worden gesteld bij het optimale gebruik van een rollator. Voor het ondersteunen van het lichaam is een positie van de gebruiker in het looprek (tussen de voor en achterwielen) het meest ideaal. Maar voor het comfortabel manoeuvreren en de beste stabiliteit bij zijwaartse krachten dient de gebruiker zich echter in de buurt van de vaste achterwielen te bevinden. Een mogelijke oplossing voor zou kunnen liggen in het uitvoeren van de rollator met vier zwenkwielen. Deze oplossing heeft echter ook weer nadelen. Een rollator voorzien van vier zwenkwielen heeft ten opzichte van de vloer drie vrijheden. Een dergelijke rollator kan voor/achterwaarts en zijwaarts transleren en tevens roteren. De traditionele rollator bezit een vrijheidsgraad minder (zijwaartse translatie is niet mogelijk). Hoe minder vrijheidsgraden de rollator ten opzichte van de vloer bezit, hoe eenvoudiger de besturing voor de gebruiker wordt. In het algemeen kan namelijk worden gesteld dat een motorische taak eenvoudiger wordt naarmate het aantal vrijheidsgraden dat gecontroleerd moet worden geringer is. Het voordeel dat een rollator de gebruiker biedt is wellicht ook het best te duiden met behulp van een vrijheidsgraden analyse. Zonder loophulpmiddel bezit het lichaam ten opzichte van de wereld zes vrijheidsgraden die de betreffende persoon door zorgvuldige besturing van zijn lichaam dient te controleren. Het lichaam kan om drie assen roteren (voor- en achterover vallen, zijwaarts vallen en roteren om zijn lengte-as) en langs drie assen transleren (voor-en achterwaarts verplaatsen, zijwaarts verplaatsen en omlaag verplaatsen). Met deze laatste vrijheidsgraad bedoelen we de mogelijkheid om door de knieën te zakken. Gewapend met een rollator worden een aantal van de genoemde vrijheden van het lichaam in wisselende mate beperkt. Een zuiver zijwaartse verplaatsing is met een rollator bijvoorbeeld niet mogelijk. Kantelingen in het frontale en sagittale vlak worden ook enigszins beperkt. Het is veel meer deze reductie van vrijheidsgraden die het gaan met de rollator eenvoudiger maakt dan de ontlasting van de onderste extremiteit die ermee bereikt kan worden. Een reductie van vrijheidsgraden heeft natuurlijk ook een keerzijde. Een gebruiker van een rollator heeft in een drukke winkelstraat bijvoorbeeld meer moeite om tegemoetkomend publiek te ontwijken. Een stapje opzij is er namelijk niet bij. Gebruikers die voordeel ondervinden van dit loophulpmiddel zijn mensen die niet al te ernstige sturingsproblematiek ondervinden zoals een lichte ataxie of andere vormen van onzekerheid in het gaan (vaak zonder aanwijsbare neurologische oorzaken). Een aardige vergelijking is te maken met het jonge kind dat net leert lopen (figuur 21). In een bepaald stadium van dit proces is de hulp van een blokkenwagen of ander stuk rollend speelgoed net voldoende om, zonder hulp van vader of moeder, de overkant van de kamer te halen. Figuur 21

14 De kinderrollator. LITERATUUR 1. Website Clinical Gait Analysis: 2. Website History of the Study of Locomotion 3. Website Biomechanics, a glossary of terms:

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): H. Oonk Titel: De rollator Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Oonk Titel: De rollator Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Oonk Titel: De rollator Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 98-105 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-)

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp ) Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het meten van de bekkenrotatie tijdens het gaan op een tapis roulant Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 291-297 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322) Auteur(s): Titel: A. Lagerberg De beperkte schouder. Functie-analyse van het art. humeri met behulp van een röntgenfoto Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 149-160 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt. Uitwerkingen 1 Opgave 1 Het aangrijpingspunt van een kracht is de plaats waar de kracht op het voorwerp werkt. De werklijn van een kracht is de denkbeeldige (rechte) lijn die samenvalt met de bijbehorende

Nadere informatie

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Bewegen is relatief Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg. 2006, no 1. (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg. 2006, no 1. (pp ) Auteur(s): R.J. Gebuis, P. van den Hoogen Titel: Ontwerp van een enkel_voet orthese: een andere benadering Jaargang: 24 Jaartal: 2006 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 7-15 7 Deze online uitgave

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 203-217 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 238-256 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo

Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo Samenvatting door N. 1441 woorden 9 oktober 2012 7,6 27 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova PARAGRAAF 1; KRACHT Krachten herkennen

Nadere informatie

Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76

Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76 Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren.

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren. 3.1 + 3.2 Kracht is een vectorgrootheid Kracht is een vectorgrootheid 1 : een grootheid met een grootte én een richting. Bij het tekenen van een krachtpijl geldt: De pijl begint in het aangrijpingspunt

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: Omdraaien (1) Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 219-232 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp ) Auteur(s): H. Faber Titel: Immobilisatie en contracturen: stijve gewrichten, een slap verhaal Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 287-292 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg 2006, no.2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg 2006, no.2 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Haastige spoed.. efficiënt verhogen van de gangsnelheid Jaargang: 24 Jaartal: 2006 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 71-81 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een

Nadere informatie

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M.

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M. Inhoud... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10 1/10 HAVO In de modules Beweging en Krachten hebben we vooral naar rechtlijnige bewegingen gekeken. In de praktijk

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Duchenne zonder duchennen Jaargang: 28 Maand: juli Jaartal: 2010

Auteur(s): H. Faber Titel: Duchenne zonder duchennen Jaargang: 28 Maand: juli Jaartal: 2010 Auteur(s): H. Faber Titel: Duchenne zonder duchennen Jaargang: 28 Maand: juli Jaartal: 2010 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve

Nadere informatie

Bewerkingen met krachten

Bewerkingen met krachten 21 Bewerkingen met krachten Opgeloste Vraagstukken 2.1. Bepaal het moment van de kracht van 2N uir Fig. 2-3 rond het punt O. Laat de loodrechte OD neer vanuit O op de rechte waarlangs de kracht van 2N

Nadere informatie

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 134-149 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,

Nadere informatie

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2). HOOFDSTUK OOFDSTUK 4: K NATUURKUNDE KLAS 4 4: KRACHT EN ARBEID RBEID 16/5/2011 Totaal te behalen: 33 punten. Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Opgave 0: Bereken op je rekenmachine

Nadere informatie

De 11+ Een compleet warming-up programma

De 11+ Een compleet warming-up programma De 11+ Een compleet warming-up programma Deel 1 & 3 A A }6m Deel 2 B A: Hardlopen B: Jog terug B! ORGANISATIE A: Running OP HET exercise VELD B: Jog back Het parcours bestaat uit 6 paren evenwijdig geplaatste

Nadere informatie

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills Mechanica evenwicht en reactiekrachten November 2015 Theaterschool OTT-1 1 Stelsels van krachten Doel: het vereenvoudigen van een stelsel van meerdere krachten en momenten (paragraaf 4,7 en 4,8) November

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Kracht, richting en diagnostiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Kracht, richting en diagnostiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Kracht, richting en diagnostiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 082-107 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 6 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Opstaan en heupmobiliteit Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 353-375 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Vraag januari 2014, 13u30 r-nummer:... naam:...

Vraag januari 2014, 13u30 r-nummer:... naam:... 1 24 januari 2014, 13u30 r-nummer:... naam:... Vraag 1 Een mobiele torenkraan is verplaatsbaar op een spoor (loodrecht op het vlak van de figuur). De giek (het horizontale deel bovenaan de kraan) kan zwenken

Nadere informatie

Examen H1B0 Toegepaste Mechanica 1

Examen H1B0 Toegepaste Mechanica 1 16 augustus 2010, 8u30 naam :................................... Examen H1B0 Toegepaste Mechanica 1 Het verloop van het examen Uiterlijk om 12u30 geeft iedereen af. Lees de vragen grondig. De vraag begrijpen

Nadere informatie

20-8-2015. Beginselen van gangbeeldanalyse. Disclosure. Symposium Loopproblemen bij CP Revalidatie Friesland. Ilse Oosterom

20-8-2015. Beginselen van gangbeeldanalyse. Disclosure. Symposium Loopproblemen bij CP Revalidatie Friesland. Ilse Oosterom Beginselen van gangbeeldanalyse Symposium Loopproblemen bij CP Revalidatie Friesland Ilse Oosterom Kinderfysiotherapeut/docent KNR Myrthe Schwartz Fysiotherapeut/bewegingswetenschapper/ gangbeeldanalist

Nadere informatie

Theory Dutch (Netherlands) Lees eerst de algemene instructies uit de aparte enveloppe voordat je begint met deze opgave.

Theory Dutch (Netherlands) Lees eerst de algemene instructies uit de aparte enveloppe voordat je begint met deze opgave. Q1-1 Twee problemen uit de Mechanica (10 punten) Lees eerst de algemene instructies uit de aparte enveloppe voordat je begint met deze opgave. Deel A. De verborgen schijf (3.5 punten) We beschouwen een

Nadere informatie

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen - 31 - Krachten 1. Voorbeelden Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen 2. Definitie Krachten herken je aan hun werking, aan wat ze veranderen of

Nadere informatie

Hoe krijgen we voldoende schaatstechniek om deze kracht de juiste richting n.l. naar het ijs te sturen?

Hoe krijgen we voldoende schaatstechniek om deze kracht de juiste richting n.l. naar het ijs te sturen? Het schaatsen van de bocht deel 2 door Aitske Ruben De techniek We weten nu (zie deel 1) dat we een kracht nodig hebben om ons van onze rechte lijn af te laten wijken en ons de bocht door te duwen De volgende

Nadere informatie

zwaartekracht (N of kn) Dus moeten we Fz bepalen dat kan alleen als we de massa weten. Want

zwaartekracht (N of kn) Dus moeten we Fz bepalen dat kan alleen als we de massa weten. Want Sterkteberekening Dissel berekenen op afschuiving. Uitleg over de methode Om de dissel te berekenen op afschuiving moet men weten welke kracht de trekker kan uitoefenen op de bloemkoolmachine. Daarvoor

Nadere informatie

Uitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug

Uitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Houding Low load o o o Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Kantel je bekken naar achter en vlak hierdoor je rug af Kantel je bekken naar voor en maak hierdoor je rug hol Enkel

Nadere informatie

Suggesties voor demo s krachten

Suggesties voor demo s krachten Suggesties voor demo s krachten Paragraaf 1 Demo kracht verschuiven langs werklijn Neem een houten schijf die om het draaipunt kan roteren. Op de schijf zitten schroefjes waar gewichtjes aan kunnen hangen.

Nadere informatie

Vaardigheidstesten. Inline skaten

Vaardigheidstesten. Inline skaten Vaardigheidstesten Inline skaten 1 Inhoud Begrippenlijst Schaatsen en Inline skaten... 3 Niveau 1 inline skaten... 5 Niveau 2 inline skaten... 6 Niveau 3 inline skaten... 7 Niveau 4 inline skaten... 8

Nadere informatie

Handleiding MultiMotion Trollimaster

Handleiding MultiMotion Trollimaster Handleiding MultiMotion Trollimaster 1 Algemene toelichting op uw rollator U heeft zojuist een opvouwbare, lichtgewicht rollator gekocht. Deze rollator is bedoeld voor gebruik binnens- en buitenshuis en

Nadere informatie

Naam: Klas: Practicum veerconstante

Naam: Klas: Practicum veerconstante Naam: Klas: Practicum veerconstante stap Bouw de opstelling zoals hiernaast is weergegeven. stap 2 Hang achtereenvolgens verschillende massa's aan een spiraalveer en meet bij elke massa de veerlengte in

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting door R. 2564 woorden 31 januari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Subdomein C1. Kracht en beweging Specificatie De kandidaat

Nadere informatie

jaar: 1990 nummer: 06

jaar: 1990 nummer: 06 jaar: 1990 nummer: 06 In een wagentje zweeft een ballon aan een koord en hangt een metalen kogel via een touw aan het dak (zie figuur). Het wagentje versnelt in de richting en in de zin aangegeven door

Nadere informatie

Tentamen io1031 Product in werking (vragen) vrijdag 26 augustus 2011; 14:00 17:00 uur

Tentamen io1031 Product in werking (vragen) vrijdag 26 augustus 2011; 14:00 17:00 uur Tentamen io1031 Product in werking (vragen) vrijdag 26 augustus 2011; 14:00 17:00 uur Mededelingen Dit tentamen bestaat uit 4 bladzijden. De LAATSTE zes vragen (samen maximaal 5 punten) zijn zogenaamde

Nadere informatie

Begeleidend schrijven bij de cursus "Het tillen van jonge kinderen"

Begeleidend schrijven bij de cursus Het tillen van jonge kinderen Begeleidend schrijven bij de cursus "Het tillen van jonge kinderen" Inleiding Het uitgangspunt van de tilinstructie is de belasting voor de ouders/verzorgers zo gering mogelijk te houden, zodat rugklachten

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,12e jrg 1994, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,12e jrg 1994, no. 6 (pp ) Auteur(s): Lagerberg A Titel: Ganganalyse: de beperkingen van de visuele waarneming Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 312-322 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo rillingen http://nl.wikipedia.org/wiki/bestand:simple_harmonic_oscillator.gif http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/7/74/simple_harmonic_motion_animation.gif Samenvatting bladzijde 110: rilling

Nadere informatie

I. BEWEGI GE E ASSE STELSELS

I. BEWEGI GE E ASSE STELSELS I. BEWEGI GE E ASSE STELSELS Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een lijn, een vlak

Nadere informatie

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30 TENTAMEN DYNAMICA (14030) 9 januari 010, 9:00-1:30 Verzoek: begin de beantwoording van een nieuwe vraag op een nieuwe pagina. En schrijf duidelijk: alleen leesbaar en verzorgd werk kan worden nagekeken.

Nadere informatie

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg Mkv Dynamica 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg 2 /3 g 5 /6 g 1 /6 g 1 /5 g 2 kg 2. Variant1: Een wagentje met massa m1

Nadere informatie

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp )

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, F. Krijgsman, A. Lagerberg Titel: De effektiviteit van borst- en buikademhaling Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 202-215 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 10e jrg 1992, no. 1 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 10e jrg 1992, no. 1 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, E. Koes, F. Krijgsman Titel: Kompensaties bij de beperkte heupextensie. Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer:1 Oorspronkelijke paginanummers: 24-51 Deze online uitgave

Nadere informatie

Naam: Repetitie krachten 1 t/m 5 3 HAVO. OPGAVE 1 Je tekent een 8 cm lange pijl bij een schaal van 3 N 5 cm. Hoe groot is de kracht?

Naam: Repetitie krachten 1 t/m 5 3 HAVO. OPGAVE 1 Je tekent een 8 cm lange pijl bij een schaal van 3 N 5 cm. Hoe groot is de kracht? Naam: Repetitie krachten 1 t/m 5 3 HAVO OPGAVE 1 Je tekent een 8 cm lange pijl bij een schaal van 3 N 5 cm. Hoe groot is de kracht? Je tekent een kracht van 18 N bij een schaal van 7 N 3 cm. Hoe lang is

Nadere informatie

Het Rotatievlak een platte oplossing voor een ruimtelijk probleem Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Het Rotatievlak een platte oplossing voor een ruimtelijk probleem Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Titel: Faber H, Lagerberg A Het Rotatievlak een platte oplossing voor een ruimtelijk probleem Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 329-353 Deze online uitgave

Nadere informatie

Minimalistisch, actief Scandinavisch design

Minimalistisch, actief Scandinavisch design DE TRAP ASSISTENT Minimalistisch, actief Scandinavisch design Eindelijk kan ik weer zelfstandig traplopen - Man, met behulp van Fysiotherapie, herstellende van een beroerte De Assistep is een hulpmiddel

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Instructies en oefeningen voor de speedladder

Instructies en oefeningen voor de speedladder www.medipreventiecentrum.nl Instructies en oefeningen voor de speedladder Persoonlijk en deskundig advies Vóór 6 uur besteld, morgen in huis Geachte klant, Gefeliciteerd met uw aanschaf van de speedladder

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 251-260 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING

GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING SPIERVERSTEVIGENDE OEFENINGEN Start voor alle oefeningen met de rug in neutrale positie (lage rug lichtjes hol) + basisspanning corset spieren

Nadere informatie

De kickbike en het steppen als onderzoeksonderwerp voor studenten (deel 1)

De kickbike en het steppen als onderzoeksonderwerp voor studenten (deel 1) De kickbike en het steppen als onderzoeksonderwerp voor studenten (deel 1) In het AM 1 van dit jaar berichtte ik u al over twee lopende onderzoeksprojecten van studenten van de Hbo-opleidingen Bewegingstechnologie

Nadere informatie

Rijtechniek Springen. Fases van de sprong en verlichte zit

Rijtechniek Springen. Fases van de sprong en verlichte zit Rijtechniek Springen p Fases van de sprong en verlichte zit Doelstelling van de les De student kan de verschillende fases van de sprong benoemen en herkennen. De student kan aangeven hoe de houding van

Nadere informatie

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013 TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4 Toegestane hulpmiddelen: Binas + (gr) rekenmachine Bijlagen: 2 blz Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

Nadere informatie

Het recht vooruit schaatsen

Het recht vooruit schaatsen Het recht vooruit schaatsen door Aitske Ruben Het allereerste begin! Bij het recht vooruit schaatsen, kunnen we de techniek onderverdelen in de volgende punten: De schaatscurve, de houding, het evenwicht,

Nadere informatie

Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair

Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Thijs Hartveld Stagiair McRoberts Opleiding Bewegingstechnologie Den Haag Februari 2013 Achtergrond Veldon VelDon is gestart met een dynamisch

Nadere informatie

6b. Naar knieënstand. 6c. Naar zijwaartse zit en lig. Steun op uw handen en ga rustig op uw zij liggen Sta via oefening 7 veilig op vanaf de grond

6b. Naar knieënstand. 6c. Naar zijwaartse zit en lig. Steun op uw handen en ga rustig op uw zij liggen Sta via oefening 7 veilig op vanaf de grond 6b. Naar knieënstand 6c. Naar zijwaartse zit en lig Kom in schuttershouding (zie voorgaande oefening) Ga naar knieënstand Kom vervolgens via schuttershouding tot stand (zie voorgaande oefening) Ga via

Nadere informatie

Fietsen Martijn Carol TCT 2008

Fietsen Martijn Carol TCT 2008 Fietsen Martijn Carol TCT 2008 Inhoud Voorwoord... 2 Fietsafstelling... 4 Comfort... 5 Weerstand... 6 Frontaal... 7 Drag... 8 Vermogen en Efficiëntie... 9 Techniektraining... 10 Trapbeweging... 10 Rechtuit,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119) Auteur(s): A.Lagerberg Titel: Mobiliteitsmetingen met behulp van digitale fotografie. Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 103-119 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Adviezen ter preventie van bekkenklachten

Adviezen ter preventie van bekkenklachten Adviezen ter preventie van bekkenklachten Verdeel uw activiteiten over de dag en neem van tijd tot tijd rust. Beperk het traplopen; u kunt traplopen door de voet bij te trekken. Neem een goede hoge stoel

Nadere informatie

5. Hangende lage steun of hangende trekslag

5. Hangende lage steun of hangende trekslag 5. Hangende lage steun of hangende trekslag Een lage steun waarbij je in de buitenbocht hangt (dus dat je de kanokant aan de binnenbocht omhoog trekt) is effectiever als je een bocht wilt maken dan de

Nadere informatie

3.5 t/m 3.7 ΟΣ ΜΟΙ ΠΟΥ ΣΤΩ ΚΑΙ ΚΙΝΩ ΤΗΝ ΓΗΝ 1

3.5 t/m 3.7 ΟΣ ΜΟΙ ΠΟΥ ΣΤΩ ΚΑΙ ΚΙΝΩ ΤΗΝ ΓΗΝ 1 3.5 t/m 3.7 ΟΣ ΜΟΙ ΠΟΥ ΣΤΩ ΚΑΙ ΚΙΝΩ ΤΗΝ ΓΗΝ 1 Zie: http://www.math.nyu.edu/~crorres/archimedes/contents.html Archimedes begreep dat met een kleine kracht een zwaar voorwerp kan worden opgetild. Daartoe

Nadere informatie

Trainersrichtlijn Der Utrechtse Studenten Schaats Vereniging Softijs

Trainersrichtlijn Der Utrechtse Studenten Schaats Vereniging Softijs Trainersrichtlijn 2013-2014 Der Utrechtse Studenten Schaats Vereniging Softijs Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Gebruik lichaam Blz. 4 Afzet Blz. 8 Plaatsen Blz. 10 Valbeweging Blz. 11 Bocht Blz. 12 Trainingsvormen

Nadere informatie

Welk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden?

Welk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden? jaar: 1989 nummer: 16 Welk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden? o a. (5N, 5N, 15N) o b. (5N, 1ON, 20N) o c. (10N, 15N, 20N) o d. iedere bovenstaande

Nadere informatie

Begripsvragen: kracht en krachtmoment

Begripsvragen: kracht en krachtmoment Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: kracht en krachtmoment 1 Meerkeuzevragen Kracht 1 [H/V] Een boek ligt stil

Nadere informatie

KNSB visie schaatstechniek

KNSB visie schaatstechniek KNSB visie schaatstechniek Werkdocument: 1. Nov 2008 Docenten ST-3 2. ST-4 09-10 3. Gewestelijk Coaches Platform 2009 4. ST-4. 10-11 5. ST-4 11-12 Individueel leertraject 6. NSTV 14 april 2012 7. ST-4

Nadere informatie

Schouder oefeningen (Deel 2)

Schouder oefeningen (Deel 2) Schouder oefeningen (Deel 2) Schouder naar achter trekken Uitgangshouding: Ellebogen geplooid op 90. U houdt de oefenband met beide handen vast voor uw lichaam. Vervolgens trekt u de oefenband naar achter

Nadere informatie

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies Instructie Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H. 1985 3 Scoring De therapeut scoort ieder motorische vaardigheid op een schaal van o tot 6. De test moet in een rustige ruimte worden uitgevoerd. De patiënt

Nadere informatie

Dia 1. Biomechanica Instructeur/Trainer B ski

Dia 1. Biomechanica Instructeur/Trainer B ski Dia 1 Biomechanica Instructeur/Trainer B ski Dia 2 Bewegingsvlakken Evenwicht Dia 3 Evenwicht Lichaamsas = denkbeeldige lijn die het midden van het steunvlak verbindt met het LZP van de skiër. Dia 4 Statisch

Nadere informatie

BIJLAGE DEEL 4 KIJKWIJZER ORANJE

BIJLAGE DEEL 4 KIJKWIJZER ORANJE BIJLAGE DEEL 4 KIJKWIJZER ORANJE Het doel van de kijkwijzer is de oefenstof te ondersteunen door middel van een visuele voorstelling. Dit moet de trainer helpen een juist beeld te vormen van de accenten

Nadere informatie

Core Stability - serie 1

Core Stability - serie 1 Inleiding Schaatsers zijn vaak zeer eenzijdig ontwikkeld, omdat veel trainingen die we voor het schaatsen doen, vooral gericht zijn op het verbeteren van de beenspieren. Met Core Stability train je je

Nadere informatie

Krachtoefeningen bij hartrevalidatie

Krachtoefeningen bij hartrevalidatie Paramedische ziekenhuiszorg - fysiotherapie Krachtoefeningen bij hartrevalidatie U krijgt deze folder omdat we u willen helpen bij het lichamelijke herstel van de gevolgen van uw hartaandoening. Daarnaast

Nadere informatie

Oefeningen bij schouderklachten

Oefeningen bij schouderklachten Oefeningen bij schouderklachten Uw behandelend arts heeft u geadviseerd oefeningen te doen om uw schouderklachten te helpen verminderen. Het is, in eerste instantie, niet nodig om de oefeningen onder begeleiding

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Nadere informatie

DE TOENEMENDE LAGENSNIT MET PROJECTIE (vanaf 120 )

DE TOENEMENDE LAGENSNIT MET PROJECTIE (vanaf 120 ) DE TOENEMENDE LAGENSNIT MET PROJECTIE (vanaf 120 ) Algemeen Als klanten met lang haar geen massieve snit hebben, is het meer dan waarschijnlijk dat zij lagen in het haar hebben en meestal toenemende lagen.

Nadere informatie

Houding en zit van de ruiter

Houding en zit van de ruiter Houding en zit van de ruiter 1. Essentie/belang van een correcte houding en zit 2. Houding en zit algemeen 3. Hoe leert iemand bewegen 4. Verschillende zitten 5. De klassieke en onafhankelijke zit 6. Het

Nadere informatie

Eenvoudige bovenbeen spieroefeningen

Eenvoudige bovenbeen spieroefeningen Oefeningen menselijk lichaam Eenvoudige bovenbeen spieroefeningen Eenvoudige oefeningen voor de bovenbeen spieren bijvoorbeeld na een operatie aan het kniegewricht of immobilisatie van het kniegewricht.

Nadere informatie

De grootste last... Massa. Registratie. Massaverdeling. Mensenmassa

De grootste last... Massa. Registratie. Massaverdeling. Mensenmassa Mensenmassa 1 De grootste last... Bij fysieke belasting denken de meeste mensen meteen aan zwaar til-, duw- en trekwerk. En een kratje pils van 15 kg vinden velen dan al redelijk zwaar. Toch stelt zo'n

Nadere informatie

Praktijk Loop ABC. Praktijk loop ABC 126

Praktijk Loop ABC. Praktijk loop ABC 126 Praktijk Loop ABC 17.1. Inleiding Bij veel sporten is de loopbeweging van grote betekenis voor het beoefenen van die sport. Vaak is de looparbeid mede bepalend voor de uiteindelijke prestatie (Een voetballer

Nadere informatie

natuurkunde havo 2018-II

natuurkunde havo 2018-II Heftruck Met een heftruck kunnen zware pakketten worden opgetild en vervoerd. Zie figuur 1. figuur 1 Als een pakket te zwaar is, kantelt de heftruck voorover. Neem aan dat het draaipunt D in de voorste

Nadere informatie

Auteur(s): R. v.d. Meer Titel: De omdraaiplastiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): R. v.d. Meer Titel: De omdraaiplastiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): R. v.d. Meer Titel: De omdraaiplastiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 171-182 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Oefeningen voor beenspieren

Oefeningen voor beenspieren Oefeningen voor beenspieren Borstpass op één been Gooi de bal heen en weer. Staan op je rechtervoet betekent gooien met de linkerarm en andersom. Vang de bal met beide handen en gooi hem terug met één

Nadere informatie

Inleiding Checklist en tips

Inleiding Checklist en tips Inleiding Speed ladder, speedfoot ladder, oefenladder, agility ladder, snelle voeten ladder zijn enkele benamingen die gebruikt worden voor het meest simpele en effectieve trainingsmiddel in de wereld.

Nadere informatie

HermanMiller Embody Bureaustoel. Zitten dat werkt voor jou.

HermanMiller Embody Bureaustoel. Zitten dat werkt voor jou. HermanMiller Embody Bureaustoel Zitten dat werkt voor jou. Bedankt voor je aankoop van een Herman Miller Embody bureaustoel. Wij bij Herman Miller vinden het belangrijk hoe je zit. Onze passie over hoe

Nadere informatie

Controle van rompbewegingen bij verstoringen tijdens het duwen van karren

Controle van rompbewegingen bij verstoringen tijdens het duwen van karren Het mechanisch verstoren van de romp wordt gezien als een risicofactor voor lage rugklachten. Dergelijke verstoringen kunnen zorgen voor ongecontroleerde bewegingen van de romp waarbij een inadequate reactie

Nadere informatie

Instructies en oefeningen voor het gebruik van de Speedladder trainingsladder

Instructies en oefeningen voor het gebruik van de Speedladder trainingsladder Internet: www.medipreventiecentrum.nl www.facebook.com/medipreventiecentrum Instructies en oefeningen voor het gebruik van de Speedladder trainingsladder Internet: http://www.medipreventiecentrum.nl 1

Nadere informatie

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren PECTUS REVALIDATIE Het doel van de pectus revalidatie (training borst- en rugspieren) is het versterken van de spieren van de borst en de rug en hiermee het verbeteren van je lichaamshouding. De volgende

Nadere informatie

Gegevens: I ba = 0.3 kg m 2 m ba = 6 kg e = [ ] m s = [ ] m dzp ba = [ ] m

Gegevens: I ba = 0.3 kg m 2 m ba = 6 kg e = [ ] m s = [ ] m dzp ba = [ ] m Vraag 1 hertentamen 2015-2016 0.8 y (m) 0.6 0.4 0.0 0.0 e h dzp ba s 0.4 0.6 0.8 x (m) I ba = 0.3 kg m 2 m ba = 6 kg e = [0.3 0.3] m s = [0.6 ] m dzp ba = [0.45 ] m g= [0-10] m/s 2 F e,oa = [30-600] N

Nadere informatie

Inhoud Looptraining binnen het holistische therapiemodel Inleiding Opstellen van behandeldoelstellingen Clinical reasoning Klinimetrie

Inhoud Looptraining binnen het holistische therapiemodel Inleiding Opstellen van behandeldoelstellingen Clinical reasoning Klinimetrie IX Inhoud 1 Looptraining binnen het holistische therapiemodel.... 1 1.1 Inleiding.... 2 1.2 Opstellen van behandeldoelstellingen.... 4 1.3 Clinical reasoning.... 4 1.4 Klinimetrie.... 5 1.5 Looptraining

Nadere informatie