Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 6 (pp )

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 6 (pp )"

Transcriptie

1 Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Opstaan en heupmobiliteit Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander niet-commercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:

2 The oretisch bezien OPSTAAN EN HEUPMOBILITEIT Aad Lagerberg A. Lagerberg, Fysiotherapeut, Vakgroep Beweging & Analyse, opleiding Bewegingstechnologie, Haagse Hogeschool; Albert Schweitzer Ziekenhuis Dordrecht. Inleiding H et herwinnen van het vermogen om zelfstandig op te staan uit een stoel is een belangrijk revalidatiedoel bij diverse patiëntengroepen. Zoals bij elke therapeutische interventie, dient ook bij een training van het opstaan vanuit zit de aanpak gestoeld te zijn op een analyse van de aard van de problematiek die ten grondslag ligt aan het onvermogen. Zo vraagt een gebrek aan voldoende strekkracht rond het kniegewricht een andere aanpak dan wanneer er sprake is van een mobiliteitsprobleem naar extensie in dit gewricht. Een dergelijke analyse van de gewenste interventie is gebaseerd op een vergelijking van de functie-eisen die het opstaan uit een stoel stelt aan de revalidant met de actuele functiemogelijkheden van de revalidant. Een fysiotherapeut moet dus niet alleen een goed beeld hebben van de functiemogelijkheden en beperkingen van zijn klant, maar dient tevens te beschikken over kennis van de beweging die getraind moet worden. Het vergaren van kennis over de problematiek van de patiënt krijgt prominent aandacht in de opleiding van een fysiotherapeut. Helaas is het vak bewegingsanalyse nog geen gemeengoed binnen de basisopleiding. Dat is erg jammer, want kennis van de functie-eisen die de beweging stelt, maakt het gericht screenen van de revalidant op de voor de beweging relevante aspecten mogelijk. Het onderzoek van een patiënt verloopt bij deze aanpak dus niet langs een vaste lijst met te onderzoeken punten, maar wordt gestuurd door de functie-eisen die de taak stelt. Dit artikel beoogt het een en ander toe te voegen aan het begrip van de functie-eisen die bij het opstaan een dwingende rol spelen. We gaan hierbij vooral in op de belangrijke rol van het versnellen van de romp. Fasering van de opsta beweging Alhoewel er in de wijze waarop mensen uit een stoel opstaan zowel inter- als intra-individueel veel variatiemogelijkheden bestaan, is de beweging tot op zekere hoogte wel zodanig uniform dat zij ingedeeld kan worden in een aantal vaste stadia. In dit opzicht is de beweging vergelijkbaar met het gaan; We kunnen iemand herkennen aan zijn >loopje=, maar dat laat onverlet dat de stadia in de schrede universeel te beschrijven zijn. Bij het beschrijven van een beweging kan gekozen worden voor diverse grootheden om de fasering aan te brengen. Bij het gaan is het bijvoorbeeld gebruikelijk om de beweging in te delen op basis van de optredende contacten tussen de voet en de vloer (uni-en bipedale standfase en zwaaifase). Het is echter ook mogelijk om de beweging in te delen op basis van de optredende bewegingsuitslagen in de gewrichten. Zo kan een extensie en een flexiefase in het heupgewricht worden beschreven. Geen van de genoemde beschrijvingen geeft een compleet beeld van wat zich allemaal afspeelt tijdens een gangcyclus. Het is vaak de combinatie van de beschrijvingen en de samenhang daartussen, die een goed beeld opleveren van wat zich afspeelt. Afhankelijk van de aard van de vragen die men zich stelt, dient een andere (combinatie van) beschrijving(en) gekozen dienen te worden. Ook het opstaan kan met behulp van diverse grootheden worden beschreven. In tegenstelling tot het gaan is er bij het opstaan weinig uniformiteit te vinden in de beschrijving van de beweging. Dit maakt het vergelijken van verschillende studies soms lastig. Indien we het beschikbare steunvlak als criterium nemen, ontstaat de indeling van figuur 1. De beweging wordt hierbij opgedeeld in een fase tot aan het moment waarop de persoon de zitting verlaat (figuur 1a en b) en het deel van de beweging dat daar op volgt (figuur 1b en c).

3 Op het moment dat het contact met de zitting verdwijnt (Seat Off) reduceert het steunvlak tot de omhullende van de beide voeten. Figuur 1a t/m c Fasering van de op- sta beweging a. Startpositie b. Seat Off c. Eindpositie In figuur 2 is het opstaan beschreven met behulp van een combinatie van de methode uit figuur 1 en de optredende hoekuitslagen van heup, knie en enkel (2). De fase vanaf de start van de rompflexie tot aan het moment waarop de extensie in het kniegewricht aanvangt wordt >weight shift= genoemd. De tweede fase >transition= duurt van de inzet van de kniestrekking tot het moment waarop de heupflexie overgaat in extensie. Dit moment komt overeen met het moment van seat off (SO). De laatste fase wordt >lift= genoemd. Figuur 2 Weergave van de optredende hoek- stand veranderingen in heup-,, knie-, en enkelgewricht bij het opstaan.

4 In figuur 3 wordt de grafiek getoond van de verticale component van de voetreactiekracht bij de Rise To Stand (RTS) beweging (1). Het betreft een proefpersoon met een lichaamsgewicht van ongeveer 70 kg. Een vijftal kenmerkende punten uit de grafiek wordt hieronder besproken. Figuur 3 Voetreactiekrachten bij het opstaan. Verdere verklaring in de tekst 1. De reactiekracht bij het zitten (dus voor aanvang van het opstaan) op de voeten bedraagt in dit geval ongeveer 200N. De overige 500N wordt via de zitting van de stoel overgedragen. 2. De inzet van de rompflexie vindt plaats via een concentrische contractie van de heupbuigers. De romp moet ten opzichte van de benen naar flexie worden gebracht. De benen vormen hierbij de origo en de romp de insertie. Een spier trekt echter altijd even hard aan zijn beide aanhechtingspunten. Ten gevolge van de contractie van de heupbuigers versnelt daarom niet alleen de romp voorover, maar ondervinden de benen eveneens een achterover kantelend moment. Dit moment op de benen veroorzaakt de afname van de reactiekracht op de voeten bij de inzet van de opsta beweging. 3. De kracht op de voeten groeit vervolgens snel aan tot boven het lichaamsgewicht aangezien het gewicht van het lichaam nu geheel door de voeten naar de grond wordt geleid (het contact met de zitting is verdwenen) en het lichaam daarbij ook nog eens opwaarts versneld moet worden. 4. Zodra het lichaam voldoende opgericht is neemt de reactiekracht op de voeten af. Deze afname van de reactiekracht tot onder het niveau van het lichaamsgewicht duidt op een vertraging aan het eind van de oprichtfase. 5. Uiteindelijk stabiliseert de kracht op de voeten op het niveau van het lichaamsgewicht. Lichaamszwaartepunt bij seat off Onder statische omstandigheden is evenwicht van het lichaam slechts mogelijk indien het lichaamszwaartepunt in het steunvlak projecteert. Onder dynamische omstandigheden geldt deze eis niet. In dergelijke situaties spelen versnellingen en/of vertragingen van deelmassa=s een zodanige rol dat de noodzaak om het lichaamszwaartepunt binnen het steunvlak te laten projecteren, vervalt. Indien de opsta beweging uiterst langzaam wordt uitgevoerd, zijn de versnellingen en vertragingen van deelmassa=s dermate gering dat de beweging kan worden opgevat als een aaneenschakeling van momenten waarin steeds de statische evenwichtseisen gelden. In figuur 4a wordt een proefpersoon weergegeven (op het moment van seat off) die de gehele opsta beweging in 20 seconden uitvoert. Deze lage bewegingssnelheid maakt dat hij het contact met de zitting pas kan verbreken nadat hij er in is geslaagd het lichaamszwaartepunt boven de voeten te brengen. In figuur 4b wordt de positie waarin de proefpersoon zich bevindt nagebootst met behulp van een mensmodel. Dit computermodel berekent in de getoonde houding de positie van het lichaamszwaartepunt op basis van de posities van alle deelmassa=s. In de getoonde houding projecteert het zwaartepunt juist in het steunvlak.

5 Figuur 4a en b Bij een traag uitgevoerde poging tot opstaan projecteert het lichaamszwaartepunt in het steunvlak op het moment van Seat Off. Een snellere uitvoering van de opsta beweging maakt het mogelijk al tot een seat off te komen voordat het lichaamszwaartepunt boven de voeten is gebracht. Dit wordt getoond in figuur 5a. Vergeleken met de positie van figuur 4a valt op dat de romp aanzienlijk minder voorover gekanteld is. De simulatie van figuur 5b maakt duidelijk dat het zwaartepunt nog achter de voeten projecteert op het moment dat het contact met de zitting al verbroken is. Onder statische omstandigheden zou een persoon in deze positie niet in evenwicht zijn en onvermijdelijk terugvallen op de zitting van de stoel. De persoon in figuur 5a heeft zijn lichaamszwaartepunt in de fase voorafgaand aan het moment van seat off echter voldoende voorwaarts weten te versnellen en kan daarmee voorkomen dat hij terug in de stoel valt. Bij deze versnelling van het zwaartepunt voorafgaand aan seat off speelt de flexie van de romp een belangrijke rol. Met behulp van een model zullen we de effectiviteit van de inzet van de romp bestuderen. Figuur 5a en b. Indien de romp bij de inzet van de opsta beweging vol- doende wordt versneld kan het zwaartepunt op het mo- ment van v Seat Off achter de voeten projecteren.

6 Beschrijving van het model Het model (figuur 6) is vervaardigd met behulp van het computerprogramma Interactive Physics. In dit programma kunnen elementen getekend worden die zich gedragen als massa=s in het zwaartekrachtsveld. Behalve door de zwaartekracht kunnen de elementen ook in beweging worden gebracht met behulp van onder andere motoren of actuatoren. Het gedrag van het aldus vervaardigde systeem kan vervolgens worden bestudeerd door grootheden als bijvoorbeeld positie, snelheid en versnelling te meten. Op de website kunt u een aardige indruk krijgen van de mogelijkheden van dit programma. In figuur 6 wordt het model getoond. Het bestaat uit de elementen voet, onderbeen, bovenbeen en romp. Aangezien de onderste extremiteit in het model niet dubbel is uitgevoerd bezitten de deelmassa=s gezamenlijk het totale gewicht van beide benen. De romp staat model voor de massa=s van romp, armen en hoofd. De massaverdelingen zijn realistisch gekozen. De positie van het lichaamszwaartepunt wordt weergegeven met behulp van de zwart/wit gevulde cirkel. De voet staat gefixeerd op de vloer. De enkel, de knie en de heup zijn gemodelleerd als scharnieren. Het heupgewricht van het model bezit een grotere bewegingsmogelijkheid naar flexie dan in werkelijkheid mogelijk is. De uitslag in dit gewricht staat namelijk tevens model voor de flexie in de lumbale wervelkolom. Het model kent twee variabelen; de maximale heuphoek en de initiële rotatiesnelheid van de romp. De instellingen van deze twee variabelen kunnen worden bediend met twee schuifregelaars. Wijziging van de maximale flexiehoek in het heupgewricht wordt gerealiseerd door een lengteverandering van de afstandhouder tussen romp en bovenbeen. Om de effectiviteit van de versnelling van de romp te bestuderen worden er in het model geen momenten geleverd rond de knie en de enkel. Het model wordt dus uitsluitend via een rotatie van de romp in het heupgewricht in beweging gebracht. In de werkelijkheid wordt de romp met behulp van heupbuigers in beweging gebracht. In het programma Interactive Physics kan echter een initiële rotatiesnelheid van de romp worden opgegeven. Figuur 6 Het gebruikte model Bewegingsenergie van de romp De roterende romp bezit een zekere hoeveelheid bewegingsenergie. Alvorens in te gaan op de formule voor de bewegingsenergie van een roterend voorwerp kijken we eerst even naar de bewegingsenergie van een translerend voorwerp. De bewegingsenergie van een translerend voorwerp (de kinetische energie E kin ) wordt berekend met onderstaande formule en wordt uitgedrukt in Nm. 1 2 E kin = m v 2 m = de massa van het voorwerp. v = de snelheid van het voorwerp. Uit de formule blijkt dat de bewegingsenergie van een translerend voorwerp wordt bepaald door zijn massa en zijn snelheid.

7 Ook een roterende massa (in dit geval de romp) bezit een zekere hoeveelheid bewegingsenergie. De formule voor deze rotatoire bewegingsenergie is: 1 2 E rot = J ω 2 J = massatraagheidsmoment ω = hoeksnelheid Net als bij de translatie is de eenheid van deze rotatie- bewegingsenergie de Nm. De formule vertoont overeenkomsten met de formule voor translatie. In plaats van de massa gaat het bij de rotatie om het massatraagheidsmoment en de snelheid is vervangen door de hoeksnelheid. Het begrip massatraagheidsmoment verdient enige toelichting. In figuur 7 wordt een halter in twee verschillende posities in de hand gehouden. In beide gevallen wordt de halter via een exo- en endorotatie in het schoudergewricht heen en weer gedraaid om een min of meer longitudinale as. Zoals u zich waarschijnlijk voor kunt stellen, zijn de krachten die uitgeoefend moeten worden om de halter heen en weer te draaien in figuur 7a aanzienlijk groter dan in figuur 7b. Ondanks de gelijke massa is het >verzet= van de massa tegen het roteren groter in figuur 7a. Deze weerstand tegen het in een rotatiebeweging komen van de halter wordt het massatraagheidsmoment genoemd. In algemene zin is de weerstand tegen roteren van een massa groter naarmate de massa van het voorwerp verder van de rotatie-as gelegen is. Dit verklaart waarom het verzet van de halter in figuur 7a groter is. Figuur 7a en b. Het massatraagheidsmoment van de halter in situatie a is groter dan in i si- tuatie b. In het Interactive Physics model kan de hoeksnelheid die de romp bij aanvang van de beweging bezit, worden gevarieerd. De positie van het zwaartepunt van de romp en de plaats van het draaipunt in de heup liggen vast. De rotatie-energie van de romp hangt in dat geval dus uitsluitend af van de hoeksnelheid. Het model bezit geen spieren rond de knie en de enkel en mist ook strekkers van de heup. Daarom kan het model geen volledige opsta beweging maken. Het model wordt uitsluitend gebruikt om de effectiviteit van de rompflexie te bestuderen. De effectiviteit van de rompinzet wordt afgemeten aan de noodzakelijke startsnelheid van de romp om het lichaamszwaartepunt tot boven de voet te brengen bij verschillende maximale flexiehoeken van het heupgewricht. Het model wordt hiertoe in het kniegewricht gefixeerd. De redenen hiervoor worden hieronder toegelicht. Indien in het model de romp met een bepaalde hoeksnelheid de eindstand in het heupgewricht bereikt (figuur 8a), is verder roteren in het de heup niet meer mogelijk. De bewegingsenergie die de romp bezit, gaat nu aanleiding gaan geven tot bewegingen om de andere draaipunten. Indien zowel in het kniegewricht als in het enkelgewricht de beweging wordt toegelaten zal het model in beide verbindingen gaan bewegen en daarbij voorwaarts uit de stoel glijden (figuur 8b). Indien we in het model het enkelgewricht fixeren zal de romp, zodra de eindstand in het heupgewricht is bereikt, samen met het bovenbeen gaan draaien in het kniegewricht. De optredende extensie in het kniegewricht leidt tot een >seat off= van het model (figuur 8c). De bewegingsenergie van de

8 romp en het bovenbeen wordt vervolgens omgezet in potentiële energie. De rotatiesnelheid van het model neemt daarbij steeds verder af en het model bereikt een zekere hoogte boven de stoel alvorens terug op de zitting te vallen. In het model worden geen extra momenten rond de knie of de heup geleverd door spieren. Daarom hangt de hoogte boven de zitting, die door het model wordt bereikt, uitsluitend af van de bewegingsenergie van de romp. Hoe sneller de romp roteert, hoe hoger het model boven de zitting komt. De maximale hoogte die het zwaartepunt op deze wijze bereikt, zou een bruikbare maat kunnen vormen voor de effectiviteit van de inzet van de romp. Er is echter gekozen voor een andere maat die wat beter de verschillen in effectiviteit visualiseert. Indien niet het enkelgewricht maar het kniegewricht wordt gefixeerd, zal de roterende romp bij het bereiken van de eindstand in het heupgewricht aanleiding geven tot een dorsaalflexie in het enkelgewricht (figuur 8d). Vergelijking van figuur 8c en d maakt duidelijk dat de baan die het zwaartepunt gaat volgen bij rotatie in het enkelgewricht aanzienlijk vlakker verloopt dan bij rotatie in het kniegewricht. Figuur 8a t/m d a en b: Zonder fixatie van enkel of knie glijdt het model voorwaarts uit de stoel bij het bereiken van de maximale heupflexie. c: Bij een gefixeerde enkel roteert het model in het kniegewricht. d: Bij een gefixeerde knie roteert t het model in de enkel. De rotatie-energie van de romp wordt daarom ook minder snel omgezet in potentiële energie waardoor de rotatie in het enkelgewricht langer voortduurt. Op deze wijze blijkt het mogelijk om het lichaam met uitsluitend de inzet van de romp te laten roteren tot een positie waarbij het zwaartepunt boven het enkelgewricht projecteert (figuur 9a t/m c). De benodigde initiële rotatiesnelheid van de romp die voor het bereiken van deze positie noodzakelijk is, blijkt samen te hangen met de mogelijke hoekuitslag van de romp. Figuur 9a t/m c Begin, midden- en eindstand van het model. De flexiehoek van de romp is gedefinieerd zoals weergegeven in figuur 9b. De eindstand van het model is gedefinieerd als de positie waarbij het zwaartepunt boven de enkel-as projecteert.

9 Effectiviteit van de rompflexie Figuur 10 geeft het verband weer tussen de mate van flexie van de romp en de initiële hoeksnelheid van de romp die nodig is om het lichaamszwaartepunt tot boven de enkel-as te brengen. De definitie van de heupflexie-hoek wordt weergegeven in figuur 9b. Uit de grafiek blijkt dat de noodzakelijke startsnelheid van de romp toeneemt bij een afnemende rompmobiliteit. Het verband is niet lineair. Een reductie van de lenigheid van de romp van 70E naar 60E heeft een veel groter gevolg voor de noodzakelijke initiële hoeksnelheid dan een wijziging van 10E naar 20E. 400 hoeksnelheid en heupmobiliteit heupflexie Figuur 10 Het verband tussen de be- nodig digde de hoeksnelheid van de romp om de eindpositie te bereiken en de d heupmo mo- biliteit. De eerste factor die van invloed is op dit resultaat is de bijdrage van de versnelling van de romp door de zwaartekracht. Het model krijgt een startsnelheid opgelegd, maar dat is niet de eindsnelheid die de romp zal bezitten bij het bereiken van de maximale hoekstand in het heupgewricht. Onderweg versnelt de romp namelijk nog onder invloed van de zwaartekracht. Naarmate de romp verder kan roteren zal de toename van de hoeksnelheid van de romp groter zijn. In het geval van de meest lenige romp (70E heupflexie) neemt de hoeksnelheid van de romp onder invloed van de zwaartekracht toe van de initiële 18E/sec tot 128E/sec bij het bereiken van de eindstand in de heup. In het geval van de meest beperkte romp (10E heupflexie) is het verschil tussen begin en eindsnelheid maar 27E/sec. Een gelijke beperking van de mobiliteit van de romp heeft bij verschillende startposities van de romp heel wisselende effecten op de versnelling die de romp doormaakt onder invloed van de zwaartekracht (zie figuur 11). In een reeds sterk voorovergebogen stand van de romp daalt het zwaartepunt sterk indien de romp 10E extra voorover wordt gekanteld. Indien de romp echter vanuit een meer verticale positie eveneens 10E voorover kantelt daalt het zwaartepunt veel minder (het verplaatst in dit geval voorwaarts). Figuur 11a en b. In een meer voorovergebogen positie van de romp (a) heeft een extra vooroverkanteling van de romp een groter effect op de verticale verplaatsing van het zwaartepunt dan in een meer gestrekte positie=s s van de romp (b).

10 In verband hiermee heeft het beperken van de romp in de meer voorovergebogen posities een grotere invloed op de eindsnelheid die de romp bereikt dan in de meer verticale positie=s. De noodzakelijke startsnelheid om de eindpositie te kunnen bereiken loopt in dit gebied dus ook sneller op. De eindsnelheid van het meest beperkte model moet een waarde bereiken van ruim 300E/sec. Bij het lenigste model hoeft deze waarde slechts 128E/sec te bedragen. Uit het feit dat de eindsnelheid (en daarmee de hoeveelheid rotatie-energie) ondanks de correctie voor de bijdrage van de zwaartekracht toch verschilt, kan worden opgemaakt dat er nog een andere factor een rol speelt. Een tweede factor die van invloed is op het gedrag van het model is de mate waarin de rotatie-energie van de romp moet worden omgezet in potentiële energie om het zwaartepunt boven de voeten te brengen. In figuur 12 wordt een lenig model (a tm c) vergeleken met een model met een geringe heupflexie (d tm f). De drie getoonde posities zijn: a en d: Startpositie b en e: Maximale flexie romp c en f: Lichaamszwaartepunt loodrecht boven de enkel. Figuur 12a t/m f. Verklaring in de tekst In alle gevallen is steeds een horizontale lijn door het zwaartepunt getekend. Zoals hierboven al (met andere woorden) werd aangegeven treedt er bij de lenige romp vanuit de startpositie tot het moment van maximale heupflexie een grotere daling van het zwaartepunt op (het verschil tussen de doorgetrokken lijn en de onderbroken lijn). Door de rotatie in het enkelgewricht die nu volgt is er weer sprake van een stijging van het zwaartepunt (het verschil tussen de onderbroken en de streep/stippel lijn). Vergelijking van figuur b en c met figuur e en f maakt duidelijk dat deze stijging in het geval van de beperkte romp groter is. Dit laatste betekent dat de rotatie-energie die het beperkte model moet bezitten (op het moment van het

11 bereiken van de eindstand in het heupgewricht) groter zal moeten zijn dan bij het lenige model. Klinische relevantie Het model genereert geen realistische opsta beweging. Het kniegewricht blijft bijvoorbeeld in een onveranderde positie, waardoor het model niet in een gestrekt staande positie eindigt. Tevens is de in het enkelgewricht optredende dorsaalflexie veel groter dan in werkelijkheid. Het model is echter opzettelijk zo eenvoudig gehouden. Op deze wijze uitgevoerd, leent het model zich namelijk goed om de bijdrage van de rompinzet aan de opsta beweging te bestuderen. Uiteraard worden er in werkelijkheid tevens momenten rond de enkel en de knie geleverd die een noodzakelijke bijdrage leveren aan het bereiken van de gestrekt staande positie. In het model wordt het eindresultaat van de rompinzet steeds gelijk gehouden. In alle gevallen wordt er immers voor gezorgd dat het zwaartepunt tot boven de enkel-as wordt gebracht. Om dit te bereiken moet bij een afnemende heupmobiliteit echter wel een steeds grotere startsnelheid worden gerealiseerd. Het model kent geen limieten voor wat betreft de startsnelheid van de romp, In werkelijkheid bestaan die natuurlijk wel. Men kan bijvoorbeeld niet harder aan de romp trekken dan het gewicht van de benen toelaat. De gemeten maximale rotatiesnelheid van de romp bij het uitvoeren van opsta bewegingen ligt rond de 120E/sec. (4). Deze snelheid ligt in de buurt van de eindsnelheid die de romp in het model bereikt bij een volledige vrije rompflexie van 70E. Indien we deze eindsnelheid nu eens beschouwen als de maximaal haalbare dan zal blijken dat het model in het minst beperkte geval genoeg heeft aan deze eindsnelheid om volledig op basis van de rompinzet de eindpositie (zwaartelijn boven de enkel-as) te bereiken. In alle andere gevallen schiet deze rotatiesnelheid te kort. In werkelijkheid zal de effectiviteit van de rompflexie bij een beperkt bewegingstraject waarschijnlijk nog verder reduceren. Het bereiken van een bepaalde hoeksnelheid van de romp hangt namelijk niet alleen af van het moment dat wordt geleverd, maar ook van de tijd dat dit moment kan worden uitgeoefend. Bij een beperkt flexietraject van de romp kan er slechts kortdurend een moment worden uitgeoefend waardoor de eindsnelheid van de romp lager zal uitvallen. Samengevat betekent dit dat de noodzaak tot een hoge rotatiesnelheid van de romp toeneemt bij een beperkte rotatiemogelijkheid van de romp, terwijl de mogelijkheden om deze hoge hoeksnelheid te bereiken juist afnemen. Al de genoemde argumenten maken duidelijk dat mensen met beperkte mogelijkheden tot het buigen van de heup andere strategieën zullen moeten hanteren bij het opstaan dan mensen die deze rompflexie wel vrij kunnen uitvoeren. De groep mensen die dergelijke beperkte flexiemogelijkheden van de romp bezit zijn bijvoorbeeld mensen met een coxarthrose of andere aandoeningen die gepaard gaan met een beperkte flexiemogelijkheid in de heup en/of lage rug. Een heel andere categorie wordt echter gevormd door mensen met ernstig overgewicht en zwangere vrouwen. Bij die twee laatste groepen zit om zeer verschillende redenen >de buik in de weg=. Het is aannemelijk dat onder dergelijke omstandigheden de bijdrage van de rompinzet aan de opsta beweging af zal nemen. Om toch tot stand te komen zal deze afname rond de knie en de enkel moeten worden gecompenseerd. Figuur 13 toont een overzicht van de geleverde momenten rond het heupgewricht bij het opstaan vanaf diverse stoelhoogten. De onderzoeksgroep bestond uit vrouwen in diverse stadia van hun zwangerschap (3). Figuur 13 Heupmomenten bij het opstaan van verschil schillen len- de stoelhoogten tijdens diverse stadia van de zwangerschap.

12 Uit de data blijkt dat bij vrouwen in het begin van de zwangerschap (witte balken) het geleverde maximale heupmoment toeneemt naarmate de zitting van de stoel lager is. Verder valt op dat voor alle stoelhoogten geldt dat de geleverde heupmomenten afnemen bij het vorderen van de zwangerschap. Aangezien de vrouwen toch slagen in het opstaan moeten er elders grotere momenten geleverd worden. Dat dit inderdaad het geval is blijkt uit figuur 14. Figuur 14 Kniemomenten bij het opstaan van verschillende stoelhoog hoogten tijdens diver verse stadia van de zwangerschap. In deze grafiek worden de kniemomenten bij diverse stoelhoogten weergegeven. Voor alle stoelhoogten geldt dat de geleverde kniemomenten toenemen met het vorderen van de zwangerschap. Onderzoek naar de opsta strategie van mensen met obesitas levert vergelijkbare resultaten op (4). Figuur 15 toont in de bovenste grafiek de knie- en heupmomenten bij de controlegroep. Vergeleken met de uitvoering van de groep met obesitas in de onderste figuur valt duidelijk de afname van de bijdrage van de heup en de toename van de bijdrage van de knie waar te nemen.

13 Figuur 15 Weergave van heup en kniemomenten bij de controlegroep (boven- ste grafiek) en mensen met obesitas (onderste grafiek) LITERATUUR 1. Durward B., Bear G., Rowe P. Functional Human Movement Butterworth Heinemann (1999) isbn Mak M.K.Y., Levin O., et al. Joint Torques during sit to stand in healthy subjects and people with Parkinson=s s disease. Clinical Biomechanics 18 (2003) Lou S.Z., Chou Y.L., et al. Sit to stand at different periods of pregnancy Clinical Biomechanics 16 (2001) Sibella F., Galli M., et al. Biomechanical analysis of sit to stand movement in normal and obese subjects Clinical Biomechanics 18 (2003)

14

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 203-217 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 238-256 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp ) Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het meten van de bekkenrotatie tijdens het gaan op een tapis roulant Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 291-297 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322) Auteur(s): Titel: A. Lagerberg De beperkte schouder. Functie-analyse van het art. humeri met behulp van een röntgenfoto Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 149-160 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119) Auteur(s): A.Lagerberg Titel: Mobiliteitsmetingen met behulp van digitale fotografie. Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 103-119 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Kracht, richting en diagnostiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Kracht, richting en diagnostiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Kracht, richting en diagnostiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 082-107 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: Omdraaien (1) Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 219-232 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Duchenne zonder duchennen Jaargang: 28 Maand: juli Jaartal: 2010

Auteur(s): H. Faber Titel: Duchenne zonder duchennen Jaargang: 28 Maand: juli Jaartal: 2010 Auteur(s): H. Faber Titel: Duchenne zonder duchennen Jaargang: 28 Maand: juli Jaartal: 2010 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp ) Auteur(s): H. Faber Titel: Immobilisatie en contracturen: stijve gewrichten, een slap verhaal Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 287-292 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Tetraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 4 Doorbewegen door een hulppersoon 9 De Sint Maartenskliniek 24 Colofon 24 Inleiding In

Nadere informatie

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M.

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M. Inhoud... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10 1/10 HAVO In de modules Beweging en Krachten hebben we vooral naar rechtlijnige bewegingen gekeken. In de praktijk

Nadere informatie

Oefeningen nekklachten. Paramedischcentrum Landauer

Oefeningen nekklachten. Paramedischcentrum Landauer Oefeningen bij nekklachten Paramedischcentrum Landauer Rekken: Buig je hoofd naar een zijde, hand andere zijde hoofd en lichte druk tegen hoofd naar de zijde waar naar toe gebogen wordt. Breng geheel zover

Nadere informatie

De kickbike en het steppen als onderzoeksonderwerp voor studenten (deel 1)

De kickbike en het steppen als onderzoeksonderwerp voor studenten (deel 1) De kickbike en het steppen als onderzoeksonderwerp voor studenten (deel 1) In het AM 1 van dit jaar berichtte ik u al over twee lopende onderzoeksprojecten van studenten van de Hbo-opleidingen Bewegingstechnologie

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Bewegen is relatief Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321) Auteur(s): F. Roelants, P. van Kempen Titel: Rugspieractiviteit tijdens het schaatsen Jaargang: 21 Jaartal: 2003 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 313-321 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 299-307 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,25 e jrg. 2007, no. 5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,25 e jrg. 2007, no. 5 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, H.Faber Titel: Springen en armzwaaien Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 235-255 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

TRAININGSPLAN STABILITEIT

TRAININGSPLAN STABILITEIT TRAININGSPLAN STABILITEIT Stabiliteitstraining Om goed te kunnen bewegen en/of te kunnen sporten is een sterke romp noodzakelijk. In een rechtop staande houding moet de romp het lichaam te allen tijde

Nadere informatie

Auteur(s): H. Oonk Titel: De rollator Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Oonk Titel: De rollator Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Oonk Titel: De rollator Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 98-105 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-)

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg 2006, no.2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg 2006, no.2 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Haastige spoed.. efficiënt verhogen van de gangsnelheid Jaargang: 24 Jaartal: 2006 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 71-81 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

TIPS EN OEFENINGEN OM UW RUG STERK EN FIT TE MAKEN

TIPS EN OEFENINGEN OM UW RUG STERK EN FIT TE MAKEN TIPS EN OEFENINGEN OM UW RUG STERK EN FIT TE MAKEN Maximale ontspanning voor uw rug De rug is zo maximaal ontspannen. De armen liggen langs het lichaam. De knieën zijn 90 graden gebogen en liggen op een

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Nadere informatie

Controle van rompbewegingen bij verstoringen tijdens het duwen van karren

Controle van rompbewegingen bij verstoringen tijdens het duwen van karren Het mechanisch verstoren van de romp wordt gezien als een risicofactor voor lage rugklachten. Dergelijke verstoringen kunnen zorgen voor ongecontroleerde bewegingen van de romp waarbij een inadequate reactie

Nadere informatie

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt. Uitwerkingen 1 Opgave 1 Het aangrijpingspunt van een kracht is de plaats waar de kracht op het voorwerp werkt. De werklijn van een kracht is de denkbeeldige (rechte) lijn die samenvalt met de bijbehorende

Nadere informatie

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 134-149 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,

Nadere informatie

Uitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug

Uitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Houding Low load o o o Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Kantel je bekken naar achter en vlak hierdoor je rug af Kantel je bekken naar voor en maak hierdoor je rug hol Enkel

Nadere informatie

HHS. Opdracht 3. Biokinematica I. Ilse Speelman Joppe Korfage Danny Zomerhuis Veron t Hart BT-1o

HHS. Opdracht 3. Biokinematica I. Ilse Speelman Joppe Korfage Danny Zomerhuis Veron t Hart BT-1o HHS Opdracht 3 Biokinematica I Ilse Speelman 12024767 Joppe Korfage 12020338 Danny Zomerhuis 12102237 Veron t Hart 12103993 BT-1o Opdracht 1, V2C Inleiding Om een analyse van een beweging uit te voeren

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,12e jrg 1994, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,12e jrg 1994, no. 6 (pp ) Auteur(s): Lagerberg A Titel: Ganganalyse: de beperkingen van de visuele waarneming Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 312-322 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 4 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg Titel: De rollator Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 221-242 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15

Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15 Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Adviezen ter preventie van bekkenklachten

Adviezen ter preventie van bekkenklachten Adviezen ter preventie van bekkenklachten Verdeel uw activiteiten over de dag en neem van tijd tot tijd rust. Beperk het traplopen; u kunt traplopen door de voet bij te trekken. Neem een goede hoge stoel

Nadere informatie

1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. 2- Passieve ROM Extensie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec.

1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. 2- Passieve ROM Extensie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. Notities: 1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec Ga op handen en knieën liggen (vierpuntspositie) met je knieën recht onder je heupen en je handen recht onder je schouders. Je rug

Nadere informatie

hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting Foetale houding en gedrag zijn het resultaat van een interactie tussen foetale (neuromotorische) ontwikkeling en intra-uteriene omgevingsinvloeden. Het is bekend dat veranderingen in intra-uteriene

Nadere informatie

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Inleiding U bent patiënt op de afdeling neurologie van het IJsselland Ziekenhuis. Er

Nadere informatie

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Proeftoets Beschikbare tijd: 100 minuten Instructies voor het invullen van het antwoordblad. 1. Dit open boek tentamen bestaat uit 10 opgaven.. U mag tijdens het tentamen

Nadere informatie

Core Stability - serie 1

Core Stability - serie 1 Inleiding Schaatsers zijn vaak zeer eenzijdig ontwikkeld, omdat veel trainingen die we voor het schaatsen doen, vooral gericht zijn op het verbeteren van de beenspieren. Met Core Stability train je je

Nadere informatie

BodyBow Gebruikersgids

BodyBow Gebruikersgids BodyBow Gebruikersgids De BodyBow wordt gebruikt voor drie doeleindes: * mobiliteit van wervelkolom, armen en benen te verhogen * kracht van wervelkolom, armen en benen te verhogen * stabiliteit van wervelkolom

Nadere informatie

Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76

Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76 Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Oefeningen voor thuis en op het werk.

Oefeningen voor thuis en op het werk. Oefeningen voor thuis en op het werk. Adviezen over wat je wel en beter niet kan doen. In Nederland is in de laatste twintig jaar veel onderzoek gedaan naar de invloed van oefeningen op het bewegingsapparaat.

Nadere informatie

Begeleidend schrijven bij de cursus "Het tillen van jonge kinderen"

Begeleidend schrijven bij de cursus Het tillen van jonge kinderen Begeleidend schrijven bij de cursus "Het tillen van jonge kinderen" Inleiding Het uitgangspunt van de tilinstructie is de belasting voor de ouders/verzorgers zo gering mogelijk te houden, zodat rugklachten

Nadere informatie

Mobiliserende oefeningen voor thuis

Mobiliserende oefeningen voor thuis Mobiliserende oefeningen voor thuis Oefeningen om het lichaam zo soepel mogelijk te houden Oefeningen Cervicale wervelkolom HCWK 1) Extensie: Ga rechtop zitten op een stoel en plaats de middelvingers van

Nadere informatie

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren PECTUS REVALIDATIE Het doel van de pectus revalidatie (training borst- en rugspieren) is het versterken van de spieren van de borst en de rug en hiermee het verbeteren van je lichaamshouding. De volgende

Nadere informatie

Samenvatting. Het maximaliseren van de effectiviteit van enkel voet orthesen bij kinderen met cerebrale parese

Samenvatting. Het maximaliseren van de effectiviteit van enkel voet orthesen bij kinderen met cerebrale parese Het maximaliseren van de effectiviteit van enkel voet orthesen bij kinderen met cerebrale parese Lopen, of wandelen, is een van de meest belangrijke activiteiten in het dagelijks leven. Hoewel lopen een

Nadere informatie

4. Maak een tekening:

4. Maak een tekening: . De versnelling van elk deel van de trein is hetzelfde, dus wordt de kracht op de koppeling tussen de 3e en 4e wagon bepaald door de fractie van de massa die er achter hangt, en wordt dus gegeven door

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Paraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 5 Doorbewegen door een hulppersoon 11 Colofon 20 Inleiding In deze brochure laten we de

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16 e jrg 1998, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16 e jrg 1998, no. 2 (pp ) Auteur(s): Frank van de Beld Titel: De frozen hip Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 97-103 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp )

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, F. Krijgsman, A. Lagerberg Titel: De effektiviteit van borst- en buikademhaling Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 202-215 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

handleiding Mirra Handleiding Mirra HM Ergonomics

handleiding Mirra Handleiding Mirra HM Ergonomics Handleiding Mirra U bezit nu de Mirra. Mirra is in opdracht van Herman Miller ontworpen door Studio 7.5 te Berlijn en is een bijzondere bureaustoel qua ergonomie, design en hygiëne. De naam Mirra is afgeleid

Nadere informatie

Power 2A. Toe Weaves Ruglig of in zit. Enkel op de tegenovergestelde knie. Neem de voet vast en maak cirkels met de enkel.

Power 2A. Toe Weaves Ruglig of in zit. Enkel op de tegenovergestelde knie. Neem de voet vast en maak cirkels met de enkel. Power 2A Toe Weaves Ruglig of in zit. Enkel op de tegenovergestelde knie. Neem de voet vast en maak cirkels met de enkel. Segmental glute bridge with lateral shift Ruglig, voeten op heupbreedte. Het bekken

Nadere informatie

Buikdraai. achterwaarts

Buikdraai. achterwaarts AGD AGH GERRIT BELTMAN Buikdraai achterwaarts De alledaagse buikdraai achterwaarts die door zo veel gymnasten gebruikt wordt in een oefening of als tussenstap op weg naar een ander, moeilijker element,

Nadere informatie

Oefenbundel Basis 2. 1. Ruglig

Oefenbundel Basis 2. 1. Ruglig Oefenbundel Basis 2 1. Ruglig Beweeglijkheidsoefeningen: - Bekkenkantelingen: hol/bol maken van wervelkolom. - Beide knieën afwisselend gecontroleerd naar li en re laten vallen (laatste keer 15 tellen

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp. 90-108)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp. 90-108) Auteur(s): A. Lagerberg Titel: De lumbale lordose in ruglig Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 90-108 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Fietsen met een spastische parese Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Fietsen met een spastische parese Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Fietsen met een spastische parese Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 261-283 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Praktijk Loop ABC. Praktijk loop ABC 126

Praktijk Loop ABC. Praktijk loop ABC 126 Praktijk Loop ABC 17.1. Inleiding Bij veel sporten is de loopbeweging van grote betekenis voor het beoefenen van die sport. Vaak is de looparbeid mede bepalend voor de uiteindelijke prestatie (Een voetballer

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 17e jrg 1999, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 17e jrg 1999, no. 2 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos Titel: Trap-op, Trap-af en de dorsaalflexie van de enkel Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 61-87 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,25 e jrg. 2007, no. 1 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,25 e jrg. 2007, no. 1 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos Titel: Squat en legpress: lenigheid en kracht Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 19-42 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no. 5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no. 5 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos Titel: Vorm en beweging van de wervelkolom Jaargang: 21 Jaartal: 2003 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 264-289 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u)

Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Trainingsschema van: Klant MOBILISATION HIP - SUPINE FLEXION Trainer: Jean-René Ruitenbeek Looptijd schema: 7-2-2017-21-3-2017 Stap 1 MOBILISATION LUMBAR SPINE - PRONE SCORPIO STRETCH IN EXTENSION WITH

Nadere informatie

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16 VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Set Proeftoets 07-0 versie C Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- 07-0-versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER!

Nadere informatie

TRAININGSPLAN XCO-TRAINER

TRAININGSPLAN XCO-TRAINER TRAININGSPLAN XCO-TRAINER HET PRINCIPE VAN XCO-TRAINING. Nieuw explosieve training met maximaal resultaat. Door actieve bewegingsvormen kan de mechanische belastbaarheid van spieren, het bindweefsel in

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg Short Hamstrings? Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): A. Lagerberg Short Hamstrings? Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Short Hamstrings? Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 231-257 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Bewegingsanalyse bij een patiënt met coxartrose

Bewegingsanalyse bij een patiënt met coxartrose Bewegingsanalyse bij een patiënt met coxartrose Beets S, Gilst van N, Stal R Hogeschool van Amsterdam, Nederland 17 mei 2013 Abstract Inleiding: Bij dit onderzoek is er voor gekozen om de doelgroep, patiënten

Nadere informatie

VC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen

VC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen LOOP ABC Opleiding LOOP ABC Praktijk VC Groot Dilbeek Denkcel opleidingen INLEIDING Bij veel sporten is de loopbeweging van grote betekenis voor het beoefenen van die sport. Vaak is de looparbeid mede

Nadere informatie

Auteur(s): R. v.d. Meer Titel: De omdraaiplastiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): R. v.d. Meer Titel: De omdraaiplastiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): R. v.d. Meer Titel: De omdraaiplastiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 171-182 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Auteur(s): C. Riezebos Titel: De beenprothese en de voetstand Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 29-43

Auteur(s): C. Riezebos Titel: De beenprothese en de voetstand Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 29-43 Auteur(s): C. Riezebos Titel: De beenprothese en de voetstand Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 29-43 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De validiteit van de m. rectus femoris lengtetest Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 146-157 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp ) Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C. Titel: Heupmobiliteit, Beenlengte en Lichaamshouding Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 250-264 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 17e jrg 1999, no. 5 (pp. 246-273)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 17e jrg 1999, no. 5 (pp. 246-273) Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: Opstaan uit een stoel: lenigheid, spieracties, beperking en therapie Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 246-273 Deze online

Nadere informatie

Workshop 24 November keypoint Use it or lose it De patiënt weet het, wij ook?

Workshop 24 November keypoint Use it or lose it De patiënt weet het, wij ook? 1 Workshop 24 November keypoint Use it or lose it De patiënt weet het, wij ook? Dagelijkse praktijk? Mevr.A. staat morgens vroeg op en is eigenlijk ondanks haar neurodegeneratieve ziekte ( vasculaire dementie)

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting door R. 2564 woorden 31 januari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Subdomein C1. Kracht en beweging Specificatie De kandidaat

Nadere informatie

Hoofdafmetingen ligfiets

Hoofdafmetingen ligfiets Hoofdafmetingen ligfiets Modulegroep: BT/MT groep B Vak: Construeren III Datum: 9-12-2016 Er is gekozen voor het ontwerpen van een ligfiets, dit omdat er met de benen meer kracht geleverd kan worden dan

Nadere informatie

jaar: 1990 nummer: 06

jaar: 1990 nummer: 06 jaar: 1990 nummer: 06 In een wagentje zweeft een ballon aan een koord en hangt een metalen kogel via een touw aan het dak (zie figuur). Het wagentje versnelt in de richting en in de zin aangegeven door

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 3 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 3 (pp ) Auteur(s): B. Gerritsen Titel: Modellen: men late zich geen knol voor een citroen verkopen. Jaargang: 18 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 142-149 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Kantoorfitness op 1 M² met theraband

Kantoorfitness op 1 M² met theraband Kantoorfitness op 1 M² met theraband Avonts Erwin preventieadviseur en leerkracht lichamelijke opvoeding Gidpbw Antwerpen centrum Beginsituatie 1) Een te groot deel van de werknemers beweegt nog te weinig

Nadere informatie

Theory Dutch (Netherlands) Lees eerst de algemene instructies uit de aparte enveloppe voordat je begint met deze opgave.

Theory Dutch (Netherlands) Lees eerst de algemene instructies uit de aparte enveloppe voordat je begint met deze opgave. Q1-1 Twee problemen uit de Mechanica (10 punten) Lees eerst de algemene instructies uit de aparte enveloppe voordat je begint met deze opgave. Deel A. De verborgen schijf (3.5 punten) We beschouwen een

Nadere informatie

Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP

Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP Oefening 1: Armen horizontaal (schouders, m. Deltoidius en m. Biceps) Werkwijze Endo- en exorotatie van de schouders gelijkmatig trainen Materiaal

Nadere informatie

Lenigheid en beweeglijkheid

Lenigheid en beweeglijkheid 2.3.2. Lenigheid en beweeglijkheid Deze vaardigheid is bedoeld om de verschillende spieren te trainen op lenigheid en de verschillende gewrichten te mobiliseren. Lenigheid en beweeglijkheid bestaat uit:

Nadere informatie

De 11+ Een compleet warming-up programma

De 11+ Een compleet warming-up programma De 11+ Een compleet warming-up programma Deel 1 & 3 A A }6m Deel 2 B A: Hardlopen B: Jog terug B! ORGANISATIE A: Running OP HET exercise VELD B: Jog back Het parcours bestaat uit 6 paren evenwijdig geplaatste

Nadere informatie

Oefenschema 'Boschmans Ingeborg'

Oefenschema 'Boschmans Ingeborg' Oefenschema 'Boschmans Ingeborg' 27/02/2015 13:48 PROPRIOCEPTIE ROMP STRAIGHT LEG LOW Ruglig. Benen opgetrokken, knieën gebogen, voeten op heupbreedte. De handen samen boven het hoofd. Vooraleer een beweging

Nadere informatie

Statische rekoefeningen

Statische rekoefeningen Statische rekoefeningen Bovenlichaam Lage rugspieren Ga met je zitvlak op je hakken zitten. Duw je handen over de grond naar voren en buig je rug. Rek zover mogelijk uit. Kijk naar de grond. Houd deze

Nadere informatie

Oefenschema 'test atleet'

Oefenschema 'test atleet' Oefenschema 'test atleet' 19/07/2013 08:30 GLUTEUS MED ZIJLIG 1 Zijlig. 1 arm onder het hoofd, andere arm met de hand in de zij om de beweging van het bekken te evalueren. Beide knieën opgetrokken, voeten

Nadere informatie

Posities van de voeten

Posities van de voeten Posities van de voeten 1 e positie: De hielen aan elkaar, de voeten naar buiten gedraaid, gelijk aan de schouderlijn. De voeten staan met de hele voetzolen op de grond. 2 e positie: De voeten naar buiten

Nadere informatie

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Rafys Digitale Goniometer

Gebruiksaanwijzing Rafys Digitale Goniometer Gebruiksaanwijzing Rafys Digitale Goniometer ABS/zero knop. Meten in de ABS stand, ABS staat voor absoluut Je kunt meten in de ABS stand dat is de stand waarbij ABS rechtsboven in beeld staat (pijl). Je

Nadere informatie

Core training. Door: Roeland Smits. Roeland Smits Core training voor zwemmers 1

Core training. Door: Roeland Smits. Roeland Smits Core training voor zwemmers 1 Core training Door: Roeland Smits Roeland Smits Core training voor zwemmers 1 Voorbereiding krachttraining zwemmen: Core training: In eerste instantie zal er een grondige bases gelegd moeten worden waar

Nadere informatie

Op weg naar een ambulante methode voor het meten van rugbelasting op de werkplek

Op weg naar een ambulante methode voor het meten van rugbelasting op de werkplek SAMENVATTING Op weg naar een ambulante methode voor het meten van rugbelasting op de werkplek Pijn in de lage rug is een belangrijk medisch en economisch probleem in de westerse samenleving. Uitkomsten

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 5 (pp. 266-294)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 5 (pp. 266-294) Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos Titel: Buikspieren, houding en oefening Jaargang: 11 Jaartal:1993 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 266-294 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Theorie van de kracht

Theorie van de kracht Theorie van de kracht Concepten vooraf Kracht door duwen Toepassing in Taekwon-Do = duw met handpalm Kracht door impact of botsing Toepassing in Taekwon-Do = stoot Kinetische energie = ½ massa x snelheid

Nadere informatie

De voorste kruisbandreconstructie

De voorste kruisbandreconstructie Afdeling: Onderwerp: Fysiotherapie De voorste kruisbandreconstructie 1 De voorste kruisbandreconstructie 2 De Voorste Kruisbandreconstructie De knie: De meeste mensen zien een knie als een simpel scharniergewricht

Nadere informatie

Zwanger (geweest)? Spieren rondom uw bekken trainen? Klachten voorkomen en/of verminderen? voorkom bekkenpijn FYSIOHOLLAND

Zwanger (geweest)? Spieren rondom uw bekken trainen? Klachten voorkomen en/of verminderen? voorkom bekkenpijn FYSIOHOLLAND FYSIOHOLLAND voorkom bekkenpijn Zwanger (geweest)? Spieren rondom uw bekken trainen? Klachten voorkomen en/of verminderen? De therapeuten van FysioHolland geven tips. Veel vrouwen krijgen tijdens of na

Nadere informatie