Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Kracht, richting en diagnostiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Kracht, richting en diagnostiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:"

Transcriptie

1 Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Kracht, richting en diagnostiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander niet commercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:

2 KRACHT, RICHTING EN DIAGNOSTIEK Aad Lagerberg A. Lagerberg, Fysiotherapeut, Vakgroep Beweging & Analyse opleiding Bewegingstechnologie Haagse Hogeschool; Albert Schweitzer Ziekenhuis Dordrecht. Inleiding De beoordeling van de spierkracht van een patiënt wordt in de fysiotherapie sinds lange tijd met behulp van manuele weerstandstesten uitgevoerd. Aangezien de uitkomst van dergelijk manueel onderzoek moeilijk in een objectieve maat is uit te drukken, wordt het krachtonderzoek tegenwoordig ook wel uitgevoerd met zogenaamde dynamometers (Figuur 1). Deze apparaten registeren de door de patiënt uitgeoefende trek en/of drukkracht. De instrumenten kunnen worden gebruikt bij diagnostiek, maar worden ook wel ingezet bij de evaluatie van een trainingsprogramma. Figuur 1. Testen van de strekkracht van de knie met een handdynamometer. Met de komst van fitnessapparatuur in fysiotherapiepraktijken is het echter ook steeds gebruikelijker geworden om de score van een patiënt op bijvoorbeeld een leg-press machine voor deze doeleinden te gebruiken. In dit artikel worden een aantal principes besproken die van belang zijn bij de interpretatie van spierkrachttesten. Bij het uitoefenen van krachten op de buitenwereld moet niet alleen voldoende spierkracht rond de gewrichten aanwezig zijn om het interne evenwicht te waarborgen, maar moet het lichaam als geheel ten opzichte van de buitenwereld eveneens in evenwicht zijn (externe evenwichtseisen). Na een korte schets van de principes die gelden bij het handhaven van het externe evenwicht, wordt ingegaan op de wijze waarop het interne evenwicht wordt gerealiseerd. Tenslotte wordt ingegaan op de consequenties van het bovenstaande voor diagnostiek en therapie. Externe evenwichtseisen In eerste instantie kijken we met behulp van een eenvoudig model naar de rol van de externe evenwichtseisen bij het genereren van krachten. Figuur 2 toont een staand persoon. Het lichaamszwaartepunt ligt loodrecht boven het enkelgewricht op een afstand van 100 cm. Stel dat deze persoon in deze houding met gestrekte armen een horizontale trekkracht uit wil oefenen. We gaan er in dit eerste voorbeeld van uit dat de desbetreffende persoon onbeperkt in staat is alle interne momenten (rond de gewrichten) te leveren en dat er voldoende wrijvingskracht op de vloer kan worden opgewekt om te voorkomen dat de persoon wegglijdt.

3 Onder die omstandigheden wordt de trekkracht gelimiteerd door het moment dat het lichaam ten opzichte van het kantelpunt met de vloer kan leveren. In dit voorbeeld wordt de punt van de schoen als kantelpunt beschouwd. Bij een lichaamsgewicht van 80 kg, een schouderhoogte van 150 cm en een horizontale afstand van de punt van de schoen tot de werklijn van de zwaartekracht van 20 cm, bedraagt de maximaal mogelijke trekkracht in horizontale richting op schouderhoogte circa 100 N (zie figuur 2a). Figuur 2. Modelmatige benadering van de externe evenwichtssituatie van het lichaam. S = schouder Z = lichaamszwaartepunt e = enkelgewricht t = metatarsophalangeale gewrichten. Met een dergelijke trekkracht op een afstand van 150 cm van het draaipunt wordt namelijk een moment gegenereerd rond het kantelpunt dat gelijk is (maar tegengesteld gericht) aan het moment ten gevolge van de zwaartekracht. Hoe sterk dit individu ook is, onder deze condities kan slechts net iets meer dan 10 kg trekkracht worden gegenereerd. De uitslag van een meting die bedoeld was om vast te stellen hoe sterk iemand is, levert dus bij deze uitvoering geen valide beeld op. De limiterende factor onder deze omstandigheden is niet de beschikbare spierkracht, maar het door het lichaamsgewicht te genereren moment om het kantelpunt. De prestaties kunnen worden verbeterd door het aangrijpingspunt van de uit te oefenen trekkracht dichter bij het kantelpunt te brengen (omlaag), of de werklijn van de zwaartekracht werkend op het lichaam verder van het kantelpunt vandaan te brengen. Indien de trekkracht wordt uitgeoefend met afhangende bovenarmen komt het aangrijpingspunt van de trekkracht ongeveer 40 cm lager en dus dichter bij het kantelpunt te liggen. Dit betekent onder overigens ongewijzigde omstandigheden dat de trekkracht kan worden opgevoerd tot 145 N (figuur 2b). Door het lichaam in de enkelgewrichten (die in het model voor het rekengemak op dezelfde hoogte liggen als het kantelpunt) achterover te kantelen, worden echter beide genoemde factoren in positieve zin beïnvloed. Figuur 3a toont een persoon in een 45 achterover gekantelde positie van het lichaam. Het lichaamszwaartepunt komt door deze standsverandering verder achter het kantelpunt te liggen. Figuur 3. De invloed van het achterover kantelen van het lichaam op de maximaal mogelijke trekkracht. Het zwaartepunt komt hierdoor op 71 cm achter de enkel-as en dus op 91cm van het kantelpunt. Door deze manoeuvre neemt echter ook de lastarm van de trekkracht af. De achteroverkanteling van het lichaam maakt dat de verticale afstand van de schouder tot het kantelpunt afneemt van 150 tot 106 cm. De trekkracht die kan worden gegenereerd met gestrekte armen bedraagt nu 687 N. Met afhangende bovenarmen bedraagt de maximaal mogelijke trekkracht nu zelfs 1103 N (figuur 3b). Ondanks de voordelen die het trekken met afhangende armen heeft voor het externe momentenevenwicht, wordt deze uitvoering zelden gekozen. Dit valt te begrijpen uit de consequenties die een dergelijke uitvoering heeft voor de interne evenwichtseisen (de optredende momenten rond de schouder nemen enorm toe). Op dit aspect van de evenwichtseisen komen wij zo dadelijk terug.

4 Het achterover kantelen van het lichaam als methode voor het opvoeren van de maximaal mogelijke trekkracht is een veel gebruikte lichaamshouding die overal waar flinke trekkrachten moeten worden uitgeoefend valt waar te nemen (figuur 4). Figuur 4. Voorbeelden van activiteiten waarbij van dit mechanisme gebruik wordt gemaakt. Een tweede methode die kan worden toegepast om grote trekkrachten uit te oefenen wordt getoond in figuur 5. Door op de getoonde wijze een of beide benen tegen een vast punt te plaatsen, wordt het steunvlak van het lichaam ten opzichte van de buitenwereld zodanig verlegd dat de uitgeoefende trekkracht door het steunvlak verloopt. Op deze wijze bestaat er niet langer een moment om het kantelpunt van het lichaam en wordt de maximaal uit te oefenen trekkracht niet langer gelimiteerd door de externe evenwichtseisen. Natuurlijk blijven er ook in deze situatie wel interne evenwichtseisen waaraan voldaan moet zijn. Figuur 5. Wijziging van het steunvlak (verdere verklaring in de tekst) Interne evenwichtseisen Figuur 6 toont een persoon die druk doende is een zware kast te verschuiven. In vrijwel elk mechanica leerboek is deze situatie terug te vinden. Het leerzame van dit voorbeeld schuilt in het feit dat met behulp van enkele eenvoudige berekeningen kan worden duidelijk gemaakt dat het onder dergelijke omstandigheden onvermoed handiger is om onder een bepaalde hoek aan de kast te trekken in plaats van zuiver horizontaal. Op het eerste gezicht zou je immers denken: De kast moet naar rechts en dus is een trekkracht die horizontaal naar rechts gericht is, het meest gunstig (figuur 7a). Elke gram trekkracht is dan immers in de juiste richting gericht. Bij het trekken onder een hoek (figuur 7b) kan de kracht die wordt geleverd, worden ontbonden in een component in de gewenste bewegingsrichting (Ft.cos ) en een component daar loodrecht op (Ft.sin ). Bij een gelijke uitgeoefende kracht op het touw is de component in de bewegingsrichting dan natuurlijk kleiner dan in situatie a. De component loodrecht op de effectieve component levert op het eerste gezicht geen bijdrage aan de verplaatsing van de kast in de gewenste richting en lijkt daarmee niet nuttig. Toch ligt de zaak in werkelijkheid anders. De weerstand die moet worden overwonnen bij het verschuiven van de kast is het gevolg van de wrijvingskracht tussen de kast en de vloer. Deze wrijvingskracht (Fw) is afhankelijk van de normaalkracht (Fn) welke gelijk is aan de reactiekracht van de vloer op de kast en van de aard van de materialen die over elkaar schuiven (de wrijvingscoëfficiënt f). In een formule: Fw = Fn*f Figuur 6. Uiteraard verandert de wrijvingscoëfficiënt tussen de kast en de vloer niet door onder een hoek te trekken: de materialen blijven immers hetzelfde. De normaalkracht die door de vloer op de kast wordt uitgeoefend verandert echter wel. In het geval van zuiver horizontaal trekken aan het touw (figuur 7a) is Fn gelijk, maar tegengesteld gericht aan de zwaartekracht welke op de kast werkt. Bij het trekken onder een hoek heerst er minder druk op de vloer (figuur 7b). De component van de trekkracht welke omhoog gericht is (ft.sin ), levert immers ook een bij-

5 drage aan het dragen van de kast. De zwaartekracht op de kast wordt nu dus voor een deel in evenwicht gebracht door de normaalkracht van de vloer op de kast en voor een deel door de spankracht in het touw. De reductie van de heersende normaalkracht maakt dat de optredende wrijvingskracht vermindert. De effectieve component van de trekkracht wordt door het trekken onder een hoek weliswaar wat kleiner, maar de weerstand die moet worden overwonnen (de wrijvingskracht) ook. Binnen bepaalde grenzen van de trekhoek blijkt de afname van de wrijvingsweerstand ten gevolgen van het dragen van de kast groter te zijn dan het verlies aan effectieve trekkracht. Figuur 7. Krachten op de kast. Fn = normaalkracht Ft = trekkracht Uit berekeningen (die hier verder achterwege worden gelaten) valt op te maken dat de optimale hoek om in dit soort situaties te trekken wordt bereikt indien de tangens van de trekhoek (ft.sin / ft.cos ) gelijk is aan de wrijvingscoëfficiënt. In de grafieken van figuur 8a en b wordt het verband tussen trekkracht en trekhoek uitgezet bij twee verschillende (statische) wrijvingscoëfficiënten. In figuur 8a wordt de benodigde trekkracht om een kast van 200 kg te verschuiven weergegeven. Bij een horizontale trekrichting is (bij een wrijvingscoëfficiënt van 0,4) een trekkracht van 800N nodig om de kast in beweging te brengen. Bij de optimale trekhoek van 22 is slechts een trekkracht van 743N nodig (punt p in de grafiek). Indien de vloer stroever is (f = 0,6) is de benodigde trekkracht natuurlijk groter (Figuur 8b). Bij een horizontale trekrichting is nu 1200N nodig. De benodigde trekkracht bij de optimale trekhoek (die nu 31 bedraagt) is 1029N (punt p in de grafiek). Hoe stroever de vloer, hoe schuiner dus aan de kast getrokken moet worden voor het beste resultaat. Figuur 8a en b. Het verband tussen trekkracht en trekhoek (verdere verklaring in de tekst). Bij analyses van de wijze waarop mensen krachten op de buitenwereld uitoefenen doen zich fenomenen voor die gelijkenis vertonen met het hierboven besproken voorbeeld van het verschuiven van de kast. Net als bij het voorbeeld van de kast lijken mensen in bepaalde situaties op het eerste gezicht voor een weinig effectieve bekrachtigingsrichtingen te kiezen. Een relevant experiment in dit verband is beschreven in het proefschrift van Doorenbosch (1). Figuur 9 toont schematisch de gebruikte proefopstelling. Een proefpersoon wordt gevraagd om vanuit een vastgelegde zittende positie zo hard mogelijk met de voet tegen het plateau te duwen.(onder de rechter voet). Het plateau kan uitsluitend schuin achterwaarts omlaag worden gedrukt. De richting en de grootte van de uitgeoefende kracht wordt door de in het plateau inge-

6 bouwde force-plate geregistreerd. Het plateau beweegt met een vaste snelheid omlaag, onafhankelijk van de uitgeoefende kracht (een isokinetisch systeem). Een isokinetische apparaat genereert overigens een uiterst onnatuurlijke vorm van weerstand. Stelt u zich bijvoorbeeld een isokinetische fiets voor. Op een dergelijke fiets draaien de cranks rond met een snelheid die niet wordt beïnvloed door de hoeveelheid kracht die u er op uitoefent. Of u al dan niet uw best doet of zelfs op de pedalen gaat staan wordt dus uitsluitend zichtbaar door een registratie van de uitgeoefende kracht op de pedalen, maar vertaalt zich niet in een hogere snelheid. De test wordt onder twee wisselde condities uitgevoerd. In de eerste situatie wordt de voet stevig bevestigd op het plateau (figuur 9a). In het tweede geval wordt de proef uitgevoerd terwijl de proefpersoon een rolschaats draagt (figuur 9b). Het gevolg van het dragen van een rolschaats is dat de proefpersoon wordt gedwongen om uitsluitend loodrecht op het plateau te duwen. De rolschaats zou immers direct van het plateau af rijden indien schuin op het plateau werd geduwd. De proefpersonen blijken bij de uitvoering met de gefixeerde voet een voorkeur te vertonen voor het schuin op het plateau richten van de kracht. In figuur 9 wordt de gemiddelde richting van de kracht op de forceplate onder beide condities getoond. Net als bij het voorbeeld van de boekenkast is er hier bij oppervlakkige beschouwing sprake van een ongunstige richting van de uitgeoefende kracht. De kracht staat immers onder een hoek met de verplaatsingsrichting van het plateau waar tegen wordt geduwd. Bij het verschuiven van de kast bleek dat de te overwinnen wrijvingsweerstand gunstig werd beïnvloed door het trekken onder een hoek. In dit voorbeeld is daar echter geen sprake van. Het isokinetisch bewegende plateau verplaatst, indien er een kracht omlaag op wordt uitgeoefend, met een vaste snelheid omlaag, onafhankelijk van de grootte van de uitgeoefende kracht. De eigenschappen van de te overwinnen weerstand worden in dit geval dus niet gunstig beïnvloed door de schuin aangrijpende kracht. Waar is het voordeel dan wel op gebaseerd? Momentenverdeling en krachtrichting Figuur 9a en b Gemiddelde richting van de uitgeoefende kracht op de force-plate.

7 Figuur 10a en b. a. De uitgeoefende kracht (Fd) kan worden ontbonden in een effectieve component (Fe) en een ineffectieve component (Fi). b. In deze situatie is de uitgeoefende kracht gelijk aan de effectieve kracht. Naast het verschil in gekozen duw richting onder de beide condities is er tevens sprake van een opvallend verschil in de grootte van de uitgeoefende kracht. De kracht op het plateau bij een gefixeerde voet (Fd in figuur 10a) kan worden ontbonden in een effectieve component (Fe) welke loodrecht op de voetplaat staat en een loodrecht daarop staande ineffectieve component (Fi). In het geval van de loodrecht gerichte duw kracht van de situatie met de rolschaats is de uitgeoefende duw kracht in zijn geheel effectief gericht (Fd = Fe in figuur 10b). Zoals uit een vergelijking van beide figuren echter duidelijk blijkt is ondanks de schuin gerichte duwkracht de effectieve kracht in de bewegingsrichting van het plateau in situatie a toch het grootst. Bij het beoordelen van de noodzakelijke krachtleverantie door de spieren om in de getoonde richting kracht uit te oefenen dient na te worden gegaan welke momenten rond de gewrichten moet worden geleverd om in de getoonde richting kracht uit te oefenen. Indien het eigen gewicht van het onder- en bovenbeen buiten beschouwing wordt gelaten, kan de noodzakelijke momentenleverantie rond de gewrichten van de onderste extremiteit voor een bepaalde richting en grootte van een uitwendige kracht worden gevonden door de momentsarmen van de reactiekracht van de gegenereerde duwkracht tot de gewrichtsassen te bepalen. De gegenereerde momenten rond de gewrichten dienen immers in evenwicht te zijn met de tegengesteld gerichte momenten van de reactiekracht. Het feit dat veel minder kracht kan worden geleverd bij het duwen indien een rolschaats wordt gedragen is te verklaren uit de verschillen in de momentsarmen die over de heup en de knie optreden in beide situaties. In figuur 10a en b worden de momentsarmen van de kracht tot de gewrichtsassen van heup en knie getoond (afstanden a en b). De werklijn van de kracht verloopt in het tweede geval veel verder van de heupas. Tevens verloopt de werklijn (vergeleken met figuur a) aan de andere zijde van het kniegewricht. Dit betekent dat er in tegenstelling tot situatie a, waar een extenderend moment door de kniestrekkers wordt geleverd, in deze situatie een flecterend kniemoment door kniebuigers is geleverd terwijl de bewegingsuitvoering gepaard gaat met een strekking van de knie. Van Ingen Schenau et.al. hebben gepubliceerd over de rol van poly-articulaire spieren in dergelijke situaties (2). Ook in dit tijdschrift stonden wij al eens stil bij deze fenomenen (3,4). De richting van de duwkracht op het plateau (en dus ook van de reactiekracht op de voet) is het gevolg van de verhouding tussen en de richting van de uitgeoefende momenten rond de betrokken gewrichten. Een andere verhouding in de gegenereerde momenten leidt tot een andere richting van de kracht.

8 In figuur 11a is de situatie van het duwen op het plateau met behulp van een computermodel (vervaardigd in het programma Interactive Physics) schematisch nagebootst. Ter vereenvoudiging wordt het model bekrachtigd door slechts twee spieren namelijk een extensor over de heup en een extensor over de knie. Het onderbeen en de voet vormen één element. De analyse heeft betrekking op een statische situatie. Met behulp van de schuifregelaars (S) kan de spankracht in de actuatoren (spieren) worden geregeld. Actuatoren kunnen zowel duw- als trekkrachten leveren. Figuur 11a t/m d. Modelmatige analyse van de relatie tussen momentleverantie en krachtrichting. Verdere verklaring in de tekst. Negatieve waarden betekenen dat er een trekkracht wordt uitgeoefend. Het bereik van de actuatoren in dit model loopt om die reden van 0 tot een arbitraire negatieve waarde van -100N. Dat dergelijke waarden een onderschatting zijn van de werkelijk mogelijke spierkrachten doet bij deze analyse niet ter zake. De optredende duwkracht op het plateau welke het gevolg is van de gegenereerde momenten rond de twee gewrichten, wordt door het programma berekend. In figuur 11a worden geen spieren geactiveerd. Aangezien het eigen gewicht van het boven en onderbeen opnieuw buiten beschouwing wordt gelaten, heerst er ook geen kracht op het plateau. In figuur 11b is de extensor van de knie maximaal aangespannen. De weergegeven duwkracht (Ft) verloopt onder invloed van het uitgeoefende strekkende moment schuin naar voren. Merk op dat de werklijn van de kracht geheel automatisch door de heupas verloopt. Dit valt te begrijpen uit het gegeven dat er rond de heup geen momenten worden gegenereerd door spieren. Er kan dus ook uitsluitend evenwicht rond de heup heersen indien de reactiekracht door de heupas verloopt. In figuur 11c wordt de heupextensor maximaal aangespannen, terwijl de kniestrekker niet langer actief is. Deze wijziging van de bekrachtiging heeft duidelijke gevolgen voor de richting van de duw kracht. Analoog aan de voorgaande situatie verloopt de werklijn van de duwkracht nu door de knie-as. Indien beide strekkers gelijktijdig maximaal worden aangespannen resulteert dit in een richting van de kracht die wordt getoond in figuur 11d. De grootte en richting van de reactiekracht in deze situatie komt overeen met de som van beide voorgaande vectoren. Met behulp van de twee strekkende spieren rond heup en knie blijkt het mogelijk om binnen bepaalde grenzen (namelijk tussen de heup- en de knie-as) de uitgeoefende kracht te richten. Richtingen waarbij de werklijn achter

9 de heup-as of voor de knie-as verloopt, blijken met behulp van deze twee extenderende spierkrachten niet mogelijk te zijn. Dergelijke duwrichtingen vereisen andere momenten rond heup en knie. In figuur 12 is het model uitgebreid met een heup en een knie buiger. Figuur 12a en b. Uitbreiding van het model met een heup- en een kniebuiger. Verdere verklaring in de tekst. In figuur 12a is te zien dat een reactiekracht die ventraal van de knie verloopt kan worden gegenereerd met behulp van een heup-extensor in combinatie met een knie-flexor. Vergeleken met de geïsoleerde actie van de heupstrekker (figuur 11c) is de duwkracht verder afgenomen. Dit is te begrijpen uit het feit dat de inschakeling van de knie-flexor niet alleen invloed heeft op de richting maar ook op de grootte van de duwkracht. Het geïsoleerde resultaat van de knie-flexor (niet weergegeven in de figuren) zou uiteraard een trekkracht op het plateau zijn en geen duwkracht. In verband daarmee neemt de duwkracht ten gevolge van de inschakeling van de knie-flexor af ondanks de inzet van een extra spiergroep. Op overeenkomstige wijze valt uit figuur 12b te begrijpen dat een duwkracht welke achter de heupas verloopt de inschakeling van een knie-extensor in combinatie met een heup-flexor vereist. Ook hierbij wordt uit de vergelijking met figuur 11b duidelijk dat een dergelijke inschakeling van heup-buigers de duwprestatie nadelig beïnvloed. Het totale gebied waarin duw krachten op het plateau kunnen worden geleverd valt op basis van het bovenstaande in te delen in drie domeinen. De situatie waarin de krachten evenwijdig aan het plateau gericht worden, wordt hier als de uiterste krachtrichting beschouwd die nog als duwen mag worden aangemerkt. In figuur 13a zijn deze drie domeinen weergegeven. Figuur 13a en b. a. De richting waarin krachten op het plateau kunnen worden uitgeoefend kan worden verdeeld in drie domeinen. b. Wijziging van de prestaties bij reductie van de strekkracht van de knie met 50%. De kracht-richtingen in domein 1 vereisen een combinatie van strekkende momenten rond de knie en buigende momenten rond de heup. In domein 2 worden de strekkers van heup en knie gebruikt. In domein 3 tenslotte bestaat er een combinatie van strekkende momenten rond de heup en buigende momenten rond de knie. De noodzakelijke richting (strekkend of buigend) van de spiermomenten in de diverse domeinen is onafhankelijk van de gekozen maximale spiermomenten in het model. De driehoek in figuur 13a vormt de omhullende van de maximaal mogelijke reactiekracht in elke richting. Hier is duidelijk waarneembaar dat de grootste duw krachten kunnen worden gerealiseerd in domein 2. Pogingen om loodrecht op het plateau te duwen vallen in domein 3. De maximaal te genereren duwkracht is hier veel lager. Tevens valt op dat vooral in domein 2 de prestaties snel afnemen indien de richting van de duwkracht iets varieert. In het gebruikte model wordt de maximale spankracht in alle spieren gelijk verondersteld (100N). Aangezien de momentsarmen van de betrokken spieren ook gelijk zijn gehouden, is de maximale momentleverantie van de spieren eveneens gelijk. Bij andere verhoudingen tussen de spiermomenten dan

10 gebruikt in dit model gelden niet alleen andere maximale krachten, maar ook andere optimale duw-richtingen. De gevolgen van krachtsverlies In figuur 13b is de omhullende van de maximale prestaties getekend indien de kniestrekkers 50% zwakker zijn ten gevolge van een parese. In domein 1 en 2 is de invloed echter duidelijk zichtbaar aan een afname van de maximaal te genereren reactiekracht. In het gehele domein 1 nemen de prestaties af. De richting waarin de grootste kracht kan worden geleverd valt nog steeds in domein 2. De maximale prestatie is niet alleen afgenomen, maar wordt ook in een andere richting geleverd. Dit is een belangrijk gegeven. Krachtsverlies van spieren heeft niet alleen gevolgen voor de grootte van de mogelijke kracht die op de buitenwereld kan worden uitgeoefend, maar ook voor de richting waarin deze maximale prestatie geleverd kan worden. Bij bestudering van de prestaties van het model met de verzwakte kniestrekkers valt nog iets op. Er bestaan ondanks het evidente krachtsverlies ook richtingen waarin het model dezelfde duwkrachten weet te genereren als in de situatie waarin de kniestrekkers 50% sterker waren. De afname van de strekkracht van de knie heeft bijvoorbeeld geen consequenties voor de prestaties in domein 3. Dit is begrijpelijk aangezien daar geen kniestrekkers werden gebruikt. Het gebied waarin geen wijzigingen van de prestatie optreden is in figuur 14 grijs gearceerd. Figuur 14. In het gearceerde gebied treden ondanks het verlies aan spierkracht geen wijzigingen in de duw prestatie op. Hieruit blijkt dat zelfs in het gebied waar beide strekkers actief dienen te zijn (domein 2) duw richtingen te vinden zijn waarbij exact dezelfde maximale prestaties geleverd worden. Indien in deze richtingen prestaties worden gevraagd of testen worden uitgevoerd blijft een evident bestaand krachtsverlies dus onopgemerkt. Het is zelfs denkbaar dat een persoon met een volledig uitval van de kniestrekkers een duwkracht op het plateau levert.. Een geïsoleerde contractie van de heupstrekkers levert tenslotte ook een duwkracht op, waarbij de werklijn van de kracht precies door de knie-as verloopt (zie figuur11c). Het testen van spierkracht Bij het testen van de spierkracht gaat de interesse van de onderzoeker natuurlijk uit naar de mate waarin door de patiënt aan de interne evenwichtseisen kan worden voldaan. Het is hierbij belangrijk te bedenken dat er van het feitelijk testen van de kracht van een spier nooit sprake kan zijn (figuur 15). Figuur 15. De onderzoeker levert een moment (Fe. a) en de patiënt levert eveneens een moment (Fs. b). De onderzoeker oefent een moment uit over een of meer gewrichten (uitgeoefende kracht (Fe) maal de afstand tot de gewrichtsas (a)). De patiënt reageert eveneens met een moment (de spierkracht (Fs) maal de afstand tot de gewrichtsas (b)). Indien de onderzoeker zijn weerstand dichter bij de gewrichts-as uitoefent (bijvoorbeeld halverwege de onderarm) kan de patiënt zonder toename van zijn spierkracht een grotere externe kracht overwinnen. Het product van de externe kracht en de momentsarm (het door de onderzoeker uitgeoefende moment) is immers gelijk gebleven.

11 Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.5 (pp ) Naast de interne evenwichtseisen moet echter ook steeds rekening worden gehouden met de externe eisen. Figuur 16 toont een testuitvoering waarbij een dynamometer wordt gebruikt om de abductoren van de arm te testen. Figuur 16. Test voor de abductiekracht van de arm met een dynamometer. Naast de momenten rond de schouder ontstaan er natuurlijk ook momenten rond andere gewrichten. In figuur 17a worden een aantal van dergelijke momenten getekend. De kracht op de arm moet niet alleen in evenwicht worden gehouden rond de schouder (1), maar ook in de wervelkolom (2), de rechter heup (3) en de rechter enkel (4). Tevens moet het lichaam als geheel ten opzichte van de vloer in evenwicht worden gehouden (5). De score van de proefpersoon is dus niet uitsluitend afhankelijk van de beschikbare spierkracht rond de schouder. Het is even goed denkbaar dat de mogelijke kracht op de arm wordt gelimiteerd door de evenwichtseisen rond een van de andere verbindingen. Figuur 17b toont een compensatie die bij een dergelijk test vaak kan worden waargenomen. Door een lateroflexie van de romp en een verschuiving van de projectie van het zwaartepunt naar het linker been wordt de momentsarm van de last rond diverse gewrichten kleiner. Dit geldt niet voor het schoudergewricht. Tevens wordt de bijdrage van het lichaamsgewicht aan de noodzakelijke tegengestelde momenten rond de wervelkolom, de heup de enkel en het kantelpunt op de vloer groter. Figuur 17a en b. Modelmatige voorstelling van de optredende momenten bij de test van figuur 16. Verdere verklaring in de tekst. De modelmatige analyse van het effect van krachtsverlies van de kniestrekkers liet zien dat de interpretatie van de resultaten bij testuitvoeringen waarbij rond meerdere gewrichten momenten worden gevraagd bijzonder moeilijk is. Bij een geïsoleerde test is dit veel eenvoudiger. Ter verduidelijking vergelijken we de prestatie van een persoon met een ongestoorde strekfunctie van de knie met iemand die slechts de helft van de momenten kan genereren. Eerst plaatsen we beide personen op een traditionele quadricepsbank (figuur 18). Stel dat onder ongestoorde omstandigheden een gewicht van 40 kg op de getoonde wijze kan worden geragen. Figuur 18. Bij een verlies van 50% van de mogelijke spierkracht kan dan natuurlijk ook een 50% minder grote last worden gedragen in een vergelijkbare positie. De vraag is nu: geldt dit ook voor de prestatie op een legg-press? Is daar ook een afname van de maximale prestatie met 50% te verwachten. Het antwoord is nee. De prestatie op de leg-press hangt namelijk niet alleen af van de mogelijke strekkende momenten rond de knie, maar ook van de prestaties van de strekkers van de heup. In figuur 19a wordt de richting van de duwkracht getoond die ontstaat bij een maximale inschakeling van heup- en knie-

12 Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.5 (pp ) strekkers. Opnieuw gaan we uit van een gelijke maximale momentleverantie van de spieren rond knie en heup. De momentsarmen van de kracht tot de heup- en de knie-as verhouden zich hierbij als 1:1. De verbindingslijn tussen de heup en de knie-as wordt door de werklijn van de kracht eveneens in een verhouding van 1:1 gedeeld. Bij een afname van de kracht van de kniestrekkers met 50% wordt de verhouding tussen de maximaal te genereren momenten rond knie en heup gewijzigd (figuur 19b). Figuur 19a en b. a. Richting van de duwkracht bij een gelijke momentenleverantie van de heup- en de kniestrekkers. b. Richting van de duwkracht bij een afname van de momentleverantie rond de knie van 50%. De verhouding wordt nu heupmoment : kniemoment = 2:1. Deze verhouding is daarom ook in de momentsarmen van de kracht tot de gewrichtsassen terug te vinden. De werklijn van de gegenereerde kracht verandert daarbij. De verhouding waarin de verbindingslijn tussen heup en knie wordt gesneden is nu eveneens 2:1. Aangezien we net als in de voorgaande modellen uitgaan van een gelijke maximale momentleverantie van de heup- en kniestrekkers komt de prestatie van de proefpersoon op de leg-press voor 50% voor rekening van de heupstrekkers en voor 50% van de kniestrekkers. Een afname van het maximale moment rond de knie met 50% heeft dus ook maar een effect van 25% op de maximale prestatie Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat de richting waarin de maximale kracht onder beide omstandigheden geleverd kan worden anders is. In de figuren van figuur 19 is met een stippellijn aangegeven in welke richting de voetenplank van de leg-press beweegt. De hoek tussen deze verplaatsingsrichting en de uitgeoefende duwkracht is in situatie a het grootst. Dit betekent dat het verschil tussen de effectieve componenten van de beide duwkrachten zelfs nog iets minder zal zijn dan 25%. Zonder begrip van de hier vermelde principes zou dit kunnen leiden tot een schromelijke onderschatting van het aanwezige krachtsverlies. Een ander probleem is de interpretatie van de uitslag. Een afname van de strekkracht van de heupstrekkers met 50% of een combinatie van 25% verlies in strekkracht van heup en knie leidt tot een gelijke prestatie-afname (in wisselende richtingen). Het trainen van spierkracht dient bij voorkeur te gebeuren in bewegingsvormen die functioneel zijn. Hierbij wordt vrijwel steeds rond meerdere gewrichten een momentenleverantie gevraagd. Een verlies van spierkracht kan dan soms vernuftig worden gecompenseerd. Voor de diagnostiek verdient het daarom sterk de voorkeur om de mogelijke momentleverantie per gewricht geïsoleerd te testen. Pas nadat op deze wijze in kaart is gebracht welke deficiënties er op het gebied van de mogelijke momentenleveranties per gewricht en per bewegingsrichting bestaan, dient een poging te worden gedaan om het gedrag van de betrokkene in complexere bewegingsvormen te analyseren en te begrijpen. Bij het ontwerpen van trainingsvormen dient gezocht te worden naar functionele oefeningen die zodanig worden uitgevoerd dat de zwakke componenten in de uitvoering niet voortdurend vermeden worden. LITERATUUR 1. Doorenbosch C. Muscle coordination in force control of leg movements. Thesis, faculteit voor bewegingswetenschappen, VU Amsterdam, Van Ingen Schenau, G.J. On the action of bi-articulair muscles, a review Netherlands Journal of zoology, 40(3): (1990).

13 3. Lagerberg, A., Faber, H. Fitness, kracht en lenigheid. Versus, tijdschrift voor fysiotherapie, 1996 no. 2. pp Riezebos, C. Et.al. Springen en spierrekken Versus, tijdschrift voor fysiotherapie, 1989 no. 5. pp Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.5 (pp )

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322) Auteur(s): Titel: A. Lagerberg De beperkte schouder. Functie-analyse van het art. humeri met behulp van een röntgenfoto Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,16e jrg 1998, no.2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,16e jrg 1998, no.2 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Krachttraining op fitnessapparatuur Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 75-95 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 238-256 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91

Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91 Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp ) Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Evenwicht in het gewricht in de close-packed position Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 198-207 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M.

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M. Inhoud... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10 1/10 HAVO In de modules Beweging en Krachten hebben we vooral naar rechtlijnige bewegingen gekeken. In de praktijk

Nadere informatie

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 134-149 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 203-217 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): H. Oonk Titel: De rollator Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Oonk Titel: De rollator Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Oonk Titel: De rollator Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 98-105 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-)

Nadere informatie

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren.

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren. 3.1 + 3.2 Kracht is een vectorgrootheid Kracht is een vectorgrootheid 1 : een grootheid met een grootte én een richting. Bij het tekenen van een krachtpijl geldt: De pijl begint in het aangrijpingspunt

Nadere informatie

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt. Uitwerkingen 1 Opgave 1 Het aangrijpingspunt van een kracht is de plaats waar de kracht op het voorwerp werkt. De werklijn van een kracht is de denkbeeldige (rechte) lijn die samenvalt met de bijbehorende

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting door R. 2564 woorden 31 januari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Subdomein C1. Kracht en beweging Specificatie De kandidaat

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 1 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 1 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos Titel: Het richten van krachten Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 18-41 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

eenvoudig rekenen met een krachtenschaal.

eenvoudig rekenen met een krachtenschaal. Oefentoets Hieronder zie je leerdoelen en toetsopdrachten. Kruis de leerdoelen aan als je denkt dat je ze beheerst. Maak de toetsopdrachten om na te gaan of dit inderdaad zo is. Na leren van paragraaf.1

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Waarom hebben wij meer dan één hamstring Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Waarom hebben wij meer dan één hamstring Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Waarom hebben wij meer dan één hamstring Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 235-267 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,25 e jrg. 2007, no. 1 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,25 e jrg. 2007, no. 1 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos Titel: Squat en legpress: lenigheid en kracht Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 19-42 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2). HOOFDSTUK OOFDSTUK 4: K NATUURKUNDE KLAS 4 4: KRACHT EN ARBEID RBEID 16/5/2011 Totaal te behalen: 33 punten. Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Opgave 0: Bereken op je rekenmachine

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 6 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Opstaan en heupmobiliteit Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 353-375 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 5 (pp ) Auteur(s): G. van der Poel Titel: De kracht-snelheidsrelatie van een spier Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 258-265 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Fysio-/manueeltherapie van Gerven

Fysio-/manueeltherapie van Gerven Fysio-/manueeltherapie van Gerven Artrose Artrose is een chronische aandoening waarbij een degeneratie van het gewricht optreedt. Het gewrichtkraakbeen vermindert in kwaliteit; vergelijk het kraakbeen

Nadere informatie

3HV H1 Krachten.notebook September 22, krachten. Krachten Hoofdstuk 1

3HV H1 Krachten.notebook September 22, krachten. Krachten Hoofdstuk 1 krachten Krachten Hoofdstuk 1 een kracht zelf kun je niet zien maar... Waaraan zie je dat er een kracht werkt: Plastische Vervorming (blijvend) Elastische Vervorming (tijdelijk) Bewegingsverandering/snelheidsverandering

Nadere informatie

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp ) Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het meten van de bekkenrotatie tijdens het gaan op een tapis roulant Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 291-297 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos Titel: De Tenenstand Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 59-64

Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos Titel: De Tenenstand Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 59-64 Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos Titel: De Tenenstand Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 59-64 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Tentamen io1031 Product in werking (vragen) vrijdag 26 augustus 2011; 14:00 17:00 uur

Tentamen io1031 Product in werking (vragen) vrijdag 26 augustus 2011; 14:00 17:00 uur Tentamen io1031 Product in werking (vragen) vrijdag 26 augustus 2011; 14:00 17:00 uur Mededelingen Dit tentamen bestaat uit 4 bladzijden. De LAATSTE zes vragen (samen maximaal 5 punten) zijn zogenaamde

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: Omdraaien (1) Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 219-232 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 42-53

Auteur(s): H. Faber Titel: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 42-53 Auteur(s): H. Faber Titel: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 42-53 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

De grootste last... Massa. Registratie. Massaverdeling. Mensenmassa

De grootste last... Massa. Registratie. Massaverdeling. Mensenmassa Mensenmassa 1 De grootste last... Bij fysieke belasting denken de meeste mensen meteen aan zwaar til-, duw- en trekwerk. En een kratje pils van 15 kg vinden velen dan al redelijk zwaar. Toch stelt zo'n

Nadere informatie

Voortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!!

Voortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!! Naam: Voortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!! Noteer niet uitsluitend de antwoorden, maar ook je redeneringen (in correct Nederlands) en de formules die je gebruikt hebt! Maak daar waar nodig

Nadere informatie

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten Samenvatting door F. 1363 woorden 30 januari 2016 4,1 5 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Krachten Op een voorwerp kunnen krachten werken: Het voorwerp kan een snelheid krijgen

Nadere informatie

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Inleiding U bent patiënt op de afdeling neurologie van het IJsselland Ziekenhuis. Er

Nadere informatie

Deel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht. 4.1.1 Soorten krachten

Deel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht. 4.1.1 Soorten krachten Deel 4: Krachten 4.1 De grootheid kracht 4.1.1 Soorten krachten We kennen krachten uit het dagelijks leven: vul in welke krachten werkzaam zijn: trekkracht, magneetkracht, spierkracht, veerkracht, waterkracht,

Nadere informatie

Oefentoets krachten 3V

Oefentoets krachten 3V (2p) Welke drie effecten kunnen krachten hebben op voorwerpen? Verandering van richting, vorm en snelheid. 2 (3p) Ans trekt met een kracht van 50 N aan de kist. Welke drie krachten spelen hier een rol?

Nadere informatie

krachten sep 3 10:09 Krachten Hoofdstuk 1 Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting)

krachten sep 3 10:09 Krachten Hoofdstuk 1 Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting) krachten sep 3 10:09 Krachten Hoofdstuk 1 een kracht zelf kun je niet zien maar... Waaraan zie je dat er een kracht werkt: Plastische Vervorming (blijvend) Elastische Vervorming (tijdelijk) Bewegingsverandering/snelheidsverandering

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321) Auteur(s): F. Roelants, P. van Kempen Titel: Rugspieractiviteit tijdens het schaatsen Jaargang: 21 Jaartal: 2003 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 313-321 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Bewegen is relatief Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant.

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant. BUIKSPIEREN Klap beide knieën naar één kant. Beweeg de kin naar de borst en kom met de romp een klein stukje recht omhoog. Houd 4 tellen vast en ga langzaam weer terug. Bij nekklachten, nek ondersteunen

Nadere informatie

zwaartekracht (N of kn) Dus moeten we Fz bepalen dat kan alleen als we de massa weten. Want

zwaartekracht (N of kn) Dus moeten we Fz bepalen dat kan alleen als we de massa weten. Want Sterkteberekening Dissel berekenen op afschuiving. Uitleg over de methode Om de dissel te berekenen op afschuiving moet men weten welke kracht de trekker kan uitoefenen op de bloemkoolmachine. Daarvoor

Nadere informatie

REP-band, Lenigheid, en kracht. Oefeningen met de REP-band

REP-band, Lenigheid, en kracht. Oefeningen met de REP-band Algemene oefeningen REP-band, Lenigheid, en kracht In deze folder staan algemene oefeningen. Uw fysiotherapeut neemt met u door welke oefeningen voor u geschikt zijn. Er staan drie soorten oefeningen in

Nadere informatie

Uw conditie op niveau

Uw conditie op niveau Uw conditie op niveau Beweeg je beter! Bewegen tijdens uw opname www.nwz.nl Inhoud Waarom zou ik meer bewegen? 3 Mag ik wel bewegen? 3 Algemene beweegtips 4 Bewegen en oefenen 4 Meer informatie 8 Bewegen

Nadere informatie

Kracht en stabilisatie

Kracht en stabilisatie Kracht en stabilisatie 1. Frontbridge Steunen op onderarmen en tenen, zorg voor één rechte lijn van schouders, ruggenwervels, heup, knieën en hakken. 2. Frontbridge one leg lift Steunen op onderarmen en

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Duchenne zonder duchennen Jaargang: 28 Maand: juli Jaartal: 2010

Auteur(s): H. Faber Titel: Duchenne zonder duchennen Jaargang: 28 Maand: juli Jaartal: 2010 Auteur(s): H. Faber Titel: Duchenne zonder duchennen Jaargang: 28 Maand: juli Jaartal: 2010 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve

Nadere informatie

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Proeftoets Beschikbare tijd: 100 minuten Instructies voor het invullen van het antwoordblad. 1. Dit open boek tentamen bestaat uit 10 opgaven.. U mag tijdens het tentamen

Nadere informatie

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt. Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht

Nadere informatie

SAMENSTELLEN EN ONTBINDEN VAN SNIJDENDE KRACHTEN

SAMENSTELLEN EN ONTBINDEN VAN SNIJDENDE KRACHTEN II - 1 HOODSTUK SAMENSTELLEN EN ONTBINDEN VAN SNIJDENDE KRACHTEN Snijdende (of samenlopende) krachten zijn krachten waarvan de werklijnen door één punt gaan..1. Resultante van twee snijdende krachten Het

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 4 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg Titel: De rollator Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 221-242 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

De kickbike en het steppen als onderzoeksonderwerp voor studenten (deel 1)

De kickbike en het steppen als onderzoeksonderwerp voor studenten (deel 1) De kickbike en het steppen als onderzoeksonderwerp voor studenten (deel 1) In het AM 1 van dit jaar berichtte ik u al over twee lopende onderzoeksprojecten van studenten van de Hbo-opleidingen Bewegingstechnologie

Nadere informatie

Samenvatting. Het maximaliseren van de effectiviteit van enkel voet orthesen bij kinderen met cerebrale parese

Samenvatting. Het maximaliseren van de effectiviteit van enkel voet orthesen bij kinderen met cerebrale parese Het maximaliseren van de effectiviteit van enkel voet orthesen bij kinderen met cerebrale parese Lopen, of wandelen, is een van de meest belangrijke activiteiten in het dagelijks leven. Hoewel lopen een

Nadere informatie

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt. Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht

Nadere informatie

Begripsvragen: kracht en krachtmoment

Begripsvragen: kracht en krachtmoment Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: kracht en krachtmoment 1 Meerkeuzevragen Kracht 1 [H/V] Een boek ligt stil

Nadere informatie

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp )

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, F. Krijgsman, A. Lagerberg Titel: De effektiviteit van borst- en buikademhaling Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 202-215 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Volgorde. Het moeras in.

Volgorde. Het moeras in. Trekken, Duwen en Tillen 1 Volgorde. Over tillen is (en wordt nog steeds) zeer veel geschreven en gezegd. Duwen en trekken daarentegen hangt er meestal maar een beetje bij. Dat is jammer. Want bij tillen

Nadere informatie

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren PECTUS REVALIDATIE Het doel van de pectus revalidatie (training borst- en rugspieren) is het versterken van de spieren van de borst en de rug en hiermee het verbeteren van je lichaamshouding. De volgende

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 299-307 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Trainingsprogramma Spierkrachtversterking

Trainingsprogramma Spierkrachtversterking Trainingsprogramma Spierkrachtversterking Ook zonder blessures kun je bepaalde spieren of spiergroepen te versterken. Als spierversterkende oefeningen deel uitmaken van een trainingsprogramma met als einddoel

Nadere informatie

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand:

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand: Lespakket wrijving Inleiding Wrijving is een natuurkundig begrip dat de weerstandskracht aanduidt, die ontstaat als twee oppervlakken langs elkaar schuiven, terwijl ze tegen elkaar aan gedrukt worden.

Nadere informatie

Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Kinesiologica 9 Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Kinesiologica 9 Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Kinesiologica 9 Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen - 31 - Krachten 1. Voorbeelden Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen 2. Definitie Krachten herken je aan hun werking, aan wat ze veranderen of

Nadere informatie

Lenigheid en beweeglijkheid

Lenigheid en beweeglijkheid 2.3.2. Lenigheid en beweeglijkheid Deze vaardigheid is bedoeld om de verschillende spieren te trainen op lenigheid en de verschillende gewrichten te mobiliseren. Lenigheid en beweeglijkheid bestaat uit:

Nadere informatie

Core Stability - serie 1

Core Stability - serie 1 Inleiding Schaatsers zijn vaak zeer eenzijdig ontwikkeld, omdat veel trainingen die we voor het schaatsen doen, vooral gericht zijn op het verbeteren van de beenspieren. Met Core Stability train je je

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 149-160 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp ) Auteur(s): H. Faber Titel: Immobilisatie en contracturen: stijve gewrichten, een slap verhaal Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 287-292 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Controle van rompbewegingen bij verstoringen tijdens het duwen van karren

Controle van rompbewegingen bij verstoringen tijdens het duwen van karren Het mechanisch verstoren van de romp wordt gezien als een risicofactor voor lage rugklachten. Dergelijke verstoringen kunnen zorgen voor ongecontroleerde bewegingen van de romp waarbij een inadequate reactie

Nadere informatie

Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76

Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76 Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Opgemaakt door Arno Kanters Geplaatst 24-10-2005

Opgemaakt door Arno Kanters Geplaatst 24-10-2005 RUGSPANNING Inleiding. Als je een goede schutter vraagt wat het belangrijkste is bij een goede schiettechniek, dan krijg je gegarandeerd het antwoord: "het opbouwen van een goede rugspanning". Als je vraagt

Nadere informatie

Wiskunde krachten als vectoren oefeningensessie 1 Bron: Wiskunde in de bouw Jos Ariëns, Daniël Baldé

Wiskunde krachten als vectoren oefeningensessie 1 Bron: Wiskunde in de bouw Jos Ariëns, Daniël Baldé Wiskunde krachten als vectoren oefeningensessie 1 Bron: Wiskunde in de bouw Jos Ariëns, Daniël Baldé Oefening 1 Een groot nieuw brugdek van 40m lang moet over een rivier geplaatst worden. Eén kraan alleen

Nadere informatie

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16 VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Set Proeftoets 07-0 versie C Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- 07-0-versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER!

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16 e jrg 1998, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16 e jrg 1998, no. 2 (pp ) Auteur(s): Frank van de Beld Titel: De frozen hip Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 97-103 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Module B: Wie kan het raam hebben geforceerd?

Module B: Wie kan het raam hebben geforceerd? Module B: Wie kan het raam hebben geforceerd? Situatieschets Bij het onderzoek door de politie is gebleken dat er een raam is geforceerd. Zeer waarschijnlijk is de dader door dat raam binnengekomen. Dat

Nadere informatie

TRAININGSPLAN STABILITEIT

TRAININGSPLAN STABILITEIT TRAININGSPLAN STABILITEIT Stabiliteitstraining Om goed te kunnen bewegen en/of te kunnen sporten is een sterke romp noodzakelijk. In een rechtop staande houding moet de romp het lichaam te allen tijde

Nadere informatie

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Is de arbeid die moet verricht worden op een voorwerp om dat voorwerp over een afstand h omhoog te brengen, afhankelijk van de gevolgde weg? Kies een van

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 165-175 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

ROMPSTABILISATIE U17 Vurste-Semmerzake

ROMPSTABILISATIE U17 Vurste-Semmerzake ROMPSTABILISATIE U17 Vurste-Semmerzake Inleiding Bij voetbal komt het vaak voor dat spieren eenzijdig zijn ontwikkeld, omdat de training vaak gericht is op het verbeteren van een bepaalde spiergroep, nl

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 4 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Arm-arbeid bij het fietsen Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Functionele vrijheidsgraden Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 13-24

Auteur(s): H. Faber Titel: Functionele vrijheidsgraden Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 13-24 Auteur(s): H. Faber Titel: Functionele vrijheidsgraden Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 13-24 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

TRAININGSPLAN XCO-TRAINER

TRAININGSPLAN XCO-TRAINER TRAININGSPLAN XCO-TRAINER HET PRINCIPE VAN XCO-TRAINING. Nieuw explosieve training met maximaal resultaat. Door actieve bewegingsvormen kan de mechanische belastbaarheid van spieren, het bindweefsel in

Nadere informatie

Krachtoefeningen bij hartrevalidatie

Krachtoefeningen bij hartrevalidatie Paramedische ziekenhuiszorg - fysiotherapie Krachtoefeningen bij hartrevalidatie U krijgt deze folder omdat we u willen helpen bij het lichamelijke herstel van de gevolgen van uw hartaandoening. Daarnaast

Nadere informatie

1 Buikplank (2 benen) Oefentherapie bekken en romp Pagina 1 van 5

1 Buikplank (2 benen) Oefentherapie bekken en romp Pagina 1 van 5 Pagina 1 van 5 Welke spieren zijn van belang bij deze oefentherapie? De spieren rondom het bekken en de romp kunnen grofweg worden verdeeld in 2 groepen: de globale en de lokale spieren. De globale spieren

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL

Examen VMBO-GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2017-2018 SE 5-1: Krachten en werktuigen dinsdag 10 november 11.15-12.55 uur natuur- en scheikunde 1 SE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Gebruik het BINAS informatieboek.

Nadere informatie

5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde

5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde Samenvatting door L. 2352 woorden 14 januari 2012 5,7 16 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde hst 4 krachten 1 verrichten van krachten Als je fietst verbruik je energie, die vul je weer aan door

Nadere informatie

Oefeningen voor de knie

Oefeningen voor de knie Oefeningen voor de knie Spierkracht verbeterende oefeningen voor de knie: Het is belangrijk om een goede spierkracht te hebben, mede omdat de spieren helpen bij schokabsorptie. Door een goede spierkracht

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting INTRODUCTION Kinderen en jongeren met cerebrale parese (CP) kunnen vaak niet zo goed lopen, rennen of traplopen. Dat kan komen door spierzwakte. Spierzwakte wordt vaak gemeten als de kracht die kinderen

Nadere informatie

Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD)

Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD) Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD) Wat is een kracht? Tijdens het afwassen laat Jeroen een kopje vallen. Zoals te zien op de plaatjes valt het kopje kapot. Er moet dus een kracht werken op het kopje

Nadere informatie

Naam: Klas: Practicum veerconstante

Naam: Klas: Practicum veerconstante Naam: Klas: Practicum veerconstante stap Bouw de opstelling zoals hiernaast is weergegeven. stap 2 Hang achtereenvolgens verschillende massa's aan een spiraalveer en meet bij elke massa de veerlengte in

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,9e jrg 1991, no.4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,9e jrg 1991, no.4 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, E. KOESK Titel: Spierfunkties bij de rolstoelpropulsie Jaargang: 9 Jaartal: 1991 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 219-246 246 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp ) Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C. Titel: Heupmobiliteit, Beenlengte en Lichaamshouding Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 250-264 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

10 minuten training 1 Total Body

10 minuten training 1 Total Body 10 minuten training 1 Total Body Met deze 10 Minuten training train je het hele lichaam. Alle spiergroepen komen aan bod. Waarom 10 minuten trainingen? Voor veel mensen is het nog steeds moeilijk om een

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119) Auteur(s): A.Lagerberg Titel: Mobiliteitsmetingen met behulp van digitale fotografie. Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 103-119 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Lichamelijke activiteit is erg belangrijk om de algemene gezondheid van mensen met een dwarslaesie in stand te houden. Door de beperking van de onderste extremiteiten is dit bij mensen met een dwarslaesie

Nadere informatie

Werkblad 2 Kracht is een vector -Thema 14 (NIVEAU BETA)

Werkblad 2 Kracht is een vector -Thema 14 (NIVEAU BETA) Werkblad 2 Kracht is een vector -Thema 14 (NIVEAU BETA) Practicum Bij een gedeelte van het practicum zijn minimaal 3 deelnemers nodig. Leerlingen die op niveau gevorderd, of basis werken kunnen je helpen

Nadere informatie