Maurice Maeterlinckschool

Transcriptie

1 Maurice Maeterlinckschool Schoolgids Passend antwoord op speciaal onderwijsvragen RESPONZ Passend antwoord op speciaal onderwijsvragen

2 Maurice Maeterlinckschool Buitenhofdreef XR Delft Telefoonnummer: (015) adres: Website: IBAN-nummer: NL23 ABNA Maurice Maeterlinckschool Afdeling Ambulante Begeleiding Buitenhofdreef XR Delft Telefoonnummer: (015) De medezeggenschapsraad stemde op 25 juni 2018 in met de inhoud van de schoolgids De schoolgids is op 10 juli 2018 door het bestuur van RESPONZ vastgesteld. 2

3 Beste ouder(s)/verzorger(s), Op onze school telt ieder talent! Door een samenspel van onderwijsgevend personeel, ouders, medewerkers van Sophia Revalidatie en andere begeleiders werken we allen aan hetzelfde doel: het beste voor uw kind. Zijn of haar talent proberen we optimaal tot ontwikkeling te brengen. De samenwerking met ouders en verzorgers is essentieel voor het bereiken van de doelen bij onze leerlingen. Samen bespreken we deze doelen en in overleg bepalen we welke materialen we hierbij inzetten. Alleen zo kunnen wij leerlingen laten uitstromen naar de best passende uitstroombestemming. Een ander motto van onze school is samen beter, beter samen. Inmiddels werk ik een jaar als interim-directeur en ervaar ik dat dit niet alleen woorden zijn, maar ook daden. Naast het samenspel tussen onderwijs, zorg en begeleiding, werken we samen met de OMMD (Oudervereniging Maurice Maeterlinckschool Delft), en ook met onze vrijwilligers, een groot aantal samenwerkingsverbanden, regionale en landelijke organisaties en gemeenten. We hebben goede relaties met hen. En dat is belangrijk, omdat het onderwijs steeds in beweging is. Zo vindt in het schooljaar de besturenfusie plaats met Stichting Speciaal Onderwijs Leiden e.o. De nieuwe naam van de stichting zal dan zijn: Resonans! Meer informatie over de Maurice Maeterlinckschool en de zaken die voor u en uw zoon of dochter van belang zijn, vindt u in deze nieuwe schoolgids Wij gaan als team opnieuw het beste van onszelf geven om er voor onze leerlingen een leerzaam en succesvol schooljaar van te maken! Bob Olders, interim-directeur 3

4 INHOUD HOOFDSTUK 1 MAURICE MAETERLINCKSCHOOL,6 BESTUUR EN MANAGEMENT 1.1 De Maurice Maeterlinckschool: onze leerlingen en ons onderwijs Algemeen-bijzondere school Het sprookje achter de naam Aanmelding en toelating 1.2 RESPONZ Bestuur RESPONZ Fusie Directie scholen RESPONZ Raad van toezicht RESPONZ 1.3 Management en organisatie Managementteam Samenwerking school - Sophia Revalidatie Samenwerkingsverbanden LECSO en kwaliteitskeurmerk voor speciaal onderwijs Certificering EKEP Les Oiseaux Bleus HOOFDSTUK 2 MEDEWERKERS Het team Leraren, onderwijsbegeleiders en klassenassistenten Interne begeleiding Zorgcoördinator Orthopedagoog Schoolverpleegkundige Ambulante begeleiding Ondersteunend personeel 2.2 Medewerkers Sophia Revalidatie Revalidatiearts Revalidatietechnicus Therapeuten Kindersportloket Sophia Revalidatie 2.3 Stagiaires 2.4 Vrijwilligers 2.5 Invallers/vervanging HOOFDSTUK 3 ONDERWIJS Onze doelstelling 3.2 Pedagogisch klimaat 3.3 Kerndoelen Kerndoelen SO Kerndoelen VSO 3.4 Leerlijnen en methodes 3.5 Profielen 3.6 SO Uitstroomfase SO 3.7 VSO Stage 3.8 Bewegingsonderwijs 3.9 Revalidatiebehandeling HOOFDSTUK 4 LEERLINGENZORG Commissie van Begeleiding en toelating (CvB) 4.2 Ontwikkelingsperspectief 4.3 Groepsplan en handelingsplan 4.4 Leerlingvolgsysteem 4.5 Leerlingdossiers 4.6 Onderwijskundig rapport HOOFDSTUK 5 SCHOOLTIJDEN EN 25 VRIJE DAGEN 5.1. Schooltijden SO en VSO 5.2 Schoolvakanties Scholing medewerkers/ studiedagen 5.4 Extra vrije dagen leerlingen jonger dan acht jaar HOOFDSTUK 6 ZIEK MELDEN, VERLOF, 28 VRIJSTELLING EN VERWIJDERING 6.1 Uw kind ziek melden 6.2 Schoolverzuim 6.3 Verlof aanvragen 6.4 Verwijdering of schorsing 6.5 Vrijstelling van onderwijs 4

5 HOOFDSTUK 7 VEILIGHEID Uitgangspunt 7.2 Een veilige omgeving 7.3 Receptie 7.4 Camerabewaking 7.5 Risico-inventarisatie en evaluatie 7.6 Bedrijfshulpverlening 7.7 Incidentregistratie 7.8 Klachtenregeling Bespreken met betrokkene Contactpersonen Externe vertrouwenspersoon Landelijke Klachtencommissie 7.9 Verantwoordelijkheden 7.10 Medicijnen 7.11 Medische verantwoordelijkheid 7.12 Zorgpas en AVG 7.13 Meldcode kindermishandeling 7.14 Ongevallenverzekering 7.15 Privacy en leerlinggegevens HOOFDSTUK 8 CONTACTEN MET OUDERS Inleiding 8.2 Bereikbaarheid 8.3 Communicatie met ouders 8.4 Ouders betrokken bij de school Oudervereniging: OMMD Klassenouders Medezeggenschapsraad Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Ondersteuningsplanraden 8.5 Overige informatie voor ouders Vrijwillige ouderbijdrage Informatie aan gescheiden ouders Wat spreken we samen af? 8.6 Vervoer van en naar school Algemene informatie Wat te doen bij ziekte en veranderingen? Ouders die hun kind zelf halen/brengen HOOFDSTUK 9 REGELINGEN EN VOORZIENINGEN Voorzieningen en hulpmiddelen Traject nieuwe hulp- en/of communicatiemiddelen in de school 9.2 Wet- en regelgeving Wet langdurige zorg (Wlz) Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Jeugdwet Zorgverzekeringswet (Zvw) Participatiewet en Wajong 9.3 Tweemaal kinderbijslag voor thuiswonend kind met intensieve zorg 9.4 Beleid Maurice Maeterlinckschool voor PGB 9.5 Sponsorbeleid HOOFDSTUK 10 OPBRENGSTEN Inspectie van het onderwijs 10.2 Uitstroom Uitstroom SO Uitstroom VSO 10.3 Nazorg 10.4 Opbrengsten kwaliteitsmetingen HOOFDSTUK 11 PRAKTISCHE ZAKEN Belangenorganisaties 11.2 Buitenschoolse activiteiten 11.3 Buitenschoolse opvang 11.4 Contact met kinderrevalidatie 11.5 Controle op hoofdluis 11.6 Eten en drinken op school 11.7 ICT 11.8 Jeugdarts 11.9 Leerlingenraad Parkeren Pesten Rol-o-theek Schoolreis/lentefeest (School)zwemmen HOOFDSTUK 12 MEDEWERKERS 56 5

6 Hoofdstuk 1 Maurice Maeterlinckschool, Bestuur en Management 6

7 1.1 DE MAURICE MAETERLINCKSCHOOL: ONZE LEERLINGEN EN ONS ONDERWIJS We bieden speciaal onderwijs aan leerlingen met een lichamelijke of meervoudige beperking en langdurig zieke leerlingen tussen vier en dertien jaar, die geen regulier onderwijs kunnen volgen. Voor leerlingen met een meervoudige beperking bieden we voortgezet speciaal onderwijs tot de leeftijd van twintig jaar. Vrijwel alle leerlingen van de Maurice Maeterlinckschool hebben onder schooltijd revalidatiebehandeling(en). Wij bieden onze leerlingen een geïntegreerd aanbod van onderwijs, zorg, begeleiding en revalidatiebehandeling. Dat gebeurt in een intensieve samenwerking met Sophia Revalidatie. Ons gebouw is aangepast aan de ondersteuningsbehoefte van onze leerlingen. Vanwege de uiteenlopende leerlingkenmerken en onderwijsbehoeften bieden we onderwijs op verschillende niveaus. Leerlingen hebben een individueel ontwikkelingsperspectief, waarin doelen op het gebied van onderwijs én eventuele revalidatie/zorg zijn opgenomen. Doel van het onderwijs op de Maurice Maeterlinckschool is leerlingen voor te bereiden op een toekomst waarin zij zo zelfstandig mogelijk functioneren op het gebied van wonen, arbeid/dagactiviteiten en vrijetijdsbesteding of in het vervolgonderwijs Algemeen-bijzondere school Wij bieden als algemeen-bijzondere school (voortgezet) speciaal onderwijs en ambulante begeleiding aan leerlingen met een lichamelijke of meervoudige beperking en aan langdurig zieke leerlingen. De school staat open voor leerlingen van elke geloofsovertuiging en we respecteren ieders opvatting daarover Het sprookje achter de naam Onze school is vernoemd naar de Vlaamse schrijver Maurice Maeterlinck ( ). Hij schreef het sprookje De blauwe vogel. Twee kinderen, Mytyl en Tyltyl, gaan daarin op zoek naar de zeldzame blauwe vogel. De vogel die hun ernstig zieke buurmeisje kan genezen. Ze zoeken en zoeken... maar nergens is het zeldzame dier te vinden. Ze schenken hun buurmeisje hun enige bezit: een witte vogel. Heel snel daarna geneest het meisje en ze is gelukkig. Dat is precies wat wij willen betekenen voor onze leerlingen. Het beste van jezelf geven, om daarmee het beste in de ander tot ontwikkeling te brengen Aanmelding en toelating Voor nieuwe leerlingen die worden aangemeld voor de Maurice Maeterlinckschool, moet een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) worden aangevraagd bij een samenwerkingsverband. Dit gebeurt in samenwerking met de ouders en de Commissie van Begeleiding en toelating (CvB). De beslissing over toelating van leerlingen berust bij het bestuur van onze school. De CvB (zie 4.1) adviseert het bestuur over toelating van de leerlingen tot onze school. Daarbij hanteert de CvB als centrale richtlijn dat door plaatsing op onze school de leerling zijn recht op leren krijgt. De uitgangspunten zijn: n De ondersteunings- en onderwijsbehoefte van de leerling past binnen de mogelijkheden van de Maurice- Maeterlinckschool, zoals geformuleerd in het schoolondersteuningsprofiel (dit profiel staat op de website). n De school heeft de capaciteit en kennis om de noodzakelijke medische expertise/zorg voor de leerling te leveren. n De leerling is in cognitieve en communicatieve zin bereikbaar voor onderwijs. n De school heeft de capaciteit en kennis om de noodzakelijke onderwijsondersteuning aan de leerling te bieden. n De leerling mag problematisch gedrag vertonen wat beïnvloedbaar is en binnen de context van een groep aanvaardbaar is voor leerlingen en medewerkers. n De leerling kan binnen de gebouwtechnische en materiële omstandigheden op een verantwoorde wijze functioneren. 1.2 RESPONZ De Maurice Maeterlinckschool maakt onderdeel uit van Stichting RESPONZ; Regionaal Speciaal Onderwijs met Zorg. RESPONZ richt zich op speciaal onderwijs, ambulante begeleiding en behandeling met zorg. Naast de Maurice 7

8 Maeterlinckschool in Delft behoren De Witte Vogel in Den Haag en De Keerkring in Zoetermeer tot RESPONZ Bestuur RESPONZ Bestuurder van RESPONZ is Johan Taal. Hij is eindverantwoordelijk voor het onderwijs binnen de RESPONZ-scholen. Samen met de directeuren draagt hij zorg voor de organisatie. Johan Taal is bereikbaar via het secretariaat (Melis Stokelaan 1189, 2541 GA Den Haag). De wet goed onderwijs, goed bestuur schrijft het bestuur van scholen onder andere voor te zorgen voor goed bestuurde scholen en een scheiding tussen bestuur en intern toezicht. Het bestuur van RESPONZ verricht zijn werkzaamheden binnen de afspraken van de Code voor goed bestuur in het primair onderwijs. De code kunt u opvragen bij het secretariaat. Meer informatie op Fusie Onze onderwijsstichting RESPONZ gaat bestuurlijk fuseren met stichting Speciaal Onderwijs Leiden e.o. De nieuwe stichting start op 1 januari 2019 onder de naam Resonans. Resonans wil de goede kwaliteit in ons (Voortgezet ) Speciaal Onderwijs blijven garanderen voor uw kinderen onder het motto Beter Samen, Samen Beter. De fusie versterkt de strategische positie van onze scholen in de regio Zuid- Holland. Afgelopen jaren hebben we vele stappen gezet die leiden tot de bestuurlijke fusie. In de dagelijkse praktijk zal uw zoon/dochter niet veel van de fusie merken. Het gaat om een fusie op bestuurlijk niveau om gezamenlijk onze scholen aan te sturen. De school en de afdelingen blijven ook na de fusie voortbestaan op de huidige locatie met hetzelfde gespecialiseerde aanbod. De fusie zorgt voor een stevig professioneel bestuur, dat onze scholen en onderwijsprofessionals goed kan ondersteunen. Zo kunnen wij een omgeving blijven bieden waarin leerlingen zich optimaal ontwikkelen. Een omgeving waarin ieder talent telt en iedereen ertoe doet! Directie scholen RESPONZ Het directieteam van RESPONZ bestaat uit: Bestuurder: Johan Taal Interim-directeur Maurice Maeterlinckschool: Bob Olders Interim-directeur De Witte Vogel: Bryan Limon Directeur De Keerkring: Wilmar Spies In een directiestatuut zijn de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van ons bestuur, onze directie en managementteams geregeld. De medezeggenschapsraden van de RESPONZ-scholen hebben daarmee ingestemd. Dit directiestatuut kunt u opvragen bij het bestuurssecretariaat via telefoonnummer (070) Raad van toezicht RESPONZ RESPONZ heeft een raad van toezicht (RvT). De RvT houdt toezicht op het realiseren van de grondslag en doelstelling van de stichting en het bereiken van de gewenste resultaten. Daarnaast ziet de RvT toe op het functioneren van het bestuur en de verwerving en aanwending van financiële middelen. Tevens adviseert de RvT het bestuur en is hij belast met de werkgeverstaken richting het bestuur. Hij geeft goedkeuring aan een aantal grote beslissingen zoals de begroting, het jaarverslag en het strategisch beleid. De RvT benoemt ook de accountant. De RvT van RESPONZ heeft de volgende leden: Voorzitter: Gemma Smid-Marsman Lid: Dimme Scherpenisse Lid: Gertrude v.d. Brink Lid: Michael Krul Lid: Vacature 1.3 MANAGEMENT EN ORGANISATIE De Maurice Maeterlinckschool werkt intensief samen met Sophia Revalidatie. Dat maakt een interdisciplinair aanbod van zorg, onderwijs en revalidatie mogelijk. We zijn aangesloten bij verschillende samenwerkingsverbanden voor primair en voortgezet onderwijs in de regio en lid van het Landelijk Expertise Centrum Speciaal Onderwijs (LECSO). De managementstructuur van onze school is en wordt gewijzigd. In het komende schooljaar start de werving van een nieuwe sectordirecteur voor meerdere scholen. 8

9 De dagelijkse leiding is vanaf dit schooljaar in handen van drie afdelingsmanagers, die integraal verantwoordelijk zijn voor een afdeling. Vanaf 1 januari 2019 is de besturenfusie een feit en is hun functie teamleider Managementteam Ons managementteam is belast met de dagelijkse leiding van de school en bestaat uit: n Bob Olders, interim-directeur; n Corinne v.d. Heuvel, afdelingsmanager T-groepen; n Annefloor Verleg, afdelingsmanager M-groepen; n John van Berkel, afdelingsmanager VSO Samenwerking school - Sophia Revalidatie Wij werken intensief samen met de collega s van de poliklinische kinderrevalidatie van Sophia Revalidatie in Delft. Doel hiervan is een gerichte en gecoördineerde behandeling van leerlingen met primair motorische beperkingen te bieden. Zo kunnen we het kind begeleiden en stimuleren zich optimaal te ontwikkelen. Rond ieder kind werkt een team van professionals samen. Therapieën worden individueel of in groepsverband gegeven. Daarnaast vindt onderwijsondersteuning plaats in de klassen door ergotherapeuten, fysiotherapeuten, logopedisten en de revalidatietechnicus van Sophia Revalidatie Samenwerkingsverbanden Samenwerkingsverbanden voor primair en voortgezet onderwijs zijn verantwoordelijk voor passend onderwijs aan iedere leerling. Onze school is onder andere aangesloten bij de samenwerkingsverbanden voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs in Delft, Den Haag, Zoetermeer, Westland en Gouda. Kijk voor het totale overzicht op met een lichamelijke en/of een verstandelijke beperking, langdurig zieke kinderen en kinderen met epilepsie, gedragsproblemen of psychiatrische problematiek vertegenwoordigd (zie LECSO reikte op 13 december 2016 de Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs uit aan RESPONZ. Wij zijn de eerste onderwijsstichting voor gehandicapte en langdurig zieke leerlingen die dit keurmerk heeft behaald. De certificeerder vond het opvallend dat RESPONZ met leerlingen met zulke complexe behoeften zo opbrengstgericht kan werken. De scholen laten zien dat iedereen recht heeft op onderwijs Certificering EKEP De Maurice Maeterlinckschool en Sophia Revalidatie hebben het keurmerk EKEP (Eén kind Eén Plan). Samen staan wij al jaren voor het concept EKEP. Wij bieden hiermee een passend aanbod voor elk kind, om zo een optimale ontwikkeling tot stand te brengen. Onderwijs (RESPONZ), revalidatie (Sophia Revalidatie Delft afdeling kinderen) en ouders werken hierin succesvol samen Les Oiseaux Bleus Sinds 1992 steunt de Maurice Maeterlinckschool het werk van de Delftse stichting Les Oiseaux Bleus. In samenwerking met Les Oiseaux Bleus hebben we een school gebouwd voor meervoudig gehandicapte leerlingen in El Kef, Tunesië. De school heet El Wifek. Dat betekent 'door samenwerking sterk'. Ook is er een landbouwproject en organiseren we onder meer zomerkampen en sponsoractiviteiten. Meer informatie over het project via onze medewerker Astrid van der Helm of kijk op LECSO en kwaliteitskeurmerk voor speciaal onderwijs Onze school is aangesloten bij een brancheorganisatie voor speciaal onderwijs: LECSO (Landelijk Expertise Centrum voor Speciaal Onderwijs). Daarin zijn de scholen voor leerlingen 9

10 Hoofdstuk 2 Medewerkers 10

11 2.1 HET TEAM Ons team heeft medewerkers met expertise op het gebied van onderwijs, begeleiding en zorg. Het managementteam, de leraren en onderwijsbegeleiders, klassenassistenten, orthopedagoog, verpleegkundige, het ondersteunend personeel en de ambulant begeleiders zijn in dienst van de Maurice Maeterlinckschool. Het team verzorgt onderwijs en ondersteuning voor de leerlingen, waarbij de revalidatieartsen en therapeuten van Sophia Revalidatie zorgen voor de revalidatiebehandelingen en onderwijsondersteuning (zie 2.2) Leraren, onderwijsbegeleiders en klassenassistenten De dagelijkse leiding van de groep berust bij de leraar of onderwijsbegeleider, in samenwerking met de intern begeleider. Een klassenassistent ondersteunt de leraar of onderwijsbegeleider. De leraar of onderwijsbegeleider is eerstverantwoordelijke voor het onderwijsprogramma, de klassenassistent voor de verzorging. De groepsleiding is het eerste aanspreekpunt voor ouders. Vakleraren verzorgen onze sportlessen Interne begeleiding De intern begeleiders ondersteunen de leraren en onderwijsbegeleiders op het gebied van klassenmanagement, onderwijsaanbod of vraagstukken en vernieuwingen op onderwijsgebied Zorgcoördinator De zorgcoördinator fungeert als tussenpersoon tussen ouders, de onderwijsmedewerkers en kinderrevalidatie bij het samenstellen en uitvoeren van plannen. De zorgcoördinator leidt de planbesprekingen. Daarin maken ouders op basis van het interdisciplinaire verslag samen met het behandelteam keuzes in het onderwijs- en revalidatieprogramma voor de komende periode. Voor vragen over onderwijs: Marijke de Roos, via telefoonnummer (015) Voor revalidatievragen: Patty Dekker, Sophia Revalidatie via telefoonnummer (015) Orthopedagoog De orthopedagoog geeft zo nodig directe begeleiding aan leerlingen en ondersteunt en adviseert onze leraren, assistenten en therapeuten. De orthopedagoog besteedt veel aandacht aan de stimulering van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling. Ook kan de orthopedagoog ondersteuning bieden bij opvoedingsvragen en -problemen. De orthopedagoog is lid van de CvB (zie 4.1) en neemt deel aan de planbesprekingen Schoolverpleegkundige De verpleegkundigen voeren de medische handelingen uit en dienen de medicatie toe. Dit alles in nauwe samenwerking met ouders en klassenteam Ambulante begeleiding Niet elke leerling met een langdurige ziekte en/of beperking heeft speciaal onderwijs nodig. Sommigen kunnen onderwijs (blijven) volgen in het regulier onderwijs. Soms met extra ondersteuning. Onze ambulant begeleiders bieden deze ondersteuning aan leerlingen en hun leraren in het regulier onderwijs. Zij zorgen voor een praktische vertaling van de ondersteuningsbehoefte van de leerling naar de onderwijspraktijk. In de samenwerkingsverbanden waarmee wij een overeenkomst sluiten, voeren de ambulant begeleiders extra ondersteuning uit. De aanvragen worden via de samenwerkingsverbanden geregeld. De regelingen hiervoor staan op hun websites. De ambulant begeleiders werken vanuit Delft en Zoetermeer en vormen het team AB-RESPONZ. Inhoudelijk werken we samen met de AED (Ambulante Educatieve Dienst) Leiden Ondersteunend personeel Onmisbaar zijn de medewerkers van de afdeling ICT, administratie en de medewerkers van de facilitaire dienst. 11

12 Samen maken zij een goed functioneren van onze school mogelijk. 2.2 MEDEWERKERS SOPHIA REVALIDATIE Een aantal van onze leerlingen heeft revalidatiebehandeling (onder schooltijd) nodig. Dit wordt uitgevoerd door de medewerkers van de poliklinische kinderrevalidatie van Sophia Revalidatie. Zij verrichten ook onderwijsondersteunende activiteiten voor onze school. Hierbij gaat het om advisering en ondersteuning in de klas op het gebied van meubilair, motoriek, eten en drinken en communicatie Revalidatiearts We nodigen iedere leerling met zijn ouders minimaal één keer per jaar uit op het schoolspreekuur voor een gesprek en onderzoek bij de revalidatiearts, voorafgaand aan een planbespreking. De revalidatiearts beoordeelt in overleg met ouders/verzorgers, óf en welke therapie geïndiceerd is. Dit is alleen mogelijk als het kind samen met de ouder/verzorger op het spreekuur aanwezig is. Tijdens de planbespreking bespreken we het therapievoorstel in aanwezigheid van de behandelaars. De disciplines die we kunnen inzetten zijn: fysiotherapie, ergotherapie, logopedie, maatschappelijk werk, psychologie, bewegingsagogiek en psychomotore therapie. Drie revalidatieartsen hebben de groepen onder hun hoede, daarbij geassisteerd door een revalidatiearts in opleiding. Op onze website staat welke groepen onder hun verantwoordelijkheid vallen en op welke tijden zij schoolspreekuur houden Revalidatietechnicus De revalidatietechnicus ontwerpt en vervaardigt aanpassingen voor onze leerlingen. Ook verzorgt hij klein onderhoud aan voorzieningen, zoals statafels en rolstoelen. Hij werkt hierbij samen met medewerkers van andere vakgebieden, in het bijzonder met de ergotherapeuten Therapeuten De fysiotherapeut richt zich met name op het lichamelijk welzijn van uw kind en op houding en bewegingsvaardigheden. De ergotherapeut richt zich voornamelijk op zelfverzorging, vervoer (bijvoorbeeld rolstoelen), spel, vrijetijdsbesteding, schoolse vaardigheden en bediening van apparatuur. De logopedist houdt zich vooral bezig met mondmotoriek, eten, drinken en communicatie. De psycholoog houdt zich bezig met psychosociale problematiek gerelateerd aan de beperking van het kind. De psychomotore therapeut richt zich op het verbeteren van kwaliteit van leven door het verminderen of opheffen van psychische, psychosociale en/of emotionele problemen door lichaams- en bewegingservaringen. De bewegingsagoog richt zich op het opnieuw leren en opdoen van bewegingservaring door sport en bewegingsactiviteiten. In de planbespreking komen de aandachtspunten van de revalidatiebehandelingen en het onderwijsprogramma aan de orde en maken we afspraken voor de volgende periode. Bij leerlingen vanaf zestien jaar staat de planbespreking in het teken van transitie, en heet daarom transitiebespreking. Transitie betekent de overgangsfase van onze school naar de uitstroombestemming Kindersportloket Sophia Revalidatie Sophia Revalidatie beschikt over een kindersportloket, dat leerlingen advies geeft over sport(verenigingen) en beweging. Sporten en bewegen is goed voor ons, maar heeft ook een sociaal aspect. Voor het sportloket is een verwijzing van de behandelend revalidatiearts nodig. Uw kind wordt ingepland en u krijgt een brief met vragen over het beweeggedrag van uw kind. Deze dient u mee te nemen naar de eerste afspraak. Dit is een observatie van een uur in de sportzaal door een bewegingsagoog. Een week later nodigen we u uit voor een gesprek waarin we advies geven voor een passende sport. Wij melden uw kind aan bij een vereniging of u kunt dit zelf doen. Na de start bij een sportvereniging, bellen we u drie keer om te evalueren. 2.3 Stagiaires Stagiaires van verschillende opleidingen lopen op onze school mee. Dat kan zijn met een van de groepen of met de therapeuten. Wij vinden de aanwezigheid van stagiaires in 12

13 onze school belangrijk, mede met het oog op toekomstige kennis en zorg binnen het speciaal onderwijs. We begeleiden hen intensief. De stagiair verzorgt lessen of andere activiteiten onder leiding van de leerkracht of klassenassistent. De verantwoordelijkheid voor het werken in de groep en met de leerling(en) blijft te allen tijde bij de leerkracht of behandelaar. 2.4 Vrijwilligers Vrijwilligers binnen de school helpen bij allerlei activiteiten, zoals bewegingsonderwijs, de bibliotheek en het onderhoud van het wagenpark. Hun hulp is voor ons onmisbaar. Onze vrijwilligers hebben allen een 'Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). 2.5 Invallers/vervanging Medewerkers kunnen ziek zijn of om een bepaalde reden verlof hebben. Meestal zijn deze verlofdagen vooraf bekend en regelen wij tijdig vervanging; alleen in uitzonderlijke omstandigheden bedenken wij een andere oplossing. 13

14 Hoofdstuk 3 ONDERWIJS 14

15 3.1 Onze doelstelling We bieden speciaal onderwijs aan leerlingen met een lichamelijke of meervoudige beperking en langdurig zieke leerlingen tussen vier en dertien jaar. Voor leerlingen met een meervoudige beperking bieden we ook voortgezet speciaal onderwijs. Het doel van ons onderwijs is om de leerlingen voor te bereiden op een toekomst waarin zij zo zelfstandig mogelijk functioneren op het gebied van wonen, arbeid of dagbesteding en vrijetijdsbesteding. Uitstroom naar (regulier) vervolgonderwijs is mogelijk voor de leerlingen van de M-klassen (SO-LG/LZK). 3.2 Pedagogisch klimaat Wij streven naar een veilig en geordend pedagogisch klimaat in een uitdagende leeromgeving. We gaan daarbij uit van de drie psychologische basisbehoeftes van mensen: Competentie is de behoefte om het gevoel te hebben dat je iets kunt. De positieve benadering van de teamleden is er op gericht het zelfvertrouwen van de leerlingen te vergroten. Relatie is de behoefte van kinderen om erbij te horen, het gevoel te hebben dat anderen op hen gesteld zijn. De teamleden gaan op een respectvolle wijze met de leerlingen om en bevorderen dat ook bij de leerlingen onderling. Autonoom zijn stimuleren we bij onze leerlingen. We willen graag dat zij handelen op hun eigen manier, zonder voortdurende hulp en toestemming van anderen. Juist bij de leerlingen op onze school staan deze basisbehoeften onder druk. Wij proberen hiermee in ons handelen en in onze keuze van de leerstof rekening te houden. We hanteren groepsregels met als belangrijke kernwaarden 'zelfstandig functioneren' en 'zelfredzaamheid'. 3.3 KERNDOELEN We richten ons onderwijs op het realiseren van de kerndoelen, zoals de overheid die voor het speciaal onderwijs heeft vastgesteld. Om de kerndoelen te bereiken biedt ons klassenteam, vaak in samenwerking met de therapeuten, de leerling passend onderwijs aan. Als we vanwege beperkingen van een leerling bepaalde doelen niet kunnen bereiken, vermelden we dat in het ontwikkelingsperspectief en/of handelingsplan en geven we vervangende doelstellingen aan Kerndoelen SO Voor langdurig zieke leerlingen en leerlingen met een lichamelijke beperking van vier tot twaalf jaar richten we ons op het behalen van de kerndoelen speciaal onderwijs. De inhoud hiervan komt grotendeels overeen met de doelen voor het regulier basisonderwijs. Er zijn kerndoelen voor verschillende leergebieden: n Nederlandse taal n Engels n Rekenen en wiskunde n Oriëntatie op jezelf en de wereld n Kunstzinnige oriëntatie n Bewegingsonderwijs Voor leerlingen met een meervoudige beperking van vier tot twaalf jaar richten we ons op het behalen van de leergebied specifieke kerndoelen voor zeer moeilijk lerende kinderen en meervoudig beperkte leerlingen voor het speciaal onderwijs. Er zijn doelen vastgesteld voor de leergebieden: n Nederlandse taal n Rekenen en wiskunde n Oriëntatie op mens en wereld n Kunstzinnige oriëntatie n Bewegingsonderwijs We werken met alle leerlingen ook aan de (door de overheid vastgestelde) leergebiedoverstijgende kerndoelen. Deze hebben voor het SO de volgende thema s: n Zintuiglijke en motorische ontwikkeling n Sociale en emotionele ontwikkeling n Spelontwikkeling n Leren om te leren n Omgaan met media en technologische hulpmiddelen n Ruimtelijke oriëntatie en mobiliteit Kerndoelen VSO Voor de leerlingen met een meervoudige beperking van twaalf tot twintig jaar richten we ons op het behalen van de leergebiedspecifieke kerndoelen voor meervoudig beperkte leerlingen. Dit gaat om de doelen voor het voortgezet 15

16 speciaal onderwijs (VSO), voor de uitstroomprofielen arbeid en dagbesteding. Het gaat om de vakgebieden: n Nederlandse taal en communicatie n Engelse taal (alleen voor uitstroomprofiel arbeid) n Rekenen en wiskunde n Mens, natuur en techniek n Mens en maatschappij n Culturele oriëntatie en creatieve expressie n Bewegen en sport n Voorbereiding op vormen van dagbesteding (belevingsgericht, taakgericht, arbeid) We werken met alle leerlingen ook aan leergebiedoverstijgende kerndoelen, in drie thema's: n Leren taken uitvoeren n Leren functioneren in sociale situaties n Ontwikkelen van een persoonlijk toekomstperspectief 3.4 Leerlijnen en methodes De mogelijkheden en onderwijsbehoeften van onze leerlingen lopen zeer uiteen. We gebruiken daarom verschillende methodes: n Voor leerlingen met een lichamelijke beperking en langdurige ziekte werken we meestal met methodes voor het regulier onderwijs en speciaal basisonderwijs. n Voor de zeer moeilijk lerende en meervoudig beperkte leerlingen maken wij gebruik van door de CED ontwikkelde leerlijnen. Dat zijn de Plancius leerlijnen, voor leerlingen met ernstig meervoudige beperkingen. Deze leerlijnen zijn gericht op communicatie, sensomotoriek, zelfredzaamheid, sociaal-emotionele ontwikkeling, spelontwikkeling en taalontwikkeling. n Voor leerlingen die zeer moeilijk leren hanteren we de ZML-leerlijnen (gemaakt door de CED-groep in Rotterdam). Ook maken we soms gebruik van methodes uit het ZML-onderwijs en het praktijkonderwijs. Uitgangspunt is dat de methode het beste aansluit bij de leerling. 3.5 Profielen Onze leerlingen hebben uiteenlopende leerlingkenmerken en onderwijsbehoeften. Om de leerlingen optimaal te laten profiteren van het onderwijs, kent de school afdelingen met daarbinnen verschillende niveaus. Dit noemen we profielen. Het doel hiervan is het ontwikkelingsperspectief van de leerling te verduidelijken op de korte en langere termijn. Het is een middel om: n het onderwijsaanbod te bepalen, zowel individueel als groepsgewijs; n de resultaten van het onderwijsaanbod beter te kunnen meten; n de ontwikkelingen van leerlingen beter te kunnen volgen; n het verwachtingspatroon van ouders en school beter op elkaar af te stemmen. De CvB bepaalt op basis van het ontwikkelingsperspectief van de leerling de profielkeuze en het onderwijs- en zorgaanbod. Die kan afhankelijk van de ontwikkeling van de leerling bijgesteld worden. Landelijk doelgroepemodel De Maurice Maeterlinckschool gaat vanaf dit schooljaar werken volgens het landelijk vastgestelde doelgroepenmodel. Dit model is ontwikkeld om per individuele leerling de hoogst mogelijke ambitie te bepalen en vooral om deze beter inzichtelijk te maken. Voor elke leerling maken we een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) en bepalen in overleg met ouders een passende uitstroombestemming. Vanuit verschillende disciplines bekijken we op verschillende momenten wat de leerling nodig heeft om op het gewenste niveau uit te stromen. Dit is een proactief en cyclisch proces. Het doelgroepenmodel verbetert de communicatie met ouders, stakeholders zoals inspectie, samenwerkingsverbanden, externe ondersteuners en scholen in het regulier onderwijs. De belangrijkste verandering is dat de nummering van de profielen (en leerroutes) verandert. Leerroute 1 is het laagste niveau en leerroute 7 is het hoogste niveau. 16

17 Profiel 1 In profiel 1 plaatsen we leerlingen met een ontwikkelingsniveau van maximaal 0-2 jaar. Dit zijn leerlingen met een ernstige verstandelijke beperking die zeer intensieve begeleiding nodig hebben. De leerling leert vanuit een directe betrokkenheid bij de werkelijkheid (hoe). Het leren is sterk gebonden aan de fysieke omgang met de omgeving en het eigen lichaam (wat). De leerlingen krijgen onderwijs in een speciale klas met drie begeleiders en vaste therapeuten. Het hele team richt zich op het optimaliseren van de vijf LACCS aandachtsgebieden: Lichamelijk welzijn, Alertheid, Contact, Communicatie en Stimulerende activiteiten. In dit profiel ligt de nadruk op communicatie, zelfredzaamheid, sensomotorische ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en spelontwikkeling. Op het VSO werken de leerlingen mogelijk ook met de VSO-leerlijnen voor ZML op de gebieden sociale en emotionele ontwikkeling, praktische redzaamheid, zintuiglijke en motorische ontwikkeling en mondelinge taal. Streefniveau einde SO: tussen niveau 1 en 6 van de Plancius-leerlijnen. Uitstroom SO: naar onze VSO-afdeling of een KDC. Streefniveau einde VSO: tussen niveau 1 en 6 van de Plancius-leerlijnen en tot doelen van niveau 2 van (V)SO ZML-leerlijnen. Uitstroom: De leerlingen stromen uit naar een belevingsgerichte dagbesteding. 17

18 Profiel 2 In profiel 2 plaatsen we leerlingen met een ontwikkelingsniveau van maximaal 2-4 jaar. Dit zijn leerlingen met een ernstige verstandelijke beperking die intensieve begeleiding nodig hebben. De leerstijl van deze leerlingen is pragmatisch. Zij zetten sensomotoriek in als basis om het geleerde te verwerken. Sensomotoriek gaat om bewegen, proeven, ruiken, aanraken, manipuleren, langdurig fysiek verkennen en dergelijke. De leerlingen krijgen onderwijs in een speciale klas met drie begeleiders en vaste therapeuten. Het hele team richt zich op het optimaliseren van de vijf LACCS aandachtsgebieden: Lichamelijk welzijn, Alertheid, Contact, Communicatie en Stimulerende activiteiten. In dit profiel ligt de nadruk op communicatie, zelfredzaamheid, sensomotorische ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en spelontwikkeling. Op het VSO werken de leerlingen aan de leerlijnen voor ZML (V)SO op de gebieden sociale en emotionele ontwikkeling, praktische redzaamheid, zintuiglijke en motorische ontwikkeling en mondelinge taal. Streefniveau einde SO: tussen niveau 1 en 6 van de Plancius-leerlijnen met uitloop naar de (V)SO ZML leerlijnen tot en met niveau 3. Uitstroom SO: onze VSO-afdeling. Streefniveau einde VSO: niveau 6 van de Plancius-leerlijnen. Uitstroom VSO: een belevingsgerichte dagbesteding. Profiel 3 Leerlingen in profiel 3 hebben veelal een matige verstandelijke beperking. De leerstijl is egocentrisch, ze willen leren wat nut heeft om zich zo zelfstandig mogelijk te ontwikkelen. Ze leren van onderwerpen binnen hun eigen belevingswereld en vooral in praktische situaties met concreet materiaal. Het niveau van schoolse vaardigheden komt maximaal tot eind groep 3 van het basisonderwijs. Op het VSO werken leerlingen in profiel 3 aan de leerlijnen voor ZML (V)SO. De gekozen doelen zijn vooral gericht op praktische toepassing, abstracte doelen worden zoveel mogelijk vermeden. Streefniveau einde SO: niveau 6 van de leerlijnen voor ZML. Uitstroom SO: onze VSO-afdeling of een andere school voor VSO met leerroute 3. Streefniveau einde VSO: maximaal niveau 9 van de leerlijnen voor ZML (V)SO. Uitstroom VSO: een taakgericht activiteitencentrum. Profiel 4 Leerlingen in profiel 4 hebben veelal een lichte verstandelijke beperking. Leerlingen leren door langdurig te doen en in de praktijk te oefenen. Het leren van de schoolse, meer abstracte vaardigheden vraagt veel oefenen en herhalen en komt uit tussen niveau eind groep 3 en midden groep 5. Dit is te vergelijken met het niveau halverwege groep 3/eind groep 4 van het regulier basisonderwijs, maar kan voor enkele vakgebieden hoger uitkomen. Op het VSO werken leerlingen in profiel 4 aan de leerlijnen voor ZML (V)SO. Streefniveau einde SO: niveau 9 van de leerlijnen voor ZML (V)SO. Uitstroom SO: onze VSO-afdeling, of een andere school voor VSO met leerroute 4. Streefniveau einde VSO: maximaal niveau 12 van de leerlingen voor ZML (V)SO. Uitstroom VSO: vormen van dagbesteding binnen de kaders van de Participatiewet. Profiel 5 Leerlingen in profiel 5 zijn leerlingen die in een langzamer tempo het reguliere onderwijsprogramma volgen. De leerstijl van de leerling in profiel 5 is performaal en ongericht. De leerling leert weinig systematisch, is niet gemotiveerd en heeft veel sturing van buitenaf nodig. Extra instructie en veel herhaling en oefening zijn belangrijk. 18

19 Streefniveau einde SO: tussen eind groep 5 en eind groep 6 van het regulier basisonderwijs. Uitstroom SO: veelal praktijkonderwijs of vmbo basisberoepsgerichte leerweg met leerwegondersteuning in het regulier of in het speciaal voortgezet onderwijs. Profiel 6 Leerlingen in profiel 6 hebben een gemiddeld niveau en een geringe leerachterstand. Zij leren toepassingsgericht. De leerling concretiseert veel en zoekt voorbeelden, als de leerstof praktisch toepasbaar is, is de leerling gemotiveerd en makkelijk aan te sturen. Streefniveau einde SO: tussen midden groep 7 en midden groep 8 van het regulier basisonderwijs. Uitstroom SO: meestal naar vmbo kaderberoepsgerichte leerweg, vmbo gemengde leerweg of vmbo theoretische leerweg in het regulier of in het speciaal voortgezet onderwijs. Profiel 7 Leerlingen in profiel 7 hebben een bovengemiddeld leerniveau, ze hebben geen leerachterstand. De leerstijl van de leerling is betekenisgericht. De leerling zoekt naar inzicht en samenhang, wil zelf structuur aanbrengen, kan hoofden bijzaken onderscheiden en kan goed zelfstandig werken. Streefniveau einde SO: midden groep 8 van het regulier basisonderwijs. Uitstroom SO: meestal naar havo/vwo in het regulier of in het speciaal voortgezet onderwijs. 3.6 SO We kennen binnen onze school geen indeling in schooljaren (gebaseerd op leerstof) die logisch op elkaar volgen. De ontwikkeling van de leerlingen is daarvoor te verschillend. Wanneer we de groepen indelen, hanteren we de volgende richtlijnen: n n n Aansluiting van de leeftijd en de belevingswereld bij de andere leerlingen binnen de groep. Het ontwikkelingsniveau van de leerling. De speciale zorg die de leerling eventueel nodig heeft. De groepsgrootte varieert van zes tot vijftien leerlingen. De ontwikkelingsniveaus van de leerlingen vertalen we in profielen en leerroutes, die leiden naar een passend uitstroomperspectief. We werken aan de leergebiedspecifieke en leergebiedoverstijgende kerndoelen (zie 3.3). We bieden een deel van het onderwijs aan in de vorm van projecten, meestal in een bepaald thema zoals beroepen en seizoenen. We stemmen de projecten af met de afdelingen. 19

20 3.6.1 Uitstroomfase SO Leerlingen stromen op twaalf-/dertienjarige leeftijd uit naar vervolgonderwijs, afhankelijk van hun profiel (zie 3.5). In overleg met de ouders formuleren we een advies in lijn met het ontwikkelingsperspectief van de leerling. Om tot een weloverwogen keuze te komen, informeren we ouders en leerlingen uitvoerig over de uitstroommogelijkheden. Ook begeleiden we hen bij aanmelding en toelating tot het vervolgonderwijs. Leerlingen die de overstap maken naar het VSO hebben een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig van het samenwerkingsverband VO. In overleg met ouders vragen wij de TLV aan bij het betreffende samenwerkingsverband. 3.7 VSO We bieden voortgezet speciaal onderwijs aan leerlingen met een meervoudige of ernstig meervoudige beperking. Veel leerlingen van de afdeling SO-MG stromen rond hun dertiende jaar door naar het VSO-MG. Omdat we hier dezelfde leerlijnen en profielen hanteren als op het SO-MG, is sprake van een doorlopende leerontwikkeling. Daarnaast komen de aandachtsgebieden wonen, werken en vrije tijd aan bod. Leerlingen die op dertien-/veertienjarige leeftijd op het VSO van onze school komen, gaan zich voorbereiden op hun toekomstige plek voor dagbesteding of begeleid werken. In de instroomgroep krijgen de leerlingen vakken als lezen, rekenen, spelling, leefstijl (sociaal-emotionele ontwikkeling), maar ook creatieve vakken en vakken die gericht zijn op het functioneren in de maatschappij. De vakken op een rij: n Nederlandse taal en communicatie n Rekenen en wiskunde n Mens, natuur en techniek n Mens en maatschappij n Culturele oriëntatie en creatieve expressie n Bewegen en sport n Voorbereiding op dagbesteding 20

21 3.7.1 Stage In de laatste jaren van het VSO is het onderwijs vooral gericht op het uitstroomperspectief van de leerling en de daarbij behorende competenties. Voorafgaand aan de uitstroom stelt de stagecoördinator in samenspraak met de ouders en de leerling een extern stageplan op. Dit schooljaar werken we verder aan de ontwikkeling van het transitieplan. Een transitieplan laat zien wat de leerling kan en wil en op welke wijze de uitstroom gerealiseerd gaat worden. In de uitstroomgroep staat de aanstaande uitstroom centraal. We bekijken dan de mogelijkheden op het gebied van wonen, werken en vrije tijd na de uitstroom. De Maurice Maeterlinckschool kent een intern en extern stageproject. Bij de aanvang van de interne stage bekijken we of een leerling voldoende mogelijkheden heeft om hieraan deel te nemen. In overleg met de leerkracht, de intern begeleider en op advies van de CvB lichten we de ouders hierover in. Het interne stageproject is gericht op het verder ontwikkelen van de zelfstandigheid, de redzaamheid en het uitvoeren van een taak. Het bereidt de leerling tevens voor op een externe stageplaats. De leerling volgt een interne stage in de eerste jaren dat hij onderwijs volgt in de uitstroomgroep. Als de leerling zestien jaar is, begint de transitiefase. In deze periode werken we samen met de ouders en leerling toe naar een geschikte uitstroombestemming. Het onderwijs en revalidatieprogramma gaan zich steeds meer richten op de zelfredzaamheid en zelfstandigheid van de leerling. Onze stagecoördinator Cas Reinders houdt een eerste gesprek met ouders en leerling. Doel hiervan is het starten van de oriëntatie op dagbesteding of begeleid werken. Daarna leggen leerling, ouders en stagebegeleider een aantal kennismakingsbezoeken af bij uitstroominstellingen zodat we in samenspraak een externe stage of instelling kunnen kiezen. Naar aanleiding hiervan brengt de stagecoördinator advies uit aan de CvB. Daarna heeft de stagecoördinator een gesprek met ouders en leerling over het te volgen traject. Op zeventien-/achttienjarige leeftijd bieden wij de leerling een externe stage aan en stroomt hij in op de gekozen instelling. De duur van de stage is veelal een half jaar, één dag in de week. Voor de externe stage zijn een vervoersverklaring (indien noodzakelijk) en een stagecontract nodig. Ouders en leerling vullen deze samen met de maatschappelijk werker en stagecoördinator in. Tevens zijn indicaties nodig voor het stagelopen en voor de uitstroom naar de gekozen instelling. Als u vragen heeft over stage en uitstroom, kunt u contact opnemen met Cas Reinders (stagecoördinator). 3.8 Bewegingsonderwijs De leerlingen krijgen twee keer per week bewegingsonderwijs van onze vakleerkracht en assistent bewegingsonderwijs. Hoofddoel is plezier krijgen en behouden in bewegen. We willen de leerlingen positieve bewegingservaringen op laten doen. We werken aan de wettelijk vastgestelde kerndoelen bewegingsonderwijs van het SO en het ZML. Gedurende het jaar organiseren we regelmatig extra sportlessen, cursussen en sportdagen. Wij informeren u hierover tijdig via de tassenpost of de nieuwsbrief. Het is de bedoeling dat uw kind tijdens de sportlessen, indien mogelijk, een gymshirt, broekje en gymschoenen draagt. Wilt u een handdoek en washand meegeven, zodat de leerlingen zich kunnen opfrissen? Ook deodorant is gewenst, maar geen spray in verband met leerlingen met astmatische aandoeningen. Aan het eind van de week geven we de gymspullen mee naar huis om te wassen. 3.9 Revalidatiebehandeling Naast onderwijs kunnen onze leerlingen ook revalidatiebehandeling krijgen, individueel of in groepsverband. De combinatie van onderwijs en behandeling zorgt voor een optimale ontwikkeling. Ook verzorgen de therapeuten activiteiten samen met het klassenteam of de vakleerkracht bewegingsonderwijs. Zij maken daarbij gebruik van speelse vormen, praktische en creatieve activiteiten en allerlei vormen van bewegen. We leggen resultaten van behandelingen vast met behulp van video, door metingen en testen. Hierbij nemen we de Wet bescherming persoonsgegevens in acht. In hoofdstuk 2 leest u welke therapeuten met onze leerlingen werken. 21

22 Hoofdstuk 4 LEERLINGENZORG 22

23 HOOFDSTUK 5 De mogelijkheden van uw kind vormen het uitgangspunt voor het stellen van de doelen voor ons onderwijs. We stellen een ontwikkelingsperspectief vast en werken met groepsplannen en handelingsplannen. De (vak)leerkrachten bepalen de doelen aan de hand van de cognitieve, sociaalemotionele, motorische en sensomotorische ontwikkeling van uw kind. Verschillende disciplines binnen school en het revalidatiecentrum werken samen aan een optimaal onderwijsproces. 4.1 Commissie van Begeleiding en toelating (CvB) De CvB adviseert het bestuur over toelating van leerlingen (zie 1.1.3). De CvB is tevens belast met het vanuit onderwijskundig, pedagogisch, psychologisch en medisch oogpunt: n doen van voorstellen voor het uit te voeren onderwijszorgaanbod; n evalueren van de uitvoering van het ontwikkelingsperspectief en handelingsplan; n adviseren over terugplaatsing of overplaatsing van de leerling naar basisonderwijs of voortgezet onderwijs. De CvB bestaat uit vaste en toegevoegde leden. De vaste leden zijn de orthopedagoog, revalidatiearts, maatschappelijk werker en leerkracht interne begeleiding. Toegevoegde leden zijn de trajectbegeleider en secretaresse. 4.2 Ontwikkelingsperspectief Als een leerling op school komt, stelt het bestuur op voorstel van de CvB en in overleg met ouders een ontwikkelingsperspectief vast. De CvB plaatst de leerling in een profiel (zie 3.5). Als de leerling op vierjarige leeftijd instroomt, is het in veel gevallen nog niet goed mogelijk om op een verantwoorde manier een uitspraak te doen over het ontwikkelingsperspectief op de langere termijn. We hebben er daarom voor gekozen leerlingen bij instroom op vierjarige leeftijd op grond van hun ontwikkelingsniveau te plaatsen in het hoogste profiel van de afdeling. Dat betekent dat leerlingen met een lichamelijke beperking of langdurige ziekte in profiel 7 starten en leerlingen met een (ernstige) meervoudige beperking starten in profiel 4. Als bij aanmelding al meteen duidelijk is dat dit niet haalbaar is, bijvoorbeeld bij leerlingen met een ernstig meervoudige beperking (EMB), kiezen we er meestal voor de leerling in profiel 1 of 2 te plaatsen. Nadat overeenstemming is bereikt over het ontwikkelingsperspectief, ondertekenen de ouders en de manager leerlingenzorg (namens de directie) het document. We evalueren en bespreken het ontwikkelingsperspectief jaarlijks met de ouders. 4.3 Groepsplan en handelingsplan Het groepsplan gaat een steeds prominentere rol spelen in het onderwijsaanbod. We ontwikkelen groepsplannen voor onder meer de vakgebieden lezen, rekenen, spelling, praktische redzaamheid en communicatie. Het groepsplan 23

24 beschrijft het onderwijsaanbod in de groep en de wijze waarop we dit uitvoeren. Wanneer de leerling een individuele leerroute volgt, stellen we een individueel handelingsplan op. 4.4 Leerlingvolgsysteem Bij het onderwijs stemmen we het leerprogramma speciaal af op de ontwikkeling en het tempo van elke leerling. We volgen de ontwikkeling op de voet en bieden steeds een volgend stapje aan. De ontwikkelingen leggen we vast in het digitale leerlingvolgsysteem, zodat we de gegevens van leerlingen overzichtelijk en actueel houden. We bespreken halfjaarlijks de ontwikkelingen van de leerlingen en de klas. De CvB evalueert jaarlijks het ontwikkelingsperspectief van de leerlingen. 4.5 Leerlingdossiers De rapportages van iedere leerling slaan we op in het leerlingdossier volgens de richtlijnen van de Algemene verordening gegevensbescherming en gedurende een wettelijk voorgeschreven termijn. De leden van de CvB bewaren alleen persoonlijke aantekeningen en kunnen het leerlingdossier inzien. De medewerkers kunnen de dossiers inzien na toestemming van het management. Ouders hebben altijd inzagerecht. Dit kunt u aanvragen bij het secretariaat. We stellen leerlinggegevens uitsluitend beschikbaar aan derden na schriftelijke toestemming van de ouders. 4.6 Onderwijskundig rapport Indien een leerling de school verlaat, stellen wij een onderwijskundig rapport op. Hierin doen we verslag van de behandelingen, vorderingen en andere wetenswaardigheden. We bespreken het rapport met ouders en (indien mogelijk) de leerling. U ontvangt een kopie van dit rapport. 24

25 Hoofdstuk 5 Schooltijden en vrije dagen 25

26 5.1 Schooltijden SO en VSO De schooltijden voor SO en VSO vindt u in de tabel op de volgende pagina. 5.2 Schoolvakanties Herfstvakantie t/m Kerstvakantie t/m Voorjaarsvakantie t/m Goede Vrijdag/Pasen t/m Meivakantie t/m Hemelvaart 30 en 31 mei 2019 Pinksteren Zomervakantie t/m Scholing medewerkers/studiedagen Medewerkers van school en Sophia Revalidatie volgen regelmatig scholing om hun kennis en kunde op peil te houden. Op de volgende studiedagen zijn alle leerlingen vrij: Dinsdag 4 september 2018 Donderdag 8 november 2018 Vrijdagmiddag 21 december 2018 vanaf Dinsdag 12 maart 2019 Donderdag 6 juni 2019 Vrijdagmiddag 19 juli 2019 vanaf De leerlingen van alle SO-groepen hebben nog een extra vrije dag op: woensdag 23 januari 2019 en woensdag 5 juni 2019 NB. De VSO-leerlingen hebben dan wel gewoon school. 5.4 Extra vrije dagen leerlingen jonger dan acht jaar De leerlingen jonger dan acht jaar zijn iedere vrijdagmiddag vrij. Daarnaast zijn ze vrij op de volgende dagen: Maandag 29 oktober 2018 Maandag 4 maart 2019 Dinsdag 23 april 2019 NB. Als uw kind vóór Kerst 8 jaar wordt, gaat uw kind het hele schooljaar op vrijdagmiddag naar school. Wordt het na Kerst 8 jaar, dan is uw kind het hele schooljaar vrij op de vrijdagmiddag. 26

27 SCHOOLTIJDEN SO: De groepen met leerlingen jonger dan 8 jaar: Weekdagen Tijden ochtend Tijden middag Aantal lesuren Maandag uur uur 5,50 uur Dinsdag uur uur 5,50 uur Woensdag uur 3,75 uur Donderdag uur uur 5,50 uur Vrijdag uur 3,50 uur Weektotaal 23,75 uur - Leerlingen jonger dan acht jaar ontvangen tenminste 880 uur onderwijs. - Leerlingen die voor 1 januari acht jaar worden, volgen vanaf die datum voltijds onderwijs. De groepen met leerlingen ouder dan 8 jaar: Weekdagen Tijden ochtend Tijden middag Aantal lesuren Maandag uur uur 5,75 uur Dinsdag uur uur 5,75 uur Woensdag uur 3,75 uur Donderdag uur uur 5,75 uur Vrijdag uur uur 5,75 uur Weektotaal 26,75 uur - Leerlingen ouder dan acht jaar ontvangen tenminste uur onderwijs. SCHOOLTIJDEN VSO: Weekdagen Tijden ochtend Tijden middag Aantal lesuren maandag uur uur 5,75 uur dinsdag uur uur 5,75 uur woensdag uur 3,50 uur donderdag uur uur 5,75 uur vrijdag uur uur 5,75 uur Weektotaal 26,50 uur VSO-leerlingen ontvangen tenminste uur onderwijs per schooljaar. In de kwaliteitswet (V)SO is bepaald dat de pauzetijd in het VSO niet meetelt als lestijd. Om dezelfde begin- en eindtijden aan te houden als het SO start de middaglestijd in het VSO om uur. Iedere dag hebben de leerlingen meerdere pauzes. Wanneer de leerlingen buitenspelen, zorgt de schoolorganisatie voor voldoende toezicht. Voor leerlingen met een specifieke zorgbehoefte zetten we persoonlijke begeleiders in. 27

28 Hoofdstuk 6 Ziek melden, verlof, vrijstelling en verwijdering 28

29 6.1 Uw kind ziek melden Als uw kind ziek is, dient u dit telefonisch te melden vóór uur bij het directiesecretariaat via telefoonnummer (015) Als een leerling meerdere dagen afwezig blijft, nemen we in de week die volgt op de ziekmelding contact op met de ouders. Vergeet u niet om de vervoerder te melden dat uw kind ziek is en wanneer het weer beter is (zie 8.6.2). Soms gebeurt het dat leerlingen op school ziek worden. Wij nemen dan altijd contact op met de ouders. 6.2 Schoolverzuim De directie is verplicht ongeoorloofd schoolverzuim te melden aan de leerplichtambtenaar van de gemeente waar de leerling woont. Iedere gemeente heeft leerplichtambtenaren die toezicht houden op de uitvoering van de bepalingen in de leerplichtwet. U kunt informatie over de leerplicht verkrijgen via de website of de afdeling voorlichting van de gemeente waar u woont. 6.3 Verlof aanvragen Verlof buiten de schoolvakanties is in principe niet toegestaan. Extra verlof om langer bij familie in het buitenland te blijven, is niet mogelijk. In de volgende gevallen kan een verzoek aangevraagd worden bij de directie: n Voor bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld het bijwonen van een huwelijk) kunnen we in bepaalde gevallen een uitzondering maken. n Voor verlof buiten de vastgestelde vakanties en vrije dagen kunnen ouders buitengewoon verlof aanvragen bij de directie. Er dient sprake te zijn van gewichtige omstandigheden. U kunt de bepalingen vinden in de brochure van de afdeling onderwijs, te verkrijgen bij de gemeente in uw woonplaats. In het algemeen geldt dat u buitengewoon verlof minimaal vier weken van tevoren moet aanvragen. De verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen. Op school en bij de gemeenten kunt u verlofformulieren verkrijgen, waarop ook de richtlijnen voor het verlenen van verlof staan. Elk verzoek tot verlof moet schriftelijk ingediend worden bij het management van de school. Indien het management hier geen besluit over kan of mag nemen, zal de leerplichtambtenaar dat doen. Wij verzoeken u dringend zich aan de genoemde richtlijnen te houden om zo vervelende situaties of zelfs een boete, opgelegd door de leerplichtambtenaar, te voorkomen. 6.4 Verwijdering of schorsing In uitzonderlijke gevallen kunnen we een leerling van school verwijderen of schorsen. Het bestuur licht, voordat het tot een dergelijke maatregel besluit, de betrokken leerkracht en de leden van de CvB in. Definitieve verwijdering van een leerling op wie de Leerplichtwet van toepassing is, vindt pas plaats nadat het bestuur een andere school of instelling bereid heeft gevonden de leerling toe te laten. Indien aantoonbaar gedurende acht weken zonder succes is gezocht naar een andere school of instelling, kan het bestuur alsnog tot verwijdering overgaan. 6.5 Vrijstelling van onderwijs Het bevoegd gezag kan, op verzoek en alleen op vastgestelde gronden, vrijstelling aan een leerling verlenen voor bepaalde onderwijsactiviteiten. Dit kan bijvoorbeeld, als een kwetsbare leerling niet in staat is hele of alle schooldagen onderwijs te volgen. Ouders kunnen het verzoek indienen. Leerlingen kunnen dat ook zelf doen als zij meerderjarig en handelingsbekwaam zijn. Voor ontheffing van de leerplicht dienen de ouders altijd contact op te nemen met de gemeente. Dit gebeurt na overleg met de CvB. 29

30 Hoofdstuk 7 veiligheid 30

31 7.1 Uitgangspunt De Maurice Maeterlinckschool wil alle betrokkenen een veilige omgeving bieden. Centraal hierin staat preventief werken, snel signaleren van onveilige situaties, deze bespreekbaar maken en verhelpen. Actief handelen op basis van het vastgestelde beleid vinden wij hierbij van groot belang. 7.2 Een veilige omgeving RESPONZ accepteert binnen haar scholen geen enkele vorm van gerichte en bewuste agressie of geweld tegen personen of middelen. Wij nemen maatregelen ter voorkoming hiervan. Mocht het toch voorkomen, dan treffen we passende sancties: n We doen aangifte bij de politie. n We onderzoeken of de leerling van school moet en/of we de ouder de toegang tot de school moeten ontzeggen. n We verhalen materiële schade. Er zijn leerlingen die hulpvragen hebben op het gebied van gedrag. In sommige gevallen is het gedrag moeilijk verstaanbaar. Voor deze leerlingen zijn afspraken nodig om dit gedrag te sturen. Een afspraak kan zijn om de bewegingsvrijheid van de leerling te beperken, bijvoorbeeld door een band bij de stoel zodat de leerling blijft zitten. Wij noemen dit fysiek beperkende maatregelen. Wanneer sprake is van moeilijk verstaanbaar gedrag, nodigen we de ouders uit voor overleg. Daarin bespreken we welke afspraken nodig zijn om het gedrag te beïnvloeden. Het protocol Richtlijn fysieke inperking is op verzoek in te zien. 7.3 Receptie Tussen en uur zijn de automatische deuren van de school gesloten in verband met veiligheid. We verzoeken u vriendelijk om aan te bellen en zich te melden bij de receptie. Daar vult u op de bezoekerslijst uw naam, reden van bezoek en tijd van aankomst in (inchecken). Bij vertrek verzoeken we u om weer uit te checken. 7.4 Camerabewaking Het terrein rondom de school heeft camerabewaking. Bordjes maken u hierop attent. De bewaking vindt plaats volgens het beleid van de Autoriteit Persoonsgegevens. 7.5 Risico-inventarisatie en evaluatie De school is als werkgever verplicht om te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden. Daarom brengen we systematisch de risico s in kaart op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn binnen de school. Op basis hiervan treffen we zo nodig maatregelen. 7.6 Bedrijfshulpverlening De school heeft de bedrijfshulpverlening (BHV) goed georganiseerd via het BHV-plan. Dat beschrijft hoe de BHV ers in geval van een calamiteit handelen. Het hoofd BHV verzorgt de beleidsmatige kant van de organisatie. De ploegleiders hebben de leiding bij het op gang brengen en afwikkelen van de hulpverlening. De eindverantwoordelijkheid voor de BHV-organisatie ligt bij de directie, als onderdeel van de totale bedrijfsvoering. Jaarlijks vindt een ontruimingsoefening plaats, die we niet altijd aankondigen. Een calamiteit ontstaat immers ook onaangekondigd. Het BHV-team heeft vijftien leden, die jaarlijks via scholing hun vaardigheden op peil houden. 7.7 Incidentregistratie Het personeel meldt ieder incident bij de directie, via een incidentregistratieformulier. De directie neemt zo nodig passende maatregelen en evalueert de incidenten jaarlijks. 7.8 KLACHTENREGELING Wij doen er alles aan om onze leerlingen optimaal onderwijs te bieden. Dat doen we in een veilige omgeving en op een verantwoorde manier. Maar overal waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Ook bij ons. Leerlingen, ouders en medewerkers kunnen klachten hebben. Iedere uiting van onvrede nemen wij serieus en wij gaan zorgvuldig met klachten om. In de 'Klachtenregeling Maurice Maeterlinckschool' kunt u lezen hoe wij omgaan met formele klachten en welke termijnen we hierbij hanteren. De klachtenregeling kunt u opvragen bij de administratie en is ook te vinden op 31

32 onze website. Klachten over seksuele intimidatie of misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld kunnen ook gemeld worden via het meldpunt vertrouwensinspecteurs, telefoonnummer: (0900) , lokaal tarief Bespreken met betrokkene We waarderen het als iedereen zijn onvrede het liefst zo vroeg mogelijk en eerst met de betrokkene bespreekt. Als dat niet mogelijk is, kunt u contact opnemen met de afdelingsmanager of de directeur Contactpersonen Onze contactpersonen hebben een signalerende functie in situaties waarin het welbevinden van een leerling in het geding kan komen. Bijvoorbeeld door pesten of andere ongewenste situaties. Leerlingen, ouders en medewerkers kunnen met hen contact opnemen: n Ineke Vreugdenhil (leerkracht), bereikbaar van maandag tot en met woensdag via telefoonnummer: (015) n Els Moerman (orthopedagoog), bereikbaar van maandag tot en met donderdag via telefoonnummer: (015) Externe vertrouwenspersoon De Maurice Maeterlinckschool heeft ook een onafhankelijke, externe vertrouwenspersoon. Zij kan ondersteuning bieden bij de bespreking van uw klacht of als u er met de betrokkenen niet uitkomt. Zij kan ook adviseren over eventuele vervolgstappen. Onze vertrouwenspersoon is Renate Uddin. Zij is geen werknemer van RESPONZ en bereikbaar via telefoonnummer: (06) Landelijke Klachtencommissie Wij zijn aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie. Hier kunt u terecht als u vindt dat de contactpersoon en extern vertrouwenspersoon uw klacht niet naar tevredenheid afhandelen: 32

33 Postadres: Onderwijsgeschillen Postbus AD Utrecht Telefoon: (030) Fax: (030) Website: Verantwoordelijkheden Als ouder bent u eindverantwoordelijk voor uw kind. U heeft een deel van die verantwoordelijkheid uitbesteed aan onze school. De school draagt de verantwoordelijkheid en heeft de zorgplicht voor uw kind tijdens schooltijden. Dit geldt dus ook in de pauzes en bij activiteiten buiten de schoolmuren, zoals een schoolkamp of andere uitstapjes. De school beschikt over een protocol Buitenschoolse activiteiten Medicijnen Het komt regelmatig voor dat leerlingen op onze school medicijnen gebruiken. Indien uw kind onder schooltijd medicijnen moet gebruiken, wilt u er dan strikt op toezien dat het formulier Medicijngebruik op school volledig en duidelijk is ingevuld? Lever dit formulier met de betreffende medicijnen in op school ter attentie van de verpleging. Met de verpleegkundige maakt u vervolgens afspraken over het aanleveren en toedienen van medicatie. verpleging@mmschool.nl Medische verantwoordelijkheid De school beschikt over een beleid ten aanzien van medische verantwoordelijkheid. Hierin staat hoe de medische verantwoordelijkheid is geregeld op school (onder schooltijd), tijdens buitenschoolse activiteiten (excursies of sportdagen) en tijdens schoolkamp. Onder schooltijd is altijd een verpleegkundige aanwezig, die zo nodig de revalidatiearts om hulp kan vragen bij (acute) medische problemen. Bij buitenschoolse activiteiten gaat een verpleegkundige mee, als dit voor de medische zorgbehoefte van de leerlingen noodzakelijk is. Om deze zorgbehoefte in kaart te brengen, deelt de revalidatiearts elk kind in op een verpleegkundige zorgschaal van 0 t/m 3. Deze schaal is gekoppeld aan medisch verpleegkundige zorg en niet aan revalidatiezorg. n Schaal 0 betekent geen extra verpleegkundige zorg nodig. n Schaal 1 betekent alertheid van het klassenteam is gewenst. n Schaal 2 betekent verpleegkundige is aanwezig of de excursie is in de buurt van bijvoorbeeld een ziekenhuis. n Schaal 3 betekent er is altijd een verpleegkundige aanwezig. Als u meer wilt weten over de indeling van uw kind in deze zorgschaal, neem dan contact op met de revalidatiearts Zorgpas en AVG We vroegen in het kader van de identificatieplicht tot op heden om een kopie van een identiteitsbewijs. Door invoering van de AVG (Algemene verordening gegevensbescherming) mag dit niet meer. We informeren u lopende het schooljaar hoe we op een wettelijk verantwoorde wijze omgaan met de 33

34 gegevens van onze leerlingen. Het is wel van belang dat er een kopie van de zorgpas aanwezig is op school Meldcode kindermishandeling De school hanteert in haar veiligheidsbeleid de landelijke meldcode kindermishandeling die is opgesteld samen met het Nederlands Jeugd Instituut. In de brochure Bijtijds erbij zijn staat welke stappen de school onderneemt bij een vermoeden van kindermishandeling. De brochure is te bekijken op Ongevallenverzekering De school heeft een collectieve ongevallenverzekering afgesloten voor leerlingen en personeel. Deze dekt de kosten van ongevallen voor zover deze niet gedekt zijn door bestaande verzekeringen van ouders. De verzekering is van toepassing tijdens schooluren en evenementen in schoolverband. Zij geldt niet voor schade als gevolg van vandalisme en voor schade toegebracht aan derden. De verzekering dekt geen materiële schade of vermissing. We raden u als ouder dringend aan om een particuliere aansprakelijkheidsverzekering, ook wel WA-verzekering genoemd, af te sluiten. De schoolverzekering dekt namelijk geen schade die leerlingen toebrengen aan eigendommen van school, aan medeleerlingen of aan personeel Privacy en leerlinggegevens De gegevens die over leerlingen gaan, noemen we persoonsgegevens. In het IBP-beleid (Informatiebeveliging en Privacy) hebben we beschreven hoe de school omgaat met persoonsgegevens, en wat de rechten zijn van ouders, leerlingen en medewerkers. De GMR heeft met dit beleid ingestemd. Wij maken alleen gebruik van persoonsgegevens als dat nodig is voor het leren en begeleiden van onze leerlingen, en voor de organisatie die daarvoor nodig is. De meeste gegevens ontvangen wij van ouders bij de inschrijving op onze school. Daarnaast registreren leerkrachten en ondersteunend personeel gegevens over leerlingen, bijvoorbeeld cijfers. Indien nodig registreren we bijzondere persoonsgegevens voor de juiste begeleiding van een leerling, zoals medische gegevens. De leerlinggegevens worden opgeslagen in ons beveiligde digitale administratiesysteem. Toegang tot die gegevens is beperkt tot medewerkers van de stichting die de gegevens strikt noodzakelijk nodig hebben voor de uitvoering van hun werkzaamheden Digitale leermiddelen Tijdens de lessen maken wij gebruik van (digitale) leermiddelen. Hiervoor wisselen we een beperkte set met persoonsgegevens uit met leveranciers om bijvoorbeeld een leerling te identificeren als die inlogt. Wij hebben met leveranciers duidelijke afspraken gemaakt over de gegevens die ze van ons krijgen. De leverancier mag de leerlinggegevens alleen gebruiken als wij daar toestemming voor geven. Er is een lijst beschikbaar van leveranciers met wie RESPONZ afspraken heeft gemaakt. Daarnaast kan het nodig zijn dat wij gegevens uitwisselen met andere externe partijen, denk aan zorginstanties. Als voor de uitwisseling geen wettelijke verplichting bestaat, dan vragen wij u vooraf toestemming om met deze partijen gegevens te mogen uitwisselen Foto- en videomateriaal Bij de inschrijving van uw kind(eren) vragen wij u om toestemming voor het gebruik van foto- en videomateriaal, het delen van uw contactgegevens met andere ouders en het gebruik van sociale media door uw kind(eren). U hebt te allen tijde het recht om deze toestemming te wijzigen. U kunt dit kenbaar maken via een mail aan de school. De school vraagt ouders nadrukkelijk om terughoudend te zijn met het maken van foto s en video s binnen de school. Het is voor ouders niet toegestaan om foto s/video s die gemaakt zijn op school te delen via sociale media of te gebruiken voor commerciële doeleinden Persoonsgegevens gelekt? Meld ze direct! Als er sprake is van gestolen computers of opslagmedia, virussen of kwijtgeraakte logingegevens waardoor persoonsgegevens toegankelijk zijn voor anderen, meld dit dan zo snel mogelijk via privacy@responz.net. 34

35 35

36 Hoofdstuk 8 Contacten met ouders 36

37 8.1 Inleiding Goede communicatie met u als ouder vinden wij belangrijk. U én de school hebben immers een grote rol in de opvoeding van uw kind. Per definitie bestaat op een school voor speciaal onderwijs minder contact met ouders dan bij scholen in het basisonderwijs. De meeste leerlingen komen immers met aangepast vervoer naar onze school. Daarom betrekken we u op andere manieren zoveel mogelijk bij de school. 8.2 Bereikbaarheid Als u mededelingen wilt doorgeven of een afspraak wilt maken, kunt u elke schooldag tussen en uur en tussen en uur bellen naar het secretariaat van onze school. Mocht de receptie onbemand zijn, dan schakelen we u door naar de receptie van het revalidatiecentrum. De klassenteams staan u graag voor en na schooltijd of op afspraak te woord. Vragen over therapieën kunt u het beste stellen aan de betrokken therapeut. Boodschappen voor medewerkers kunt u ook telefonisch doorgeven aan het secretariaat. 8.3 Communicatie met ouders We willen ouders zoveel mogelijk bij de school betrekken. Dat doen we via: n Social schools Op de MMS gebruiken we het programma Social Schools. Dat is een programma om ouders berichten te sturen over de klas. Het is een beschermde omgeving, dus niet voor anderen toegankelijk. Met deze algemene berichten met foto s en filmpjes houden we ouders op de hoogte van het wel en wee in de klas. Ook meer algemene zaken (berichten vanuit Sport, OMMD, nieuwsbrief) gaan we verspreiden via Social Schools. Tip: Er is ook een Social Schools-app beschikbaar. Deze kunt u gratis downloaden via de Appstore of via Google Play. U ontvangt dan direct een melding op uw telefoon wanneer er een nieuw bericht van de klas binnenkomt. n een informatieavond aan het begin van het schooljaar over de ontwikkelingen op school en het jaarprogramma van uw kind; n gespreksavonden naar aanleiding van de ontwikkelingsperspectieven; n de nieuwsbrief, die een aantal keer per schooljaar verschijnt; n onze website met actuele informatie over onze school; n een gespreksmiddag voorafgaand aan de jaarlijkse planbespreking van uw kind. Op deze middag kunt u spreken met het klassenteam en alle behandelaars van uw zoon of dochter. Tijdens deze bespreking, die de zorgcoördinator leidt, brengen we de ontwikkeling van uw kind in kaart en bespreken we het ontwikkelingsperspectiefplan, het revalidatieplan en/of het transitieplan voor de komende periode. De planbesprekingen zijn op dinsdag en op donderdag. Wilt u informatie over de (transitie)planbesprekingen of de resultaten ervan? Dan kunt u terecht bij de maatschappelijk werkers via telefoonnummer: (015) ; n de schoolgids. Een deel van de leerlingen maakt gebruik van individuele communicatiemiddelen voor het uitwisselen van informatie tussen ouders en het klassenteam. Indien noodzakelijk is er contact door middel van , telefoon of een huisbezoek. 8.4 OUDERS BETROKKEN BIJ DE SCHOOL Oudervereniging: OMMD OMMD staat voor: Oudervereniging Maurice Maeterlinckschool Delft. Daarvan bent u als ouder, na inschrijving van uw kind, automatisch lid. De OMMD stelt zich ten doel: n Activiteiten te organiseren en/of te ondersteunen die ten goede komen aan de leerlingen. n Het versterken van het contact tussen school en ouders door het aanstellen van klassenouders. De OMMD organiseert hiervoor diverse activiteiten per jaar. Een MT-lid is als vertegenwoordiger regelmatig in overleg met de OMMD. U kunt per mail contact opnemen (via ommdelft@gmail.com) of per post naar het schooladres t.a.v. secretariaat OMMD. 37

38 8.4.2 Klassenouders De klassenouders ondersteunen de contacten tussen het klassenteam en de ouders van de leerlingen uit de klas en zijn betrokken bij het organiseren van het vervoer, bijvoorbeeld bij excursies Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR) kan meepraten en beslissen over de organisatie van de school en de inrichting van het onderwijs. Voor een goede vertegenwoordiging van u zitten in de raad naast drie medewerkers ook drie ouders. De MR werkt volgens de Wet medezeggenschap onderwijs. Onze raad stelt zich actief op en bespreekt regelmatig met directie en bestuur de ontwikkelingen op school. De raad vergadert vijf keer per jaar. Deze vergaderingen zijn openbaar. Wanneer u een vergadering wilt bijwonen, dan kunt u zich melden bij een van de MR-leden (zie het medewerkersoverzicht) Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Zaken die alle scholen van RESPONZ aangaan, bespreekt de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). De GMR bestaat uit een afvaardiging van de MR van alle scholen binnen de stichting, ouders en medewerkers. De GMR overlegt zes keer per jaar. Zie voor de GMR-leden het medewerkersoverzicht Ondersteuningsplanraden De samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs maken minimaal eens per vier jaar een ondersteuningsplan. Daarin staat hoe het samenwerkingsverband passend onderwijs voor iedere leerling realiseert. Een onderdeel is de wijze waarop het samenwerkingsverband extra ondersteuning toekent en leerlingen verwijst naar het speciaal onderwijs. De ondersteuningsplanraad van een samenwerkingsverband heeft instemmingsrecht op dit plan. Namens RESPONZ zitten ouders en medewerkers in verschillende ondersteuningsplanraden, zie het overzicht op OVERIGE INFORMATIE VOOR OUDERS Vrijwillige ouderbijdrage De OMMD organiseert ieder schooljaar activiteiten. Om die te bekostigen vraagt de OMMD een vrijwillige bijdrage per leerling per schooljaar. U ontvangt automatisch een uitnodiging voor betaling. De OMMD legt op de eerste informatieavond van elk schooljaar verantwoording af aan de ouders over de besteding van de ouderbijdrage. Voor het schoolkamp of een schoolreis ontvangt u een aparte rekening Informatie aan gescheiden ouders Als ouder ontvangt u regelmatig informatie van de school. 38

39 De school heeft de wettelijke verplichting om beide ouders desgevraagd te informeren over belangrijke feiten en omstandigheden die het kind aangaan. Het maakt hierbij niet uit of beide ouders belast zijn met het ouderlijk gezag. Om te voorkomen dat een van beide ouders de informatie niet ontvangt, nemen wij op uw verzoek de adresgegevens van beide ouders op in de schooladministratie. Deze informatieplicht is er niet wanneer dit niet in het belang is van het kind. Mocht dit het geval zijn, verzoeken wij u dit aan school te melden. In dat geval moet het schriftelijk bewijs hiervan (bijvoorbeeld een gerechtelijke uitspraak) aan de directie worden overlegd. De school heeft recht op inzage in het gerechtelijk vonnis (art. 377b-1) Wat spreken we samen af? Samen beter, beter samen. Dat geldt zeker voor de relatie die wij met de ouders van onze leerlingen hebben. Vanuit onze visie dat iedereen waardevol is en recht heeft op een passende plek in de maatschappij, willen wij een veilig en stimulerend klimaat voor onze leerlingen creëren. Dat doen we graag samen met u! Ouders van leerlingen bij RESPONZ: n beseffen dat hun eigen levensstijl en ideeën invloed hebben op hun mening, maar conformeren zich in de school aan de visie en opvattingen van RESPONZ. n zijn zich bewust van hun voorbeeldfunctie voor de leerlingen en handelen hiernaar. n behandelen iedereen met respect en spreken anderen aan op ongewenst gedrag, op basis van deze gedragscode. n bevorderen sociale veiligheid voor de leerlingen, medewerkers en andere ouders. Wilt u inhoudelijk meepraten over ons beleid, neem contact op met de oudergeleding van onze medezeggenschapsraad (zie het medewerkersoverzicht). 8.6 VERVOER VAN EN NAAR SCHOOL Algemene informatie Het regelen van (aangepast) vervoer van en naar school is nadrukkelijk geen zaak van de school, maar van u als ouder. U kunt zelf bij de afdeling onderwijs van uw gemeente aangepast vervoer voor uw zoon of dochter aanvragen. Wij zorgen voor een vervoersverklaring die bewijst dat dit vervoer noodzakelijk is. U dient zelf te zorgen voor een autostoeltje als uw kind dat nodig heeft. De gemeentebesturen bepalen aan wie zij het vervoer opdragen. Wij vinden het belangrijk dat vervoerders goed en efficiënt hun werk doen en hebben daarom regelmatig overleg met hen. Mochten er toch problemen zijn, belt u dan met de vervoerder of met de maatschappelijk werker. Bij slechte weersomstandigheden (zoals mist, sneeuw en ijzel) kunnen problemen met het vervoer ontstaan. Wij onderhouden directe contacten met onze vervoerders of zij wel, niet, of later rijden. Vanaf 8.00 uur kunt u daarover de school bellen. Er kunnen situaties ontstaan waardoor we in overleg met het vervoer besluiten uw kind eerder naar huis te laten gaan. In dat geval nemen we contact met u op. Wilt u ervoor zorgen dat wij beschikken over reservecontactadressen en verschillende telefoonnummers? Wat te doen bij ziekte en veranderingen? Als uw kind ziek is, meldt u dit niet alleen bij de school (zie 6.1) maar ook bij de vervoerder. U dient ook te laten weten wanneer uw kind weer naar school gaat en dus weer vervoer nodig heeft. Wanneer een wijziging in het vervoer van uw kind moet plaatsvinden, geeft u dit dan tijdig door aan de vervoerder. Dat kan bijvoorbeeld gaan om een verhuizing of weekendopvang. Als de vervoerder pas op het laatste moment op de hoogte is van veranderingen, is het niet altijd mogelijk deze tijdig door te voeren. In goed overleg is meestal wel een oplossing te vinden Ouders die hun kind zelf halen/brengen Ouders die hun kind zelf naar school brengen, kunnen met het klassenteam afspraken maken over hoe vaak ze met de leerling meegaan tot in het klaslokaal. Als u uw kind komt ophalen, kunt u wachten bij de 'oudertafel' op het Schmidtplein. 39

40 Hoofdstuk 9 Regelingen en voorzieningen 40

41 9.1 VOORZIENINGEN EN HULPMIDDELEN Wanneer uw kind voorzieningen en/of hulpmiddelen nodig heeft, geven een of meer van de therapeuten (fysiotherapie, ergotherapie, logopedie) dat aan. De voorzieningen en hulpmiddelen kunt u als ouder zelf aanvragen of de therapeut zorgt er in overleg met u voor. De aanvraag kan alleen op verwijzing van de arts van Sophia Revalidatie. De reparatie van voorzieningen en hulpmiddelen dient u zelf te regelen. Bij een kleine reparatie verleent Sophia Revalidatie zo mogelijk service. Voor andere zaken dient u contact op te nemen met de leverancier. U kunt de Procedure aanvragen van voorzieningen verkrijgen op school. Iedere donderdagmorgen van 9.30 tot uur is bij Sophia Revalidatie een monteur van Harting Bank aanwezig. Reparatieverzoeken dient u op woensdag vóór uur te mailen. Gebruik hiervoor het aanvraagformulier reparatie, dat is op te vragen bij d.beek@mmschool.nl Traject nieuwe hulp- en/of communicatiemiddelen in de school Gedurende het jaar komt het regelmatig voor dat leerlingen nieuwe hulp- of communicatiemiddelen krijgen of uit mogen proberen. Mocht dit hulp- of communicatiemiddel via een andere route dan de behandelaars zijn verkregen, en u vindt dit van meerwaarde voor de ontwikkeling van uw kind, dan kunt u vragen of het gebruik van het hulp- of communicatiemiddel op school is toegestaan. U kunt uw aanvraag mailen naar de zorgcoördinator van de school Marijke de Roos (m.de.roos@mmschool.nl) of via telefoonnummer (015) Vervolgens maken deskundigen een afweging om al dan niet aan dit verzoek te voldoen. Zij brengen u hiervan altijd op de hoogte met een motivatie van het besluit. Bij positief advies volgt overleg met de behandelaar van uw kind (van de betreffende discipline) en wordt een EPB (extra planbespreking) gepland. Daar ruimen we tijd in voor verdere oriëntatie op de inzet van het hulp- en/of communicatiemiddel. We stellen prioriteiten en bij een gezamenlijk verwachte meerwaarde zetten we een tijdpad uit voor de introductie van dit middel (eerst bij de betreffende behandelaar, later in de klas). 9.2 WET- EN REGELGEVING In Nederland kennen we uiteenlopende wet- en regelgeving die zorg en welzijn mogelijk maken. Elke gemeente heeft zijn eigen werkwijze, regels en loketten. Neem contact op met uw gemeente om de juiste informatie en hulp te krijgen. Wij zetten hieronder de belangrijkste wetten op een rij. Komt u er niet uit? Neem contact op met onze maatschappelijk werker Wet langdurige zorg (Wlz) Kwetsbare mensen/kinderen (vanaf vijf jaar) en mensen die blijvend 24 uur per dag zorg nodig hebben, vallen onder de Wlz. Mensen met een Wlz-indicatie houden recht op een plek in een instelling. Zij kunnen er ook voor kiezen om die zorg thuis te krijgen. Dat kan met Zorg in Natura (ZiN) of via een persoonsgebonden budget (PGB). Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) bepaalt of iemand recht heeft op zorg uit de Wlz Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) De gemeente is verantwoordelijk voor: hulpmiddelen, hulp bij het huishouden, begeleiding, vervoer, dagbesteding, kortdurend verblijf in een instelling en persoonlijke verzorging (als onderdeel in het dagelijks leven, niet zijnde lichamelijke hulp). Al deze hulp moet aangevraagd worden bij het Wmo-loket in uw eigen gemeente. 41

42 9.2.3 Jeugdwet De gemeente voert ook de Jeugdwet uit. Het gaat om alle hulp en ondersteuning aan kinderen en jongeren tot achttien jaar. Hierbij is de gemeente verantwoordelijk voor: n hulp en ondersteuning bij opvoedproblemen; n alle vormen van jeugdhulp inclusief hulp bij een verstandelijke beperking; n kinderbescherming; n jeugdreclassering; n verwerking van meldingen over kindermishandeling en huiselijk geweld. Bovengenoemde hulp moet aangevraagd worden bij het Wmo-loket of loket Centrum Jeugd en Gezin (CJG) in uw eigen gemeente Zorgverzekeringswet (Zvw) De Zvw stelt een zorgverzekering verplicht voor alle Nederlandse gezinnen. De huisarts en de volgende medische zorg vallen onder de Zvw en kunnen worden aangevraagd bij uw zorgverzekering: n Persoonlijke verpleging en verzorging thuis (lijfgebonden). n Zorg voor kinderen ouder dan vijf jaar met een ernstige meervoudige beperking. n Zorg thuis voor mensen in de laatste levensfase. n Intensieve kindzorg. n Behandeling geestelijke gezondheidszorg (GGZ). n Wijkverpleegkundige Participatiewet en Wajong De Participatiewet gaat over meedoen op de arbeidsmarkt en vervangt een groot deel van de Wet arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong). Jongeren die helemaal niet kunnen werken, blijven onder de Wajong van het UWV vallen. Nieuw is de regel dat zolang een jongere vanaf achttien jaar nog op school zit er geen Wajong aangevraagd kan worden. Jongeren die gedeeltelijk kunnen werken vallen onder de Participatiewet en daarmee onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Hulp bij het zoeken naar een passende baan moet aangevraagd worden bij uw gemeente. 9.3 Tweemaal kinderbijslag voor thuiswonend kind met intensieve zorg De regeling Tegemoetkoming Onderhoudskosten thuiswonende Gehandicapte kinderen (TOG) is opgenomen in de kinderbijslag. Thuiswonende kinderen die intensieve zorg nodig hebben kunnen tweemaal kinderbijslag krijgen. De voorwaarden zijn na te lezen op de site van de SVB bank: Beleid Maurice Maeterlinckschool voor PGB Als extra ondersteuning op school nodig is, kunnen wij in gesprek gaan met ouders hoe we extra ondersteuning kunnen inzetten via Zorg in Natura (ZiN) of een persoonsgebonden budget (PGB). De Maurice Maeterlinckschool baseert haar beleid op de richtlijnen vanuit de overheid. Ons beleid is beschreven in de notitie Extra ondersteuning via Zorg in Natura of Persoonsgebonden Budget op school die u bij het secretariaat kunt opvragen. 9.5 Sponsorbeleid Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt. Soms verlangt de sponsor daarbij een tegenprestatie waarmee leerlingen of ouders in schoolverband te maken (kunnen) krijgen. Onze school houdt zich daarbij aan het convenant scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring Dat houdt in dat: n sponsoring niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de school in gevaar mag brengen; n de school niet in een afhankelijkheidsrelatie met de sponsor(s) terecht mag komen. Wanneer medewerkers een bedrijf of organisatie benaderen met de vraag om bepaalde diensten of goederen te leveren, beoordeelt het managementteam volgens de beleidslijnen van dit convenant en in overleg met de MR of het aangaan van een sponsorrelatie gewenst is. Aanbod en aanvraag van sponsoring lopen altijd via de directeur van de school. 42

43 43

44 Hoofdstuk 10 Opbrengsten 10.1 Inspectie van het onderwijs De Maurice Maeterlinckschool valt onder de Inspectie van het Onderwijs. Daarin staat het zogenaamde risicogestuurde toezicht centraal. De inspectie maakt eerst een analyse van de risico s van de onder één bestuur vallende scholen. Daarna spreekt zij voor elke school een arrangement af met het bestuur. De inspectie heeft in de periode januari-maart 2018 een vierjaarlijks onderzoek uitgevoerd bij de RESPONZscholen. Na het verrichten van het kwaliteitsonderzoek kende de inspecteur onze school opnieuw een basisarrangement toe. Dit houdt in dat de inspectie constateerde dat de kwaliteit op orde is en geen redenen vond het toezicht te intensiveren. De inspectie is bereikbaar via: info@owinsp.nl en op telefoonnummer: (0800) (gratis, voor vragen over onderwijs). 44

45 10.2 UITSTROOM Uitstroom SO Leerlingen van het SO stromen uit naar het VSO van de Maurice Maeterlinckschool, een andere school voor voortgezet speciaal onderwijs of het regulier voortgezet onderwijs: Basisonderwijs Speciaal basisonderwijs SO-LG SO-ZML VSO-LG VSO-MG SO-ZML VSO-ZML VSO-VMBO Regulier VO PRO Regulier VO VMBO Regulier VO HAVO/VWO Verhuizing/emigratie Overleden KDC/ZML Van de SO-leerlingen die uitstroomden in het schooljaar stroomde 100% uit op of boven het niveau dat we hadden verwacht toen ze zeven jaar waren Uitstroom VSO Onze VSO-leerlingen stromen meestal uit naar een dagactiviteitencentrum: Belevingsgericht dagactiviteitencentrum Taakgericht dagactiviteitencentrum Arbeid Verhuisd Overleden Van de VSO-leerlingen die uitstroomden in het schooljaar stroomde 100% uit op of boven het niveau dat we hadden verwacht toen ze twaalf jaar waren Nazorg In het kader van nazorg volgen wij onze leerlingen na uitstroom. Dit gebeurt onder andere door een schoolverlatersenquête en eventuele bezoeken. 45

46 10.4 Opbrengsten kwaliteitsmetingen Datum Kwaliteitsmeting Onderwerp Interne audit SO Onderwijsproces: Zicht op ontwikkeling en begeleiding, samenwerking Tussentijds onderzoek Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs De volgende KSO-onderwerpen: koers, organisatie, kernprocessen, mensen, resultaten Jan en febr 2018 Vierjaarlijks inspectie-onderzoek Onderwijsproces: aanbod en samenwerking Kwaliteitszorg en ambitie: kwaliteitszorg Kwaliteitszorg en ambitie: verantwoording en dialoog 46

47 Resultaat en samenvatting Verbetermaatregelen De auditoren zagen een opgeruimde school met opgewekte leerlingen en teamleden, die uitgaan van talenten en mogelijkheden. De MMS reflecteert en analyseert geregeld en gebruikt de informatie om zichzelf voortdurend te verbeteren. De school zet zich enorm in om de leerling zo hoog mogelijk te laten uitstromen, vooral door talentontwikkeling als speerpunt te hanteren. Verbeterpunten: we kunnen de leerlingen meer betrekken bij hun ontwikkeldoelen. Een verdere verbeterkans ligt bij het meten van het bereiken van de additionele doelen, zoals zelfstandigheid, competentie en autonomie van de leerling. n n Leerlingen betrekken bij eigen doelen Reflecteren op additionele doelen als zelfstandigheid en samenwerken CIIO heeft het kwaliteitsmanagementsysteem van RESPONZ getoetst. De conclusie: het voldoet aan de eisen van ISO 9001:2015. RESPONZ heeft volgens CIIO de wensen van samenwerkingsverbanden, ouders en leerlingen adequaat vertaald in het onderwijsaanbod en weet hier aansprekende resultaten op te boeken. CIIO vond een aantal verbeterpunten, op het gebied van de bovenschoolse managementreview en de interne audits. Daarvoor heeft RESPONZ plannen van aanpak aangeleverd. CIIO heeft het vertrouwen dat de aandachtspunten adequaat worden opgelost. n n n Gesprekscyclus volledig uitvoeren Competentiemanagement verder ontwikkelen Bovenschoolse managementreview uitvoeren De Inspectie van het Onderwijs is heel tevreden over het strategisch beleidsplan van RESPONZ. Ook vinden zij dat we goed inzicht krijgen in de kwaliteit en dat we voldoen aan de Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs en nog twee andere keurmerken. Verbetermogelijkheden ziet de Inspectie in het nauwkeuriger omschrijven en bijhouden van de ontwikkelingsperspectieven van onze leerlingen, en in het beter rapporteren over de kwaliteit van ons onderwijs. In het komende schooljaar werkt RESPONZ daaraan. n n n Bevindingen kwaliteitsmetingen én verbetermaatregelen opnemen in schoolgids Bevindingen verbetermaatregelen opnemen in schoolgids en jaarverslag 2018 Beter verantwoording afleggen over leerresultaten 47

48 Datum Kwaliteitsmeting Onderwerp Dec 2017 Tevredenheidsonderzoek Leerlingtevredenheidsonderzoek Sociale veiligheid Vragenlijsten Vensters Analyse opbrengstgegevens Analyse bestendigingsgegevens 48

49 Resultaat en samenvatting Verbetermaatregelen Voor tevredenheid en sociale veiligheid samen scoort de school door de ogen van leerlingen het rapportcijfer 7,4. Enkele voorbeelden van de uitslagen over tevredenheid: 71% van de leerlingen vindt het leuk op school; 14% niet. Voor 74% van de leerlingen zijn de regels duidelijk; voor 14% niet en 11% weet dit niet; 71% van de leerlingen vindt dat zij in een leuke groep zit; 18% niet. 89% vindt dat de juf of meester goed kan uitleggen en 96% van de leerlingen heeft vriendjes op school. Voor tevredenheid en sociale veiligheid samen scoort de school door de ogen van leerlingen een rapportcijfer 7,4. Enkele voorbeelden van de uitkomsten over veiligheid zijn: 82% van de leerlingen voelt zich veilig, 15% weet dit niet. 81% van de leerlingen wordt soms of nooit gepest op school; 4% vaak. n n n n Uitkomsten met de leerlingen bespreken op groepsniveau 2e afname in november 2018 voor vergelijk Uitkomsten met de leerlingen bespreken op groepsniveau 2e afname in november 2018 voor vergelijk Tijdens de elevator pitches gaf elke leerkracht een korte presentatie over het jaar dat zijn of haar klas beleefde. De leraren deelden veel positieve ervaringen met elkaar. De ervaringen verschillen nogal per klas. Wat extra aandacht verdient, is het contact met ouders. Enerzijds om hen meer bij de school te betrekken, anderzijds om hun verwachtingen te managen. In een aantal klassen verloopt het rekenen moeilijk. Extra onderzoek is nodig om de reden ervan te achterhalen. We willen kijken welke methodes goed binnen ons onderwijs passen en meer aandacht voor Expliciete Directe Instructie (EDI). We hebben een schoolverlatersenquête gehouden. Daaruit is gebleken dat de leerlingen die de afgelopen twee jaar zijn uitgestroomd allemaal op de plek zitten waarheen zij zijn uitgestroomd. Dat betekent dat de bestendiging 100% is. n n n n Samenhang van het groepsklimaat: goede start voor nieuwe jaar Rekenen vraagt een verdiepte analyse Aandacht voor EDI: inhoudelijk en betrokkenheid in het onderwijs Geen maatregelen noodzakelijk 49

50 50

51 Tabel opbrengsten leerresultaten Streefniveau school: 75% scoort op niveau of hoger. T-AFDELING Sociaal-emotionele ontwikkeling Leren leren Mondelinge taal Schriftelijke taal Rekenen Plus 16,3% 10,5% 11,4% 2,5% 17,4% Niveau 74,4% 68,4% 79,5% 90,0% 62,9% Zorg 9,3% 21,1% 9,1% 7,5% 20% VSO-AFDELING Sociaal-emotionele Voorbereiding Mondelinge Schriftelijke Rekenen ontwikkeling op dagbesteding/ taal taal arbeid Plus 32,2% 0,0% 32,1% 32,1% 25% Niveau 67,8% 94,1% 64,3% 57,1% 57,1% Zorg 0,0% 5,9% 3,6% 10,7% 17,9% M-AFDELING Sociaal- Leren leren Technisch Begrijpend Woordenschat Spelling Rekenen emotionele lezen lezen ontwikkeling Plus 12,9% 6,3% 4,0% 2,7% 2,0% 10,3% 8,0% Niveau 87,1% 87,4% 72,0% 78,4% 90,0% 76,9% 86,0% Zorg 0,0% 6,3% 24,0% 18,9% 8,0% 12,8% 6,0% Analyse Op schoolniveau scoren wij op alle gebieden boven ons streefniveau. De bovenstaande tabellen laten zien dat sommige zorgscores de grens van 25% naderen. Zo vraagt het technisch én begrijpend lezen in de M-afdeling en het rekenen in de T- en VSO-afdeling aandacht. Dit is een landelijk probleem in het (voortgezet) speciaal onderwijs, omdat het rekenen op een gegeven moment te abstract wordt. Op onze school voeren we een nadere analyse uit in het achterblijven van deze scores en volgen wij de landelijke ontwikkelingen op dit gebied. Verbetermaatregel: verdiepte analyse van rekenresultaten. 51

52 Hoofdstuk 11 Praktische zaken 52

53 11.1 Belangenorganisaties BOSK Vereniging voor motorisch gehandicapten en hun ouders. (030) VSOP Vereniging Samenwerkende Ouder- en Patiëntenorganisaties. (035) Buitenschoolse activiteiten Wij juichen het van harte toe als uw zoon of dochter buiten schooltijd bezig is met andere activiteiten. Dat kan deelname aan sport, een hobbyclub of Scouting zijn. Wij beschikken over relevante adressen. Neemt u contact op met het secretariaat via telefoonnummer: (015) of met het maatschappelijk werk, via telefoonnummer: (015) Een voorbeeld van een buitenschoolse activiteit is Revalidatie Delft en Omstreken Sport en Spel (REDEOSS). Dit is een vereniging die sport en spel biedt voor mensen met lichamelijke en meervoudige beperkingen. REDEOSS biedt voor de leden zwemmen, basketbal, tafeltennis, fitness, badminton en zaalvoetbal aan Buitenschoolse opvang In samenwerking met de stichting Middin organiseert onze school buitenschoolse opvang (BSO) in het gebouw van de Maurice Maeterlinckschool. De opvang is op woensdagmiddag aansluitend op de schooldag tot uur. Ook in vakantieperiodes bestaan er mogelijkheden tot opvang. Voor informatie kunt u terecht bij Corinne van der Heuvel (afdelingsmanager SO) Contact met kinderrevalidatie Medewerkers van Sophia Revalidatie willen graag contact en samenwerking met ouders. Hier zijn de volgende mogelijkheden voor: n Contact via het communicatiemapje, de agenda of mail: vooral bedoeld voor korte berichten en mededelingen. Behandelaars schrijven op wat bij therapie geoefend is. n Telefonisch contact: via de receptie van Sophia Revalidatie ( ) wordt u doorverbonden met de gewenste persoon. n Meekijken bij een behandeling: op het therapierooster van uw kind kunt u zien wanneer uw kind van wie therapie heeft. U bent altijd welkom! Geeft u vooraf even door aan de behandelaar dat u aanwezig bent. n De gespreksmiddag: eenmaal per jaar ontvangt u een uitnodiging en kunt u zich aanmelden voor gesprekken van een half uur met de behandelaars van uw kind. U kunt dan uitgebreid praten over de ontwikkeling van uw kind, de activiteiten die tijdens therapie geoefend worden en uw hulpvragen voor de komende periode. n De planbespreking (PB): één keer per jaar (bij jonge kinderen twee keer per jaar) organiseren we deze bespreking van een half uur om met de revalidatiearts en het onderwijs- en behandelteam de ontwikkeling van uw kind te bespreken. Uw aanwezigheid is zeer gewenst. Soms nodigen we externe deskundigen uit (zoals bv. Visio of het Steunpunt Autisme). Indien nodig, kunnen we in overleg een langere bespreking plannen. n De extra planbespreking (EPB): deze bespreking wordt gepland bij actuele zaken zoals een operatie. Afhankelijk van het onderwerp nodigen we teamleden en ouders uit. Voor vragen en suggesties rondom contact met behandelaars en andere Sophia-zaken kunt u terecht bij de zorgcoördinator van Sophia Revalidatie: Patty Dekker via: p.dekker@sophiarevalidatie.nl en telefoonnummer: (015) Controle op hoofdluis Na iedere vakantie controleren we de leerlingen op hoofdluis. Wanneer we hoofdluis constateren, krijgen de leerlingen van de desbetreffende groep een brief mee naar huis. Daarin staat welke maatregelen we op school nemen en wat ouders thuis kunnen doen Eten en drinken op school Gezond eten en drinken is erg belangrijk, ook op school. Daarom vragen wij uw aandacht voor enkele richtlijnen. In de ochtend is er in alle groepen tijd om te drinken en fruit te eten. Wij vragen u alleen fruit mee te geven en geen koeken of toetjes. Tussen de middag eten de kinderen hun 53

54 meegenomen brood op. Bruin brood is een prima keuze. In de middag is er nog een drinkmoment. Tevens kan er een kaakje/koekje gegeten worden. Trakteren op school mag natuurlijk. Maar dan graag een gezonde traktatie! Kijk voor gezonde ideeën op ICT Wij gebruiken steeds meer ICT bij ons onderwijs. We werken veel met computers, laptops, ipads, smartboards en een smarttable. Daarnaast worden speciale aanpassingen en ondersteunende onderwijsprogramma s ontwikkeld voor onze leerlingen. Onze medewerkers gebruiken de computer om hun werk te ondersteunen, zoals het digitale leerlingvolgsysteem Jeugdarts De gezondheid van alle kinderen tot en met negentien jaar wordt in Nederland regelmatig onderzocht. Het consultatiebureau onderzoekt kinderen tot vier jaar. Vanaf vier jaar volgt de GGD het groeiproces. Zowel de lichamelijke, sociale als 54