(V)SO t Kraaienest. School Ondersteunings Profiel (SOP) (V)SO t Kraaienest. Brasserskade NC Nootdorp tel

Transcriptie

1 School Ondersteunings Profiel (SOP) (V)SO t Kraaienest (V)SO t Kraaienest Brasserskade NC Nootdorp tel info@kraaienest.lucasonderwijs.nl

2 Schoolondersteuningsprofiel t Kraaienest SO (vanaf 2013 ook VSO) t Kraaienest in Nootdorp biedt Speciaal Onderwijs (SO) voor leerlingen van 4-13 jaar die zeer moeilijk leren (ZML). Vanaf 1 januari 2013 biedt t Kraaienest ook weer VSO, voor leerlingen tot ongeveer 18 jaar. De school staat op het terrein van Ipse de Bruggen. t Kraaienest mag gebruik maken van de voorzieningen van Ipse de Bruggen, maar is een zelfstandige school. t Kraaienest valt onder het bestuur van Lucas Onderwijs. De leerlingen krijgen les in één (tijdelijk) gebouw. In maart 2013 is -als alles volgens planning verloopt- het nieuwe schoolgebouw klaar. Alle leerlingen zijn van 8:45 15:00 uur op school. Op woensdag zijn alle leerlingen om 12:30 uur vrij. De jongste leerlingen zijn, verspreid over het schooljaar, een aantal woensdagen vrij. Alle leerlingen hebben een individueel handelingsplan. Doel van het onderwijs van t Kraaienest is om leerlingen te begeleiden naar en voorbereiden op zo zelfstandig mogelijk functioneren in de maatschappij. Het team gaat hierbij uit van de mogelijkheden van de leerlingen en werkt met individuele handelingsplannen. Beschrijving van de doelgroep (instroom, toelating en uitstroom) De doelgroep van t Kraaienest zijn leerlingen die zeer moeilijk leren. Alle leerlingen hebben een IQ lager dan 70. Veel leerlingen hebben een bijkomende stoornis of beperking, waaronder adhd, pdd-nos, selectief mutisme, gedrags- of sociaal emotionele problematiek. De ontwikkeling van een zeer moeilijk lerend kind verloopt vaak onregelmatig. De wijze waarop de leerlingen leren is vaak ook heel verschillend. De één leert door kijken, de ander door luisteren en weer een ander door nadoen, enzovoort. Wat andere kinderen spelenderwijs leren, moet een zeer moeilijk lerend kind aangeleerd worden. Een goede sfeer, een uitdagende leeromgeving en aandacht voor de sociaal emotionele ontwikkeling is voor deze leerlingen heel belangrijk. Zeer moeilijk lerende kinderen hebben soms moeite met het begrijpen van hun omgeving, het is daarom belangrijk dat leerlingen zich verstaanbaar of begrijpelijk leren maken. Als leerlingen niet kunnen praten, worden ze gestimuleerd zich op een andere manier begrijpelijk te maken, bijvoorbeeld door gebarentaal of een plaatjessysteem. De meeste leerlingen die onderwijs volgen op t Kraaienest zijn ingestroomd vanuit een kinderdagcentrum, het regulier onderwijs of het speciaal basisonderwijs. Het voedingsgebied van t Kraaienest is vrij groot. De leerlingen wonen in Den Haag en Pijnacker-Nootdorp, Delfgauw, Leidschendam of Rijswijk. Sommige leerlingen wonen in een van de woonvoorzieningen van Ipse de Bruggen. Toelating* tot t Kraaienest is mogelijk met een cluster 3 ZML(/MG) indicatie*. Na de aanmelding bij de school start de interne procedure van de Commissie van Begeleiding (CvB) van de school. Deze commissie bestaat uit de directeur (voorzitter), een orthopedagoge, een schoolarts en de trajectbegeleidster van de school. In principe zijn alle leerlingen met een cluster 3 ZML(/MG) indicatie plaatsbaar op t Kraaienest. Op dit moment zijn er geen leerlingen met een ZML/MG indicatie op t Kraaienest. De school mag wel verbreed toelaten.

3 t Kraaienest heeft nog nooit een leerling geweigerd, er zijn geen vastgestelde grenzen aan de toelaatbaarheid. De enige reden om een leerling niet toe te laten zou zijn, dat de leerling een bedreiging vormt voor de veiligheid van zichzelf, de medeleerlingen en het personeel. Een leerling moet wel openstaan en klaar zijn voor onderwijs; er moet ontwikkeling mogelijk zijn. Indien dat niet het geval is, wordt een leerling verwezen naar een kinderdagcentrum. Terug- of overplaatsing naar het regulier onderwijs gebeurt vanuit t Kraaienest bijna nooit. Soms worden leerlingen terug- of overgeplaatst naar het speciaal basisonderwijs. Criteria voor terug- of overplaatsing zijn het IQ, het didactisch niveau van de leerling en de sociaal emotionele ontwikkeling. Deze drie factoren bepalen, in combinatie met de leeftijd, of een leerling mogelijk naar het speciaal basisonderwijs zou kunnen. De meeste leerlingen verlaten t Kraaienest tussen hun 12 e en 13 e levensjaar. Meestal stromen ze uit naar voortgezet speciaal onderwijs voor zeer moeilijk lerende kinderen of naar het praktijkonderwijs. In het schooljaar zijn in totaal 8 leerlingen uitgestroomd. Drie leerlingen gingen naar VSO ZMLK, vier leerlingen gingen naar het Praktijkonderwijs en één leerling is naar een school dichterbij huis gegaan. Huidige populatie Op 1 oktober 2011 volgden in totaal 52 leerlingen onderwijs op t Kraaienest. Op dit moment wordt alleen SO geboden. Alle leerlingen hebben een ZML-indicatie. Er zijn op dit moment dus geen leerlingen met een ZML/MG indicatie. Onderwijs: aanbod en organisatie t Kraaienest biedt speciale ondersteuning aan leerlingen die door hun beperking niet in staat zijn om deel te nemen aan het reguliere onderwijs. Dit gebeurt aan de hand van individuele handelingsplannen en groepsplannen, in groepen van maximaal 12 leerlingen. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende methodes. Bovenstaande wordt hieronder nader uitgewerkt. Iedere leerling heeft een individueel handelingsplan. Dit handelingsplan wordt opgesteld door de leerkracht, voor de periode van een half jaar. Aan het begin van het schooljaar wordt het handelingsplan opgesteld en besproken met ouders. In oktober is er een groepsbespreking. In december wordt het handelingsplan, aan de hand van de scores op de leerlijnen, geëvalueerd. In januari wordt een nieuw handelingsplan opgesteld en besproken met de ouders. In mei is er een leerlingbespreking, waarin de (niet) behaalde doelen worden besproken. Deze bespreking vormt, samen met de evaluatie met de ouders, de basis voor het handelingsplan in het nieuwe schooljaar. Bij de groeps- en leerlingbespreking zijn de klassenleiding, directeur en orthopedagoge aanwezig. Alle groepen hebben een groepsplan. De groepen zijn allereerst samengesteld op basis van leeftijd. Daarnaast speelt de sociaal emotionele ontwikkeling een rol bij de indeling van de klassen.

4 De groepsgrootte is maximaal 12 leerlingen. De aanvangsgroep, de groep met de jongste leerlingen, is kleiner. Deze groep bestaat uit 8-10 leerlingen. t Kraaienest onderscheidt verschillende profielen. Iedere leerling wordt na binnenkomst geplaatst in een uitstroomprofiel. In welk profiel een leerling geplaatst wordt, is afhankelijk van IQ, leeftijd en didactisch niveau. - Profiel 1 is voor leerlingen die een IQ hoger dan 55 hebben en van wie, op grond van dossiergegevens, verwacht mag worden dat ze kunnen doorstromen naar het SBO of kunnen uitstromen naar het Praktijkonderwijs. - Profiel 2 is voor leerlingen die een IQ hebben hoger dan 55, maar waarvan verwacht mag worden dat door bijkomstige problematiek doorstroming naar SBO of Praktijkonderwijs niet mogelijk is. Deze leerlingen volgen het profiel van de cstroom, de cognitieve stroom en stromen uit richting VSO-ZMLK. - Profiel 3 wordt ook wel de p-stroom genoemd. Deze leerling hebben blijvende begeleiding en/of bescherming nodig. Het accent binnen deze stroom ligt op het bereiken van een zo groot mogelijke sociale en praktische zelfredzaamheid. Deze leerlingen stromen uit naar het VSO-ZMLK. De groepen zijn samengesteld op basis van leeftijd, leerlingen met verschillende uitstroomprofielen zitten dus bij elkaar in de klas. Voor een aantal vakken wordt daarom groepsdoorbrekend gewerkt. Op het rooster wisselen leergebiedspecifieke en leergebiedoverstijgende vakken elkaar af. t Kraaienest gebruikt methodes voor zeer moeilijk lerende leerlingen en methodes voor het (speciaal) basisonderwijs. Het personeel ontwikkelt zelf ook materiaal. Alle groepen werken met dagritmekaarten. Specifieke concepten/uitgangspunten die centraal staan in het onderwijs van t Kraaienest: - Ontwikkelingsgericht leren. - Het personeel stimuleert en faciliteert zelfstandig werken en maakt gebruik van coöperatieve werkvormen. - Voor leerlingen die dat nodig hebben wordt met TEACCH gewerkt; een methode die o.a. aanpassing in ruimte, tijd en activiteit inhoudt. - Thematisch werken: alle onderwijs wordt aangeboden binnen een thema. Jaarlijks wordt gewerkt vanuit vijf of zes thema s. Personeel en voorzieningen Alle leerlingen krijgen onderwijs van een leerkracht. In alle klassen is part-time een klassenassistent aanwezig. In de aanvangsgroep is de assistent 9 dagdelen per week aanwezig, in de oudere groepen 6 dagdelen per week. Naast leerkrachten en klassenassistenten is de volgende expertise aanwezig in het team van t Kraaienest: een gymleerkracht en een trajectbegeleidster. t Kraaienest staat op hetzelfde terrein als Ipse de Bruggen. De orthopedagoge van Ipse de Bruggen werkt op detacheringbasis voor t Kraaienest. Als leerlingen een verwijzing van de (huis)arts hebben, kunnen de logopedist, ergotherapeut en fysiotherapeut van Ipse de Bruggen onder schooltijd behandeling of therapie verzorgen. Ook kan de school gebruik maken van het medisch team van Ipse de Bruggen.

5 Alle leerkrachten van t Kraaienest hebben de PABO afgerond, daarnaast hebben zij de akte speciaal onderwijs gehaald. De basishouding van het personeel van t Kraaienest kenmerkt zich door vertrouwen geven, respect hebben voor de leerlingen en de leerlingen serieus nemen- ondanks hun beperking en problematiek. Het personeel heeft een positieve instelling richting de leerlingen. Iedere leerling wordt individueel benaderd, maar tegelijkertijd wordt veel tijd besteed aan het functioneren in een groep. Geduld is een belangrijke eigenschap voor het personeel van t Kraaienest. De leerlingen leren in kleine stapjes en het kan heel lang duren voordat een leerling iets heeft geautomatiseerd. Het personeel moet de kleine stapjes vooruit kunnen zien en waarderen. Indien een hulpvraag niet beantwoord kan worden door het personeel van t Kraaienest of Ipse de Bruggen, wordt dit voorgelegd aan de CvB. De commissie besluit of en welke externe ondersteuning wordt ingezet (eventueel met AWBZ-middelen). t Kraaienest heeft verschillende samenwerkingsrelaties, bijvoorbeeld: - Schoolarts (JGZ); - De Banjaard; - Kristal; - Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE); - DOK20; - Onderwijs Advies (OA). De school mag gebruik maken van een aantal speciale en extra voorzieningen van Ipse de Bruggen, zoals het zwembad, de kinderboerderij, het wijkcentrum en het restaurant. In het huidige, tijdelijke, gebouw van t Kraaienest zijn geen extra voorzieningen gericht op de doelgroep. In het nieuwe gebouw wel. Daar komt bijvoorbeeld een snoezelruimte, een muzieklokaal, motorische ruimtes en bij alle klassen een nevenruimte waarin met kleine groepjes leerlingen gewerkt kan gaan worden. Betrokkenheid van ouders Personeel van t Kraaienest stelt goede contacten en goede samenwerking met ouders zeer op prijs. Ouders worden ieder schooljaar uitgenodigd voor een kennismakingsavond en twee tafeltjesavonden (over het handelingsplan). Ieder schooljaar gaan de leerkracht en/of de klassenassistent op huisbezoek. Sommige leerlingen hebben een contactschriftje. Indien noodzakelijk hebben leerkracht en ouders contact via telefoon of . Ouders worden via een periodieke nieuwsbrief en de website op de hoogte gehouden van activiteiten in en om de school. Aan het einde van ieder schooljaar krijgen leerlingen een opa-en-oma-rapport mee naar huis. t Kraaienest heeft geen ouderraad, dit is vanwege de kleinschaligheid niet nodig. Ouders zijn wel betrokken bij activiteiten in en om de school. Bijvoorbeeld bij het leesonderwijs, als begeleiding bij uitjes, excursies en zwemmen, etc. Er zitten ouders in de MR van de school.

6 Ambulante dienst (AB-dienst)* t Kraaienest heeft geen Ambulant Begeleiders in dienst; er is geen Ambulante Dienst aan de school verbonden. Toekomst* Op dit moment wordt gebouwd aan een nieuwe voorziening, waarin onderwijs, wonen en een kinderdienstencentrum voor kinderen met een verstandelijke beperking worden gecombineerd. Als alles volgens planning verloopt, is dit klaar in In het nieuwe gebouw gaat t Kraaienest weer Voortgezet Speciaal Onderwijs aanbieden. Doordat t Kraaienest en het kinderdienstencentrum (KDC) van Ipse de Bruggen straks in één gebouw zitten, wordt intensievere samenwerking mogelijk. Op dit moment worden bijvoorbeeld plannen voor onderwijs-zorggroepen uitgewerkt. Dit zijn groepen waarin een combinatie van dagbesteding en onderwijs wordt geboden. Ook andere vormen van samenwerking tussen onderwijs en zorg worden mogelijk. Zo zal een kind met een specifieke hulpvraag gebruik kunnen maken van de voorzieningen en expertise van school en KDC. Dit wordt vastgelegd in het individuele handelingsplan en gebeurt altijd volgens een vast rooster. Vroeger was t Kraaienest een school die verbonden was aan de woonvoorzieningen van Ipse de Bruggen. De school heeft daardoor veel ervaring met zeer moeilijk lerende leerlingen met bijkomende (gedrags)problematiek. Ook aan deze leerlingen wil t Kraaienest een plek bieden, mits de veiligheid voor medeleerlingen en personeel gewaarborgd is. Een groot deel van de leerlingen van t Kraaienest is afkomstig uit Den Haag, de school valt ook onder een Haags bestuur. t Kraaienest wordt onderdeel van het nieuwe samenwerkingsverband Delft en Pijnacker-Nootdorp. Wat de consequenties zijn van deze ontwikkelingen voor de leerlingpopulatie en de bekostiging van t Kraaienest, is nu nog onduidelijk.