MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE"

Transcriptie

1 MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0112 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0058/M/0046 In zake: de heer Guillaume GOVERS, wonende te 1600 Sint-Pieters-Leeuw, Bezemstraat 273, waar woonplaats wordt gekozen bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert CARLIER kantoor houdende te 1500 Halle, Gaasbeeksesteenweg 53 verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, ten verzoeke van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Dirk ABBELOOS kantoor houdende te 9200 Dendermonde, Noordlaan waar woonplaats wordt gekozen verwerende partij I. VOORWERP VAN DE VORDERING Het beroep, ingesteld met een aangetekende brief van 5 juni 2015, strekt tot de vernietiging van de beslissing van de gewestelijke entiteit van 11 mei 2015, gekend onder nummer 12/AMMC/111- M/WVM-DDS/mb. De bestreden beslissing legt aan de verzoekende partij een alternatieve bestuurlijke geldboete op van euro (469 euro verhoogd met de opdeciemen) wegens een schending van de artikelen 12, 42 en 44 van het besluit van de Vlaamse regering van 15 mei 2009 met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer (hierna Soortenbesluit). Aan de verzoekende partij wordt verweten dat zij onrechtmatig beschermde vogelsoorten onder zich houdt, meer bepaald 340 illegaal gehouden beschermde vogelsoorten, waarvan 301 niet geringde en 39 gemanipuleerd geringde vogels. II. VERLOOP VAN DE RECHTSPLEGING De verwerende partij heeft een antwoordnota ingediend en heeft een afschrift van het administratief dossier neergelegd. De verzoekende partij heeft een wederantwoordnota ingediend. De verwerende partij heeft een laatste nota ingediend. MHHC - 1

2 De partijen zijn opgeroepen voor de zitting van 14 april 2016, waar de vordering tot vernietiging werd behandeld. Kamervoorzitter Marc VAN ASCH heeft verslag uitgebracht. Advocaat Stephanie WALRAVENS die loco advocaat Geert CARLIER verschijnt voor de verzoekende partij en advocaat Bernd BOGAERTS die loco advocaat Dirk ABBELOOS verschijnt voor de verwerende partij, zijn gehoord. Het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (DBRC-decreet) en het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (Procedurebesluit) zijn toegepast. De debatten worden gesloten. III. FEITEN Tijdens een controle van een handelszaak te Westerlo worden er door de Natuurinspectie Antwerpen vogels aangetroffen met gefraudeerde pootringen met het stamnummer van de verzoekende partij. Naar aanleiding van die vaststelling wordt er door de verbalisanten overgegaan tot een plaatsbezoek bij de verzoekende partij en wordt er voorafgaandelijk een visitatiebevel aangevraagd bij de politierechtbank van Halle. Op 29 september 2011 voeren de verbalisanten een controle uit bij de woonplaats van de verzoekende partij. Er worden diverse vogels aangetroffen in een grote volière en in een schuur. De vogels die niet geringd zijn of een gemanipuleerde pootring aan hebben, worden door de verbalisanten geïnventariseerd en meegenomen. In totaal worden 340 vogels meegenomen, 301 daarvan zijn niet geringd en 39 zijn frauduleus geringd. Deze vaststellingen worden opgenomen in het proces-verbaal nr. BR.64J.H /11, afgesloten op 17 oktober 2011 en verzonden op 25 oktober 201 Op 16 januari 2012 meldt de procureur des Konings dat hij niet zal overgaan tot strafrechtelijke vervolging. Met een brief van 28 maart 2012 brengt de gewestelijke entiteit de verzoekende partij op de hoogte van haar voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming, op te leggen en nodigt zij de verzoekende partij uit om schriftelijk haar verweer mee te delen. De verzoekende partij bezorgt haar schriftelijk verweer met een aangetekende brief van 9 april 2012 aan de gewestelijke entiteit en een bijkomend schriftelijk verweer met een aangetekende brief van 23 april Op 19 maart 2015 organiseert de gewestelijke entiteit een hoorzitting in aanwezigheid van de verzoekende partij. MHHC - 2

3 De gewestelijke entiteit legt op 27 april 2015 de vermelde bestuurlijke geldboete op. Deze beslissing wordt aan de verzoekende partij betekend met een aangetekende brief van 12 mei De verwerende partij motiveert haar beslissing als volgt: Milieumisdrijf en toerekenbaarheid De goudvinken, kleine barmsijzen, rietgorzen, groenlingen, kneus, huismussen, sijzen, grote barmsijzen, paters, Europese kanaries, vinken, keep, pestvogels, kruisbek, zwartkoppen, boomklever, grauwe gors, zanglijsters, ortolaan, pimpelmees en heggemussen,-die bij u werden aangetroffen, zijn soorten die in bijlage 1 van het Soortenbesluit als categorie 2 zijn aangeduid; conform artikel 9 van het Soortenbesluit zijn de soorten die in bijlage 1 van het Soortenbesluit als categorie 1, 2 of 3 zijn aangeduid beschermde soorten waarop de beschermingsbepalingen van toepassing zijn, ongeacht de levensfase waarin die specimens zich bevinden. Artikel 12 van het Soortenbesluit stelt het onder zich hebben van deze beschermde vogels verboden. Artikel 41 van het Soortenbesluit stelt dat van dit verbod kan afgeweken worden indien het gaat om specimens die in het Vlaams Gewest in gevangenschap zijn geboren en gekweekt. Dit dient aangetoond te worden met een gesloten pootring die voldoet aan de bepalingen van artikel 42, 43 en 44 van het Soortenbesluit. In uw bezit werden 340 illegaal beschermde soorten aangetroffen; hiervan waren er 301 niet geringd en droegen er 39 een gefraudeerde ring. U verklaarde dat u ten gevolge van reuma aan uw handen uw gekweekte vogels niet meer zelf kan ringen. U roept aldus overmacht in ten aanzien van het vastgestelde milieumisdrijf. De aanwezigheid van overmacht dient er evenwel in te bestaan dat het milieumisdrijf enkel en alleen te wijten is aan een gebeurtenis die niets met u van doen heeft en die bovendien niet voorzien, verhinderd of overwonnen kon worden. U haalt dergelijke gebeurtenis niet aan; u had immers een collega-vogelhouder kunnen inschakelen voor het correct ringen van uw gekweekte vogels. In uw hoofde is er aldus geen sprake van overmacht. U ontkent dat u vogels verkoopt, niettemin werden er in een handelszaak te Westerlo gefraudeerde vogels met ringen op uw naam aangetroffen. De verklaring die u hiervoor gaf, namelijk dat iemand uw ringen misbruikt, is echter vaag en ontoereikend. Niettemin zijn er tijdens de huiszoeking geen andere elementen naar boven gekomen waaruit blijkt dat u beschermde soorten verkoopt; het wederrechtelijk verkopen van beschermde soorten wordt u bijgevolg niet ten laste gelegd. De feiten staan in uw hoofde voldoende vast. De hoogte van de geldboete Bij de bepaling van de hoogte van de geldboete wordt rekening gehouden met de ernst van het milieumisdrijf, de frequentie en de omstandigheden waarin het milieumisdrijf is gepleegd of beëindigd. Ernst Het Soortenbesluit is tot stand gekomen om kwetsbare soorten te beschermen. Deze regelgeving streeft een goede biodiversiteit na. Een doordacht soortenbeleid draagt hiertoe bij en brengt een gedeelde verantwoordelijkheid mee voor zowel de overheid als MHHC - 3

4 de vogelliefhebber om zowel het vogelbestand als de vogelliefhebberij voor de komende generaties te vrijwaren. Deze doelstelling wordt miskend door het door u gepleegde milieumisdrijf. Het Soortenbesluit kadert in nationale en internationale overeenkomsten en is een omzetting van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen die streven naar de instandhouding en herstel van alle vogelsoorten in Europa en de natuurlijke habitats en de wilde fauna en flora in de verschillende lidstaten. Deze Vogel- en Habitatrichtlijnen hebben, naast het gebiedsgerichte uitgangspunt door het afbakenen van speciale beschermingszones als tweede pijler de rechtstreekse soortenbescherming. Centraal hierin staan een reeks verbodsbepalingen die de lidstaten moeten opleggen ten aanzien van een aantal handelingen met betrekking tot bepaalde soorten, zowel specimens van die soorten, als hun nest-, rust- en voortplantingsplaatsen. Het verbod om beschermde soorten in bezit te hebben (artikel 12 van het Soortenbesluit) heeft tot doel om de in het wild levende specimens van beschermde soorten uit het eigendoms- en handelscircuit te houden. U had 340 beschermde soorten wederrechtelijk in uw bezit; hiervan waren er 301 ongeringd en droegen er 39 een gefraudeerde ring. Artikel 42 van het Soortenbesluit beschrijft de voorwaarden waaraan een gesloten pootring moet voldoen. U had 39 vogels in uw bezit die niet voldeden aan deze voorwaarden. U had derhalve 39 vogels in uw bezit die een gefraudeerde ring droegen. Door het frauderen van pootringen tracht men om de vogels te legaliseren. Het vervalsen van ringen is een bewuste daad die erop gericht is om de illegaal beschermde soorten in het handels- en/of eigendomscircuit te brengen, Conform artikel 44 van het Soortenbesluit zijn gesloten pootringen persoonlijk en mogen ze enkel door de aanvrager worden aangewend om zelf gekweekte mee te ringen. In, een handelszaak te Westerlo werden vogels met gefraudeerde ringen op uw naam aangetroffen. De kneu is in 'Birds of the European Union' als SPEC 2 opgenomen. Dergelijke kwalificatie houdt in dat voornoemde vogel een slechte overlevingsstatus in Europa heeft en de wereldwijde populatie van deze soort in Europa geconcentreerd is. Deze soort loopt een reëel risico om definitief uit het Europese vogelbestand te,verdwijnen indien geen gepaste maatregelen worden getroffen. De strengere sanctionering van deze vogel kadert hierin. U was in het bezit van 31 kneus. De huismus is in 'Birds of the European Union' als SPEC 3 opgenomen. Dergelijke kwalificatie houdt in dat voornoemde vogel een ongunstige overlevingsstatus in Europa heeft, maar waarvan de wereldwijde populatie niet in Europa geconcentreerd is. Gezien de ongunstige overlevingsstatus van deze soort is het nodig dat er gepaste maatregelen getroffen worden om deze soort in het Europese vogelbestand te behouden. De strengere sanctionering van het verboden bezit van vogels die in 'Birds of the European Union' als SPEC 3 opgenomen werden, kadert hierin. U was in het bezit van 47 huismussen. De goudvink, rietgors en grauwe gors zijn opgenomen in de 'Rode Lijst van de Broedvogels in Vlaanderen' als bedreigde broedvogels. Dergelijke kwalificatie houdt in dat voornoemde vogels een reëel risico lopen om definitief uit het Vlaamse vogelbestand te verdwijnen indien geen gepaste maatregelen worden getroffen. De strengere sanctionering van het MHHC - 4

5 verboden bezit van deze vogels kadert hierin. U was in het bezit van 15 goudvinken, 4 rietgorzen en 1 grauwe gors. De ortolaan is in de 'Rode Lijst van de Broedvogels in Vlaanderen' als uitgestorven gekwalificeerd. Dergelijke kwalificatie houdt in dat voornoemde vogel zich sinds 1900 in Vlaanderen gedurende een periode van minstens 10 (opeenvolgende) jaren heeft voortgeplant maar waarvan werd vastgesteld dat deze soort de afgelopen 10 jaar niet meer broedend in Vlaanderen werd aangetroffen en waarvan er geen herstel van de populatie in het vooruitzicht is. Een strengere sanctionering van het verboden bezit van deze soort is bijgevolg aangewezen. U was in het bezit van 1 ortolaan Bovenvermelde feiten zijn derhalve voldoende ernstig om gesanctioneerd te worden met een alternatieve bestuurlijk geldboete. Frequentie In het proces-verbaal zijn er geen indicaties dat er bij u reeds eerder vergelijkbare feiten werden vastgesteld. De factor frequentie geeft bijgevolg geen aanleiding tot een hogere geldboete. Omstandigheden Er werd geen rekening werd gehouden met uw leeftijd. Het 'is immers voor eenieder, ongeacht diens leeftijd, mogelijk om van de van toepassing zijnde reglementering kennis te nemen. Uit het proces-verbaal blijkt dat u vrijwillig toestemming tot huiszoeking gaf. Deze huiszoeking heeft mede geleid tot het vaststellen van bovengenoemde feiten; dit wordt meegenomen als een verzachtende omstandigheid, wat aanleiding geeft tot een lagere geldboete. Per schrijven van 28/03/2012 werd u op de hoogte gebracht van het voornemen om een alternatieve bestuurlijke geldboete, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming, op te leggen. Overeenkomstig artikel DABM neemt AMMC een boetebeslissing binnen een termijn van honderdtachtig dagen na deze kennisgeving. Deze 180- dagentermijn is een termijn van orde, waarvan de overschrijding niet gesanctioneerd wordt. Deze beslissingstermijn is inmiddels verstreken. AMMC is in casu van oordeel dat de feiten voldoende ernstig zijn om alsnog een bestuurlijke geldboete op te leggen. Het is evenwel aangewezen om het boetebedrag te verlagen rekening houdend met de termijn die verstreken is sedert de start van de bestuurlijke boeteprocedure. Voor het overige zijn er wat dit milieumisdrijf betreft, geen andere bijzondere omstandigheden die een invloed hebben op de hoogte van de geldboete. Dit is de bestreden beslissing. MHHC - 5

6 IV. ONTVANKELIJKHEID VAN DE VORDERING TOT VERNIETIGING Uit het dossier blijkt dat de vordering tijdig en regelmatig ingesteld is. Er worden geen excepties opgeworpen. V. ONDERZOEK VAN DE VORDERING TOT VERNIETIGING A. Eerste middel Standpunt van de partijen De verzoekende partij roept de schending in van artikel en van het decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid (hierna DABM), van de redelijke termijnvereiste als beginsel van behoorlijk bestuur en van de rechten van verdediging. De verzoekende partij zet uiteen dat het proces-verbaal dateert van 29 september 2011 en dat alle vogels dezelfde dag nog weggehaald zijn. De beslissing tot het opleggen van een bestuurlijke geldboete werd genomen op 27 april Zij stelt dat de bevoegdheid tot het opleggen van een dergelijke bestuurlijke geldboete vervalt na 3 jaar zodat de bevoegdheid van de gewestelijke entiteit vervallen is. 2. De verwerende partij antwoordt dat milieumisdrijven ingevolge artikel DABM pas verjaren vijf jaar na vaststelling ervan, zodat de bevoegdheid om een beslissing te nemen nog niet verstreken is. Beoordeling door het College Artikel DABM luidde tot en met 30 januari 2014 als volgt: De bevoegdheid tot het opleggen van een alternatieve bestuurlijke geldboete vervalt vijf jaar na de vaststelling van het milieumisdrijf. Sinds 31 januari 2014 luidt het artikel als volgt: De bevoegdheid tot het opleggen van een alternatieve bestuurlijke geldboete vervalt vijf jaar na de datum van afsluiting van het proces-verbaal dat over het milieumisdrijf werd opgesteld. 2. Naar analogie met de directe inwerkingtreding van wetten waardoor de verjaringstermijn van de strafvordering wordt verlengd dient ook in voorliggende administratieve procedure de vervaltermijn te worden toegepast die geldt op het ogenblik van de uitspraak. Artikel DABM kan eveneens worden beschouwd als een procedurewet en geen materiële wet, zodat het nieuwe - latere- aanvangspunt van de vervaltermijn waarbinnen de gewestelijke entiteit bevoegd is om een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen, onmiddellijk toepasbaar is op milieumisdrijven waaromtrent de bevoegdheid van de gewestelijke entiteit om hiervoor een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen op dat ogenblik nog niet is vervallen. MHHC - 6

7 3. Het proces-verbaal dateert van 17 oktober 201 De bestreden beslissing van 11 mei 2015 is bijgevolg tijdig genomen. Het middel is ongegrond. B. Tweede middel Standpunt van de partijen De verzoekende partij stelt dat de decretaal voorziene beslissingstermijn van artikel DABM verstreken is, zodat de beslissing onwettig genomen is. Minstens is volgens de verzoekende partij de redelijke termijn om een beslissing te nemen verstreken zodat in toepassing van het beginsel van behoorlijk bestuur en het zorgvuldigheidsbeginsel, geen geldige bestraffing meer kon uitgesproken worden. Zij stelt dat de decretaal bepaalde beslissingstermijn ruimschoots overschreden is, terwijl het onderzoek meteen had kunnen afgesloten worden. Er is volgens haar geen enkele rechtvaardiging voor het verlopen van dergelijke lange termijn tussen het procesverbaal en de beslissing. De verzoekende partij argumenteert dat zij belangenschade ondergaan heeft. Zij verwijst naar haar leeftijd en naar het tijdsverloop waardoor haar rechten van verdediging en het recht op een eerlijk proces geschonden zijn. 2. De verwerende partij antwoordt dat de termijn van artikel DABM slechts een termijn van orde is, waarvan de loutere overschrijding geen bevoegdheidsverlies met zich meebrengt, zodat dit niet kan leiden tot de onwettigheid en bijgevolg de vernietiging van de bestreden beslissing. De verzoekende partij toont met betrekking tot de ingeroepen schending van de redelijke termijn bovendien geen concrete belangenschade aan. De verstreken termijn heeft volgens haar geen impact gehad op de rechten van verdediging van de verzoekende partij, die reeds op 10 april 2012 en 23 april 2012 gebruik gemaakt heeft van de mogelijkheid om haar verweer schriftelijk naar voor te brengen. Bovendien werd zij op 19 maart 2015 gehoord. De verzoekende partij heeft in haar verweer in april 2012 haar eerdere verklaringen afgelegd tijdens de controle in haar woonplaats bevestigd. Alleszins kan het louter verstrijken van de tijd volgens de verwerende partij niet met zich mee brengen dat de verzoekende partij nu over minder rechten van verdediging zou beschikken. 3. De verzoekende partij en de verwerende partij herhalen in de wederantwoordnota respectievelijk de laatste nota in essentie hun reeds uiteengezette argumenten. Beoordeling door het College De algemene beginselen van behoorlijk bestuur, en meer bepaald het zorgvuldigheidsbeginsel, leggen de overheid de verplichting op om binnen een redelijke termijn een beslissing te nemen bij het opleggen van een bestuurlijke geldboete. Deze verplichting draagt in zich reeds het vermoeden van belangenschade in hoofde van de overtreder, die er mag op rekenen dat de punitieve sanctie die in de vorm van een bestuurlijke geldboete opgelegd wordt, hem niet binnen een kennelijk onredelijke termijn wordt ter kennis MHHC - 7

8 gebracht, temeer gelet op de uiterst ruime vork tussen de minimumboete van 0 euro en de maximumboete van euro die de decreetgever overeenkomstig artikel , tweede lid DABM heeft toegekend aan de gewestelijke entiteit. De beslissing tot het instellen van een beboetingsprocedure betekent voor de verzoekende partij onvermijdelijk onzekerheid. Als vervolgde partij heeft de verzoekende partij een evident belang om zo spoedig mogelijk die onzekerheid beëindigd te zien en te weten of zij al dan niet wordt beboet, en zo ja hoe groot de boete uitvalt. 2. De afweging van de redelijke termijnvereiste geschiedt binnen het kader van de rechtsbescherming die aan de overtreder reeds geboden wordt door de vijfjarige vervaltermijn. Dit is immers de absolute grens waarvan de overschrijding aanleiding geeft tot bevoegdheidsverlies in hoofde van de gewestelijke entiteit, en die in hoofde van de decreetgever zelf als maximale redelijke termijn beschouwd is waarbinnen de administratieve beboetingsprocedure kan verlopen. 3. Onder het begrip kennelijk onredelijke termijn dient verstaan te worden een termijn die zodanig laattijdig is dat het niet meer redelijk geacht wordt om alsnog de normale voor de inbreuk decretaal toepasselijke administratieve punitieve sanctie op te leggen. De redelijke termijnvereiste, die zich ten aanzien van de bestuurlijke overheid manifesteert als de verplichting om als een goede huisvader te handelen, dient in concreto geëvalueerd te worden, waarbij in de regel rekening gehouden wordt zowel met het gedrag van de administratie als met de houding van de overtreder. Hierbij kunnen tal van factoren een rol spelen, zoals de concrete omstandigheden waarin de feiten gepleegd of beëindigd zijn, de mate van medewerking betoond door de overtreder, de duur van mogelijke onderzoeksdaden, de complexiteit van het dossier, de ernst van de vastgestelde inbreuken, enz.. Ook de gevolgen van de overschrijding van de redelijke termijn moeten in concreto beoordeeld worden, zowel uit het oogpunt van de bewijslevering als van de opportuniteit tot het opleggen van de sanctie en de hoegrootheid ervan. De overschrijding van de redelijke termijn kan geen aanleiding geven tot bevoegdheidsverlies in hoofde van de gewestelijke entiteit, maar kan ertoe leiden dat het College, die op dat punt met volle rechtsmacht oordeelt, de bestuurlijke geldboete op een meetbare wijze vermindert of, in uitzonderlijke gevallen, beslist tot volledige kwijtschelding van de boete in de vorm van een nulboete Zo kan de rechter om die reden beslissen om geen geldboete op te leggen als de bewijzen zijn teloorgegaan door het overschrijden van de redelijke termijn. Wanneer de overschrijding van de redelijke termijn geen invloed op het bewijsmateriaal heeft gehad, kan om de kwalijke gevolgen van de duur van de procedure te temperen, de sanctie gemilderd worden. 4. Het College stelt vast dat de beslissing van de procureur des Konings om niet te vervolgen dateert van 16 januari De kennisgeving overeenkomstig artikel , 1 DABM wordt aan de verzoekende partij verstuurd op 28 maart De (orde-)termijn voorzien in artikel DABM is bijgevolg verstreken sinds 28 september Met uitzondering van de hoorzitting die plaats vindt op 19 maart 2015, zijn sindsdien geen onderzoeks- noch procedurehandelingen verricht, noch kan uit de voorliggende stukken enig aanvaardbaar motief gevonden worden waarom de hoorzitting pas twee-en een half jaar later georganiseerd is. Het College merkt op dat de verzoekende partij haar schriftelijk verweer tijdig heeft overgemaakt aan de gewestelijke entiteit in de maand april MHHC - 8

9 De verzoekende partij toont niet aan dat het abnormaal lange tijdsverloop van de gehele procedure haar effectief gehinderd heeft in haar verweer en bewijslevering. De verzoekende partij kan wel gevolgd worden in haar stelling dat de overschrijding van de redelijke termijn minstens een substantiële vermindering van de boete rechtvaardigt. De verwerende partij voert vergeefs aan dat in de bestreden beslissing effectief rekening gehouden is met de reeds verstreken termijn. De beslissing, die aangeeft dat zij een aantal omstandigheden in aanmerking genomen heeft als boeteverlagende of boeteverhogende factoren, moet duidelijk en op meetbare wijze aangeven in welke mate en op welke wijze deze elementen in rekening gebracht zijn en effectief geleid hebben tot een aanpassing van het initiële basisbedrag. Het volstaat hierbij niet te verwijzen naar loutere stijlclausules die enkel in abstracto verwijzen naar de decretale regelgeving zonder verdere precisering. Anders oordelen zou erop neerkomen dat de legaliteitscontrole dode letter blijft en houdt het risico in van arbitraire beslissingen. Gelet op het tijdsverloop en meer bepaald de verjaring van de vastgestelde feiten op 17 oktober 2016 acht het College het opportuun de zaak na vernietiging niet opnieuw terug te sturen naar de gewestelijke entiteit en beslist zij zoals hierna bepaald overeenkomstig artikel 44 DBRC-decreet. Het College, dat op dit punt op onaantastbare wijze zelf beslist, is van oordeel dat het overschrijden van de redelijke termijn op billijke wijze gesanctioneerd wordt door de opgelegde boete met 20 % te herleiden. Het middel is in de aangegeven mate gegrond. C. Derde middel Standpunt van de partijen De verzoekende partij roept de schending in van artikel , 2 en DABM en de rechten van verdediging. De verzoekende partij zet uiteen dat de toezichthouders zich niet gelegitimeerd hebben voorafgaand aan de huiszoeking en evenmin de machtiging tot visitatie afgeleverd door de rechtbank getoond hebben. Zij stelt dat zij met hun uniform misbruik gemaakt hebben van haar zwakke positie mede ingevolge haar leeftijd. Tevens is zij niet in de mogelijkheid geweest om de inventaris in het proces-verbaal van de niet-geringde of gemanipuleerde vogels te controleren omdat de vogels onmiddellijk zonder controle meegenomen zijn. De verzoekende partij meent dat de verkregen bewijsvoering tijdens de huiszoeking onregelmatig verkregen is en haar rechten van verdediging geschonden zijn. 2. De verwerende partij verwijst naar het proces-verbaal waaruit blijkt dat de betrokken inspecteurs toestemming gevraagd hebben voor de controle en waarbij de verzoekende partij spontaan toestemming voor de controle heeft verleend. Uit het proces-verbaal blijkt genoegzaam dat het gerechtelijk mandaat aanwezig was. Er kan volgens de verwerende partij geen sprake zijn van een schending van artikel DABM, nu de betrokken inspecteurs wel degelijk voorafgaandelijk en schriftelijk gemachtigd zijn door de politierechter. MHHC - 9

10 Uit het proces-verbaal van verhoor, dat door de verzoekende partij getekend is, blijkt dat de betrokken inspecteurs wel degelijk hun legitimatiekaart droegen. De inspecteurs hebben de functie van OGP (officier gerechtelijke politie). Ingevolge artikel DABM hebben de in het procesverbaal vastgestelde feiten bewijswaarde tot het tegendeel bewezen wordt. De loutere ontkenning of betwisting ervan door de verzoekende partij volstaat niet om deze bewijswaarde ongedaan te maken. Gelet op de bijzondere bewijswaarde die de vaststellingen hebben, kan de verzoekende partij de inventaris niet betwisten door alleen op te werpen dat zij de inventaris niet heeft kunnen controleren. De verwerende partij merkt op dat de verzoekende partij in zijn schriftelijk verweer en ter hoorzitting de inventaris nooit betwist heeft. Beoordeling door het College Het proces-verbaal dat overeenkomstig artikel DABM bewijs tot het tegendeel heeft, vermeldt uitdrukkelijk dat er een voorafgaandelijke rechterlijke machtiging is, hetgeen bevestigd wordt door het voorliggend administratief dossier. Ook blijkt uit het proces-verbaal, dat door de verzoekende partij ondertekend is, dat de verzoekende partij toestemming heeft verleend tot het betreden van de woning. De loutere andersluidende kritiek die de verzoekende partij thans aanvoert, en die bovendien niet door bewijskrachtige bewijsstukken onderbouwd wordt, doet hieraan geen afbreuk. De inventaris van de meegenomen vogels is opgenomen in het proces-verbaal, waarvan niet betwist wordt dat de verzoekende partij hiervan kennis had en waaromtrent zij bijgevolg nuttig verweer had kunnen voeren in haar schriftelijk verweer en tijdens de hoorzitting. De verzoekende partij toont zelfs niet aan dat zij hierover ooit betwisting gevoerd heeft. Het College merkt tenslotte op dat de rechten van verdediging overeenkomstig artikel 6.3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna EVRM) niet van toepassing zijn in het kader van de bestuurlijke besluitvorming met het oog op bestuurlijke beboeting. In de mate de stelling van de verzoekende partij zou kunnen begrepen worden als een beweerde schending van het zorgvuldigheidsbeginsel en het recht op tegenspraak, blijkt uit het dossier dat de verzoekende partij zowel een schriftelijk verweer ingediend heeft alsook uitgenodigd en aanwezig geweest is op de hoorzitting, zodat zij haar verweermiddelen op nuttige wijze heeft kunnen uiteenzetten. Het middel is ongegrond. D. Vierde middel Standpunt van de partijen De verzoekende partij roept de schending in van artikel , en , 4 bis DABM. Zij zet uiteen dat het proces-verbaal van 29 september 2011 niet onmiddellijk aan de gewestelijke entiteit overgemaakt is en evenmin gelijktijdig verstuurd is aan de verzoekende partij. De verzoekende partij stelt dat de beslissing tot het weghalen van de vogels dient beschouwd te worden als het opleggen van een bestuurlijke maatregel zonder dat de wettelijke procedure gerespecteerd is. MHHC

11 2. De verwerende partij antwoordt dat het proces-verbaal afgesloten is op 17 oktober 2011, en op 25 oktober 2011 verstuurd is naar het parket en de verzoekende partij. Overeenkomstig de rechtspraak van het College kan de kennisgeving van een kopie van dergelijk proces-verbaal aan een vermoedelijke overtreder slechts plaatsvinden nadat het proces-verbaal, waarin het milieumisdrijf wordt vastgesteld, gesloten is. De processen-verbaal zijn dus wel degelijk binnen de decretaal voorziene termijn verstuurd. De verwerende partij stelt dat de verzoekende partij niet in concreto uiteenzet in welk opzicht de procedure voor bestuurlijke maatregelen niet zou zijn gevolgd. Bovendien betreft deze kwestie enkel de maatregel met betrekking tot het weghalen van de vogels en heeft zulks geen verband met de oplegging van een alternatieve bestuurlijke geldboete waarop onderhavige procedure betrekking heeft. Beoordeling door het College Overeenkomstig artikel DABM bezorgen de toezichthouders het proces-verbaal onmiddellijk aan de procureur des Konings. Uit het voorliggend dossier blijkt dat het proces-verbaal van 17 oktober 2011 gelijktijdig verzonden is aan de procureur des Konings en aan de verzoekende partij op 25 oktober 201 In zoverre wordt opgeworpen dat het proces-verbaal niet gelijktijdig verzonden is, mist het middelonderdeel bijgevolg feitelijke grondslag. In zoverre wordt gesteld dat het proces-verbaal niet onmiddellijk verzonden is, mist het onderdeel juridische grondslag. De verplichting om onmiddellijk en gelijktijdig een kopie over te maken aan de vermoedelijke overtreder is alleen voorzien in artikel DABM, dat evenwel slechts van toepassing is op milieu-inbreuken. Artikel DABM, dat de toepasselijke procedure omschrijft voor milieumisdrijven, bepaalt enkel dat in geval van niet-tijdige verzending van het proces-verbaal aan de vermoedelijke overtreder, zijnde binnen de veertien dagen, het proces-verbaal haar speciale bewijswaarde tot het tegendeel verliest. 2. Het College is niet wettig gevat door de kritiek op het nemen van een vermeende bestuurlijke maatregel betreffende het weghalen van de illegaal gehouden vogels. Overeenkomstig artikel DABM staat beroep tegen een bestuurlijke maatregel open bij de Minister. Het College is als administratief rechtscollege enkel bevoegd overeenkomstig artikel DABM om uitspraak te doen over de beroepen die ingesteld worden tegen beslissingen van de gewestelijke entiteit over de oplegging van een alternatieve of een exclusieve bestuurlijke geldboete, en in voorkomend geval, een voordeelontneming. Het middel is ongegrond. MHHC - 11

12 E. Vijfde middel Standpunt van de partijen De verzoekende partij roept de schending in van artikel juncto DABM, van artikel 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen (hierna Motiveringswet), het evenredigheidsbeginsel en de formele motiveringsplicht als beginselen van behoorlijk bestuur. Zij beroept zich tevens op overmacht. De verzoekende partij zet uiteen dat zij motorisch zwaar gehandicapt is aan handen en voeten, zodat zij de vogels niet meer kan ringen. Zij staaft zulks met drie medische attesten. Zij stelt verder dat er een kennelijke wanverhouding bestaat tussen de ten laste gelegde feiten en de opgelegde sanctie. De boete is volgens haar buiten proportie mede gelet op haar gezondheid en het gegeven dat de situatie hersteld is door het weghalen van de vogels. De verzoekende partij argumenteert dat er op kennelijk onredelijke wijze toepassing gemaakt is van de waarderingscriteria voorzien in artikel DABM, en meent dat zowel het redelijkheidsbeginsel als de motiveringswet geschonden zijn. Zij wijst tevens op haar leeftijd als gepensioneerde, die over weinig financiële middelen beschikt. Zij stelt dat het bedrag van de opgelegde boete niet afdoende gemotiveerd is. 2. De verwerende partij antwoordt dat de verzoekende partij niet onderbouwt in welk opzicht de verwerende partij het verweer gebaseerd op overmacht ten onrechte zou verworpen hebben. Zij verwijst naar de motivering van de bestreden beslissing. 3. De verzoekende partij herhaalt dat zij aan reuma lijdt en een blijvend letsel heeft. Zij verzoekt in ondergeschikte orde om de opgelegde boete te herleiden tot nul euro, minstens het bedrag substantieel te verminderen. Zij merkt op dat zij zich niet verzet heeft tegen de vrijlating van de vogels, dat zij lid is van drie vogelverenigingen en dat zij geen geldgewin nastreeft. 4. De verwerende partij voegt in haar laatste nota nog toe dat van een mogelijke schending van de artikelen juncto DABM alleen sprake kan zijn als zij op een kennelijke onevenredige of onredelijke wijze toepassing heeft gemaakt van de waarderingscriteria die in deze artikelen bepaald zijn. Zij merkt nog op dat de verzoekende partij haar moeilijke financiële situatie niet bewijst en dit aspect evenmin opgeworpen heeft in haar verweerschriften noch tijdens de hoorzitting. De verwerende partij kon hiermee aldus geen rekening houden bij het bepalen van de geldboete. De verwerende partij besluit dat de verzoekende partij nergens concreet aantoont op welke punten de motivering in rechte of in feite niet afdoende zou zijn rekening houdend met de appreciatiemarge waarover de gewestelijke entiteit beschikt. MHHC - 12

13 Beoordeling door het College De bestreden beslissing motiveert uitdrukkelijk waarom de door de verzoekende partij ingeroepen redenen niet als schulduitsluitingsrond aanvaard worden: U verklaarde dat u ten gevolge van reuma aan uw handen uw gekweekte vogels niet meer zelf kan ringen. U roept aldus overmacht in ten aanzien van het vastgestelde milieumisdrijf. De aanwezigheid van overmacht dient er evenwel in te bestaan dat het milieumisdrijf enkel en alleen te wijten is aan een gebeurtenis die niets met u van doen heeft en die bovendien niet voorzien, verhinderd of overwonnen kon worden. U haalt dergelijke gebeurtenis niet aan; u had immers een collega-vogelhouder kunnen inschakelen voor het correct ringen van uw gekweekte vogels. In uw hoofde is er aldus geen sprake van overmacht. Overmacht kan slechts als schulduitsluitingsgrond aanvaard worden als de ingeroepen omstandigheden onvermijdbaar en onvoorzienbaar zijn en niet aan de overtreder zelf toerekenbaar zijn. De verzoekende partij dient bovendien aan te tonen dat zij gehandeld heeft als een goede huisvader en alle nodige maatregelen genomen heeft om de inbreuk te vermijden. Hoewel kan aanvaard worden dat de verzoekende partij moeilijkheden ondervindt omwille van haar reuma om manuele handelingen te verrichten, wordt niet aangetoond dat het ringen van vogels daardoor onmogelijk is. De verzoekende partij legt evenmin uit waarom zij geen beroep kon doen op derden om aan de verplichtingen zoals opgelegd in het Soortenbesluit, te voldoen. Het College stelt vast dat de medische toestand van de verzoekende partij haar er niet van weerhouden heeft om meer dan 300 vogels onder zich te houden, terwijl het haar niet onbekend kon zijn dat zij een aantal decretale verplichtingen dient te volgen. De verzoekende partij is lid van drie vogelverenigingen en wordt aldus geacht goed bekend te zijn met de regelgeving. Het feit dat de verzoekende partij geen geldgewin nastreeft, doet hieraan geen afbreuk. De verzoekende partij toont in de gegeven omstandigheden niet aan dat de bestreden beslissing op dat punt foutief of kennelijk onredelijk is, noch dat de gewestelijke entiteit het motief overmacht als schulduitsluitingsgrond juridisch onjuist interpreteert of toepast. Het feit dat de verzoekende partij er een andere mening op nahoudt, kan niet tot de onwettigheid van de bestreden beslissing leiden. 2 Het louter gegeven dat de verzoekende partij aan reuma lijdt, is naar het oordeel van het College in casu evenmin een reden tot herleiding van de opgelegde boete. De medische toestand van de verzoekende partij heeft deze er niet van weerhouden op illegale wijze liefst 340 vogels onder zich te houden. Het gegeven dat de wederrechtelijke situatie inmiddels hersteld is door het weghalen van de vogels, doet geen afbreuk aan de vaststelling dat de verzoekende partij zich schuldig gemaakt heeft aan een ernstig milieumisdrijf. Het College is van oordeel dat het louter gegeven dat de vogels werden meegenomen met akkoord van de verzoekende partij in casu geen reden is om de opgelegde boete verder te herleiden. De verwerende partij stelt terecht dat de aangevoerde moeilijke financiële situatie door de verzoekende partij niet concreet onderbouwd wordt. Zonder afbreuk te willen doen aan de ernst van de vastgestelde feiten doet de hoogte van de opgelegde boete (8.814 euro) toch de MHHC - 13

14 wenkbrauwen fronsen. Zelfs als concrete informatie ontbreekt over de financiële situatie van de verzoekende partij dient de gewestelijke entiteit, als bestuur met een administratieve sanctioneringsbevoegdheid, de nodige zorgvuldigheid aan de dag te leggen bij de beoordeling van het bedrag van de boete die zij wenst op te leggen in functie van de decretale criteria die bepaald zijn in artikel juncto DABM. Naar het oordeel van het College is een boete van bijna 9000 euro overdreven hoog ten aanzien van een gepensioneerde verzoekende partij die actueel 80 jaar oud is en met medische problemen kampt. Het College houdt hierbij rekening met het gegeven dat alle vogels (340 in totaal) ook weggehaald zijn bij de verzoekende partij. Zonder afbreuk te willen doen aan de ernst van de vastgestelde feiten, die inderdaad laakbaar zijn en een flagrante schending van de in de bestreden beslissing geciteerde regelgeving inhouden, is de opgelegde boete in het licht van de hierboven uiteengezette concrete elementen onredelijk hoog. De bestreden beslissing is op dat punt niet afdoende gemotiveerd en schendt het zorgvuldigheidsbeginsel. Het College is van oordeel dat rekening houdend met de bepalingen van artikel juncto DABM bovenop de reeds besliste vermindering met 20 % omwille van een kennelijk onredelijk tijdsverloop, zich een bijkomende herleiding van de opgelegde boete opdringt met 30 %, zodat de boete in totaal met de helft verminderd wordt. Het middel is in de aangegeven mate gegrond. MHHC - 14

15 OM DEZE REDENEN BESLIST HET MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE Het beroep is ontvankelijk en deels gegrond. 2. Het College vernietigt de beslissing van de gewestelijke entiteit van 11 mei 2015, met nummer 12/AMMC/111-M/WVM-DDS/mb, inzoverre zij aan de verzoekende partij een alternatieve bestuurlijke geldboete oplegt van 469 euro, vermeerderd met de opdeciemen die van toepassing waren voor de strafrechtelijke geldboeten op het ogenblik van de feiten, aldus gebracht op euro. 3. Het College vermindert de alternatieve bestuurlijke geldboete tot 734,50 euro verhoogd met de wettelijke opdeciemen die van toepassing waren voor de strafrechtelijke geldboeten op het ogenblik van de feiten, aldus gebracht op euro. 4. De behandeling van het beroep heeft geen kosten met zich gebracht, zodat een beslissing over de kosten van het geding zonder voorwerp is. Dit arrest is uitgesproken te Brussel, in openbare zitting op 26 april 2016, door het Milieuhandhavingscollege, eerste kamer, samengesteld uit: Marc VAN ASCH, voorzitter van de eerste kamer met bijstand van Bram CARDOEN, toegevoegd griffier De toegevoegd griffier, De voorzitter van de eerste kamer, Bram CARDOEN Marc VAN ASCH MHHC - 15

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0149 van 12 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0070/M/0067 In zake: de heer Rik VERSTRAETE, wonende te 8792 Desselgem, Meelstraat 88 verzoekende partij tegen:

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0076 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0109/M Verzoekende partij de bvba JACQUES GHEYSENS vertegenwoordigd door advocaat Thomas BAILLEUL

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0056 van 28 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/96-M In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Piet DE GROOTE met kantoor te 8300 Knokke-Heist,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/82-VK van 10 oktober 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0109 van 21 april 2016 in de zaak MHHC1415/0063/M/0051 In zake: de bvba GREENERGY bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Isabelle LARMUSEAU en Alison

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0051 van 21 januari 2016 in de zaak 14MHHC/69-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten verzoeke

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0046 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/87-M In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Koenraad DEGROOTE met kantoor te 8720 Wakken,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 26 september 2017 met nummer MHHC/M/1718/0012 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0006/M Verzoekende partij de heer Jacques DESAMBER, met woonplaatskeuze te 8531 Harelbeke,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/35-VK van 18 april 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Albert COPPENS, advocaat, met kantoor te 9300

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 26 september 2017 met nummer MHHC/M/1718/0013 in de zaak met rolnummer 1617-MHHC-0012-M Verzoekende partij de heer Andre VERHULST, met woonplaatskeuze te 8531 Hulste,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0057 van 28 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/102-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0113 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0065/M/0053 In zake: de nv AGROTECH BELGASIA, met zetel te 8870 Izegem, Gentse Heerweg 78 waar woonplaats wordt

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0085 van 31 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/0022/M/0019 In zake: de gemeente WELLEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0137 van 23 juni 2016 in de zaak 14/MHHC/100-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMS GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, ten verzoeke

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 8 januari 2019 met nummer HHC-M-1819-0018 in de zaak met rolnummer 1718-HHC-0025-M Verzoekende partij de heer Jan TEUGHELS vertegenwoordigd door advocaat Chris DE NYN met

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 11 september 2018 met nummer RvVb/A/1819/0052 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0029/A Verzoekende partij mevrouw Gerda BORREMANS vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/14-K7 van 12 maart 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC/M/1516/0030 van 26 november 2015 In de zaak van de bvba 10POND, met maatschappelijke zetel te 9770 Kruishoutem, Duifhuisstraat 21, voor en namens wie optreedt mr. Koen

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0045 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0097/M Verzoekende partij Verwerende partij Marc Broucke, met woonplaatskeuze te 8830 Hooglede,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0124 van 12 mei 2016 in de zaak MHHC/1415/0079/M/0059 In zake: de heer Herman MATTHYSSEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Werner LEYSSENS kantoor

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0041 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/78-M In zake : mevrouw [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de

hierna de tegen voor wie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/25-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0052 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/74 M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 19 juni 2018 met nummer RvVb/A/1718/1022 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0396/A Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Marina VERPLANCKE, wonende te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/31-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/100-VK van 5 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/53-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], zaakvoerder, hierna de verzoekende

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/4-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ], wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 25 juli 2017 met nummer MHHC- M /1617/0114 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0147/M Verzoekende partij de bvba M.V.T. TRANS vertegenwoordigd door advocaat Noëlla VIAENE

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 17 oktober 2017 met nummer MHHC/M/1718/0022 in de zaak met rolnummer 1617-MHHC-0018-M Verzoekende partij Jeroen VAN BYLEN met woonplaatskeuze te 2250 Olen, Gerheiden

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0048 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/89-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0033 van 22 december 2015 in de zaak 14/MHHC/60-M In zake: de nv [ ] bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Dominique VERMER met kantoor te 1160 Brussel,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0901 van 5 april 2016 in de zaak 1213/0305/SA/1/0295 In zake: de heer Geert STANDAERT bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Koen GEELEN

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 25 juni 2019 met nummer RvVb-A-1819-1144 in de zaak met rolnummer 1718-RvVb-0447-A Verzoekende partijen de gemeente SINT-KATELIJNE-WAVER, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/56-VK van 13 juni 2013 In de zaak van de VZW [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bart D HAENE, advocaat, met kantoor te 2300 TURNHOUT,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1294 van 28 juni 2016 in de zaak 1314/0440/A/4/0401 In zake: de heer Alain CHABEAU advocaat Dominique VERMER kantoor houdende te 1160 Brussel, Tedescolaan

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/71-VK van 20 oktober 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Luc RYCKAERT, advocaat, met kantoor te 9900 EEKLO, Koningin Astridplein

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 29 augustus 2017 met nummer MHHC/M/1617/0120 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0033/M Verzoekende partij Verwerende partij de heer Leo SMETS, met woonplaatskeuze te

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/12-K7 van 26 februari 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sarah BERNAERS, advocaat, met kantoor te 9100 SINT-NIKLAAS,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0156 van 9 augustus 2016 in de zaak MHHC/1415/0083/M/0060 In zake: de heer Omer HOOYLAERTS bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Yves COECKELBERGHS

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de

hierna de tegen voor wie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/24-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

hierna de tegen hierna de

hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Arrestt MHHC-12/18-VK van 24 april 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/19-K6 van 2 april 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/3-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/50-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/37-VK van 12 juni 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mary VANDE ROSTYNE, advocaat, met kantoor te 9950 WAARSCHOOT, Molenstraat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0081 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0129/M Verzoekende partij de heer Theophile REYNAERTS vertegenwoordigd door advocaat Hans-Kristof

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/49-VK van 29 mei 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/2-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 juni 2017 met nummer MHHC/M/1617/0090 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0136/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Diane REMMERIE, met woonplaatskeuze te

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0153 van 26 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0093/M/0082 In zake: bvba J. KRIJNEN KEUKENS bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Harry HENDRICKX kantoor

Nadere informatie

hierna de tegen 6/24, hierna de

hierna de tegen 6/24, hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-12/30-VK van 5 juli 2012 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Greg JACOBS, advocaat, met kantoor te 1831 DIEGEM,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/67-VK van 2 oktober 2014 In de zaak van mevrouw [ ] wonende te [ ] en de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partijen te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 2 augustus 2016 met nummer RvVb/A/1516/1389 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0046/SA Verzoekende partij mevrouw Pauline PENNE vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/85-VK van 2 december 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2012/0457 van 7 november 2012 in de zaak 1011/0835/A/3/0784 In zake: de heer.., wonende te.. bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert VRINTS kantoor

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 8 november 2016 met nummer RvVb/A/1617/0231 in de zaak met rolnummer 1314/0771/A/2/0738 Verzoekende partij 1. de heer Tom BELMANS 2. mevrouw Christ l MAES 3.

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0114 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0074/M/0058 In zake: de bvba CRAENENBROEKHOF bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Serge DEFRENNE kantoor

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 18 september 2018 met nummer RvVb/A/1819/0078 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0294/SA Verzoekende partijen 1. de heer Raoul DIRCKX 2. mevrouw Rose Marie

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0047 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0099/M Verzoekende partij de bvba IMBRECHTS, met zetel te 1910 Kampenhout, Haachtsesteenweg

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0121 van 12 mei 2016 in de zaak MHHC/1415/0072/0061 In zake: de heer John DE GENDT, wonende te 1080 Sint-Agatha-Berchem, René Comhairelaan 1, bus 009, waar

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/10-K7 van 19 februari 2015 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mario DEKETELAERE, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 FEBRUARI 2014 P.12.0989.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest P.12.0989.N J C K J, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Eric Pringuet, advocaat bij de balie te Gent, tegen BELGISCHE STAAT, fod Financiën,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/1202 van 7 juni 2016 in de zaak 1213/0253/SA/8/0233 In zake: de heer David DE CORTE mevrouw Mia LEFEVRE 3. de heer Luc LEFEVRE 4. de heer Wouter

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. A/2013/0075 van 19 februari 2013 in de zaak 2010/0528/SA/3/0681 In zake: de nv... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST van 9 oktober 2018 met nummer RvVb/A/1819/0155 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0701/A Verzoekende partijen 1. de heer Johan VANDEVENNE 2. mevrouw Gerda

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 6 februari 2018 met nummer MHHC/M/1718/0058 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0062/M Verzoekende partij de heer Guy VAN DER SCHOOT, wonende te 2100 Deurne, Mattheus

Nadere informatie

Infosessies geluidsnormen muziek

Infosessies geluidsnormen muziek Infosessies geluidsnormen muziek Sigrid Raedschelders/ Anne Van Riet Afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer (AMMC) Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Overzicht 1. Regelgeving m.b.t.

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 12 september 2017 met nummer MHHC/M/1718/0002 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0103/M Verzoekende partij Verwerende partij de lv NELIS-CILLEN-CAYMAX vertegenwoordigd

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2015/0033 van 4 augustus 2015 in de zaak 1415/0262/A/2/0254 In zake: 1. de heer Marc DE SMET 2. de heer Marnix DECOCK beiden wonende te 8500 Kortrijk,

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 9 oktober 2018 met nummer HHC/M/1819/0013 in de zaak met rolnummer 1718/HHC/0024/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Maria VAN HOVE wonende te 2270 Herenthout,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 20 augustus 2019 met nummer RvVb-S-1819-1323 in de zaak met rolnummer 1819-RvVb-0607-SA Verzoekende partijen 1. de heer Jules DHOOGHE 2. mevrouw Evelyne VAN

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/56-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sam DULLAERT, advocaat, met kantoor te 9100

Nadere informatie

401l10/N - Commissie van Beroep van 18 oktober 2010 (defmitieve beslissing)

401l10/N - Commissie van Beroep van 18 oktober 2010 (defmitieve beslissing) 401l10/N - Commissie van Beroep van 18 oktober 2010 (defmitieve beslissing) Beroep tegen een terechtwijzing. "(... ) verschijnt. In de zaak 0401l10/(... )/N van: de heer [X], bedrijfsrevisor, wonende (...

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 21 februari 2017 met nummer RvVb/A/1617/0580 in de zaak met rolnummer 1213/0519/A/2/0489 Verzoekende partijen 1. de heer August VAN PETEGHEM 2. de heer Peter

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 maart 2018 met nummer HHC/M/1718/0082 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0088/M Verzoekende partij de heer Julius DEMEDTS vertegenwoordigd door advocaat Dirk BAILLEUL met

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0094 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0579/SA Verzoekende partijen Verwerende partij 1. de heer William ROTTIERS

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0710 van 1 maart 2016 in de zaak 1314/0030/SA/4/0022 In zake: 1. de heer Luc MEERT 2. de heer Koen VAN DER SYPE 3. de heer Willy VAN DE VOORDE advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 APRIL 2016 P.15.0005.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0005.N C G P P, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Koenraad Compernolle, advocaat bij de balie te Brugge, met kantoor te 8340

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0287 van 22 april 2014 in de zaak 1213/0576/A/1/0539 In zake: mevrouw Martine VAN BOCXLAER, wonende te 9940 Evergem, Langerbrugsestraat 36 verzoekende

Nadere informatie

ALGEMEEN REGLEMENT OP DE

ALGEMEEN REGLEMENT OP DE Lekkerstraat 10 B 3680 Maaseik Tel. 089/560 560 Fax 089/560 561 E-mail: stad.maaseik@maaseik.be www.maaseik.be ALGEMEEN REGLEMENT OP DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES 2 HOOFDSTUK 1: TOEPASSINGSGEBIED,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 juni 2017 met nummer MHHC/M/1617/0091 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0137/M Verzoekende partij Verwerende partij de heer Marc VAN DER SMISSEN, wonende te 1730

Nadere informatie

Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B

Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/15-VK van 7 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Geert AMPE, advocaat, met kantoor te 8400 OOSTENDE, Kerkstraat 38,

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2015/0008 van 13 januari 2015 in de zaak 1314/0021/A/2/0050 In zake: 1. de heer Albert VRANKEN 2. mevrouw Marie-Joanna BRABANTS bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/34-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr. 216.840 van 13 december 2011 in de zaak A. 198.115/XIV-32.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr. 216.840 van 13 december 2011 in de zaak A. 198.115/XIV-32. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK XIVe KAMER A R R E S T nr. 216.840 van 13 december 2011 in de zaak A. 198.115/XIV-32.556 In zake : XXX bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Steven Hooyberghs

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2015 P.14.0392.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0392.N 1. M L E V U, beklaagde, 2. H R G V B, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Jaak Haentjens, advocaat bij de balie te Dendermonde.

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/49-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Yves TORFS, advocaat, met kantoor te 2200

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/33-K7 van 31 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0092 in de zaak met rolnummer 1617-RvVb-0521-A Verzoekende partij de nv ASPIRAVI vertegenwoordigd door advocaat Gregory

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 26 september 2017 met nummer MHHC/M/1718/0011 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0005/M Verzoekende partij de bvba HEJA INVEST vertegenwoordigd door advocaat Bart VAN

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.15.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0599.N 1. M M P V D V, beklaagde, 2. D H N H, beklaagde, aangehouden om andere redenen, eisers, beiden met als raadsman mr. Thierry

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0314 van 1 december 2015 in de zaak RvVb/1415/0609/A/0602 In zake: de heer Bart DEVOS bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Greg JACOBS

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 16 augustus 2016 met nummer RvVb/S/1516/1447 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0336/SA Verzoekende partijen 1. de heer Kristoffel VOSSEN 2. mevrouw Simonne

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER TUSSENARREST nr. S/2013/0269 van 17 december 2013 in de zaak 1112/0485/SA/3/0437 In zake: 1. de heer..., wonende te... 2. mevrouw..., wonende

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0083 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0131/M Verzoekende partij de heer Jozef ROUGES, wonende te 9080 Zaffelaere, Dam 27 Verwerende

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST nr. 242.698 van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217.780/IX-8773 In zake: het OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST nr. A/2011/0030 van 23 maart 2011 in de zaak 2010/0319/SA/3/0300 In zake: 1. de vzw... 2. mevrouw... 3. de heer... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie