INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders

Transcriptie

1 INFORMATIENOTITIE AAN VAN De leden van de Gemeenteraad College van Burgemeester en Wethouders ONDERWERP Informatienotitie tarieven huishoudelijke ondersteuning 2018 DATUM 29 november 2018 BIJLAGE Rekentool (19292) REGISTRATIENUMMER GEM /19453 Inleiding Bestuurlijk is gevraagd te onderzoeken of het noodzakelijk/gewenst is om de tariefstelling voor huishoudelijke ondersteuning (HO) aan te passen. De gecontracteerde aanbieders van huishoudelijke ondersteuning gaven aan, dat de door gemeenten geboden tarieven niet als reel aan te merken zijn. Mede aanleiding is de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) reële prijs Wmo Die AMvB beoogt dat colleges een reële prijs vaststellen voor diensten die in opdracht van het college door derden worden verleend, zodat de kwaliteit en continuïteit van deze diensten kunnen worden gewaarborgd door het gemeentebestuur en de gecontracteerde aanbieders. De ontwikkeling van het tarief HO De huidige tarieven vloeien voort uit de bestuurlijke aanbesteding die in 2012 heeft geleid tot overeenkomsten met de aanbieders. In de overeenkomst is vastgelegd dat wij jaarlijks de tarieven indexeren volgens de OVA-index (Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling). Door de werkelijke loonkostenontwikkeling in de sector is de indexering achterhaald. Naar aanleiding van de nieuwe Cao voor thuiszorg ( ) en de uit de Cao voortvloeiende invoering van een nieuwe loonschaal voor Hulp bij het Huishouden (HbH) is de discussie over de tarieven HO eind 2017 gestart. Er is vervolgens met de zorgaanbieders afgesproken dat Regio Rivierenland voor het vaststellen van de tarieven gebruik maakt van het model dat is vastgelegd door de Branchevereniging Actiz en de VNG. Daarnaast wordt input van de aanbieders meegenomen. Totstandkoming van het tarief HO Het programmabureau Wmo/jeugd van de Regio Rivierenland heeft alle gecontracteerde zorgaanbieders gevraagd om de loonkostengegevens te leveren. In het model konden alle aanbieders loonkosten, vaste verplichte toeslagen en variabele en niet (Cao) verplichte toeslagen vermelden. In het voorstel zijn ook de effecten van de Cao voor de lonen op 1 oktober 2018 verwerkt. Als basis voor het tarief HH1 nemen we trede 0 van de HBH schaal (bruto uurloon 10,76) en voor HH2 trede 3 (bruto uurloon 12,38). Deze tarieven staan bovenaan de rekentool. Als we dit toepassen komen we tot de volgende tarieven: HH1 25,31 en HH2 28,54 (onderaan de rekentool).

2 Nieuw vastgestelde tarieven over 2018 HH1 HH2 Afgeronde uurtarief 25,20 28,80 Niet afgeronde uurtarief 25,31 28,54 Producttarief Basis 1 202,48 285,40 Producttarief plus 1 303,72 428,10 Producttarief plus 2 404,96 570,80 Vergoeding bij intake die niet leidt tot opdracht 25,20 Oude tarieven over 2018 HH1 HH2 Uurtarief 22,20 27,60 Producttarief Basis 176,40 273,00 Producttarief plus 1 264,60 409,20 Producttarief plus 2 352,80 545,40 Vergoeding bij intake die niet leidt tot opdracht 22,20 Financiële gevolgen voor de gemeente Culemborg De meerkosten die voortvloeien uit de tariefsverhoging in 2018 en verder worden geraamd op per jaar. Dekking voor deze meerkosten wordt voor een groot deel beschikbaar gesteld door loon- en prijsbijstelling van de huishoudelijke hulp in de mei- en september circulaire Voor het restantverschil wordt vooralsnog uitgegaan dat dit binnen het bestaande budget huishoudelijke ondersteuning kan worden opgevangen. Mochten tariefaanpassingen in enig jaar toch leiden tot verwachte budgetoverschrijding, dan zal dit in een voor- of najaarsrapportage worden gemeld en verantwoord. Reactie van de aanbieders Over het algemeen vinden de aanbieders de tarieven te laag. Zij zijn van mening dat dit geen reële tarieven zijn temeer het bruto uurloon van trede 0 wordt gebruikt om het uurtarief huishoudelijke hulp niveau 1 te bepalen. Daarnaast is het verdelen van de nieuwe loonschalen in niveau 1 en 2 niet meer volgens de landelijke afspraken. Tot slot willen de aanbieders een toezegging rondom de verhoging van de tarieven voor 2019 en verder. De Branchevereniging geeft bij het model aan dat tarieven 2019 kunnen worden bepaald door de OVA index op de uurtarieven 2018 toe te passen. Deze werkwijze staat ook in onze contracten. 1 Producttarieven hoeven niet deelbaar te zijn door 60, daarom wordt voor de producttarieven gerekend met de niet afgeronde uurtarieven. Gemeente Culemborg Ridderstraat 250 Postbus AC Culemborg Tel Fax Info@culemborg.nl

3 Gespreksronde met aanbieders H3et Inkoopbureau heeft samen met ambtelijke vertegenwoordigers van de gemeenten afzonderlijke gesprekken gevoerd met de aanbieders. Concrete vraag luidt wat vindt men van de tarieven en gaan ze door met het contract (tot eind 2020). Algehele conclusie is dat het tarief te laag is om alle kosten te dekken; dat er één tarief moet komen en dat er in januari 2019 een bestuurlijk gesprek moet komen over de tarieven en de toekomst (normenkader). Het bestuurlijk overleg staat gepland in januari Conclusie De aanbieders gaan akkoord met de voor 2018 vastgestelde (nieuwe) tarieven. Deze worden met terugwerkende kracht uitbetaald over heel De tarieven 2019 worden vastgesteld door de OAV indexatie over de nieuwe vastgestelde tarieven Gemeenten en aanbieders blijven met elkaar in gesprek over het vaststellen van een reëel één tarief, omdat er geen onderscheid in salariëring meer wordt gemaakt tussen niveau 1 en niveau 2. Ook is het van belang om het product huishoudelijke ondersteuning bestuurlijk te bespreken in kader van landelijk en regionale ontwikkelingen. In januari 2019 wordt er een bestuurlijk overleg gepland om deze twee zaken te bespreken. Gemeente Culemborg Ridderstraat 250 Postbus AC Culemborg Tel Fax Info@culemborg.nl

4 Rekentool voor berekening tarieven HbH tbv onderhandelingen tot en met eind De groene vensters dienen gevuld te worden met de gegevens van de organisatie. Ondersteuningsvorm: benaming van gemeente Hulp bij huishouden Hulp bij Huishouden Toelichting [Datum CAO] Loonschaal HH HH HH HH HH HH Hier is de HbH loonschaal ingevuld conform artikel 3.2A CAO-VVT. NB: De HbH schaal is o.g.v. artikel 3.2A lid 1 CAO-VVT alleen van toepassing als de AMvB reële tarieven van toepassing is. Dit is het geval voor Wmo/HbH contracten waarvan de aankondiging van een overheidsopdracht vanaf 1 juni 2017 heeft plaatsgevonden en voor contracten die vanaf 1 juni 2017 zijn verlengd. Zie Besluit van 28 maart 2017, Staatsblad 2017, nr. 158 inzake de inwerkingtreding van de AMvB reële tarieven. Periodiek Vul hier de periodiek(en) in waarmee u wilt rekenen. Inzetmix per periodiek 18% 35% 6% 6% 10% 25% Bij inzet van werknemers in verschillende periodieken kunt u hier per kolom het aandeel van de betreffende periodieken in de totale inzet invullen. Het totaal van de kolommen moet gelijk zijn aan 100. Als u geen percentage invult, wordt de kolom niet meegeteld in de berekening van het gewogen tarief. Vast component of % cao afgeleid LOONKOSTEN PER UUR Bruto uurloon cao 10,76 11,30 11,84 12,38 12,92 13,45 Vakantietoeslag (minimum cao bepaald, zie toelichting) Ja 8,00% 0,99 0,99 0,99 0,99 1,03 1,08 Eindejaarsuitkering (minimum cao bepaald, zie toelichting) Ja 7,40% 0,97 0,97 0,97 0,97 0,97 1,00 Bruto uurloon wordt automatisch ingevuld na selecteren van HbH loonschaal en periodiek. De CAO VVT is van toepassing. Minimum vakantiebijslag is 1860,37 per 1 mei 2018 (met uur in een jaar is dat 0,99 per uur). De minimum vakantiebijslag wordt jaarlijks verhoogd met eventuele algemene loonaanpassingen die in het kader van de cao plaatsvinden. Op grond van de nieuwe cao VVT per 1 april 2018 wordt (loon)indexering toegepast en wordt de minimum vakantiebijslag dus ook verhoogd. De minimum vakantiebijslag per 1 mei 2019 bedraagt 1.934,78. In het tabblad 'VVT CAO UURLONEN 2018_2019' kan dit bedrag worden aangepast. De opbouw van de eindejaarsuitkering is gebaseerd op: - per 1 januari 2017: 7,0 % van het verdiende bruto salaris in de periode januari tot en met november 2017; - per 1 december 2017: 7,4 % van het verdiende bruto salaris in de periode december 2017 tot en met november 2018; - per 1 december 2018: 7,4 % van het verdiende bruto salaris in de periode december 2018 tot en met november 2019; - per 1 december 2019: 8,33 % van het verdiende bruto salaris in de periode december 2019 tot en met november 2020; Minimum: Als de werknemer 22 jaar of ouder is, wordt de eindejaarsuitkering tenminste berekend over het actuele bedrag van inpassingstabelnummer 12 dat van toepassing is. Per 1 oktober 2018: 13,17. (Tot 1 oktober 2018: 12,66) Totaal bruto uurloon 7,40% 12,73 13,27 13,81 14,35 14,93 15,52 OP werkgeversdeel (zie werkblad "Pensioenpremie) Ja 0,74 0,81 0,87 0,93 1,00 1,07 Zie tabblad 'Pensioenpremie per loonschaal' AP werkgeversdeel (zie werkblad "Pensioenpremie) Ja 0,01 0,01 0,01 0,01 0,01 0,02 Zie tabblad 'Pensioenpremie per loonschaal' Totaal pensioenpremies 0,75 0,81 0,88 0,95 1,02 1,09 WGA / WIA (+ WKO) Ja 6,77% 0,86 0,90 0,93 0,97 1,01 1,05 Premie 2018 WW Ja 2,85% 0,36 0,38 0,39 0,41 0,43 0,44 Premie 2018 Sectorfonds Ja 0,64% 0,08 0,08 0,09 0,09 0,10 0,10 Premie 2018 ZVW Ja 6,90% 0,88 0,92 0,95 0,99 1,03 1,07 Premie 2018 WHK Nee 1,10% 0,14 0,15 0,15 0,16 0,16 0,17 WGA eigen risico; herverzekerd Nee 0,25% 0,03 0,03 0,03 0,04 0,04 0,04 Eigen risicodrager: keuze onderneming Totaal Sociale lasten 18,51% 2,36 2,46 2,56 2,66 2,76 2,87 Totaal te verlonen kosten per uur 15,83 16,54 17,24 17,95 18,71 19,48 Percentage is afhankelijk van de omvang van de werkgever en type werkgever. Bij het vaststellen van de individuele premiepercentages gelden per premiecomponent de volgende grenzen in 2018: Voor de premiecomponent WGA: minimumpercentage 0,18% maximumpercentage 3,00% gemiddelde percentage (over alle sectoren) 0,75% Voor de premiecomponent Ziektewet-flex: minimumpercentage 0,1% maximumpercentage 1,64% gemiddelde percentage (over alle sectoren) 0,41% Het landelijke percentage voor 2018 is door UWV/SZW vastgesteld op: 1,1% (WGA: 0,77% + Ziektewet Flex 0,33% = 1,1%). Daarnaast kan de premie hoger zijn, afhankelijk van de schadelast van de betreffende instelling (zie pagina 12: pdf). Verlof Ja 16,29% 2,58 2,69 2,81 2,92 3,05 3,17 Zie voor rekenpercentage tabblad "Bruto-netto berekening" Scholing Ja 2,50% 0,40 0,41 0,43 0,45 0,47 0,49 Aan te passen op tabblad "Bruto-netto berekening" Totaal verlof & scholing 18,80% 2,98 3,11 3,24 3,37 3,52 3,66 ZIEKTEVERZUIM & REISKOSTEN

5 Ziekteverzuim Nee 6,25% 0,99 1,03 1,08 1,12 1,17 1,22 Invullen op tabblad "Bruto-netto berekening" Reiskosten woon-werkverkeer volgens CAO Ja 0,47 0,47 0,47 0,47 0,47 - Reiskosten dagvergoeding toe te berekenen per uur Reiskosten client naar client, toe te berekenen per uur Ja 0,44 0,44 0,44 0,44 0,44 - Totaal ziekteverzuim & reiskosten 1,90 1,94 1,99 2,03 2,08 1,22 Totale kostprijs per uur 20,70 21,59 22,47 23,35 24,30 24,36 OVERIGE KOSTEN Niet planbaar wel te verlonen tijd Nee 4,74% 0,75 0,78 0,82 0,85 0,89 0,92 Organisatiegebonden overheadkosten Nee 15,00% 3,11 3,24 3,37 3,50 3,65 3,65 Risico & resultaat Nee 3,60% 0,75 0,78 0,81 0,84 0,87 0,88 Reiskosten/reistijd toe te berekenen per uur (het kan hier gaan om een combinatie van reiskosten en/of reistijd, artikel 1.1 lid 4 CAO-VVT) Individueel overleg, teamoverleg, organisatieoverleg, e.d. Zie voor referentiewaarden Handreiking voor de AMvB reële prijs Wmo (VNG, 2017). Overhead organisatie: Management, administratie, ICT, huisvesting, materiele kosten e.d. obv. marktgemiddelde. Omvang wisselt per organisatie. Zie voor referentiewaarden Handreiking voor de AMvB reële prijs Wmo (VNG, 2017). Zie tevens Benchmark Care Berenschot (2017). Risico & resultaat. Tevens kunnen hier opgenomen worden kosten als gevolg van gemeentelijke eisen, zoals rapportageverplichtingen en administratieve verplichtingen, of specifieke afspraken over vermindering van kosten. INDEXATIE Indexatiepercentage 0,00% Vul hier de gekozen methodiek in (gangbaar OVA-index) Ongewogen tarief per uur 25,31 26,39 27,46 28,54 29,71 29,82 Gewogen tarief per uur 27,55 Tariefvoorbeeld 2018 met de gekozen periodieke inzetmix Naam combinatie loonschaal en -periodiek HH0 HH1 HH2 HH3 HH4 HH5

6 Berekening pensioenpremie HV schaal Ondersteuningsvorm; benaming gemeente Hulp bij Huishouden Loonschaal HH HH HH HH HH HH Periodiek Bruto uurloon 10,76 11,30 11,84 12,38 12,92 13,45 Brutoloon tbv berekening premie-% , , , , , ,10 Totaal bruto uurloon incl Vak toeslag en EJU 12,73 13,27 13,81 14,35 14,93 15,52 Fulltime salaris , , , , , ,00 OP Premie vaststellen % (werkgevers +werknemersdeel) 23,50% 23,50% 23,50% 23,50% 23,50% 23,50% Franchise , , , , , ,00 Grondslag , , , , , ,00 Premie (per jaar) 2.789, , , , , ,44 Werkgeversdeel OP (toe te passen %, na aftrek franchise) 5,84% 6,08% 6,30% 6,50% 6,71% 6,90% AP Premie vaststellen % (werkgevers +werknemersdeel) 0,70% 0,70% 0,70% 0,70% 0,70% 0,70% Franchise (= frachisebedrag pensioenfonds) , , , , , ,00 Grondslag 3.447, , , , , ,00 Premie (per jaar) 24,14 31,23 38,33 45,43 53,10 60,89 Werkgeversdeel AP (toe te passen %, na aftrek franchise) 0,05% 0,06% 0,07% 0,08% 0,09% 0,10% Totaal Werkgeversdeel 5,89% 6,14% 6,37% 6,59% 6,80% 7,01%

7 Bruto-netto berekening CAO percentage Bruto uren 100,00% Rekenpercentage Verlof 13,03% 16,29% Toelichting Verlofuren zijn 202,4 vanaf 1/1/2017. Extra bovenwettelijke verlofuren zijn 35. Dit wordt aangevuld met 1 dag voor verlof bijzondere gebeurtenissen (totaal 202, ,2 = 244,6). Het totaal aantal in te zetten uren per jaar obv 36 uur per week is afgerond 1877,14. In het rekenpercentage is nog geen rekening gehouden met kosten van vervanging tijdens verlof en met de extra verlofuren in verband met de CAO-artikelen 6.2 en 6.3, waarmee aanvullende verlofuren geregeld zijn voor medewerkers die per 31 december jaar of ouder waren. Aanpassing van dit percentage in verband met groot aandeel 50 plussers is mogelijk. Scholing 2,00% 2,50% In de cao VVT ( ) is opgenomen dat het scholingsbudget minimaal 2% van de loonsom bedraagt (Artikel 10.1A). Hier is dat vertaald in 2% van de indirecte tijd. In het rekenpercentage is tevens rekening gehouden met kosten van vervanging tijdens scholing Ziekteverzuim 5,00% 6,25% Ziekteverzuim wisselt per organisatie. Het gemiddelde in de VVT-sector is volgens brancheviewer Vernet 6,93% (voortschrijdend jaar t/m ). Het gemiddelde in de zorgsector breed is volgens CBS in het eerste kwartaal van ,5% (niet-representatief voor hulp bij het huishouden). Netto uren 79,97% Toelichting: De netto berekening is gebaseerd op de aangegeven verplichtende factoren (o.g.v. de cao-vvt en wetgeving) van improductiviteit. Deze verplichtende factoren gelden evenzeer voor de (kosten van) vervanging gedurende verlof, scholing en ziekteverzuim. Dit is derhalve in de rekenpercentages meegenomen.

8 HbH Schaal Schaal Periodiek Uurloon HbH 0 10,76 HbH 1 11,3 HbH 2 11,84 HbH 3 12,38 HbH 4 12,92 HbH 5 13,45 Vakantiebijslag Minimum vakantiebijslag 1860,37