Afvalscheiding en afvalinzameling

Transcriptie

1 Afvalscheiding en afvalinzameling in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Resultaten bewonersenquête Onderzoek uitgevoerd in opdracht van gemeente Utrechtse Heuvelrug DIMENSUS beleidsonderzoek Juli

2 2

3 Inhoud Samenvatting en conclusies 5 Inleiding 13 1 Afvalinzameling in Utrechtse Heuvelrug 15 2 Restafval 21 3 GFT-afval 27 4 Papier en karton 31 5 PMD-afval 35 6 Glas 39 7 Textiel 43 8 Grofvuil 47 9 Grof snoeiafval De milieustraat De Kringloop Ergernissen Informatievoorziening Klachtenafhandeling De toekomst 67 Bijlage A: achtergrondgegevens 73 Bijlage B: de vragenlijst 75 3

4 4

5 Samenvatting en conclusies In heeft de gemeente Utrechtse Heuvelrug een plan gemaakt om de inzameling van huishoudelijk afval te verbeteren. Dit plan heeft een looptijd van acht jaar. In is een 0- meting uitgevoerd naar hoe inwoners omgaan met afval en hoe zij de afvalinzameling waarderen. Afgesproken is dat halverwege de looptijd van het plan wordt gekeken welke veranderingen waarneembaar zijn. In het voorjaar van heeft hiervoor de 1-meting plaatsgevonden aan de hand van een enquête onder de inwoners van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Om een goede vergelijking te kunnen maken met de meting in zijn de belangrijkste onderzoeksvragen gelijk gebleven. Het gaat hierbij om: hoe gaan de inwoners om met de verschillende soorten afval (en afvalscheiding), hoe beoordelen de inwoners de afvalinzameling van de gemeente en welke knelpunten worden ervaren en hoe belangrijk vinden inwoners de verschillende aspecten van de afval inzameling: milieu, maatschappelijke aspecten, kosten en service? En hoe kijken zij aan tegen mogelijke maatregelen waar de gemeente aan denkt? Om zo concreet mogelijke informatie te verkrijgen, is in de enquête ingezoomd op alle verschillende afvalstromen en vormen van afvalinzameling. De enquête is gehouden onder een geselecteerde steekproef van alle inwoners van de gemeente. Door bij de steekproeftrekking rekening te houden met de omvang van de verschillende kernen en hiervoor achteraf te corrigeren, worden representatieve uitkomsten gegenereerd naar de verschillende (combinaties) van kernen. Van de benaderde inwoners hebben er 525 aan het onderzoek meegedaan, een respons van 42%, wat vergelijkbaar is met de vorige meting. Om alle inwoners van de gemeente de gelegenheid te geven om hun mening te geven, is een voor iedereen toegankelijke link naar de vragenlijst geplaatst op de website van de gemeente. Meer dan 500 inwoners hebben aan deze oproep gehoor gegeven. Bij de vorige meting waren dit minder inwoners, namelijk ruim 300. Deze groep is niet via een selectie tot stand gekomen en is daarom niet representatief. Ervaring leert dat inwoners die op een dergelijke oproep reageren vaker meer betrokken en kritischer zijn dan gemiddeld. Dat vertaalt zich ook in de uitkomsten. Ook zijn het vaker grotere huishoudens (gezinnen met kinderen) en is het aandeel ouderen veel kleiner onder deze groep respondenten. In de rapportage zijn de twee onderzoeksgroepen daarom uit elkaar gehouden. Bij de interpretatie van de resultaten moet hiermee rekening worden gehouden. Door de resultaten van deze meting te vergelijken met die uit, kunnen veranderingen in de beleving en het gedrag in de loop der tijd in beeld worden gebracht. Wanneer ontwikkelingen in de tijd worden bekeken, wordt altijd een vergelijking gemaakt tussen de onderzoeken die op basis van de steekproef tot stand zijn gekomen. Bij de interpretatie van de resultaten moet rekening worden gehouden met een oververtegenwoordiging van 65-plussers (45%) en een ondervertegenwoordiging van inwoners jonger dan 40 jaar (6%). Het aantal enquêtes dat is ingevuld door inwoners van de hoogbouw is beperkt, namelijk 55, waarvan circa de helft 65 jaar of ouder is. Dit is van invloed op de resultaten onder andere waar het gaat om de beoordeling van de afvalinzameling met behulp van verzamelcontainers. Kleine aantallen kunnen namelijk zorgen voor grote procentuele verschuivingen waardoor oneigenlijke conclusies kunnen worden getrokken. Bij de meting in lag het aantal enquêtes afkomstig van de hoogbouw nog lager. Ook toen was circa de helft van deze enquêtes ingevuld door een 65-plusser. In de tekst wordt hier verder op terug gekomen. 5

6 Tevredenheid over de afvalinzameling Het aandeel bewoners dat over alle aspecten tevreden is en het gemiddelde rapportcijfer* % overal tevreden over Rapportcijfer restafval (kliko) 56% 66% restafval (kliko) 7,9 7,6 restafval (verzamelcontainer) 38% 77% restafval (verzamelcontainer) 7,8 8,0 PMD-kliko / kunsstof afval 24% 69% PMD-kliko / kunsstof afval 5,9 7,8 PMD-verzamelcontainer / kunstof afval 37% 69% PMD-verzamelcontainer / kunstof afval 7,0 7,8 GFT-afval 53% 56% GFT-afval 7,7 7,7 papier en karton (kliko) 80% 84% papier en karton (kliko) 7,9 8,1 papier en karton (verzamelcontainer) 42% 67% papier en karton (verzamelcontainer) 7,0 8,1 grofvuil 42% 61% grofvuil 7,1 7,5 grof snoeiafval 38% 44% grof snoeiafval 7,1 7,5 glas 55% 64% glas 7,5 7,8 textiel 60% 62% textiel 7,5 7,4 milieustraat Doorn 58% 62% milieustraat Doorn 7,8 8,1 milieustraat Rhenen 32% 43% milieustraat Rhenen 7,5 7,4 *alleen de steekproef In het algemeen zijn de inwoners van de Utrechtse Heuvelrug (zeer) tevreden over de wijze waarop het afval in de gemeente wordt ingezameld. Als wordt gevraagd om een totaalcijfer te geven voor de afvalinzameling dan komt het gemiddelde rapportcijfer uit op een 7,6, een ruime voldoende. Dit is net iets lager dan in, destijds werd de afvalinzameling in het algemeen met een 7,7 beoordeeld. Daarnaast is aan alle respondenten gevraagd hoe zij de verschillende aspecten van de afvalinzameling waarderen. Vrijwel alle aspecten van de afvalinzameling worden gewaardeerd met een gemiddeld cijfer tussen de 7 en de 8. Papier scoort met een gemiddelde van 8,1 het hoogst en textiel met een 7,4 het laagst. 6

7 Op vrijwel alle vlakken is het rapportcijfer iets hoger dan in. Het gemiddelde van alle aspecten komt uit op een 7,8, in was dit een 7,4. Er is aan de inwoners ook gevraagd op welke punten de afvalinzameling verbeterd moet worden. Een aanzienlijke groep geeft aan overal tevreden over te zijn (gemiddeld 63%). In was dit 47% (zie figuur % overal tevreden over). Bij alle aspecten is vergeleken met sprake van een toename van het aandeel inwoners dat overal tevreden over is. Gemiddeld genomen scoort de inzameling met behulp van verzamelcontainers net iets lager dan wanneer inwoners kliko s hiervoor hebben. Bij restafval scoren de verzamelcontainers echter beter (8,0 ten opzichte van 7,6). Bij papier en karton en PMD-afval is er geen verschil. Hoge rapportcijfers hangen niet altijd samen met een evenredig aandeel inwoners dat overal tevreden over is. Zo krijgt de afvalinzameling van textiel met een 7,4 een relatief laag cijfer terwijl het aandeel inwoners dat hierover tevreden is met 62% relatief hoog is. Omgekeerd krijgt de milieustraat in Doorn een 8,1 en geeft eveneens 62% aan hierover helemaal tevreden te zijn. Blijkbaar is er geen sprake van een eenduidige samenhang tussen het rapportcijfer en de tevredenheid over alle aspecten. Afvalscheiding De meeste inwoners zeggen te weten welk afval bij welke afvalstroom moet worden aangeboden. Voor papier en GFT-afval is dat 95% en voor restafval 90%. Bij PMD-afval is dit in verhouding iets minder bekend, maar ook hiervan weet drie kwart heel goed wat men bij PMD-afval kwijt kan. De overige inwoners weten dit ongeveer. De meeste inwoners van de Utrechtse Heuvelrug zeggen hun afval te scheiden. Papier en karton worden het meest gescheiden. Negentien van de twintig inwoners biedt papier en karton gescheiden aan (95%). Plastic, metaal en drinkpakken (PMD; 93%), glas (88%) en groente, fruit en tuinafval (GFT; 87%) worden allemaal door ongeveer negen op de tien inwoners gescheiden aangeboden. Grof snoeiafval wordt door circa de helft van de inwoners (51%) gescheiden aangeboden en vormt daarmee het type afval dat het minst vaak gescheiden wordt aangeboden. Ten opzichte van valt vooral de toename in afvalscheiding van PMD op. In leverde iets meer dan de helft van de inwoners dit type afval gescheiden aan. In vier jaar tijd is dit toegenomen naar meer dan negen op de tien inwoners. Dit zal voor het grootste deel samenhangen met de nieuwe manier van PMD-inzameling via kliko s in plaats van het brengen van dit afval naar verzamelcontainers in de buurt. Daarnaast is het ook in lijn met de intenties die de inwoners in kenbaar maakten. Destijds gaf één op de drie inwoners aan het scheiden van kunststof zeer belangrijk te vinden (en men wilde daar ook alles aan doen), nog eens 60% zag het belang van het scheiden van kunststof afval wel in, maar zou dit alleen doen als het gemakkelijk kon worden aangeboden. De inwoners zouden hiervoor het liefst een eigen kliko (33%) of plastic zakken (24%) willen gebruiken. De gemeente heeft gekozen voor eigen kliko s. Inwoners is een aantal stellingen voorgelegd waarbij gevraagd is welke het meest op hen van toepassing is. Bijna drie kwart (74%) van de inwoners geeft aan op dit moment het afval al maximaal te scheiden. Dit is flink toegenomen ten opzichte van. Destijds gaf iets minder dan de helft (45%) aan het afval al maximaal te scheiden. Andere inwoners zijn met name te prikkelen om meer afval te scheiden als het gemakkelijker zou kunnen worden aangeboden en opgehaald (16%). De kosten ( Ik zou meer afval gaan scheiden als het me geld oplevert ) en het milieu ( Ik zou meer afval gaan scheiden als ik (beter) weet wat het nut hiervan is voor het milieu ) spelen hierbij een kleinere rol (respectievelijk 9% en 6%). Bijna één op de tien inwoners 7

8 (8%) zou meer afval gaan scheiden als de opbrengst ten goede komt aan maatschappelijke doelen. Een even groot deel is niet over te halen om meer afval te gaan scheiden, omdat men het te veel gedoe vindt en/of men het nut ervan niet inziet. In was ook één op de tien inwoners niet over te halen om meer afval te gaan scheiden. Als de inwoners wordt gevraagd welke aspecten men belangrijk vindt bij de inzameling van afval, dan staat het milieu bovenaan (98% vindt dit (erg) belangrijk), gevolgd door het gemak / de service en het maatschappelijk belang (respectievelijk 85% en 83%). De kosten zijn dan minder belangrijk (78%). Aan de inwoners is ook gevraagd welke uitspraak het meest van toepassing is met betrekking tot hun gedragsverandering door de tijd heen. Van de inwoners geeft 62% aan in de aflopen jaren steeds meer afval te zijn gaan scheiden. Nog eens ruim een derde (36%) is niet meer afval gaan scheiden omdat ik dit al zoveel mogelijk deed. Slechts 2% zegt niet meer afval te scheiden omdat men het niet belangrijk vindt. Zowel uit de uitspraken betreffende de afvalinzameling op dit moment als een mogelijke gedragsverandering door de tijd is te concluderen dat mensen meer afval zijn gaan scheiden. Verschillende afvalstromen Restafval Vier op de tien inwoners slaan wel eens de leging van de kliko voor restafval over: 13% doet dit regelmatig en een kwart een enkele keer. De kliko is ook lang niet altijd vol. Bij drie op de tien inwoners is dit wel het geval, maar bij een kwart is deze voor drie kwart vol, bij drie op de tien voor de helft en bij één op de zes zelfs voor een kwart of minder. Inzameling van glas Inwoners zijn over het algemeen zeer te spreken over de glasinzameling. Inwoners die ontevreden zijn, wijzen naast het vaker vol zijn van containers en de afstand tot de containers op de glasscherven rondom de containers evenals ander zwerfvuil. Inzameling van PMD Het inzamelen van plastic, metaal en drinkpakken heeft, omdat de inzameling is gewijzigd, de afgelopen vier jaar de grootste vlucht genomen. Inwoners weten beter wat er in de PMD-kliko en -verzamelcontainer kan en de inzameling van PMD-afval met een kliko wordt ook beter beoordeeld. De helft van de inwoners die nu gebruik maken van een verzamelcontainer zouden graag over een eigen voorziening voor PMD zou willen beschikken. Inzameling van papier Het apart inzamelen van papier is al redelijk gemeengoed geworden. Bijna alle inwoners (98%) scheiden papier en karton van het andere afval. Ook vinden ruim negen van de tien inwoners (91%) het prima dat de opbrengst van de inzameling van papier en karton ten goede komt aan verenigingen e.d. 8

9 Inzameling van textiel De meeste inwoners houden textiel apart omdat het beter is voor het milieu (42%) of omdat er goede doelen mee gediend worden (38%). Niet meer dan 10-15% van de inwoners zou textiel apart houden als daardoor de kosten voor afvalinzameling zouden dalen. Circa 5% vindt het te veel gedoe om textiel te scheiden en is niet van plan dit te gaan doen. Het milieu wordt belangrijker gevonden als reden om textiel in te zamelen dan in. Het steunen van goede doelen speelt nu iets minder. Gebruik van de Kringloop De inwoners is ook een aantal uitspraken voorgelegd over het gebruik van de Kringloop voor herbruikbare goederen. Hieruit blijkt dat circa acht op de tien inwoners weleens gebruik maken van de Kringloop omdat het goede doelen dient en werkgelegenheid oplevert (36%) of omdat het goed is voor het milieu (35%). Daar staat tegenover dat ongeveer 20% van de inwoners herbruikbare goederen liever naar de milieustraat brengt of bij het restafval gooit, omdat de Kringloop te veel gedoe is. Dit aandeel is niet echt gewijzigd vergeleken met. Belangrijkste knelpunten De vraag over aspecten waarover men niet of minder tevreden is, leverde het volgende resultaat op: Meest genoemde (>10%) knelpunten, naar afvalstroom / vorm van inzameling (en het percentage van de bewoners uit de steekproef dat het knelpunt heeft genoemd) Milieustraat Rhenen afstand (35%) / openingstijden (21%) GFT-afval, kliko ophaalfrequentie (27%) / reinigen (12%) Milieustraat Doorn openingstijden (21%) Restafval, kliko ophaal-frequentie (21%) Grofvuil ophaalfrequentie (17%) PMD-afval ophaalfrequentie (16%) Textiel te vol (16%) / aantal containers te beperkt (12%) Restafval, verzamelcontainer afval naast de container (15%) Glas afstand (15%) / te vol (15%) Papier en karton, verzamelcontainer afstand (12%) / te vol (12%) / er staat vak vuil naast (12%) Grof snoeiafval ophaalfrequentie (11%) De afstand tot de milieustraat in Rhenen wordt het meest als knelpunt genoemd. Eén derde van de inwoners heeft dit, evenals bij de vorige meting, naar voren gebracht. De ophaalfrequentie van het GFT-afval wordt door een kwart van de inwoners genoemd als aspect waarover men minder tevreden is. Vergeleken met de vorige meting wordt dit nu vaker naar voren gebracht (van 21% naar 27%) terwijl de frequentie juist is toegenomen door invoering van de wekelijkse inzameling in de herfst. Circa één op de vijf inwoners noemt de openingstijden van de milieustraat in Doorn en de ophaalfrequentie van het restafval als knelpunt. Hierin is niet veel veranderd vergeleken met de vorige meting. De ophaalfrequentie van grofvuil en PMD-afval, te volle textielcontainers, restafval dat naast de verzamelcontainers staat en te volle glascontainers evenals de afstand tot de glascontainer worden door circa één op de zes als minder positief ervaren. Andere aspecten die nog door circa één op de tien inwoners naar voren worden gebracht, zijn het beperkte aantal containers voor textiel, de afstand tot verzamelcontainers voor papier evenals de constatering dat deze vaak vol zijn en er vuil naast staat en de ophaalfrequentie van grof snoeiafval. 9

10 Ergernissen Bijna één op de drie inwoners (30%) stoort zich weleens aan het gedrag van anderen, als het gaat om het omgaan met afval. Dit heeft vooral betrekking op het achterlaten van afval in de openbare ruimte, bijv. naast (te) volle verzamelcontainers, maar ook op straat of in de natuur. Ook het niet of te weinig scheiden van afval is voor sommigen een bron van ergernis. Een derde punt van ergernis is het gebruik van de kliko: te vroeg op straat zetten, te lang laten staan of te volle kliko s aan straat zetten waardoor afval eruit waait. Het aandeel inwoners dat zich wel eens stoort aan andermans gedrag is niet veranderd vergeleken met. Klachten Iets meer dan één op de tien inwoners (12%) heeft wel eens een klacht ingediend over de afvalinzameling in de gemeente. Twee derde van de klachten komt direct binnen bij de gemeente, een derde bij SUEZ (voorheen SITA). Inwoners die buiten de bebouwde kom wonen, hebben meer dan gemiddeld weleens een klacht ingediend (22%). Over de afhandeling van de klachten is men positief. Zowel de bereikbaarheid voor het indienen van een klacht, de klantvriendelijkheid van de organisatie als de afhandeling zelf krijgen een voldoende. De afhandeling van de klacht door de gemeente (6,9) scoort net geen zeven, de bereikbaarheid, de klantvriendelijkheid en de afhandeling van de klacht door SUEZ krijgen allemaal een hoger cijfer. SUEZ scoort bij deze meting op alle punten net iets hoger dan de gemeente, in scoorde de gemeente juist hoger. Informatie Inwoners maken voor informatie over het aanbieden van afval vooral gebruik van de afvalkalender (52%) en van de nieuwe app AfvalWijzer (50%). Het merendeel van de inwoners vindt de informatievoorziening van de gemeente over de afvalinzameling prima. Gemiddeld levert dit een 7,9 op als rapportcijfer. In was men heel erg positief over het gebruiksgemak van de afvalkalender: men hangt hem ergens op en heeft altijd de informatie paraat, de kalender is bovendien zeer overzichtelijk. Het nadeel van digitale informatie is dat dit steeds opnieuw moet worden opgezocht. Wanneer de gemeente ervoor kiest de informatie over de afvalinzameling alleen digitaal beschikbaar te stellen dan vinden vier op de tien inwoners dit bezwaarlijk. In was dit nog iets meer dan de helft (53%). De acceptatie neemt dus toe. De toekomst van de afvalinzameling: waar moet de prioriteit liggen? Bij de keuzes voor de toekomst moet een afweging gemaakt tussen verschillende aspecten van de afvalinzameling. Een belangrijke onderzoeksvraag was dan ook: wat weegt voor inwoners het zwaarst: het milieu, de maatschappelijke aspecten, de service (het gemak) of de kosten? Belang van verschillende aspecten van afvalinzameling, in procenten van de respondenten in de steekproef (n=525*) schoon milieu 63% 35% service / gemak 38% 47% 13% maatschappelijk belang 37% 46% 14% lage kosten 35% 43% 20% heel belangrijk belangrijk neutraal (helemaal) niet belangrijk *Alleen inwoners in de steekproef 10

11 Uit de antwoorden wordt duidelijk dat geen enkel aspect niet belangrijk wordt gevonden. Milieu scoort duidelijk het hoogst: slechts 2% geeft aan dit aspect niet belangrijk te vinden. Voor het aspect kosten is dit 22%. Dat impliceert dat mensen eerder bereid zijn om te betalen om meer aandacht te geven aan het milieu (bijv. door meer afvalscheiding te stimuleren). Ook service en maatschappelijke belang scoren hoger dan de kosten. Daarmee is niet gezegd dat kosten onbelangrijk zijn: meer dan drie kwart (78%) vindt het kostenaspect (heel) belangrijk. Afvalscheiding Als de inwoners een aantal uitspraken wordt voorgelegd over hun toekomstig gedrag als het gaat om afvalscheiding, onderschrijft circa 74% de stelling dat men nu al maximaal afval scheidt. Nog eens 16% is bereid meer afval te scheiden als het gemakkelijker gescheiden kan worden aangeboden. Ongeveer één op de tien inwoners (9%) zou meer afval scheiden als het geld zou opleveren. Het gemak wordt, als er direct naar wordt gevraagd, dus veel vaker genoemd als motief om afval te scheiden dan de kosten, het maatschappelijk belang (ca. 8%) of het milieu (ca. 6%). Er is maar een kleine groep (2%) die niet bereid is om (meer) afval te scheiden, omdat men het te veel gedoe vindt of het nut er niet van ziet. De toekomst van verzamelcontainers? De inzamelpunten waar de verzamelcontainers staan kunnen mooier gemaakt worden, onder andere door bovengrondse containers te vervangen door ondergrondse containers. Ongeveer één op de zes inwoners geeft aan dat ze liever minder, maar wel mooiere plekken hebben, een even groot deel wil wel mooiere plekken, maar niet minder plekken en zijn bereid daarvoor een paar euro s meer te betalen via de afvalstoffenheffing. Ruim twee derde (69%) wil echter dat er niets moet worden veranderd aan de huidige situatie. Als het gaat om de plek waar verzamelcontainers moeten staan, geeft bijna drie kwart (74%) de voorkeur aan winkelcentra. Eén op de zes kiest voor uitvalswegen en één op de tien geeft aan dit elders te willen, met name in de woonwijken zelf. Grotere afstanden tot verzamelcontainers door aanpassingen aan locaties zorgt ervoor dat bijna een derde van de inwoners (31%) meer afval bij het restafval gaat gooien. Het mogelijk niet meer toestaan van het gebruik van de milieustraat Remmerden in Rhenen voor inwoners van Amerongen, Leersum en Overberg Twee derde van de inwoners van Amerongen, Leersum en Overberg zou het geen probleem vinden als zij alleen nog gebruik mogen maken van de milieustraat Velperengh in Doorn. Eén op de zes inwoners van deze kernen zou dit (erg) bezwaarlijk vinden. Overige maatregelen Zes op de tien inwoners hebben er geen problemen mee als het afval steekproefsgewijs wordt gecontroleerd op het juist sorteren van afval, 14% heeft hier bezwaar tegen. Zeven op de tien inwoners vinden het prima wanneer men moet betalen voor het laten ophalen van grofvuil of men het zelf moet wegbrengen naar de milieustraat. 11

12 12

13 Inleiding De gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft vier jaar geleden een plan opgesteld om de afvalinzameling te verbeteren. De looptijd van het plan bedraagt acht jaar. Bij de start van het plan is een 0-meting uitgevoerd om te bekijken hoe de inwoners van de gemeente omgaan met afval en hoe zij de afvalinzameling waarderen. Daarnaast stelt de gemeente in het kader van de burgerparticipatie haar inwoners in staat om op allerlei manieren mee te denken over de afvalinzameling. DIMENSUS beleidsonderzoek heeft in de 0-meting voor de gemeente uitgevoerd en heeft de opdracht gekregen voor de vervolgmeting in. Het onderzoek heeft evenals bij de 0-meting het volgende drieledige doel: 1. De enquête moet inzicht bieden in de huidige situatie: hoe gaan bewoners op dit moment om met hun afval, hoe ervaren en beoordelen zij de inzameling van afval door de gemeente, waarover is men vooral tevreden, waarover ontevreden en waarom? 2. De Kadernota Afval kent vier hoofdthema s te weten: milieu, maatschappelijke aspecten, service en kosten. Bij de bewoners moet worden gepeild wat zij belangrijk vinden en wat zij er voor over hebben. 3. Bewoners wijzen op andere manieren om te participeren in het vervolg van het proces door deel te nemen aan een digitaal panel en/of een bijeenkomst, en door aan te geven dat goede ideeën over afvalinzameling welkom zijn. Onderzoeksmethode De onderzoeksmethode is gelijk gehouden aan die van de 0-meting zodat wederom een enquête is gehouden onder een steekproef van de inwoners. Omwille van een optimale respons is evenals de vorige keer gekozen voor een combinatie van een internetenquête met een telefonische enquête. Voor het onderzoek zijn circa bewoners aangeschreven en uitgenodigd om een enquête via internet in te vullen. Na ongeveer twee weken zijn de bewoners die tot dan toe niet hadden gereageerd, telefonisch benaderd. Uiteindelijk hebben 525 bewoners meegewerkt aan het onderzoek, een respons van 42% van de steekproef. Het merendeel (31%) heeft via internet meegewerkt, de overige 11% is telefonisch geënquêteerd. De respons is redelijk verdeeld over de (7) woonkernen van de gemeente, zodanig dat uitspraken kunnen worden gedaan over Driebergen-Rijsenburg, Doorn en de combinaties Amerongen-Leersum en Maarn-Maarsbergen- Overberg. Voor een juiste verhouding tussen de kernen (bevolkingsomvang) zijn de enquêteuitkomsten gewogen. Er heeft geen weging naar leeftijd of woningtype plaatsgevonden. Bij de interpretatie van de resultaten moet dan ook rekening worden gehouden met een oververtegenwoordiging van ouderen en een ondervertegenwoordiging van inwoners van 40 jaar en jonger. Ook is het aantal afgenomen enquêtes in de hoogbouw met 55 beperkt, waardoor de resultaten een vertekend beeld kunnen opleveren, zeker wanneer een vergelijking met wordt gemaakt toen het aantal enquêtes in de hoogbouw nog lager lag (21). Algemene link naar de enquête Naast de gerichte steekproefenquête is evenals bij de 0-meting aan alle bewoners van de gemeente de mogelijkheid geboden om hun mening te geven via een naar de (internet)enquête, die op de website van de gemeente is geplaatst. Aan deze oproep hebben nog eens 520 bewoners gehoor gegeven. Ervaring leert dat bewoners die spontaan reageren op een enquêteverzoek vaak meer betrokken en kritischer zijn en daarom niet representatief voor de bevolking. Het aandeel ouderen ligt onder deze groep veel lager. Ook zijn het vaker grotere 13

14 huishoudens. Het aandeel gezinnen met kinderen is in deze groep veel groter dan de respondenten die vanuit de steekproef hebben meegewerkt aan het onderzoek. De antwoorden kunnen daarom afwijken van die van de steekproef. In de rapportage wordt om deze reden onderscheid gemaakt tussen de respondenten uit de steekproef en uit de. In de titel van elke grafiek of tabel wordt het aantal (n) inwoners genoemd waarop de uitkomsten betrekking hebben. Daarnaast wordt een vergelijking gemaakt met de vorige meting om te bekijken welke veranderingen zijn opgetreden. De vergelijking heeft altijd betrekking op het onderzoek onder de steekproef van de inwoners. 14

15 1. Afvalinzameling in Utrechtse Heuvelrug Algemeen oordeel Gemiddeld rapportcijfer voor de afvalinzameling, en (n is resp. 509 en 1.044) 7,7 7,6 7,1 Als de inwoners wordt gevraagd om de tevredenheid over de afvalinzameling uit te drukken in een rapportcijfer, levert dit gemiddeld een 7,6 op, ofwel een ruime voldoende. Inwoners die via de de enquête hebben ingevuld, zijn iets kritischer, maar ook zij geven met een 7,1 een ruime voldoende. Vergeleken met is het rapportcijfer nauwelijks veranderd (van 7,7 naar 7,6). Gemiddeld rapportcijfer voor de afvalinzameling, naar type container (n=525*) verzamelcontainer 7,5 kliko 7,6 * Alleen de steekproef Inwoners die beschikken over een eigen kliko oordelen niet echt anders over de afvalinzameling (7,6) dan inwoners die hun afval brengen naar een verzamelcontainer (7,5). Gemiddeld rapportcijfer woonplaats en woonsituatie (n=525*) Doorn / Driebergen Amerongen / Leersum Maarn / Overberg / Maarsbergen 7,4 7,6 7,8 dorp laagbouw dorp hoogbouw buiten de bebouwde kom 7,4 7,6 7,6 * Alleen de steekproef Het oordeel over de afvalinzameling verschilt nauwelijks tussen de kernen. Inwoners van Maarn / Overberg / Maarsbergen geven gemiddeld een iets hoger cijfer (7,8) en inwoners van de kernen Amerongen / Leersum een iets lager cijfer (7,4). Ook tussen de verschillende woningtypes verschilt het oordeel nauwelijks. Bewoners van de hoogbouw geven met een 7,4 een iets lager rapportcijfer. Er is geen noemenswaardig verschil met wat betreft tevredenheid over afvalinzameling. 15

16 Gemiddeld rapportcijfer naar leeftijd en huishoudenssamenstelling (n=525*) tot 40 jaar 40 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar 65 jaar en ouder 7,2 7,5 7,6 7,7 eenpersoonshuishoudens tweepersoonshuishoudens driepersoonshuihoudens en meer 7,5 7,4 7,7 * Alleen de steekproef Naarmate inwoners ouder zijn, is men positiever gestemd over de afvalinzameling. Inwoners tot 40 jaar geven een 7,2 en inwoners van 65 jaar en ouder geven een 7,7. Tweepersoonshuishoudens geven met een 7,7 het hoogste rapportcijfer en huishoudens met drie of meer personen het laagste met een 7,4. Heel groot zijn de verschillen echter niet naar leeftijd en huishoudenssamenstelling. In was eenzelfde beeld te zien. Scheiden van afval Bekendheid met het scheiden van afval, kliko s (n=476*) papier en karton 95% 2% GFT (groente/fruit/tuinafval)- afval 95% 4% restafval 90% 8% PMD (plastic, metaal en drinkpakken)-afval 79% 18% dat weet ik heel goed dat weet ik ongeveer dat weet ik (eigenlijk) niet ik heb daar geen kliko voor *alleen de steekproef Vrijwel alle inwoners (95%) zeggen heel goed te weten welk afval zij kwijt kunnen in de kliko s voor papier en GFT-afval. Als het gaat om restafval dan weten negen op de tien inwoners dit heel goed en de rest (8%) weet dit ongeveer. De bekendheid is het laagst als het gaat om PMD-afval. Toch geven acht op de tien inwoners aan heel goed te weten wat er in de kliko voor PMD-afval moet. De overige inwoners geven veelal aan dit ongeveer te weten (18%). 16

17 Inwoners die via de open link hebben meegewerkt aan het onderzoek zijn iets minder goed op de hoogte wat er in de kliko voor PMD kan (73% heel goed) en voor restafval (87%). Heel groot zijn de verschillen echter niet. Bekendheid met het scheiden van afval, verzamelcontainers (n=49*) restafval 78% 8% 7% 7% papier en karton 76% 5% 8% 11% PMD (plastic, metaal en drinkpakken)-afval 67% 6% 7% 20% dat weet ik heel goed dat weet ik (eigenlijk) niet dat weet ik ongeveer dat bied ik niet gescheiden aan * alleen de steekproef Niet alle inwoners die voor hun afval zijn aangewezen op verzamelcontainers zeggen hun afval gescheiden aan te bieden. Van de inwoners is 8% niet bekend met het scheiden van papier en karton, daarnaast biedt één op de tien inwoners dit niet gescheiden aan. We zagen eerder dat er een enorme toename is in het scheiden van PMD-afval. Voor de groep mensen die gebruik maakt van verzamelcontainers valt er kennelijk toch nog enige winst te behalen want één op de vijf zegt dit niet gescheiden aan te bieden en 7% weet niet wat er in de PMD container moet.. Inwoners geven aan het best te weten welk afval in de verzamelcontainers voor restafval en voor papier moet. Drie kwart geeft aan dit heel goed te weten. Als het gaat om PMD-afval dan is dit twee derde. Van de inwoners geeft 7% tot 8% aan (eigenlijk) niet te weten welk afval men kwijt kan in de verschillende verzamelcontainers. Het gescheiden aanbieden van afval (n=525*) papier en karton PMD (plastic, metaal en drinkpakken) 95% 93% 2% 3% glas 88% 5% 7% GFT (groente/fruit/tuinafval) 87% 5% 8% textiel / kleding 72% 17% 11% elektrische apparaten 69% 16% 15% klein chemisch afval / batterijen 69% 19% 12% herbruikbare goederen (kringloop) 61% 24% 15% grof snoeiafval 58% 16% 26% altijd of vaak soms (bijna) nooit * Alleen de steekproef 17

18 De mate waarin inwoners zeggen hun afval te scheiden, varieert naar type afval. Papier en karton (95% altijd), PMD (93%), glas (88%) en GFT (87%) worden door circa negen op de tien inwoners vaak of altijd gescheiden aangeboden. Textiel of kleiding (72%), elektrische apparaten (69%) en klein chemisch afval (69%) worden door zeven op de tien inwoners meestal gescheiden aangeboden en herbruikbare goederen voor de kringloopwinkel (61%) en grof snoeiafval (58%) door zes op de tien. Het aandeel bewoners dat altijd of vaak gescheiden afval aanbiedt, naar woningtype en locatie (n=525*) papier en karton 70% 94% 98% PMD (plastic, metaal en drinkpakken) 55% 94% 97% GFT (groente/fruit/tuinafval) 21% 79% 95% glas 77% 87% 90% textiel / kleding 73% 73% 70% klein chemisch afval / batterijen 67% 69% 65% elektrische apparaten 67% 69% 68% herbruikbare goederen (kringloop) grof snoeiafval 37% 65% 61% 52% 55% 60% buiten de bebouwde kom dorp laagbouw dorp hoogbouw * Alleen de steekproef Wanneer gekeken wordt naar het gescheiden aanbieden van afval naar woningtype dan valt op dat bewoners van de hoogbouw over het algemeen minder afval scheiden. Dit is deels ook logisch omdat zij minder mogelijkheden hiervoor hebben. Als de bewoners van de hoogbouw (waar geen aparte GFT-containers beschikbaar zijn) buiten beschouwing worden gelaten dan ligt het percentage voor het gescheiden aanbieden van GFT nog iets hoger, namelijk op 95%. Inwoners van het buitengebied bieden minder vaak GFT-afval gescheiden aan (79%). Wellicht wordt het GFT-afval hier deels voor compost gebruikt. Van de bewoners van de hoogbouw geeft één op de vijf aan GFT-afval gescheiden aan te bieden. Ook als het gaat om het scheiden van papier en karton is er een verschil naar woningtype. Bewoners van de laagbouw in het dorp doen dit vrijwel allemaal (98%) en ook inwoners buiten de bebouwde kom scheiden voor het overgrote deel papier en karton (94%). Bewoners van de hoogbouw doen dit minder vaak (70%). Ook PMD wordt veel minder gescheiden door bewoners van de hoogbouw (55% tegenover 97% van de laagbouw en 94% van de inwoners buiten de bebouwde kom). Glas en herbruikbare goederen die bij de kringloop aangeboden kunnen worden, worden ook iets minder vaak gescheiden door bewoners van de hoogbouw. De verschillen zijn veel kleiner als het gaat om het scheiden van klein chemisch afval, elektrische apparaten en textiel. 18

19 Het aandeel bewoners dat zegt altijd of vaak gescheiden afval aan te bieden, naar onderzoeksgroep, en (n is resp. 819 en 1.044) papier en karton PMD (plastic, metaal en drinkpakken) glas GFT (groente/fruit/tuinafval) textiel / kleding 51% 66% 72% 65% 93% 95% 98% 93% 95% 86% 88% 88% 85% 87% 93% elektrische apparaten klein chemisch afval / batterijen herbruikbare goederen (kringloop) grof snoeiafval 69% 63% 68% 69% 64% 51% 61% 54% 55% 58% 51% De wijze waarop bewoners hun afval scheiden, verschilt enigszins tussen de inwoners die specifiek benaderd zijn voor het onderzoek en bewoners die via de de vragenlijst hebben ingevuld. Zo scheiden inwoners die specifiek voor het onderzoek zijn benaderd vaker textiel, grof snoeiafval, herbruikbare spullen, elektrische apparaten en klein chemisch afval. Inwoners die de vragenlijst via de hebben ingevuld, zijn iets actiever als het gaat om het scheiden van GFT, papier en karton en PMD. Heel groot zijn de verschillen echter niet. Vergeleken met is vooral de toename in het scheiden van PMD opvallend. In deed de helft van de inwoners dit, nu negen op de tien. Ook worden herbruikbare spullen vaker naar de kringloop gebracht (+10%) en wordt textiel vaker gescheiden aangeboden (+6%). Ook bij de andere afvalstromen is sprake van een lichte toename. Inwoners tot 40 jaar geven aan minder vaak GFT, grof snoeiafval, papier en karton en klein chemisch afval te scheiden. Glas scheiden zij juist meer dan gemiddeld. De overige verschillen zijn minimaal. Verandering in mate van afvalscheiding (n=525*) steekproef 62% 36% 66% 33% Meer scheiden Niet meer scheiden, ik deed dit al zoveel mogelijk Niet meer scheiden, ik vind dit niet belangrijk Wanneer inwoners de vraag krijgen in hoeverre hun gedrag de laatste jaren is veranderd ten aanzien van afvalscheiding dan geven zes van de tien inwoners aan dat men meer is gaan scheiden. Ruim een derde is van mening dat men niet meer is gaan scheiden omdat men dit al zoveel mogelijk deed. Slechts enkele respondenten geven aan dat men niet meer is gaan scheiden 19

20 omdat men dit niet belangrijk vindt. Er is nauwelijks verschil tussen inwoners in de steekproef en inwoners die via de hebben meegewerkt. Inwoners tot 40 jaar zijn veel meer dan gemiddeld afval gaan scheiden (74%), 65-plussers deden dit al meer dan gemiddeld (47%) en zijn om die reden niet meer afval gaan scheiden. Naar kern verschilt het beeld niet. 20

21 2. Restafval In de gemeente Utrechtse Heuvelrug wordt het restafval één keer in de drie weken opgehaald. Inwoners van de gestapelde woningen moeten het restafval naar een verzamelcontainer in de buurt brengen. Tevredenheid over de inzameling van restafval Gemiddeld rapportcijfer voor de inzameling van restafval, naar type container, en (n is resp. 783 en 962) 7,9 7,7 6,9 7,6 8,0 7,7 kliko verzamelcontainer Inwoners zijn in het algemeen tevreden over de inzameling van het restafval. Het gemiddelde rapportcijfer in de steekproef is een 7,6 van inwoners met een kliko en een 8,0 als men het afval naar een verzamelcontainer brengt. Het oordeel van de inwoners die de vragenlijst via de hebben ingevuld, ligt vooral lager voor inwoners die voor het restafval gebruik maken van een kliko (6,9 tegenover 7,6 in de steekproef). Inwoners die gebruik maken van een verzamelcontainer zijn bij de open link maar iets negatiever dan inwoners in de steekproef (resp. 7,7 en 8,0). Vergeleken met laten inwoners met een kliko zich negatiever uit over de inzameling van het restafval. De service voor het inzamelen van restafval is doelbewust verminderd de afgelopen jaren. Door middel van kleinere kliko s die minder vaak opgehaald worden, probeert de gemeente haar inwoners te stimuleren afval te scheiden. Logischerwijs merken de inwoners dit waardoor zij minder tevreden zijn over de restafvalinzameling. Inwoners die hun afval naar de verzamelcontainer brengen, zijn juist iets meer te spreken hierover. Het gaat bij deze laatste groep echter om een beperkt aantal inwoners die hebben meegedaan aan het onderzoek. 21

22 Bewoners met een kliko Gemiddeld rapportcijfer voor de inzameling van restafval, naar woonplaats en woonsituatie, en (n is resp. 491* en 470*) Driebergen / Doorn Amerongen / Leersum Maarn / Maarsbergen / Overberg 7,8 7,6 7,8 7,5 7,9 7,7 dorp laagbouw 7,8 7,6 dorp hoogbouw buiten de bebouwde kom * alleen de steekproef 8,1 7,6 Het oordeel verschilt nauwelijks naar deelgebied. Inwoners tot 40 jaar geven een 7,1 en zijn hiermee iets negatiever dan gemiddeld. Dit geldt in iets mindere mate voor huishoudens met drie personen of meer die gemiddeld een 7,4 geven als rapportcijfer. Aspecten waarover bewoners minder tevreden zijn als het gaat om het inzamelen van restafval, naar onderzoeksgroep, in procenten van de bewoners met een kliko, en (n is resp. 770 en 896) aantal keren dat de kliko wordt geleegd 19% 21% 45% grootte van de kliko 7% 12% 26% mogelijkheden om de kliko schoon te laten maken tijdstip waarop de kliko aan de straat mag 5% 7% 6% 5% 7% 15% mogelijkheid om een ander formaat kliko aan te vragen iets anders 4% 4% 7% 8% 7% 8% overal tevreden over 40% 56% 66% Twee derde van de inwoners die een kliko hebben voor het restafval is over alle aspecten van de afvalinzameling tevreden. Inwoners die via de de vragenlijst hebben ingevuld zijn minder positief gestemd. Van hen hebben vier van de tien aangegeven overal tevreden over te zijn. 22

23 Inwoners die minder tevreden zijn, hebben vooral problemen met het aantal keren dat de kliko wordt geleegd (21%), gevolgd door de grootte van de kliko (12%). Andere opmerkingen die vaker worden gemaakt, zijn de mogelijkheid om de kliko schoon te laten maken (7%), het tijdstip waarop de kliko aan de straat mag (5%) en de mogelijkheid om een ander formaat kliko aan te vragen (4%). Inwoners die via de open link hebben gereageerd, zijn in verhouding nog minder te spreken over het aantal keren dat de kliko wordt geleegd (45%), de grootte van de kliko (26%) en de mogelijkheid om de kliko schoon te laten maken (15%). Respondenten die zelf nog een opmerking hebben gemaakt (7%), wijzen vooral op de wisselende ophaaldagen die voor veel verwarring zorgen. Andere opmerkingen hebben betrekking op het slecht terugzetten van de bakken, het vaker vergeten te legen van de bakken en de kosten voor de afvalinzameling. Vergeleken met is het aandeel inwoners dat overal tevreden over is toegenomen, terwijl het rapportcijfer toch is gedaald. Inwoners zijn vooral iets minder te spreken over de grootte van de kliko. Het wijzigen van de ophaaldagen voor het afval heeft bij deze meting voor de nodige opmerkingen gezorgd. Bij de vorige meting speelde dit duidelijk niet. Overslaan van leging kliko voor restafval (n=476) steekproef 13% 25% 62% 10% 17% 73% regelmatig een enkele keer (vrijwel) nooit Iets meer dan één op de tien inwoners (13%) slaat regelmatig de leging van de kliko voor restafval over, een kwart doet dit een enkele keer. Zes op de tien inwoners geven aan dat ze dit (vrijwel) nooit doen. Inwoners die via de hebben meegewerkt, doen dit minder vaak. Zo slaat drie kwart (vrijwel) nooit een beurt over. Mate waarin kliko voor restafval gevuld is bij inzameling (n=476) steekproef 17% 31% 23% 29% 15% 18% 20% 47% een kwart of minder halfvol drie kwart (bijna) helemaal vol Bij circa de helft van de inwoners is de kliko gemiddeld genomen (bijna) helemaal vol (29%) of voor drie kwart vol (23%). Eén op de zes inwoners heeft de kliko meestal voor een kwart of minder vol. Inwoners die via de open link hebben gereageerd, hebben vaker een (bijna) volle kliko (47%). Er is een duidelijke relatie met de omvang van het huishouden en de leeftijd. Huishoudens van 55 jaar of ouder hebben veel minder vaak een (bijna) volle kliko (20%). Ook is er een duidelijke relatie tussen het overslaan van de kliko en de mate waarin de kliko vol is. Inwoners waarbij de kliko (bijna) helemaal vol is, slaan (bijna) nooit een beurt over (92%). Inwoners waarbij de kliko een kwart of minder vol is, doen dit veel vaker regelmatig (38%). Toch is het blijkbaar geen automatisme om een leging over te slaan als de kliko niet vol is. 23

24 Gebruik van een verzamelcontainer Vanwege de kleine aantallen respondenten die in appartementen wonen, is het niet mogelijk voor de inzameling van restafval door middel van verzamelcontainers een onderscheid te maken naar kern of locatie. Aspecten waarover inwoners minder tevreden zijn als het gaat om het inzamelen van restafval, in procenten van de bewoners die gebruik maken van een verzamelcontainer, en (n is resp. 54 en 67) Dat er vaak vuilnis naast de containers staat 24% 15% 47% Ik weet niet goed wat ik allemaal in de container kan doen 9% 13% De opening van de container is te klein 8% 7% Dat de containers vaak vol zijn 3% 9% 13% De afstand tot de container 3% 6% 13% Het pasjessysteem 13% Overige reden 40% Overal tevreden over 38% 40% 77% Drie kwart van de inwoners die voor het restafval gebruik maken van een verzamelcontainer, is over alle aspecten positief gestemd. Inwoners die ontevreden zijn, geven aan dat er vaak vuilnis naast de containers staat (15%). Een ander deel geeft aan niet goed te weten wat er allemaal in de container mag (9%), vinden de opening van de container te klein (8%) en/of de containers vaak vol (9%) en/of de afstand tot de containers te groot (6%). Het aandeel inwoners dat over alle aspecten van de verzamelcontainer tevreden is, ligt veel hoger dan bij de vorige meting. Hierbij moet echter rekening worden gehouden met relatief kleine absolute aantallen. Voorzieningen waaraan bewoners die nu gebruik maken van een verzamelcontainer behoefte hebben, en (n is resp. 51 en 67) Voorzieningen voor papier 33% 56% 59% Voorzieningen voor GFTafval Voorzieningen voor PMD* 39% 53% 59% 52% 56% 67% * was in ander soort afval Circa de helft van de bewoners in de steekproef, die gebruik maken van een verzamelcontainer, zou graag een voorziening in de buurt willen om PMD te scheiden. Als het gaat om GFT-afval zijn 24

25 dit vier op de tien inwoners en als het gaat om papier één op de drie. Onder inwoners die via de hebben gereageerd, liggen deze aandelen hoger. Zo wil twee derde van hen een voorziening voor GFT-afval en ruim de helft (56%) een voorziening voor papier en voor PMD. Vergeleken met de vorige meting is de behoefte aan een voorziening in de buurt van het appartement gedaald. Ook hierbij kunnen kleine aantallen respondenten een rol spelen. 25

26 26

27 3. GFT-afval De bewoners van de laagbouw kunnen hun GFT-afval gescheiden aanbieden in een kliko. Bewoners van de gestapelde bouw hebben hiervoor geen speciale voorziening. Zoals in het vorige hoofdstuk naar voren kwam, hebben vier op de tien van hen wel behoefte aan een dergelijke voorziening in de buurt van het appartement(encomplex). Tevredenheid over de inzameling van GFT-afval Gemiddeld rapportcijfer voor de inzameling GFT-afval met kliko, en (n is resp. 490* en 969) 7,7 7,7 7,3 * alleen de steekproef De inwoners laten zich zeer positief uit over de GFT-inzameling van de gemeente. Het gemiddelde rapportcijfer is een 7,7 voor inwoners in de steekproef. Inwoners die via de de vragenlijst hebben ingevuld, zijn met een 7,3 iets kritischer maar nog steeds zeer positief. Het oordeel over de GFT-inzameling is niet veranderd vergeleken met, terwijl de frequentie van ophalen in de herfst is verhoogd. Alleen de ophaaldagen zijn veranderd. Gemiddeld rapportcijfer voor de inzameling van GFT-afval, naar woonplaats en woonsituatie, en (n is resp. 490* en 470*) Driebergen / Doorn 7,7 7,6 Amerongen / Leersum 7,8 7,5 Maarn / Maarsbergen / Overberg 7,9 8,0 dorp laagbouw buiten de bebouwde kom 7,8 7,6 7,4 8,0 * alleen de steekproef Inwoners van de kleine kernen Maarn / Maarsbergen / Overberg en van het buitengebied zijn het meest positief over de GFT-inzameling. Zij geven hiervoor gemiddeld een 8,0 als rapportcijfer. Inwoners van de andere kernen geven met een 7,5 of 7,6 een net iets lager cijfer. Dit geldt ook 27

28 voor bewoners van de laagbouw. Groot zijn de verschillen echter niet. Ook de verschillen naar leeftijd en huishoudenssamenstelling zijn beperkt en niet significant. Vergeleken met valt vooral de hogere waardering van inwoners buiten de bebouwde kom op. Inwoners van Amerongen / Leersum zijn nu iets kritischer dan in. Aspecten waarover bewoners minder tevreden zijn als het gaat om het inzamelen van GFT-afval, in procenten van de bewoners met een kliko, en (n is resp. 490* en 877) aantal keren dat de kliko wordt geleegd 21% 27% 38% mogelijkheden om de kliko schoon te laten maken grootte van de kliko tijdstip waarop de kliko aan de straat mag mogelijkheid om een ander formaat kliko aan te vragen 11% 12% 8% 8% 13% 5% 5% 7% 4% 3% 3% 24% iets anders overal tevreden over 7% 6% 9% 41% 53% 56% * alleen de steekproef Ruim de helft van de inwoners in de steekproef is over alle aspecten van het inzamelen van GFTafval tevreden (56%). Inwoners die via de hebben gereageerd, laten zich iets negatiever hierover uit (41% overal tevreden over). Inwoners die minder tevreden zijn over de GFT-inzameling hebben vooral problemen met het aantal keren dat de kliko wordt geleegd (27%), terwijl de frequentie juist is verhoogd (wekelijkse inzameling in de herfst). Alleen de ophaaldagen zijn veranderd. De kans bestaat dat inwoners deze optie hebben aangeklikt terwijl men vooral moeite heeft met de wisselende ophaaldagen. Dit is namelijk vaker aangegeven bij de optie anders namelijk. Ook de mogelijkheid om de kliko schoon te laten maken (12%) en de grootte van de kliko (8%) worden naar voren gebracht als aspecten waarover men minder tevreden is. De aanvullende opmerkingen over de GFT-afvalinzameling (gemaakt door 6% van de inwoners) hebben naast de wisselende dagen waarop de kliko s worden opgehaald, veelal betrekking op het grote aantal kliko s dat men heeft, het uiterlijk van de kliko s, het slecht legen of zelfs overslaan van kliko s en het slecht terugzetten nadat ze zijn geleegd. Vergeleken met zijn inwoners nu iets minder tevreden over het aantal keer dat de kliko s wordt geleegd (van 21% naar 27%). Zoals hierboven al staat aangegeven heeft dit mogelijk te maken met de wisselende ophaaldagen waar mensen moeite mee hebben. 28

29 Gebruik van de wekelijkse leging van de kliko voor GFT-afval in de zomer en de herfst (n=476) steekproef 83% 12% 5% 87% 11% ja, (vrijwel) iedere week soms (vrijwel) nooit In de zomer en de herfst wordt de GFT-kliko wekelijks geleegd. Acht op de tien inwoners (83%) maken hier (vrijwel) wekelijks gebruik van. Slechts 5% doet dit (vrijwel) nooit. Inwoners die via de hebben meegewerkt, maken nog iets vaker gebruik van deze mogelijkheid (87%). Tevredenheid over het wekelijks ophalen van het GFT-afval in de zomer en de herfst (n=476) in de herfst 45% 36% 9% 5% 5% in de zomer 55% 35% 5% 4% zeer tevreden tevreden neutraal (zeer) ontevreden weet niet Over het wekelijks ophalen van het afval in de zomer laten negen op de tien inwoners zich positief uit. Er is vrijwel niemand die (zeer) ontevreden hierover is. Ook in de herfst wordt deze service erg gewaardeerd. Acht op de tien inwoners zijn positief gestemd hierover, slechts een klein aandeel is negatief (5%). 29

30 30

31 4. Papier en karton Papier en karton worden opgehaald bij bewoners die beschikken over een eigen kliko. Bewoners met een laagbouwwoning in de dorpen hebben zo n kliko, maar ook een deel van de bewoners van het buitengebied. Voor de bewoners van de hoogbouw en voor het overgrote deel van de bewoners van het buitengebied zijn verzamelcontainers in de wijk voorhanden voor papier en karton. Ten opzichte van zijn er geen veranderingen doorgevoerd in de inzameling en verwerking van papier en karton. Tevredenheid over de inzameling van papier en karton Gemiddeld rapportcijfer voor de inzameling van papier en karton d.m.v. een kliko en verzamelcontainer, en (n is resp. 793 en 924) 7,9 8,1 8,0 Inwoners laten zich heel positief uit over de inzameling van papier en karton. Gemiddeld krijgt de afvalinzameling een 8,1 van de inwoners. Het cijfer verschilt niet tussen inwoners die gebruik maken van de kliko of van een verzamelcontainer. Inwoners die via de hebben meegewerkt, zijn met een 8,0 eveneens heel positief hierover. Vergeleken met de vorige meting is de waardering nauwelijks veranderd.. Gemiddeld rapportcijfer voor de tevredenheid over inzameling van papier en karton, naar woonsituatie, huishoudenstype en woonplaats, en (n is resp. 491* en 455*) Doorn / Driebergen 7,9 8,2 Amerongen / Leersum 7,9 8,0 Maarn / Maarsbergen / Overburg 8,0 8,2 dorp laagbouw 8,1 8,1 dorp hoogbouw 7,2 8,0 buiten de bebouwde kom 6,6 6,0 * alleen de steekproef 31

32 De verschillen in waardering voor de inzameling van papierafval zijn niet groot naar inwoners van de verschillende kernen. Inwoners van het buitengebied die niet beschikken over een kliko zijn duidelijk negatiever en geven net een voldoende (6,0). Vooral inwoners van het buitengebied zijn nu nog iets negatiever dan in, toen de papierinzameling een 6,6 kreeg. Aspecten van de inzameling van papier en karton, waarover bewoners met een kliko minder tevreden zijn, en (n is resp. 491* en 841) aantal keren dat de kliko wordt geleegd 12% 7% 20% mogelijkheden om de kliko schoon te laten maken grootte van de kliko 2% 4% 2% 3% 8% tijdstip waarop de kliko aan de straat mag mogelijkheid om een ander formaat kliko aan te vragen iets anders 4% 6% 1% 2% 6% 3% 5% * alleen de steekproef overal tevreden over 80% 84% 71% Ruim acht op de tien inwoners zijn overal tevreden over als het gaat om de afvalinzameling van papier. Inwoners die via de aan het onderzoek hebben meegedaan, laten zich iets kritischer hierover uit (71% overal tevreden over). Het aandeel inwoners dat punten naar voren heeft gebracht waarover men minder is te spreken, is beperkt. Het aantal keren dat papier en karton wordt opgehaald, is het meest naar voren gebracht (7%). Inwoners die de vragenlijst via de hebben ingevuld, hebben hier meer moeite mee (20%), evenals met de grootte van de kliko (8% tegenover 3% in de steekproef). Ook hier wordt vaker opgemerkt dat de ophaaldagen voor verwarring zorgen en men wel heel veel kliko s heeft. Vergeleken met is de tevredenheid niet echt veranderd. De redenen waarom inwoners minder tevreden zijn, zijn moeilijker te vergelijken omdat deze deels zijn veranderd. 32