Nationaal verkeerskundecongres 2016

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nationaal verkeerskundecongres 2016"

Transcriptie

1 Nationaal verkeerskundecongres 2016 Capaciteitsschatting van turborotondes op voertuig- en stroomniveau Capacity Estimation on Turboroundabouts with Gap Acceptance en Flow Level Methods Published in Transportation Research Record, Journal of TRB, No 2517, Transportation Research Board, Washington, D.C., , pp DOF / L.G.H.(Bertus) Fortuijn Technische Universiteit Delft, Transport en Planning / Turbo Traffic Solutions, Zoetermeer L.G.H.Fortuijn@tudelft.nl or LGH@Fortuijn.com telefoon: en Serge Hoogendoorn Technische Universiteit Delft, Transport en Planning S.P.Hoogendoorn@tudelft.nl telefoon: Samenvatting In de literatuur worden lineaire capaciteitsmodellen en exponentiële modellen op basis van de hiaatacceptatietheorie onderscheiden naast simulatiemodellen. Parameters voor de lineaire modellen kunnen alleen worden geschat op stroomniveau, terwijl de hiaatacceptatietheorie ervan uitgaat dat de gedragsparameters (kritisch hiaat, oprijvolgtijd en minimum volgtijd) op voertuigniveau bepaald kunnen worden. Maar ook dan zijn vanwege het schijnconflict metingen op stroomniveau in een verzadigde situatie noodzakelijk. Validaties van schattingen op basis van de hiaatacceptatietheorie laten zien, dat deze voor enkelstrooksrotondes bevredigende resultaten oplevert, maar dat dit niet geldt voor meer complexe situaties. Aanvullend onderzoek zal nodig zijn om te achterhalen welke assumpties in de hiaatacceptatiemodellen hiervoor verantwoordelijk zijn. Niettemin zijn de resultaten van een exponentieel model met parameters die op stroomniveau zijn aangepast beter, dan die van een lineair model. In vergelijking met onderzoek in Duitsland is de capaciteit van turborotondes hoger dan van de compacte tweestrooksrotonde die daar tot voor kort standaard was. Trefwoorden Turborotonde, capaciteit, kalibratie, hiaat, hiaatacceptatiemodel.

2 Inhoud Samenvatting i INLEIDING 1 HIAATACCEPTATIEMODELLEN 2 Keuze hiaat acceptatiemodel 2 Aangepast hiaatacceptatiemodel voor turborotondes 3 NAAR EEN VERBETERD MODEL VOOR TURBOROTONDES 4 Basisveronderstellingen hiaatacceptatie-modellen 4 Onderzoek van de assumptie-afwijkingen door toevoeging van parameters 5 Invoegverstoring 5 Schijnconflict 5 Rotondestrook gebruik 6 KALIBRATIE EN VALIDATIE 7 Parameterschattingen 7 Minimum volgtijd t M en clustering constante ρ 7 KRITISCH HIAAT EN OPRIJVOLGTIJD 8 Schatting op voertuigniveau 8 Schatting op stroomniveau voor de linker toeritstrook hoofdtak 9 Schatting op stroomniveau voor de linker toeritstrook zijtak 9 VERGELIJKING MET (CONCENTRISCHE) COMPACTE TWEESTROOKS ROTONDES 9 CONCLUSIES EN DISCUSSIE 10 Literatuur L.G.H. (Bertus) Fortuijn en Serge P. Hoogendoorn ii

3 INLEIDING De turborotonde een tweestrooksrotonde met spiraalbelijning en verhoogde rijstrookscheiding is in 1996 ontwikkeld [1]. Hoewel veiligheidsoverwegingen in het ontwerp de hoofdrol speelden, is ook het capaciteitsaspect van belang. De volgende kenmerken van de turborotonde zijn daarvoor het meest relevant: - de takken sluiten radiaal (rechthoekig) aan op de rotonde, zodat verkeer dat via dezelfde tak in tegenovergestelde richting de rotonde verlaat (het schijnconflict) niet buiten beschouwing kan blijven; - verhoogde rijstrookscheidingen maken het rotondestrookgebruik voorspelbaar. Fortuijn en Harte gebruikten een lineair model, (later MEERSTROOKSROTONDEVERKENNER genoemd, en meer geprofessionaliseerd door ir. P.J. Carton) om in eerste instantie de capaciteit van de turborotonde te bepalen [2]. Dit model is afgeleid van het model van Ph.H. Bovy (Zwitserland) [3], maar later zijn de parameters in dit model bepaald uit metingen op (turbo)rotondes die door de provincie Zuid- Holland zijn gebouwd (in de cd gevoegd bij [4] is de versie uit 2008 opgenomen). Dit model maakt het mogelijk om de toeritcapaciteit van elk van de vier aansluitende takken te berekenen alsook de gemiddelde wachttijd op die takken, zolang de rotonde niet oververzadigd is. Het nadeel van dit model is, dat uitgegaan wordt van een lineaire relatie tussen rotonde-intensiteit en toeritcapaciteit. De hiaatacceptatietheorie relateert deze twee variabelen op een meer realistische wijze met elkaar. In het artikel Turbo Roundabouts: Estimation of Capacity [5] is een benadering op basis van de hiaatacceptatietheorie gepresenteerd, waarin is opgemerkt, dat deze tekort schiet om ook rekening te houden met het schijnconflict van voertuigen die in tegengestelde richting via de dezelfde aansluitende tak de rotonde verlaten. Daarom is het basismodel aangepast. Maar de waarden voor de invloed van het schijnconflict zijn in die publicatie te hoog, omdat daarin andere afwijkingen van het werkelijke gedrag onterecht zijn terechtgekomen in de parameter voor het schijnconflict. Aanvullend onderzoek heeft zich gericht op (verschillen in) parameterwaarden van schattingen op zowel voertuigniveau als op stroomniveau. Deze publicatie beschrijft de resultaten van dat proces. Het doel is om aan te tonen, dat: de vooronderstelling dat het uitsluitend op basis van hiaatmetingen mogelijk is met de bestaande hiaatacceptatietheorie de capaciteit te bepalen, in meer complexe situaties niet blijkt te kloppen; een model gebaseerd op de hiaatacceptatietheorie geschat op basis van gegevens op verkeersstroomniveau in een verzadigde situatie een beter resultaat geeft dan een lineair model. Het laatst genoemde neemt niet weg, dat het wenselijk is, dat verder onderzoek wordt uitgevoerd om tot een theoretisch meer bevredigende oplossing te komen. Daartoe passeren in deze publicatie de assumpties die ten grondslag liggen aan de hiaatacceptatiemodellen de revue. Afgesloten wordt met een suggestie voor een alternatieve aanpak. Figuur 1 Onderzochte turborotondes (Rotterdam en Nieuwerkerk a/d IJssel) L.G.H. (Bertus) Fortuijn en Serge P. Hoogendoorn 1

4 HIAATACCEPTATIEMODELLEN Keuze hiaat acceptatiemodel Een algemeen wiskundige formulering voor de toeritcapaciteit gebaseerd op de hiaatacceptatietheorie luidt [6,7]: C 3600 q f () t g() t dt E R 0 Hierin is: C E : de capaciteit van de toerit in voertuigen c.q. in personenauto-equivalenten (pae) per uur [vtg/h of pae/h] q R : de intensiteit van het rotondeverkeer in voertuigen (of pae) per seconde [vtg/s of pae/s] f(t) : de kansdichtheidfunctie van de hiaten van de grootte t in de verkeersstroom waaraan voorrang moet worden verleend (met als belangrijkste parameter de intensiteit q R ) g(t): de functie voor het aantal voertuigen vanaf de toerit dat kan invoegen in een hiaat in de hoofdstroom van de grootte t (met als parameters het kritisch hiaat t C, de oprijvolgtijd t F en de minimum volgtijd t M ). Afhankelijk van de functies die voor de hiaatverdelingsfunctie f(t) en de hiaatbenuttingsfunctie g(t) uit vergelijking (1) worden gebruikt, kunnen alle hiaatacceptatiemodellen worden ingedeeld [1]. Zie Tabel 1. Tabel 1 Hiaatverdeling Hiaat- Benutting Indeling hiaatacceptatie-modellen M1-verdeling; rotondestroken niet onderscheiden. Minimale clustering cf. Tannerverdeling Eén rotondestrook discreet Harders 1968 [8] Tanner 1962 [9] continu Siegloch 1973 [6]; Brilon & Stuwe 1991 [16]; Brilon & Bäumer 2004 [17] door FGSV 2006 aanbevolen voor tweestrooksrotondes [18] Niet toepasbaar of niet beschikbaar Twee of meer rotondestroken Tanner 1967 [10] (2 stroken) Fisk 1989 [11] (2 + stroken) Wu 1997 [19], door FGSV 2006 aanbevolen voor enkelstrooksrotondes [18] M3-verdeling Noot: FGSV = Forschungsgesellschaft für Straßen- und Verkehrswesen Grotere clustering mogelijk Eén rotondestrook Troutbeck 1984 [12] Akçelik 1999 [20], 2007 [21] Ook toegepast voor meerstrooksrotondes via aangepaste parameterwaarden en toeritstrookgebruiksfuncties (1) Twee of meer rotondestroken Troutbeck 1986; [13] Hagring 1996 [14], 1998 [15] Niet toepasbaar of niet beschikbaar Figuur 2 laat zien, dat het verschil in hiaatbenuttingsfunctie g(t) (continu of discreet) qua functionaliteit van de capaciteitsmodellen van geen belang is. Bij de functie voor de hiaatverdeling op de rotonde f(t) ligt dat anders. Al dan niet rekening houden met de minimum volgtijd t M heeft grote invloed op het functieverloop (model van Siegloch [6] versus de andere modellen). Dat beïnvloedt de waarden van de andere parameters t C en t F wanneer die worden geschat op stroomniveau in sterke mate. Ook mag duidelijk zijn, dat de waarde van de minimum volgtijd t M een belangrijke invloed heeft op de ligging van de staart van de capaciteitsfunctie (de waarden van de capaciteitsfunctie bij hoge rotonde-intensiteiten). Het model van Tanner [9] representeert de situatie met het kleinst mogelijke aandeel geclusterd verkeer op de rotonde (als gevolg van de minimum volgtijd t M ), onder de aanname dat het nietgeclusterde (vrije) verkeer (met volgtijd t >t M ) exponentieel verdeeld is. Dit is de Tannerverdeling [1] van de hiaatverdeling: f(t) = q e λ(1-t M ). Dan is in vergelijking (4) van de volgende paragraaf ρ = 1, wat betekent dat α=1- t M q R. In Akçelik s model [21] met α=(1-t M ٠q R )/{1-(1-k d )٠t M ٠q R } in vergelijking (4) komt de waarde k d =1 overeen met de Tanner distributie. Ook is de invloed van de waarde van het aandeel vrije voertuigen α in vergelijking (4) minder groot, dan de wel zeer grote verschillen in aannamen voor α zouden doen vermoeden [9,12, 20, 21] (met uitzondering in de grafiek van Vasconcelos c.s. [22]; maar de formule van Tanner geeft met t C =4,7 s in plaats van 4,1 s hetzelfde resultaat als Vasconcelos c.s. bereiken met een gecompliceerder model). Voor de enkelstrooksrotonde en de hoofdtak van de turborotonde komen alleen modellen uit de kolommen voor één rotondestrook van Tabel 1 in aanmerking. Voor een tak van de L.G.H. (Bertus) Fortuijn en Serge P. Hoogendoorn 2

5 turborotonde naar een tweestrookssegment betreft dat één van de modellen uit de kolommen voor twee rotondestroken. Figuur 2 Vergelijking van het effect van verschillende hiaatacceptatiemodellen Voor de enkelstrooksrotonde is het model van Troutbeck (1984) de meest algemene vorm voor een hiaatacceptatiemodel (waarin het model van Tanner [9] is begrepen), omdat dat de mogelijkheid open laat rekening te houden met extra clustering. Hagring [14] presenteert een generalisatie van eerdere hiaatacceptatiemodellen (inclusief de modellen van Tanner en Fisk [11], bij uitbreiding van Troutbeck s model [12,13]. Dit model is bruikbaar voor rotondes waarop het strookgebruik voorspelbaar is, zoals voor turborotondes [23]. Aangepast hiaatacceptatiemodel voor turborotondes Hagring s model is behalve voor het schijnconflict aangepast door toevoeging van de extra correctieparameters z i, δ, of ξ en ψ om de verschillen tussen de schatting gebaseerd op hiaatwaarnemingen en 5-minuten capaciteitswaarnemingen te overbruggen. In de schattingen op stroomniveau werd steeds gestart met de waarde 1 voor deze correctieparameters, terwijl ook niet alle gelijktijdig in dezelfde rekenslagen werden toegepast. (Verderop wordt op de toegepaste kalibratie strategie nader ingegaan). Herformuleerd voor een turborotonde met twee stroken (waarop vanuit een bepaalde toevoerstrook bij het oprijden niet gekozen kan worden uit verschillende rotondestroken), luidt het stelsel vergelijkingen (2) tot en met (5): R ( t t ) ( ) US, i RU, i M R t t I RI, i e C C M CEi zi RS, i LUi ( RUS, RI ) t 1 e als q RUS,i + q RI>0 anders (2) i Fi C 3600/ t Ei F Waarin: LU i (1 q, ) (1, ) (1 ) j RSj i tmj t M q RUS i t M q RI [voor twee rotondestroken] (3) j qrsj, i RSj, i ( j qrsj, i uitgaandevan een lineaire fuctievoor α ) (4) 1 qrsj, i tm ( ) = ( q q ) (5) RS, i j RSj, i RUS, i RI RUS, i RI Hierin is: C Ei : de capaciteit van toeritstrook i [vtg/h of pae/h R = 3600 Rj : clustering-gecorrigeerde rotonde-intensiteit [vtg/h of pae/h] R,j : clustering-gecorrigeerde intensiteit van rotondestrook j [vtg/s of pae/s] α j : proportie vrije voertuigen op rotondestrook j ρ j : clusteringconstante van de hiaatverdeling ten opzichte van de Tannerverdeling C E i : capaciteit van de toeritstrook i in personenauto-equivalenten per uur [pae/h] q RI : rotonde-intensiteit op de binnenste rotondestrook [pae/s] q RUS,i : virtuele rotonde-intensiteit inclusief schijnconflict op de buitenste rotondestrook, in personenauto-equivalenten per seconde (zie vergelijking (7) [s/pae] LU i : rotondestrookgebruikfactor (lane-use factor) op rotondesegment tegenover toevoerstrook i [#] L.G.H. (Bertus) Fortuijn en Serge P. Hoogendoorn 3

6 t C i, j : het kritisch hiaat in rotondestrook j (RU of RI) voor toeritstrook i [s/pae] t F i : oprijvolgtijd van verkeer vanaf toeritstrook i dat van hetzelfde hiaat op de rotonde gebruik maakt [s/pae] t M : minimum volgtijd [s/pae] j, k en l : indices voor de ligging van (dezelfde) rotondestroken δ : algemene correctiefactor voor het verschil tussen de parameters, verkregen uit hiaatmetingen en verzadigde stroommetingen ξ : vermenigvuldigingsfactor voor de oprijvolgtijd verkregen uit hiaatwaarnemingen voor toepassing in een capaciteitsmodel (opmerking: ξ wordt alleen gebruikt als de waarde δ = 1 is vastgezet en omgekeerd) ψ : vermenigvuldigingsfactor voor de kritische hiaten verkregen uit hiaatwaarnemingen voor toepassing in een capaciteitsmodel z i : correctiefactor voor de invoegverstoring; z 1 voor de linker toeritstrook en z 2 voor de rechter (of enige) toeritstrook. NAAR EEN VERBETERD MODEL VOOR TURBOROTONDES Verschillende modelaanpassingen voorgesteld in de voorgaande paragraaf worden in deze paragraaf besproken. Allereerst worden de belangrijkste aannamen (assumpties) met betrekking tot het verkeersgedrag beschouwd met daarna een bespreking van de consequenties daarvan. Basisveronderstellingen hiaatacceptatie-modellen In de hiaatacceptatie-modellen worden vijf assumpties gedaan zowel met betrekking tot het hiaataanbod f(t) als de hiaatacceptatie g(t). Deze basisveronderstellingen bieden inzicht in de mogelijke oorzaken van systematische afwijkingen tussen de gemeten capaciteiten en berekende capaciteiten op basis van hiaatwaarnemingen. De eerste twee assumpties bieden de basis voor de hiaatacceptatietheorie op geaggregeerd niveau (waarin de acceptatie en verwerping van hiaten door bestuurders is gecomprimeerd in het concept of het kritisch hiaat) met betrekking tot g(t) in vergelijking (1): Assumptie 1. De bestuurders zijn in hun gedrag consistent, dat wil zeggen dat een bestuurder nooit een kleiner hiaat zal accepteren dan een verworpen hiaat. De mate waarin bestuurders consistent reageren laat zich in de kalibratiefase op voertuigniveau onderzoeken. Assumptie 2. De populatie bestuurders is homogeen, dat wil zeggen alle bestuurders gedragen zich gelijk, althans in die zin dat ze allen een kritisch hiaat kiezen volgens dezelfde kansverdelingfunctie (paragraaf KALIBRATIE EN VALIDATIE). De validatieresultaten kunnen aanwijzingen opleveren in hoeverre de assumptie dat de populatie bestuurders homogeen is, een overschatting van de capaciteit oplevert (de waarden van de parameters δ of ξ en ψ in vergelijking (2)). De drie andere assumpties spelen een rol bij het aanbod van hiaten f(t) in vergelijking (1): Assumptie 3. De hiaten zijn (verschoven) exponentieel verdeeld meer specifiek de hiaten groter dan het kritisch hiaat (t > t C ); deze assumptie biedt de basis van de M3 verdeling [24] van het rotondeverkeer. Omdat de waarden van het kritisch hiaat bij het oprijden van de Nederlandse rotonde klein zijn, terwijl sommige bestuurders op de rotonde ook al bij een volgtijd t > t M door hun voorligger zijn beïnvloed, is de geldigheid van deze assumptie kwestieus, terwijl er ook nog toevallige invloeden kunnen optreden waardoor de grotere hiaten niet exponentieel zijn verdeeld (zie paragraaf Minimum volgtijd t M en clusteringconstante ρ). Assumptie 4. In de elementaire formule van de hiaatacceptatiemodellen vergelijking (2) wordt de aanname gedaan, dat de verdeling van het rotondeverkeer niet wordt beïnvloed door het invoegend verkeer. Als bestuurders echter bij het oprijden zeer kleine hiaten benutten, zodat het kritisch hiaat kleiner is dan de som van de minimum volgtijd op de rotonde en de volgtijd die bestuurders bij het oprijden aanhouden (t C < t M + t F ), geldt deze assumptie niet meer (en parameter z is toegevoegd) [25]. Assumptie 5. Hiaten op elk van de rotondestroken zijn onafhankelijk ten opzichte van elkaar verdeeld. Deze assumptie is de basis van de formules Tanner, Fisk, Troutbeck, en L.G.H. (Bertus) Fortuijn en Serge P. Hoogendoorn 4

7 Hagring [10, 11, 13, 14, 15]. Met behulp van vergelijking (8) wordt onderzocht in hoeverre deze assumptie op turborotondes moet worden bijgesteld. Onderzoek van de assumptie-afwijkingen door toevoeging van parameters In deze paragraaf worden de afwijkingen van de assumpties onderzocht. De mate waarin het werkelijke hiaatacceptatieproces afwijkt van de assumpties die ten grondslag liggen aan uitdrukking (2) wordt in principe gerepresenteerd door het kwadraat van de residuen bij de schatting op stroomniveau gebruikmakend van de gevonden parameters die in de schatting op voertuigniveau waren gevonden. Echter, daarbij vormen het schijnconflict en de personenauto-equivalentwaarden (pae) van lichte en zware vrachtauto s een complicerende factor. Het aantal waargenomen hiaten was te gering om de pae-waarden op voertuigniveau te schatten, terwijl het schatten van een kritisch hiaat voor het schijnconflict theoretisch op voertuigniveau niet rechtstreeks mogelijk is. Een afleiding van de invloed van het schijnconflict op het kritisch hiaat door onderscheid te maken tussen de waarde van geaccepteerde hiaten waarin zich geen (t C netto.) en waarin zich mogelijk wel een afslaand voertuig had bevonden (t C bruto.) leverde ook geen goede resultaten op, aangezien later bleek dat de herkomst van het afslaande voertuig ook van invloed is, zie vergelijking (7). Deze onderlinge samenhang tussen factoren die niet goed expliciet zijn te schatten, leidt tot een iteratief proces van kalibratie en validatie, waarbij in stappen extra parameters zijn toegevoegd, zodat afwijkingen niet wordt verdoezeld door onrealistische waarden voor het schijnconflict en pae-waarden. Uiteraard is dit steeds weer gevolgd door een nauwkeurige bepaling van de effecten van het vervolgens weer weglaten van elk van de correctieparameters δ, ξ, en ω. In dat proces is gebleken, dat de parameters δ en ξ sterk interfereren, waarbij het gebruik van ξ de voorkeur verdient (gebaseerd op de waarden van de kwadratensom van de residuen (vergelijking (12)). Invoegverstoring Ter correctie van afwijkingen ten opzichte van assumptie 4 hebben Troutbeck en Kako [25] een vergelijking aan de berekende capaciteitformule toegevoegd. Zij introduceerden factor z ter compensatie van de vertraging in de rotondestroom door de invoegende stroom: z p RptF 1 e Rp( tctm ) Rp( tctm ) 1 e ( t t t ) e Rp C M F indien t C t M t F < 0, anders z = 1 (6), waar z p een correctiefactor is voor de invoegverstoring in periode p (5 minuten) en λ p de rotondeintensiteit is in periode p voor de correctie van boven-proportioneel clustering van voertuigen. Uit een gevoeligheidsanalyse van deze formule blijkt, dat het reducerend effect op de capaciteit van het invoegen toeneemt bij toename van de rotonde-intensiteit. Bij waarden van bijvoorbeeld t C = 3,1 /pae; t F = 2,2 s/pae en t M = 1,7 s/pae, varieert z van 0,996 (bij Q R = 100 pae/h) tot 0,975 (bij Q R = 1000 pae/h). Schijnconflict De resultaten van het schattingsproces voor de turborotonde dicht bij Nieuwerkerk aan de IJssel, met een specifieke configuratie, deden vermoeden dat de invloed van het schijnconflict afhankelijk is van de herkomst van de afslaande stroom Q S. Indien deze afkomstig is vanaf de voorgaande tak (Q SK ), heeft deze een beperkende invloed op de toeritcapaciteit, maar een afslaand voertuig afkomstig van het segment daarvoor (Q SH ) verhoogt eerder de toeritcapaciteit. Wel lijkt die positieve invloed samen te hangen met de mate waarin de conflicterende stroom afkomstig is van de voorgaande tak (Q RK ). Deze constateringen leidden tot het opsplitsen van de invloedfactor d in drie componenten: d K, d H, en d HR voor het schijnconflict: qruk qs1 H q = q RUS i RU +d K i q d S1K H i q d S1H HRi (7) qruk qs1 H Waarin q RSUSi : intensiteit rotondeverkeer, inclusief de invloed van het schijnconflict [pae/s] q RU : intensiteit rotondeverkeer op de buitenste rotondestrook (q RU = q RUK + q RUH ) [pae/s] q S1 : intensiteit afslaand verkeer op de (linker) afvoerstrook (q S1 = q S1K + q S1H ) [pae/s] d K,i : invloedsfactor van het afslaande verkeer afkomstig van de tak die een kwart rotondesegment voor de toerit ligt, voor toeritstrook i d H,i : invloedsfactor van het afslaande verkeer q S1H, voor toeritstrook i d HR : invloedsfactor van het afslaande verkeer q S1H, afhankelijk van de relatieve omvang van het conflicterende rotondeverkeer q RUK, voor toeritstrook i. L.G.H. (Bertus) Fortuijn en Serge P. Hoogendoorn 5

8 Evenwel is onderzoek op meer rotondes nodig om de waarden van deze schijnconflictfactors in hun onderlinge samenhang vast te stellen. Maar de volgende waarden geven een indruk van de invloed van de verschillende componenten van de afslaande stroom, die met de thans beschikbare data is gevonden: Q d K = 0,22, d H = 0,12 en d HR = - 0,13. S2 Q S1HQS1K Figuur 3 Definities van verkeersstromen in de basisturborotonde Aansluiting hoofdtak C E1 Q RUH C E2 Q RUK Rotondestrook gebruik Als onderdeel van de hoofdvergelijking (2) van het capaciteitsmodel is vergelijking (3) afzonderlijk onderzocht, omdat die van belang is voor de invloed van de verdeling van het rotondeverkeer over de twee rotondestroken. Om te onderzoeken in hoeverre een correctie nodig is i.v.m. het uitgangspunt dat de hiaten op beide rotondestroken onafhankelijk van elkaar verdeeld zijn (assumptie 5), wordt in vergelijking (3) voor de linker toeritstrook naar een tweestrooks rotondesegment de uitdrukking LUi (1 tm qrus, i) (1 tmqri) (3) vervangen door: max (1, ) (1 ) 1 qr t LUi q M RUSi q RI mits qrmax tm 1 en qrmax 1 (8) 1q Rmax Hierin is: LU i : strookgebruikfactor op de rotonde tegenover toeritstrook i η : vervanger van de minimum volgtijd in de strookgebruikfactor [s/pae] q Rmax : de grootste van q RUS of q RI. [pae/s] De keuze voor gebruik van uitdrukking (8) is gebaseerd op een analyse van de rol van de productfactor Π j (1-t M q Rj ). Enerzijds neemt bij hogere rotonde-intensiteiten het effect van een meer evenwichtige verdeling van het verkeer over beide rotondestroken af bij een kleinere waarde van t M, maar anderzijds neemt in totaliteit de capaciteit dan toe. Dit maskeert een mogelijk minder positief effect van een meer evenwichtige verdeling van het rotondeverkeer, wat in het onderzoek leidde tot de introductie van uitdrukking (8). Duidelijk is, dat voor LU moet gelden: LU 1 t (, ) i M qrus i qri indien al het verkeer zich op één rotondestrook zou bevinden (ongeacht de waarde van η); LUi (1 tm qrus, i ) (1 tm qri ) indien de hiaten op beide stroken onafhankelijk van elkaar zijn verdeeld (dan geldt η = t M ); LU i = 0 op het moment dat qrmax tm 1, zodat de capaciteitsfunctie de waarde 0 bereikt, afhankelijk van de verdeling van het verkeer over de rotondestroken, gegeven de waarde van de minimum volgtijd t M, maar onafhankelijk van de waarde van η. De verhouding ν = η/t M kan worden beschouwd als een strooksynchronisatieconstante. Is deze groter dan 1, dan is het effect van de verdeling van het verkeer over twee stroken minder positief dan assumptie 5 veronderstelt: de hiaten in beide stromen zijn niet onafhankelijk van elkaar en worden zo gesynchroniseerd dat er minder bruikbare hiaten ontstaan (hiaten treden verschoven ten opzichte van elkaar op). Als geldt ν = η/t M = <1, zijn de hiaten in beide stromen ook niet onafhankelijk van elkaar verdeeld, maar dan vallen de hiaten op beide stroken meer samen. Als de verhouding ν = η/t M weinig afwijkt van 1 is deze uitbreiding van de capaciteitformule niet nodig. Bij toepassing van dit capaciteitsmodel in een prognosesituatie moet wel overwogen worden dat de schattingen op basis van stroom waarnemingen voor vijf-minutenperioden zijn uitgevoerd, terwijl prognoses voor een uurperiode worden gemaakt. De verdeling van de verkeersstromen over beide rotondestroken is gemiddeld over 12 vijf-minutenperioden altijd minder evenwichtig dan een verdeling op uurbasis doet vermoeden. In Figuur 5 is ook daarmee rekening gehouden. Daarom is de aanname dat de verkeersstromen gelijk verdeeld zijn over de twee rotondestroken zoals in het model van Wu [19] dan ook te optimistisch, wat in een schattingsprocedure op stroomniveau tot te hoge waarden van t C leidt. L.G.H. (Bertus) Fortuijn en Serge P. Hoogendoorn 6 Q S1K Q S1H Q RUK C E1 C E2 Q RI Q RUH Aansluiting zijtak

9 KALIBRATIE EN VALIDATIE Nu het algemene model is gepresenteerd, worden de kalibratie en de validatie beschreven. De verschillende benaderingen voor de schatting van de sleutelparameters volgt nu eerst. Parameterschattingen Vanwege de onwaarschijnlijk hoge waarden die gevonden werden voor de invloed van het schijnconflict, is na de publicatie in 2009 van [23] het schattingsproces op stroomniveau voortgezet. Op stroomniveau vindt de schatting plaats door toepassing van vergelijking (9) tot en met (12), door het minimaliseren van de kwadratensom van de residuen. Voor de helderheid is vergelijking (2) vereenvoudigd tot het model van Troutbeck (gemodificeerd): ˆ qrs p ( t ) RS p 3600 (1 ) C tm q t C z /(1 F ) Ep p qrs p t q M RS p e e (9) * C 3600 Ep gvqev, p in verzadigde toestand (10) v * qrs p gv qrs, v, p (11) v ˆ p C C Ep E p (12) Hierin is (in aanvulling op de reeds gedefinieerde symbolen): Ĉ Ep : geschatte capaciteit van de (linker) toerit(strook) in (vijfminuten-)periode p [pae/h] C E p : omgerekende toerit-intensiteit van de (linker) toerit(strook) in verzadigde toestand in periode p uitgedrukt in personenauto-eenheden per uur [pae/h] * q Ev, p : gemeten toerit-intensiteit van voertuigtype v in periode p, uitgedrukt in [vtg v /s] * q :gemeten rotonde-intensiteit inclusief het schijnconflict v in periode p, uitgedrukt in [vtg RS, v, p v /s] g v : pae-waarde voor voertuigsoort v; voor v=1 is per definitie g E,1 =1 ε : residu in periode p. Minimalisering van de kwadratensom van de residuen (Σ p ε 2 p ), leidt tot de optimale waarden van de parameters. In deze voortgezette kalibratieprocedure kwamen de volgende waarden voor de personenauto-equivalenten meest in aanmerking: lichte vrachtauto (g 2 )=1,9 en zware vrachtauto (g 3 )= 2,7. Minimum volgtijd t M en clustering constante ρ De minimum volgtijd is in het concept van de hiaatverdeling in eerste instantie een eigenschap van het geclusterde verkeer. Maar in de M3-verdeling [24] is t M een parameter die de mate van verschuiving van de exponentiële functie f(t) aangeeft voor het ongeclusterde deel (α) van het rotondeverkeer verkeer. Dit betekent dat er een samenhang bestaat tussen t M en α. Sullivan en Troutbeck wijzen er op, dat gegeven een bepaalde intensiteit q de distributie M van de grotere hiaten niet wijzigt zolang de waarde van e t constant is [26]. In de literatuur wordt de schatting van t M, α en de λ-distributie dan ook in onderlinge samenhang behandeld. Daarbij worden verschillende wiskundige technieken gebruikt. Cowan combineert de momentenmethode en Komogorov-Smirnov statistiek [24]. Sullivan en Troutbeck vergelijken de variantie van de residuen voor de berekende en waargenomen frequentieverdeling van volgtijden groter dan 4 seconden van drie methoden (momentenmethode, maximum likelihood en kleinste kwadratenmethode) [26]. Hagring heeft deze methoden ook gehanteerd, gebruikmakend van steeds drie waarden voor t M =1,5 s/vtg, 1,8 s/vtg en 2,0 s/vtg. De resultaten leverden echter geen eenduidig beeld op. Zijn conclusie is, dat alle uitkomsten voldeden. Op arbitraire gronden heeft hij gekozen voor de resultaten van de momentenmethode, met t M =1,5 s/vtg of 1,8 s/vtg [15]. Hoogendoorn heeft een methode ontwikkeld om geclusterd en ongeclusterd verkeer te onderscheiden [27]. Van Beinum heeft cf. deze methode de volgtijden gesplitst in geclusterd en ongeclusterd verkeer en vervolgens de gemiddelde waarde t B van de volgtijd van het geclusterde verkeer bepaald. Voor de enkelstrooksrotonde in Schipluiden is zo een waarde t B = 2,2 s/pae gevonden [28]. Dit is een waarde die groter is dan die van de oprijvolgtijd t F = 2,1 s/pae. Mogelijk wordt met deze methode de gemiddelde volgtijd gevonden van auto s die vooral vanaf de vorige tak gebruik hebben gemaakt van eenzelfde hiaat. Het volgen van de voorganger vraagt op een rotonde echter een kleinere taakbelasting dan het oprijden. Het is dan ook zeer onwaarschijnlijk, dat deze waarde t B de tijdsafstand t M weergeeft waarop een L.G.H. (Bertus) Fortuijn en Serge P. Hoogendoorn 7

10 volger op de rotonde nog wordt beïnvloed door zijn voorganger. Dit betekent dat t M niet identiek is met t B. Met de thans ter beschikking staande methoden is de waardebepaling van t M arbitrair. Daarom is gekozen voor een benadering op stroomniveau. Vanwege de eenvoud zijn daarvoor de waarnemingen op een enkelstrooksrotonde gebruikt (Schipluiden). Duidelijk is, dat een simultane schatting op stroomniveau (9) in het hiaatacceptatiemodel een onwaarschijnlijk lage waarde voor de minimum volgtijd (t M = 1,2 à 1,4 s/pae) oplevert, terwijl de waarden voor het kritisch hiaat t C hoger zijn dan die uit de hiaatmetingen. De conclusie is, dat een simultane schatting van de parameters op stroomniveau op basis van de beschikbare dataset geen reële parameterwaarden oplevert voor het hiaat-acceptatiemodel. Daarom zijn de effecten onderzocht van het invullen van de waarde voor het kritische hiaat t C. Dan blijkt een waarde t M = 1,7 s/pae en ρ =1 een zeer acceptabel resultaat op te leveren. Dit is een verrassend resultaat, omdat het eenvoudiger model van Tanner geen slechtere resultaten blijkt op te leveren dan het complexere model van Troutbeck [12,13]. De meest voor de hand liggende verklaring hiervoor is, dat de dichotome verdeling van de voertuigen op de rotonde in werkelijkheid niet begrensd wordt door een enkele waarde van de minimum volgtijd t M. Daardoor wordt de kwaliteitswinst die bereikt zou kunnen worden met het aanbrengen van verfijningen in de mate van clustering teniet gedaan door de spreiding van de minimum volgtijd in werkelijkheid tot zelfs groter dan geaccepteerde hiaten. Vanwege de verschillen in wenssnelheid neigt ρ naar een waarde < 1, maar de minimum volgtijd van voertuigen varieert. Opmerkelijk is, dat in het relevante deel van de volgtijden (t >t C ) de Tanner distributie (ρ=1) beter aansluit bij de meer realistische, aangepaste M3-verdeling (ρ=0,8+gespreide volgers, d.w.z. met variabele minimum volgtijden), dan de Cowan M3-distributie [24] zelf, hoewel van de beide laatstgenoemde verdelingen het aandeel geclusterde verkeer gelijk is. Overigens blijkt ook, dat indien de verdeling van kleinere volgtijden van belang is, een M3 verdeling met ρ=1,55 nog beter zou aansluiten. Duidelijk mag zijn, dat een dergelijk theoretisch onmogelijke aanname voor ρ>1 noodzakelijk kan zijn (zoals Akçelik met een waarde kd =0,2 doet voor verkeer op de aanvoertak [21], omdat de werkelijke volgtijdverdeling afwijkt van assumptie 3 die aan de M3 verdeling ten grondslag ligt. Een en ander is geïllustreerd in Figuur 4. Figuur 4 Effect van verschillende aannames voor de verdeling van geclusterde voertuigen KRITISCH HIAAT EN OPRIJVOLGTIJD Schatting op voertuigniveau Zoals gepubliceerd in [5] variëren de waarden voor het kritisch hiaat en de oprijvolgtijd die in het schattingsproces op voertuigniveau voor de verschillende toeritstroken naar de onderzochte rotondes zijn gevonden. Wanneer deze worden gerangschikt naar oplopende waarden, blijkt zich een relatie met oplopende complexiteit voor te doen. Tabel 2 Kritieke hiaten en oprijvolgtijden voor toeritten van turbo rotondes t C t F Hoofd Schijnconflict conflict Schijn- [s/pae] [s/pae] conflict Nabij Veraf Schijnbeweging Toeritstrook Enkelstrooksrotonde 3,15 2, n a n a Linker strook zijtak 3,15 2, n a n a Linker strook hoofdtak 3,55 2, n a 1 Rechter strook zijtak 3,7 2,8 1 n a n a 1 (+1 bypass) Rechter strook hoofdtak 3,8 2,3 1 n a 1 1 n a = niet aanwezig L.G.H. (Bertus) Fortuijn en Serge P. Hoogendoorn 8

11 Niet alleen de stromen die een echt conflict (kunnen) veroorzaken (schijnconflict), lijken van belang te zijn, maar ook verkeersbewegingen die in het geheel geen conflict kunnen opleveren, maar kennelijk toch de aandacht vragen. In Tabel 2 zijn deze geordend naar oplopende waarden. Een relatie met oplopende complexiteit lijkt voor de hand liggend. Schatting op stroomniveau voor de linker toeritstrook hoofdtak In deze paragraaf worden de resultaten besproken van het schattingsproces op stroomniveau voor de capaciteit van de linker toeritstrook van de hoofdtak van de basis turborotonde (linker afbeelding Figuur 3). Hoewel het kritisch hiaat in de schatting op voertuigniveau al vrij hoog was, bleek deze in de schatting op stroomniveau toch nog hoger te zijn: ψ =1,10, met t Ceff = 3,91 s/pae. Ook de oprijvolgtijd is in de schatting op voertuigniveau hoger: ξ = 1,16, met t Feff = 2,67 s/pae. De meer complexe situatie heeft kennelijk een grotere invloed op het oprijden dan uit de schatting op voertuigniveau is gebleken. Grafisch zijn de verschillen weergegeven in de linker grafiek van Figuur 5. Schatting op stroomniveau voor de linker toeritstrook zijtak Het schattingsproces op stroomniveau voor de capaciteit van de linker toeritstrook van de zijtak van de basis turborotonde (rechter afbeelding Figuur 3) is gecompliceerder. Allereerst is de vraag van belang of onderzoek van de strookgebruikfactor via uitdrukking (8) een resultaat oplevert, dat van belang is. De gebruikte waarnemingen leverden bij t M = 1,7 s/pae een waarde η= 2,08 op, terwijl de kwadratensom van de residuen verminderde met 2,6 %. Maar daarbij moet worden aangetekend, dat dit niet gold voor alle onderzochte toeritten (de rotonde Rotterdam liet een tegengesteld effect zien). In feite gaat het dan ook om niet meer dan een indicatie, dat het effect van een meer evenwichtige verdeling van het verkeer over twee rotondestroken minder sterk is, dan vergelijking (2) en (3) zou doen vermoeden. Gelet op het kleine verschil in de kwadratensom van de residuen en het tegengestelde effect op de rotonde Rotterdam, ligt het hanteren van een hogere waarde voor het kritisch hiaat bij een eenvoudiger modelstructuur meer voor de hand. In de kalibratie op stroomniveau is de waarde van het kritisch hiaat veel hoger dan die in de schatting op voertuigniveau (ψ =1,26). Het grote verschil tussen het kritisch hiaat verkregen uit hiaatmetingen en capaciteitsmetingen kan erop wijzen, dat in situaties waarin het beoordelen van bruikbare hiaten complexer is, het gedrag van bestuurders minder homogeen is dan assumptie 2 veronderstelt. De grotere spreiding in de waarde van het kritisch hiaat in de schatting vanuit de hiaatwaarnemingen voor turborotondes ondersteunt dit vermoeden. De oprijvolgtijd t F =2,13 s/pae behoefde geen correctie. Grafisch zijn de verschillen weergegeven in de rechter grafiek van Figuur 5. Figuur 5 Vergelijking capaciteit op voertuig- en stroomniveau VERGELIJKING MET (CONCENTRISCHE) COMPACTE TWEESTROOKS ROTONDES In Nederland zijn geen capaciteitsmetingen op concentrische tweestrooksrotondes met enkelstrooks afvoertakken (compacte tweestrooks rotondes) beschikbaar. In Duitsland hebben Brilon en Bäumer hebben hiernaar onderzoek gedaan en geconstateerd dat de linker toeritstrook veel slechter wordt benut dan de rechter. De bereidheid om de linker rijstrook te gebruiken neemt toe, naarmate de afstand die op de rotonde afgelegd wordt, groter is [17]. Duidelijk is, dat de turborotonde in vergelijking met de Duitse concentrische tweestrooksrotondes een hoger capaciteit heeft. Vooral zijn de waarden van de twee hoofdtakken in Figuur 6 relevant. L.G.H. (Bertus) Fortuijn en Serge P. Hoogendoorn 9

12 Figuur 6 Vergelijking turborotonde met concentrische compacte tweestrooksrotonde CONCLUSIES EN DISCUSSIE Een één-op-één vertaling van de parameterwaarden uit hiaatwaarnemingen leidt tot te hoge capaciteitswaarden. Dit betekent, dat het werkelijke verkeersgedrag sterker afwijkt van de assumpties die ten grondslag liggen aan de hiaatacceptatie-modellen, dan voorheen in [5] werd vermoed. Afwijkingen zijn geconstateerd ten aanzien van: Assumptie 1. Consistentie in gedrag neemt af in meer complexe situaties, afgeleid uit een hoger percentage verworpen hiaten die groter zijn dan het geaccepteerde [1, Tabel F.3.4]. Assumptie 2. Bestuurders reageren mogelijk minder gelijk in meer complexe situaties. Assumptie 3. Hiaten groter dan het kritisch hiaat (t > t C ) zijn niet alle (verschoven) exponentieel verdeeld). Assumptie 4. Het rotondeverkeer wordt door invoegend verkeer beïnvloed; het effect van de hiervoor ontwikkelde correctiefactor is gering. Assumptie 5. Hiaten op twee rotondestroken zijn ten opzichte van elkaar niet geheel onafhankelijk verdeeld. Een model, gebaseerd op de hiaatacceptatietheorie, maar dat geschat wordt op een combinatie van hiaat- en stroomwaarnemingen kan tot een voor de praktijk bruikbaar model leiden, dat beter past bij de waarnemingen dan een lineair model [1]. Maar in theoretisch opzicht is het betrekkelijk grote verschil tussen de resultaten uit hiaatmetingen en verkeersstroommetingen onbevredigend. Het ontwikkelen van een theoretisch beter alternatief voor modelschattingen op basis van hiaatgegevens verdient aanbeveling. Zo n model kan minder strenge aannames met zich meebrengen. Het loslaten van de onrealistische aanname dat het gedrag consistent is, zou een belangrijke verbetering betekenen. Eerdere onderzoeksresultaten wijzen in de richting van de noodzaak van een expliciete modellering van niet-consistent bestuurdersgedag in het accepteren van hiaten. In plaats van het postuleren van een expliciete verdeling van het kritisch hiaat ligt in dit geval een benadering via simulatie meer voor de hand een simulatie direct gebaseerd op in de praktijk geaccepteerde en verworpen hiaten door de individuele bestuurders. Naast een expliciete modellering van een inconsistente hiaatacceptatie, kan de realisatie van hiaten zelf meer valide worden gemodelleerd, bijvoorbeeld door te kijken naar de verdeling van de minimum volgtijd, er van uitgaande dat die niet constant is. En ook naar de realisatie van bruikbare hiaten die het gevolg zijn van al dan niet gecorreleerde volgtijden van het verkeer op meerdere rijstroken van de turborotonde. Ook in dit geval is een benadering gebaseerd op simulaties geschikt, die zal leiden tot een gedetailleerde modellering van de verdelingen, die voortkomen uit het verkeersproces. Aanvankelijke pogingen met simpele simulatienetwerken laten de potentie zien om uit simulatiewaarnemingen modelparameters te identificeren die van belang zijn bij het accepteren of het verwerpen van een hiaat. L.G.H. (Bertus) Fortuijn en Serge P. Hoogendoorn 10

13 Literatuur [1] Fortuijn, L.G.H. (Bertus), (2013) Turborotonde en turboplein: ontwerp, capaciteit en veiligheid, januari 2013, TRAIL Thesis Series T2013/1, Nederland, ISBN: (proefschrift). [2] Fortuijn, L.G.H. en V.F. Harte, (1997). Meerstrooksrotondes: verkenning van nieuwe vormen, Verkeerskundige werkdagen 1997, CROW, Ede. [3] Bovy, Ph.H. (1991) Zusammenfassung der schweizerischen Kreiselhandbuchs, Straße und Verkehr, Vol.77, No. 3, pp Lausanne, Schweiz. [4] CROW (2008). Turborotondes, Publicatie 257. CROW, nationaal kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte, Ede. [5] Fortuijn, Lambertus G.H. (2009). Turbo Roundabouts: Estimation of Capacity, Transportation Research Record, Journal of the Transportation Research Board, No 2130, pp 83-92, 2009,Washington, D.C. [6] Siegloch, W. (1973). Die Leistungsermittlung an Knotenpunkten ohne Lichtsignalsteuerung. Straßenbau und Straßenverkehrstechnik, Heft 154, Germany [7] Troutbeck, Rod. J. en Werner Brilon (z.j.) Unsignalized Intersection Theory. Revised Monograph on Traffic Flow Theory, Chapter 8. Office of Research, Development, en Technology Department of Transportation, Federal Highway Administration (FHWA), Washington, DC. USA. [8] Harders, J. Die Leistungfähigkeit nicht signalgeregelter städtischer Verkehrsknoten. Straßenbau und Straßenverkehrstechnik, Heft 76, 1968, Germany. [9] Tanner, J.C. A theoretical analysis of delays at an uncontrolled intersection, Biometrika, 49, pp , Great Britain. [10] Tanner, J.C. (1967), The capacity of an uncontrolled intersection. Biometrika 54, (3, 4) pp Great Britain. [11] Fisk, Caroline S. Priority Intersection Capacity: A Generalization of Tanner s Formula. Transportation Research 23B, pp , [12] Troutbeck, R.J The theory of traffic flow on roundabouts. Traffic Flow Theory. Esso Monash Short Courses in Traffic Sciences, pp , 1984, (cited by Hagring). [13] Troutbeck, R.J. (1986). Average Delay at an Unsignalized Intersection with Two Major Streams Each Having a Dichotomized Headway Distribution. Transportation Science, 20 (4), pp [14] Hagring, O., The use of the Cowan M3 distribution for modelling roundabout flow. Traffic Engineering & Control 37, 1996, pp [15] Hagring, Ola, Vehicle-vehicle Interactions at Roundabouts en their Implications for the Entry Capacity; A Methodological Study with applications to Two-lane Roundabouts. Bulletin 159, University of Lund & Lund Institute of Technology, Department of Traffic Planning en Engineering, Box 118, S , 1998, Lund, Sweden. ISSN [16] Brilon, Werner und Birgit Stuwe (1991) Kreisvekehrsplätse leistungsfähigkeit, Sicherheit und verkehrstechnische Gestaltung. Straßenverkehrstechnik, 6,1991, pp , Germany. [17] Brilon, Werner und Hanno Bäumer, Überprüfung von Kreisverkehren mit zweistreifig markierter oder einstreifig markierter, aber zweistreifig befahrbarer Kreisfahrbahn. Forschung Straßenbau und Straßenverkehrstechnik, Heft 876, 2004, Herausgegeben vom Bundesministerium für Verkehr, Bau- und Wohnungswesen, Abteilung Straßenbau, Straßenverkehr, Bonn. [18] FGSV (2006) Merkblatt für die Anlage von Kreisverkehren. Forschungsgesellschaft für Straßen- und Verkehrswesen, Arbeitsgruppe Srassenentwurf, Köln, ISBN [19] Wu, N. An Universal Formula for Calculating Capacity at Roundabouts. Arbeitsblaetter No.13, Institute for Traffic Engineering, Ruhr-University Bochum, 1997, Germany [20] Akçelik, R., (with contributions by Edward Chung en Mark Besley. Roundabouts: capacity en performance analysis. ARRB Transportation Research Ltd, Research Report ARR 321, ISBN / ISSN L.G.H. (Bertus) Fortuijn en Serge P. Hoogendoorn 11

14 [21] Akçelik, Rahmi, A review of gap-acceptance capacity models. 29th Conference of Australian Institutes of Transportation Research (CAITR 2007) University of South Australia, Adelaide, Australia, 5-7 December 2007 (Revised 28 January 2008). [22] Vasconcelos, A.L.P., Silva, A.B., Seco, Á.J.M., Silva, J.P (2012), Estimating The Parameters of Cowan s M3 Headway Distribution for Roundabout Capacity Analyses, The Baltic Journal of Road en Bridge Engineering 7 (4), [23] Fortuijn, Lambertus G.H., Turbo Roundabouts: Design Principles en Safety Performance, Transportation Research Record, Journal of the Transportation Research Board, No. 2096, pp.16-24, 2009,Washington, D.C. [24] Cowan, R.J. Useful headway models. Transportation Research, Vol. 7, no.6 Dec 1975 pp [25] Troutbeck, R.J. en S. Kako (1999). Limited priority unsignalized intersections, Transportation Research A 33, [26] Sullivan, D.P. en Troutbeck R.J. The use of Cowan s M3 headway distribution for modelling urban traffic flow. Traffic Engineering +Control, July/August 1994, pp [27] Hoogendoorn, S. P. Unified approach to estimating free speed distributions. Transportation Research Part B 39: , [28] Beinum, A.S. van Prestatieanalyse van de Turborotonde. Afstudeerverslag , 2007, Technische Universiteit Delft (Dutch). L.G.H. (Bertus) Fortuijn en Serge P. Hoogendoorn 12

Prestatieanalyse van de Turborotonde

Prestatieanalyse van de Turborotonde Prestatieanalyse van de Turborotonde Systematische benadering van de relatie tussen geometrisch ontwerp en capaciteit A.S. van Beinum Den Haag, april 27 Prestatieanalyse van de Turborotonde Systematische

Nadere informatie

Rotondedoseerinstallaties (RDI s) op robuustheid onderzocht

Rotondedoseerinstallaties (RDI s) op robuustheid onderzocht (Bijdragenr. 55) Rotondedoseerinstallaties (RDI s) op robuustheid onderzocht Auteur: Ir. L.G.H. (Bertus) Fortuijn, Turbo Traffic Solutions / TU-Delft Co-auteur: Ir. B.C. (Bob) Granneman, afstudeerder TU-Delft.

Nadere informatie

Stand van zaken Turborotonde

Stand van zaken Turborotonde Auteursrechten: zonder toestemming van de auteur mag van deze presentatie niets worden overgenomen. Stand van zaken dr.ir. L.G.H. (Bertus) Fortuijn Turbo Traffic Solutions / TU Delft 1 Ontwerp van Eugène

Nadere informatie

Verkeersonderzoek Bedrijvenpark De Kroon Notitie

Verkeersonderzoek Bedrijvenpark De Kroon Notitie Verkeersonderzoek Bedrijvenpark De Kroon Notitie Documentnummer: Status en datum: Definitief/02 2 augustus 2016 Auteur: Ir. N. Rolink Opdrachtgever: Van Wijk Ontwikkeling Postbus 1393 3440 BJ Nieuwegein

Nadere informatie

Verkeersafwikkeling weefvak A4 Nieuw-Vennep/Hoofddorp. April 2002

Verkeersafwikkeling weefvak A4 Nieuw-Vennep/Hoofddorp. April 2002 Verkeersafwikkeling weefvak A4 Nieuw-Vennep/Hoofddorp April 2002 ....................... Colofon Uitgegeven door: Adviesdienst Verkeer en Vervoer Informatie: ir. H. Schuurman Telefoon: 010 282 5889 Fax:

Nadere informatie

EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring I.M. Zwetsloot

EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring I.M. Zwetsloot EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring I.M. Zwetsloot EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring Inez M. Zwetsloot Samenvatting EWMA Regelkaarten in Statistische Procesmonitoring

Nadere informatie

Parkeerbehoefte berekenen, niet schatten

Parkeerbehoefte berekenen, niet schatten (Bijdragenr. 71) Parkeerbehoefte berekenen, niet schatten Sjoerd Stienstra (ir. Sj. Stienstra Adviesbureau stedelijk verkeer BV) Samenvatting: Parkeerkentallen geven slechts een globale benadering van

Nadere informatie

Populaties beschrijven met kansmodellen

Populaties beschrijven met kansmodellen Populaties beschrijven met kansmodellen Prof. dr. Herman Callaert Deze tekst probeert, met voorbeelden, inzicht te geven in de manier waarop je in de statistiek populaties bestudeert. Dat doe je met kansmodellen.

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE 1 DOEL VAN REGRESSIE ANALYSE De relatie te bestuderen tussen een response variabele en een verzameling verklarende variabelen 1. LINEAIRE REGRESSIE Veronderstel dat gegevens

Nadere informatie

Standpunt Fietsberaad over turborotondes

Standpunt Fietsberaad over turborotondes Standpunt Fietsberaad over turborotondes Rotterdam, augustus 2008 1 Inleiding In de vergadering van 5 juni 2008 heeft het Fietsberaad uitgebreid gediscussieerd over de aanbevelingen in CROW-publicatie

Nadere informatie

Data analyse Inleiding statistiek

Data analyse Inleiding statistiek Data analyse Inleiding statistiek 1 Terugblik - Inductieve statistiek Afleiden van eigenschappen van een populatie op basis van een beperkt aantal metingen (steekproef) Kennis gemaakt met kans & kansverdelingen»

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Meerstrooksrotonde verkenner

Meerstrooksrotonde verkenner Invoer Omgedraa Noord 0 0 0 0 Intensiteiteninpae'speruur! 2 2,5 12,5m 7 m Naam: Rotonde Plaats: Plaatsnaam Tijd: Ochtendspits7:30-8:30 Omschrijving: IntensiteitenvariantI 0 0 0 0 2,5m 2,5m 2,5 7 m PJC

Nadere informatie

Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus

Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus Dat economie in essentie geen experimentele wetenschap is maakt de econometrie tot een onmisbaar

Nadere informatie

Rapport. Rapportage Bijzondere Bijstand 2013

Rapport. Rapportage Bijzondere Bijstand 2013 w Rapport Rapportage Bijzondere Bijstand 2013 T.J. Slager en J. Weidum 14 november 2014 Samenvatting In 2013 is er in totaal 374 miljoen euro door gemeenten uitgegeven aan bijzondere bijstand. Het gaat

Nadere informatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie 9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)

Nadere informatie

Opgaven Functies en Reeksen. E.P. van den Ban

Opgaven Functies en Reeksen. E.P. van den Ban Opgaven Functies en Reeksen E.P. van den Ban c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Augustus 2014 1 Opgaven bij Hoofdstuk 1 Opgave 1.1 Zij f : R n R partieel differentieerbaar naar iedere variabele

Nadere informatie

Examen Statistiek I Feedback

Examen Statistiek I Feedback Examen Statistiek I Feedback Bij elke vraag is alternatief A correct. Bij de trekking van een persoon uit een populatie beschouwt men de gebeurtenissen A (met bril), B (hooggeschoold) en C (mannelijk).

Nadere informatie

Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h

Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h Datum 12 december 2011 Bijlage(n) - Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h Achtergrond Het kabinet is voornemens de maximumsnelheid op autosnelwegen te verhogen naar 130

Nadere informatie

Memo. Inleiding. Onderwerp: Memo doorstroming rotonde Parklaan Zandlaan - Horalaan

Memo. Inleiding. Onderwerp: Memo doorstroming rotonde Parklaan Zandlaan - Horalaan Memo Onderwerp: Memo doorstroming rotonde Parklaan Zandlaan - Horalaan Kampen, Projectomschrijving: 30 november 2018 Simulatie rotonde Parklaan Zandlaan Horalaan. Van: BonoTraffics bv, Opgesteld door:

Nadere informatie

Tijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie

Tijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie Samenvatting Tijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie In dit proefschrift wordt een aantal studies gepresenteerd waarin tijdreeksanalyse wordt toegepast

Nadere informatie

VU University Amsterdam 2018, Maart 27

VU University Amsterdam 2018, Maart 27 Department of Mathematics Exam: Voortgezette biostatistiek VU University Amsterdam 2018, Maart 27 c Dept. of Mathematics, VU University Amsterdam NB. Geef een duidelijke toelichting bij de antwoorden.

Nadere informatie

Het modelleren van een onvolkomen put met een meerlagenmodel

Het modelleren van een onvolkomen put met een meerlagenmodel Het modelleren van een onvolkomen put met een meerlagenmodel Mark Bakker i Een onvolkomen put kan gemodelleerd worden met een meerlagenmodel door het watervoerend pakket op te delen in drie lagen gescheiden

Nadere informatie

VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE

VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE Rapport aan isterie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterwegen en Zeewezen AFDELING WATERWEGEN KUST VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE

Nadere informatie

memo Gemeente Oegstgeest Onderzoek verkeersafwikkeling MEOB terrein Datum: 18 februari 2016

memo Gemeente Oegstgeest Onderzoek verkeersafwikkeling MEOB terrein Datum: 18 februari 2016 memo Postbus 150, 3000 AD Rotterdam Telefoon: 010 2018555 Fax: 010 4121039 E mail: info@rho.nl Aan: Onderwerp: Gemeente Oegstgeest Onderzoek verkeersafwikkeling MEOB terrein Datum: 18 februari 2016 Referte:

Nadere informatie

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd 2007-2008 Modeloplossing Opmerking vooraf: Deze modeloplossing is een heel volledig antwoord op de gestelde vragen. Om de maximumscore op een vraag

Nadere informatie

Uitleg van de Hough transformatie

Uitleg van de Hough transformatie Uitleg van de Hough transformatie Maarten M. Fokkinga, Joeri van Ruth Database groep, Fac. EWI, Universiteit Twente Versie van 17 mei 2005, 10:59 De Hough transformatie is een wiskundige techniek om een

Nadere informatie

SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS (SUMMARY IN DUTCH)

SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS (SUMMARY IN DUTCH) (SUMMARY IN DUTCH) HET SCHATTEN VAN ALONSO S THEORIE OVER VERPLAATSINGEN VOOR WOON-WERKVERKEER Dit proefschrift past Alonso s theorie over verplaatsingen toe op woon-werkverkeer. Woon-werkverkeer zorgt

Nadere informatie

1 Uitgangssituatie 2020 autonoom

1 Uitgangssituatie 2020 autonoom Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Voorbeelden van gebruik van 5 VUSTAT-apps

Voorbeelden van gebruik van 5 VUSTAT-apps Voorbeelden van gebruik van 5 VUSTAT-apps Piet van Blokland Begrijpen van statistiek door simulaties en visualisaties Hoe kun je deze apps gebruiken bij het statistiek onderwijs? De apps van VUSTAT zijn

Nadere informatie

Akoestische achteruitgang stille wegdekken afhankelijk van verkeersintensiteit!!

Akoestische achteruitgang stille wegdekken afhankelijk van verkeersintensiteit!! Akoestische achteruitgang stille wegdekken afhankelijk van verkeersintensiteit!! Christiaan Tollenaar M+P Leo Visser Provincie Noord-Holland Samenvatting Dat stil asfalt na verloop van tijd steeds meer

Nadere informatie

en-splitsingen: een aantal alternatieven worden parallel toegepast, of-splitsingen: van een aantal alternatieven wordt er één toegepast,

en-splitsingen: een aantal alternatieven worden parallel toegepast, of-splitsingen: van een aantal alternatieven wordt er één toegepast, Kansrekening voor Informatiekunde, 25 Les 8 Proces analyse Veel processen laten zich door netwerken beschrijven, waarin knopen acties aangeven en opdrachten langs verbindingen tussen de knopen verwerkt

Nadere informatie

Figuur 1. Schematisch overzicht van de structuur van het twee-stadia recourse model.

Figuur 1. Schematisch overzicht van de structuur van het twee-stadia recourse model. Samenvatting In dit proefschrift worden planningsproblemen op het gebied van routering en roostering bestudeerd met behulp van wiskundige modellen en (numerieke) optimalisatie. Kenmerkend voor de bestudeerde

Nadere informatie

De dynamica van een hertenpopulatie. Verslag 1 Modellen en Simulatie

De dynamica van een hertenpopulatie. Verslag 1 Modellen en Simulatie De dynamica van een hertenpopulatie Verslag Modellen en Simulatie 8 februari 04 Inleiding Om de groei van een populatie te beschrijven, kunnen vele verschillende modellen worden gebruikt, en welke meer

Nadere informatie

PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism

PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism KINEMATICA EN DYNAMICA VAN MECHANISMEN PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism Lien De Dijn en Celine Carbonez 3 e bachelor in de Ingenieurswetenschappen: Werktuigkunde-Elektrotechniek Prof. Dr.

Nadere informatie

Stochastiek 2. Inleiding in the Mathematische Statistiek. staff.fnwi.uva.nl/j.h.vanzanten

Stochastiek 2. Inleiding in the Mathematische Statistiek. staff.fnwi.uva.nl/j.h.vanzanten Stochastiek 2 Inleiding in the Mathematische Statistiek staff.fnwi.uva.nl/j.h.vanzanten 1 / 12 H.1 Introductie 2 / 12 Wat is statistiek? - 2 Statistiek is de kunst van het (wiskundig) modelleren van situaties

Nadere informatie

Samenvatting (in Dutch)

Samenvatting (in Dutch) Samenvatting (in Dutch) Geordende latente klassen modellen voor nonparametrische itemresponstheorie Een geordend latente klassen model kan als een nonparametrisch itemresponstheorie model beschouwd worden.

Nadere informatie

Verkeersberekeningen Sportpark De Woerd Driebergen

Verkeersberekeningen Sportpark De Woerd Driebergen Verkeersberekeningen Sportpark De Woerd Driebergen Onderzoeksperiode: april/ mei/ juni 2010 CONCEPT Opsteller: In opdracht van: Datum: Rapportnummer: Bureau de Groot Volker Schoonderbeek en Partners Advies

Nadere informatie

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275 Open Inhoud Universiteit Appendix B Wiskunde voor milieuwetenschappen Werken met eenheden Introductie 275 Leerkern 275 1 Grootheden en eenheden 275 2 SI-eenhedenstelsel 275 3 Tekenen en grafieken 276 4

Nadere informatie

Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied

Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied Henk van den Brink KNMI 8 juli 2015 Probleemstelling De onzekerheid in de extrapolatie is ongewenst groot bij het gebruik van een 3-parameter (Extreme

Nadere informatie

Introductie Prognosetafel AG2014 Effect voorziening zeer beperkt, kostendekkende premie neemt wel toe

Introductie Prognosetafel AG2014 Effect voorziening zeer beperkt, kostendekkende premie neemt wel toe Introductie Effect voorziening zeer beperkt, kostendekkende premie neemt wel toe Op dit moment is de de overlevingstafel waarmee pensioenfondsen hun verplichtingen waarderen. Deze overlevingstafel houdt

Nadere informatie

Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning

Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Memo Aan: Dhr. W. Wullaert Van: Anneke Merkx Datum: 1 januari 201 Kopie: - Ons kenmerk: N002_T&P_BA5-102-101 Classificatie: Vertrouwelijk HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Onderwerp: Verkeersgeneratie

Nadere informatie

Toegepaste Statistiek, Week 6 1

Toegepaste Statistiek, Week 6 1 Toegepaste Statistiek, Week 6 1 Eén ordinale en één nominale variabele Nominale variabele met TWEE categorieën, 1 en 2 Ordinale variabele normaal verdeeld binnen iedere categorie? Variantie in beide categorieën

Nadere informatie

Beleving van wachten bij verkeerslichten

Beleving van wachten bij verkeerslichten (Bijdragenr. 129) Beleving van wachten bij verkeerslichten Jaap Vreeswijk Peek Traffic bv Bas van der Bijl Grontmij (voorheen stagiair bij Peek Traffic bv) Korte samenvatting De wachttijdbeleving van automobilisten

Nadere informatie

Tentamen Statistische Thermodynamica MST 19/6/2014

Tentamen Statistische Thermodynamica MST 19/6/2014 Tentamen Statistische Thermodynamica MST 19/6/214 Vraag 1. Soortelijke warmte ( heat capacity or specific heat ) De soortelijke warmte geeft het vermogen weer van een systeem om warmte op te nemen. Dit

Nadere informatie

Meten en experimenteren

Meten en experimenteren Meten en experimenteren Statistische verwerking van gegevens Een korte inleiding 3 oktober 006 Deel I Toevallige veranderlijken Steekproef Beschrijving van gegevens Histogram Gemiddelde en standaarddeviatie

Nadere informatie

Flevokust_verkeersmodel_Lelystad\ LLS Met de varianten Referentie 2011 Planjaar 2020 GE Planjaar 2020 RC Planjaar 2030 GE Planjaar 2030 RC

Flevokust_verkeersmodel_Lelystad\ LLS Met de varianten Referentie 2011 Planjaar 2020 GE Planjaar 2020 RC Planjaar 2030 GE Planjaar 2030 RC Memo nummer 02 datum 11 november 2014 aan R. Wilms Provincie Flevoland W. Kaljouw van Hans van Herwijnen Antea Group kopie Marijke Visser Robin Huizenga Antea Group Antea Group project Vervolg op de plan-

Nadere informatie

Rapportage bijzondere bijstand 2014

Rapportage bijzondere bijstand 2014 Rapport Rapportage bijzondere bijstand 2014 Vinodh Lalta Thomas Slager 30 oktober 2015 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00 www.cbs.nl projectnummer

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Dit proefschrift behandelt een aantal onderwerpen uit de multivariate analyse, waarbij het begrip multivariate analyse ruim moet worden geïnterpreteerd. Naast onderwerpen

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05

Nadere informatie

Het blijkt dat dit eigenlijk alleen lukt met de exponentiële methode.

Het blijkt dat dit eigenlijk alleen lukt met de exponentiële methode. Verificatie Shen en Carpenter RDEC methodiek voor de karakterisering van asfaltvermoeiing; vergelijking van verschillende methoden voor het berekenen van de parameters. Jan Telman, Q-Consult Bedrijfskundig

Nadere informatie

Toegepaste Wiskunde 2: Het Kalman-filter

Toegepaste Wiskunde 2: Het Kalman-filter Toegepaste Wiskunde 2: Het Kalman-filter 25 februari, 2008 Hans Maassen 1. Inleiding Het Kalman filter schat de toestand van een systeem op basis van een reeks, door ruis verstoorde waarnemingen. Een meer

Nadere informatie

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 3. Recap 2. Recap 1. Recap Centrale limietstelling T-verdeling Toetsen van hypotheses

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 3. Recap 2. Recap 1. Recap Centrale limietstelling T-verdeling Toetsen van hypotheses Vandaag Onderzoeksmethoden: Statistiek 3 Peter de Waal (gebaseerd op slides Peter de Waal, Marjan van den Akker) Departement Informatica Beta-faculteit, Universiteit Utrecht Recap Centrale limietstelling

Nadere informatie

Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen

Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen Maandag 4 januari 216, 1: - 13: uur 1. Beschouw voor t > de inhomogene singuliere tweede orde vergelijking, t 2 ẍ + 4tẋ + 2x = f(t, (1 waarin f

Nadere informatie

NUMERIEKE METHODEN VOOR DE VAN DER POL VERGELIJKING. Docent: Karel in t Hout. Studiepunten: 3

NUMERIEKE METHODEN VOOR DE VAN DER POL VERGELIJKING. Docent: Karel in t Hout. Studiepunten: 3 NUMERIEKE METHODEN VOOR DE VAN DER POL VERGELIJKING Docent: Karel in t Hout Studiepunten: 3 Over deze opgave dien je een verslag te schrijven waarin de antwoorden op alle vragen zijn verwerkt. Richtlijnen

Nadere informatie

CTB Transport & Planning Sommen- en vragencollege Delen 3 en 4

CTB Transport & Planning Sommen- en vragencollege Delen 3 en 4 CTB1420-14 Transport & Planning Sommen- en vragencollege Delen 3 en 4 Transport & Planning 7-3-2019 Delft University of Technology Challenge the future 1. Opgavendeel3 2 Inhoud deel 3: Geometrisch ontwerp

Nadere informatie

B e r e k e n i n g v e r k e e r s t o e d e l i n g e n p a r k e e r b e h o e f t e W e- r e l d b a z a r t e W i n s c h o t e n

B e r e k e n i n g v e r k e e r s t o e d e l i n g e n p a r k e e r b e h o e f t e W e- r e l d b a z a r t e W i n s c h o t e n B e r e k e n i n g v e r k e e r s t o e d e l i n g e n p a r k e e r b e h o e f t e W e- r e l d b a z a r t e W i n s c h o t e n figuur 1 f i g u u r 2 V e r k e e r s t o e d e l i n g I n l e i

Nadere informatie

Gemeente Heusden. Aanvullend onderzoek aansluitingen Drunen Eindrapport

Gemeente Heusden. Aanvullend onderzoek aansluitingen Drunen Eindrapport Gemeente Heusden Aanvullend onderzoek aansluitingen Drunen Eindrapport Gemeente Heusden Aanvullend onderzoek aansluitingen Drunen Eindrapport Datum 10 april 2008 HSE046/Wnj/0422 Kenmerk Eerste versie Documentatiepagina

Nadere informatie

VERKEERSONDERZOEK. Op gen Hek, Voerendaal. Datum : 2 december 2014

VERKEERSONDERZOEK. Op gen Hek, Voerendaal. Datum : 2 december 2014 VERKEERSONDERZOEK Op gen Hek, Voerendaal Datum : 2 december 2014 Rapportnummer : 214-VOH-verkeer-v2 Koolweg 64 5759 PZ Helenaveen Tel. 0493-539803 E-mail. mena@m-en-a.nl ING: NL37 INGB 0007622002 K.v.K.

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 13.3 16.3 uur 2 3 Voor dit examen zijn maximaal zijn 88 punten te behalen; het examen bestaat

Nadere informatie

HOOFDSTUK 7: STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN VOOR DISTRIBUTIES

HOOFDSTUK 7: STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN VOOR DISTRIBUTIES HOOFDSTUK 7: STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN VOOR DISTRIBUTIES 7.1 Het gemiddelde van een populatie Standaarddeviatie van de populatie en de steekproef In het vorige deel is bij de significantietoets uitgegaan

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Kort samengevat is het doel van dit proefschrift het verbeteren van de kwaliteit van officiële statistieken. Kwaliteit van statistische informatie heeft meerdere facetten. Dit werk richt zich op twee van

Nadere informatie

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Dienst Kwaliteit van medische laboratoria Verwerking van gecensureerde waarden 1 ste versie Pr. Albert (februari 2002) 2 de versie Aangepast door WIV (toepassingsdatum:

Nadere informatie

DHR. S. VAN DONKELAAR (VAN RIEZEN & PARTNERS) J.HAVEMAN (BVA VERKEERSADVIEZEN) ONDERWERP ONTSLUITING MEET INN DATUM 29 AUGUSTUS 2016

DHR. S. VAN DONKELAAR (VAN RIEZEN & PARTNERS) J.HAVEMAN (BVA VERKEERSADVIEZEN) ONDERWERP ONTSLUITING MEET INN DATUM 29 AUGUSTUS 2016 Kantoorcomplex Paris Noordzeelaan 38-A 8017 JW Zwolle postbus 40089 8004 DB Zwolle T (038) 460 6747 bva@bvaverkeer.nl www.bvaverkeer.nl AAN VAN DHR. S. VAN DONKELAAR (VAN RIEZEN & PARTNERS) J.HAVEMAN (BVA

Nadere informatie

Zeldzame en extreme gebeurtenissen

Zeldzame en extreme gebeurtenissen 24 March 215 Outline 1 Inleiding 2 Extreme gebeurtenissen 3 4 Staarten 5 Het maximum 6 Kwantielen 23 maart 215 Het Financieele Dagblad Vijf grootste rampen (verzekerd kapitaal) 1 Orkaan Katrina (25, MU$

Nadere informatie

Model: Er is één bediende en de capaciteit van de wachtrij is onbegrensd. 1/19. 1 ) = σ 2 + τ 2 = s 2.

Model: Er is één bediende en de capaciteit van de wachtrij is onbegrensd. 1/19. 1 ) = σ 2 + τ 2 = s 2. Het M/G/1 model In veel toepassingen is de aanname van exponentiële bedieningstijden niet realistisch (denk bijv. aan produktietijden). Daarom zullen we nu naar het model kijken met willekeurig verdeelde

Nadere informatie

We zullen in deze les kijken hoe we netwerken kunnen analyseren, om bijvoorbeeld de volgende vragen te kunnen beantwoorden:

We zullen in deze les kijken hoe we netwerken kunnen analyseren, om bijvoorbeeld de volgende vragen te kunnen beantwoorden: Wiskunde voor kunstmatige intelligentie, 24 Les 5 Proces analyse Veel processen laten zich door netwerken beschrijven, waarin een aantal knopen acties aangeeft en opdrachten langs verbindingen tussen de

Nadere informatie

CPB Memorandum. Conversieregels voor vertragingsstructuren

CPB Memorandum. Conversieregels voor vertragingsstructuren CPB Memorandum Sector(en) : Groei, kennis en structuur Afdeling(en)/Project : Integratie JADE-SAFE Samensteller(s) : D.P. Broer Nummer : 123 Datum : 11 juli 2005 Conversieregels voor vertragingsstructuren

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

PRAKTISCHE INVULLING VOOR OPTIMALISATIEMODEL PLAATSING GEURSENSOREN. Door: Bertus van der Weijst Stagiair Wageningen Universiteit

PRAKTISCHE INVULLING VOOR OPTIMALISATIEMODEL PLAATSING GEURSENSOREN. Door: Bertus van der Weijst Stagiair Wageningen Universiteit PRAKTISCHE INVULLING VOOR OPTIMALISATIEMODEL PLAATSING GEURSENSOREN Door: Bertus van der Weijst Stagiair Wageningen Universiteit Onder begeleiding van: Angela van der Sanden en Monique van der Gaag Contact:

Nadere informatie

Heeft u uw keuze al gemaakt? Ontwikkelingen in keuzemodellen. Gerard de Jong Significance, ITS Leeds en NEA

Heeft u uw keuze al gemaakt? Ontwikkelingen in keuzemodellen. Gerard de Jong Significance, ITS Leeds en NEA Heeft u uw keuze al gemaakt? Ontwikkelingen in keuzemodellen Gerard de Jong Significance, ITS Leeds en NEA Inhoud 1. Keuzemodellen in soorten en maten 2. RUM (random utility model) 3. GEV (generalised

Nadere informatie

MFD op trajectniveau. Een empirische analyse. C.A. van Geffen R.P. van Denderen

MFD op trajectniveau. Een empirische analyse. C.A. van Geffen R.P. van Denderen MFD op trajectniveau Een empirische analyse C.A. van Geffen R.P. van Denderen 29-6-2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 1.1 Hoofdvraag... 2 1.2 Deelvragen... 2 2 Situatieschets... 3 2.1 Omgeving... 3 2.2

Nadere informatie

Vergelijking methoden ter bepaling van doorrijsnelheden op rotondes

Vergelijking methoden ter bepaling van doorrijsnelheden op rotondes Nationaal verkeerskundecongres 2018 Vergelijking methoden ter bepaling van doorrijsnelheden op rotondes L.G.H.(Bertus) Fortuijn Technische Universiteit Delft, Transport en Planning / Turbo Traffic Solutions,

Nadere informatie

TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER

TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER TRILLINGEN EN GOLVEN HANDOUT FOURIER Cursusjaar 2009 / 2010 2 Inhoudsopgave 1 FOURIERANALYSE 5 1.1 INLEIDING............................... 5 1.2 FOURIERREEKSEN.......................... 5 1.3 CONSEQUENTIES

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands

Samenvatting Nederlands Samenvatting Nederlands 178 Samenvatting Mis het niet! Incomplete data kan waardevolle informatie bevatten In epidemiologisch onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijsten om data te verzamelen.

Nadere informatie

Bijlagen bij Turborotonde en turboplein: Bijlage A Begrippen, definities en symbolen. Bijlage C Verkeerspsychologische aspecten

Bijlagen bij Turborotonde en turboplein: Bijlage A Begrippen, definities en symbolen. Bijlage C Verkeerspsychologische aspecten Bijlagen bij Turborotonde en turboplein: ontwerp, capaciteit en veiligheid L.G.H. (Bertus) Fortuijn Bijlage A Begrippen, definities en symbolen Bijlage B Minirotonde Bijlage C Verkeerspsychologische aspecten

Nadere informatie

+ ( 1 4 )2 σ 2 X σ2. 36 σ2 terwijl V ar[x] = 11. Aangezien V ar[x] het kleinst is, is dit rekenkundig gemiddelde de meest efficiënte schatter.

+ ( 1 4 )2 σ 2 X σ2. 36 σ2 terwijl V ar[x] = 11. Aangezien V ar[x] het kleinst is, is dit rekenkundig gemiddelde de meest efficiënte schatter. STATISTIEK OPLOSSINGEN OEFENZITTINGEN 5 en 6 c D. Keppens 2004 5 1 (a) Zij µ de verwachtingswaarde van X. We moeten aantonen dat E[M i ] = µ voor i = 1, 2, 3 om te kunnen spreken van zuivere schatters.

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Sterrenkunde Praktikum 1 Fouten en fitten

Sterrenkunde Praktikum 1 Fouten en fitten Sterrenkunde Praktikum 1 Fouten en fitten Paul van der Werf 12 februari 2008 1 Inleiding In de sterrenkunde werken we vaak met zwakke signalen, of met grote hoeveelheden metingen van verschillende nauwkeurigheid.

Nadere informatie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 1: Kansrekening

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 1: Kansrekening Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 1: Kansrekening Inleveren: 12 januari 2011, VOOR het college Afspraken Serie 1 mag gemaakt en ingeleverd worden in tweetallen. Schrijf duidelijk je naam, e-mail

Nadere informatie

Verkeersmodel op maat: sneller en beter

Verkeersmodel op maat: sneller en beter Verkeersmodel op maat: sneller en beter Door veel meer data naar veel betere antwoorden Wim van der Hoeven Nationaal Verkeerskunde Congres Nieuwegein, 2 november 2011 Situatie In Nederland relatief veel

Nadere informatie

Capaciteit bij Werk-In-Uitvoering op Nederlandse Snelwegen

Capaciteit bij Werk-In-Uitvoering op Nederlandse Snelwegen Capaciteit bij Werk-In-Uitvoering op Nederlandse Snelwegen Thijs Homan MSc. ARCADIS Dr. Tom Thomas Universiteit Twente Samenvatting Wat is de capaciteitsreductie bij Werk-In-Uitvoering en welke factoren

Nadere informatie

Herkansing Inleiding Intelligente Data Analyse Datum: Tijd: , BBL 508 Dit is geen open boek tentamen.

Herkansing Inleiding Intelligente Data Analyse Datum: Tijd: , BBL 508 Dit is geen open boek tentamen. Herkansing Inleiding Intelligente Data Analyse Datum: 3-3-2003 Tijd: 14.00-17.00, BBL 508 Dit is geen open boek tentamen. Algemene aanwijzingen 1. U mag ten hoogste één A4 met aantekeningen raadplegen.

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B1,2

Examen HAVO. wiskunde B1,2 wiskunde 1, Examen HVO Hoger lgemeen Voortgezet Onderwijs ijdvak 1 Vrijdag 19 mei 1.0 16.0 uur 0 06 Voor dit examen zijn maximaal 87 punten te behalen; het examen bestaat uit vragen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19028 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Heinle, Ingo Matthias Title: Application of evolutionary strategies to industrial

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Zuid- en Oost-Gelderland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten

Nadere informatie

VEILIGHEIDSVOORRADEN BEREKENEN

VEILIGHEIDSVOORRADEN BEREKENEN VEILIGHEIDSVOORRADEN BEREKENEN 4 Soorten berekeningen 12 AUGUSTUS 2013 IR. PAUL DURLINGER Durlinger Consultancy Management Summary In dit paper worden vier methoden behandeld om veiligheidsvoorraden te

Nadere informatie

werkcollege 6 - D&P9: Estimation Using a Single Sample

werkcollege 6 - D&P9: Estimation Using a Single Sample cursus 9 mei 2012 werkcollege 6 - D&P9: Estimation Using a Single Sample van frequentie naar dichtheid we bepalen frequenties van meetwaarden plot in histogram delen door totaal aantal meetwaarden > fracties

Nadere informatie

Over het gebruik van continue normering Timo Bechger Bas Hemker Gunter Maris

Over het gebruik van continue normering Timo Bechger Bas Hemker Gunter Maris POK Memorandum 2009-1 Over het gebruik van continue normering Timo Bechger Bas Hemker Gunter Maris POK Memorandum 2009-1 Over het gebruik van continue normering Timo Bechger Bas Hemker Gunter Maris Cito

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen 3.1 Schatten: Er moet een verbinding worden gelegd tussen de steekproefgrootheden en populatieparameters, willen we op basis van de een iets kunnen zeggen over de ander.

Nadere informatie

variantie: achtergronden en berekening

variantie: achtergronden en berekening variantie: achtergronden en berekening Hugo Quené opleiding Taalwetenschap Universiteit Utrecht 8 sept 1995 aangepast 8 mei 007 1 berekening variantie Als je de variantie met de hand moet uitrekenen, is

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Gelderland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Nieuwe rekenmethode (voertuigafhankelijke) verkeerslichtenregelingen

Nieuwe rekenmethode (voertuigafhankelijke) verkeerslichtenregelingen Nieuwe rekenmethode (voertuigafhankelijke) verkeerslichtenregelingen Carl Stolz DTV Consultants Bart Veroude DTV Consultants Samenvatting In dit paper worden delen van een nieuwe methode voor het doorrekenen

Nadere informatie

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-I

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-I Verkeersdichtheid We gaan uit van de volgende (denkbeeldige) situatie (zie figuur 1). Op een weg rijden auto s met een snelheid van 80 kilometer per uur. e auto s houden een onderlinge afstand van 45 meter.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Drenthe / Overijssel datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

ARUP studie Groningen 2013

ARUP studie Groningen 2013 ARUP studie Groningen 2013 Strategie voor structurele versteviging van gebouwen Nederlandse samenvatting Issue 17 januari 2014 Nederlandse samenvatting 1 Inleiding Dit rapport omvat een samenvatting van

Nadere informatie

Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische

Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische Nederlandse samenvatting Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische farmacokinetische modellen Algemene inleiding Klinisch onderzoek

Nadere informatie