Aan de slag met (F)ACT voor LVB?!



Vergelijkbare documenten
Aan de slag met (F)ACT voor LVB?!

Aan de slag met (F)ACT voor LVB?!

Aan de slag met (F)ACT voor LVB?!

BROCHURE Cursus Klantgericht Werken. rendabel. tevreden. trouw. klantgericht. Klantgericht Werken. Sales Force Consulting

Inhoud. voorwoord 3. individuele coaching 4. teamtrainingen 7. workshops / intervisie 8. coachings thema s 9. profiel en persoonlijke kleur 10

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 HET MONTESSORI LYCEUM HERMAN JORDAN

1. Doelstelling. Verhuisplan ARDU!N. Begripsbepalingen. 3. Uitgangspunten

Z/2;[JQ*o.z.. Beschermd Wonen Brabant Noordoost-oost. tšš?šššff?w TÉBOEKEL <5'-Q. Bijlage Informatíedocument. šfï =;:hc rt bij: AB/015761

Een korte kennismaking met t Verlaet

Nieuw Unicum, zorg met toegevoegde waarde. Strategisch meerjaren beleidsplan

Cursus Bedrijfsplan MKB

Gewoon is soms niet speciaal genoeg. AmbulAnte begeleiding (V)SO de PirAmide

Sales Force Boost. een Strategisch Verkoopplan maken. Sales Force Consulting. Sales Force Consulting Brochure Sales Force Boost

OPQ Manager Plus Rapport

Seksualiteit en Preventie Seksueel Misbruik. Gebundelde resultaten Leernetwerk. Programma Kennismarkt

De griffier gewaardeerd Een klantenonderzoek onder staten- en gemeenteraadsleden

Handreiking. Balans in Beeld. E.J.W. Rot. Jongeren met een licht verstandelijke beperking uitdagen, zonder hen te overvragen of ondervragen

IVERA 2.10: Feilloze communicatie tussen centrales en verkeersregelingen

Marketingplan Verkoopleider. BROCHURE Workshop Marketingplan Verkoopleider. Sales Force Consulting. toekomstvisie. analyse factoren.

gemeente auditcommissie gemeente Heemskerk 2015 \PS Verordening HEEl`l' SkEl'k januari 2015

l r k bas i s s c h ool

ouderparticipatie keuzedossier vmbo osb in de onderbouw Gemengde Leerweg

Als zwanger worden niet vanzelfsprekend is

Gespannen of overspannen? Sterk in ieders belang

E-health Gedeelde regie voor zorg en gezondheid. De Zorgspecials van Cure4

Beleef het plezier in werken...

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Partner Network it starts here

Aanvragen zelf beleggen zonder advies (voor ondernemers) SNS Zelf Beleggen (Zakelijk)

Handreiking. Ondersteuningsplannen

ICT overleg stadsdelen. 1 Inleiding

Leernetwerk Ontwikkelingsgericht ondersteunen. Gebundelde resultaten Leernetwerk.

Armoede bij mensen met beperkingen

Beleef het plezier in werken...

Beleef het plezier in werken...

Beleef het plezier in werken...

esdégé reigersdaal Afspraken over agressie

evenementenlocatie P2 Euroborg

CONGRES De APEXRESECTIE

U kiest voor vrijheid, u rijdt zonder zorgen. Met de Bromfietsverzekering van Centraal Beheer Achmea

Woningen met het Slimmer Kopen label hebben een lagere aankoopprijs. Het voordeel kan wel oplopen tot 25 procent!

Een nieuwe dimensie in beveiliging. Galaxy Dimension INBRAAKBESCHERMING EN TOEGANGSCONTROLE: EEN UNIEKE EN VOLLEDIG GEÏNTEGREERDE

Ontdek de voordelen van integratie tussen Dynamics AX, Dynamics CRM en SharePoint!

Kennisbundel Seksualiteit en preventie seksueel misbruik. bij mensen met een beperking.

Een evenementenvergunning

VOORBEELD. Supplement Netto, De Tijd - 22 Mar Page 60

Bekijk onze resultaten van 2017

Cloud Hosting Checklist it starts here

Praktische gids. voor spoedgevallendiensten bij het herkennen, opvangen en begeleiden van suïcidale patiënten

llllllllli IIlllllllll Hllillll

ASBESTFEIT. In elk gebouw, huis of stal, daterend van vóór 1994, kan asbest zitten. Nederland ziet zich gesteld voor de uitdaging

FACT IDRIS. Idris is een onderdeel van de Amarant Groep

Zonder zorgen blijven rijden. Met de Autoverzekering van Centraal Beheer Achmea

Previder Cloud Hosting it starts here

BasisBeroeps- en KaderBeroepsgerichte leerweg. versie september Linda Baselier (auteur) Rob Veldhoen (auteur) Sjors van de Hasselt (redactie)

Schoolgids. r.k. basisschool De Smidse.

Beleid & Ondersteuning Brandweerzorg

J J. September 2015 I ~I= =1= = 1

De praktijk: het project dorp op school HOOFDSTUK

l 1 Endelhovenlaan 1, 3601 GR Maarssen Postbus 1212, 3600 BE Maarssen T F stichîevecht-nl

llllllllllllllllllll llïlfëil`š éïlllä* kopie. """`l* ' Betreft: Aandacht voor armoede- en schuldenproblematiek in de begroting voor 2015

1. Inkomende documenten Samenvrerkingsc>rg"s"ssï "f "QɱÉ.aÉÉ?`ifÃÉ.ÉQJ N LA c.nry. na. '"""""" "M """ weltlti CZ? ïmïâ. asf' . 0:.

<Naam1> <Naam2> <Straat> <Woonplaats. Datum 16 juni 2015 Onderwerp Uw rijbewijs verloopt. Geachte heer,

Ouder wordende cliënt. Projectresultaten en inspiratie.

BROCHURE Training Klantgericht Verkopen. Klantgerichte Verkooptraining. Sales Force Consulting

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

HulpverleningsDienst Kennemerland Beleid & Ondersteuning

Kennisbundel Seksualiteit en preventie seksueel misbruik. bij mensen met een beperking.

adressen en gebouwen

Gemeentelijk Rioleringsplan Amsterdam R P A

De tandarts dirigeert en delegeert. Orale Implantologie: bij uw patiënt geïndiceerd?

Nieuw wetsartikel 151c Gemeentewet: cameratoezicht op openbare plaatsen

Leernetwerk Zeggenschap en Inclusie voor mensen met een Ernstig Meervoudige Beperking (EMB) Gebundelde resultaten Leernetwerk

Voorstellen. Angst(stoornissen) Begeleide zelfhulp Randomised Controlled Trial (RCT) Implementatie ti begeleide zelfhulp Afsluiting.

KeCo-opgaven elektricitietsleer VWO4

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Handboek Kosten-batenanalyse (KBA) Fietsbeleid

Therapeutisch elastische kousen

Beleef het plezier in werken...

NAS-I-ERDAA4. 7 JULznis. / ArenA. Geacht Bestuur,

Werkboek Verantwoordingsplicht Groepsrisico

Post intern Algemeen

verzekerd ondernemen in het buitengebied

Uw kenmerk In uw antwoord graag datum en kenmerk vermelden. Stichting Eilandraad Marken D e Pieterlanden D N M A R K E N

KONINKLIJKE NEDERLANDSE AKADEMIE VAN WETENSCHAPPEN(KNAW) DIEREXPERIMENTENCOMMISSIE JAARVERSLAG 2001

Rapportages. Basis Beknopt Persoonlijkheidsprofiel Persoonlijkheidsprofiel Leiderschap Basis met algemene informatie

Beleef het plezier in werken...

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR MOBIELE TELEFOONDIENSTEN VAN YES TELECOM NETHERLANDS B.V.

nieuwsbrief Mantelzorgondersteuning goed geregeld? Activiteiten kalender VRIJDAG 23 OKTOBER VRIJDAG 30 OKTOBER VRIJDAG 13 NOVEMBER

ACS meerdaagse opleidingen i.s.m. Auditing.nl

SAVE THE DATE: 21 MAART 2019

euzedossier & uitgeverij remmers handleiding voor de mentor vmbo loopbaanoriëntatie

havo/vwo profielkeuze opdrachten via internet

JAARVERSLAG RUIMTE VOOR MOBILITEIT

Pedagogisch Beleid. Stichting BSO Popeye

Betreft: Monitoring van kansengroepen in het personeelsbestand via vrijwillige registratie

Bijzondere vondst in Molenpark

b i j d e b e o o r d e l i n g va n d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Screeningsdocument

euzedossier & uitgeverij remmers handleiding voor de mentor gymnasium profielkeuze bij de 1e druk, 2012 isbn versie

Transcriptie:

Aan de sag met (F)ACT voor LVB?! 3. De operationee fase Laura Neijmeijer - apri 2014 1 Handreiking voor de impementatie van (F)ACT

Coofon Financier Antonia Wihemina Fonds Initiatiefnemers Amarant Groep, Ivo Vugs Kennispein Gehandicaptensector, Hiair Basters Uitvoering Trimbos-instituut, Laura Neijmeijer Met dank aan Deenemende VG- en GGZ-organisaties 2 Handreiking voor de impementatie van (F)ACT

3 De operationee fase Nadat ae noodzakeijke voorbereidingen zijn getroffen en de randvoorwaarden zijn gecreëerd, kan het (F)ACT-team daadwerkeijk van start gaan. In dit hoofdstuk beschrijven we wat er aemaa komt kijken in de operationee fase, en angs weke stappen het team zich verder kan ontwikkeen om uit te groeien tot een vowaardig (F)ACT-team. Voor de inhoudeijke beschrijving van het (F)ACT mode verwijzen we naar de Modebeschrijving ACT voor LVB met compexe probematiek. 3.1 Het samensteen van het team 3.1.1 Geeideijke opbouw De meeste (F)ACT-teams beginnen kein. Er wordt een kernteam geformeerd bestaande uit bijvoorbeed een meewerkend teameider, een (sociaa psychiatrisch) verpeegkundige, een psychiater en een maatschappeijk werker. Ideaiter werken zij uitsuitend voor het (F)ACT-team. Echter, zeker bij de opstart is er vaak sprake van gedeeteijke dienstverbanden. Zo werkt de psychiater meesta op meerdere pekken (en/of voor meerdere werkgevers) tegeijkertijd en za hij zijn tijd moeten verdeen over verschiende afdeingen en teams. Beangrijk is we dat met name de uitvoerend medewerkers vanaf het eerste begin een substantiee dee van hun dienstverband (minimaa drie, maar iever nog meer dagen per week) aan het (F)ACT-team verbonden zijn. Dit is nodig om continuïteit van zorg te kunnen bieden aan de ciënten, om het team te hepen opbouwen en om zich de (F)ACT werkwijze eigen te maken. Zij hoeven niet per se in dienst te zijn van de organisatie zef, maar kunnen ook gedetacheerd zijn vanuit een andere VG-, GGZ- of versavingszorgorganisatie (zie ook 2.2.1). In dat geva is het uiteraard we van beang dat zij dezefde rechten, pichten en faciiteiten hebben (bijvoorbeed tot inzage van dossiers, standaard deename aan ochtendovereg en andere besprekingen) as hun coega teameden. Na veroop van tijd kan het team verder worden uitgebreid met begeeiders en behandearen. Beangrijk is dat de opbouw van de caseoad geijke tred houdt met de uitbreiding van het team; een vakui is dat er in een te korte periode tevee (compexe) ciënten in zorg komen bij het (F)ACT-team, waardoor tevee werk op te weinig schouders neerkomt. Zeker in het begin za het team nog niet de productie kunnen everen die op termijn van een (F)ACT-team verwacht wordt. Raadzaam is om bij de start van het team een formatiepan op te steen. In dit formatiepan wordt aangegeven hoe het team zich de komende periode za ontwikkeen qua aard en omvang van de formatie. Uitgeicht: Forensisch FACT-team Paier Paier maakt dee uit van de Parnassia Bavo Groep. Paier biedt behandeing en begeeiding aan een intensieve en/of forensische doegroep. Paier is in het kader van de ontwikkeing van een forensisch zorgpad voor ciënten met een LVB, in september 2012 in Den Haag gestart met een forensisch FACT-team voor LVB. Bij aanvang bestond het team uit drie medewerkers: twee verpeegkundigen met angdurende ervaring in de VG-zorg, die geschood waren in de bemoeizorg, voorheen dee uitmaakten van het forensisch ambuant team (FAT) van Parnassia Bavo en tevens werkten in de PI, en een verpeegkundig speciaist. Gestart werd met een caseoad van ongeveer 40 ciënten, die voornameijk afkomstig waren uit het FAT en het forensisch casemanagementtteam van Parnassia Bavo. Na veroop van tijd werd de samenwerking met het centrum Verstandeijke Beperking en Psychiatrie (eveneens onderdee van Parnassia Bavo) aangehaad en werd een AVG en een psychiater toegevoegd aan het team. De caseoad nam geeideijk toe. Begin 2014 beschikt het team over 170 ciënten en 12 teameden. 3 Handreiking voor de impementatie van (F)ACT

Uitgeicht: FACT vowassenenteams Idris De FACT vowassenenteams van Idris zijn voortgekomen uit de ambuante speciaistisch teams (AST). De ASTteams waren geokaiseerd in Breda en Tiburg en bestonden uit 15 à 20 hupvereners (voora begeeiders) per team. In 2013 zijn de AST-teams omgezet naar FACT-teams. Ae medewerkers vanuit het AST gingen mee naar FACT en werden geschood. Na veroop van tijd beek een aanta medewerkers onvodoende in staat en/ of gemotiveerd om de overgang naar FACT te kunnen maken; dit hied voora verband met de shared caseoadbenadering binnen (F)ACT. Bovendien iep van een aanta medewerkers het tijdeijk contract af. Het aanta begeeiders nam af en tegeijkertijd werden nieuwe behandearen (SPV, psychiater, AVG) aangenomen. Begin 2014 beschikten beide teams over circa 7,5 fte. 3.1.2 Deskundigheden, competenties en opeidingsniveau Een (F)ACT-team is mutidiscipinair samengested, zie de Modebeschrijving ACT voor LVB. Bij de samensteing van het team doet men er verstandig aan om de benodigde expertisegebieden zovee mogeijk in dezefde personen te verenigen; zo kan de trajectbegeeider bijvoorbeed tevens rehabiitatiedeskundige zijn, en kan de maatschappeijk werker tevens de versavingsdeskundige zijn van het team. De kunst is dus om op zoek te gaan naar het bekende 'schaap met de vijf poten'. Het (F)ACT mode stet (voorasnog) geen eisen aan het opeidingsniveau van de begeeiders. Toch strekt een HBOopeiding sterk tot de aanbeveing. Van teameden wordt verwacht dat zij zefstandig kunnen functioneren in een ambuante setting. Tegeijkertijd moeten zij kunnen werken in mutidiscipinair teamverband. Zij staan regematig voor moeiijke besissingsmomenten. Er worden hoge eisen gested aan creativiteit, vindingrijkheid, professionaiteit en stressbestendigheid. Bij het werven en seecteren van (nieuwe) medewerkers voor het (F)ACT LVB team kan gebruik worden gemaakt van het door de VGN ontwikkede competentieprofie (SG)LVG: http://www.vgn.n/artike/6569 Samenvattend: In de opstartfase van (F)ACT is het van beang dat de opbouw van de caseoad geijke tred houdt met de uitbreiding van het team. Een geeideijke opbouw van het team is van beang, waarbij moet worden gestreefd naar zovee mogeijk compementariteit qua deskundigheden en discipines. 3.2 Het opbouwen en verdeen van de caseoad De tweede stap is uiteraard het opbouwen van de caseoad. (F)ACT-teams die zijn voortgekomen uit een a bestaand team, beschikken vanzefsprekend a over een ciëntenbestand. Nieuwe (F)ACT-teams zuen hun ciënten actief moeten 'werven' door zich bekend te maken bij potentiëe verwijzers. Wat de oorsprong van het team ook is, in ieder geva za er een seectie van ciënten moeten paatsvinden aan de hand van de in de voorbereidingsfase opgestede indicatie- en contra-indicatiecriteria (zie Modebeschrijving). Deze screening en seectie kan het best verricht worden door behandearen die de ciënten goed kennen. De 'werving' begint vaak onder ciënten die a in zorg zijn van de betreffende (VG) organisatie, bijvoorbeed bij de poikiniek of de wijkzorg. Ook ciënten die op de wachtijst staan voor kinische zorg, of ciënten die kinisch behanded zijn en met ontsag gaan, kunnen mogeijk in aanmerking komen voor (F)ACT. Na veroop van tijd, as het team a enige tijd heeft 'warmgedraaid', kan het team ook externe ciënten in zorg nemen. Dit zijn ciënten die door externe verwijzers bij het team (of de voordeur) worden aangemed, zoas MEE, 4 Handreiking voor de impementatie van (F)ACT

het gemeenteijke OGGZ-team, het veiigheidshuis, de recassering, de GGZ of de versavingszorg. Het team doet er goed aan om niet meteen de deuren wijd open te zetten voor ae compexe ciënten, maar de instroom te kanaiseren en geeideijk te aten veropen. Een afspraak kan bijvoorbeed zijn om niet meer dan vier ciënten per maand nieuw in het team op te nemen. Wanneer bepaad is weke ciënten bij aanvang aan het (F)ACT team worden toegewezen, kunnen zij worden verdeed over de teameden. Iedere ciënt krijgt een teamid toegewezen, dat verantwoordeijk is voor de coördinatie van het behandeproces rond die ciënt. In de praktijk worden deze teameden 'dossierhouders' genoemd, maar ook andere benamingen komen voor zoas casemanager of persoonijk begeeider. De dossierhouder is meesta aanwezig bij de intake, coördineert de onderzoeksfase, stet (samen met de ciënt en zijn famiie) een (concept) behandepan op en brengt dit vervogens in, in het mutidiscipinaire team, is verantwoordeijk voor het invuen van de ROM en bereidt behandepanevauaties voor. De daadwerkeijke uitvoering van het onderzoek en de dageijkse begeeiding en behandeing vindt paats door het gehee team (shared caseoad). Het dossierhouderschap wordt meesta uitgevoerd door verpeegkundige en agogische discipines, maar kan ook worden ingevud door gedragsdeskundigen / GZ-psychoogen. Zeker bij de opstart van een team kan het zinvo zijn om het dossierhouderschap ook bij deze (behande)discipines te beeggen, om op deze manier het principe van gedeede behandeverantwoordeijkheid goed in de praktijk te brengen. Omdat de meeste (F)ACT-teams kein beginnen is het ook uit praktisch oogpunt goed om het dossierhouderschap over ae teameden te verdeen, omdat anders de verpeegkundigen en begeeiders gebukt zouden gaan onder een te grote caseoad. Samenvattend: Een startend (F)ACT team doet er goed aan om de instroom van (nieuwe) ciënten te kanaiseren en geeideijk te aten veropen. 3.3 Huisvesting en faciiteiten Het (F)ACT-team dient te beschikken over adequate huisvesting en werkruimte(s). Vee (F)ACT-teams beschikken over een centrae teamruimte waar verschiende werkpekken zijn gecreëerd, en waar het dageijkse ochtendovereg en andere overeggen kunnen paatsvinden. Daarnaast moeten de medewerkers van het team kunnen beschikken over ruimtes waar gesprekken met ciënten en/of famiieeden kunnen paatsvinden, en ruimtes waar medicatie (depots) verstrekt kunnen worden. Vee (F)ACT-teams beschikken ook over een inoop voor ciënten. De teameden moeten beschikken over aptops en/of tabets met internetverbinding en mobiee teefonie. Omdat zij outreachend werken moeten zij beschikken over vervoer (auto en/of fiets). De teamkamer moet zijn uitgerust met een beamer en een scherm waarop het (F)ACT-bord kan worden weergegeven (zie 3.4). 3.4 Het (F)ACT bord Het (F)ACT bord is een beangrijk instrument voor (F)ACT-teams. Het (F)ACT bord is een Exce bestand dat met behup van een beamer op een scherm of op een groot fatscreen wordt gepresenteerd. Op het (F)ACT bord staat doorgaans vermed: naam ciënt, geboortedatum, civierechteijke status, reden waarom op bord, dossierhouder, datum behandepan, behandedoeen, contactpersoon en contactfrequentie. Teams kunnen het (F)ACT bord zef ontwerpen en naar eigen inzicht en behoefte vormgeven maar kunnen er ook voor kiezen een kant-en-kaar (F)ACT bord in te kopen, voorzien van extra functionaiteiten. Het (F)ACT bord wordt gebruikt bij het ochtendovereg. Tijdens ieder ochtendovereg worden de ciënten die op het bord staan (het gaat dan om de zorgintensieve ciënten) kort besproken. Voor meer informatie over het (gebruik van het) FACT-bord: zie bijage 6 en http://www.ggz-nhn.n/n/content_hepers/documents/digitaa-factbord.pdf. 5 Handreiking voor de impementatie van (F)ACT

Samenvattend: Een (F)ACT team moet beschikken over een teamkamer, gespreksruimtes, een medicatieruimte en iefst ook een inoopruimte voor ciënten. Daarnaast moet een (F)ACT team beschikken over een FACT-bord, aptops, mobiee teefonie en vervoer. 3.5 Afspraken over aanmeding en instroom Voordat het (F)ACT-team daadwerkeijk van start gaat, za heder moeten zijn hoe het primaire proces (het proces van aanmeding tot afsuiting van de zorg) op hoofdijnen gaat veropen. De meeste teams beginnen niet heemaa vanuit het niets, maar kunnen voortbouwen op bestaande procedures en afspraken en 'oude' werkwijzen of werkwijzen die eders binnen de organisatie worden toegepast, gehee of gedeeteijk overnemen. In ieder geva zuen er bij de start van het team afspraken gemaakt moeten zijn over de aanmedprocedure. Vee teams kiezen ervoor om de aanmedingen centraa te aten veropen via een aanmedbureau of een poikiniek. Het aanmedbureau doet dan de préscreening en draagt ciënten van wie vermoed wordt dat zij geïndiceerd zijn voor (F)ACT, voor aan de teameider en/of de behandecoördinator van het (F)ACT-team. Van beang is in ieder geva dat ae hupvereners die in de aanmedings- en intakefase betrokken zijn, goed op de hoogte zijn van de indicatie- en de eventuee contraindicatiecriteria van (F)ACT. Duideijk moet zijn wanneer (F)ACT geïndiceerd is, en in weke situaties ciënten beter kunnen worden verwezen naar een minder intensieve zorgvorm, zoas de poikiniek of de ambuante wijkzorg. Uitgeicht: Paier Het forensisch (F)ACT-team van Paier (Parnassia BAVO groep) in Den Haag richt zich op forensische ciënten met (vermoedeijk) een icht verstandeijke beperking. Het team heeft ervoor gekozen om de indicatiecriteria ruim te formueren: "We richten ons op die ciënten die eders niet vodoen aan de incusiecriteria of door de excusiecriteria tussen wa en schip vaen. Bij deze doegroep is vaak sprake van: Een strafrechteijke tite of dreigend justitiee risico Een cognitieve beperking (IQ 50-85) en beperkte zefredzaamheid Compexe en chronische gedrags- of psychiatrische probemen Probematisch middeengebruik Zorgmijdend gedrag Cuturee gewortede probemen De probemen speen a sinds de jeugd, we kunnen desnoods a vroeg beginnen met behandeen (<18 jaar is bespreekbaar) Het ontbreekt aan een stabiee woonsituatie Er zijn probemen op het gebied van financiën, opeiding, dagbesteding of werk. 6 Handreiking voor de impementatie van (F)ACT

Uitgeicht: de FACT vowassenenteams van Idris De FACT-vowassenenteams van Idris hebben hun indicatiecriteria voor ciënten die woonachtig zijn in hun verzorgingsgebied as vogt geformueerd: er is (vermoedeijk) sprake van een icht verstandeijke beperking (IQ tussen 50 en 85); EN er is sprake van bijkomende compexe psychiatrische probematiek en/of ernstige gedragsstoornissen; EN de ciënt is tussen 21 en 65 jaar; EN er is (vermoedeijk) sprake van een angdurige behoefte aan intensieve ondersteuning op meerdere evensgebieden. De excusiecriteria zijn as vogt geformueerd: de probematiek is enkevoudig, niet compex en aan de hupvraag kan binnen de reguiere psychiatrische zorg of gehandicaptenzorg worden vodaan er is sprake van ernstige forensische probematiek de ciënt is jonger dan 21 of ouder dan 65 jaar bij aanmeding Samenvattend: Van beang is dat ae hupvereners in de organisatie die een ro speen in de aanmedings- en intakefase, goed op de hoogte zijn van de indicatie- en de eventuee contra-indicatiecriteria van (F)ACT. 3.6 Vormgeven van de overegstructuur Om een (F)ACT-team te kunnen aten draaien za er een overegstructuur moeten worden opgezet. De vogende overeggen zuen in ieder geva een pek moeten krijgen in de overegstructuur: 3.6.1 Ochtendovereg / briefing Het ochtendovereg neemt een beangrijke pek in binnen (F)ACT. Het is het overeg waarin de teameden ekaar informeren over bijzonderheden rondom ciënten, afstemming paatsvindt en concrete afspraken gemaakt worden. Het overeg vindt paats aan de hand van het (F)ACT-bord, zie 3.4. Tijdens het ochtendovereg worden ae zorgintensieve (ACT) ciënten kort besproken. Daarna is er nog mogeijkheid om (FACT) ciënten die niet op het bord staan, kort te bespreken. Het voorzitterschap is meesta in handen van de teameider, maar kan ook bij een ander teamid berusten. Beangrijke afspraken worden genoteerd, ofwe op het bord zef, ofwe op een aparte ijst. Startende (F)ACT-teams beginnen meesta met 2 ochtendovereggen per week, en bouwen dit in de oop van de tijd uit naar 4 à 5 keer per week. Teams hanteren vaak vaste dagen waarop bijvoorbeed de weekpanning wordt gemaakt, de RM-ijst wordt doorgenomen en ciënten van het bord af gehaad kunnen worden. 7 Handreiking voor de impementatie van (F)ACT

3.6.2 Ciëntenbespreking In het ochtendovereg is geen tijd om uitgebreid(er) bij een ciënt sti te staan. As er behoefte is aan een uitgebreider overeg over een ciënt, dan biedt de ciëntenbespreking daarvoor ruimte. Tijdens een ciëntenbespreking worden doorgaans 3 à 5 ciënten besproken. Het voorzitterschap igt doorgaans bij de teameider. De frequentie is afhankeijk van de behoefte en de ontwikkeingsfase waarin het team verkeert. Startende teams zouden kunnen beginnen met een wekeijkse ciëntenbespreking (bijvoorbeed gekopped aan een ochtendovereg), in een ater stadium kan mogeijk worden vostaan met een agere frequentie. 3.6.3 Behandepanbespreking De behandepanbespreking is bedoed om het behandebeeid van individuee ciënten (opnieuw) te bepaen en te evaueren. De behandepanbesprekingen vinden mutidiscipinair paats en in aanwezigheid van ae betrokken discipines en hupvereners. Het kan zinvo zijn om ook hupvereners van andere betrokken organisaties uit te nodigen, zoas recassering of woonbegeeiding. Van beang is dat de ciënt en zijn famiie / naasten zorgvudig bij de behandepanbespreking betrokken worden. Dat kan door hen standaard uit te nodigen om hierbij aanwezig te zijn, maar een zorgvudige voor- en nabespreking is een goed aternatief. De behandepanbespreking of evauatie wordt voorbereid door de dossierhouder c.q. persoonijk begeeider van de ciënt. Er wordt gebruik gemaakt van de resutaten van psychiatrisch, psychoogisch, ichameijk en systeemonderzoek, rapportages en ROM-gegevens. Behandepanbesprekingen vinden in ieder geva jaarijks paats voor stabiee ciënten, maar voor de zorgintensieve, instabiee ciënten vaker. Dit betekent dat een startend team met een nog keine caseoad ongeveer eens per 2 weken bijeenkomt voor een behandepanbespreking van twee ciënten, ater gevogd door een wekeijkse frequentie. 3.6.4 Teambespreking De teambespreking eent zich voor het bespreken van organisatorische en beeidszaken. Zeker in de opstartfase van het team zijn er vee zaken te bespreken en kan het nodig zijn om wekeijks bijeen te komen. Raadzaam is dat ook de verantwoordeijke custer- of sectormanager periodiek bij de teambespreking aanschuift. In een atere fase kan de frequentie worden teruggebracht naar eens per twee weken tot eens per maand. Ook kan het zinvo zijn om eens per kwartaa of haf jaar een uitgebreidere teambijeenkomst te organiseren, om het functioneren van het team uitgebreider onder de oep te nemen. Het is goed om deze teambijeenkomsten een pek te geven in de jaarijkse panning- en controcycus. 3.6.5 Intervisie Hupvereners van (F)ACT-teams krijgen te maken met een zeer compexe ciëntengroep. Van beang is dat zij hierin vodoende gesteund en gecoacht worden, zodat zij (eren) refecteren op hun handeen. Het FACT-mode stet as norm dat ae teameden minimaa vijf keer per jaar deenemen aan intervisie- of (groeps)supervisiebijeenkomsten. Zeker in het eerste jaar is het echter aan te raden om vaker intervisiebijeenkomsten te organiseren, bijvoorbeed een keer per maand. Intervisie kan worden gegeven door de teameider en/of de behandecoördinator, maar het kan ook prettig zijn om daarvoor een onafhankeijke intervisiebegeeider te betrekken. 8 Handreiking voor de impementatie van (F)ACT

In schema: Aard overeg Doe Frequentie Deenemers Ochtendovereg / briefing Kort bespreken van de bijzonderheden van ae zorgintensieve ciënten 3 à 5 keer per week Ae (die dag werkzame) teameden, periodiek ook de (custer)manager Ciëntbespreking Uitgebreider bespreken van zorgintensieve ciënten voor wie dat nodig is 1 à 2 keer per 2 weken Ae (die dag werkzame) teameden Behandepanbespreking / MDO Het in mutidiscipinair verband opsteen of evaueren van het individuee behandebeeid Minimaa 1 keer per haf jaar per ciënt Ae (die dag werkzame) teameden Teambespreking Bespreking van organisatorische, beeidsmatige, financiëe en personee kwesties 1 à 2 keer per maand Ae (die dag werkzame) teameden Intervisie Refecteren op eigen gevoeens en gedrag in reatie tot de ciënt 1 à 2 keer per 2 maanden Ae (die dag werkzame) teameden 3.7 Samenwerking met interne en externe ketenpartners (F)ACT teams werken nauw samen met ketenpartners, zoas VG- en GGZ-organisaties, MEE, gemeentes, wezijnsorganisaties, woningcorporaties, jeugdzorg, versavingszorg, poitie en justitie. Voor een startend (F)ACT LVB team is het aereerst van beang om te weten wie de partners in de regio zijn. Ook is het beangrijk om in een vroeg stadium overzicht te krijgen van de a bestaande regionae overegverbanden. Meesta hoeft een (F)ACTteam niet vanaf het eerste begin te beginnen, maar kan het voortbouwen op bestaande samenwerkingsreaties. Echter, het actief 'werven' van nieuwe ciënten en het creëren van instroom is voor vee startende (F)ACT- teams nieuw. Beangrijk is dan ook dat het (F)ACT team investeert in de contacten met potentiëe verwijzers en actief participeert in gemeenteijke vangnet- en casusovereggen. Daartoe za het team van begin af aan moeten investeren in informatieverschaffing, profiering en marketing. Het is raadzaam hiervoor een communicatiepan op te steen (zie bijage). Ondersteuning vanuit het (hoger) management en de staf (PR en communicatie) bij het opsteen en gedeeteijk ook het uitvoeren van dit pan zijn onontbeerijk zeker as het gaat om het aanhaen en intensiveren van samenwerkingsreaties met ketenpartners. De praktijk eert overigens dat het minstens zo beangrijk is om te investeren in de samenwerking met interne ketenpartners as met externe ketenpartners. Vaak bijken de schotten binnen de organisatie hoger dan tussen organisaties ondering. De samenwerking met afdeingen en teams binnen de organisatie verdient dan ook hoge prioriteit en ook hier heeft het hoger management een verantwoordeijkheid. Het startende (F)ACT team za zich bekend moeten maken binnen de organisatie en za actief 'de boer op' moeten gaan. Beangrijke interne samenwerkings- en verwijspartners zijn bijvoorbeed de ambuante wijkzorg, de poikiniek en de (crisis) opnameafdeingen. Het (F)ACT team zou bij deze afdeingen op bezoek kunnen gaan of hen kunnen uitnodigen voor een informatiebijeenkomst. Ook is het goed om informatie te verschaffen over het team via intranet, personeesbaden en nieuwsbrieven. 9 Handreiking voor de impementatie van (F)ACT

Uitgeicht: het FORACT team van Trajectum Het FORACT team van Trajectum heeft zich in eerste instantie voornameijk gericht op de samenwerking met externe ketenpartners, omdat het zich voora wide richten op de ciëntengroep die op dat moment niet, nog niet of niet meer in zorg was van Trajectum maar we zorgbehoevend en deictgevaarijk was. Het team heeft presentaties gehouden voor de drie samenwerkende recasseringsorganisaties, wat vrij sne heeft geeid tot toestroom van ciënten. Het team heeft zich bekend gemaakt bij de verschiende OGGZ-/bemoeizorgteams en is aangeschoven bij het veiigheidshuis. Inmiddes is het forensisch ACT team van Trajectum voor deze partijen een beangrijke en betrouwbare samenwerkingspartner en worden van hieruit regematig nieuwe ciënten aangemed bij het team. Bij de PI's had het team aanvankeijk moeite om binnen te komen. Hoewe de prevaentie van LVB in PI's hoog is, hieden de PI's aanvankeijk het contact af. Daarbij speede zowe de reorganisaties in het gevangeniswezen en de daarmee gepaard gaande werkdruk onder gevangenispersonee een ro, as het feit dat de PI's a zaken deden met verschiende andere (GGZ- en forensische) organisaties. Inmiddes zit de orthopedagoog van het forensisch ACT-team voor een vast aanta uren per week in de PI en is de ciëntenstroom goed op gang gekomen. Het aatste haf jaar worden er ook vanuit de interne organisatie steeds meer ciënten aangemed bij het forensisch ACT-team. Aanmedingen zijn voora afkomstig van een SGLVB-behandekiniek, die niet zo ang geeden is opgericht en van waaruit de eerste ciënten uitstromen. Nazorg aan ciënten van Hoeve Boschoord (een forensisch psychiatrisch centrum in Drenthe) wordt voorasnog niet vanuit het forensisch ACT-team geboden, maar vanuit een apart Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT) team. Uitgeicht: Het regionaa netwerk VG-GGZ regio Zuidoost Brabant De regio Zuidoost Brabant beschikt over een regionaa netwerk VG-GGZ. In het netwerk participeren ae in deze regio werkzame GGZ- en VG-insteingen. Het netwerk wordt gecoördineerd door de MEE. Organisaties die vastopen in de zorg aan een ciënt met een (icht) verstandeijke beperking en bijkomende compexe probematiek, kunnen bij het netwerk terecht voor informatie, advies en consutatie. Het netwerk streeft ernaar om eventuee stagnaties in de zorg weg te nemen en het zorgtraject vot te trekken, door op casusniveau concrete afspraken te maken met betrokken zorginsteingen. Het regionaa netwerk VG-GGZ is één van de 'toeeveranciers' aan de FACT-teams van Idris. Samenvattend: (F)ACT teams zuen van begin af aan moeten investeren in informatieverschaffing, profiering en marketing t.b.v. externe ketenpartners. Daarnaast verdient ook de samenwerking met afdeingen en teams binnen de organisatie hoge prioriteit. 3.8 Deskundigheidsbevordering team Startende teams zuen de ruimte en de tijd nodig hebben om uit te groeien tot vowaardige en gecertificeerde (F) ACT-teams. Het is aan te beveen een schoingspan op te steen, dat enerzijds is afgestemd op de behoeften van de teameden zef, en anderzijds rekening houdt met de normen vanuit het (F)ACT mode m.b.t. deskundigheid en schoing en professionaisering van teameden. Een voorbeed van een schoingspan is opgenomen in de bijage. Het (F)ACT mode schrijft voor dat teameden jaarijks (bij)geschood worden in FACT en evidence based practices; hierbij vat te denken aan motiverende gespreksvoering, cognitieve gedragstherapie en eefstijtrainingen. Daarnaast moeten zij eens per twee jaar worden bijgeschood in hersteondersteunende zorg en structuree deenemen aan 10 Handreiking voor de impementatie van (F)ACT

intervisie of (groeps)supervisiebijeenkomsten 11. Verder worden er vanuit het mode eisen gested aan het aanwezige zorg- en behandeaanbod, en daarmee dus ook aan de deskundigheid van de teameden. Het gaat dan om farmacotherapie, psycho-educatie, cognitieve gedragstherapie, famiie-interventies, arbeidsrehabiitatie, versavingsinterventies, somatische screening en bemoeizorg. Dit betekent dus dat één of meerdere teameden geschood moeten zijn op deze gebieden. Ten sotte schrijft het mode voor dat er in het (F)ACT-team deskundigheid moet zijn op het gebied van versaving, arbeidstoeeiding en -begeeiding en rehabiitatie. Ook hiervoor is training van één of meerdere teameden vereist. De hierboven genoemde deskundigheidsgebieden en interventies zijn toegespitst op de GGZ, en voor (F)ACT LVB teams mogeijk minder van toepassing. Zo zijn de begrippen herste, hersteondersteunende zorg en rehabiitatie in de VG-sector minder bekend, maar equivaenten daarvan, zoas competentie- of ontwikkeingsgericht werken, we. Andersom zijn er deskundigheidsgebieden en interventies die juist voor (F)ACT LVB teams bijzonder reevant zijn, maar niet as zodanig benoemd worden in het (F)ACT mode. Te denken vat aan specifiek voor de LVB-doegroep evidence based practices, zoas opossingsgerichte therapie, EMDR en eefstijtrainingen gericht op versaving. Ook kennis van psychopathoogie (DSM-V), systemisch werken en mutiprobeemgezinnen is beangrijk om te kunnen werken in een (F)ACT LVB team. Suggesties m.b.t. het ontwikkeen en uitvoeren van schoingsactiviteiten Hanteer de normen vanuit het (F)ACT mode as richtijn bij het opsteen van een schoingspan en niet as bauwdruk. First things first. Zeker bij nog onervaren medewerkers za er een grote opeidings- en trainingsbehoefte dan we noodzaak zijn. Begin echter bij de basis en investeer in eerste instantie voora in schoing in het (F)ACT mode, intervisie en eventuee gesprekstechnieken, waaronder motiverende gespreksvoering. Richt de basistraining op het gehee team, dus incusief de behandearen (psychiater, GZ-psychooog / gedragsdeskundige). Dit versterkt de teambuiding. Zorg ervoor dat de schoingsactiviteiten haabaar en behapbaar zijn (in tijd en ged) voor zowe de organisatie as de teameden. Teameden mogen niet in de kne komen met hun directe ciëntenzorg en bovendien heeft nieuwe kennis vaak tijd nodig om te kunnen 'indaen'. Laat medewerkers op bezoek gaan bij, of iever nog, meeopen met ervaren (F)ACT teams binnen of buiten de organisatie. Doe dit in koppes van minimaa 2 hupvereners zodat zij ondering ervaringen kunnen uitwisseen. Laat medewerkers vervogens versag doen van hun ervaringen tijdens het teamovereg. Draag zorg voor systematische (bij)schoing. Zorg dus voor schoing van nieuwe teameden en voor periodieke bijschoing van zittende medewerkers. Ga periodiek na of het schoingspan nog up to date is, de schoingsactiviteiten naar wens veropen en aansuiten op de behoefte van de teameden. Pas het schoingspan zo nodig tussentijds aan. Organiseer themamiddagen, kinische essen en unchreferaten. Nodig hiervoor (interne) gastsprekers uit. Vaak is er binnen de organisatie (of binnen het team!) a vee deskundigheid aanwezig waarvan (andere) (F)ACT medewerkers kunnen profiteren. En ast but not east: Suit aan bij andeijke patforms (zoas het patform forensische (F)ACT en (F)ACT voor LVB) en neem dee aan reevante congressen (zoas het jaarijkse FACT-congres). 11 Het ACT-mode schrijft voor dat teameden wekeijks deenemen aan super- of intervisie. Het FACT-mode gaat uit van 5 keer per jaar of vaker. 11 Handreiking voor de impementatie van (F)ACT

Uitgeicht: de FACT-teams van Idris Idris nam in 2012 het besuit om het bestaande zorgaanbod aan ciënten met een LVB en compexe bijkomende probematiek uit te breiden met FACT. Idris schakede het Trimbos-instituut in om hen hierbij te ondersteunen. In september 2012 werden een stuurgroep en een werkgroep FACT opgericht. De stuurgroep bestond uit het verantwoordeijk RVE-management, de werkgroep uit de sectormanagers, de behandearen en de beoogde teamcoördinatoren van de te starten FACT-teams. Ondersteuning en advies werden geboden door het Trimbos-instituut en stafmedewerkers van de Amarant Groep. De werkgroep stede een werkpan op en kwam maandeijks bijeen om de voortgang van het werkpan te bespreken. Eén van de doeen was het ontwikkeen en uitvoeren van een schoingspan voor de medewerkers van de FACT-teams i.o. Het schoingspan werd opgested op basis van de eisen van het FACT-mode en de behoeftes van de medewerkers, en bestond uit de vogende onderdeen: basistraining FACT (1 dag) training bemoeizorg (3 dagen) werkbezoeken aan ervaren FACT-teams (1 à 2 dagdeen) meeoopdagen bij ervaren FACT-teams (1 dag) training ROM (1 dagdee) teamcoaching on the spot (tweemaandeijks) intervisie (maandeijks) Het schoingspan werd goedgekeurd door de stuurgroep en financiën werden beschikbaar gested. Idris nam zef de organisatie van de intervisie en de meeoopdagen voor zijn rekening, het Trimbos-instituut verzorgde de overige onderdeen. 3.9 Beeid maken en beschrijven 3.9.1 Handboek (F)ACT LVB A doende za het (F)ACT-team in de dageijkse praktijk tegen verschiende organisatorische en beeidsinhoudeijke zaken aanopen, waarover men afspraken moet maken. Het primaire proces dat bij de start van het team op hoofdijnen was beschreven (zie 3.5), za op onderdeen nader moeten worden uitgewerkt zodat voor zowe de teameden zef as voor andere betrokkenen heder is hoe er wordt gewerkt. Bij het beschrijven van het primaire proces za het (F)ACT team meesta gebruik kunnen maken van en/of verwijzen naar a bestaande procesbeschrijvingen, werkafspraken, protocoen en regeingen zoas die eders binnen de organisatie geden. Verschiende (F)ACT teams hebben hun werkwijze beschreven in een (F)ACT handboek. Uiteraard is ieder team vrij om een dergeijk handboek naar eigen inzicht en smaak in te vuen en vorm te geven. In onderstaand kader worden de thema's genoemd die in ieder geva aan de orde moeten komen. Thema's in handboek (F)ACT Visie en missie: wat is de visie en missie van de organisatie en van het (F)ACT LVB team? Wat is de meerwaarde van het (F)ACT LVB team? Doegroep: op weke doegroep richt het (F)ACT LVB team zich? Weke indicatie- en contraindicatiecriteria geden er? 12 Handreiking voor de impementatie van (F)ACT

Team: Hoe is het team bij aanvang samengested? Hoe en in wek tempo wordt het team in de oop van de tijd verder uitgebreid? Weke normen worden er gested aan de omvang van de caseoad voor het team as gehee en per teamid? Wat zijn de taken van de verschiende teameden? Weke eisen worden er gested aan hun kennis, attitude en competenties? Werkwijze: Hoe veroopt het zorgproces (proces van aanmeding tot uitschrijving)? Hoe geeft het team invuing aan de (F)ACT-principes van mutidiscipinariteit, assertive outreach, shared caseoad, continuïteit van zorg, intensieve zorg en angdurige zorg? Hoe organiseert het team de 24-uurs bereikbaarheid en crisisinterventie? Wat is het beeid van het team m.b.t. veiigheid van medewerkers? Weke afspraken geden er m.b.t. (schending) van privacy en m.b.t. het doen van aangifte? Hoe ziet de overegstructuur eruit? Wanneer wordt de zorg op- en afgeschaad, en weke procedure wordt dan gevogd? Hoe wordt het (F)ACT bord vormgegeven en wie houdt het up to date? Zorgaanbod: weke interventies gaat het team bieden? Van weke methodieken bedient het team zich? Samenwerking ketenpartners: wie zijn de interne en externe ketenpartners van het team? Aan weke overegverbanden gaat het team deenemen? Monitoring: Hoe worden de resutaten van het team gemonitord? Hoe meet men de uitkomsten op ciëntniveau? Hoe meet men het functioneren en de prestaties van het team? Hoe werkt men aan kwaiteitsverbetering? Hoe (vaak) worden de resutaten teruggekopped en hoe worden ze benut voor vervog- en verbeteractiviteiten? Een handboek (F)ACT is een dynamisch product, d.w.z. dat het regematig za moeten worden geactuaiseerd. De verantwoordeijkheid hiervoor igt bij de teameider, die zich eventuee kan aten ondersteunen door een staf- of kwaiteitsmedewerker. 3.9.2 Jaarpan (F)ACT LVB Naast een handboek za het (F)ACT LVB ook een jaarpan moeten opsteen. In het eerste jaar za dit grotendees overappen met het werkpan (zie hoofdstuk 2). De inhoudeijke en financiëe kaders voor een dergeijk jaarpan worden door het hoger management bepaad. In het jaarpan wordt beschreven aan weke doeen het (F)ACT team het komende jaar gaat werken om het eigen functioneren te verbeteren en daarmee ook de kwaiteit van zorg. Een schoingspan maakt daarvan dee uit. 3.10 Obstakes en risico's De impementatie van innovaties in de zorg kent in de praktijk aerei hindernissen. Dat is voor (F)ACT niet anders. Hieronder beschrijven we enkee hindernissen waar a bestaande (F)ACT LVB teams, in het begin tegenaan zijn geopen. Startende (F)ACT teams kunnen hiermee hun voordee doen door hierop te anticiperen en op tijd maatregeen te treffen om de risico's te verminderen. 3.10.1 Onbekendheid met en weerstand tegen (F)ACT In de GGZ heeft (F)ACT a ruim tien jaar geeden zijn intrede gedaan en is de kennis van (F)ACT inmiddes wijd verspreid. Vrijwe iedere GGZ-organisatie beschikt over (F)ACT teams en in vaktijdschriften wordt regematig gepubiceerd over (F)ACT. Voor de VG is (F)ACT echter nog vrij nieuw. Voor vee hupvereners in de VG za niet op voorhand duideijk zijn waarin (F)ACT nu verschit van andere vormen van ambuante zorg, zoas poikinische zorg, ambuante wijkzorg of ambuante behandeing. Onduideijkheid kan ook eiden tot scepsis en weerstand. Scepsis en weerstand kunnen zich voordoen onder interne en externe ketenpartners, maar ook onder de (F)ACT-teameden zef, zeker as de betreffende teameden er zef niet voor gekozen hebben om in een (F)ACT team te gaan werken. 13 Handreiking voor de impementatie van (F)ACT

Om onduideijkheid en eventuee weerstand te voorkomen en te reduceren is informatievoorziening, discussie en training erg beangrijk. Van beang is dat er niet aeen aandacht is voor de 'cognitieve begripsvorming' maar voora ook voor de 'emotionee begripsvorming'. Kennis hebben van het (F)ACT mode is nog niet hetzefde as handeen vanuit de ideoogie van (F)ACT. Van hupvereners wordt vaak een attitudeverandering gevraagd en soms za er afgerekend moeten worden met oude gewoontes en werkwijzen. Dit kost tijd. 3.10.2 Onvodoende steun en faciiteiten vanuit het hoger management Steun en faciitering vanuit het hoger management is nodig om (F)ACT goed te impementeren. Een startend team za de tijd nodig hebben om uit te groeien tot een vowaardig en gecertificeerd (F)ACT LVB team. In de praktijk zien we vaak dat teams in de opstartfase nog we de ruimte krijgen en de faciiteiten worden geboden om zichzef te ontwikkeen en te professionaiseren. Echter, na enkee maanden gaan de bedrijfsbeangen prefereren en wordt er van de (F)ACT LVB teams verwacht dat zij voedige productie draaien en/of binnen afzienbare termijn kunnen opgaan voor certificering (omdat hierover afspraken zijn gemaakt met de financier). Een vee gehoorde vakui is dat, onder druk van de interne productienormen maar ook as gevog van de grote vraag naar (F)ACT voor LVB, de caseoad van startende (F)ACT teams te sne groeit. Teams besteden a hun tijd aan directe ciëntenzorg en hebben te weinig ruimte om zich de (F)ACT werkwijze goed eigen te maken en zich bezig te houden met professionaisering, kwaiteitsverbetering, beeidsontwikkeing en het goed op poten zetten van de interne en externe samenwerking. Daar komt nog bij dat zeker in de beginfase, het (F)ACT LVB team vaak nog niet voedig is en bijvoorbeed nog niet beschikt over de noodzakeijke behandecapaciteit, en/of dat noodzakeijke (ICT) faciiteiten ontbreken. Gevog is dat er een te grote wisse wordt getrokken op individuee medewerkers en dat de (F)ACT werkwijze onvodoende geïmpementeerd wordt. Van beang is daarom dat het hoger management reaistische doeen stet en het startende (F)ACT LVB team vodoende steunt en faciiteert, niet aeen bij aanvang maar ook daarna. 3.10.3 Shared caseoad Eén van de moeiijkste onderdeen van het (F)ACT mode voor vee hupvereners in de VG bijkt het werken met een shared caseoad. Hupvereners die voorheen werkten in een ambuant team hadden hun eigen caseoad die zij periodiek bespraken met de behandeaar (GZ psychooog). Hetzefde gedt voor hupvereners die voorheen werkten op de poikiniek. Hoewe de meeste (F)ACT LVB medewerkers het principe van shared caseoad omarmen, bijkt het in de praktijk toch moeiijk om de zorg voor ciënten te deen met coega's. Het verantwoordeijkheidsgevoe voor ciënten is groot, zeker voor degenen die a anger in zorg zijn en met wie men angzaam maar zeker een band heeft opgebouwd. Hupvereners voeren vaak aan dat mensen met een LVB, meer dan psychiatrische ciënten, behoefte hebben aan een vaste contactpersoon. Hupvereners zijn bang dat ciënten afhaken as zij te maken krijgen met meerdere gezichten. Die angst is echter niet atijd reëe. Het is beangrijk te reaiseren dat het maken van de omsag naar shared caseoad niet eenvoudig is en tijd kost. Voora de teameider heeft hierbij een beangrijke coachende ro. Hieronder worden een aanta manieren beschreven waarop het werken met een shared caseoad tot stand kan worden gebracht. Uitgeicht: de FACT-teams van Idris De FACT-teams van Idris zijn sinds medio 2013 operationee en komen zoas gezegd voort uit bestaande ambuante speciaistische zorgteams (AST). De teameden zijn geschood in het FACT mode en staan achter de FACT-principes, waaronder het werken met een shared caseoad. Toch bijkt het moeiijk om daadwerkeijk de stap van een individuee naar een shared caseoad te maken. Dit is voor een dee een mentae kwestie: teameden voeen zich erg verantwoordeijk voor ciënten, hebben er vaak ang over gedaan om een 14 Handreiking voor de impementatie van (F)ACT

vertrouwensband met hen op te bouwen en vinden het moeiijk om de zorg te deen met coega's. Om het werken met een shared caseoad binnen de teams te stimueren werd afgesproken dat de teamcoördinatoren voortaan actief as romode zouden gaan functioneren binnen de teams, door coega's actief te betrekken bij de zorg aan ciënten voor wie zij dossierhouder waren. Verder werden de caseoadbesprekingen met individuee medewerkers benut om concrete afspraken te maken over weke ciënten voortaan met weke coega's gedeed zouden worden. Op de derde paats werd besoten om één van de FACT vowassenenteams vooropig op te spitsen in twee subteams, die ek de heft van de caseoad voor hun rekening zouden nemen. De ciënten werden op basis van woonpaats toegewezen aan één van beide subteams zodat de reistijden zouden worden bekort. Achteriggende gedachte bij het vormen van subteams was dat de teameden zich sneer betrokken zouden voeen bij de ciënten en meer zouden worden uitgenodigd tot actieve inbreng tijdens het ochtendovereg. Tot sot werd de instroom van nieuwe ciënten beteuged, zodat de teams de kans kregen om zich de nieuwe werkwijze eigen te maken. 3.10.4 Financiering Zoas beschreven in hoofdstuk 2 is gemengde financiering noodzakeijk om te kunnen werken vogens de principes van het (F)ACT mode. De ervaring eert dat de financiering van (F)ACT LVB teams niet atijd op orde is. Vee VGorganisaties worden (op dit moment nog) uitsuitend AWBZ gefinancierd, waardoor teams aeen geïndiceerde zorg kunnen everen voor een bepaad aanta uren en een bepaade periode. In afwachting van productieafspraken met zorgverzekeraars, gemeenten en/of Justitie, spreken organisaties in de opstartfase vaak eigen middeen aan die zij haen uit eigen reserves of substitutie van kinische naar ambuante capaciteit. In de eerste periode kunnen (F)ACT LVB teams met deze wijze van financiering vaak redeijk goed uit de voeten en is er begrip voor het feit dat het impementeren van innovaties gepaard gaat met een zekere mate van onduideijkheid. Het startende team ziet in dat het za moeten roeien met de riemen die het heeft. Echter, naarmate de tijd verstrijkt en de verwachtingen van het management ten aanzien van modegetrouw werken en het behaen van de productiviteitsnormen toenemen, za dit begrip en mogeijk ook de motivatie van medewerkers afnemen. Van beang is dus dat het hoger management reaistische verwachtingen heeft en uitspreekt naar het team en zich actief inspant om de financiering op orde te krijgen. Samenvattend: Startende (F)ACT teams kunnen tegen verschiende knepunten aanopen, waaronder: Onbekendheid met en weerstand tegen (F)ACT Onvodoende steun en faciiteiten vanuit het hoger management Omsag van individuee casemanagement naar shared caseoad Financiering Van beang is om hierop te anticiperen en op tijd maatregeen te treffen om de risico's te verminderen. 15 Handreiking voor de impementatie van (F)ACT