Kennis toepassen, en beslissingen nemen. Hoe denkt de arts? 2. Wat doet de arts? Hoe wordt kennis toegepast? Wat is differentiaal diagnose?



Vergelijkbare documenten
Hoe denkt de arts? Huishoudelijke mededelingen. Indeling. Wat doet een arts? Introductie. Dr. Peter Moorman Medische Informatica ErasmusMC.

Hoe denkt de arts? 3. Kans op ziekte bij positieve testuitslag. Bayes in Sensitiviteit en Specificiteit

erdiepingsmodule erdiep Medische besliskunde 2: edi De patiënt met een knobbeltje in de borst s c he bes ing l is kunde 2: dule De p iën met een kn

Inhoud. 10 Voorwoord 10

Eigen spreekuur en chronische ziekten

Verdiepingsmodule. Medische besliskunde 1: De patiënt met een dikke enkel. Medische besliskunde 1: De patiënt met een dikke enkel. 1.

Marvaanse reminiscentie 3 medische besliskunde

Screening Diabetische Retinopathie bij Diabetes mellitus type 2. Daniel Tavenier, kaderhuisarts diabetes 17 mei 2011

Dappere of defensieve dokters. Chris de Kruiff Veerle Langenhorst algemeen kinderartsen AMC Amsterdam, Isala Klinieken Zwolle

Thoracale pijn:het acute coronaire syndroom. Marielle Eefting-Koper Interventiecardioloog

Registreren in het HIS. Carel Bakx Wim de Grauw Willem van Gerwen Kees van Boven

Hoe goed is een test?

Verdiepingsmodule. Medische besliskunde 5: De patiënt met perifeer arterieel vaatlijden

Verdiepingsmodule. Medische besliskunde 3: De patiënt met een vergrote prostaat. Medische besliskunde 3: De patiënt met een vergrote prostaat

Compagnonscursus 2012

Achtergronden bij casusschetsen 18 oktober 1999

24 september Van harte welkom!

Dokter, ik ben zo moe. greta moorkens algemeen inwendige ziekten U Z Antwerpen

Programma. Pijn op de borst Hartkloppingen AF en Nieuwe behandelmethodes

Critical Appraisal of a Topic De 7 stappen van de CAT Bachelor geneeskunde 3de jaar AWV

Goed leven met hartfalen?! 26 juni 2012 Mgm Kolff-Kamphuis

Een noodlottige casus

werkwijze en evaluatie NVvA symposium, 25 maart 2009 Ton Spee, Arbouw, Harderwijk

Hemochromatose (ijzerstapeling) in de familie

Nico Mensing van Charante Lezing Grenzen aan de Geneeskunde

De 7 stappen van een CAT

Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet

Samenvatting. geweest als de gemaakte keuzes, namelijk opereren. Het model had daarom voor deze patiënten weinig toegevoegde waarde.

De waarde van echografisch diagnostisch onderzoek. Marc Weyts, huisarts-echografist April 2018

Samenvatting (Summary in Dutch)

Zelfmanagement: Thuis en in het ziekenhuis. Paul van der Boog Internist-nefroloog LUMC

Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk. Warffum 2012

Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie

Vermoeidheid & hartziekten

Een onverwachte draai in het verhaal Over valkuilen en blinde vlekken

DIAGNOSTIEK. Shandra Bipat, klinisch epidemioloog Afd. Radiologie Academisch Medisch Centrum

Hoofd, hart en handen klinisch redeneren. Aletta M van der Veen, MSc, MANP Verpleegkundig Specialist

De oudere patiënt met comorbiditeit

M.C.A.P.J. van Abeelen. Eigen spreekuur en chronische ziekten

Welkom bij. Een kijkje in de lesdagen

Oefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit. Mariëtte de Rooij

Gericht labo-onderzoek bij verdenking op schildklierlijden

Wetenschappelijk Onderzoek

WORKSHOP ANEMIE. een Maastrichtse aanpak. Michel van Gelder internist-hematoloog

ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN

Verbetering van therapietrouw. Peter W de Leeuw Afd. Interne Geneeskunde Academisch Ziekenhuis Maastricht

Vraag 1: Voelt u zich thuis in de medische besliskunde of diagnostische logica? 1. Ja 2. Redelijk 3. Een beetje 4. Nee

Resultaten voor Brussels Gewest Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Voorjaarsymposium KARVA

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors

Schildklierproblemen T4 80% TSH. De schildklier maakt schildklierhormoon * Een man van een jaar of 60 vertelde dit verhaal

Geautomatiseerde medicatiereviews bij polyfarmacie patiënten in de eerstelijn: een retrospectieve studie Eerstelijnsgeneeskunde (ELG) Radboudumc

Bloedtransfusie: randvoorwaarden

Diabetes Mellitus Type 1 en Coeliakie

Hartfalen : diagnose en definities

Thrombo-embolie. Wouter Jacobs, longarts. John van Putten, longarts

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Cardiovasculaire Preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Dragerschap en erfelijke belasting

Inleiding tot Medische Beslissingsondersteuning


De geriatrische patiënt op de SEH. SEH onderwijsdag Sigrid Wittenberg, aios klinische geriatrie

Resultaten voor België Cardiovasculaire preventie Gezondheidsenquête, België, 1997

Van Klacht naar Probleem

Uw kind is drager van sikkelcel Wat moet u weten?

Cardiologisch onderzoek

4 e Triagecongres; HOE VEILIG KAN/MOET TRIAGE ZIJN?



Samenvatting. Een complex beeld

Opbouw praatje. Wat is dementie? Vormen van dementie Diagnose dementie Behandeling van dementie De verloop van dementie Conclusie

EBM II: Korte casus 1. Kaat De Groot Laurens Deprost

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2015, blok 3, Gerard Koel.

Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie

P Doe de risicotest P Laat uw bloedsuikerwaarde meten P Lees wat u zelf kunt doen

Onderscheid door Kwaliteit

Hartfalen bij verpleeghuisbewoners; waar liggen de uitdagingen?

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

The quality of dying: autonomie en begeleiding

Het Hepatitis probleem in NL

Questionnaire for patients with HIV

Onderzoeksdesigns. Ellen Tromp, epidemioloog St Antonius ziekenhuis

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel.

Themadag specifieke diagnoses: Dense Deposit Disease

Kosten- batenanalyse POCT Influenza Spaarne Gasthuis

Bevolkingsonderzoek Familiaire Hypercholesterolemie

Het PreventieConsult in de huisartsenpraktijk

Hairy cell leukemie. Mariëlle Wondergem hematoloog VUmc

Sekse en gender in hart- en vaatziekten: Implementatie in de praktijk

The Box wearables in de zorg voor myocardinfarct patienten. Dr. Saskia LMA Beeres, cardioloog

CASUSSCHETSEN. Mevrouw B. heeft bloed laten prikken voor een keuring. Ze heeft geen klachten. De volgende schildklierwaarden werden gevonden:

Cognitieve gedragstherapie in en voor de Basis GGz

Clinical Decision Support Systems

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

TB zonder positieve kweek: hoe hard is de diagnose? Cecile Magis-Escurra, longarts Consulent klinische tuberulose KNCV/NVALT NTDD 20 juni 2013

Bevorderen van Hepatitis B screening in de Turkse gemeenschap in Rotterdam Ytje van der Veen Presentatie: Dr. Jan Hendrik Richardus

DIAGNOSTIEK. Hans Reitsma, arts-epidemioloog Afd. Klinische Epidemiologie, Biostatistiek & Bioinformatica Academisch Medisch Centrum

Helicobacter pylori in de nieuwe NHG-Standaard Maagklachten wat u er in 2013 van moet weten

Comorbiditeit & richtlijnen: gaat dat samen?

Transcriptie:

Hoe denkt de arts? 2 Kennis toepassen, en beslissingen nemen Dr. Peter Moorman Medische Informatica ErasmusMC 1 Hoe weet je of een ziektebeeld waarschijnlijk is? de differentiaal diagnose Hoe wordt een ziektebeeld meer of minder waarschijnlijk? aanvullend onderzoek Hoe weet je hoe een ziektebeeld behandeld moet worden? therapie 2 Hoe wordt kennis toegepast? Anamnese en lichamelijk onderzoek. Opstellen probleem en DD. Aanvullend onderzoek Instellen behandelplan Welke vraag beantwoordt de arts? Wat is er aan de hand? Gegeven de symptomen, welke ziektebeelden zijn hoog waarschijnlijk of laag waarschijnlijk, maar met grootte consequentie Hoe kan ik de waarschijnlijkheid van de diagnoses in de DD vergroten of verkleinen Welke therapie? verzamelen van gegevens Speciële anamnese Tractus anamnese Lichamelijk onderzoek differentiaal diagnose 3 4 7 Dimensies Gerichte Anamnese Lokalisatie Plaats Kwaliteit Aard Kwantiteit Sterkte (ernst) Factoren Factoren Context Omstandigheden Tijdsverloop Tijdsbeloop Begeleidende verschijnselenoverige klachten Wat is differentiaal diagnose? Geen standaard Mogelijkheden: Possibilistic Probabilistic Prognostic Pragmatic Richardson WS et al. Users' guides to the medical literature: XV. How to use an article about disease probability for differential diagnosis. Evidence-Based Medicine Working Group. JAMA 1999;281:1214-9. 5 1

Richardson WS et al. Users' guides to the medical literature: XV. How to use an article about disease probability for differential diagnosis. Evidence-Based Medicine Working Group. JAMA 1999;281:1214-9. 7 Hoe kennis toe te passen op de patiënt? Vuistregels (heuristiek), bv een veel voorkomend ziektebeeld is waarschijnlijker dan een zeldzame 1 ziektebeeld dat een (groot) deel van de verschijnselen verklaard is waarschijnlijker dan 2 ziektebeelden die ieder een deel verklaren Behandel de patiënt, niet de getallen Primam non nocere wetenschappelijk basis? McDonald CJ. Medical heuristics: the silent adjudicators of clinical practice. Ann Intern Med. 199;124:5-2. 8 Formelere wijze Casus Regel van Bayes Bepalen hoe groot de kans op een ziekte is gegeven een bepaald symptoom. 20 jarige vrouw bij huisarts voornaamste klacht moeheid sinds 3 weken Hb bepalen -> blijkt leukemie te zijn Welke factoren? Wat is nu de kans dat het bij deze pt leukemie is bij de klacht moeheid? 9 10 1. Hoe vaak komt de ziekte voor? Prevalentie Incidentie P(Z) De kans op ziekte Z P=probilitas=kans 2. Hoe vaak komt het symptoom bij de ziekte voor? Niet iedereen die de ziekte heeft, heeft ook het symptoom (Sensitiviteit) P(S Z) Kans op symptoom S gegeven ziekte Z P(leukemie in huisartspraktijk)=1: 11 12 2

2. Hoe vaak komt het symptoom bij de ziekte voor? Niet iedereen die de ziekte heeft, heeft ook het symptoom (Sensitiviteit) P(S Z) Kans op symptoom S gegeven ziekte Z P(Z S) als P(Z)*P(S Z) P(beginnen met moeheid leukemie)=0. 13 14 3. Symptoom bij mensen die de ziekte NIET hebben? P(S nz) Kans op het symptoom gegeven NIET de ziekte nz= niet ziek of andere ziekte (nz= Z=Z=!Z) P(S nz) = 1:30 moeheid bij huisarts terwijl ze geen leukemie hebben Hoe vaak komt het symptoom voor? Bij mensen MET de ziekte P(Z)*P(S Z) PLUS Bij mensen zonder de ziekte P(nZ)*P(S nz) 15 1 Theorema van Bayes De variabelen in Bayes P(ziekte met symptoom) P(Z)* P(S Z) P(Z S)= --------------- (P(Z)*P(S Z)) + (P(nZ)*P(S nz)) P(Z) * P(S Z) P(Z S)= ------------------------------------------ (P(Z)*P(S Z))+( (1-P(Z)) P(nZ) *P(S nz)) P(symptoom) 17 18 3

Moeheid en leukemie Kans op NIET de ziekte P(nZ)* P(S nz) P(nZ S)= --------------- P(Z)*P(S Z)+P(nZ)*P(S nz) 19 20 Differentiaal diagnose moeheid bij huisarts Geen leukemie Wat dan wel? (veel mogelijkheden) Differentiaal diagnose moeheid bij huisarts (volgens richtlijn) Werkhypothese (Zelf-limiterende) moeheid Actieve alternatieven (pas na 4 weken klachten) Anemie (bloedarmoede) (probabilistisch) Ontsteking (probabilistisch) Diabetes (suikerziekte) (pragm. + progn.) Schildklierziekte (pragm. + progn.) Andere hypotheses 21 22 Kans op bloedarmoede bij moeheid Bayes in de praktijk Vaak onbekend: Prevalenties van ziektebeelden Prevalenties van eigen (sub)populatie Frequentie van symptoom bij ziekte Frequentie symptoom bij NIET de ziekte en/of symptoom in de (sub)populatie 23 24 4

Moe thuis Bayes: nonsens? Nee! WEL mee gewerkt Onbewust Niet getalsmatig Basiskennis arts: 1. prevalentie van ziekten 2. welke waarnemingen bij ziekten en hoe vaak 3. hoe specifiek is waarneming voor bepaald ziektebeeld 4. pathofysiologie 25 2 Anamnese en lichamelijk onderzoek. Opstellen probleem en DD. Aanvullend onderzoek Instellen behandelplan Welke vraag beantwoordt de arts? Wat is er aan de hand? Gegeven de symptomen, welke ziektebeelden zijn hoog waarschijnlijk of laag waarschijnlijk, maar met grootte consequentie Hoe kan ik de waarschijnlijkheid van de diagnoses in de DD vergroten of verkleinen Welke therapie? 27 28 Aanvullend Onderzoek Bloed, Rontgen, ECG, etc. Bewijs van de ziekte? Nee Normale uitslagen bij zieken Afwijkende uitslagen bij niet zieken Vaak: hoger of lager dan normaal Normaal als statistische definitie 29 30 5

Voorbeeld: schildklier Vast percentage afwijkende uitslagen Pas op als de uitslag het (enige) definierende kenmerk is van ziektebeeld (bijv aneamie)! (Grundmeijer: pathofysiologische ziektediagnose) Lab als ondersteuning 31 32 Prevalentie schildklierziekte 4:1000 Maar: overlap ±4% Z-, T+ FP 9.90 33 34 Maar: overlap ±15% Z+, T- FN 398 9.52 9.90 35 3

34 398 9.52 9.90 34 Terecht-positief 398 Fout-positief 432 Fout-negatief 9.52 Terecht-negatief 9.58 9.90 37 38 Indicators van test Elke test fout-positieven en foutnegatieven Behalve als uitslag definierende kenmerk Vergelijk: HIV-positief Aids of drager virus Hoge bloeddruk gemeten Hypertensie: 5 x meten en gemiddeld > bv 95 proportie terecht-positieven (34/=0,85) hoe goed kan test, bij ziekte, de ziekte opsporen: sensitiviteit proportie terecht-negatieven (952/990=0,9) hoe goed kan test, bij niet-ziekte, de ziekte uitsluiten: specificiteit 39 41 7