De advocaat in jeugdstrafzaken D. Ruij sendaal Met bijdragen van: Mr. J.A.C. Bartels Mr. J.H. de Graaf Mr. H.W.J. de Groot Mr. R.H.J. de Vries Mr. M.A.C. van Vuuren KLUWER Deventer 2002
Inhoudsopgave WOORDVOORAF. 5 MR. J.A.C. BARTELS TUSSEN RECHTSBESCHERMING EN PEDAGOGISCH BELANG EN DE ROL VAN DE RAADSMAN; ENKELE AANTEKENINGEN. 11 MR. J.H. DE GRAAF DE ADVOCAAT IN HET AMSTERDAMS GECONCENTREERD BEJEGENINGSMODEL 19 MR. H. W.J. DE GROOT 1 De positie van de raadsman 21 2 Twee driesprongen 23 3 Geconcentreerde bejegening kern ook ctvielzijn 26 GA ER MAAR AANSTAAN. 27 MR R.H.J. DE VRIES 1 Verbaliserings- en vervolgingsbeleid 29 2 Effecttviteit vanjeugdsaneties en -maatregelen 32 3 Samenwerking tussen procespartijen 33 RECHTSBESCHERMING OF PEDAGOGISCH BELANG? 55 MR. M.A.C. VAN VUUREN
AD VOCAA TJE LEEF JE NOG? DE RAADSMAN IN JEUGDSTRAFZAKEN: TUSSEN RECHTSBESCHERMINC EN PEDAGOGISCH BELANG 41 D. RUIJSENDAAL Voorwoord. 43 INLEIDING 45 / Onderwerp van onderzoek 45 1.1 Terreinafbakening 45 1.2 Probleemstelling 47 1.3 Opbouw 47 DE ROL VAN DE RAADSMAN IN HET JEUGDSTRAFRECHT: DE LITERATUUR 49 2 Het jeugdstrqfrecht 51 2.1 Geschiedenis in het kort 51 2.2 Doelstelling en middelen 54 2.2.1 Doelstellingen van volwassenenstrafrecht en jeugdstrafrecht 54 2.2.2 Middelen om de doelstelling te bereiken 57 2.3 De wet 57 2.4 De betekenis van 'rechtsbescherming' in het jeugdstrafrecht 58 2.5 De betekenis van 'het belang van het kind' in het jeugdstrafrecht 58 2.5.1 Definitie van tiet belang van het kind' in het jeugdstrafrecht 58 2.5.2 Het pedagogisch belang in het strafproces 59 2.5.3 Het pedagogisch belang in de strafrechtelijke reactie 61 2.5.4 Wie bepaalt welke strafrechtelijke reactie het meest pedagogisch is?..63 2.6 Samenspei tussen rechtsbescherming en pedagogisch belang 64 3 De rol van de raadsman in het jeugdstrafrecht 66 3.1 De minderjarige versus de volwassen dient 66 3.2 Körte geschiedenis van de raadsman injeugdstrafzaken 67 3.3 De wet over de raadsman injeugdstrafzaken 68 3.3.1 Algemene wet-en regelgeving 68 3.3.2 Toevoeging 68 3.3.3 Processuele bevoegdheden 70 3.4 De literatuur over de raadsman injeugdstrafzaken 70 3.4.1 De raadsman en rechtsbescherming 71 3.4.2 De raadsman en het (pedagogisch) belang van zijn client 72 3.4.3 De specialisatie 'jeugdstrafrechtadvocaat' 74 4 Conclusie literatuuronderzoek 76 4.1 De raadsman tussen rechtsbescherming en pedagogisch belang 76 4.2 Model 78 4.3 Vervolg van het onderzoek 79
DE ROL VAN DE RAADSMAN IN HET JEUGDSTRAFRECHT: DE PRAKTUK 81 5 Inleiding en onderzoeksvragen 83 6 Methodebeschrijvingpraktijkonderzoek. 85 6.1 Participanten 85 6.2 Materiaal: de vragenlijst 85 6.2.1 Indeling 85 6.2.2 Vraagtypen 86 6.3 Procedure 87 6.4 Statistische onderzoeksopzet 87 6.5 Scoring van de antwoorden 87 6.6 Statistische verwerking en de betekenis vanp, n, m en SD 88 7 Resultaten praktijkonderzoek 89 7.1 Werkgegevens van de participanten 89 7.2 Vraag 1 & 2 - Doelstellingen van jeugd- en volwassenenstrafrecht 89 7.3 Vraag 3 - De definitie of omschrijving van het pedagogisch belang 90 7.4 Vraag 4 - Pedagogisch effect van aspecten van jeugdstrafrecht 91 7.5 Vraag 5 - Degene die bepaalt wat het pedagogisch belang vereist 94 7.6 Vraag 6 - De definitie of omschrijving van een op rechtsbescherming gerichte verdediging 95 7.7 Vraag 7 - Pedagogisch effect van handelingen van de raadsman 96 7.8 Vraag 8 - De verhouding rechtsbescherming - pedagogisch belang in de verdediging 99 7.9 Vraag 9 - De verhouding rechtsbescherming - pedagogisch belang: constantof flexibel? 99 7.10 Vraag 10 - Redenen voor een constante verhouding rechtsbescherming - pedagogisch belang 100 7.11 Vraag 11 - Factoren op grond waarvan de verhouding rechtsbescherming - pedagogisch belang kan veranderen 100 7.12 Vraag 12-De client als aanleiding tot het afwijken van de verhouding rechtsbescherming - pedagogisch belang 101 7.13 Vraag 13 - Het feit als aanleiding tot het afwijken van de verhouding rechtsbescherming - pedagogisch belang 102 7.14 Vraag 14 - De procesfase als aanleiding tot het afwijken van de verhouding rechtsbescherming - pedagogisch belang 102 7.15 Vraag 15 - De procesdeelnemers als aanleiding tot het afwijken van de verhouding rechtsbescherming - pedagogisch belang 103 7.16 Vraag 16 - Invloed van het standpunt van de client op de verdediging 104 7.17 Vraag 17 - Door wie het standpunt van de client wordt beinvloed 104 7.18 Vraag 18 - Hoe, in welke gevallen en waarom de raadsman het standpunt van de client beinvloedt 105 7.19 Vraag 19-Problemen in de verdediging met formele regeis 106 7.20 Vraag 20a en 20b - Problemen in de samenwerking tussen raadsman en overige procesdeelnemers 107
8 Conclusie praktijkonderzoek: antwoorden op de onderzoeksvragen 109 8.1 Inhoud van een op rechtsbescherming gerichte verdediging 109 8.2 Inhoud van het pedagogisch belang van de minderjarige verdachte 110 8.2.1 Een algemene omschrijving of definitie 110 8.2.2 Pedagogisch belang als doelstelling van het jeugdstrafrecht 110 8.2.3 Het pedagogisch effect van middelen van jeugdstrafrecht 111 8.2.4 Het pedagogisch effect van het optreden van de raadsman 112 8.2.5 Invloed op de opvatting over het pedagogisch belang 112 8.3 De verhouding rechtsbescherming - pedagogisch belang in de verdediging 113 8.4 Invloed van de 'beroepsgroep' op de opvattingen over de verhouding rechtsbescherming - pedagogisch belang 114 8.5 De flexibele verhouding rechtsbescherming - pedagogisch belang 115 8.6 De factoren die afwijking veroorzaken van de verhouding rechtsbescherming - pedagogisch belang 115 8.7 Het standpunt van de client in de verdediging 117 8.7.1 Invloed van het eerste standpunt van de client op de verdediging 117 8.7.2 Wie het uiteindelijke standpunt van de client heeft beinvloed 118 8.7.3 Bei'nvloeding van het standpunt van de client door de raadsman 119 8.8 Gesignaleerde Problemen bij de verdediging 119 8.8.1 Problemen in de verdediging met formele regeis 119 8.8.2 Problemen in de samenwerking tussen de raadsman en overige procesdeelnemers 119 SLOTBESCHOUWING 123 9 Conclusies en de maatschappelijke relevantie van het onderzoek 125 10 Geraadpleegde bronnen 130 10