BASISCURSUS DesignaKnit 7 Designaknit heeft een uitstekende help-functie; dus als u er niet uitkomt, klik dan eens op de Helpknop en zoek naar uw DK-probleem. Ook als er problemen zijn bij gebruikmaking van een kabel: de oplossing kan soms verstopt staan in de enorme hoeveelheid Help-tekst, maar meestal staat het juiste antwoord er wel bij. Om te zoeken naar woorden in de Help functie: Klik op Help Klik op Zoeken Klik in het vak waar de tekst moet worden getikt Tik de beginletters van het woord waarop u wilt zoeken De lijst met beschikbare zoekwoorden loopt vanzelf mee Klik op de gevonden zoekterm Klik op Onderwerpen weergeven en de tekst komt in beeld Sluit het Helpscherm door rechtsbovenin op het kruisje te klikken of d.m.v. de toetsen CTRL+F4 BASISMODEL MAKEN (versie 7) In Designaknit is het belangrijk om eerst het goede basismodel te maken. U kunt kiezen uit standaard confectiematen en deze zelf aanpassen of u kiest ervoor om aan de hand van een lekker zittende trui alle maten zelf in te vullen. Dan is het uiteraard de bedoeling dat u een proeflapje breit, wast en droogt op dezelfde wijze zoals u straks de trui zult behandelen en met die gegevens kan in DesignaKnit worden berekend uit hoeveel steken en toeren de trui moet bestaan. Start DesignaKnit Klik op de knop Basismodellen - 1 -
Kies Nieuw Model en onderstaand menu verschijnt: Het basismodel wordt in dit voorbeeld een tricot trui met ingezette mouw en een ronde hals voor en achter. Als alle keuzes goed zijn ingevuld, klikt u op de knop OK Het volgende scherm verschijnt: Hier vult u de gegevens van het proeflapje in en vul verdere gegevens in zoals garen en steekgrootte.beter teveel opschrijven dan te weinig. - 2 -
Thans wordt gevraagd naar de overwijdte Als u zelf alle maten wilt invullen, kiest u geen en indien u de standaard confectiemaat wilt gebruiken, dan maakt u hier de gewenste keuze voor de overwijdte. In het volgende scherm kiest u voor Standaard Maat De matentabel verschijnt en maak daarin uw keuze. Ook als u zelf de maten wilt opgeven, kies dan de confectiemaat die er het dichtst bij zit. - 3 -
In het volgende scherm kunt u de getoonde gegevens aanpassen. Mocht u van een goed passende trui de maten willen gebruiken dan klikt u met de muisaanwijzer in het vak Bovenwijdte en past het getal aan. Als de trui 55 cm breed moet worden, vult u uiteraard bij de bovenwijdte 110 in. LET OP: de hier getoonde lengte van het model is inclusief boord, de berekening in een later stadium is exclusief boord. U krijgt het model van de trui op het scherm te zien. Probeer eventueel uit welke weergave u prettig vindt door in de menuregel te klikken op Toon en daarin keuzes te maken. Vervolgens dient u in dit scherm nog wat extra gegevens in te vullen, zoals diepte hals, hoogte boord, enz. Daar gebruikt u deze Styling knoppen voor: U kunt ook in de menuregel klikken op het woord Styling en daar uw verdere keuze maken, maar u kunt ook op het scherm op het pand dubbelklikken om het Stylingscherm te tonen. Kies Styling Lijfje U ziet dat het boord ruim wordt gerekend; vul hier de maat in hoe groot u het boord wilt hebben. LET OP: de berekening die DesignaKnit aan het einde maakt, heeft betrekking op het pand vanaf het boord; derhalve is de hoogte van het boord erg belangrijk. - 4 -
U kunt op OK klikken, maar wellicht wilt u nog iets meer weten van de mogelijkheden in dit scherm. Klik dan op de knop Help, bekijk waar de andere mogelijkheden in resulteren en verander desgewenst meer getallen in dit scherm. Nu gaan we de halsvorming controleren en klik op Styling Hals Pas de getallen aan en voor meer uitleg: klik op Help Als laatste is de controle van de mouw nodig: klik op Styling Mouw Pas desgewenst de getallen aan en In de menuregel kunt u onder Opties achteraf de maten van het proeflapje invullen Ook kunt u achteraf de opgegeven maten nog wijzigen door de klikken op de knop Bestaande maten zelf aanpassen: MODEL OPSLAAN Nu rest ons nog om dit perfecte modelletje te bewaren op de computer. Klik in de menuregel op Bestand Kies Opslaan als Modellen worden bewaard met SHP achter de punt en ze dienen in de directory met de naam Shapes te worden gezet. Eventueel kunt u via de Verkenner extra mappen toevoegen aan de map Shapes, bijvoorbeeld: man - - vrouw -- kind in de hoop dat u later makkelijk de modellen kunt terugvinden. Klik in het vak Bestandsnaam en kies een duidelijke naam die niet langer dan 8 karakters is. en het model wordt bewaard in de map SHAPES. - 5 -