Handicom. Symbol for Windows. Image Manager. (Versie 3) Handicom, 2006, Nederland

Transcriptie

1 Handicom Symbol for Windows Image Manager (Versie 3) Handicom, 2006, Nederland

2 Inhoud 1. Image Manager hoofdscherm Onderdelen van het venster Het scherm veranderen Een andere taal instellen Een database vullen Een database maken of openen Een database opslaan Een plaatje toevoegen aan de database Een plaatje verwijderen uit de database Categorieën en concepten maken Nieuwe categorieën maken, wijzigen en verwijderen Nieuwe concepten maken, wijzigen en verwijderen Een vocabulaire bouwen Handicom, NL Pagina 1

3 1. Image Manager hoofdscherm Bij het opstarten van de Image Manager is de eerste vraag of u een bestaande of een nieuwe database wilt openen. De allereerste keer is er nog geen database. Kies dus Nieuw, geef een naam op en klik aan of u een gecomprimeerde database wilt maken of één met externe bestandjes; zie het volgende hoofdstuk voor uitleg. 1.1 Onderdelen van het venster In het venster van de Image Manager staat helemaal bovenaan de blauwe titelbalk met daaronder het menu. Bovenste helft: Verkenner voor plaatjesbestanden op uw computer In de bovenste helft van het scherm staat een 'verkenner' die lijkt op de Windows Verkenner. Links staan de directories. In het midden staan de namen van plaatjesbestanden. Een voorbeeld van de plaatjesbestanden in de geselecteerde directory wordt rechts getoond. Onderste helft: Symbol for Windows categorieën en concepten Links onderin staat de Symbol for Windows categoriestructuur. Ook die werkt als een verkenner, met dit verschil dat het geen directories zijn maar categorieën die u bekijkt. Midden onderin staan dan ook geen bestanden, maar concepten (of begrippen). Als u op een concept klikt waar een plaatje of een reeks plaatjes aan is gekoppeld, dan ziet u rechts onderin het plaatje of de plaatjes. Vlak boven de plaatjes staat de volledige omschrijving van het concept. 1.2 Het scherm veranderen U kunt het scherm er anders uit laten zien. Dat kan op twee manieren Met behulp van de splitters Splitters zijn de grijze scheidslijnen die tussen de vakken staan. Als u de muis op zo'n scheidslijn zet, verandert de muis op het scherm van een pijl naar twee verticale lijntjes met daarnaast een pijltje naar links en een pijltje naar rechts. Klik op de linkermuisknop en houd die ingedrukt, terwijl u de muis naar links of naar rechts beweegt (bij een verticale scheidslijn) of naar boven of beneden (bij een horizontale scheidslijn). Laat vervolgens de muisknop los. Het vak aan de ene kant van de scheidslijn is groter geworden, het andere kleiner Via het menu Beeld U kunt via het menu niet de grootte van de vakken veranderen, maar wel de weergave van bestanden in de verkenner. Klik op Beeld en dan op Grote iconen, Kleine iconen, Lijst of Details. Bij de eerste drie mogelijkheden ziet u alleen de iconen, telkens anders weergegeven. Alleen bij de laatste mogelijkheid ziet u extra informatie over de bestanden, zoals de omvang, het type en de datum waarop het gemaakt of gewijzigd is. 1.3 Een andere taal instellen De categorieën en concepten kunnen in een andere taal worden weergegeven. Klik op Beeld - Taal instellen. Klik op het kleine pijltje naast het vakje waar de taal in staat. U krijgt een lijst van talen te zien. Kies er één uit de lijst en klik daarna op OK. Pagina Handicom, NL

4 2. Een database vullen 2.1 Een database maken of openen Voordat u plaatjes aan een database kunt toevoegen of plaatjes uit een database kunt verwijderen, moet u een bestaande database openen of een nieuwe database aanmaken Een nieuwe database maken Klik op Bestand - Nieuw. Klik daarna op Gecomprimeerd of op Externe Files. Als u kiest voor Gecomprimeerd, worden de plaatjes gecomprimeerd en in één bestand opgeslagen. Kiest u voor Externe Files, dan worden niet de plaatjes zelf, maar verwijzingen naar de plaatjes in de database opgeslagen. Geef de nieuwe database een naam. (Als u de demoversie hebt, is de naam altijd 'Demo', ongeacht welke naam u opgeeft.) Klik op OK Een bestaande database openen Klik op Bestand - Openen in het menu. Kies een database uit de lijst en klik op OK. NB: U kunt alleen databases openen die u zelf gemaakt heeft. Tip: Onder Bestand Eigenschappen kunt u enkele gegevens zien over de database die momenteel geopend is. 2.2 Een database opslaan U hoeft de database niet op te slaan. Dat doet het programma namelijk automatisch. Het gebeurt voor het eerst op het moment dat u een nieuwe naam opgeeft, en daarna telkens wanneer u een plaatje aan de database toevoegt of uit de database verwijdert. 2.3 Een plaatje toevoegen aan de database Selecteer een bestand Om een plaatje aan de database te kunnen toevoegen moet u het eerst opzoeken op uw computer. Dat doet u met de verkenner boven in het scherm. Klik in het linkergedeelte op de naam van een directory; rechts verschijnt dan een lijst met alle subdirectories en bestanden die in die directory staan. Dubbelklik in het linkergedeelte op de naam van een directory, of klik op het plusje voor de naam van de directory; dan komt daaronder een lijst te staan van alle subdirectories in die directory. Klik op de naam van een bestand in het rechtergedeeldte van de verkenner. Als het een plaatjesbestand is, zal de Image Manager proberen rechtsonder het plaatje te laten zien. Als u het plaatje niet kunt vinden, kunt u rechtstreeks vanuit dit programma het Windows Zoek-venster openen. Klik op Bewerken - Zoek bestand. Onthoud - als de zoekactie resultaat heeft - waar het bestand staat. Sluit daarna het zoekvenster af en ga met de verkenner in de Image Manager naar de juiste directory Selecteer een concept Vervolgens moet u in de Symbol for Windows conceptenlijst een concept (betekenis) opzoeken, dat past bij het plaatje. Klik op Standaard categoriestructuur. De lijst in het midden wordt gevuld met alle concepten. Klik op een concept. Als de naam van een concept vet is weergegeven, zijn er al één of meer plaatjes aan gekoppeld. De Image Manager zal rechtsonder het eerste plaatje laten zien dat bij dat concept hoort Handicom, NL Pagina 3

5 U kunt de kleine knoppen (met daarop een wandelende persoon) onder het voorbeeld gebruiken om andere plaatjes te bekijken die aan hetzelfde concept zijn gekoppeld. Als u het concept dat u zoekt, niet op deze manier kunt vinden, zijn er nog twee andere manieren om te zoeken. Via de categorieën Als u op de naam van één categorie klikt, wordt de middelste lijst gevuld met alle concepten die in die categorie zijn ingedeeld. Een [+] voor de naam van een categorie betekent dat er subcategorieën zijn. Klik met de linker muisknop op de [+] om de categorie uit te vouwen. Nu kunt u de inhoud van de subcategorieën bekijken. Klik op de [-] om een categorie (inclusief subcategorieën) weer dicht te vouwen. Via het Zoek-menu of met de Zoek-knoppen Via het menu Zoek (Zoek, Zoek volgende en Zoek vorige) en de werkbalkknoppen Zoek, Zoek volgende en Zoek vorige kunt u zoeken naar een woord of een gedeelte van een woord. De Image Manager zoekt in alle categorieën naar een conceptnaam die precies hetzelfde is als het gegeven woord, of naar conceptnamen waarin de gegeven lettercombinatie voorkomt. Het eerst gevonden concept wordt opgezocht. De naam van de categorie waar het concept in staat krijgt een grijze achtergrond. Zelf concepten maken Als het concept dat u zoekt, nog niet bestaat, kunt u een nieuw concept aanmaken; zie hoofdstuk 3.2, Nieuwe concepten maken, wijzigen en verwijderen (blz. 5). U kunt ook een nieuwe categorie maken om het nieuwe concept in onder te brengen; zie hoofdstuk 3.1, Nieuwe categorieën maken, wijzigen en verwijderen (blz. 5) Koppel het plaatje aan het concept Er zijn drie manieren om een plaatje aan een concept te koppelen. Klik op het plaatje dat u aan het concept wilt koppelen; houd de linkermuisknop ingedrukt. Sleep het met de muis naar het concept en laat dan de linkermuisknop weer los. Klik op het concept; klik vervolgens op Bewerken - Item toevoegen. Klik op het concept; klik vervolgens op het plaatje dat u aan het concept wilt koppelen; klik op de knop Toevoegen, onder het voorbeeld. De naam van het concept wordt vet weergegeven zodra er een plaatje aan gekoppeld is. NB.: U kunt meerdere plaatjes aan een concept koppelen. 2.4 Een plaatje verwijderen uit de database Selecteer eerst het concept waaraan het plaatje gekoppeld is. Klik daarna op de knop Verwijderen (onder het voorbeeld) of op Bewerken - Item verwijderen. Let op: als u rechtsonder niet het juiste plaatje ziet, zijn er waarschijnlijk meerdere plaatjes aan het concept gekoppeld. Dan moet u eerst bladeren tot u het juiste plaatje ziet. Klik op de knopjes Volgende synoniem en Vorige synoniem - dat zijn de knopjes met de afbeelding van een wandelende persoon - tot u het juiste plaatje gevonden heeft. Klik pas dan op de knop Verwijderen (of klik op Bewerken - Item verwijderen). Pagina Handicom, NL

6 3. Categorieën en concepten maken Als u zelf categorieën en concepten maakt in de Image Manager, zijn deze ook in andere Symbol for Windows modules te zien. NB. Categorieën en concepten die u niet zelf heeft toegevoegd, kunt u niet wijzigen en/of verwijderen. 3.1 Nieuwe categorieën maken, wijzigen en verwijderen In nieuwe categorieën kunt u eigen concepten een herkenbare plaats geven Een categorie maken Kies eerst een categorie waarin de nieuwe categorie moet komen te staan. De nieuwe categorie mag ook direct onder Standaard categoriestructuur komen staan. Let op: U kunt de categorie daarna niet meer verplaatsen! Klik nu op Categorie - Maak categorie in het menu. Typ de naam van de nieuwe categorie en klik op OK Een categorie wijzigen Klik op de (door uzelf toegevoegde) categorie en vervolgens op Categorie - Wijzig categorie in het menu. Typ de nieuwe naam en klik op OK Een categorie verwijderen Maak eerst de (door uzelf toegevoegde) categorie leeg, door alle concepten eruit te verwijderen. Klik daarna op de categorie en vervolgens op Categorie - Verwijder categorie in het menu. Klik op OK. 3.2 Nieuwe concepten maken, wijzigen en verwijderen Een concept maken Kies eerst een categorie waarin het nieuwe concept moet komen te staan. Let op: U kunt het concept daarna niet meer verplaatsen! Klik nu op Concept - Maak concept in het menu. Typ de naam van het nieuwe concept en klik op OK Een concept wijzigen Klik op het (door uzelf toegevoegde) concept en vervolgens op Concept - Wijzig concept in het menu. Typ de nieuwe naam en klik op OK Een concept verwijderen Klik op het (door uzelf toegevoegde) concept en vervolgens op Concept - Verwijder concept in het menu. Klik op OK Handicom, NL Pagina 5

7 4. Een vocabulaire bouwen Van de zelfgemaakte database kunt u ook een vocabulaire maken. Ook uw eigen categorieën komen daarin terug. Zo n vocabulaire is in andere Symbol for Windows programma s (zoals de Document Maker en Personal Communicator) te gebruiken. Kies Opties Bouw Basisvocabulaire. U moet nu een aantal voorkeuren opgeven. Te gebruiken concepten: kies hier uw eigen database. Bestemming: geef de naam op die het nieuwe vocabulaire moet krijgen, inclusief de volledige directorynaam (bijv. C:\program files\handicom\symforwin\users\prive.mnu). Kies of u kleine categorieën wilt verbergen; zoja, dan komt de inhoud van de te kleine categorieën een niveau hoger te staan. Geef het minimum aantal concepten per categorie. Kies tenslotte het aantal rijen en kolommen en geef aan of hiervan afgeweken mag worden. In het laatste geval zullen er zo min mogelijk rijen en/of kolommen gemaakt worden. Pagina Handicom, NL