De eerste presentatie behandelt een aantal theorieën die je helpen een mindset voor groei te ontwikkelen. Dat is essentieel als je effectiever gedrag wilt ontwikkelen. Je gedachten en overtuigingen zijn namelijk heel erg bepalend voor je gedrag. Dit werkblad kun je gebruiken om aantekeningen te maken tijdens de presentatie en om na afloop te reflecteren en te oefenen met wat je gehoord hebt. 1. Kwetsbaarheid Brene Brown schrijft in De kracht van kwetshaarheid: Kwetsbaarheid is onvermijdelijk als je verbondenheid wilt ervaren en betrokkenheid wilt tonen. Betekenisvolle menselijke ervaringen als liefde, verbondenheid, vertrouwen gaan per definitie gepaard met kwetsbaarheid. Ze vereisen dat je jezelf blootgeeft, en dat brengt altijd risico s met zich mee. Als je zichtbaar wilt zijn, moet je je kwetsbaar opstellen. Je kunt jezelf niet laten zien als je doodsbang bent voor wat anderen van je zullen denken. In hoeverre durf jij kwetsbaar te zijn? Welk verband zie jij met je introverte aanleg? 2. Groeimindset en fixed mindset (Carol Dweck) Deze begrippen hebben betrekking op de overtuiging die iemand heeft over de ontwikkelbaarheid van mensen. Mensen met een fixed mindset denken dat hun capaciteiten grotendeels zijn aangeboren en vastliggen. Capaciteiten als intelligentie, muzikaliteit of leiderschapsvaardigheden kun je volgens deze visie dus nauwelijks ontwikkelen. Heb je zo n fixed mindset, dan ben je er vooral op gericht om aan te tonen dat je ergens goed in bent. Die focus op bewijzen dat je iets kunt, roept angst op om beoordeeld te worden. Nieuwe of spannende dingen doen is bedreigend, want misschien blijk je het toch niet te kunnen. Omgaan met kritiek is ook lastig, want je bent ergens niet goed in gebleken.
Een fixed mindset roept faalangst, weerstand en frustratie op. Gelukkig kun je een fixed mindset ombuigen naar een groeimindset. Met een groeimindset ben je er niet op gericht om te bewijzen dat je een capaciteit bezit, maar om te leren en op grond van je leerervaringen nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. Een groeimindset helpt je om heel gericht de stappen te identificeren die je kunt zetten om van situaties te leren. Wetenschappelijk onderzoek wijst overtuigend uit dat mensen met een groeimindset veel meer geneigd zijn om te leren en op grond van hun leerervaringen effectiever gedrag te ontwikkelen, waardoor ze ook beter gaan presteren. Op welke gebieden in je leven heb jij een groeimindset of heb je die in het verleden laten zien? Waaraan merk je dat? Op welke gebieden in je leven heb jij een fixed mindset of heb je die in het verleden laten zien? Waaraan merk je dat? Welke overtuigingen over introverte en extraverte mensen spelen daarbij een rol?
In hoeverre kun jij jezelf betrappen op het glazenbol-syndroom? Op welke manier belemmert dat je? 3. Broaden-and-build theory (Fredrickson) Negatieve emoties leiden tot tunnelvisie en verkramping. Positieve emoties verbreden juist je aandacht en je blik. Ze stellen je in staat om creatieve verbindingen te maken, je verbondenheid met anderen te zien, en problemen met een heldere blik onder ogen te zien. Dit noemt Fredrickson het Broaden-effect. Naarmate mensen meer positieve emoties ervaren, neemt hun veerkracht toe en ontwikkelen ze instrumenten die ze nodig hebben om verder te groeien. Dit wordt het Build-effect genoemd. Het is dus slim om manieren te vinden om positieve emoties te ervaren rondom groeien en ontwikkelen. Welke rol speelt de negativity bias bij het ervaren van negatieve en positieve emoties bij jou?
Welke mogelijkheden zie jij om meer positieve emoties te ervaren? 4. Zelfperceptietheorie De manier waarop je naar jezelf kijkt, verandert met je mee als je nieuw gedrag vertoont. Dit verschijnsel is te verklaren met de zelfperceptietheorie. Die theorie stelt dat mensen erachter komen wat hun houdingen en voorkeuren zijn door hun eigen gedrag te observeren. Bijvoorbeeld: ik heb al drie avonden niet toegegeven aan mijn Netflixverslaving, ik ben dus blijkbaar iemand met veel wilskracht. Of: ik neem regelmatig de tijd om vrienden te bellen die ik niet vaak zie, ik moet dus wel een persoon zijn die het belangrijk vindt om goede relaties te onderhouden. Naarmate je meer volhardt in het nieuwe gedrag, raakt die overtuiging steeds meer in jezelf verankerd. En op een gegeven moment is het gedrag een automatische gewoonte geworden en gaat het vanzelf. Wat je te doen staat, is: Het heldere besluit nemen om het positieve/effectieve gedrag te vertonen dat je wilt verwezenlijken in je leven. Acties ondernemen die passen bij dit gedrag en er aan bijdragen. Welk positief of effectief gedrag wil jij vertonen in je leven?
Bedenk zo veel mogelijk acties die bijdragen aan dit gedrag en die er bij passen. Maak een lijst. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. Met welk van deze acties kun je meteen beginnen?
Welke acties kun je implementeren in je dagelijkse leven? Wat neem je je voor?