Rekenkamercommissie Gemeente Gennep. Onderzoek naar. communicatiebeleid en burgerparticipatie

Vergelijkbare documenten
Onderzoeksopzet Communicatie

Rekenkamercommissie. Onderzoeksvoorstel Communicatiebeleid Rekenkamercommissie Midden-Delfland

Adviesraad Sociaal Domein ADVIESRAAD GILZE EN RIJEN

Raadsinformatiebrief B&W vergadering 13 maart 2012

Onderzoek Communicatiebeleid en Burgerparticipatie. Rekenkamercommissie Someren

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

I Inleiding. Startnotitie Burgerparticipatie binnen de gemeente Cuijk. Vastgesteld in de rekenkamercommissie van 23 februari 2010.

Aan de raad van de gemeente Leidschendam- Voorburg Postbus AX Voorburg. Aan de raad van de gemeente Rijswijk Postbus HH Rijswijk

VERGADERING GEMEENTERAAD d.d. 5 januari 2009 AGENDA NR. 6

Implementatieplan interactief beleid

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015

gemeente Bergen op Zoom.

Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

Communicatieaanpak herziening subsidiebeleid

REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE VAALS COMMUNICATIEPLAN

Bestuursopdracht. Centrumvisie

Verslag bijeenkomst communicatie beweging sociaal domein Amersfoort Donderdag 16 oktober 2014

Participatie vereist meer communicatie. Rekenkamercommissie Wijdemeren

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

Zicht op doorwerking

Raadsvoorstel. Wij stellen voor: Transformatieagenda Wmo en haar omgeving. besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan proces- kwaliteit majeure projecten. gemeente Best

Evaluatie college participatie Evenementenkader Ouderkerkerplas

18 nov Postreg.nr. Directeur: Tel.nr K. Burger

Zelfevaluatie Wmo-raden 2014

Gemeenschappelijke Regelingen

College van Burgemeester en wethouders en werkgroep Oosteind Datum juni 2008

Hervormingen in het lokaal re-integratiebeleid. Plan van aanpak quick scan

Communicatieplan gemeentelijke herindeling. Bij Hoog en Laag

Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert

Onderzoeksprogramma 2016

Rekenkamercommissie Neder-Betuwe. Jaarverslag Onderzoeksprogramma 2013

Onderzoek naar communicatie en. burgerparticipatie in Nieuwegein. Nota van Bevindingen

Startnotitie Interactieve Beleidsvorming

Edith van Dijk 3427

REKENKAMERCOMMISSIE KEMPENGEMEENTEN

Openbaar. Rijk van Nijmegen Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

opzet onderzoek aanbestedingen

Herijking Strategische Visie Barendrecht 2025 SAMEN BOUWEN AAN BARENDRECHT

Apeldoorn: 15 maart 2010 Referentie: advies besluitvormingsprocessen Europese aanbestedingen.

Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip Veiligheid door de inwoners van Maassluis

HOE WERKT DE GEMEENTE? Het beïnvloeden van beleid en besluitvorming

Nieuwsbrief Resultaten evaluatie

TUSSENEVALUATIE REKENKAMERCOMMISSIE Inzicht in de werkwijze

Voorstel voor de gemeenteraad Voorstelnummer RAAD/ Behandelend ambtenaar N.H. Emck Postreg.nr. Tel.nr Datum: 22 juni 2010

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030

onderzoeksopzet burgerparticipatie

Afd.hoofd: Akkoord HpiN VMO/Jur. OR 0 BMO/Com. ÜADF

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Delfts Doen! Delftenaren maken de stad

DE TOEKOMST EN COMMUNICATIE

voortgang van het actieprogramma en de resultaten die hiermee zijn bereikt.

Rekenkamercommissie Beverwijk

RAADSVOORSTEL Agendanummer 7.4. Onderwerp: Nota Speelruimtebeleid Spelen in Moerdijk

Strategisch Communicatie Beleidsplan

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak

Jaarverslag Rekenkamercommissie Bernheze

Collegeonderzoek Beheerplannen Openbare Ruimte

Startnotitie Integraal Veiligheidsplan Gemeente Molenwaard

Kaders voor burgerparticipatie

A. INTERACTIEF PLANPROCES

Raamwerk communicatiebeleid gemeente Heusden

Rekenkamer Súdwest-Fryslân

Aan de gemeenteraad Agendapunt: 5.1/ Documentnr.: RV

Gebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase)

verbonden stichtingen

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening Adviesraad Sociaal Domein

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2

onderzoeksopzet aanbesteding zorg en welzijn - deel 1

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

RAADSBRIEF. Aan: Gemeenteraad Montferland

Het Participatiebudget

BESTUURLIJKE NOTA ONDERZOEK GROENBELEID EN GROENBEHEER REKENKAMERCOMMISSIE KATWIJK

Leidraad communicatie en participatie particuliere (bouw)initiatieven

Wethouder Financiën, ruimtelijke ordening en gemeentelijke organisatie

Communicatie Decentralisaties Sociaal Domein

Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Informatienota voor de gemeenteraad

REKENKAMERCOMMISSIE TYNAARLO JAARVERSLAG Rekenkamercommissie Tynaarlo Jaarverslag 2007, vastgesteld 6 maart

Gemeente Leusden. Bomenplan Module E: Bomen en burgers

Plan van aanpak. Jongerenraad Moerdijk

Rapportage. Effectmeting naar onderzoek Weten waarom uit Alphen-Chaam. Rekenkamercommissie Alphen-Chaam / Baarle-Nassau.

RKC Medemblik Opmeer. Notitie onderzoeksopzet

Rekenkamercommissie. Quick Scan communicatiebeleid en burgerparticipatie gemeente Schiedam. Schiedam-Vlaardingen. Commissie voor beleidsonderzoek

VERORDENING WMO ADVIESRAAD SCHIEDAM

Communicatieplan WMO. Communiceren over de WMO. doen we zo

De Utrechtse Participatiestandaard

Rekenkamercommissie Onderzoeksaanpak

Aanbevelingen Rekenkamer Breda in relatie tot nota Verbonden Partijen

In het onderstaande overzicht is een stand van zaken aangegeven per juni De indeling is gebaseerd op het actieplan Bestuurlijke

Plan van aanpak onderzoek grote projecten gemeente Delft Maart 2015

Startdocument participatieproces LAB071

Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan

Communicatie en participatie

Communicatieplan WTH Vloerverwarming in het kader van de CO2-Prestatieladder

Transcriptie:

Rekenkamercommissie Gemeente Gennep Onderzoek naar communicatiebeleid en burgerparticipatie Juni 2009

Rekenkamercommissie Gemeente Gennep Mei 2009 Drs. H.J.J.M. Smeets Drs. E. Broere Drs. J.P.M. Houba Adresgegevens Rekenkamercommissie Gennep Postbus 9003 6590 HD Gennep Email Rekenkamer.gennep@hotmail.com Onderzoekers De Lokale Rekenkamer Drs. H.M. (Maarten) Hoogstad Drs. E.(Eelke) Horselenberg Drs. A.L. (Lauryan) Bakker Datum 18 juni 2009 Bron afbeeldingen voorblad: Groenbeleidsplan Gennep ziet groen 2007 en gemeentelijke website Gennep 2

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 3 VOORWOORD.... 5 1 INLEIDING... 7 1.1 DOELSTELLING EN VRAAGSTELLING... 78 1.2 NORMERING... 89 1.3 ONDERZOEKSAANPAK... 89 1.4 LEESWIJZER... 109 2 COMMUNICATIE EN BURGERPARTICIPATIE IN GENNEP... 11 2.1 INLEIDING... 11 2.2 GEEN ALGEMEEN COMMUNICATIEBELEID... 11 2.3 BURGERPARTICIPATIE ALS LEERSCHOOL INTERACTIEVE BELEIDSVORMING... 14 2.4 SAMENVATTING... 16 2.5 BEOORDELING... 17 3 VORMING VAN HET GROENBELEIDSPLAN... 19 3.1 INLEIDING... 19 3.2 PLAN VAN AANPAK: RUIMTE VOOR BURGERPARTICIPATIE... 19 3.3 PARTICIPATIEMOGELIJKHEDEN: DE WORKSHOPS EN DE KLANKBORDGROEP... 20 3.4 COMMUNICATIEBOODSCHAP: KIEZEN VOOR GROENE KWALITEIT!... 21 3.5 PERCEPTIE INWONERS: WEINIG TERUGKOPPELING... 22 3.6 SAMENVATTING... 23 3.7 BEOORDELING... 24 4 INVOERING VAN DE WMO... 27 4.1 INLEIDING... 27 4.2 COMMUNICATIEPLAN NIET LEIDEND IN COMMUNICATIETRAJECT... 27 4.3 PARTICIPATIE: WMO-RAAD EN KLANKBORDGROEP... 28 4.4 INFORMATIEVOORZIENING: SCHRIFTELIJKE UITINGEN... 31 4.5 PERCEPTIE VAN DE BURGER... 32 4.6 SAMENVATTING... 34 4.7 BEOORDELING... 35 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN... 37 VRAAGSTELLING... 37 CONCLUSIES... 37 AANBEVELINGEN... 38 6 ZIENSWIJZE COLLEGE VAN B&W OP RAPPORT REKENKAMERCOMMISSIE... 41 7 NAWOORD REKENKAMERCOMMISSIE... 45 3

BIJLAGE 1 - NORMENKADER... 477 BIJLAGE 2 - ONDERZOEKSAANPAK... 499 BIJLAGE 3 - GERAADPLEEGDE DOCUMENTEN... 533 BIJLAGE 4 - GEÏNTERVIEWDE PERSONEN... 555 BIJLAGE 5 - BELANGRIJKE DEFINITIES... 577 4

VOORWOORD Geachte leden van de raad, Er is steeds meer belangstelling voor participerende communicatie (communicatie die er op gericht is burgers / klanten meer te betrekken). Dialoog, interactie, participatie en wisselwerking zijn daarbij van belang. Tweezijdige communicatie is nu vanzelfsprekend. In de afgelopen jaren is de daadwerkelijke inbreng van burgers steeds belangrijker geworden. Burgerparticipatie is in Gennep als doel opgenomen in collegeprogramma s, verordeningen en programmabegrotingen. Zo heeft de raad in de programmabegroting van 2006 specifiek de wens geuit meer interactieve beleidsvorming te willen toepassen, op een gestructureerde, planmatige en consistente wijze. Maar lukt het ook om burgers echt te betrekken bij het beleid? En horen burgers ook nog wel wat er met hun inbreng is gedaan? Is communicatie en participatie voldoende verankerd in de gemeentelijke projectorganisatie om op een consistente wijze uitgevoerd te worden? In 2007 is Gennep gestart met twee pilot projecten om ervaring op te doen met interactieve beleidsvorming. Bovengenoemde vragen en de ingezette ontwikkeling naar meer interactieve beleidsvorming waren voor de Rekenkamercommissie aanleiding om een onderzoek naar communicatie en burgerparticipatie te verrichten. De Rekenkamercommissie heeft in dit kader deelgenomen aan een benchmark onderzoek van De Lokale Rekenkamer. De mogelijkheid om de resultaten uit het onderzoek in de gemeente Gennep te vergelijken met de resultaten uit andere gemeenten, was voor de Rekenkamercommissie een tweede aanleiding dit onderzoek uit te voeren. Met dit rapport wil de Rekenkamercommissie een constructieve bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van de gemeentelijke communicatie en de inzet van burgerparticipatie bij interactieve trajecten. Hiertoe heeft zij een aantal aanbevelingen gedaan, die u in bijgaand rapport aantreft. De Rekenkamercommissie van de Gemeente Gennep, voor deze, Drs. Harry Smeets, voorzitter. 5

6

1 INLEIDING 1.1 Doelstelling en vraagstelling De doelstelling van dit onderzoek is: Inzicht geven in de effectiviteit van de communicatie met burgers bij interactieve beleidsvormingsprocessen van de gemeente Gennep. De centrale onderzoeksvraag van dit onderzoek luidt: Wat doet de gemeente Gennep aan communicatie bij interactieve beleidsvormingsprocessen en wordt hiermee het beoogde doel bereikt? Deze centrale onderzoeksvraag is uitgewerkt in deelvragen. De deelvragen gaan achtereenvolgens in op het algemene communicatiebeleid van de gemeente, op de kaders voor burgerparticipatie en op de communicatie rond twee specifieke projecten in de gemeente. Dit zijn de implementatie van de Wmo en de actualisatie van het groenbeleidsplan. Algemeen beleid 1. Heeft de gemeente een actueel communicatiebeleid geformuleerd waarin de algemene uitgangspunten van zijn communicatie zijn omschreven? Burgerparticipatie 2. Heeft de gemeente kaders gesteld ten aanzien van burgerparticipatie waarin specifiek aandacht is voor communicatie? 3. Zo ja, past dit binnen de kaders van het algemene communicatiebeleid? Projectcase beleid en plan 4. Is er voor het gekozen project een actueel communicatieplan vastgesteld? Projectcase in de praktijk 5. Wat is de boodschap die de gemeente communiceert? 6. Met de inzet van welke communicatiemiddelen heeft de gemeente met burgers gecommuniceerd? 7. Wat is de kwaliteit van de communicatiemiddelen die de gemeente heeft ingezet? 7

8. Worden met de ingezette communicatiemiddelen de beoogde doelen bereikt? a. Zijn de betrokken burgers geïnformeerd over de resultaten van het project? b. Hoe beoordelen betrokken burgers de communicatie met de gemeente? Resultaat 9. Op welke punten zijn op basis van de bevindingen verbeteringen mogelijk? 1.2 Normering De Rekenkamercommissie hanteert bij dit onderzoek verschillende normen. Het communicatiebeleid en burgerparticipatie worden getoetst aan de volgende hoofdnormen: Er is sprake van een actueel communicatiebeleid waarin de algemene beleidsuitgangspunten van communicatie zijn omschreven en vastgelegd als basis voor de uitvoering. Er is sprake van een actueel kader voor burgerparticipatie waarin specifiek aandacht is voor de communicatie met burgers. Er is sprake van een heldere communicatieboodschap die duidelijk wordt gecommuniceerd. Er is sprake van een afgewogen en onderbouwde communicatiestrategie. De gemeente heeft inzicht in de perceptie van de doelgroep en heeft mogelijkheden om hier op te anticiperen. Het volledige, uitgewerkte normenkader is als bijlage 1 aan het rapport toegevoegd. 1.3 Onderzoeksaanpak Het onderzoek bestond uit drie verschillende fasen. In fase 1 vond een startbijeenkomst plaats met de Rekenkamercommissie, waarna de kaders rond communicatiebeleid en burgerparticipatie zijn beschreven en geanalyseerd. Fase 2 bestond uit twee casestudies. In deze fase is in kaart gebracht welk communicatiebeleid er is geformuleerd voor de geselecteerde projecten invoering van de Wmo en de totstandkoming van het Groenbeleidsplan, hoe dit in de praktijk is uitgevoerd en hoe dit door burgers is ervaren. Er is voor deze twee projecten gekozen, omdat het afgeronde projecten zijn met een maatschappelijk belang. Communicatie en burgerparticipatie zijn daarnaast bij deze projecten erg belangrijk geweest. In fase 3 heeft de rapportage van de bevindingen uit de eerdere fasen plaatsgevonden. Een uitgebreide beschrijving van de onderzoeksaanpak is opgenomen in bijlage 2. 8

1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 1 heeft u in zijn algemeenheid wat gelezen over wat voor uw gemeente specifiek aanleiding was voor dit onderzoek. Vervolgens heeft u gelezen met welke doelstelling, vraagstelling en normering en volgens welke onderzoeksaanpak is gewerkt. In hoofdstuk 2 is het beleidskader voor communicatie en burgerparticipatie van Gennep in kaart gebracht. In hoofdstuk 3 en 4 leest u de bevindingen die gedaan zijn op het gebied van de analyse naar de beleidsvoorbereiding voor het Groenbeleidsplan en de invoering van de Wmo. In de bijlagen vindt u gedetailleerde uitwerkingen uit het onderzoek. 9

10

2 COMMUNICATIE EN BURGERPARTICIPATIE IN GENNEP 2.1 Inleiding In de gemeente Gennep is geen algemeen communicatiebeleid en specifiek beleid voor burgerparticipatie vastgesteld. De gemeente hanteert wel een inspraakverordening. De gemeentelijke communicatie en de werkwijze bij interactieve trajecten staan in verschillende documenten beschreven. Deze documenten heeft de Rekenkamercommissie bekeken. Een volledig overzicht van de geanalyseerde (beleids)documenten vindt u in bijlage 3. 2.2 Geen algemeen communicatiebeleid 2.2.a. Programmabegrotingen: geen communicatiedoelen De gemeente heeft geen algemeen communicatiebeleid ontwikkeld. Wel komt communicatie in de programmabegrotingen van 2007 en 2008 terug als overkoepelend thema. Dit houdt in dat er bij elk programma en per programmaonderdeel in een paragraaf kort is aangegeven welke consequenties het beleid en de voorgenomen uitvoering voor de gemeentelijke communicatie hebben. De paragrafen worden door de beleidsafdelingen opgesteld en verschillen van inhoud; soms is beschreven welke acties ondernomen (gaan) worden en soms is volstaan met het opsommen van doelgroepen. Hiervoor zijn geen richtlijnen opgesteld. Voorbeelden zijn het noemen van de instelling van de Wmo-raad en het vormen van één loket voor informatievoorziening in het programmaonderdeel Maatschappelijke participatie. 1 In de programmabegrotingen zijn verder geen overkoepelende communicatiedoelen geformuleerd. In de programmabegroting van 2008 is wel als doel opgenomen een communicatieplan voor de raad op te stellen. Volgens de respondenten zal dit plan zich voornamelijk richten op de raadsvergaderingen. De gemeente hanteert vaste elementen in het sjabloon voor collegevoorstellen. Hierbij horen sinds 2008, na een actualisatie van het sjabloon, een financiële, een juridische en een communicatie paragraaf. De steller van het voorstel bepaalt uiteindelijk welke paragrafen relevant zijn en moeten worden ingevuld. Het is geen formele verplichting, maar volgens de geïnterviewden leert de praktijk dat de communicatieparagraaf in de meeste collegevoorstellen wordt ingevuld. Vaak gebeurt dit in samenspraak met het cluster communicatie. 1 Programmabegroting 2007, programma Samen leven en zorgen, 13. 11

2.2.b. Organisatie: cluster communicatie hanteert clusterplan en richtlijnen Voor 2008 waren er drie functies gericht op de gemeentelijke communicatie: communicatieadviseur, publieksvoorlichter en webbeheerder. Deze waren ondergebracht bij verschillende afdelingen. In 2008 zijn deze functies samengevoegd in één cluster communicatie binnen de afdeling Bestuur en Organisatie. De verantwoordelijkheden, de taakverdeling en het takenpakket zijn weergegeven in een clusterplan. 2 Hieruit moet volgens de geïnterviewden uiteindelijk een communicatiebeleidsplan voortvloeien, waarin de uitgangspunten en aanpak op het gebied van communicatie voor de gemeente en de organisatie zijn vastgelegd. Hier is geen tijdsplanning voor gemaakt. Het clusterplan Het clusterplan schetst hoe de situatie op het gebied van communicatie nu is, wat de gewenste situatie is en wat vervolgens de actiepunten zijn om die situatie te realiseren. Volgens de respondenten is het clusterplan niet bekend in de organisatie, maar zorgen afspraken met het management, ervaring in samenwerking en informele afspraken wel voor bekendheid van het cluster bij de beleidsafdelingen. In het clusterplan is de volgende visie op communicatie gegeven: Communicatie is van ons allemaal, is wat iedereen doet Communicatie begint bij jezelf Communicatie is tweerichtingsverkeer Communicatie is geen doel op zichzelf, maar is ondersteunend bij het realiseren van gemeentelijke ambities en plannen 3 Vervolgens is ook de missie van het cluster omschreven: Onze missie is de communicatie van en in de gemeentelijke organisatie op een hoger niveau tillen. Dat willen we bereiken door de gemeentelijke organisatie optimaal te adviseren en ondersteunen op het gebied van communicatie. Maar ook door het communicatiebewustzijn intern te vergroten en duidelijk te maken dat iedereen op het gebied van communicatie zijn eigen verantwoordelijkheid heeft 4 Om tot de gewenste situatie te komen, zijn vijf activiteiten genoemd: geïntegreerde aanpak, afstemming activiteiten, eenduidig naar buiten treden, duidelijkheid over taken en verantwoordelijkheden en behapbaar takenpakket. De activiteiten zijn uitgewerkt in benodigde stappen en wat bereiken we hiermee. Er is geen tijdpad voor de activiteiten opgesteld. Tenslotte zijn zeven strategische en operationele speerpunten benoemd. 2 Het clusterplan is in juni 2008 opgesteld. 3 Clusterplan, 1-2. 4 Clusterplan, 2. 12

Het clusterplan behandelt niet specifiek de werkwijze van het cluster of de samenwerking met de beleidsafdelingen. Wel is de plek van het cluster in de organisatie benoemd. Richtlijnen Omdat het cluster volgens de respondenten er nog niet aan toe gekomen is om algemeen communicatiebeleid te ontwikkelen, zijn er wel al enkele richtlijnen opgesteld: leidraad interactief beleid; richtlijn informatie op de website; richtlijn omgang met de pers; richtlijn klantvriendelijke taalgebruik; en richtlijn powerpoint presentatie. In de richtlijnen is aandacht voor de doelgroep, de uitvoering en de rol van het cluster. De richtlijnen staan op het intranet, maar het cluster heeft geen zicht op de frequentie van de toepassing door de organisatie. Op de leidraad interactief beleid komen wij later in dit hoofdstuk terug. 2.2.c. Werkwijze cluster: geen jaarplanning, wel bekendheid in organisatie Het cluster hanteert geen officiële jaarplanning waarin alle activiteiten en projecten van het cluster staan omschreven. Wel houdt het cluster dit zelf informeel bij. Het concernplan leidt tot afdelingsplannen en op basis daarvan kan het cluster zien wat de planning voor communicatie is. Prestatieafspraken en de daarbij behorende ureninzet voor het cluster wordt vastgelegd in het afdelingsplan. Vervolgens worden de prestatieafspraken vertaald naar de individuele prestatieovereenkomsten van de medewerkers. De organisatie weet het cluster volgens de respondenten goed te vinden. Activiteiten die naast de planning moeten worden verricht, verhogen de werkdruk van de communicatiemedewerkers. Volgens de respondenten richt het cluster zich voornamelijk op: uitvoeren en adviseren; redigeren van teksten; ondersteunen; en uitvoeren van pers- en publieksvoorlichting. Over de betrokkenheid van het cluster bij interactieve projecten van de beleidsafdelingen, komen wij later in dit hoofdstuk terug. 2.2.d. Rol van de beleidsafdelingen bij communicatie De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor communicatie bij projecten ligt bij de beleidsafdelingen. Zij dienen het initiatief voor de organisatie van communicatie te nemen en hier ondersteuning door het cluster bij te vragen. In de praktijk benaderen de beleidsafdelingen het cluster wanneer zij dat nodig achten. Er wordt dan in samenwerking met het cluster een communicatieplan gemaakt, waarin 13

wordt nagedacht over de boodschap, de teksten en de middelen. De beleidsafdelingen houden zich primair bezig met het doel en de inhoud van de communicatie, het cluster met (advisering over) de communicatiestrategie en ondersteuning bij de uitvoering en vormgeving. 2.3 Burgerparticipatie als leerschool interactieve beleidsvorming 2.3.a. Leidraad interactieve beleidsvorming: handreiking burgerparticipatie De gemeenteraad van Gennep hecht aan de interactie door de gemeente met de verschillende doelgroepen, zo blijkt uit de programmabegroting 2006. Volgens de raad moet deze interactie gestructureerd, planmatig en consistent verlopen en daarvoor is kaderstelling nodig. 5 Dit is een directe aanleiding voor de organisatie geweest om in 2006 de Leidraad interactief beleid op te stellen. De Leidraad is (nog) niet door de raad of het college, vastgesteld. Als reden hiervoor noemen de geïnterviewden een te hoge werkdruk. In deze handreiking voor burgerparticipatie zijn drie doelen genoemd: 1. verbeteren van de kwaliteit van gemeentelijke plannen en beleid; 2. vergroten van de democratische legitimiteit van raad, college en burgemeester; 3. vergroten van het draagvlak bij betrokken partijen voor gemeentelijk te nemen besluiten. 6 Een ander doel van de Leidraad is het bestuur, het management en de medewerkers ervaring op te laten doen met interactieve beleidsvorming. Om dit doel te realiseren, zijn drie pilot projecten aangewezen om te oefenen met het proces van afwegen, verantwoorden en het inzetten van minder conventionele instrumenten bij interactieve trajecten. De projecten zijn het veiligheidsbeleid, het Groenbeleidsplan en de Wmo. 7 Twee van deze projecten hebben uiteindelijk doorgang gekregen. In de begroting 2006 is voor de uitvoering van deze projecten 10.000,- gereserveerd. In de Leidraad is een korte checklist opgesteld aan de hand waarvan de keuze voor een interactief traject gemaakt kan worden. Ook de vorm, de mate van participatie en de in te zetten instrumenten moeten per project (vooraf) bepaald worden. Hiervoor zijn zeven afwegingscriteria opgesteld die het uiteindelijke 5 Programmabegroting 2006, programma bestuur, 55. 6 Leidraad interactief beleid, 2. 7 Leidraad interactief beleid, 2-3. De pilot Veiligheidsbeleid is uiteindelijk niet doorgegaan, omdat de uitvoering en planning van dit project veranderd was. 14

participatieniveau bepalen. 8 In collegeadviezen dient deze afweging gemaakt te worden en moet er aandacht zijn voor de communicatie rondom het traject. De handreiking behandelt vervolgens het te vormen plan van aanpak, het doel, de doelgroepen, de kaders van participatie, het proces per niveau en instrumenten. Volgens de respondenten is de Leidraad wel bekend bij de beleidsafdelingen, maar wordt deze niet actief gebruikt bij interactieve trajecten. Het cluster communicatie gebruikt de Leidraad wel actief. 2.3.b. Burgerontmoetingsplaatsen De gemeente besteedt speciale aandacht aan burgerparticipatie in de programmabegroting van 2008. Er zijn dan een aantal initiatieven in gang gezet die onderdeel zijn van interactieve beleidsvorming: de uitvoering van de Wmo en de vorming van Dorpsomgevingsplannen. Er zijn geen doelen gesteld, maar met burgerparticipatie wil de gemeente actief naar verbinding tussen initiatieven van burgers, gemeentelijk beleid en provinciale programma s zoeken. 9 Tevens zijn in 2008 op initiatief van de raad burgerontmoetingsplaatsen (BOP) opgericht. Dit zijn ontmoetingen tussen de raad en de burgers waarbij de raad tot doel heeft gesteld zichzelf door burgers te laten informeren over verschillende onderwerpen. 10 Op basis van deze bijeenkomsten wil de raad een breder gefundeerde opdracht richting het college kunnen formuleren. De BOP is daarmee nadrukkelijk een instrument van de raad. 2.3.c. Uitvoering van communicatie bij (interactieve) trajecten Volgens de respondenten wordt het cluster communicatie nagenoeg altijd benaderd door de beleidsafdeling of de projectleider wanneer grote interactieve projecten worden gestart. Gezamenlijk wordt besproken of en hoe de burgers betrokken kunnen worden in het project. Een belangrijk criterium hierbij zijn de randvoorwaarden van participatie; wat kunnen burgers van de gemeente verwachten? Communicatieplannen worden, zoals eerder beschreven, vaak in samenspraak met het cluster opgesteld, zo ook bij interactieve trajecten. De beleidsafdeling brengt inhoudelijke kennis in, het cluster levert specifieke deskundigheid op het gebied van communicatie. In de periode waarop dit onderzoek zich richt, hadden de beleidsafdelingen nog weinig ervaring met (de communicatie rondom) interactieve projecten. De eerder genoemde pilot projecten moesten de 8 Dit zijn: beleidsruimte, openheid, één lijn in inrichting beleidsproces, duidelijkheid over de rol van deelnemers, meerwaarde interactief beleid, relatie tussen deelnemers en geschikte problematiek. De criteria zijn kort uitgewerkt. 9 Programmabegroting 2008, programma samen leven en zorgen, 25. 10 De onderwerpskeuze wordt bepaald door het presidium en ingegeven door aanstaande beleidsontwikkelingen. Na een BOP krijgt het college een verslag van de bijeenkomst. 15

organisatie de nodige ervaring geven op basis waarvan toekomstige interactieve projecten vorm konden krijgen. De terugkoppeling over de inspraak van burgers verschilt per participatieproject, hier zijn geen richtlijnen voor vastgelegd. In de verslagen wordt niet altijd specifiek ingegaan op wat er met de inbreng van burgers is gebeurd. Dit is volgens de respondenten wel een aandachtspunt voor de toekomst. 2.4 Samenvatting Er is geen algemeen communicatiebeleid ontwikkeld in Gennep. Wel vormt communicatie een vast onderdeel per programmaonderdeel van de programmabegroting en van alle collegevoorstellen. Er zijn echter geen overkoepelende communicatiedoelen vastgesteld. Het cluster communicatie werkt volgens een clusterplan en een informele jaarplanning. Tenslotte zijn er richtlijnen voor verschillende communicatieonderwerpen opgesteld. De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor communicatie ligt bij de beleidsafdelingen. De beleidsafdeling brengt inhoudelijke kennis in, het cluster levert specifieke deskundigheid op het gebied van communicatie. Naast de inspraakverordening is er geen specifiek beleid voor burgerparticipatie ontwikkeld. Wel zijn er organisatorische uitgangspunten geformuleerd in de Leidraad interactief beleid. Hierin is ook aandacht voor afwegingscriteria, niveau van participatie, doelgroepen, kaders en instrumenten. De Leidraad wordt niet actief gehanteerd door de beleidsafdelingen die betrokken waren bij dit onderzoek. Om de organisatie meer ervaring op te laten doen met interactieve beleidsvorming, zijn er een drietal pilot projecten benoemd waarbij participatie wordt ingezet. Twee van deze projecten hebben doorgang gekregen. De raad heeft met burgerontmoetingsplaatsen ook een eigen interactief instrument ontwikkeld. Op basis van informatie van burgers wil de raad een beter gefundeerde opdracht richting het college kunnen formuleren. Het cluster communicatie wordt vaak ter ondersteuning betrokken bij de start van interactieve trajecten. In samenspraak met het cluster wordt het participatieproces en het bijbehorende communicatieplan vormgegeven. Daarnaast biedt het cluster ondersteuning bij de uitvoering en vormgeving van communicatie. 16

2.5 Beoordeling Norm Er is een actueel communicatiebeleid vastgesteld waarin algemene beleidsuitgangspunten van communicatie zijn geformuleerd. De gemeente heeft een actueel plan voor burgerparticipatie vastgesteld, waarin onderscheid wordt gemaakt in het niveau van participatie en het belang van communicatie daarin. Beoordeling Deels voldaan. Er is geen algemeen communicatiebeleid ontwikkeld. Van algemene communicatiedoelen is dus geen sprake. Het cluster communicatie werkt wel volgens een clusterplan, waarin een visie en missie zijn omschreven. Hierin staan ook meetbare activiteiten in genoemd. Een tijdpad ontbreekt echter. Tot slot zijn er een aantal communicatierichtlijnen voor de gehele organisatie opgesteld. Deels voldaan. De gemeente hanteert een inspraakverordening. Daarnaast is er een Leidraad interactief beleid, dat niet is vastgesteld, waarin aandacht is voor doelen, randvoorwaarden, niveau van participatie en (communicatie)instrumenten. De raad hanteert BOP als raadspecifiek interactief instrument. Het cluster communicatie is actief betrokken bij participatietrajecten. 17

18

3 VORMING VAN HET GROENBELEIDSPLAN 3.1 Inleiding In 2006 is een start gemaakt met de beleidsvorming voor het openbaar groen in Gennep. Voor de beleidsvorming is een extern bureau ingehuurd, dat een plan van aanpak schreef en het proces naar een groenbeleidsplan heeft begeleid. 11 In het plan van aanpak is weinig specifieke aandacht voor communicatie. Wel heeft een toenmalig communicatieadviseur een adviesrol gehad bij de totstandkoming van het plan. Omdat het groenbeleidsplan door de gemeente is aangewezen als pilot project voor interactieve beleidsvorming, is er in het plan wel aandacht voor burgerparticipatie. In dit hoofdstuk staat beschreven hoe het project is vormgegeven en uitgevoerd op het gebied van burgerparticipatie en communicatie. Bron: Gennep ziet groen! Groenbeleidsplan gemeente Gennep 3.2 Plan van aanpak: ruimte voor burgerparticipatie Tabel 3.2: tijdsbalk proces beleidsvoorbereiding groenbeleidsplan 29 juni 2006 Plan van Aanpak beleidsvoorbereiding Groenbeleid 12 september 2006 1 e workshop Groen 21 september 2006 2 e workshop Groen 11 oktober 2006 Workshop Groenkwaliteit 5 januari 2007 Groenbeleidsplan Gennep ziet groen vastgesteld Het externe bureau besteedt in haar plan van aanpak aandacht aan de rol van de inwoners van Gennep in het proces van beleidsvorming. In de visie op het project die het bureau uiteenzet, is gerefereerd aan de Leidraad interactief beleid van de gemeente. Hierin is genoemd dat de gemeente dit project als pilot heeft aangewezen en dat bewoners onder andere daarom actief betrokken zullen worden. Het creëren van draagvlak voor het beleidsplan en het feit dat openbaar groen burgers dicht bij het hart staat, waren volgens de geïnterviewden twee andere redenen voor het betrekken van burgers. De Leidraad is gehanteerd bij de vormgeving van het participatietraject en terug te vinden in het plan. Het plan van aanpak heeft als doel het gewenste kwaliteitsniveau van de groenvoorziening te bepalen. De bewoners van Gennep worden bij twee aspecten hiervan betrokken: het vaststellen van de groenbeleving (de toenmalige kwaliteit 11 Het plan van aanpak is het leidende document geweest tijdens de beleidsvoorbereiding op het groenbeleidsplan. 19

van het groen) en het bepalen van de gewenste kwaliteit. Hiervoor worden twee participatieniveaus gebruikt: raadplegen en adviseren. Het middel dat wordt ingezet om bewoners te raadplegen, is een avondsessie waarbij de vraag wat vindt u van het groen van Gennep? centraal staat. Het middel dat wordt ingezet om advies van de bewoners in te winnen, is een workshop waarbij op een creatieve manier voor een gewenst kwaliteitsniveau wordt gekozen. 12 Het plan beschrijft de invulling van de avondsessie en de workshop, de verwachte uitkomst hiervan (draagvlak) en de tijdsplanning. Ook is er aandacht voor de terugkoppeling van de resultaten, vertaald in het groenbeleidsplan. Via een artikel in de krant, waarin de belangrijkste items aan de orde komen, en een verslag aan de deelnemers van de workshop, wordt er teruggekoppeld. 3.3 Participatiemogelijkheden: de workshops en de klankbordgroep Uiteindelijk is de avondsessie om burgers te raadplegen over hun groenbeleving, ingericht als een workshop Groen. De beleidsafdeling en het externe bureau hebben de workshops in een werkgroep voorbereid. Op 12 en 21 september 2006 konden bewoners hun mening geven, discussiëren in groepen over verschillende stellingen en vragen stellen over de toenmalige groenvoorziening. De verkennende workshops zijn ook bezocht door raadsleden, Bezoekers van de workshop Bron: Gennep ziet groen! Groenbeleidsplan gemeente Gennep die volgens de geïnterviewden een actieve rol in de discussie hadden. Tijdens de workshop is de bewoners inzichtelijk gemaakt welke financiële consequenties bepaalde keuzes hadden en hoeveel budget er beschikbaar was. De workshops zijn in totaal door ongeveer vijftig bewoners bezocht. Tijdens de workshops is aan de deelnemers gevraagd of zij in een klankbordgroep zitting wilden nemen. De gemeente wilde bij de klankbordgroep toetsen hoe het uiteindelijke beleidsplan ontvangen zou worden. Ook was het doel om met de klankbordgroep in iedere wijk een aanspreekpunt te hebben. Omdat het animo voor een dergelijke klankbordgroep laag was, is deze er niet gekomen. Volgens de geïnterviewden werd in de ogen van de bewoners een te grote inzet verwacht van de klankbordgroep. Dit is volgens de geïnterviewden de oorzaak voor het lage animo. Op 11 oktober 2006 is er een vervolgworkshop gegeven, de workshop Groenkwaliteit. Hiervoor was naast de bewoners, ook de raadscommissie Grondgebied uitgenodigd. Het doel van de workshop Groenkwaliteit was het bepalen van het door de bewoners en commissieleden gewenste kwaliteitsniveau. 12 Plan van aanpak groenbeleidsplan, 6-7. 20

De financiële consequenties van de keuzes werden ook tijdens deze workshop inzichtelijk gemaakt. Naast het kwaliteitsbeeld werden thema s als onkruid, zwerfafval en veiligheid besproken. De uitkomsten van deze drie workshops zijn volgens de geïnterviewden door de gemeente gebruikt als input bij het opstellen van het groenbeleidsplan. In het voorstel aan de raad is deze input niet specifiek opgenomen. De uitkomsten van de workshop zijn via verslagen aan de deelnemers teruggekoppeld. Hier komen wij in paragraaf 3.4 nog op terug. 3.4 Communicatieboodschap: kiezen voor groene kwaliteit! Zoals eerder genoemd, is een communicatieadviseur wel betrokken geweest bij het project groenbeleidsplan, maar is er geen communicatieplan voor dit project. De communicatie heeft plaatsgevonden naar aanleiding van de geplande participatiemomenten. Er zijn dus van tevoren geen doelen, uitgangspunten, instrumenten of een planning voor de communicatie rondom dit project verwoord. 13 De respondenten hebben aangegeven dat alle bewoners van Gennep de doelgroep vormden. Verder is de Leidraad interactief beleid leidend geweest voor het selecteren van interactieve instrumenten. Voor de workshops Groen is er op de gemeentepagina van de huis-aanhuisbladen een uitnodiging geplaatst. Hierna is er een uitnodiging gericht gestuurd aan de deelnemers en de raadscommissie grondgebied voor het bijwonen van de vervolgworkshop Groenkwaliteit. Na dit traject zijn de uitkomsten van de workshop op verschillende manieren aan de deelnemers en bewoners teruggekoppeld. Hieronder worden de communicatie-uitingen die de Rekenkamercommissie ontvangen heeft, besproken. De uitnodiging voor de workshop Groenkwaliteit, specifiek voor de raadscommissie grondgebied, heeft als centrale boodschap: Kiezen voor groene kwaliteit! De workshop, die de mogelijkheid biedt om samen met burgers over groen te besluiten, is hierin beschreven. De uitnodiging legt in duidelijke taal uit wat het doel van de workshop is en hoe de avond zal verlopen. Ook is vermeld wat er met de resultaten wordt gedaan. De uitnodiging is opgemaakt met foto s van de voorgaande workshops. De boodschap Kiezen voor groene kwaliteit! is alleen in deze uitnodiging letterlijk terug te vinden, maar ook in de andere uitingen is de keuzemogelijkheid voor de bewoners leidend in de tekst. De uitnodigingen bevatten verder relevante informatie als wijze van aanmelding en contactgegevens. De resultaten van de eerste workshop zijn via een verslag, de website en een krantenartikel teruggekoppeld aan de deelnemers. Hierin is een beschrijving 13 Voor het vervolg op het groenbeleidsplan, het groenomvormingsplan, is wel een communicatieplan geschreven. Aan de hand van een matrix wordt het communicatieproces meer planmatig uitgevoerd. 21

gegeven van het doel van de workshop, het verloop en is een overzicht gegeven van de resultaten van de discussies, onderverdeeld per groep en workshop. 14 Daarnaast worden bewoners geciteerd en worden zij door de gemeente bedankt voor hun inzet. De resultaten voor tweede workshop zijn op dezelfde manier teruggekoppeld. Het krantenartikel beschrijft kort wat er tijdens de workshop heeft plaatsgevonden en nodigt de bewoners die de eerste keer niet aanwezig waren, alsnog uit voor de tweede workshop. Op de website is ook nog de mogelijkheid geboden het verslag te lezen. In het groenbeleidsplan zijn de resultaten van de drie workshops als uitgangspunten opgenomen. De gemeente heeft, mede op basis van de workshops, de volgende conclusie voor het groenbeleid getrokken: Het beleid is gericht op ecologisch groen, bomen, efficiëntie en resultaatgericht werken. De burger en de commissie willen meer groen, schoner groen en meer kleur en fleur. Na afloop van het traject is de pilot volgens de geïnterviewden niet geëvalueerd in het kader van de Leidraad interactief beleid, noch apart door de beleidsafdeling. 3.5 Perceptie inwoners: weinig terugkoppeling Om een indruk te krijgen van hoe de gemeentelijke communicatie rondom de beleidsvoorbereiding van het groenbeleidsplan is ervaren, heeft de Rekenkamercommissie een telefonische enquête onder tien personen gehouden. Deze personen hebben allen in ieder geval één van de workshops bijgewoond. Hieronder vindt u de resultaten. Alle respondenten geven aan op de hoogte te zijn gebracht van de algemene doelstelling van de gemeente bij de vorming van het groenbeleid. Dit gebeurde vooral via de lokale krant en via een digitale mailing. Volgens hen was dit het betrekken van burgers bij de beleidsvoorbereiding. De centrale communicatieboodschap van de gemeente sluit hier op aan: de burger mag meepraten over de kwaliteit van het groen in Gennep. De respondenten geven aan deze boodschap vooral in de lokale krant te hebben gelezen. De helft van de respondenten geeft aan te zijn voorbereid op de inspraak via een uitnodiging en via de gemeentepagina in de lokale krant. Andere respondenten geven aan wel inhoudelijk op het onderwerp te zijn voorbereid, maar niet op de mate van inspraak. Dat werd pas duidelijk tijdens de workshop zelf. Op deze avonden werd een korte briefing gegeven over hoe de avond ingericht was en waar precies over gediscussieerd ging worden. Hier werd duidelijk dat er een 14 De discussies hebben positieve en negatieve opmerkingen en tips over het groen opgeleverd, die worden weergegeven in het overzicht. 22

algemeen beeld over het groen naar voren moest komen en dat er minder ruimte was voor individuele meningen en suggesties. Wel was er ruimte voor een open discussie op hoofdlijnen. De inspraak verliep volgens de richtlijnen die tijdens de workshop zijn aangegeven, maar weken volgens de respondenten af van de verwachtingen die de gemeente in de berichtgeving vooraf heeft geschept. Hierin werd de indruk gewekt dat burgers hun persoonlijke mening konden geven over alle aspecten van het openbaar groen. Tijdens de workshop waren er volgens hen echter onvoldoende en algemene stellingen waarover gediscussieerd kon worden. Het merendeel van de respondenten is wel tevreden over de organisatie van de workshops. Na de workshops heeft er volgens drie respondenten via folders terugkoppeling op hoofdlijnen plaatsgevonden. Voor het merendeel van de respondenten is het niet duidelijk wat er precies met de uitkomsten van de inspraak gebeurd is. Daarnaast leeft er bij hen het idee dat er onvoldoende vertaling van de inspraak in het beleid heeft plaatsgevonden. Het merendeel van de respondenten geeft aan teleurgesteld te zijn in het participatieproces. Zij hebben dan ook niet het gevoel een bijdrage te hebben geleverd aan een gezamenlijk beleidsplan. Daarnaast hebben zij het idee dat er al heel veel van te voren vast lag en dat zij slechts over enkele onderwerpen mochten meepraten. Door drie workshops te organiseren heeft de gemeente volgens hen de indruk gewekt dat er veel inspraak mogelijk was, maar in het beleidsplan komen de resultaten hiervan niet tot uiting. De inhoudelijke informatievoorziening over het groenbeleid voorafgaand aan het participatieproces is door het merendeel van de respondenten als goed beoordeeld. Er werden veel communicatiekanalen gebruikt om burgers te bereiken. De gemeente heeft na het inspraakproces echter onvoldoende actief gecommuniceerd. Eén respondent geeft aan zelf naar de resultaten te hebben geïnformeerd, maar heeft hier geen antwoord op gekregen. De gemeente heeft uiteindelijk niet de verwachtingen van het inspraakproces waargemaakt die zij in haar communicatie geschept heeft. 3.6 Samenvatting Er is geen specifiek communicatieplan voor de beleidsvoorbereiding van het groenbeleidsplan ontwikkeld. Wel is er een plan van aanpak, waarin aandacht is voor de mate en vorm van participatie. De Leidraad interactief beleid is hiervoor bepalend geweest. Bewoners hebben de mogelijkheid gehad te participeren via drie workshops en een klankbordgroep. De klankbordgroep is niet doorgezet wegens gebrek aan animo bij de bewoners, maar de workshops zijn wel goed bezocht. Omdat er geen specifiek communicatieplan is opgesteld, zijn er van tevoren geen doelen, uitgangspunten, instrumenten of een planning verwoord. De communicatie 23

vond plaats naar aanleiding van de participatiemomenten. Toch is er een duidelijke communicatieboodschap te ontwaren: Kiezen voor groene kwaliteit! Hoewel dit motto niet in alle uitingen is herhaald, is de keuzemogelijkheid van de bewoners bij het openbaar groen in elke uiting benadrukt. De uitingen zijn verder duidelijk geschreven en bevatten relevante informatie. Terugkoppeling heeft via verschillende kanalen plaatsgevonden. De uitgangspunten en keuzes van de bewoners, de resultaten van het participatietraject, zijn behandeld en hebben uiteindelijk geleid tot een visie over het groenbeleid. Dit is terug te vinden als uitgangspunten in het groenbeleidsplan, maar niet specifiek teruggekoppeld aan de deelnemers. Ook is het participatietraject niet geëvalueerd als pilot project in het kader van de Leidraad interactief beleid. De inwoners zijn voldoende op de hoogte gebracht van het doel van de vorming van het groenbeleid, vooral inhoudelijk op het onderwerp groen. De mate van inspraak was minder duidelijk en kwam uiteindelijk niet overeen met de verwachtingen die de gemeente vooraf gecommuniceerd heeft. Tijdens de workshops bleek dat er beperkte ruimte was voor discussie. De resultaten van de workshops zijn volgens de respondenten onvoldoende vertaald naar het beleid. Daarnaast is de informatievoorziening en terugkoppeling na afloop van de workshops als minimaal ervaren. 3.7 Beoordeling Norm Er is sprake van een afgewogen en onderbouwde communicatiestrategie. Er is sprake van een heldere communicatieboodschap die duidelijk wordt gecommuniceerd. De gemeente anticipeert op de inbreng van burgers. En de resultaten van deze afweging zijn onderbouwd teruggekoppeld aan de betrokkenen. Beoordeling Niet voldaan. In het plan van aanpak voor de beleidsvoorbereiding van het groenbeleidsplan is geen specifieke aandacht voor communicatie. Er zijn geen doelen, uitgangspunten, instrumenten of een planning verwoord. De communicatie heeft ad hoc plaats gevonden op basis van de participatiemomenten. Deels voldaan. Er is een duidelijke communicatieboodschap te ontwaren: Kiezen voor groene kwaliteit! Deze boodschap is echter niet voldoende herhaald in de uitingen. De respondenten hebben echter wel begrepen dat de gemeente hen graag wilde betrekken bij het vormen van het groenbeleidsplan. Respondenten vonden echter ook dat de gemeente de verwachtingen die met deze boodschap zijn geschept, niet heeft waargemaakt. Deels voldaan. In het plan van aanpak is duidelijk aandacht besteed aan de inrichting van het participatieproces en de rol van de inbreng in het groenbeleidsplan. Hoewel uit de verslagen blijkt dat er terugkoppeling heeft plaatsgevonden over het verloop van de participatiemomenten, 24

heeft het merendeel van de respondenten het gevoel dat dit onvoldoende is gebeurd. De resultaten van de workshops, de consequenties voor het groenbeleid, zijn volgens hen niet teruggekoppeld. Daarnaast is volgens hen in het groenbeleidsplan en de uitvoering hiervan onvoldoende van de inbreng terug te vinden. 25

26

4 INVOERING VAN DE WMO 4.1 Inleiding Sinds januari 2007 is maatschappelijke ondersteuning een taak van de gemeente geworden. De landelijke overheid heeft kaders gesteld voor burgerparticipatie tijdens de beleidsvoorbereiding en de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Eind 2006 is de gemeente Gennep gestart met de beleidsvoorbereiding voor de Wmo. Hierbij is veel met de regio samengewerkt, bijvoorbeeld op het gebied van aanbesteding. In Gennep was de invoering van de Wmo één van de pilot projecten interactieve beleidsvorming. Gennep heeft hier op verschillende manieren invulling aan gegeven. In dit hoofdstuk staat beschreven hoe de communicatie en burgerparticipatie tijdens het beleidvormingsproces is vormgegeven en uitgevoerd. 4.2 Communicatieplan niet leidend in communicatietraject Tabel 4.2: tijdsbalk invoering Wmo 2006 Start beleidsvoorbereiding Kadernota September 2006 1 e Communicatieplan Wmo 12 september 2006 Convenant Wmo-raad Mei 2007 Oprichting Klankbordgroep Workshop klankbordgroep 17 mei 2007 Wmo conferentie maatschappelijk middenveld 31 oktober 2007 Wmo beleidsnota 2008-2011 Samen werken aan vitaliteit Maart 2008 2 e Communicatieplan Wmo Het college besloot dat 2007 een overgangsjaar zou zijn. In 2008 moest er een beleidsnota liggen en 2009 staat in het teken van het verder uitwerken en ontwikkelen van de verschillende Wmo-terreinen. In de aanloop naar de invoering van de Wmo, eind 2006, is er door de communicatiemedewerker, in samenwerking met de beleidsafdeling, een communicatieplan voor de Wmo opgesteld. Hoewel de invoering van de Wmo een pilot project voor de Leidraad interactief beleid was, is de Leidraad voor het communicatieplan niet leidend geweest. Kort hierna is deze medewerker vertrokken en hoewel de acties uit het plan deels zijn opgepakt, is het communicatieplan volgens de geïnterviewden niet leidend geweest in het communicatieproces. Voor de Wmo zijn er door de rijksoverheid ook richtlijnen opgesteld voor het communicatietraject. Volgens de geïnterviewden is de ondersteuning door het cluster communicatie en het volgen van het plan daarom minder belangrijk geweest. In hoeverre door de beleidsafdeling gebruik is gemaakt van deze richtlijnen, is niet duidelijk. Het plan wordt hieronder kort besproken. 27

De vijf communicatiedoelen uit het plan zijn prestatiegericht en hebben vooral betrekking op de informatievoorziening naar de doelgroep: Doelgroepen zijn op de hoogte van ingaan nieuwe wet Wmo op 1 januari 2007. Doelgroepen weten wat er voor hen verandert. Doelgrepen weten wat de rol van de gemeente is. Doelgroepen weten dat eigen verantwoordelijkheid/mantelzorg/voor elkaar zorgen belangrijker zal worden. Doelgroepen weten dat betaalbaar houden van de zorg een rol speelt bij de invoering van de nieuwe wet. Er is onderscheid gemaakt in de communicatie op korte termijn (gericht op informatie over praktische invoering, tot 1 januari 2007) en op lange termijn (gericht op sociale samenhang in wijk en buurt, na 1 januari 2007). Dit onderscheid is uitgewerkt in tijd, in het plan is het verder niet meer uitgewerkt. De centrale boodschap bestaat volgens het plan uit een aantal kernwoorden: meedoen, samen doen, gemeente helpt, toegankelijk en eigen verantwoordelijkheid. In het plan is verder aandacht voor interne en externe doelgroepen, communicatiemiddelen en uitgangspunten bij de communicatiemiddelen. Er is geen tijdpad of activiteitenplanning opgenomen. Voorbeelden van uitgangspunten bij de communicatiemiddelen zijn regelmaat en herhaling in informatie over de Wmo en vraag om participatie wanneer burgers daadwerkelijk mogen meepraten en meebeslissen. 15 Volgens de geïnterviewden was het doel van de communicatie vooral bekendheid geven aan de Wmo. De informatiebijeenkomsten zijn dan ook gebruikt om inwoners te informeren en niet om actief met hen in discussie te treden. De geïnterviewden geven aan dat het realiseren van dit doel tegen is gevallen. Vooral organisaties hadden belangstelling voor de informatie over de Wmo. Het is de gemeente dan ook niet duidelijk of de communicatieboodschap bij de inwoners is geland. In maart 2008, na de invoering van de Wmo, is een nieuw communicatieplan opgesteld. Dit plan richt zich op de uitvoering van het Wmo-beleidsplan 2008-2011. Omdat de Rekenkamercommissie specifiek de invoering van de Wmo onderzoekt, is het plan uit 2008 buiten beschouwing gelaten. 4.3 Participatie: Wmo-raad en klankbordgroep In de analyse van het communicatietraject is er door de Rekenkamercommissie onderscheid gemaakt tussen communicatie rondom interactie en informatievoorziening. In deze paragraaf zijn de communicatie-uitingen rondom de 15 Aandachtspunten communicatie Wmo, communicatieplan Wmo, 2. 28

interactie tijdens de invoering van de Wmo bekeken. Het betreft de volgende twee mogelijkheden tot participatie: De Wmo-raad: convenant en collegeadviezen. De Klankbordgroep: workshop, conferentie, uitnodiging, verslag en artikel. 4.3.a. Wmo-raad Eind 2006 is er door de gemeente een Wmo-raad opgericht. De gemeente heeft hiervoor bij organisaties uit het maatschappelijk middenveld gevraagd om hier vertegenwoordigers voor aan te wijzen. Dit waren vertegenwoordigers van de gebruikerskant van de Wmo, zoals belangenorganisaties, mantelzorgers en cliëntenraden. In totaal bestaat de raad uit twaalf personen en een ondersteunend ambtenaar. Doelen en afspraken aangaande de Wmo-raad staan omschreven in een convenant dat in 2006 door het college is vastgesteld. Het doel van de Wmoraad is om de belangen van de Gennepse burgers en cliënten te behartigen en om gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan het college. Het convenant bevat verder afspraken over vergaderingen, informatievoorziening, grenzen aan de inspraak en evaluatie. 16 Er is geen specifieke aandacht voor externe communicatie, maar de vergaderverslagen van de Wmo-raad staan op de gemeentelijke website. Ondanks het convenant had de Wmo-raad volgens de geïnterviewden een lastige start. Het bleek volgens hen voor de vertegenwoordigers moeilijk om buiten de eigen clientèle te denken en zich te richten op het algemene belang. Omdat hier open over gesproken wordt, is er volgens de geïnterviewden inmiddels verbetering in gekomen. Zoals vastgelegd in het convenant moet de Wmo-raad actief geïnformeerd worden over de (beleids)ontwikkelingen op Wmo-gebied. In de praktijk wordt dit als lastig te realiseren ervaren, zeker wanneer er snelle beslissingen genomen moeten worden. Om te voorkomen dat de Wmo-raad onvoldoende betrokken wordt, is afgesproken dat de voorzitter of de secretaris als schakel tussen de gemeente en de Wmo-raad fungeren. Op die manier hoeft de informatie nog maar naar één persoon verstuurd te worden. Daarnaast is afgesproken dat in alle collegevoorstellen waarbij een beleidsonderwerp aan de orde is op het gebied van welzijn en volksgezondheid, sociale zaken en werkgelegenheid, volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en groen, verkeer en vervoer een aparte paragraaf van de Wmo-raad en/of de Burgeradviesraad moet staan. De instructie bij het collegevoorstel is om afstemming met de Wmo-raad en/of Burgeradviesraad te zoeken als het beleidsonderwerp een brede groep burgers aangaat. Hierin wordt vermeld of het voorstel of advies in de Wmo-raad of de burgeradviesraad is besproken en wat het resultaat hiervan is. Bij een afwijkend voorstel ten opzichte van het advies zal dit door het college beargumenteerd moeten worden. 16 Convenant tussen de gemeente Gennep en de Wmo-raad in oprichting Gennep. Een voorbeeld van een grens die aan de inspraak is gesteld, is het uitbrengen van advies op hoofdlijnen van het Wmo-beleid. 29

4.3.b. Klankbordgroep Voor de beleidsvoorbereiding is in 2007 een klankbordgroep opgesteld. Hierin zat een afvaardiging van het professionele maatschappelijk middenveld. 17 Samen met de klankbordgroep heeft de gemeente een analyse gemaakt van welke inspanningen geleverd moesten worden bij de invoering van de Wmo. Dit resulteerde in een sociale atlas, waarin zaken als de demografische ontwikkeling in Gennep verwoord staan. Daarnaast heeft de gemeente samen met de klankbordgroep een aantal scenario s voor het beleid en de uitvoering besproken, waaruit de gemeente een keuze heeft gemaakt. De nota s die hieruit voortkwamen zijn volgens de geïnterviewden beargumenteerd teruggekoppeld aan de klankbordgroep. 18 Workshop In mei 2007 heeft er een workshop voor de klankbordgroep plaatsgevonden. Het doel van de gemeente was om inhoudelijke input te vergaren voor de beleidsontwikkeling. Ook wilde zij het maatschappelijk middenveld deelgenoot maken van het beleidvormingsproces, door de conclusies uit een eerdere inventarisatie aan hen te toetsen. 19 Dit is door de wethouder in een welkomstwoord toegelicht. Tijdens de workshop kregen de deelnemers een presentatie over de basisgegevens van de Wmo. Hierna werden zij in twee groepen verdeeld om over verschillende standpunten te discussiëren. De workshop werd afgesloten met het opstellen van prioriteiten en ideeën over de beleidsvorming per prestatieveld van de Wmo. 20 De resultaten van de workshop zijn op hoofdlijnen teruggekoppeld in een verslag en specifiek in de notulen van de klankbordgroep. Het verslag komt in paragraaf 4.4 verder aan de orde. Wmo-conferentie In vervolg van de workshop is op 17 mei 2007 een Wmo-conferentie georganiseerd. Hiervoor heeft het maatschappelijk middenveld in april een uitnodiging ontvangen. Hierin is aangegeven wat het doel is van de bijeenkomst en hoe de gemeente de organisaties wil betrekken bij de beleidsvoorbereiding. Ook is aangegeven wat er tijdens de conferentie van de organisaties wordt verwacht, waar zij wel en geen invloed op hebben en hoe zij zich kunnen inschrijven. Ter voorbereiding op de conferentie kregen alle deelnemers het programma en de Kadernota Wmo Gennep toegestuurd en konden zij bellen met de betrokken ambtenaar. Ook de conferentie is door de wethouder ingeleid met een toelichting op de stand van zaken, de invulling van de avond en de gemeentelijke uitgangspunten bij de beleidsvoorbereiding. Er is een presentatie over de kadernota gegeven en er zijn zeven scenario s aan de deelnemers voorgelegd. Vervolgens zijn er per thema 17 Voorbeelden zijn het maatschappelijk werk, opbouwwerk, Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) en Katholieke Bond Ouderen (KBO). 18 Dit betreft de beleidsnota Samenwerken aan vitaliteit, het uitvoeringsprogramma en de sociale atlas. 19 Notulen klankbordgroep, 9 mei 2007. 20 De Wmo bestaat in totaal uit negen prestatievelden. 30