Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

Transcriptie

1 Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld December Inleiding In 2003 bezocht de burgemeester van de gemeente Barneveld samen met de politie en de woningstichting de dorpskernen van de gemeente Barneveld. De reden van deze bezoeken was de afstand die werd ervaren tussen de lokale politiek, de politie en de woningstichting enerzijds en de bewoners anderzijds. Tijdens de bezoeken werd het idee gevormd om door middel van wijkplatforms de afstand te verkleinen. Vervolgens werd een begin gemaakt met de vorming van wijkplatforms en in het veiligheidsplan van de gemeente Barneveld staat dit weergegeven 1. Wijkplatforms moeten volgens het plan instrumenten zijn om meer zicht te krijgen in wat de burger wil en om de betrokkenheid van de burgers bij het bestuur te vergroten. In het plan wordt aangegeven dat de gemeente de wijkplatforms gaat opzetten en stimuleren. De beleidsmedewerker Integrale Veiligheid wordt hiervoor verantwoordelijk. Nadat er een aantal jaren in de praktijk met wijkplatforms is gewerkt, heeft het college begin 2008 het beleid en de werkwijze van de wijkplatforms in een nota uitgewerkt en vastgesteld 2. In deze nota is de doelstelling van de wijkplatforms wat ruimer geformuleerd dan de doelstelling uit Naast het verkleinen van de afstand tussen de bewoners en de gemeente, politie en woningstichting, wil de gemeente Barneveld met het instellen van de wijkplatforms ook de onderlinge samenhang en cohesie in de wijk vergroten. In de nota worden drie functies aan de wijkplatforms toegekend: Ten eerste adviseren aan college van B&W en/of ambtelijke organisatie op het gebied van veiligheid en leefbaarheid, ten tweede het signaleren van en de gemeente informeren hierover en ten derde medewerking verlenen aan bijvoorbeeld buurtprojecten. Een wijkplatform bestaat uit een aantal wijkbewoners en professionals van de gemeente (beleidsmedewerker integrale veiligheid, jongerenwerker, rayonbeheerder), politie en woningstichting. Inmiddels (medio 2011) zijn er in de gemeente Barneveld 18 wijkplatforms. 1 Gemeente Barneveld, Integraal gemeentelijk veiligheidsplan , pag Gemeente Barneveld, Wijkplatforms in de gemeente Barneveld, maart

2 In mei 2010 heeft de auditcommissie het onderwerp wijkplatforms voorgedragen als onderzoeksonderwerp voor de rekenkamercommissie. De auditcommissie wil een onderzoek naar de rol en functie van de wijkplatforms en hoe daar invulling aan gegeven wordt. Ook wil de auditcommissie graag weten wie de wijkplatforms vertegenwoordigen en hoe de communicatie plaatsvindt tussen deze burgers en het platform dat hen vertegenwoordigt. De rekenkamercommissie heeft het onderwerp getoetst aan haar selectiecriteria (zie bijlage) en besloten om het op de groslijst van mogelijke onderzoeksonderwerpen te plaatsen. In maart 2011 heeft de auditcommissie opnieuw te kennen gegeven dat zij het onderzoek graag uitgevoerd zien. Naar aanleiding daarvan heeft de rekenkamercommissie besloten om het verzoek van de auditcommissie te honoreren en het onderzoek uit te voeren. 2. Doel van het onderzoek en onderzoeksvragen Doel van het onderzoek Het onderzoek moet inzicht geven in de effectiviteit en het functioneren van de wijkplatforms in de gemeente Barneveld. Onderzoeksvragen Om bovenstaande doelstelling te bereiken zal antwoord gegeven moeten worden op onderstaande vragen: Beleid a. Wat is het beleid in de gemeente Barneveld ten aanzien van wijkplatforms? Wat zijn de doelstellingen? b. Wat is de rol, taak en functie van een wijkplatform? Organisatie, uitvoering en kosten c. Welke wijkplatforms bestaan er in de gemeente Barneveld? d. Op welke wijze geven de wijkplatforms invulling aan hun doelstelling, rol, functie en taken? e. Hoeveel bewoners worden per wijk vertegenwoordigd en zijn de platforms representatief voor de bewoners van de wijk? f. Zijn de wijkplatforms in staat om hun rol, functie en taken goed uit te voeren? Waarom wel/niet? g. Welke materiële en personele kosten maakt de gemeente voor de wijkplatforms? Communicatie en samenwerking h. Hoe verloopt de communicatie met bewoners, de gemeente (organisatie, college en raad) politie, woningstichtingen en andere wijkplatforms? i. Hoe komen de wijkplatforms aan hun informatie? j. Welke overlegstructuren zijn er m.b.t. de wijkplatforms en dragen deze bij aan het uitvoeren van de rol, taken en functie en het bereiken van de doelstelling? Verantwoording k. In hoeverre leggen de platforms verantwoording af over activiteiten, het bereiken van doelstellingen en budget aan de gemeente? 2

3 l. Vindt evaluatie plaats over het functioneren van de wijkplatforms? Rol van de raad m. In hoeverre vervult de raad haar kaderstellende, controlerende en vertegenwoordigende rol? 3. Onderzoeksaanpak Het onderzoek zal starten met het verzamelen en opvragen van relevante documenten. Vervolgens zal het normenkader worden uitgewerkt. Het voorlopige normenkader wordt hieronder weergegeven. Onderwerp Beleid Organisatie, uitvoering en kosten Communicatie en samenwerking Verantwoording Rol van de raad Normen Beleid is vastgelegd en doelstellingen zijn SMART geformuleerd. Rol, taak en functie zijn helder en duidelijk omschreven. Voor alle betrokkenen (vertegenwoordigers van wijkplatforms, gemeenteambtenaren, welzijnwerkers, politie en woningstichting) zijn doelstelling, rol, functie en taak duidelijk. De activiteiten van de platforms dragen bij aan de beleidsdoelstellingen en hun functie. De platforms hebben voldoende middelen en capaciteit om hun functie en taken uit te voeren. Het platform vertegenwoordigt de bewoners van de wijk en is representatief. De communicatie is tijdig, open, duidelijk en eerlijk tussen en naar alle betrokkenen. Overlegstructuren dragen bij aan de beleidsdoelstelling. De afspraken met de gemeente liggen vast en deze worden nageleefd. De gemeente heeft inzicht in de activiteiten, doelstellingbereik en kosten van de wijkplatforms. De gemeente stelt vast of doelstellingen van wijkplatforms zijn gerealiseerd. De activiteiten worden gemonitord. Evaluatie over het functioneren van de wijkplatforms vindt regelmatig plaats. Het college van B en W informeert de raad zodanig dat de raad beschikt over voldoende, juiste en tijdige informatie om haar rol te vervullen. Na vaststelling van het normenkader zal een analyse gemaakt worden van het bestaande beleid. Tevens zal een overzicht gegeven worden van de bestaande wijkplatforms en hun activiteiten. Er zal een keuze gemaakt worden voor een nog nader te bepalen aantal platforms die nader onderzocht gaan worden. Vervolgens zal bepaald worden welke professionals en vertegenwoordigers van wijkplatforms geïnterviewd gaan worden. Daarnaast zal ieder wijkplatform een schriftelijke vragenlijst toegestuurd 3

4 krijgen met vragen over functioneren, communicatie, samenwerking e.d. Indien de uitkomst van de enquête daartoe aanleiding geeft zal telefonisch contact gezocht worden. De resultaten van de documentenanalyse, de interviews en de enquête worden weergegeven in een feitelijke rapportage. Deze rapportage wordt ter verificatie voorgelegd aan de ambtelijke organisatie en direct betrokkenen. Vervolgens zal de rekenkamercommissie conclusies en aanbevelingen formuleren en wordt het rapport aangeboden aan het college voor een bestuurlijke reactie. Daarna wordt het eindrapport met nawoord van de rekenkamercommissie aangeboden aan de raad. Afbakening In het onderzoek zal gekeken worden in hoeverre de wijkplatforms onderdeel zijn van andere beleidsterreinen zoals interactieve beleidsvorming, het wmo-beleid en het veiligheidsbeleid. De rekenkamercommissie zal in het onderzoek een keuze maken voor drie wijkplatforms die nader onderzocht gaan worden. De overige platforms worden middels een schriftelijke enquête bevraagd. De rekenkamercommissie zal de mening van inwoners in het onderzoek betrekken. Tevens zal gebruik worden gemaakt van reeds beschikbare informatie over leefbaarheid in de buurt in de gemeente Barneveld. Het onderzoek heeft betrekking op het beleid van de gemeente, doelstellingen van o.a. politie en woningstichting worden buiten beschouwing gelaten. Ten aanzien van het onderzoek naar de kosten zal de rekenkamercommissie slechts de administratie van de drie gekozen wijkplatforms nader onderzoeken. Met betrekking tot de overige platforms zal in het onderzoek gebruik gemaakt worden van door de gemeente beschikbaar gestelde informatie. Het onderzoek zal betrekking hebben op de periode 2004 tot en met Planning Datum Dec 2011 Jan 2012 Jan/Feb 2012 Mrt 2012 April 2012 Mei 2012 Juni 2012 Juli 2012 Activiteiten Formuleren onderzoeksvraag Startgesprek, documentenstudie, uitwerken normenkader, voorbereiding interviews en enquête wijkplatforms Interviews en uitvoeren enquête Analyse en rapportage Conceptrapportage- bespreking in rekenkamercommissie Ambtelijk wederhoor Bestuurlijke reactie Definitieve rapportage 4

5 Bijlage selectiecriteria onderzoeksonderwerpen In onderstaande tabel staan de selectiecriteria voor onderzoeksonderwerpen van de rekenkamercommissie. Beoordelingscriteria onderzoeksonderwerp Relevantie: Is er sprake van een groot maatschappelijk, organisatorisch, bestuurlijk en/of financieel belang? Risico's: Is er sprake van risico's voor de doelmatigheid, rechtmatigheid of doeltreffendheid? Toegevoegde waarde: Is het onderwerp niet onlangs onderzocht door anderen? En worden er structurele leereffecten verwacht? Capaciteit: Is de rekenkamercommissie in het bijzonder geschikt om onderzoek te doen naar het onderwerp op basis van haar bevoegdheden, kennis of vaardigheden? Subsidiariteit: Kan de onderzoeksvraag op een andere, meer eenvoudige manier worden beantwoord? Variatie: Is er voldoende variatie in de onderwerpen die de rekenkamercommissie in één jaar en over de jaren heen onderzoekt? Ook dient er onderscheid te worden gemaakt in onderzoek naar de bedrijfsvoering en beleidsonderzoek. Diverse maatschappelijke organisaties en inwoners zijn direct betrokken bij de wijkplatforms. Het risico s van het niet goed functioneren van de wijkplatforms is dat het doel niet bereikt wordt, dat de cohesie in de buurt niet wordt bevorderd en dat de verwachtingen van de inwoners niet uitkomen. De wijkplatforms bestaan sinds 2004 en zijn sindsdien nog niet onderzocht, ook niet door anderen. De rekenkamercommissie beschikt over de capaciteit om dit onderzoek te doen: benodigde kennis, bevoegdheden en vaardigheden zijn aanwezig. Er zijn momenteel geen gegevens beschikbaar om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Het college heeft wel het plan opgevat om de wijkplatforms te evalueren. Vooruitlopend hierop heeft de auditcommissie de rekenkamercommissie gevraagd om het onderzoek uit te voeren. Er is door de rekenkamercommissie in 2010 wel een onderzoek verricht naar interactief beleid. Dat onderzoek heeft zeker samenhang met een onderzoek naar de wijkplatforms. In het onderzoek naar interactief beleid is echter gekeken naar het beleidsproces, terwijl in het onderzoek naar wijkplatforms bedrijfsvoeringsaspecten meer aandacht krijgen. Er zal vooral gekeken worden naar de rol van de deelnemers van de wijkplatforms en hun ervaringen. 5