Programma en technische informatie onderdelen 2007

Vergelijkbare documenten
.RQLQNOLMNH1HGHUODQGVH%DVHEDOOHQ6RIWEDOO%RQG 3OD\ERRN%DVHEDOO),(/'(1

Perkinsbaan ND Nieuwegein telefoon +31 (0) fax +31 (0) ZZZNQEVEQO

Datum: Maandag 12 maart 2012 Onderwerp: Coachcursus Fielding (fielden) Door: Percy Isenia en hr. S. Isenia Aantekeningen door: Michel ten Broeke

Vrije stand. Datum: Maandag 26 maart Jurrian Koks & Percy Isenia Aantekeningen door: Jurrian Koks & Michel ten Broeke

.RQLQNOLMNH1HGHUODQGVH%DVHEDOOHQ6RIWEDOO%RQG 0RGXOH672276/$*(1

1. Inhoud 1. Inhoud...1 Gooien...2 Fielden...5 Slaan...10

1. Hoofdstuk 1 Stands

Oefenprogramma revalidatie rechterzijde

Oefenprogramma revalidatie linkerzijde

Oefeningen voor beenspieren

1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. 2- Passieve ROM Extensie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec.

Yogales mei Ademoefening Prana Mudra!

Oefenprogramma revalidatie

Hoofdstuk 1 Buitenveld Onderdelen Buitenveld 1a. Hoge bal 1b. Blokken 1c. Scoopen 1d. Communicatie

Cardioschema (50 minuten)

De 11+ Een compleet warming-up programma

Yogales maart 2019!! Bewust staan

OEFENSTOF CIRCULATIE-MINIVOLLEYBAL

Statische rekoefeningen

BACKHAND Ben Vanhoudt Herfst 2005

Hieronder staan enkele voorbeeld rekoefeningen voor het onderlichaam:

Core Stability - serie 1

Lenigheidtrainingsschema - niveau 1

Romp Hieronder volgen verschillende oefeningen ter versterking van de romp.

MUAYTHAI TECHNIEKEN. 1.1 Links voor positie: Linkervoet voor- rechtervoet achter, ongeveer 50cm tussen beide voeten, deze staan op schouderbreedte.

Technisch plan Vrivo 2013/ /2015. Versie 1.0

FOREHAND Ben Vanhoudt Herfst 2005

Kracht en stabilisatie

Training Week nummer Datum Trainingskern Oefening

PLAYBOOK BASEBALL OUTFIELD

Core-stabilityoefeningen (oefeningen voor rompstabiliteit)

Warming-up & Cooling-down

Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken.

CONNECT TO THE GAME. Methodiek voor honkbalscheidsrechters

kijkwijzers. De voortgezet onderwijs leefstijl cursus voor in de gymles!

Zomerfit Pagina 1 van 5

poortschietspel vaste afstand

Clear: Een verdedigende slag. De shuttle wordt hoog gepakt en hoog naar het achterveld van de tegenspeler gespeeld.

Bixie Baseball Coachdag 2015

Yoga les bovenbouw: Zonnegroet: Klassieke zonnegroet

Buikspieroefeningen (basis)

Statische stretching

Maak je klaar voor de lange ontspanning. Pak wat je nodig hebt om comfortabel te liggen.

Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u)

10 OEFENINGEN VOOR THUIS

Dag 1 Datum / / / / / / /

Les november 2018! Ga goed zitten.! Aandacht is bij de adem.!

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER

Oefenbundel Einde. Opwarming beweeglijkheidsoefeningen en stretching 1. RUGLIG. Richtlijnen bij het verderzetten en onderhoud van uw rugprogramma

小洪拳 XiaoHongQuan - kleine golvende vuistvorm

Oefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis

bij kniegerelateerde

Informatie fysiek programma

Bijlage: Observatieplannen

Om en om uitstappen. Achterste knie naar de grond duwen. Borst open en trots. Buikspieren aanspannen. Kracht zetten vanuit je voorste hak.

Ne-Waza-Jitsu-Kata. Handeling De aanval

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

Dag 1 Datum / / / / / / / Houd je hoofd neutraal op de romp. Houd je rug neutraal. Pak het touw vast. Maak draaiende polsbeweging. Spring omhoog.

Opgesteld door: Robert de Wit

KNCB Basisscholen Cricket Introductie Programma

Basisoefeningen. Shaolin Kung Fu Instituut Shizi Hou

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

Mobiliserende oefeningen voor thuis

SPELREGELS HONKBAL & SOFTBAL

Yogales december 2018!

PROTOCOL WARMING-UP V.V. Sprinkhanen. B junioren

Boulestechniek Keuze van boules

Simpele oefeningen voor een platte buik. Werk aan uw centrale spieren met deze oefeningen en verbeter uw kracht, houding en stabiliteit.

Dag 1 Datum / / / / / / / Houd je hoofd neutraal op de romp. Houd je rug neutraal. Pak het touw vast. Maak draaiende polsbeweging. Spring omhoog.

Gebruikershandleidingen

doelschietspel met keeper

Core Stability - serie 2 (met Swiss Ball)

10 minuten training 1 Total Body

7 fijne yogahoudingen

De foamroll oefeningen

(VEEL AANDACHT VOOR DE CONTROLE VAN DE ADEMHALING DOCH DIT WORDT NIET IN DETAIL BESCHREVEN..)

Keepers Training. De basisvaardigheden 1-9

TRAININGSPLAN XCO-TRAINER

Uitwerking VOORBEELD vrije oefening Meso Teamgym

Ademhaling. Yoga Oefeningen

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen!

1. De Fiets De zijkant van de buikspieren worden nog wel eens vergeten bij workouts. Met deze oefening richt je je juist op deze groep spieren.

Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u) Tijd (s) Herhalingen Snelheid (km/u)

SEVA-Yoga. Elementaire basisbeschrijving van oefeningen REEKS nr. 6 (B6R2) Oefening 1

GET FIT 2 HIKE Rompstabilisatie

GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING

week 2014/33, training 2 1. Fysiek 1. Agility 1. Bewegingspatronen Movement Pattern Zie aandachtspunten bij oefening Uitleg oefening

Basisprogramma spieruithouding

Krachttrainingsschema - niveau 5B

voorste voet. Houdt de knie van het voorste been licht gebogen

Voer de oefeningen voor het bovenlichaam (pagina 3) uit, gevolgd door de oefeningen voor de buikspieren en zet er een motiverend muziekje bij op.

SEVA-Yoga. Elementaire basisbeschrijving van oefeningen REEKS nr. 3 (B3R2) Oefening 1

Onderdeel 5: 10 cm of minder 3 punten; 11 t/m 20 cm = 2 punten; 21 cm of meer = 1 punt.

Zorg. September Dynamische rekoefeningen Loopvormen en algemene oefeningen zonder bal. Dribbelen Houd een rustige looppas aan.

P A T I Ë N T E N I N F O R M A T I E

Ju Jitsu Dõ. Deel 2. Programma Geel. Ju Jitsu Dõ voor de jeugd handleiding. na het uitvoeren van een goede randori behaal je de gele gordel

Dag 1 Datum / / / / / / / Cardiovasculair Systeem - Hele lichaam

Overzicht veel voorkomende danspassen

Overzicht Prestatie Niveau 3 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

Speed Skating Jumps. Schaatstraining advies & begeleiding Monique Vergeer-van den Heuvel

Transcriptie:

Programma en technische informatie onderdelen 2007 GROEP 1 1995/1996 PITCHERS CATCHERS FIELDERS 09.00-09.10 09.10-09.25 WU WU WU 09.25-10.05 Positie Hitting Positie 10.05-10.45 Positie Hitting 10.45-11.00 Conditioning Touwladder/Agility Touwladder/Agility GROEP 2 1994 PITCHERS CATCHERS FIELDERS 10.45-11.00 WU WU WU 11.00-11.40 Positie Hitting Positie 11.40-12.15 Positie Hitting 12.15-12.30 Conditioning Touwladder/Agility Touwladder/Agility GROEP 3 1993 PITCHERS CATCHERS FIELDERS 12.15-12.30 Jeff Krushell WU Jeff Krushell WU Jeff Krushell WU 12.30-13.10 Positie Hitting Positie 13.10-13.45 Positie Hitting 13.45-14.00 Conditioning Touwladder/Agility Touwladder/Agility WARM-UP The ability to chance direction quickly and efficiently. Agility drills incorporate speed and quickness, muscular endurance and balance and spatial awareness. A good agility program will challenge your nervous system and equilibrium improving gross movement skills, reaction time and foot speed. All agility drills MUST be performed in total control!!! In the length of the gym running - running x 2 high forward shuffles - high forward shuffles x 2 (drive the knee with arms) high lateral shuffles - high lateral shuffles x 2 (with hands coming up) Distance 5 meter. As fast as possible, move up and down. Remember decelerate in the shortest possible distance, always with quiet feet!! sprint - sprint x 2 sprint - back pedal x 2 shuffle - shuffle x 2 karaoke - karaoke x 2 high knees slow tempo leg kicks quick feed high knees LOSGOOIEN De catchers en fielders starten het losgooien met de onderstaande drie oefeningen. Dit is minutenwerk. De spelers dienen de bal door de borst van de andere speler te gooien. Laten vallen Uitgangshouding is een atletische stand met schouders dwars op het doel. Afstand ± 4 tot 6 meter. Hand vlak achter het "raakpunt". Gooi door de hand met bal te laten vallen naar tegenovergestelde heup. Besteed aandacht aan de actie van de handschoen kant. De handschoen start ruim voor de borst (arm blijft gebogen) en eindigt bij de vangoksel. Gooischouder beweegt in de nabeweging richting tegenovergestelde heup. Accent - Grip, vingers recht achter en bovenop de bal, hoge elleboog en ontspannen follow-through.

Duimen draaien Zie boven, echter hand en bal starten in de handschoen, voor het borstbeen. Door de duimen naar de grond te draaien, inzet van de schouderrotatie en hand boven de bal. Accent - Duimen draaien, hand boven de bal kijken over voorste bovenarm, correcte achterzwaai en rolactie handschoenarm tijdens de worp. Shuffle throw Vanuit comfortabele spreidstand een 1-2 ritme maken en gooien. Accent - Als de duimen beginnen te draaien, gewicht naar voren verplaatsen en inzetten van de eerste stap. Hand uiterlijk op het hoogste punt in de achter zwaai, als de voorste voet de grond raakt. VANGEN De catchers en fielders staan klaar met hun handschoen voor het borstbeen. Iedere bal wordt gevangen met de schouders dwars op de bal. De bal is zo kort mogelijk in de handschoen ofwel met gebogen armen stopt de handschoen de bal en gaat zo snel mogelijk in de gooihand. Bij ballen naast de vanger bewegen eerste de voeten om in de juiste vangpositie te komen. PITCHING Voor pitching wordt door Brian Farley op 25 oktober 2007 voor de instructeurs een informatiebijeenkomst gehouden. CATCHING Passieve vanghouding - De vanghouding met niemand op het honk en minder dan twee slag Beide voeten staan iets buiten schouderbreedte (balans) en naar buiten gedraaid. De hielen van de voeten op de grond en het lichaamsgewicht bevindt zich aan de binnenkant van beide voeten. De billen zitten lager dan de knieën, waardoor de houding comfortabel is. De rug is comfortabel recht met het hoofd omhoog. De knieën en schouders zijn evenwijdig aan de grond. De handschoen wordt in het midden van het lichaam gehouden. De arm is licht gebogen. De elleboog bevindt zich voorbij of boven de knie (niet tussen de knieën). De handschoen begint iets lager dan kniehoogte voor bijna alle doelen. De blote hand wordt achter de rug of achter de rechter beenbeschermer gehouden. Actieve vanghouding De vanghouding met lopers op de honken of een slagman op 2 slag De voeten staan iets naar buiten gedraaid. Het achterwerk wordt iets omhoog gebracht, zodat de bovenbenen parallel aan de grond zijn. De rug maakt een hoek van 45 graden met de grond. Het hoofd wordt nog steeds omhoog gehouden. De rechter onderarm leunt op de binnenkant van het rechter bovenbeen met de achterkant van de hand naar de pitcher gedraaid. De rechterhand mag ook met een licht gesloten vuist achter de handschoen worden geplaatst. Het pakken van de bal uit de handschoen wordt vergemakkelijkt door de gooihand vlakbij de handschoen te houden. POSITIE TEN OPZICHTE VAN DE SLAGMAN Vangen Vangactie - Het is erg belangrijk dat de catcher de bal zachtjes vangt, zodat de bal de handschoen niet uit de slagzone duwt. De rechter pols en elleboog zijn gebogen en daardoor. Wanneer een slagbal naast het midden van de catcher wordt gepitcht, schuift de catcher zijwaarts in de richting van de worp, zodat de bal in het midden van het lichaam kan worden gevangen.

Freezen - Het is aan te raden om ballen die aan de rand van de slagzone worden gevangen even op die plek vast te houden zodat de scheidsrechter het goed kan zien (freezing). Framen - Ballen aan de buitenkant van de slagzone worden zo dicht mogelijk bij de plaat gevangen zodat de bal op een slagbal lijkt. Als de handschoen een kwart wordt gedraaid nadat de bal is losgelaten vergemakkelijkt het framen van de bal. Make the quarter turn as the pitcher separates his hands and lowers his stride. Om ballen goed te framen wordt altijd de buitenkant van de bal gevangen. Lage ballen worden bij voorkeur voor het lichaam gevangen met de achterkant van de handschoen naar boven gericht. Hoge ballen worden dichter bij het lichaam gevangen zodat de bal lager lijkt. Blokken De catcher moet altijd begrijpen dat het zijn taak is om lage ballen te blokken en ze niet te vangen. Het is de bedoeling dat de bal voor de catcher komt te liggen. Catcher laat zich vallen op beide knieën en plaatst zijn handschoen in het gat dat ontstaat tussen beide knieën. Het web van de handschoen wordt op de grond geplaatst. De blote hand wordt beschermd achter de handschoen. Beide handen worden in zo gehouden dat de duimen naar buiten wijzen. De ellebogen liggen op de bovenkant van de heupen. De knieën en het lichaam bewegen in de richting van de worp op het moment dat de knieën naar de grond vallen. The base must be wide and the cup must be driven to the dirt. De tenen of veters blijven wijzen naar de grond wanneer de ogen de bal volgen naar de plaat. Voor lage fastballs is het vaak nodig om een blok te gebruiken waarbij de voeten naar achteren worden geschopt. De kin wordt op de bodyprotector gehouden. Beide schouders buigen naar voren en blijven loodrecht op de bal. Deze houding zorgt er voor dat de bal voor het lichaam gehouden blijft. Om er voor te zorgen dat de bal het lichaam niet zo hard raakt en ook niet zo hard van het lichaam afketst wordt het bovenlichaam ontspannen gehouden. De catcher kan ook uitademen op het moment van impact. Hij moet er aan denken om de bodyprotector een beetje los te dragen om een zachtere blok te maken. Natuurlijk moet deze dan niet zo los zitten dat het gooien wordt belemmerd. Aangooi op het tweede honk De catcher verplaatst zijn gewicht naar de ballen van zijn voeten vlak voordat hij de bal vangt. Na het ontvangen van de bal wordt een draaistap iets naar voren gemaakt met de rechtervoet, gevolgd door een stap met de linkervoet. Deze voet verplaatsing mag niet buiten de oorspronkelijk zitbreedte. Te veel verplaatsing kan het verkregen momentum te niet doen. De catcher blijft laag totdat zijn voeten draaien. Het hoofd bevindt zich boven het binnenste deel van het linker been gedurende de gooi actie. De schouders blijven horizontaal tijdens de gooi beweging. Bij ballen aan de linkerkant van de catcher (buiten de slagzone), de catcher kan de hark methode gebruiken. Deze methode geeft de catcher de mogelijkheid om de bal te ontvangen met een hand en de bal terug naar het midden te brengen. Als de worp erg buiten de zone is, dan zal de catcher eerst naar de bal moeten toe stappen. FIELDEN Zoveel mogelijk fieldoefeningen worden tijdens de trainingen in een driehoek gedaan. Dat wil zeggen dat er bij het verwerken van de bal altijd een richtingsverandering plaatsvindt. Op het moment dat de werper zijn tekens ontvangt staat de binnenvelder met de handen op zijn knieën. Houd het hoofd omhoog, de knieën gebogen en de rug op ongeveer 45 graden. Zodra de werper start met zijn beweging komen de handen los en naast beide knieën. De voeten staan iets ruimer dan schouderbreedte uit elkaar. Als de werper de bal bijna loslaat, beweegt de binnenvelder zijn voeten door richting de thuisplaat te lopen of door een zijwaartse beweging te maken. Dit is identiek aan een tennisspeler vlak voor het ontvangen van de service. Als de bal in de slagzone is, staan de voeten naast elkaar en iets wijder dan schouderbreedte. Op het moment dat

er wordt geslagen, staat de binnenvelder met zijn handen iets boven de knieën. Zodra de bal door de werper is losgelaten, verleggen de binnenvelders hun focus van de werper naar de slagzone. Dit om de geslagen ballen goed te kunnen lezen. De binnenvelder moet tijdens het benaderen van de bal, de stuit beoordelen om de bal op het hoogste of laagste punt te kunnen fielden. Door een juiste benadering van de bal, kan de binnenvelder met de basis fieldhouding een geslagen bal binnen zijn bereik verwerken. De binnenvelder blijft bij het benaderen van de bal aan de linkerkant van de bal (linker oor achter de bal / handschoenkant). Hierbij heeft hij zijn handschoen iets aan de buitenkant van de knie met de flap op ongeveer 45 graden ten opzichte van de bal. De handschoen zakt tijdens het benaderen naar de fieldhouding. Dit om te voorkomen dat er ballen onderdoor gaan. Als de binnenvelder de bal bereikt, maakt hij zijn passen korter om zo zijn lichaam onder controle te hebben. Om in de fieldhouding te komen, zet de binnenvelder zijn gooihandvoet vast en spreidt zijn handschoenvoet om in de basispositie te komen. Het is van groot belang om naar de bal toe te bewegen en daardoor een goed ritme voor de aangooi te hebben. Zorg voor een soepele doorlopende actie; benaderen komen in de fieldhouding aangooi. De fieldhouding; voeten staan op schouderbreedte met de handschoenvoet iets naar voren, het achterwerk is laag, zodat de bovenbenen evenwijdig aan de grond zijn, De handen zijn voor de voeten, met de handschoen op de grond aan de binnenkant van de handschoenvoet, de vingers van de handschoen zijn in een 45 graden hoek ten opzichte van de bal, de pols van de hand is ontspannen om soepele handen te hebben, de vangelleboog is gebogen en wijst iets naar buiten om zachte handen te hebben (deze positie zorgt ervoor dat de elleboog snel kan reageren op een plotseling opstuitende bal). Houd de blote hand op ongeveer 15 centimeter van de handschoen, om zo snel mogelijk de handschoen uit de handschoen te kunnen pakken. Het hoofd is omhoog gericht met de ogen geconcentreerd op de bal. Hierdoor kan men de volgen tot in de handschoen. Handschoenbeweging; de handen zijn licht gebogen voor het lichaam, met de elleboog aan de handschoenzijde net voor de binnenkant van de knie. De handen na het ontvangen van de bal naar binnen en omhoog bewegen, waarbij de handschoen ver voor het lichaam blijft. De bal wordt direct uit de handschoen gepakt door de gooihand. Kort geslagen bal ALLE fieldoefeningen worden tijdens de trainingen in een driehoek gedaan. Dat wil zeggen dat er bij het verwerken van de bal altijd een richtingsverandering plaatsvindt. Val de bal aan, maar houd de bal aan de linkerkant van het oor (handschoenkant) Field de bal met twee handen aan de binnenkant van de linkervoet. Houd de benen gebogen. De linkervoet heeft contact met de grond op het moment dat de bal wordt gefield. Spelers hebben de mogelijkheid de bal met alleen de handschoen te pakken bij een zachte bal, wanneer de bal aan de buitenkant van de handschoenvoet komt. De bal wordt gegooid nadat met de rechtervoet is doorgestapt. Kom tijdens het gooien met het bovenlichaam omhoog om een goede bovenhandse aangooi te kunnen maken. Men moet er rekening mee houden dat de bal nog een stuk naar rechts terugdraait. Field met twee handen zolang de bal stuitert. Gebruik alleen de blote hand als de bal zacht rolt of stil ligt. Gebruik deze techniek alleen als het nodig is (door de snelheid van de loper). Voeden dubbelspelen - 6-4 De bal wordt ontvangen met de standaard fieldhouding. Daarna draaien de heupen en de schouders open en wordt de bal met een korte armbeweging richting de tweede honkman gegooid. Op ballen geslagen richting het tweede honk - De korte-stop tost de bal onderhands op borsthoogte naar de tweede honkman. Om de linkerzijde vrij te krijgen, wordt de linkervoet richting de tweede honkman gedraaid.

Ballen geslagen aan de rechterkant van de korte-stop Zet na het fielden van de bal de rechtervoet vast en maak een bovenhandse aangooi. 4-6 De tweede honkman neemt een directe route richting grondbal, als hij een dubbelspel verwacht. Ballen geslagen richting het tweede honk De tweede honkman tost onderhands met stijve pols. De gooiarm eindigt naar de borst van de korte stop gericht. De tweede honkman draait zijn borst en zet zijn rechtervoet richting het tweede honk. Ballen geslagen naar de tweede honkman - De standaard fieldhouding wordt gebruikt. De tweede honkman draait zijn schouders en heupen evenwijdig aan het tweede honk en gebruikt een korte arm, een backflip, of een ¾ aangooi. Ballen geslagen aan de linkerkant van de tweede honkman (binnen de linkervoet) Gebruik een draaisprong en een ¾ aangooi met korte arm. Ballen geslagen aan de linkerkant van de tweede honkman (aan de forehandzijde) - Stap door met het standbeen en gooi. Deze actie leidt zelden tot een dubbelspel. 5-4 Gebruik de schuifpas of de achterwaartse-stap-techniek en gooi met een korte bovenhandse armbeweging. Pivot dubbelspel tweede honkman Standaard methode dubbelspel Ga vroeg klaar staan. Kom in een atletische positie. Zet de handschoen en gooihand in een 3-9 uurs positie. De aangooi moet zeker gevangen worden en met de blote hand uit de handschoen worden gepakt. Bij een aangooi vanaf het derde honk wijst de borst naar het derde honk Wanneer de bal van de korte-stop komt wijst de borst ook naar het derde honk, maar de handschoen wijst naar de korte-stop. Bij het klaarstaan, kan de tweede honkman zijn linkervoet op het honk plaatsen terwijl hij naar de bal beweegt of kan hij aan de achterzijde van het honk (midveldkant) gaan staan in afwachting van de bal en naar het honk bewegen op het moment dat de aangooi wordt gemaakt. De kwaliteiten van een speler bepaalt welke keuze hij maakt bij het kiezen van de methode die hij wil gebruiken. De tweede honkman gebruikt een korte of ¾ arm om de actie zo snel mogelijk te kunnen maken. Bal vanaf het derde honk Over het honk komen. De tweede honkman stapt met zijn linkervoet op het honk met de voet richting thuis geplaatst, gaat achter zijn handschoen aan en komt over het honk heen en plaatst zijn rechtervoet. Bij een slechte aangooi bepaalt de richting van de bal waar de rechtervoet wordt geplaatst. Wanneer de bal is ontvangen wordt het gewicht op de rechtervoet geplaatst en stapt de linkervoet naar het eerste honk. Hierbij wijst de neus van de voet recht naar het eerste honk. Til na het gooien van de bal de stapvoet op. Bij een goede aangooi komt men richting de heuvel uit. SLAAN Tijdens het komen in de hitting positie creëren goede slagmensen energie voor de swing. Gedurende deze fase is richting, ritme, tempo en de intensie waarmee men slaat van groot belang: De slagman moet geconcentreerd en gefocust tijdens iedere pitch. De slagman moet zijn sterke zone kennen en de discipline ontwikkelen om te bewegen en te slaan op ballen die binnen deze zone worden gegooid. De slagman moet een aanvallende gedachte hebben aan slag en tijdens de voorbereiding. Ga er vanuit dat de volgende bal jouw pitch is. Denk altijd; 'hit, hit, HIT! of hit, hit, niet in mijn zone '.

1. Gewicht gaat naar achteren - Het opladen start door het gewicht naar achteren te verplaatsen. Deze beweging in slow-motion (get back slow, soft and easy) vindt plaats zodra de werper zijn handen van elkaar doet. Begin in balans en ga met het onderlichaam (voorste knie/heup) richting het achterste been. Belangrijk is dat tijdens deze beweging de knie van het achterste been binnen de achterste voet blijft. Behoud een goede hoofd- en oogpositie. Men dient op tijd achter te zijn door vroegtijdig te beginnen met de voorbereiding. Wanneer men op tijd begint met de voorbereiding, controleert de slagman de bal. Begint men te laat, dan controleert de bal (werper) de slagman. De slagman heeft, zodra hij achter is een controle moment, waardoor hij bewust en gecontroleerd zijn swing kan inzetten. Het uit balans raken mag nooit de reden zijn dat de swing begint. Het is een ritmisch mechanisme dat aangepast wordt aan de beweging van de werper. 2. Handen - Breng de handen recht naar achteren (loading). Veel slagmensen "vergeten" de handen terug te brengen. In het aanleren is het goed om de slagman te laten beginnen met het terugbrengen van de handen juist voordat de voorwaartse stap wordt gezet. Let op: Probeer te voorkomen dat bij het terugbrengen van de handen de voorste schouder wordt ingedraaid. Hierdoor draait immers het gezicht weg van de werper. Tevens zorgt de actie van indraaien van de schouder vaak voor een reactie van vroegtijdig uitdraaien/openen waardoor de slagman met een lange swing om de bal heen slaat. 3. Stap Vanuit het opladen wordt de voorwaartse stap gezet waardoor de slagman in de hitting-positie komt. De stap landt op de binnenkant van de voet. Denk eraan: eerst de voorste voet plaatsen en dán slaan. a. Timing De timing verschilt per slagman, maar de meeste slagmensen zetten hun stap op of net voor het loslaatmoment van de werper. b. Richting De stap wordt recht naar de werper gemaakt. Voetplaatsing op de binnenkant van de voet, in balans, met een half gesloten voorste voet van 45 graden om enerzijds de heupen zolang mogelijk gesloten te houden en anderzijds de heupen op het juiste moment explosief te kunnen roteren. c. Lengte Maak een korte, waardoor het gemakkelijker om balans te houden. Als de voorste voet neerkomt op de binnenkant van de voet, komt het gewicht op de bal van de achterste voet en komt de achterst hiel vrij van de grond. Het lichaam is volledig in balans. d. Hoofd Tijdens de stap beoordeelt de slagman de pitch. Hierbij dient het hoofd en beide ogen in de richting van de pitch te gaan. Checkpoints slaan Stance Both eyes on the pitcher Some rhythm in the body and hands Some bent in the knees Negative Movement Movement away from the pitcher Back knee inside back ankle Tension built up on the inside of the back leg Hands move back with the body Body in an attacking position, head in front of center of gravity Toe Touch Linear movement towards the pitcher Land on the inside of the front foot at approx. 45 degrees

Front heel slidely of the ground Both knees inside both ankles Hips square to the plate Barrel of the bat behind the head Hands at least at shoulder height Equal bend in the knees Head slightly in front of center of gravity Hands stay back moving separately from the body Hands even or inside front elbow Hands even or behind back elbow