Christelijke Hogeschool Windesheim

Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Hanzehogeschool Groningen

Beoordelen in het HBO

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Christelijke Hogeschool Windesheim

Christelijke Hogeschool Windesheim

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Chr. Hogeschool Windesheim, Zwolle Opleiding: Docent Beeldende Kunst en Vormgeving HBO-Bachelor; Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Hogeschool Utrecht. Opleidingen: HBO-V, bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 25 april 2006

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Christelijke Hogeschool Windesheim

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Hogeschool INHOLLAND Opleiding: Sociaal Juridische Dienstverlening, hbo bachelor; Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Locaties: Rotterdam/Den Haag

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Culturele en Maatschappelijke Vorming, hbo-bachelor Varianten: voltijd, duaal

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Hogeschool Rotterdam. Verpleegkunde, hbo bachelor; Visitatiedatum: 20 september 2006

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness, bachelor

Hogeschool HBO Nederland

Hogeschool Rotterdam. Visitatiedata: 16 en 17 september Netherlands Quality Agency

College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM. 1. Inleiding

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Hogeschool Avans, Breda / Tilburg Academie voor Technologie en Management

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Algemene informatie afstudeerfase

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Hanzehogeschool Groningen

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hogeschool Zuyd, Sittard

Deeltijd voor professionals

AVANS Hogeschool, Tilburg

Fontys Hogescholen Opleiding: Hogere Kaderopleiding Pedagogiek (HKP) RAPPORTAGE

Fontys Hogeschool, Eindhoven

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Fontys Hogeschool, Venlo

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Verpleegkundig specialist (MANP)

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar. Visitatiedata: 16 en 17 maart 2005

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

Hogeschool Edith Stein/ Onderwijscentrum Twente Opleiding: Leraaropleiding Basisonderwijs, hbo-bachelor Varianten: voltijd, deeltijd en duaal

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006

esluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Creatieve Therapie van de Stenden Hogeschool

Hogeschool INHOLLAND. hbo-verpleegkundige, bachelor; voltijd/duaal, locatie Amsterdam voltijd/duaal, locatie Alkmaar. Visitatiedatum: 5 oktober 2006

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Hogeschool Rotterdam. Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, hbo-bachelor; Visitatiedatum: 10 oktober 2006

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Christelijke Hogeschool Windesheim

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Christelijke Hogeschool Windesheim, Zwolle Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor; Croho: Varianten: Voltijd / Deeltijd / Duaal

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen VDO

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt, 2014, nr 36791).

Avans Hogeschool, Tilburg

Avans Hogeschool, Breda

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

Hogeschool Rotterdam. Opleiding: Werktuigbouwkunde, hbo bachelor Varianten: voltijd/deeltijd/duaal. Visitatiedata: 28 september 2005

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

HBO-BACHELOR (MODULAIR) Verpleegkunde DEELTIJD

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Hogeschool INHOLLAND, Amsterdam

Hanzehogeschool Groningen

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool Rotterdam. Postbus HA ROTTERDAM

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool Zuyd, Heerlen

De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

AVANS Hogeschool, Breda

Transcriptie:

Christelijke Hogeschool Windesheim Opleiding: Varianten: Verpleegkunde, hbo-bachelor; voltijd, deeltijd en duaal Visitatiedatum: 27 september 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2006

2 NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor

Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 9 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per onderwerp 10 1.6 Schematisch overzicht oordelen 12 1.7 Totaaloordeel 12 Deel B: Facetten 13 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 15 Onderwerp 2 Programma 18 Onderwerp 3 Inzet van personeel 28 Onderwerp 4 Voorzieningen 32 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 35 Onderwerp 6 Resultaten 38 Deel C: Bijlagen 43 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 44 Bijlage 2 Deskundigheden panelleden 49 Bijlage 3 Bezoekprogramma 52 Bijlage 4 Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 54 NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor 3

4 NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor 5

6 NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de bacheloropleiding Verpleegkunde van de Christelijke Hogeschool Windesheim heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in april 2006, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij NQA heeft aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek was er een panelbezoek aan de opleiding. Dit bezoek vond plaats op 27 september 2006. In het panel hebben de volgende personen zitting genomen: de heer drs. K. Boonstra (voorzitter en domeindeskundige); mevrouw dr. J.A. Vriezen (domeindeskundige); de heer J.J. Morssinkhof (studentpanellid); de heer drs. G.J.H. Vermeulen (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding De Christelijke Hogeschool Windesheim (CHW) verzorgt 44 bacheloropleidingen en is gevestigd te Zwolle. Aan de hogeschool studeren ruim 16.000 studenten. Het onderwijs wordt verzorgd door meer dan 1.400 medewerkers. Windesheim kent tien Schools waarin de 44 bacheloropleidingen zijn ondergebracht. Een School wordt gevormd door een groep verwante opleidingen. Elke School is een zelfstandige eenheid met haar eigen management en personeelsleden. Naast bacheloropleidingen verzorgt de hogeschool verschillende posthbo en masteropleidingen. De hogeschool is als regionaal kenniscentrum actief op het vlak van onderzoek en maatschappelijke dienstverlening. Vanaf september 2006 biedt Windesheim alle bacheloropleidingen aan in een major- en minorstructuur, gericht op de opleidingsbehoefte van studenten (vraaggestuurd). De major NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor 7

heeft betrekking op het eerste en tweede studiejaar en heeft een omvang van 120 EC. De verdiepende minors worden gegeven in jaar drie en vier en hebben een omvang van twee maal 60 EC. De bacheloropleiding Verpleegkunde behoort met de bacheloropleiding Logopedie tot de School of Health Care (SHC). In de missie van de School staat centraal dat de opleidingen staan voor ontplooiing van studenten en professionals in de gezondheidszorg door onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening. Voorts staat in de missie dat opleidingen en trainingen aansluiten bij ontwikkelingen in de zorg en er wordt samengewerkt met het werkveld. Ook vermeldt de missie oog te hebben voor de uniciteit van mensen. De opleiding Verpleegkunde wil met name op het laatste punt te herkennen zijn. Het onderwijs wordt in voltijd, deeltijd en duale vorm aangeboden. De opleiding maakt weinig onderscheid tussen de opleidingsvarianten. Uitgangspunt is dat studenten uit voltijd, deeltijd en duaal zo veel mogelijk gelijksoortig en gelijktijdig onderwijs volgen. De eerste twee studiejaren van voltijd en duaal komen overeen. Dit gebeurt uit efficiëntieoverwegingen, maar ook vanuit het idee dat studenten van elkaar kunnen leren. Bij de opleiding staan in totaal 512 studenten ingeschreven (471 voltijd en duale studenten en 41 deeltijdstudenten). Het onderwijs wordt verzorgd door 35 docenten (21 fte). Studenten ontvangen aan het eind van de studie het diploma Bachelor of Health Care. De SHC werkt vanaf 2005 met zeven zogenoemde resultaatverantwoordelijke teams (RVT's). Deze teams kunnen gezien worden als de thuisbasis voor medewerkers. Elk RVT verdeelt de taken en heeft een voorzitter die samen met de hogeschoolhoofddocenten de School Curriculum Commissie vormen. Deze commissie wordt gezien als het formele kruispunt van de School en is integraal verantwoordelijk voor schoolbrede vraagstukken. In 2001 is het project Regionale Ontwikkeling HBO-V Duaal gestart. Er is in samenwerking met Saxion Hogescholen en 12 zorginstellingen in de regio een competentiegericht curriculum ontwikkeld voor het derde en vierde studiejaar van deze duale opleidingsvariant. De eerste twee leerjaren zijn identiek aan de voltijdopleiding. Het duale curriculum is in 2003 geïmplementeerd en in 2005 zijn de eerste studenten van deze variant afgestudeerd. Op basis van de resultaten van het project van de HBO-V duaal is voor het derde en vierde studiejaar van de voltijd- en deeltijdopleiding HBO-V een nieuw programma ontwikkeld. Per september 2005 is het derde studiejaar in deze nieuwe vorm van start gegaan. Tegelijkertijd is door de opleiding een project gestart dat gericht was op de omvorming van het eerste en het tweede studiejaar. Het nieuwe onderwijs van het eerste studiejaar is eveneens per september 2005 van start gegaan. Op het moment van het visitatiebezoek is net voor alle jaren en voor alle varianten een nieuw curriculum geïmplementeerd. Het nieuwe onderwijs wordt gekenmerkt door competentieleren en vraagsturing. De opleiding is voor het laatst in oktober 2000 gevisiteerd. De uitkomsten van de visitatie zijn vastgelegd in het rapport Take 5 (mei 2001). 8 NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor

1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. De visitatie vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de informatieanalyse) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het zelfevaluatierapport met de bijlagen in orde was bevonden, heeft de auditor met de opleiding tezamen besproken welke facetten of welke thema s naar verwachting de meeste aandacht zullen krijgen tijdens het bezoek van het panel aan de opleiding (de agenderende audit). Daardoor konden de opleiding en het visitatiepanel zich op adequate wijze voorbereiden op dit bezoek. In diezelfde periode (maand en jaar noemen) bereiden de panelleden zich inhoudelijk voor op het bezoek (maand en jaar noemen). Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel concreet voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het management, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde schakelmomenten ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor 9

De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. In het facetrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. De opleiding heeft in november 2006 een concept van dit rapport voor een check op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het onderwerprapport wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is gelijk met het facetrapport voor een check op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in december 2006 en ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. Daar waar een argumentatie/beoordeling voor de deeltijd of duaal afwijkt van de voltijd, is dit expliciet vermeld. Indien niet vermeld, gelden voor de deeltijd- en de duale opleiding dezelfde argumentatie/oordelen als voor de voltijdopleiding, aangezien deze varianten inhoudelijk voornamelijk zijn gebaseerd op dezelfde moduleinhouden als de voltijdopleiding. Volgorde en onderwijsmethodieken kunnen daarbij verschillen. 1.5 Oordelen per onderwerp 1.5.1 Doelstellingen opleiding De facetten Domeinspecifieke eisen, Niveau bachelor en Oriëntatie hbo zijn gewaardeerd met het oordeel goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. 10 NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor

1.5.2 Programma De facetten Eisen hbo en Instroom zijn door het panel gewaardeerd met het oordeel voldoende. Het oordeel goed is toegekend aan de facetten Relatie doelstellingen en inhoud programma, Samenhang in het opleidingsprogramma, Studielast, Duur, Afstemming tussen vormgeving en inhoud en Beoordeling en toetsing. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. 1.5.3 Inzet van personeel Het facet Eisen hbo is gewaardeerd met het oordeel voldoende. Het panel heeft het oordeel goed toegekend aan de facetten Kwantiteit personeel en Kwaliteit personeel. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. 1.5.4 Voorzieningen Het panel heeft aan het facet Materiële voorzieningen het oordeel goed toegekend. Ook het facet Studiebegeleiding is gewaardeerd met het oordeel goed. De oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. 1.5.5 Interne kwaliteitszorg Aan de facetten Evaluatie resultaten en Maatregelen ter verbetering is het oordeel goed toegekend. Het facet Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld is gewaardeerd met het oordeel voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. 1.5.6 Resultaten Aan de facetten Gerealiseerd niveau en Onderwijsrendement heeft het panel het oordeel voldoende toegekend. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor 11

1.6 Schematisch overzicht oordelen Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Bacheloropleiding Verpleegkunde (voltijd, deeltijd en duaal) 1.1 Domeinspecifieke eisen Goed 1.2 Niveau bachelor Goed 1.3 Oriëntatie hbo bachelor Goed Totaaloordeel Positief 2.1 Eisen hbo Voldoende 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Goed 2.4 Studielast Goed 2.5 Instroom Voldoende 2.6 Duur Goed 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed 2.8 Beoordeling en toetsing Goed Totaaloordeel Positief 3.1 Eisen hbo Voldoende 3.2 Kwantiteit personeel Goed 3.3 Kwaliteit personeel Goed Totaaloordeel Positief 4.1 Materiële voorzieningen Goed 4.2 Studiebegeleiding Goed Totaaloordeel Positief 5.1 Evaluatie resultaten Goed 5.2 Maatregelen tot verbetering Goed 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het Voldoende beroepenveld Totaaloordeel Positief 6.1 Gerealiseerde niveau Voldoende 6.2 Onderwijsrendement Voldoende Totaaloordeel Positief 1.7 Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5 waaruit blijkt dat de opleiding op de zes onderwerpen positief scoort, is de conclusie dat het totaaloordeel over de opleiding positief is. 12 NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor

Deel B: Facetten NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor 13

14 NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen Goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding schrijft in het zelfevaluatierapport dat - voortvloeiend uit de missie van de School - studenten worden opgeleid tot professionals in de zorg die op een bekwame, bewuste en betrokken wijze denken, besluiten en handelen in beroepssituaties. Daarbij houden zij rekening met voorkeuren, beleving en welzijn van de zorgvrager en met de rol van de hbo-verpleegkundige. De eindkwalificaties van de opleiding zijn ontleend aan het landelijk competentieprofiel hbo-verpleegkunde zoals vastgelegd in het document Met het oog op de toekomst. Beroepscompetenties van hbo-verpleegkundigen. (Pool, e.a., 2001). Dit profiel is mede gebaseerd op het rapport Gekwalificeerd voor de toekomst (1996) van de Commissie Kwalificatiestructuur. Er wordt onderscheid gemaakt in vijf niveaus van verplegen en verzorgen. De opleiding Verpleegkunde leidt studenten op tot verpleegkundige op kwalificatieniveau 5. Het landelijk competentieprofiel is in opdracht van het Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde (LOOV) mede door het werkveld vormgegeven. De eisen van werkgevers en de beroepspraktijk zijn in het competentieprofiel verwerkt. Dit is onder andere af te leiden uit de samenstelling van de commissies die dit profiel hebben ontwikkeld. In het landelijke competentieprofiel zijn de vijf centrale rollen (zorgverlener, regisseur, ontwerper, coach en beroepsbeoefenaar) beschreven waarmee hboverpleegkundigen zich in de praktijk onderscheiden. Vervolgens is aangegeven welke beroepscompetenties verpleegkundigen moeten beheersen om deze rollen in de praktijk te vervullen. Dit resulteert in 12 kerncompetenties van de verpleegkundige op hbo-niveau, kwalificatieniveau 5. Verpleegkundigen met kwalificatieniveau 5 zijn in staat complexe interventies uit te voeren en daar verantwoordelijkheid voor te dragen. De verantwoordelijkheid betreft complexe, snel veranderende zorgsituaties of zorgsituaties met een langdurig karakter hetgeen belastend is voor de zorgvrager en zijn sociale netwerk. Voorts kunnen zij situaties snel overzien en efficiënt en flexibel reageren. Het handelen is zoveel mogelijk gebaseerd op resultaten van (verplegings)wetenschappelijk onderzoek. De kerncompetenties zoals beschreven in Met het oog op de toekomst sluiten aan bij de eisen die door vakgenoten en de beroepspraktijk worden gesteld. Er wordt een goede verbinding gelegd met nieuwe ontwikkelingen in de zorg: veranderingen in NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor 15

vraag en aanbod, veranderende eisen (kwaliteit en doelmatigheid) en stelselwijzigingen. De opleiding kent belangrijke waarde toe aan de rol van zorgverlener. De rol van zorgverlener vormt de kern van de verpleegkundige beroepsuitoefening. De ontwikkeling van de vier andere rollen is altijd in samenhang met de rol van zorgverlener. Om zich te profileren zijn in het programma accenten aangebracht rond twee thema s: skilled companionship (ofwel bekwaam metgezel, waarbij de integratie van evidence based practice en zorgethiek centraal staat) en ouderenzorg (met als doelstelling het doorbreken van de geringe interesse bij studenten gezien de grotere zorgvraag van ouderen). In het document Opleidingsmodel Verpleegkunde 2006-2007 wordt de keuze voor de thema s nader onderbouwd. Uit Met het oog op de toekomst blijkt dat het competentieprofiel van de American Association of Colleges of Nursing (1998) een belangrijke voorbeeldfunctie heeft vervuld. Dit geeft ook aansluiting bij de International Council of Nurses (ICN), waarmee de internationale inbedding is gewaarborgd. Facet 1.2 Niveau bachelor Goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het document Met het oog op de toekomst wordt gesteld dat de hboverpleegkundige 'erin slaagt tijdens de uitoefening van haar beroep twee belangrijke elementen te combineren en te integreren: het hbo-niveau en de verpleegkunde. De integratie van deze beide elementen wordt vooral zichtbaar in de rollen die zij vervult, en de wijze waarop zij die uitvoert' (pag. 28). In verband met de inhoudelijke operationalisering van het hbo-niveau wordt de relatie aangegeven met de algemene hbo-kwalificaties. De opleiding benadrukt dat verpleegkundigen op kwalificatieniveau 5 beschikken over zowel beroepsspecifieke als beroepsonafhankelijke kennis en vaardigheden. Door de analytische, probleemoplossende en communicatieve vaardigheden die zij bezitten, zijn zij in staat te reflecteren op het eigen handelen en op het handelen van anderen in multidisciplinair verband. Windesheim hanteert voor het borgen van het hbo-niveau de lijst met de tien algemene hbo-kwalificaties, aangevuld met twee Windesheimcompetenties: zelfsturing op de eigen opleiding en praktijkgericht onderzoek. Het Studentenstatuut 2006/2007 bevat een schema waarin de 12 kerncompetenties van de hbo-verpleegkundige plus de toegevoegde competentie Zelfsturing zijn gekoppeld aan de Dublin descriptoren en de generieke kernkwalificaties hbo bachelor van de Commissie Franssen. De opleiding maakt hiermee inzichtelijk dat de 16 NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor

gehanteerde eindkwalificaties aansluiten bij geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Facet 1.3 Oriëntatie hbo bachelor Goed Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De 12 kerncompetenties zijn geformuleerd in samenspraak met vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk en rekening houdend met ontwikkelingen in de zorg (zie facet 1.1). Functies die met het diploma kunnen worden uitgevoerd zijn: algemeen verpleegkundige in een algemeen ziekenhuis, in de geestelijke gezondheidszorg, de extramurale gezondheidszorg, forensische psychiatrie, de GGD, de gehandicaptensector en verpleeghuizen. Naast een algemene beschrijving van de rollen, domeinen en kerncompetenties van de hbo-verpleegkundigen, bevat Met het oog op de toekomst een groot aantal concrete beroepscompetenties. De beroepscompetenties zijn gekoppeld aan zes zorgcategorieën: intensief klinische zorg (IKZ), kraam-, kind- en jeugdzorg (KKJ), zorg voor psychiatrische patiënten, zorg voor verstandelijk gehandicapten (GGZ/VGZ), zorg voor chronisch zieken (CZ) en zorg voor geriatrische patiënten (GP). Ook worden per zorgcategorie de belangrijkste actuele ontwikkelingen in vraag en aanbod, eisen en stelselwijzigingen beschreven. Voor de beschrijvingen van de zorgcategorieën zijn interviews met zorgvuldig gekozen experts uit de beroepspraktijk gehouden. De uitkomsten zijn vervolgens voorgelegd aan andere experts tijdens expertbijeenkomsten. Tenslotte is in kaart gebracht wat voor consequenties deze uitkomsten hebben voor de verschillende rollen die de hbo-verpleegkundige binnen de betreffende zorgcategorie kan vervullen. Ontwikkelingen in het beroep staan niet los van maatschappelijke ontwikkelingen. De opleiding wijst in dit verband op vermindering van solidariteit en tolerantie tussen (groepen van) burgers, een stijgend aantal alleenwonende ouderen en hulpbehoevenden zonder mantelzorg en toenemend sociaal isolement. Daarnaast wordt het werk van verpleegkundigen beïnvloed door beleidsontwikkelingen als verzakelijking, vraaggerichtheid, integraal werken en maatschappelijke zorg. Het Studentenstatuut 2006/2007 bevat een overzicht van relevante maatschappelijke veranderingen, aangevuld met de gevolgen hiervan voor het verpleegkundig beroep. Het panel stelt vast dat de eindkwalificaties het niveau van een beginnend hboverpleegkundige weerspiegelen. Ook zijn de eindkwalificaties tot stand gekomen in NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor 17

nauwe samenspraak met vele relevante partijen uit het werkveld. Wel merkt het panel op dat de patiënt (in de vorm van een patiëntenvereniging of patiëntenraad) niet bij het formuleren van de eindkwalificaties betrokken is geweest. Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen hbo Voldoende Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In de propedeuse worden verschillende kenmerkende beroepssituaties aangeboden. Er is oriëntatie op het beroep van de verpleegkundige, de vijf rollen en de twaalf kerncompetenties en het toekomstige beroepenveld. Naast binnenschools leren vindt er gedurende het derde blok een oriëntatie in het veld en een eerste confrontatie met het beroepenveld plaats (een stage van 10 weken). De major (120 EC) vormt de basis van het programma. De inhoud van de major ligt min of meer vast met daarbinnen keuzemogelijkheden voor studenten. In de laatste twee leerjaren van de studie staat de vraag van de studenten meer centraal. De opleiding biedt op het vakgebied twee verdiepende minoren aan, te weten de minor Zorg en de minor Organisatie en Beroep. De student kan binnen de grenzen van de wet BIG en het beroepsprofiel zelf aangegeven welke competenties hij verder wil ontwikkelen. Ook kan de student voor maximaal 60 EC een verwante minor of keuze minor buiten de School volgen. Met name in de verdiepende minors kunnen studenten ook werkveldspecifieke en/of zorgcategoriespecifieke competentieprofielen inzetten als leidraad voor hun persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Er zijn mogelijkheden tot differentiëren naar Algemene Gezondheidszorg (AGZ), Maatschappelijke Gezondheidszorg (MGZ) en Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Verder kan de student accenten leggen ten aanzien van de vijf beroepsrollen en bijbehorende competenties. De verdiepende minoren zijn vraaggestuurd en competentiegericht. Daarom staat niet bij voorbaat vast wanneer een student wat leert. Dat is aan de student zelf. De student oriënteert zich op de binnen- en buitenschoolse leermogelijkheden en geeft in zijn POP aan wat zijn leermomenten zijn en hoe hij deze vorm wil geven. De verbredende en keuzeminors voor het domein gezondheidszorg zijn nog in ontwikkeling. In samenwerking met het werkveld zijn de minoren verslavingszorg, ict 18 NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor

en gezondheid, ouderen en educatie in voorbereiding. Er is nu al de mogelijkheid de premaster Verplegingswetenschap of de premaster Gezondheidswetenschappen te volgen. Kennisontwikkeling bij studenten vindt onder andere plaats via vakliteratuur. De opleiding werkt met een basisboekenlijst en via Blackboard wordt verplichte en aanbevolen literatuur aangeboden. In Blackboard is voor iedere onderwijseenheid minimaal één verplicht Engelstalig artikel opgenomen. De aanbevolen lijst bevat meer titels. Het panel stelt vast dat de titels van recente datum zijn en de inhoud relevant is. Van de studenten heeft het panel vernomen dat het feitelijk gebruik van Engelstalige literatuur beperkt is. Voor technische en sociale vaardigheden worden werkcahiers gebruikt. De praktische (verpleegkundige) vaardigheden hebben een belangrijke plaats in het programma. Dit gebeurt binnenschools door middel van practica, cq. de vaardigheidsleerlijn. Er worden in de skillslabs en met behulp van multimediale toepassingen binnenschools praktijksituaties gesimuleerd. Het programma is nadrukkelijk praktijkgericht. Cases, opdrachten en het maken van beroepsproducten worden ontleend aan de praktijk en worden vaak aangeleverd door professionals uit de beroepspraktijk. In ieder blok is er aandacht voor een kritische beroepssituatie in de vorm van een actuele casus. Ook heeft de opleiding aandacht voor actuele ethische kwesties die relevant zijn voor de beroepsuitoefening. Voorts worden door docenten uit de beroepspraktijk gastcolleges verzorgd. Het curriculum omvat ruimte voor maximaal 120 EC voor het leren in de beroepspraktijk. In dit verband spreekt de opleiding van praktijkleerperioden. De praktijkleerperioden kunnen bestaan uit stage bij een verpleegafdeling of projectopdrachten vanuit het werkveld. Tijdens de stages (praktijkleerperiode 1 en 2) leert de student in directe confrontatie met de beroepspraktijk eerder verworven competenties toe te passen en te integreren in zijn handelen. Na de beroepsoriënterende stage in het eerste jaar volgen langere stages in de verschillende velden van de gezondheidszorg. Hiervoor is een model ontwikkeld dat uitgaat van beroepsspecifieke competenties. De opleiding beschouwt het buitenschools leren in werkveld als de meest krachtige leeromgeving waar het competentieleren optimaal tot zijn recht komt. Studenten van de voltijdopleiding kunnen hun praktijkperiodes bij vele instellingen volgen; duale studenten zijn vooral werkzaam bij de duale partners: de Isala Klinieken en de Zwolse Poort. Van de studenten heeft het panel vernomen dat de stage-instellingen niet altijd gewend zijn te werken met hbo-stagiaires. De duale partners zijn hier beter op ingesteld. Vanaf 2004 wordt gewerkt met leerafdelingen. Vanaf 2006 bijvoorbeeld ook binnen de Isala Klinieken, met als doel de directe relatie met de verpleegkundige praktijk te versterken. Buitenschools leren vraagt veel van het werkveld. Gezien het tekort aan stageplaatsen verkeert de opleiding niet in positie hoge eisen te stellen aan het werkveld (kwaliteit van de leerplekken). Niettemin heeft het RVT Praktijkbureau een start gemaakt met het meten van de kwaliteit van de praktijkleerwerkplaatsen. Ook wordt gebruik gemaakt van het door het landelijke overleg ontwikkelde praktijkleerplaatsprofiel. NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor 19

Het realiseren en bewaken van de zogenaamde evidence based practice is een eis die vooral aan verpleegkundigen op niveau 5 wordt gesteld. Het management hanteert als uitgangspunt dat evidence based in iedere onderwijseenheid aan de orde moet komen in de vorm van wetenschappelijke literatuur (naast vakliteratuur). De achtergrond hiervan is dat studenten zich aanleren kritisch te denken en een kritische houding ontwikkelen. Het panel stelt vast dat evidence based wel aandacht krijgt, maar de daadwerkelijke invulling ervan door docenten in hun onderwijs blijkt in de praktijk min of meer facultatief. Hierdoor is er geen sprake van systematische aandacht voor het kritisch lezen van artikelen en het leren interpreteren van de resultaten van toegepast onderzoek. In de minors is hiervoor wel aandacht; van de studenten wordt verwacht dat zij zelf relevante literatuur verzamelen ten aanzien van een verpleegkundig onderwerp. De opleiding hecht belang aan internationalisering. Er zijn internationale samenwerkingsverbanden met een aantal instellingen in het buitenland. Zo werkt de opleiding samen met opleidingen Verpleegkunde in België, Malta, Griekenland, Finland en Denemarken. Studenten zijn in de gelegenheid praktijkleerperioden door te brengen in landen als Suriname, Ghana, Griekenland en Finland. Jaarlijks gaan ongeveer 50 studenten en 10 docenten naar het buitenland. Voorts kunnen studenten vanaf 2006/2007 tijdens het derde studiejaar participeren in een internationale onderwijsgroep. Deze groep volgt het onderwijs in de Engelse taal, samen met studenten van buitenlandse opleidingen. Het panel is van oordeel dat de opleiding geen heldere visie op internationalisering heeft. Er zijn samenwerkingsverbanden met buitenlandse instellingen, maar duidelijke keuzes liggen hieraan in de optiek van het panel niet ten grondslag. Zo is voor het panel niet duidelijk op basis waarvan tot de keuze van eerder genoemde buitenlandse connecties is gekomen, welke doelstellingen de opleiding met deze contacten heeft en op welke wijze deze doelstellingen vorm krijgen. Studenten kunnen participeren in toegepast onderzoek gedurende hun praktijkleerperiode. Zij kunnen kiezen voor het uitvoeren van een opdracht of project in de praktijk of voor een onderzoek dat deel uitmaakt van een promotieonderzoek van een docent of van de kenniskring van het lectoraat van het regionale GGZnetwerk (Sciencia). Verder is er de mogelijkheid een bijdrage te leveren aan een project rond de evaluatie van het gebruik van het verpleegkundige dossier en de implementatie ervan bij Isala Klinieken. Van het werkveld en alumni heeft het panel vernomen dat in het PGO-programma te weinig aandacht werd geschonken aan praktische basiskennis op het gebied van anatomie, fysiologie en pathologie. De aandacht voor psychiatrie is volgens het werkveld en alumni beperkt. Ook de omgang met en zorg voor allochtone patiënten is in beperkte mate in het programma opgenomen. Het panel constateert een ingezette verbetering met toegenomen aandacht voor anatomie, pathologie, psychiatrie en de allochtone patiënt in het nieuwe curriculum. Het panel acht het van belang dat de opleiding er zorg voor draagt dat deze toegenomen aandacht op deze punten ook gecontinueerd wordt in de laatste fase van het programma. De opleiding toont aan dat zij voldoet aan de eisen zoals vastgelegd in de wet BIG: (1) verplichting om 4600 sbu te besteden aan beroepsspecifieke opleiding en (2) in 20 NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor

minimaal twee velden stage te hebben gelopen en (3) 2300 sbu te besteden aan praktisch leren. De actualiteit van het programma wordt geborgd door gebruik te maken van landelijk vastgestelde competentieprofielen, de Raad van Advies, de leerafdelingen, werkveldbijeenkomsten en het relatiebeheer door het RVT Praktijkbureau. Met Isala Klinieken en Deltion is een convenant afgesloten met als inzet duurzame samenwerking. Ook de nieuwe minors worden in nauwe samenwerking met het werkveld ontwikkeld. Het panel heeft van leden van de Raad van Advies vernomen dat het onderwijsprogramma en de aansluiting bij actuele ontwikkelingen in de regio onderwerp van gesprek zijn. Uit de Keuzegids Hoger Onderwijs 2006-2007 blijkt dat studenten positief oordelen over de inhoud van het programma (score 7,2). Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding onderscheidt vier niveaus van competenties: (0) toegangsniveau (havoniveau), (1) basisniveau (weinig complex, beginner), (2) gevorderd niveau (meer complex, zelfsturend en wendbaar), (3) bachelorniveau (geheel complex, zelfsturend en wendbaar, competent). In het document Opleidingsmodel Verpleegkunde 2006-2007 (2006) is vastgelegd welke niveaus in welke onderwijsblokken worden gerealiseerd. Tijdens de ontwikkeling van het programma zijn alle onderwijseenheden en alle leerdoelen gekoppeld aan de vijf beroepsrollen, 12 kerncompetenties en de werkvelden. Alle leerdoelen van de onderwijseenheden zijn afgeleid van een of meer kerncompetenties en werkvelden. Dit betekent dat het hele programma is gebaseerd op het landelijk vastgestelde competentieprofiel voor hbo-verpleegkundigen. In het Studentenstatuut is bij iedere onderwijseenheid aangegeven welke leerdoelen moeten worden behaald. Ook is bij iedere onderwijseenheid vermeld aan welke kerncompetenties (met bijbehorende gedragsindicatoren) studenten werken. De opleiding maakt aan de hand van een schema (onderscheiden naar major en de verdiepende minoren) in het zelfevaluatierapport inzichtelijk dat de 12 kerncompetenties en de twee CHW-competenties (zelfsturing en praktijkgericht onderzoek) binnen de onderwijseenheden aan bod komen. NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor 21

Alle kerncompetenties worden uiteindelijk afgerond op competentieniveau 3. Dit betekent dat de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid biedt om de kerncompetenties op het gewenste niveau te bereiken. De hogeschooldocent controleert jaarlijks de rapportage van de verbeteracties van de RVT s onder meer op de relatie tussen de doelstellingen en de inhoud van het programma. Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Goed Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het programma is geordend rond de vijf rollen en de daarbij horende 12 kerncompetenties van de hbo-verpleegkundige. Ook is er sprake van een ordening naar werkveld (AGZ, MGZ en GGZ). Steeds staat er een werkveld centraal. De titels van de onderwijsperioden en van de onderwijseenheden zijn ontleend aan de terminologie van het landelijk profiel. Een tweede ordening heeft betrekking op de leerlijnen: het programma van de major bestaat uit vijf leerlijnen: de conceptuele leerlijn waarin kennis centraal staat, de vaardigheidsleerlijn, de reflectieleerlijn, de studieloopbaanleerlijn en de beroepsinhoudelijke leerlijn (of integrale leerlijn waarin de andere leerlijnen samenkomen). Binnen de minoren worden alleen nog de integrale en de studieloopbaanleerlijn onderscheiden. De leerlijnen zorgen voor een horizontale afstemming binnen de blokken en een verticale afstemming tussen de blokken. In de loop van de opleiding is er sprake van minder naar meer vraagsturing en van minder naar meer competentieleren. Kennis, vaardigheden en attitude worden aanvankelijk vooral afzonderlijk en later geïntegreerd aangeboden. Voorts is het programma in de loop van de studie steeds meer gericht op de integratie van binnenschools en buitenschools leren. Ook krijgt zelfsturing door de student in de loop van de studie meer nadruk. Onderlinge afhankelijkheden tussen programmaonderdelen zijn beperkt, waardoor studenten individuele studieroutes kunnen volgen. Omdat vraagsturing een uitgangspunt is voor het curriculum, is het nodig te toetsen of de student een voldoende samenhangend programma volgt. Van de studenten wordt gevraagd keuzes in hun POP te verantwoorden. De examencommissie toetst op het niveau van de individuele studenten de inhoudelijke samenhang (en het inhoudelijke niveau) van het gekozen programma. Dit neemt aan belang toe als in de toekomst het aanbod van minors wordt uitgebreid. Toetsing vindt plaats aan de hand van criteria die zijn afgeleid van het beroepsprofiel en de eisen zoals vastgelegd in het Onderwijs- en Examenreglement (OER). Het zelfevaluatierapport bevat een overzicht van de meest voorkomende keuzes. Ter ondersteuning van de studenten zijn er inhoudelijke en volgtijdelijke verbanden aangebracht tussen de verschillende 22 NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor

programmaonderdelen en is er - voor zover gewenst - een standaard volgorde vastgesteld. De curriculumcommissie (waarin alle RVT s zijn vertegenwoordigd) bewaakt de samenhang van het programma in algemene zin aan de hand van de leerlijnen, rollen en werkvelden. Het panel heeft van de studenten vernomen dat zij het programma als samenhangend ervaren. Ook sluiten volgens de studenten de stageactiviteiten goed aan op de theorie. Het feit dat de praktijkbegeleiders de opleiding goed kennen, levert hieraan een positieve bijdrage. Uit de Keuzegids Hoger Onderwijs 2006-2007 blijkt dat studenten positief oordelen over de samenhang (score 7,5). Facet 2.4 Studielast Goed Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Een studiejaar bestaat uit vier perioden van elk tien weken, waarvan één toetsweek. De (extra) vijfde onderwijsperiode (gedurende de zomer) is bestemd voor extra herkansing en versnelling van de studie. Een onderwijsperiode van tien weken komt overeen met een studielast van 15 EC. Sommige onderwijseenheden vallen samen met één periode, andere beslaan er twee. De studielast is gelijkmatig binnen en over de studiejaren verdeeld. Bij de verdeling van de studieactiviteiten worden contactonderwijs en zelfstudie afgewisseld. De studeerbaarheid van het programma wordt bevorderd doordat alle blokken minimaal tweemaal per studiejaar worden aangeboden. Ook kunnen studenten minimaal tweemaal per jaar aan de toetsen meedoen. Het panel heeft van studenten vernomen dat het programma te doen is in de tijd die er voor staat. Wel benadrukken de studenten dat het belangrijk is de lesstof goed bij te houden en de studieactiviteiten goed te plannen. De spreiding van de studielast is goed. De instap-eis voor een verdiepende minor is een afgeronde propedeuse. Verder kent de opleiding geen instapeisen. Voor excellente studenten bestaat de mogelijkheid het programma te versnellen door bijvoorbeeld in de major (delen van) blokken gelijktijdig te volgen of door zelfstudie. In de minors kunnen studenten via een persoonlijke leerweg hun studie versnellen. Meer in het algemeen kan worden gesteld dat het programma flexibel is. De examencommissie biedt de studenten die willen versnellen op grond van bewijzen van kunnen daartoe de mogelijkheid. NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor 23

De studeerbaarheid van het programma en de studielast worden met behulp van studentenpanels en ISEK-lijsten onderzocht. De opleiding legt vast hoe de uitkomsten worden gebruikt voor verbeteringen. Uit de Keuzegids Hoger Onderwijs 2006-2007 blijkt dat studenten positief oordelen over de studeerbaarheid van het programma (score 7,2) Facet 2.5 Instroom Voldoende Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De toelatingseisen zijn vastgelegd in het statuut en het OER. Naast diploma s kunnen studenten op grond van competenties verworven door werkervaring en opleiding toegelaten worden. De opleiding werft studenten via open dagen, de website, advertenties en bezoeken aan middelbare scholen. Instroom is mogelijk in september en februari. De meeste studenten zijn in het bezit van een havo-diploma en komen uit de regio. Om de aansluiting tussen opleidingen zo goed mogelijk te laten verlopen, beschikt de hogeschool over een assessmentcentrum. Bij alle eerstejaars studenten wordt bij aanvang van de opleiding een intake-assessment, een zogenoemde nulmeting, afgenomen (competentietest en leerstijlentest). Aldus krijgen zij inzicht in hun sterke en te ontwikkelen punten. Voor verpleegkundige zij-instromers (met minimaal twee jaar werkervaring in een aan de verpleegkunde gelieerde setting) is een specifiek assessment ontwikkeld. Dit stelt de opleiding in staat een programma op maat aan te bieden. De opleiding onderscheidt verschillende instroomprofielen van studenten met bijpassende trajecten. Voor BIG-geregistreerde verpleegkundigen (niveau 4 inclusief in-service) is een verkort duaal traject mogelijk. De gemiddelde studieduur is 2 jaar. Een werkkring in de gezondheidszorg en een leerarbeidsovereenkomst van de werkgever zijn vereist. Evenzo is voor BIG-geregistreerde verpleegkundigen niveau 4 een verkorte deeltijdopleiding mogelijk. De gemiddelde studieduur is 3 jaar. Een 12- urige werkkring in de gezondheidszorg evenals een werkgeversverklaring zijn vereist. Versnelling op maat is mogelijk voor vwo ers, excellente havisten met biologie, zijinstromers en de studenten van de hbo-opleiding Sociale Studies. Versnellen in de major is mogelijk door delen van blokken parallel te volgen of zelfstudie. In de minors kunnen studenten, binnen de kaders van de wet BIG, door de persoonlijke leerweg de studie verkorten. De opleiding schrijft in de zelfevaluatie dat uit evaluatie blijkt dat de overgang van mbo naar hbo voor BIG-geregistreerden vanwege de zelfsturing en het competentieleren geen sinecure is. In het gesprek met het panel is dit door de 24 NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor

studenten bevestigd. De opleiding onderzoekt of het nodig is het studietraject aan te passen. Voor niveau 4 studenten bestaat er de mogelijkheid een doorstroommodule te volgen die de overgang van mbo naar hbo makkelijker maakt. Deze module is in samenspraak met verschillende ROC s ontwikkeld. Het panel heeft van studenten vernomen dat de module niet passend is, omdat de module is bedoeld voor het (oude) PGO-programma. De opleiding werkt aan een andere module. Facet 2.6 Duur Goed Criteria - De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: hbobachelor: 240 studiepunten (EC). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De studiebelasting wordt uitgedrukt in EC (1 EC komt overeen met 28 studiebelastingsuren). Ieder studiejaar heeft een studielast van 60 EC. De opleiding bestaat uit een major van 120 EC en twee minoren van elk 60 EC. Hiermee voldoet de opleiding aan de formele eisen ten aanzien van de omvang voor de hbo-bachelor. Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Windesheim heeft in haar onderwijsbeleid gekozen voor het centraal stellen van het leren van de student. Deze keuze is uitgewerkt in de vorm van vraagsturing, competentiegericht leren en aansluiting bij de leerwensen van zowel studenten als het werkveld. In het onderwijsconcept zijn reflectie, zelfsturing en beroepsrelevantie sleutelbegrippen. Windesheim gaat uit van competentiegericht onderwijs. Dit komt voort uit de opvatting dat een hogere beroepsopleiding opleidt tot een beroepsoefenaar die niet alleen kennis bezit, maar deze kennis ook kan toepassen in producten, processen en diensten. Competenties zijn persoonsgebonden en impliceren een integratie tussen kennis, vaardigheden, attitude en persoonlijke kwaliteiten. Kenmerkend voor competentiegericht leren is dat de student stelselmatig werkt aan zijn bekwaamheid om beroepsmatig te handelen in uiteenlopende situaties. De student demonstreert dit in zichtbaar gedrag. Studenten zijn zelf actief om zich de beoogde competenties eigen te maken in een stimulerende en uitdagende leeromgeving. NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor 25

De opleiding schrijft in de zelfevaluatie dat competentiegericht onderwijs betekent dat wordt uitgegaan van authentieke taken en producten met een sterke relatie met de beroepspraktijk. Verder is er sprake van een toenemende integratie van kennis, vaardigheden en beroepshouding in de werkvormen (en de toetsing). Het didactisch principe van competentieleren is vormgegeven via verschillende leerlijnen. Het nieuwe programma kent een opbouw van minder naar meer competentiegericht en van minder naar meer vraaggestuurd. Aldus maken studenten een geleidelijke overgang naar een vergaande vorm van zelfsturing. In de loop van de studie neemt de zelfstandigheid van de student toe, het aantal contacturen neemt af en het aantal uren voor zelfstudie en het belang van beroepsproducten neemt toe. In de loop van de studie is er steeds meer ruimte voor eigen invulling binnen het programma van de student. Er is sprake van een persoonlijke leerweg waarin zelfsturing, eigen verantwoordelijkheid en ruimte voor de eigen individualiteit centrale begrippen zijn. De opleiding kiest bewust voor een diversiteit in werkvormen en materialen (blended learning) om aan te sluiten bij de diversiteit in leerstijlen van studenten en de verschillende leerlijnen. De opleiding maakt gebruik van (werk)colleges, vaardigheidslessen, projectonderwijs, reflectiebijeenkomsten, studieloopbaanbijeenkomsten, zelfstudie en praktijkleren. Ook wordt gebruik gemaakt van e-learning. De werkvormen en het studiemateriaal stimuleren de zelfsturing van het leerproces van de student door uit te gaan van een actieve wijze van kennisverwerving door de student. Iedere student heeft een POP en een portfolio die hij zelf beheert. Vanwege de diversiteit aan leervragen in de verdiepende minors en de coachende rol van de docenten in de werkgroepen volgt het RVT Minors in 2006 scholing op het gebied van action learning. Deze scholing wordt jaarlijks herhaald. Uit de Keuzegids Hoger Onderwijs 2006-2007 blijkt dat studenten positief oordelen over de werkvormen (score 7,2). Uit evaluaties door de opleiding en uit het gesprek van het panel met de studenten blijkt dit eveneens. Facet 2.8 Beoordeling en toetsing Goed Criteria - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding onderscheidt binnen het competentieleren leerlijnen; binnen deze leerlijnen zijn bijbehorende toetsvormen vastgesteld. De opleiding maakt analoog aan de werkvormen gebruik van uiteenlopende toetsvormen (blended toetsing). Het zelfevaluatierapport bevat een overzicht van de gehanteerde toetsvormen. Hieruit blijkt dat gebruik wordt gemaakt van werkstukken, verslagen, beroepshandelingen, meerkeuzevragen of juist/onjuist vragen, 26 NQA - visitatie Hogeschool Windesheim opleiding Verpleegkunde, hbo-bachelor