Aan burgemeester en wethouders inkomen:.? m m Datum: Sector/stafafdeling: Portefeuillehouder: Ontworpen door: 6 mei 2015 BZM Burgemeester J.M. Kraak-Brouwer par.: "[TT reg.nr.: >v.^^ ^Wl( zaaknr.: 2! o 2_b ^ b par. afd.hfd. par. hfd.stafafd. medeparaaf: Onderwerp: Stadsregio Rotterdam, opheffingsbesluit gemeenschappelijke regeling Gevraagde beslissing burgemeester: 1. Instemmen met besluit tot opheffing van de Gemeenschappelijke Regeling stadsregio Rotterdam, vastgesteld 16 december 2009; 2. De datum van opheffing vaststellen op 1 juli 2015. Gevraagde beslissing college: 1. Instemmen met besluit tot opheffing van de Gemeenschappelijke Regeling stadsregio Rotterdam, vastgesteld 16 december 2009; 2. De datum van opheffing vaststellen op 1 juli 2015. Gevraagde beslissing commissie: 1. De raad positief te adviseren om het besluit tot opheffing van de stadsregio Rotterdam vast te stellen, en de datum van opheffing vast te stellen op 1 juli 2015. Gevraagde beslissing raad: 1. Instemmen met besluit tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling Stadsregio Rotterdam, vastgesteld 16 december 2009; 2. De datum van opheffing vast te stellen op 1 juli 2015. Beslissing burgemeester d.d. Beslissing B & W d.d. bespreken {5$ conform afwijkend besluit D aangehouden pag. 1 van 3
Besluitvormingstraject Commissie datum: advies B.Z.M. Samenleving Grondgebied Raad Bezw. schr. Ef D D m D A ja 26-05-2015 09-06-2015 OR D GO D Samenvatting Door de inwerkingtreding van de Wet opheffing wgr-plusregio's is de wettelijke status van de Stadsregio Rotterdam per 1 januari 2015 vervallen. De gemeenschappelijke regeling wordt opgeheven. Door de recente wijziging van artikel 54, tweede lid van de gemeenschappelijke regeling is het mogelijk dat deze opheffing plaatsvindt per 1 juli 2015. Hiertoe moet nog wel formeel besloten worden door college, raad en burgemeester van de deelnemende gemeenten. 1. Inleiding Door de inwerkingtreding van de Wet opheffing wgr-plusregio's is de wettelijke status van de Stadsregio Rotterdam per 1 januari 2015 vervallen. De gemeenschappelijke regeling wordt opgeheven door de deelnemende gemeenten. Door de recente wijziging van artikel 54, tweede lid van de gemeenschappelijke regeling is het mogelijk dat deze opheffing plaatsvindt per 1 juli 2015. Dit moet nog wel formeel bekrachtigd worden door alle bestuursorganen van de deelnemende gemeenten. Het ontwerp opheffingsbesluit van de Stadsregio Rotterdam is u op 28 januari per brief van de Stadsregio ter consultatie aangeboden. Het ontwerpbesluit is behandeld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 17 februari 2015 en vervolgens in de commissievergadering BZM van 31 maart 2015. De behandeling in de vergaderingen van Brielle heeft geen aanleiding gegeven tot een verzoek tot inhoudelijke aanpassingen van het opheffingsbesluit. De schriftelijke reacties van gemeenten zijn opgenomen in deze bijgevoegde Nota van Beantwoording. De nota van beantwoording is vastgesteld door het AB tijdens de vergadering van 22 april 2015. De schriftelijke reacties van gemeenten hebben het AB geen aanleiding gegeven tot wijziging van het ontwerp opheffingsbesluit. In de vergadering van 22 april 2015 van het AB is het ontwerp opheffingsbesluit definitief vastgesteld. Na deze vaststelling van het ontwerp opheffingsbesluit dient het opheffingsbesluit door alle bestuursorganen van alle deelnemende gemeenten van de stadsregio Rotterdam formeel te worden vastgesteld. De termijn voor besluitvorming door de bestuursorganen van de deelnemers aan de stadsregio Rotterdam is vastgesteld op 25 juni 2015 en de datum van inwerkingtreding van de opheffing van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam op 1 juli 2015. pag. 2 van 3
2. Beoogd effect Opheffing gemeenschappelijke regeling Stadsregio Rotterdam per 1 juli 2015. 3. Argumenten De gemeenschappelijke regeling Stadsregio Rotterdam dient te worden opgeheven, als logisch gevolg van de aanname van de Wet Opheffing Wgr-plusregio's. 4. Draagvlak en risico's De gemeenten hebben eerder reeds ingestemd met het ontwerpbesluit tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling. Ingediende zienswijzen hebben geen aanleiding gegeven tot aanpassing van het ontwerpbesluit. 5. Aanpak/uitvoering Voordat de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam per 1 juli 2015 kan worden opgeheven, dienen college, raad en burgemeester het opheffingsbesluit vast te stellen. Het AB heeft de termijn voor ondertekening gesteld op 25 juni 2015. De opheffing zal dan in werking treden met ingang van 1 juli 2015. Na opheffing blijft de gemeenschappelijke regeling in aangepaste vorm voortbestaan als stadsregio in liquidatie (SR-il). Deze SR-il blijft bestaan totdat de laatste verplichtingen van de stadsregio zijn afgerekend. 6. Communicatie Door Stadsregio Rotterdam. 7. Organisatorische en /of personele aspecten n.v.t. 8. Juridische aspecten Zie boven 9. Kosten, baten en dekking n.v.t. 10. Advies 1. Instemmen met besluit tot opheffing van de Gemeenschappelijke Regeling stadsregio Rotterdam, vastgesteld 16 december 2009; 2. De datum van opheffing vaststellen op 1 juli 2015. Bijlage(n): Brief DB Stadsregio Rotterdam d.d. 23 april 2015; Format besluit. EI bijlagen meezenden pag. 3 van 3
G E M E E N T V. m &ÏÏUV rf> Aan de raad. Agendanummer Volgnummer Raadsvergadering Kenmerk Onderwerp 09 juni 2015 stafafdeling bestuurlijke zaken en middelen Opheffingsbesluit gemeenschappelijke regeling Stadsregio Rotterdam Brielle, 12 mei 2015 Beslispunt: 1.Instemming met opheffing van de gemeenschappelijke regeling Stadsregio Rotterdam, vastgesteld 16 december 2009; 2.De datum van opheffing vast te stellen op 1 juli 2015. 1. Inleiding Door de inwerkingtreding van de Wet opheffing wgr-plusregio's is de wettelijke status van de Stadsregio Rotterdam per 1 januari 2015 vervallen. De gemeenschappelijke regeling wordt opgeheven. Door de recente wijziging van artikel 54, tweede lid van de gemeenschappelijke regeling is het mogelijk dat deze opheffing plaatsvindt per 1 juli 2015. Dit moet nog wel formeel besloten worden door alle bestuursorganen van de deelnemende gemeenten. Het ontwerp opheffingsbesluit van de Stadsregio Rotterdam is u op 28 januari per brief van de Stadsregio ter consultatie aangeboden. Het ontwerpbesluit is behandeld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 17 februari 2015 en vervolgens in de commissievergadering BZM van 31 maart 2015. De behandeling in de vergaderingen van Brielle heeft geen aanleiding gegeven tot een verzoek tot inhoudelijke aanpassingen van het opheffingsbesluit. De schriftelijke reacties van gemeenten zijn opgenomen in deze bijgevoegde Nota van Beantwoording. De nota van beantwoording is vastgesteld door het AB tijdens de vergadering van 22 april 2015. De schriftelijke reacties van gemeenten hebben het AB geen aanleiding gegeven tot wijziging van het ontwerp opheffingsbesluit. In de vergadering van 22 april 2015 van het AB is het ontwerp opheffingsbesluit definitief vastgesteld. Na deze vaststelling van het ontwerp opheffingsbesluit dient het besluit door alle bestuursorganen van alle deelnemende gemeenten van de stadsregio Rotterdam formeel te worden genomen. De termijn voor besluitvorming door de bestuursorganen van de deelnemers aan de stadsregio Rotterdam is vastgesteld op 25 juni 2015 en de datum van inwerkingtreding van de opheffing van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam op 1 juli 2015.
2. Beoogd effect Opheffing gemeenschappelijke regeling Stadsregio Rotterdam per 1 juli 2015. 3. Argumenten De gemeenschappelijke regeling Stadsregio Rotterdam wordt opgeheven als logisch gevolg van de aanname van de Wet Opheffing Wgr-plusregio's. 4. Draagvlak en risico's Door alle deelnemende gemeenten is ingestemd met het ontwerp opheffingsbesluit. Ingediende zienswijzen hebben geen aanleiding gegeven tot aanpassing van het ontwerpbesluit. 5. Aanpak/uitvoering Voordat de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam per 1 juli 2015 kan worden opgeheven, dienen college, raad en burgemeester het opheffingsbesluit vast te stellen. Het AB heeft de termijn voor ondertekening gesteld op 25 juni 2015. De opheffing zal dan in werking treden met ingang van 1 juli 2015. 6. Communicatie Door Stadsregio Rotterdam. 7. Kosten, baten en dekking n.v.t. 8. Advies commissie(s) De commissie BZM heeft in de vergadering van 26mei 2015 Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Brielle, de secretaris, de burgemeester, P. Schouten G.G.J. Rensen Par.
GEMEENTE Brielle Volgnummer Kenmerk Onderwerp stafafdeling bestuurlijke zaken en middelen Opheffingsbesluit gemeenschappelijke regeling Stadsregio Rotterdam De raad van de gemeente Brielle; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 mei 2015, volgnummer: gelet op artikel 9, eerste lid, Wet gemeenschappelijke regelingen; gelet op artikel 54, eerste lid, van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam; gelet op artikel 54, tweede lid, van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam, zoals geldend met ingang van 1 maart 2015. gelet op de Wet afschaffing plusregio's; besluit: 1. In te stemmen met opheffing van de gemeenschappelijke regeling Stadsregio Rotterdam, vastgesteld 16 december 2009; 2. De datum van opheffing vast te stellen op 1 juli 2015. Aldus besloten door de gemeenteraad van Brielle in de openbare vergadering van 9 juni 2015 de griffier, de voorzitter, Par: L.C.M, van Steijn G.G.J. Rensen
STADSREG i^ ROTTERDAM Aan: Colleges van B&W van de deelnemende gemeenten van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam GEMEENTE BRIELI.E In Sehondoling bij f\ KfPjf^VC Kopie C (Jt i«v.;t;('-!)_ Hum....b^:Zo^t>Ub 1 '".ei r. datum ons kenmerk steller telefoon uw kenmerk betreft 23 april 2015 151275 S.W. Nettinga 010-2672864 Vaststellen opheffingsbesluit Ingekomen l 0 APK /Ö15 Reg.nr. t5vjj/i Geacht college, : :_r i _L~ Alle deelnemende gemeenten van de stadsregio Rotterdam zijn in de gelegenheid gesteld hun zienswijze ten aanzien van het ontwerp opheffingsbesluit kenbaar te maken. Alle gemeenten die hun zienswijze kenbaar hebben gemaakt, hebben ingestemd met het ontwerp opheffingsbesluit. De reacties zijn verwerkt in de Nota van Beantwoording opheffingsbesluit, welke is vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur op 22 april 2015. De Nota van Beantwoording opheffingsbesluit is als bijlage bij deze brief gevoegd. Het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam heeft in zijn vergadering op 22 april 2015 het bijgevoegd ontwerp opheffingsbesluit vastgesteld. Tot de daadwerkelijke opheffing wordt besloten via een uniform en unaniem besluit van alle bestuursorganen van alle deelnemende gemeenten van de stadsregio Rotterdam. Verdere procedure Voordat de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam kan worden opgeheven per 1 juli 2015 dient uw college, uw raad en uw burgemeester het opheffingsbesluit vast te stellen. De digitale versie van het opheffingsbesluit wordt tevens per e-mail verzonden naar uw griffier, zodat de datums van besluitvorming hierin kunnen worden aangepast. Termijn Het algemeen bestuur heeft in de vergadering van 22 april 2015 de termijn voor ondertekening gesteld op 25 juni 2015. Wij dienen de ondertekende besluiten dan ook voor 25 juni 2015 van u te ontvangen. De opheffing zal in werking treden met ingang van 1 juli 2015. Meent 106 1 Postbus 21051 S 3001 AB Rotterdam i T 010 267 23 89 8 F 010 267 16 60 I Einfo@sr.rotterdam.nl» I www.stadsregio.info B O U W E N AAN S A M E N H A N G
STADSREGIO R O T -^ t- f< D A Vi * SR-il Na de opheffing blijft de gemeenschappelijke regeling in aangepaste vorm (zie liquidatieplan stadsregio Rotterdam 2015) nog voortbestaan als stadsregio in liquidatie (SR-il). De SR-il blijft bestaan tot dat de laatste verplichtingen van de stadsregio zijn afgerekend. Vragen? Voor eventuele vragen kunt u zich wenden tot Christa Lamberti (telefonisch via 010-2673852, per e-mail via c.lamberti@sr.rotterdam.nl) of Willem Nettinga (telefonisch via 010-2672864, per e-mail via w.nettlnqa@sr.rotterdam.nl}. Hoogachtend, het dagelijks bestuur van de stadsregio, voorzitter Bijlage: Nota van Beantwoording; Opheffingsbesluit. BOUWEN AAN S A M E N H A N G
Nota van beantwoording ontwerp Ooheffmosbestuit stadsregio Rotterdam Inleiding Het dagelijks bestuur heeft op 28 januari 2015 ingestemd met het ontwerp Opheffingsbesluit stadsregio Rotterdam. Bij brief van 28 januari 2015 zijn de deelnemende gemeenten van de stadsregio Rotterdam in de gelegenheid gesteld om hun zienswijze ten aanzien van het ontwerp Opheffingsbesluit stadsregio Rotterdam kenbaar te maken. De gemeenten hebben tot 27 maart 2015 de gelegenheid gekregen om hun zienswijze kenbaar te maken ten aanzien van het ontwerp Opheffingsbesluit. Hieronder een overzicht van de reacties per gemeente: Westvoorne Het college van burgemeester en wethouders heeft op 3 maart 2015 aangegeven dat zij geen nadere opmerkingen hebben over het ontwerp Opheffingsbesluit. Rotterdam Het college van burgemeester en wethouders heeft op 16 maart 2015 aangegeven dat zij zich in het aangeboden ontwerp Opheffingsbesluit kunnen vinden. De gemeenteraad zal het college van burgemeester en wethouders mandateren om het definitieve opheffingsbesluit te ondertekenen, indien dit gelijkluidend is aan het thans voorliggende ontwerp Opheffingsbesluit. Capelle aan den IJssel (onder voorbehoud van raadsbesluit 30 maart 2015) Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel heeft op 18 maart 2015 aangegeven dat aan de gemeenteraad wordt voorgesteld geen zienswijze in te dienen ten aanzien van het ontwerp Opheffingsbesluit. Ba ren dracht De gemeenteraad heeft op 24 maart 2015 het ontwerp Opheffingsbesluit besproken en ziet geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Schiedam De gemeenteraad heeft op 24 maart 2015 ingestemd met het ontwerp Opheffingsbesluit en heeft besloten geen zienswijze in te dienen. Vlaardingen De gemeenteraad heeft op 26 maart 2015 ingestemd met het ontwerp Opheffingsbesluit en besloten geen zienswijze in te dienen. Ridderkerk De gemeenteraad heeft op 26 maart 2015 ingestemd met het ontwerp Opheffingsbesluit en heeft aangegeven geen aanleiding te zien tot het maken van opmerkingen. Krimpen aan den IJssel (onder voorbehoud van raadsbesluit 2 april 2015) Op 26 maart 2015 heeft de raadscommissie van Krimpen aan den IJssel het ontwerp Opheffingsbesluit besproken en aan de gemeenteraad geadviseerd om in te stemmen met het ontwerp Opheffingsbesluit en geen zienswijze in te dienen.
Overige gemeenten Geen reactie ontvangen. Aanpassingen De zienswijzen hebben niet geleid tot een aanpassing van het ontwerpbesluit. In de vergadering van 11 maart 2015 heeft het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam het ontwerp Opheffingsbesluit vastgesteld onder het voorbehoud dat de door de gemeenten ingediende zienswijze geen aanleiding geven tot inhoudelijke aanpassing van het ontwerp opheffingsbesluit.
Aanvullende Nota van beantwoording Qpheffinqsbesluit stadsregio Rotterdam Inleiding Het dagelijks bestuur heeft op 30 maart 2015 in een schriftelijke besluitvormingsronde ingestemd met de Nota van Beantwoording Ontwerp Opheffingsbesluit. Vanwege het feit dat na de sluiting van de zienswijzeperiode (te weten 27 maart 2015) nog een aantal zienswijze is ontvangen, worden deze hieronder (voorzover nodig voorzien van een reactie) weergegeven: Capelle aan den IJssel Het college heeft de stadsregio op 18 maart 2015 reeds geïnformeerd over het te verwachten besluit van de gemeenteraad, dat geen zienswijze wordt ingediend. Op 31 maart 2015 heeft het college laten weten dat de gemeenteraad conform het advies van de commissie Bestuur, Veiligheid en Middelen heeft besloten geen zienswijze in te dienen. Lansingerland De gemeenteraad heeft bij brief van 1 april 2015 aan de stadsregio laten weten geen opmerkingen te hebben op het Opheffingsbesluit. Hellevoetsluis Het college heeft op 2 april 2015 laten weten dat de raad geen nadere opmerkingen heeft op het Opheffingsbesluit. Nissewaard Het college heeft op 7 april 2015 laten weten dat de raad op 1 april 2015 het Opheffingsbesluit heeft besproken. De raad heeft geen nadere opmerkingen op het Opheffingsbesluit. Albrandswaard De gemeenteraad van Albrandswaard heeft de stadsregio Rotterdam op 13 april 2015 geïnformeerd over de behandeling in de raad van 7 april 2015. Het Opheffingsbesluit geeft de raad geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Gemeente Maassluis en Brielle Geen reactie ontvangen. Aanpassingen De zienswijzen hebben niet geleid tot een aanpassing van het Opheffingsbesluit stadsregio Rotterdam.
Bestuit De raad, respectievelijk het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente @@@, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft; Overwegende: dat de Wet afschaffing plusregio's op 1 januari 2015 inwerking is getreden, waarmee hoofdstuk XI van de Wet gemeenschappelijke regeling met ingang van 1 januari 2015 is komen te vervallen; na wijziging van de gemeenschappelijke regeling de mogelijkheid ontstaat om de stadsregio Rotterdam op te heffen per 1 juli; opname in het register van de minister van binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties, als bedoeld in (oud) artikel 109 van de wet gemeenschappelijke regeling, zoals genoemd in artikel 54, tweede lid, gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam niet langer noodzakelijk is nu artikel 109 van de wet is komen te vervallen per 1 januari 2015. gelet op artikel 9, eerste lid, Wet gemeenschappelijke regelingen; gelet op artikel 54, eerste lid, van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam; gelet op artikel 54, tweede lid, van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam, zoals geldend met ingang van 1 maart 2015. gelet op de Wet afschaffing plusregio's; gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van 22 april 2015; besluiten: 1. tot opheffing van gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam, zoals vastgesteld 16 december 2009; 2. de datum van de opheffing vast te stellen op 1 juli 2015. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente @@@ d.d. @@@@ de secretaris, de voorzitter, Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente @@@ d.d. @@@ de secretaris, de burgemeester, Aldus besloten door de burgemeester van de gemeente @@@@ d.d. @@@ de burgemeester,