1. De geometrie van een axiale stromingsmachine kennen. 2. Verschil in geometrie tussen axiale compressor en turbine begrijpen

Vergelijkbare documenten
5. De ontwerpparameters van een stoomturbine kennen

WINDENERGIE : STROMINGSLEER

Figuur 7.23: Tegendrukturbine

Langere vraag over de theorie

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.

kringloop TS diagram berekeningen. omgevingsdruk / aanzuigdruk na compressor na de verbrandingskamers na de turbine berekend:

Examen H1B0 Toegepaste Mechanica 1

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 7. Stoomturbines en hydraulische turbines. 7.1 Axiale stoomturbines met gelijkdrukprincipe

Wat gaan we doen? Koken van water: wat gebeurt er ( temperatuur, energie, druk) Leren opzoeken in stoomtabellen. Diagrammen van water en stoom

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

Wiskundige vaardigheden

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS APRIL uur

Tentamen Mechanica ( )

Roto dynamische pompen

Langere vraag over de theorie

Verzameling oud-examenvragen

Examen Algemene natuurkunde 1, oplossing

3. Beschouw een zeer goede thermische geleider ( k ) in de vorm van een cilinder met lengte L en straal a

Maar het leidde ook tot een uitkomst die essentieel is in mijn werkstuk van een Stabiel Heelal.

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

Δh c = c. u = c cosα [m/s] 2 α 1 = intreehoek [ ] u = schoepsnelheid [m/s] c 1 = intreesnelheid [m/s] c 2 = uittrede snelheid [m/s] 2.

Oefeningen Smering : toepassing van de Navier-Stokes vergelijkingen

Tentamen Klassieke Mechanica, 29 Augustus 2007

Formuleblad college Stromingsleer wb1225

Relativistische interacties. N.G. Schultheiss

Impuls en stoot. De grootheid stoot Op basis van de tweede wet van Newton kan onderstaand verband worden afgeleid. F = m a = m Δv Δt.

Examen VWO. Wiskunde B Profi

wiskunde B pilot vwo 2017-II

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10

Hogeschool Rotterdam Cluster engineering Studierichting Autotechniek Reader Alternatieve Aandrijving ALA01 Bijlage: symbolenlijst

Examen Klassieke Mechanica

KeCo-opgaven mechanica (arbeid en energie) HAVO4

Formule blad College Stromingsleer Wb1220

7 a. 8 a. de Wageningse Methode Antwoorden H24 GONIOMETRIE HAVO 1

1e bachelor ingenieurswetenschappen Modeloplossing examen oefeningen analyse I, januari y = u sin(vt) dt. wordt voorgesteld door de matrix

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 21 juni uur

2.1 Bepaling van een eenparige rechtlijnige beweging...39

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 20 juni :00-12:00. Leg je collegekaart aan de rechterkant van de tafel.

EXAMEN STOOMTURBINES EPT (nr 120)

7 a. 8 a. de Wageningse Methode Antwoorden H24 GONIOMETRIE HAVO 1

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur

V A D E M E C U M M E C H A N I C A. 2 e 3 e graad. Willy Cochet Pagina 1

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

0. voorkennis. Periodieke verbanden. Bijzonder rechthoekige driehoeken en goniometrische verhoudingen

Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C Januari uur

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 22 juni :00-12:00. Schrijf op elk vel uw naam en studentnummer. Schrijf leesbaar.

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo I

OVER HET WARMTETHEOREMA VANNERNST DOOR H. A. LORENTZ.

1. Langere vraag over de theorie

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Achter dit examen is een erratum opgenomen.

Space Experience Curaçao

Examen Klassieke Mechanica

Fietsenstalling. Eigenschappen voor Polycarbonaat. Maximale gebruikstemperatuur. Lineaire uitzettingscoëfficiënt. Brandgedrag

wiskunde B vwo 2016-I

Vraag (1a): Bepaal de resulterende kracht van de hydrostatische drukken op de rechthoekige plaat AB (grootte, richting, zin en aangrijpingspunt).

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)

Op basis van de tweede wet van Newton kan onderstaand verband worden afgeleid. F = m a = m Δv Δt

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

DE AFWIKKELING VAN EEN AFGEKNOTTE KEGEL

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

Thermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit

vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode

Zomercursus Wiskunde. Module 11 Minimum-Maximumproblemen (versie 22 augustus 2011)

6. Goniometrische functies.

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

4. Maak een tekening:

Hoofdstuk 22 De Wet van Gauss

Eindexamen vwo natuurkunde II

Opgave 1 Golven op de bouwplaats ( 20 punten, ) Een staalkabel met lengte L hangt verticaal aan een torenkraan.

Calculus I, 23/11/2015

Rakende cirkels. We geven eerst wat basiseigenschappen over rakende cirkels en raaklijnen aan een cirkel.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2001-II

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2007-II

Tentamen Warmte-overdracht

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.

Tentamen Warmte-overdracht

Opdracht 1 bladzijde 8

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)

****** Deel theorie. Opgave 1

Eindexamen vwo natuurkunde I

De bisectie methode uitgelegd met een makkelijk voorbeeld

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback

Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Eventuele naam of uitleg

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback

Notaties 13. Voorwoord 17

Test-examen Warmte-overdracht (16 mei 2014)

2 Inproduct. Verkennen. Uitleg

( ) ( r) Stralingstransport in een HI wolk. kunnen we dit herschrijven als: en voor een stralende HI wolk gezien tegen een achtergrondstralingsveld

Verrassende uitkomsten in stromingen

Hoofdstuk 23 Electrische Potentiaal. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Foutenberekeningen Allround-laboranten

Transcriptie:

Hoofdstuk 5 Axiale machines Doelstellingen 1. De geometrie van een axiale stromingsmachine kennen 2. Verschil in geometrie tussen axiale compressor en turbine begrijpen 5.1 Geometrie van de axiale machine Figuur 5.1: profiel van de axiale machine 5.1

5.2 HOOFDSTUK 5. AXIALE MACHINES Op bovenstaande figuur zien we de geometrie van de axiale machine. Dit is een oneindige, want roterende, schoepenrij met als basisgrootheden: s: de steek, dit is de onderlinge afstand tussen de schoepen op een schoepenrij. γ: de stelhoek, dit is de hoek waaronder de schoepen geplaatst worden c: de koorde, dit is de lengte van de schoep Bij axiale machines heeft men steeds twee types schoepenrijen, een rotor die rond draait en de thermische in kinetische energie zal omzetten en een stator die eigenlijk dient als leischoep dus deze zal de snelheid van richting doen veranderen. We zien terug een snelheidsdriehoek en als we hiervan de snelheden bekijken beschouwen we in het geval van de stator de absolute snelheden en in het geval van de rotor de relatieve snelheden.de hoeken worden positief in de richting van u genomen Figuur 5.2: snelheidsdriehoek Hierin is w: relatieve snelheid, dus de snelheid over de schoep u: sleepsnelheid, dus de snelheid samen met de schoep of de rotatiesnelheid c: absolute snelheid dus de vectoriele som van beide voorgaande

5.2. WERKING VAN DE AXIALE MACHINE 5.3 5.2 Werking van de axiale machine Wat als eerste opvalt aan figuur 5.2 is dat w a = c a. Nu gaan we eens kijken naar het behoud van massa en hiertoe gebruiken we dan ook de behoudswet dṁ = ρw ds = 0 Figuur 5.3: behoudswet op de rechthoek De stroomlijnen volgen de twee schuine zijden van de rechthoek dus daar vloeit geen fluidum door waardoor enkel nog de zijden langs in en uitgang moeten in beschouwing genomen worden. 0 = ρw ds 1 + S 1 ρw ds 2 S 2 Dit wordt na uitwerking van het vectorprodukt 0 = ρ 1 w 1 cos β 1 s 1 h 1 + ρ 2 w 2 cos β 2 s 2 h 2 want in dit geval is ds=s.h met s,de steek en h, de hoogte van de schoep. Hieruit kunnen we de geometrie afleiden 1. compressor: de dichtheid neemt toe. De hoogte moet dalen als de snelheid ongeveer constant blijft. 2. turbine: de dichtheid neemt af dus de hoogte moet toenemen bij ongeveer gelijke snelheden.

5.4 HOOFDSTUK 5. AXIALE MACHINES Stel nu dat de schoepenrij is vlak dus s en h zijn ongeveer constant per schoepenrij blijft de dichtheid ongeveer constant, de verandering is klein en we werken met een soort gemiddelde. Dan levert de continuiteitsvergelijking w 1 cos β 1 = w 2 cos β 2 = w a Hiermee kunnen we een onderscheid maken in de stelhoek γ. compressor:p 2 > p 1 dan volgt uit Bernouilli dat w 2 < w 1. De snelheid van de stroming buigt naar de axiale richting toe. Figuur 5.4: snelheidsdriehoek compressor

5.3. TORSIE VAN DE SCHOEP 5.5 turbine:p 2 < p 1 dus w 2 > w 1 De snelheid van de stroming buigt van de axiale richting weg. Figuur 5.5: snelheidsdriehoek turbine 5.3 Torsie van de schoep Bij axiale machines moet de schoep over zijn volledig oppervlak hetzelfde belast worden. Om een zo hoog mogelijk rendement te halen en om geen extra spanningen in de schoep te creeren door ongelijke krachten. Als we kijken naar een schoep is deze bevestigd op een as. De voet staat dus op de straal r van de as maar de tip van de schoep heeft een hoogte h waardoor de tip een straal R=r+h heeft. De inkomende fluidumstroom vertoont een snelheidsdriehoek zoals op onderstaande figuur. Omdat de relatieve snelheid, een maat voor het debiet, verandert van voet naar tip zal het debiet verschillen van voet naar tip. Daarom zal er ook een verschil in kracht zijn van voet naar tip wat aanleiding geeft tot extra spanning in de schoep. Om de relatieve snelheid w constant houden van voet naar tip kan men slechts één ding doen en dat is de hoek β constant houden en de lengte van de vector w veranderen. Concreet wil dit zeggen dat de schoep een torsie zal vertonen van voet naar tip.

5.6 HOOFDSTUK 5. AXIALE MACHINES Figuur 5.6: torsie van een schoep

5.3. TORSIE VAN DE SCHOEP 5.7 Gebruik makende van het snelheidsdriehoekdiagram van een turbine van figuur 5.7 kan men de arbeid op een schoep berekenen.(zie volgend hoofdstuk) De arbeid is voor een roterend systeem het moment vermenigvuldigt met de rotatiesnelheid dus:(tip=1 en voet=2) verder zien we dat W = u(r 1 v w1 r 2 v w2 ) cotgβ = v w v f We willen kijken naar de voeding op de schoep dus zetten we de formule om in grootheid v f, wat een maat is voor het debiet, en krijgen we uiteindelijk W = u(r 1 v f1 cotgβ 1 r 2 v f2 cotgβ 2 ) Vermits we het debiet over de schoep uniform willen houden krijgen we W = uv f (r 1 cotgβ 1 r 2 cotgβ 2 ) Dus als r verandert en de arbeid over de schoep uniform moet zijn kan enkel β aangepast worden. Figuur 5.7: snelheidsdriehoek impulsturbine