DE AFWIKKELING VAN EEN AFGEKNOTTE KEGEL
|
|
- Petrus Smet
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 DE AFWIKKELIG VA EE AFGEKOTTE KEGEL F. BRACKX VAKGROEP WISKUDIGE AALYSE UIVERSITEIT GET. PROBLEEMSTELLIG Beschouw de afgeknotte kegel die ontstaat door een rechte circulaire kegel te snijden met een vlak dat niet evenwijdig is met een beschrijvende van het kegeloppervlak; het bovenvlak is dan ellipsvormig. In [] werd gevraagd aan te tonen dat, voor zover ze bestaan, de buigpunten op de bovenrand van de afwikkeling van de afgeknotte kegelmantel, corresponderen met de raakpunten van het raaklijnenpaar aan de ellipsvormige bovenrand uit de orthogonale projectie van de kegeltop op het snijvlak.. ITUÏTIEVE BEADERIG We beschouwen het rechte circulaire kegeloppervlak Σ met top S en richtcirkel Γ, gesneden door het vlak σ, dat ondersteld is niet evenwijdig te zijn met een beschrijvende van Σ (zie fig. ). Een kenmerkende eigenschap van het kegeloppervlak Σ is dat langs de beschrijvende p het raakvlak ω p vast is, d.w.z. dat in elk punt van p het raakvlak aan Σ hetzelfde is, nl. het vlak bepaald door de beschrijvende p en de raaklijn t aan Γ in het steunpunt P van p op Γ. Afwikkeling van Σ, dit is het isometrisch afbeelden van Σ op een vlakstuk, wordt vaak aanschouwelijk voorgesteld als volgt: openknippen van de kegelmantel langs een beschrijvende gevolgd door ontvouwing van de mantel tot hij in een vlak gelegen is. Een andere voorstelling van dit afwikkelingsproces bestaat erin de afwikkeling te zien als een opeenvolging van infinitesimale contactafdrukken van Σ op een raakvlak, waarbij dit raakvlak rolt over Σ en stee een beschrijvende ermee gemeen heeft. Krommen op Σ zoals Γ en Γ, worden bij afwikkeling afgebeeld op krommen Γ en Γ waarbij de raaklijnen t in P aan Γ en t in P aan Γ afgebeeld worden op de respectieve raaklijnen t in P aan Γ en t in P aan Γ (zie fig. ). Stel dat een waarnemer in het raakvlak ω p, in de buurt van de top S, met dit raakvlak meebeweegt als de beschrijvende p het kegeloppervlak beschrijft. Deze waarnemer leeft dus in het vlak van afwikkeling en neemt de afgewikkelde kromme Γ en de raaklijn eraan t waar. De waarnemer krijgt als opdracht de onderlinge ligging van Γ en t te observeren. Langs een beschrijvende zoals SA vormt het raakvlak aan Σ een scherpe hoek met het snijvlak σ en zal, vanuit de top S gezien, Γ zich aan de kant van de waarnemer van t
2 bevinden. Langs een schrijvende zoals SB daarentegen, vormt het raakvlak aan Σ een stompe hoek met het snijvlak σ en bevindt Γ zich aan de overzijde van t. Op het ogenblik dat de positie van Γ t.o.v. t wisselt, treedt op Γ een buipunt op. Dit doet zich dus voor op het ogenblik dat het raakvlak aan Σ loodrecht staat op het snijvlak σ, waarbij Γ en t lokaal samenvallen. Als ω p loodrecht staat op σ, dan bevat ω p de loodlijn SL uit S op σ, en dus ook de raaklijn uit L aan Γ. Valt de orthogonale projectie L van de top S op σ buiten Γ, dan zijn er twee buigpunten op Γ ; valt L binnen Γ, dan zijn er geen buigpunten op Γ ; valt L op Γ, wat zich voordoet als σ loodrecht staat op een beschrijvende van Σ, dan vallen de beide buigpunten samen, waarbij het karakter van buigpunt verloren gaat aangezien Γ de raaklijn in L niet gaat doorsnijden. 3. EKELE ELEMETE UIT DE STUDIE VA VLAKKE KROMME Beschouw de gladde boog C gegeven door de parametervoorstelling r( s), < s < l, waarbij als parameter de booglengte s langs C is gekozen. In elk punt van C heeft de raaklijn aan C de richting van de vector dr T( s) =. De vector T ( s) heeft de oriëntatie van de zg. positieve raaklijn t waarbij de positieve zin op de raaklijn overeenstemt met deze zin op de boog C waarbij de booglengte toeneemt. De vector T ( s) is bovendien een eenheivector: T s T s " T ( ) = ( ) ( s) =, waaruit volgt, door afleiding naar s, dat dt T( s) " =. Dit betekent dat de vector dt, niet langer een eenheivector, loodrecht staat op T ( s) en dus gelegen is langs de normaal aan C in het beschouwde punt. oemen we ( s)de eenheivector die ontstaat door T ( s) te wentelen over een rechte hoek in tegenwijzerszin, waardoor de richting van de normaal bezit, dan geldt d r dt s s = = ( ). ( ) Hierbij is de functie, de zg. kromming, een maat voor de verandering van richting ( s ) van de raaklijn per eenheid van booglengte. Aangezien dt stee georiënteerd is naar de convexe kant van de boog toe, is de kromming positief als ( s) gelegen is aan de ( s) concave kant van de boog. In een punt van de boog C waar de kromming nul wordt en daarbij van teken verandert, verandert de draaiingszin van de raaklijn, gaat omklappen van de convexe
3 naar de concave kant van de boog (of omgekeerd), zal de boog de raaklijn doorsnijden, m.a.w. is er een buigpunt. De omgekeerde functie van de kromming, ( s ), heet de kromtestraal van C in het beschouwde punt. In elk punt van de boog C kan men de cirkel met middelpunt r ( s) + ( s) ( s) gelegen op de normaal aan de convexe kant van de boog, en straal ( s ) beschouwen. Dit is de zg. osculatiecirkel. In elk punt van C zijn r ( s), dr en d r gelijk voor de boog C en de osculatiecirkel. Als men doorsnijding van bogen een zg. contact van de eerste orde noemt, aanraking van bogen een zg. contact van de tweede orde, etc., dan hebben boog en osculatiecirkel een contact van orde ten minste drie. In een buigpunt is de kromming nul en de kromtestraal oneindig groot; de osculatiecirkel is er verworden tot een rechte, nl. de raaklijn die er een contact van orde ten minste drie met de boog heeft. Eerste voorbeeld Beschouw de cirkel met middelpunt in de oorsprong en straal R: s r s R R R s ( ) = cos, sin, s R R < π. In elk punt heeft de raaklijn de richting van dr s s T( s) = = sin, cos R R die loodrecht staat op de voerstraal. Aldus is s s ( s) = cos, sin R R stee naar de convexe kant van de cirkel gericht, en is de kromming = ( s) R stee een positieve constante. In elk punt is de kromtestraal precies de straal R van de cirkel, zodat in elk punt de osculatiecirkel samenvalt met de cirkel zelf. Tweede voorbeeld (zie figuur 3) Beschouw de verkorte cycloïde r ( t) = [ t sin t, cos t], π < t < π. Het is duidelijk dat de parameter t niet de booglengte voorstelt, aangezien dr = [ cos t, sin t] dt geen eenheivector is. De eenheivector volgens de positieve raaklijn verkrijgen we dan door normering: 3
4 en, na rotatie over een rechte hoek, is dan: terwijl dt dt = = dt (5 4cos t) T( t) = [ cos t, sin t] 5 4 cos t ( t) = [ sin t, cos t], 5 4 cos t [sin t( cos t), 5cost cos t ]. De kromming wordt dus nul, met tekenverandering, voor t = ± π ; er zijn dus twee 3 buigpunten. Op de figuur is, naast de verkorte cycloïde, ook de kromme r ( t) + ( t) ( t) getekend (let op: dit is niet de evolute ); zo ontstaat in elk punt een beeld van de kromming in dit punt en daar waar beide bogen elkaar snijden is de kromming nul, een buigpunt dus. 4. BEWIJS VA DE LOKALISATIE VA DE BUIGPUTE OP DE AFWIKKE- LIG VA DE AFGEKOTTE KEGEL We beschikken over vier vlakke krommen (zie fig. en ): () de cirkel Γ gelegen in het grondvlak van de kegel, met parametervoorstelling r ( s ), s booglengte langs Γ ; () de ellips Γ gelegen in het snijvlak σ met parametervoorstelling r ( s), s booglengte langs Γ ; (3) de afgewikkelde kromme Γ van Γ met parametervoorstelling r ( s ); (4) de afgewikkelde kromme Γ van Γ met parametervoorstelling r ( s). Hierbij is het terecht dat langs Γ en Γ dezelfde parameter s, respectievelijk s, wordt genomen als langs Γ en Γ respectievelijk, vermits bij afwikkeling de (boog-)lengte behouden blijft. Door met elk punt P van Γ het steunpunt P van de beschrijvende SP op Γ te laten overeenstemmen, wordt tussen s en s een bijectie vastgelegd. Langs Γ geldt stee : r ( s) = ( λ( s)) OS+ λ ( s) r ( s) waarbij de functie λ( s ) een maat is voor de afstand tussen de kegeltop S en het beschouwde punt op Γ ; hierbij staat r ( s ) voor de samengestelde functie r ( s ( s)). Deze 4
5 functie λ( s ) kan bepaald wordt (als functie van de afmetingen van de afgeknotte kegel) door uit te drukken dat Γ inderdaad in het snijvlak σ is gelegen. De expliciete uitdrukking van λ( s ) speelt echter geen rol in het verder verloop van het bewijs. Door tweemaal naar de parameter s af te leiden komt er : ( ) λ" λ" λ' λ λ ( s) s r T d s = OS T + waarbij en de kromming langs Γ en Γ respectievelijk voorstellen. u is Γ een cirkel met straal zodat r = en dus = u + α( s) T waarbij gesteld is : en u = λ " OS+ λ " r r λ α( s) λ' ( s) d s = + λ. Het is duidelijk dat T orthogonaal is met r en met OS, dus met u, zodat bovenstaande betrekking de ontbinding is van volgens twee orthogonale componenten. Langs de afgewikkelde kromme Γ geldt stee : r ( s) = λ ( s) r ( s), en dit gelet op het behoud van lengte en dus van de afstand SP = S P ; hier ook staat r ( s) voor de samengestelde functie r ( s ( s)). Stellen en de krommingen langs de respectieve bogen Γ en Γ voor, dan levert tweemaal afleiden naar de parameter s : u is λ r λ λ λ T d s = + + T + " '. r = r r 5
6 constant, nl. het kwadraat van het apothema van de kegel, zodat stee T r =. De raaklijn aan Γ staat dus stee loodrecht op de voerstraal, de normaal ligt dan langs de voerstraal, en aldus is gekend fenomeen uiteraard Γ een cirkelboog met straal gelijk aan het apothema van de kegel. Alzo is en ook waarbij gesteld is v r = = v + α( s) T = λ" λ Deze betrekking stelt dus de ontbinding voor van componenten langs de voerstraal en langs de raaklijn. Stel nu dat het punt Q, bepaald door r de kromming nul en dus ook ( s*) ( s*) r. volgens de orthogonale ( s*), een buigpunt van Γ is. Dan is in dit punt ( s*) =. Dit brengt mee dat α( s *) =, zodat ook ( s*) ( s*) = u ( s*) gelegen is in het vlak bepaald door OS en r ( s *), vlak dat loodrecht staat op T ( s *); hierbij is s * = s ( s*) gesteld. Maar ( s ) staat stee loodrecht op T( s), zodat ( s*) ( loodrecht staat op het vlak bepaald door T s *) en T( s*), dit is het raakvlak aan Σ in Q. u ligt ( s *) in het snijvlak σ, zodat aldus σ loodrecht staat op het raakvlak aan Σ in Q. Omgekeerd, onderstel dat in Q, bepaald door r ( s*), het raakvlak aan het kegeloppervlak Σ loodrecht staat op het snijvlak σ. De eenheivector T ( s *) heeft de richting van de snijlijn van deze twee vlakken en staat loodrecht op ( s *). Zo zal ( s*) loodrecht staan op het bewuste raakvlak wat meebrengt dat zowel als = ( s *) SQ 6
7 Hieruit volgt dat en ook dat of of nog want Dit alles leidt tot : ( s*) T ( s *) =. α( s *) = u( s*) " SQ = λ"( *) λ s SQ ( s*) r ( s*) SQ = s* λ"( s*) λ( s*) = = r ( s *) SQ. ( s*) ( s*) = zodat het punt Q bepaald door r ( s*)mogelijks een buigpunt is, afhankelijk van de tekenomslag van in s = s *. s* 5. OPMERKIG De bovenstaande bewijsvoering, die geen gebruik maakt van de expliciete gedaante van de functie λ( s ), is ook toepasbaar op het geval waarbij Γ niet langer een vlakke kromme is, maar een ruimtekromme op het kegeloppervlak Σ gelegen. De rol gespeeld door het snijvlak σ wordt dan overgenomen door het vlak dat in elk punt van Γ, met parametervoorstelling r ( s), bepaald wordt door de richting dr van de raaklijn en de richting d r van de normaal aan Γ, d.i. het zg. osculatievlak aan Γ. Algemener nog geldt: de buigpunten op de afgewikkelde kromme Γ van de ruimtekromme Γ gelegen op het afwikkelbaar oppervlak Σ, corresponderen met de punten van Γ waar het osculatievlak aan Γ loodrecht staat op het raakvlak aan Σ. REFERETIE [] Van den Broeck L., De aap uit de mouw (deel ), Wiskunde en Onderwijs, 3 st jg, 977, pp
8 8
Oefeningen Wiskundige Analyse III
Oefeningen Wiskundige Analyse III Krommen en oppervlakken 1. Onderzoek (raaklijn, buigpunten, asymptoten, normaal, kromming, evolute, grafiek) de vlakke kromme met parametervergelijking: P (t) = a cosh
Nadere informatie2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling
TU/e technische universiteit eindhoven Kromming Extra leerstof bij het vak Wiskunde voor Bouwkunde (DB00) 1 Inleiding De begrippen kromming en kromtestraal worden in het boek Calculus behandeld in hoofdstuk
Nadere informatieDefinitie van raaklijn aan cirkel: Stelling van raaklijn aan cirkel:
13.0 Voorkennis Op de cirkel liggen alle punten met een Gelijke afstand tot het middelpunt van de cirkel. Voor een punt p op de cirkel geldt d(p, M) = r Definitie van raaklijn aan cirkel: Een raaklijn
Nadere informatie8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3
8.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3 2x y 3 3 3x 2 y 6 2 Het vermenigvuldigen van de vergelijkingen zorgt ervoor dat in de volgende stap de x-en tegen elkaar
Nadere informatieVl. M. Nadruk verboden 1
Vl. M. Nadruk verboden 1 Opgaven 1. Hoeveel graden, minuten en seconden zijn gelijk aan rechte hoek? van een rechte hoek resp van een 2. Als = 25 13 36, = 37 40 56, = 80 12 8 en = 12 36 25, hoe groot is
Nadere informatie2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak
Kromming Extra leerstof bij het vak Wiskunde voor Bouwkunde (DB00) 1 Inleiding De begrippen kromming en kromtestraal worden in het boek Calculus behandeld in hoofdstuk 11. Daar worden deze begrippen echter
Nadere informatieWPO Differentiaalmeetkunde I
1 Vrije Universiteit Brussel Academiejaar 006-007 Prof. Dr. R. Kieboom Dr. G. Sonck WPO Differentiaalmeetkunde I Krommen in R n 1. Neem R met een orthonormale basis en a R + 0. Voor elk punt p o, gelegen
Nadere informatiewiskunde B havo 2015-II
Veilig vliegen De minimale en de maximale snelheid waarmee een vliegtuig veilig kan vliegen, zijn onder andere afhankelijk van de vlieghoogte. Deze hoogte wordt vaak weergegeven in de Amerikaanse eenheid
Nadere informatieOefenzitting 2: Parametrisaties.
Oefenzitting : Parametrisaties. Modeloplossingen Oefening.5:. Beschouw vooreerst de cirkel C in het xz-vlak met straal r en middelpunt (x, y, z) = (R,, ) (zie Figuur ). De parametrisatie van C wordt dan
Nadere informatieMeer over vlakke krommen
Meer over vlakke krommen Inhoud De kromming van een vlakke kromme De omhullende van een stelsel lijnen 3 Brandkromme van een halve cirkel 4 Eigenschappen van de hyperbolische functies cosh en sinh 5 Kettinglijn
Nadere informatieKWADRATISCHE VERGELIJKINGEN, HET GULDEN ZADELVLAK, EN DE REGELMATIGE VIJFHOEK.
KWADRATISCHE VERGELIJKINGEN, HET, EN DE REGELMATIGE. VIÈTE Johan A.C. Kolk Mathematisch Instituut, Universiteit Utrecht Met medewerking van Rogier Bos Christelijk Gymnasium Utrecht & Freudenthal Instituut,
Nadere informatieVectoranalyse voor TG
college 2 Ruimte en oppervlakken collegejaar : 18-19 college : 2 build : 5 september 2018 slides : 25 Vandaag Ruimte 1 Vectoren in R 3 recap 2 Oppervlakken 3 Ruimte 4 1 intro VA Voorkennis uit Ruimtewiskunde
Nadere informatieDE TENNISBALNAAD. J.-M. Dendoncker UGent Sint-Barbaracollege. Poster: Alexander Snoeck Sint-Barbaracollege c.
DE TENNISBALNAAD Poster: Alexander Snoeck Sint-Barbaracollege c J.-M. Dendoncker UGent Sint-Barbaracollege jean-marie.dendoncker@ugent.be 7 januari 014 Inhoudsopgave 1 De oloïde 4 1.1 Inleiding..............................
Nadere informatieExamen Meetkunde, 1ste bach ir wet Academiejaar , tweede examenperiode
Examen Meetkunde, 1ste bach ir wet Academiejaar 2006 2007, tweede examenperiode Vraag 1 De doorsnijdingskromme C van de volgende twee oppervlakken: het omwentelingskegeloppervlak K met de Z-as als omwentelingsas
Nadere informatieAchter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Examen HAVO 05 tijdvak donderdag 8 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit examen
Nadere informatie12 Bewijzen in de vlakke meetkunde
ewijzen in de vlakke meetkunde bladzijde 54 a ' b Gegeven: e gelijkzijdige driehoek met zijn omgeschreven cirkel. unt ligt op de kortste boog en ligt op het verlengde van zo, dat =. riehoek is gelijkzijdig.
Nadere informatievwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode
1 1 vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode 1 1 2 2 Copyright 2018 Stichting de Wageningse Methode Auteurs Leon van den Broek, Ton Geurtz, Maris van Haandel, Erik van Haren, Dolf van den Hombergh,
Nadere informatiewiskunde B vwo 2016-I
wiskunde vwo 06-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte
Nadere informatiehéöéäëåéçéå=~äë=ãééíâìåçáöé=éä~~íëéå=ãéí=`~äêá= = hçéå=píìäéåë= = = = = = = =
héöéäëåéçéå~äëãééíâìåçáöééä~~íëéåãéí`~äêá hçéåpíìäéåë De algemene vergelijking van een kegelsnede is van de vorm : 2 2 ax by 2cxy 2dx 2ey f 0 met a, b, c, d, e, f + + + + +. Indien je vijf punten van een
Nadere informatiedx; (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [0, a]: dx te berekenen.(oef cursus) Gegeven is de bepaalde integraal I n = π
Analyse. (i) Bereken A = π sin d; +cos 2 (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [, a]: a f()d = a f(a )d (iii) Gebruik (i) en (ii) om de integraal J = π sin d te berekenen.(oef +cos 2 cursus)
Nadere informatieVectoranalyse voor TG
college 11 collegejaar college build slides Vandaag : : : : 17-18 11 23 oktober 2017 35 De sterrennacht Vincent van Gogh, 1889 1 2 3 4 5 Verband met de stelling van n 1 VA intro ection 16.7 Definitie Equation
Nadere informatieMath D2 Gauss (Wiskunde leerlijn TOM) Deelnemende Modules: /FMHT/ / A. Oefententamen #2 Uitwerking
Math D Gauss Wiskunde leerlijn TOM Deelnemende Modules: 14-144/FMHT/14161/14144-1A Oefententamen # Uitwerking Vraagstuk 1. tel de doorsnijding van de oppervlakken x + y + z 4 en z 1. Van bovenaf bekijkt
Nadere informatieLijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen
Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden
Nadere informatieVoorbeeldopgaven Meetkunde voor B
Voorbeeldopgaven Meetkunde voor B Hoofdstuk 2: Opgave 2 1 Gegeven zijn de vlakken U : x + y + z = 0 en V : x y + az = 0 waarbij a een parameter is. a) Bereken de cosinus van de hoek tussen de twee vlakken
Nadere informatieWat verstaan we onder elementaire meetkunde?
Wat verstaan we onder elementaire meetkunde? Er zijn veel boeken met de titel 'Elementaire Meetkunde'. Niet alle auteurs verstaan hieronder hetzelfde. Dit boek behandelt in de eerste 1 hoofdstukken de
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen VW 06 tijdvak woensdag 8 mei 3:30-6:30 uur wiskunde ij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. it eamen bestaat uit 7 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 77 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen VW 06 tijdvak woensdag 8 mei 3:30-6:30 uur wiskunde ij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. it eamen bestaat uit 7 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 77 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat
Nadere informatie11.1 De parabool [1]
11.1 De parabool [1] Algemeen: Het punt F heet het brandpunt van de parabool. De lijn l heet de richtlijn van de parabool. De afstand van F tot l heet de parameter van de parabool. Defintie van een parabool:
Nadere informatieVectormeetkunde in R 3
Vectormeetkunde in R Definitie. Een punt in R wordt gegeven door middel van drie coördinaten : P = (x, y, z). Een lijnstuk tussen twee punten P en Q voorzien van een richting noemen we een pijltje. Notatie
Nadere informatieVlakke meetkunde. Module 6. 6.1 Geijkte rechte. 6.1.1 Afstand tussen twee punten. 6.1.2 Midden van een lijnstuk
Module 6 Vlakke meetkunde 6. Geijkte rechte Beschouw een rechte L en kies op deze rechte een punt o als oorsprong en een punt e als eenheidspunt. Indien men aan o en e respectievelijk de getallen 0 en
Nadere informatieVlakke Meetkunde. Les 20 Nadruk verboden 39. Het construeren van figuren
Vlakke Meetkunde. Les 20 Nadruk verboden 39 20,1. De cirkel Het construeren van figuren Een cirkel of cirkelomtrek is een gesloten kromme lijn, waarvan alle punten in hetzelfde vlak liggen en even ver
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur
Eamen VW 04 tijdvak woensdag 8 juni.0-6.0 uur wiskunde B (pilot) Dit eamen bestaat uit 6 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed
Nadere informatieHoofdstuk 8 : De Cirkel
- 163 - Hoofdstuk 8 : De Cirkel Eventjes herhalen!!!! De cirkel met middelpunt O en straal r is de vlakke figuur die de verzameling is van alle punten die op een afstand r van O liggen. De schijf met middelpunt
Nadere informatieAnalytische Meetkunde. Lieve Houwaer, Unit informatie, team wiskunde
Analytische Meetkunde Lieve Houwaer, Unit informatie, team wiskunde . VECTOREN EN RECHTEN.. Vectoren... Het vectorbegrip De verzameling punten van het vlak noteren we door π. Kies in het vlak π een vast
Nadere informatieICT - Cycloïden en andere bewegingen
ICT - Ccloïden en andere bewegingen bladzijde 80 a ( 0, ) b Als de middelpuntshoek radiaal is, is de bijbehorende booglengte: omtrek π π = meter. er seconde wordt er over radiaal gedraaid en wordt er dus
Nadere informatieVISUALISATIE VAN KROMMEN EN OPPERVLAKKEN. 1. Inleiding
VISUALISATIE VAN KROMMEN EN OPPERVLAKKEN IGNACE VAN DE WOESTNE. Inleiding In diverse wetenschappelijke disciplines maakt men gebruik van functies om fenomenen of processen te beschrijven. Hiervoor biedt
Nadere informatieEindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-I
Eindeamen vwo wiskunde B pilot 04-I Formules Goniometrie sin( tu) sintcosu costsinu sin( tu) sintcosu costsinu cos( tu) costcosusintsinu cos( tu) costcosusintsinu sin( t) sintcost cos( t) cos tsin t cos
Nadere informatieNiet meer dan drie tetraëders in één kubus
Niet meer dan drie tetraëders in één kubus or Hurkens januari 008 Samenvatting Een opgave door Jan van de raats gesteld luidt als volgt: Hoeveel tetraëders met zijde een kun je stapelen in een eenheidskubus?
Nadere informatieAntwoorden De juiste ondersteuning
ntwoorden De juiste ondersteuning a. De straal van de cirkel waarover het beweegt is 5. De maximale hoogte van het is dus 5. Het moet dus dm omhoog. b. Het van het tweede blok beweegt over een cirkel met
Nadere informatieOefeningen analytische meetkunde
Oefeningen analytische meetkunde ) orte herhaling. Zij gegeven twee vectoren P en Q. Bewijs dat de loodrechte projectie P' van P op Q gegeven wordt door: PQQ P'. Q. De cirkel c y 4y wordt gespiegeld om
Nadere informatieLangere vraag over de theorie
Langere vraag over de theorie a) Bereken de potentiaal van een uniform geladen ring met straal R voor een punt dat gelegen is op een afstand x van het centrum van de ring op de as loodrecht op het vlak
Nadere informatie6. Toon aan dat voor alle 2]0; ß [ geldt dat sin <<tan Onderstel dat de functie f afleidbaar in ]a; +1[ is en dat Toon aan dat!+1 f ) = A.!+1 f
Afleiden en primitiveren Oefeningen Wiskundige Analyse I 1. Toon aan dat de functie f gedefinieerd op [ß; 3ß 2 ] door 1 p 1 + sin2 ) een inverse ffi bezit. Wat kan men besluiten omtrent de monotoniteit,
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Achter dit examen is een erratum opgenomen.
Eamen VW 04 tijdvak woensdag 8 juni.0-6.0 uur wiskunde B (pilot) Achter dit eamen is een erratum opgenomen. Dit eamen bestaat uit 6 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieRakende cirkels. We geven eerst wat basiseigenschappen over rakende cirkels en raaklijnen aan een cirkel.
Rakende cirkels Inleiding We geven eerst wat basiseigenschappen over rakende cirkels en raaklijnen aan een cirkel. De raaklijn staat, in het raakpunt T, loodrecht op de straal. Bij uitwendig rakende cirkels
Nadere informatie1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.
Vlaamse Wiskunde Olympiade 989-990: Eerste Ronde De eerste ronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen, opgemaakt door de jury van VWO Het quoteringssysteem werkt als volgt: een deelnemer start met 0 punten, per
Nadere informatieExamen Wiskundige Basistechniek 15 oktober 2011
Examen Wiskundige Basistechniek 15 oktober 2011 vraag 1: Gegeven is het complex getal ω = exp(i π 5 ). vraag 1.1: Als we in het complexe vlak het punt P met cartesiaanse coördinaten (x, y) vereenzelvigen
Nadere informatieVerdieping - De Lijn van Wallace
Verdieping - e Lijn van Wallace ladzijde 4 ac - d Nee, want als ijvooreeld en samenvallen dan geldt = op en = op, dus = = maar dan moet ook S met samenvallen, dus ligt S niet uiten de driehoek en dat is
Nadere informatieInversie. Hector Mommaerts
Inversie Hector Mommaerts 2 Hoofdstuk 1 Definities en constructies 1.1 Definitie We weten hoe we een punt moeten spiegelen rond een rechte. We gaan nu kijken hoe we een punt spiegelen rond een cirkel.
Nadere informatieV Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R. IV.0 Inleiding
V Kegelsneden en Kwadratische Vormen in R IV.0 Inleiding V. Homogene kwadratische vormen Een vorm als H (, ) = 5 4 + 8 heet een homogene kwadratische vorm naar de twee variabelen en. Een vorm als K (,
Nadere informatieEindexamen vwo wiskunde B 2014-II
Eindeamen vwo wiskunde 04-II Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 18 mei uur
Eamen VW 016 tijdvak 1 woensdag 18 mei 13.30-16.30 uur wiskunde (pilot) it eamen bestaat uit 16 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 79 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een
Nadere informatie9.0 Voorkennis [1] Definitie bissectrice: De bissectrice van een hoek is de lijn die de hoek middendoor deelt. Willem-Jan van der Zanden
9.0 Voorkennis [1] Definitie middelloodlijn: De middelloodlijn van een lijnstuk is de lijn door het midden van dat lijnstuk die loodrecht op dat lijnstuk staat. Definitie bissectrice: De bissectrice van
Nadere informatieIjkingstoets industrieel ingenieur UGent/VUB, september 2015
IJkingstoets 4 september 05 - reeks - p. /0 Ijkingstoets industrieel ingenieur UGent/VUB, september 05 Oefening De evolutie van een bepaalde radioactieve stof in de tijd volgt het wiskundig model N (t)
Nadere informatieHoofdstuk 1. Projectief vlak. 1.1 Het gecompleteerd affien vlak
Hoofdstuk 1 Projectief vlak 1.1 Het gecompleteerd affien vlak We kiezen in R, E O, + een coördinatenstelsel met assen X, Y en Z. Het punt E(1, 1, 1) bepaalt de ijken op X-as, Y -as en Z-as. We beschouwen
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B1,2
wiskunde B,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 2 juni 3.30 6.30 uur 20 06 Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen; het examen bestaat uit 8 vragen. Voor
Nadere informatieExamen VWO. Wiskunde B Profi
Wiskunde B Profi Eamen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Donderdag 25 mei 3.30 6.30 uur 20 00 Dit eamen bestaat uit 7 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Vlak en kegel bladzijde a Als P ( x,, ) de projectie van P op het Ox-vlak is, dan is driehoek OP P een gelijkbenige rechthoekige driehoek met OP P = Dan is OP = x + en is PP = z Met de stelling van Pthagoras
Nadere informatieAchter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Eamen VW 04 tijdvak dinsdag 0 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) chter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen
Nadere informatie6) Kegelsneden. K, zodat de componenten zijn r y. K : 5 4 4, zodat de componenten zijn 1. K : , zodat de componenten zijn 2 2
6) egelsneden x xy y x y xy : 5 4 4, zodat de componenten zijn r x4y 0 en r xy 0 : 4y 4yx y y x 4y 4, zodat de componenten zijn r y 0 en E x 4y 4 x y x y x y x y :, zodat de componenten zijn C x y en C
Nadere informatieHertentamen WISN102 Wiskundige Technieken 2 Di 17 april 13:30 16:30
Hertentamen WIN12 Wiskundige Technieken 2 Di 17 april 13:3 16:3 Normering voor 4 pt vragen (andere vragen naar rato): 4pt Goed begrepen en goed uitgevoerd met voldoende toelichting, eventueel enkele onbelangrijke
Nadere informatieKegelsneden. Figuur 1 Figuur 2 PYTHAGORAS FEBRUARI 2015
Kegelsneden Aflevering 1 Ellipsen, parabolen en hyperbolen zijn mooie figuren die in de natuur voorkomen. Denk maar aan een steen die door de lucht vliegt, of een komeet die om de zon beweegt. In de techniek
Nadere informatieTentamen Lineaire Algebra UITWERKINGEN
Tentamen Lineaire Algebra 29 januari 29, 3:3-6:3 uur UITWERKINGEN Gegeven een drietal lijnen in R 3 in parametervoorstelling, l : 2, m : n : ν (a (/2 pt Laat zien dat l en m elkaar kruisen (dat wil zeggen
Nadere informatie14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:
14.0 Voorkennis Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel: a b c sin sin sin Voorbeeld 1: Gegeven is ΔABC met c = 1, α = 54 en β = 6 Bereken a in twee decimalen nauwkeurig. a c sin sin a 1 sin54 sin64
Nadere informatieOEFENOPGAVEN BIJ HET TENTAMEN ANALYSE 1 (COLLEGE NAJAAR 2006). (z + 2i) 4 = 16. y 4y + 5y = 0 y(0) = 1, y (0) = 2. { 1 + xc 1 voor x > 0.
OEFENOPGAVEN BIJ HET TENTAMEN ANALYSE (COLLEGE NAJAAR 6).. Bepaal alle oplossingen van de vergelijking (z + i) 4 = 6 in het complee vlak. a. Schrijf het getal i in poolcoördinaten. b. Bereken de rechthoekige
Nadere informatieLaat men ook transversalen toe buiten de driehoek, dan behoren bij één waarde van v 1 telkens twee transversalen l 1 en l 2. Men kan ze onderscheiden
Lesbrief 6 Meetkunde 1 Hoektransversalen in een driehoek ABC is een driehoek. Een lijn l door een hoekpunt A van de driehoek heet een hoektransversaal van A. We zullen onderzoeken onder welke voorwaarden
Nadere informatieHoofdstuk 10 Kegelsneden uitwerkingen
Hoofdstuk 0 Kegelsneden uitwerkingen Hoofdstuk 0 Kegelsneden uitwerkingen Kern Kegeldoorsneden a Loodrecht op de as. b Ellips: hoek tussen vlak en as groter dan de halve tophoek en niet door de top. Parabool:
Nadere informatieVoorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 22 juni uur
Wiskunde rofi Eamen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Dinsdag juni 13.30 16.30 uur 19 99 Dit eamen bestaat uit 15 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed
Nadere informatieVoorbereidende sessie toelatingsexamen
1/7 Voorbereidende sessie toelatingsexamen Wiskunde 2 - Algebra en meetkunde Dr. Koen De Naeghel 1 KU Leuven Kulak, woensdag 25 april 2018 1 Presentatie en opgeloste oefeningen zijn digitaal beschikbaar
Nadere informatiewiskunde B vwo 2018-I
Formules Goniometrie sin( tu) sin( t)cos( u) cos( t)sin( u) sin( tu) sin( t)cos( u) cos( t)sin( u) cos( tu) cos( t)cos( u) sin( t)sin( u) cos( tu) cos( t)cos( u) sin( t)sin( u) sin( t) sin( t)cos( t) cos(
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-I
Eindexamen wiskunde B- vwo 006-I Beoordelingsmodel Sauna 0,9 00 80 e t 00 beschrijven hoe deze vergelijking opgelost kan worden de oplossing t,07 het tijdstip 7:0 uur 0,9t S () t 80 0,9 e S () 9, 06 het
Nadere informatie1 Oppervlakteberekeningen
Oppervlakteberekeningen. Oppervlakte ellips of een deel ervan.. Zonder gebruik te maken van parametervergelijkingen We berekenen de oppervlakte in het eerste kwadrant, achteraf vermenigvuldigen we het
Nadere informatie2 1 e x. Vraag 1. Bereken exact voor welke x geldt: f (x) < 0,01. De vergelijking oplossen:
0-II De functie f( ) e Vraag. Bereken eact voor welke geldt: f () < 0,0. De vergelijking oplossen: 0-II De functie f( ) e Vraag. Bereken eact voor welke geldt: f () < 0,0. De vergelijking oplossen: e 00
Nadere informatie2004 Gemeenschappelijke proef Algebra - Analyse - Meetkunde - Driehoeksmeting 14 vragen - 2:30 uur Reeks 1 Notatie: tan x is de tangens van de hoek x, cot x is de cotangens van de hoek x Vraag 1 In een
Nadere informatie(2) Stel een parametervoorstelling op van de doorsnijdingskromme van sfeer en cilinder in de voorkeurpositie.
Vraag op 5 punten de sfeer met middelpunt in,, 4 en straal 6; de omwentelingscilinder met straal 6 en als as de rechte door,, met richtingsvector,, Bepaal een affiene transformatie of een coördinatentransformatie,
Nadere informatie1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde
1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 2005-2006: eerste ronde 1 11 3 11 = () 11 2 3 () 11 5 6 () 11 1 12 11 1 4 11 1 6 2 ls a en b twee verschillende reële getallen verschillend van 0 zijn en 1 x + 1 b = 1, dan
Nadere informatieDe constructie van een raaklijn aan een cirkel is, op basis van deze stelling, niet zo erg moeilijk meer.
Cabri-werkblad Raaklijnen Raaklijnen aan een cirkel Definitie Een raaklijn aan een cirkel is een rechte lijn die precies één punt (het raakpunt) met de cirkel gemeenschappelijk heeft. Stelling De raaklijn
Nadere informatiePROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism
KINEMATICA EN DYNAMICA VAN MECHANISMEN PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism Lien De Dijn en Celine Carbonez 3 e bachelor in de Ingenieurswetenschappen: Werktuigkunde-Elektrotechniek Prof. Dr.
Nadere informatieWISKUNDE IS (EEN BEETJE) OORLOG
WISKUNDE IS (EEN BEETJE) OORLOG Onder dit motto nodigt de VVWL alle wiskundeleraren uit Vlaanderen en Nederland uit om deel te nemen aan een wiskundewedstrijd. Deze competitie heeft op de eerste plaats
Nadere informatieHoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 20 mei uur
Wiskunde B (oude stijl) Examen HAV Hoger Algemeen Voortgezet nderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 0 mei 13.30 16.30 uur 0 03 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het examen bestaat uit 0 vragen. Voor
Nadere informatietoelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld.
Wiskunde juli 2009 Laatste aanpassing: 29 juli 2009. Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Vraag 1 Wat is de top van deze parabool 2 2. Vraag
Nadere informatieExamenvragen Meetkunde en lineaire algebra Tweede examenperiode
Examenvragen Meetkunde en lineaire algebra Tweede examenperiode 2008-2009 Een rechte conoïde met als richtrechte de X-as, en als richtoppervlak de sfeer met middelpunt in (0, 16, 0) en straal 9. (1) Stel
Nadere informatieFACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie
FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie Lineaire Algebra, tentamen Uitwerkingen vrijdag 4 januari 0, 9 uur Gebruik van een formuleblad of rekenmachine is niet toegestaan. De
Nadere informatie9.1 Vergelijkingen van lijnen[1]
9.1 Vergelijkingen van lijnen[1] y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. Algemeen: Van de lijn y = ax + b is de richtingscoëfficiënt a en het snijpunt met de y-as (0,
Nadere informatie1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste ronde.
1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1998-1999: Eerste ronde De eerste ronde bestaat uit 30 meerkeuzevragen Het quoteringssysteem werkt als volgt: per goed antwoord krijgt de deelnemer 5 punten, een blanco antwoord
Nadere informatieTentamen Mechanica ( )
Tentamen Mechanica (20-12-2006) Achter iedere opgave is een indicatie van de tijdsbesteding in minuten gegeven. correspondeert ook met de te behalen punten, in totaal 150. Gebruik van rekenapparaat en
Nadere informatieIJkingstoets burgerlijk ingenieur juli 2015: algemene feedback
IJkingstoets burgerlijk ingenieur juli 5 - reeks - p. IJkingstoets burgerlijk ingenieur juli 5: algemene feedback In totaal namen 79 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur die aangeboden
Nadere informatieIJkingstoets burgerlijk ingenieur juli 2015: algemene feedback
IJkingstoets burgerlijk ingenieur juli 5 - reeks 4 - p. IJkingstoets burgerlijk ingenieur juli 5: algemene feedback In totaal namen 79 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur die aangeboden
Nadere informatieOverzicht eigenschappen en formules meetkunde
Overzicht eigenschappen en formules meetkunde xioma s Rechten en hoeken 3 riehoeken 4 Vierhoeken 5 e cirkel 6 Veelhoeken 7 nalytische meetkunde Op de volgende bladzijden vind je de eigenschappen en formules
Nadere informatie10.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.
10.0 Voorkennis y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. Algemeen: Van de lijn y = ax + b is de richtingscoëfficiënt a en het snijpunt met de y-as (0, b) y = -4x + 8 kan
Nadere informatieVlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.
Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande hoeken,
Nadere informatiewiskunde B pilot havo 2015-II
wiskunde B pilot havo 05-II Veilig vliegen De minimale en de maximale snelheid waarmee een vliegtuig veilig kan vliegen, zijn onder andere afhankelijk van de vlieghoogte. Deze hoogte wordt vaak weergegeven
Nadere informatie2. Waar of vals: Als een rechte a evenwijdig is met een vlak α en dat vlak staat loodrecht op een vlak β dan staat a loodrecht op β.
1 Synthetische RM 1. (a) Geef de definitie van de loodrechte stand van twee vlakken. (b) Geen stellingen die voorwaarden uitdrukken opdat twee vlakken orthogonaal zijn. (c) Steun op 1a of 1b om te bewijzen
Nadere informatieAchter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Eamen VW 08 tijdvak maandag 4 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit eamen bestaat
Nadere informatieEindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-II
Eindeamen vwo wiskunde B pilot 04-II Formules Goniometrie sin( t u) sintcosu costsinu sin( t u) sintcosu costsinu cos( t u) costcosu sintsinu cos( t u) costcosu sintsinu sin( t) sintcost cos( t) cos t
Nadere informatieModelvragen ijkingstoets. 1 Redeneren
Modelvragen ijkingtoets - KU Leuven, Groep W&T - versie 26 juni 2012 1 Modelvragen ijkingstoets Onderstaande vragen staan model voor de ijkingstoets georganiseerd door de groep wetenschap en technologie
Nadere informatieRuimtemeetkunde deel II. Cursus voor Latijn-Wiskunde, Wetenschappen-Wiskunde en Economie-Wiskunde
Ruimtemeetkunde deel II Liliane Van Maldeghem Hendrik Van Maldeghem Cursus voor Latijn-Wiskunde, Wetenschappen-Wiskunde en Economie-Wiskunde 2 Hoofdstuk 1 De reële euclidische ruimte 1.1 De euclidische
Nadere informatieEindexamen wiskunde B vwo II
Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande
Nadere informatie(fonsvendrik.nl 2017)
Inhoud Vlakke meetkunde. Nadruk verboden 1.1 Inleiding blz. 1 1.2 Lichamen, vlakken, lijnen en punten 1 1.2 Hoeken 2 2.1 Supplementaire en complementaire hoeken 3 2.3 Evenwijdige lijnen 3 3.1 Driehoeken
Nadere informatieIJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2019: algemene feedback
IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fsica juli 9 - reeks - p. IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fsica juli 9: algemene feedback Positionering ten opzichte van andere deelnemers In totaal namen 58 studenten
Nadere informatieIJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 1 juli 2015 Oplossingen
IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 1 juli 15 Oplossingen IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 1 juli 15 - p. 1/1 Oefening 1 Welke studierichting wil je graag volgen? (vraag zonder score, wel
Nadere informatie