Examen H1B0 Toegepaste Mechanica 1
|
|
- Rudolf van der Linden
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 16 augustus 2010, 8u30 naam : Examen H1B0 Toegepaste Mechanica 1 Het verloop van het examen Uiterlijk om 12u30 geeft iedereen af. Lees de vragen grondig. De vraag begrijpen is reeds de halve oplossing. Naar het toilet gaan mag, indien vooraf de toelating van de surveillant werd gevraagd. Leg tijdens je werk al je bladen op een beperkte oppervlakte vlak voor je, en dek beschreven bladen af. De surveillant haalt bij elke student een handtekening. Leg je studentenkaart klaar. De vorm van de antwoorden Gebruik voor elke vraag bladen van een zelfde kleur. nagelezen. Witte bladen zijn kladbladen, en worden niet Schrijf je antwoord in de voorziene ruimtes. Schrijf je naam in drukletters en je examennummer op de voorzijde van elk vragenblad en elk antwoordblad. Oplossingen neergeschreven met potlood en kladbladen worden niet bekeken. Geef alle bladen af, ook eventuele kladbladen. Orden je antwoordbladen per vraag, en leg per vraag het vragenblad en de bijkomende bladen op de juiste stapel. Leg dit instructieblad met alle kladbladen op de 5 e stapel. Indien één of meerdere studenten gelijktijdig met jou afgeven, wacht dan tot de vorige student de pakketjes voor alle vragen heeft neergelegd. Vanaf 12u25 blijft iedere student op zijn/haar zitplaats, en volgt de instructies van de surveillant. De inhoud van de oplossing Hoofdzaak is de precieze en ordelijke weergave (via vergelijkingen, figuren en korte teksten) van een juist, volledig en gefundeerd antwoord. Je hoeft niet eerst in woorden te formuleren wat je nadien met een vergelijking zal weergeven of wat duidelijk is uit een schets. Maak voor elk onderdeel van elke vraag een gepaste en duidelijke figuur. Alle gebruikte grootheden moet je aanduiden met eenduidige symbolen. Duid vectoriële grootheden altijd aan met een pijltje boven het symbool. Geef altijd aan welk materieel systeem (of punt of voorwerp) je beschouwt. Duid steeds het assenstelsel aan wanneer je componenten van vectoren neerschrijft. Geef een duidelijke definitie van elk bewegend assenstelsel en van de beweging die het ondergaat.
2
3 1 16 augustus 2010, 8u30 naam : Vraag 1 Een beladen rijtuig van een goederentrein staat stil op een horizontale brug. De brug (1 ) heeft een massa van 120ton, en de afstand tussen de beide oplegtoestellen (2 en 3 ) is 50m. Het linkeruiteinde van het rijtuig bevindt zich op een afstand van 10.4m van het linker oplegtoestel van de brug m 3 50m 1m 1m 1m 1m 7m 9m 1m 1m 2m Het rijtuig bestaat uit een chassis (4 ) met een totale lengte van 24m, dat is ondersteund door twee wielstellen (5 en 6 ). De tussenafstanden tussen de verbindingspunten met de wielstellen is 18m. Het chassis heeft een massa van 25ton. Elk wielstel heeft een massa van 2.5ton, en de tussenafstand tussen de wielassen is 2m. De verbinding tussen het chassis en een wielstel laat rotatie toe rond een horizontale as in de breedterichting. Het rijtuig is beladen met een container (7 ) met een lengte van 10m en een massa van 20ton. Het uiteinde van de container ligt op 1m van de rand van het rijtuig. De massaverdeling van brug, chassis, wielstellen en container is symmetrisch ten opzichte van een verticaal langsvlak van trein en brug. gevraagd : maak de brug en de onderdelen van het treinrijtuig vrij, en bereken de krachten die worden doorgeleid, door achtereenvolgens onderstaande vragen te beantwoorden: 1. maak een vrijlichaamdiagram van het chassis en de container, en bereken de krachten die het voorste en het achterste wielstel uitoefenen op het chassis 2. maak vrijlichaamdiagrammen van het voorste en het achterste wielstel, en bereken de krachten die de brug op de wielen uitoefent 3. maak een vrijlichaamdiagram van de brug, en bereken de krachten die de de beide oplegtoestellen op de brug uitoefenen 4. bepaal de ligging van het zwaartepunt van het geheel van brug en beladen rijtuig (brug + chassis + wielstellen + container) 5. is het mogelijk om de krachten in de oplegtoestellen te berekenen zonder de wielstellen apart vrij te maken? Verklaar uw antwoord.
4
5 2 16 augustus 2010, 8u30 naam : maak een vrijlichaamdiagram van het chassis 4 en de container 7, en bereken de krachten die het voorste en het achterste wielstel 5 en 6 uitoefenen op het chassis
6 3 2. maak vrijlichaamdiagrammen van het voorste en het achterste wielstel 5 en 6, en bereken de krachten die de brug 1 uitoefent op de wielen 5, 5, 6 en ' 5'' ' 6'' 1 1 4
7 4 16 augustus 2010, 8u30 naam : maak een vrijlichaamdiagram van de brug 1, en bereken de krachten die de beide oplegtoestellen 2 en 3 op de brug uitoefenen
8 5 4. bepaal de ligging van het zwaartepunt van het samenstel van brug en volledig rijtuig met belading (brug 1 + chassis 4 + wielstellen 5,6 + container 7 ) 5. is het mogelijk om de krachten in de oplegtoestellen te berekenen zonder de wielstellen apart vrij te maken? Verklaar uw antwoord.
9 6 16 augustus 2010, 8u30 naam : Vraag 2 Een windturbine van het zogenaamde Deense type heeft een rotor met 3 wieken die gelijke hoeken met elkaar insluiten, en die zijn gemonteerd op een as die ongeveer horizontaal ligt. De toren waarop de rotor is geplaatst heeft een hoogte van 80m, en de straal van de rotor is 50m. Om te vermijden dat de wieken bij doorbuiging de toren raken is de as gemonteerd onder een hoek van 4 ten opzichte van de horizontale, en zijn de wieken geheld onder een hoek van 5 ten opzichte van het vlak dat loodrecht staat op de as, en in een richting tegen de wind in. De rotor draait met een constant toerental van 12 omwentelingen per minuut. 14.5m/s 50m z θ 85 z y 4 x 12 omwentelingen/minuut 80m wind 8m/s De grootte van de windsnelheid verloopt volgens een functie die lineair verandert met de hoogte, zij bedraagt 8m/s ter hoogte van het maaiveld (de grond) en 14.5m/s op een hoogte van 130m boven het maaiveld. De vector van de windsnelheid ligt volgens een horizontale as, en de as van de rotor wordt zodanig gestuurd dat zij in een zelfde verticaal vlak ligt als de windsnelheidsvector. Voor de opwekking van vermogen is de vector van de relatieve snelheid van de wind ten opzichte van de roterende wiek van belang. De x-as wijst volgens de as van de rotor en in de windrichting, de y-as ligt horizontaal aan de zijde van de rotor waar de wiek naar boven draait, en de z-as ligt in een verticaal vlak en wijst naar boven. De stand van de rotor wordt aangeduid met de hoek θ die is gemeten volgens de rotatieas van de rotor vanaf de bovenste stand van de wiek.
10 7 gevraagd : bereken en schets de vector van de relatieve snelheid van de wind ten opzichte van de wiek in verschillende punten; gebruik telkens het opgegeven assenstelsel 1. schrijf een algemene uitdrukking neer die toelaat de vector van de absolute snelheid te bepalen van een punt op de wiek dat ligt op een afstand r (gemeten loodrecht op de rotatieas van de rotor) en in een stand θ van de wiek 2. schrijf een algemene uitdrukking neer die toelaat de vector van de relatieve snelheid te bepalen van de wind ten opzichte van een punt op de wiek dat ligt op een afstand r (gemeten loodrecht op de rotatieas) en in een stand θ van de wiek 3. bereken en schets de vectoren van de absolute snelheid van de wind, de absolute snelheid van de wiek en de relatieve snelheid van de wind ten opzichte van de wiek in verschillende posities : (a) de tip van de wiek in de stand θ = 90 (horizontaal en neerwaarts draaiend) (b) het midden van de wiek in de stand θ = 180 (verticaal neerwaarts) (c) omschrijf kwalitatief het verloop van de relatieve snelheid van de wind ten opzichte van de tip van de wiek bij een volledige omwenteling van een wiek 4. bereken de grootte van de versnelling van de tip van de wiek in 2 verschillende standen : (a) de stand θ = 0 (verticaal opwaarts) (b) de stand θ = 270 (horizontaal en opwaarts draaiend)
11 8 16 augustus 2010, 8u30 naam : schrijf een algemene uitdrukking neer die toelaat de vector van de absolute snelheid te bepalen van een punt op de wiek dat ligt op een afstand r (gemeten loodrecht op de rotatieas van de rotor) en in een stand θ van de wiek 2. schrijf een algemene uitdrukking neer die toelaat de vector van de relatieve snelheid te bepalen van de wind ten opzichte van een punt op de wiek dat ligt op een afstand r (gemeten loodrecht op de rotatieas) en in een stand θ van de wiek
12 9 3. bereken en schets de vector van de absolute snelheid van de wind, de absolute snelheid van de wiek en de relatieve snelheid van de wind ten opzichte van de wiek in verschillende posities : (a) de tip van de wiek in de stand θ = 90 (horizontaal en neerwaarts draaiend) z y x (b) het midden van de wiek in de stand θ = 180 (verticaal neerwaarts) z y x
13 10 16 augustus 2010, 8u30 naam : bereken en schets de vector van de absolute snelheid van de wind, de absolute snelheid van de wiek en de relatieve snelheid van de wind ten opzichte van de wiek in verschillende posities : (c) omschrijf kwalitatief het verloop van de relatieve snelheid van de wind ten opzichte van de tip van de wiek bij een volledige omwenteling van een wiek 4. bereken de grootte van de versnelling van de tip van de wiek in 2 verschillende standen : (a) de stand θ = 0 (verticaal opwaarts) (b) de stand θ = 270 (horizontaal en opwaarts draaiend)
14
15 11 16 augustus 2010, 8u30 naam : Vraag 3 Een tweepersoons bobslee legt een parcours af, dat gekenmerkt wordt door een aantal rechte stukken en een aantal bochten. De bobslee zelf weegt 170kg, elk van de rijders weegt 85kg. Bij de start wordt de bobslee in gang geduwd vanuit rust, door de tweede rijder. De eerste rijder heeft bij de start reeds plaats genomen in de bobslee. De tweede rijder die duwt blijft lopen tot de bobslee zo snel rijdt als de rijder kan lopen. Dit is in het beschouwde geval 8m/s en die snelheid wordt bereikt na 50m. Het rechte stuk waarop de start en de aanloop plaatsvinden heeft een neerwaartse helling met een hoek γ=3 ten opzichte van de horizontale. De aërodynamische weerstand is verwaarloosbaar. Het contact tussen de glij-ijzers van de bobslee en het ijs is wrijvingsloos. gevraagd : 1. teken een vrijlichaamsdiagram van de bobslee in de startsituatie, waarin de voorste rijder reeds zijn plaats heeft ingenomen; duid alle inwerkende krachten en versnellingen aan, en identificeer eenduidig alle krachten en versnellingen 2. in de veronderstelling dat de bobslee in gang geduwd wordt met een constante versnelling, bereken de versnelling en de kracht waarmee de tweede rijder duwt; hierbij kan de kracht evenwijdig met het oppervlak van de startbaan worden verondersteld 3. beschouw nu de situatie waarbij de bobslee een bocht neemt, en vereenvoudig de bobslee met de twee rijders tot een puntmassa. Een bocht wordt hier gemodelleerd als een kromme, gelegen op een kegellichaam met een cirkelvormige doorsnede, bekeken in een vlak loodrecht op een verticale aslijn van de kegel. De bocht wordt dus gekenmerkt door de helling θ van een beschrijvende van de kegel ten opzichte van de horizontale, en door de straal R van de cirkel op de plaats waar de bocht beschouwd wordt.
16 12 (a) teken een vrijlichaamsdiagram van de bobslee met de twee rijders, duid op de tekening alle inwerkende krachten en versnellingen aan, en identificeer eenduidig alle krachten en versnellingen θ (b) bereken het verband tussen de snelheid van de bobslee in een horizontale cirkelbaan, de straal en de helling van de kegel onder de voorwaarde dat er geen wrijvingskracht op de bobslee mag werken in een richting loodrecht op de baan van de bobslee en gemeten in het raakvlak aan de kegel (c) welke snelheid moet de bobslee aanhouden om zonder zijdelingse wrijvingskracht door de bocht te gaan, wanneer R gelijk is aan 35m en de hoek θ gelijk is aan 85? 4. in werkelijkheid is er een verschil in reactiekracht tussen de linker- en de rechter glij-ijzers. Om dit te berekenen moet de bobslee als een lichaam voorgesteld worden. Beschouw een vooraanzicht van de bobslee, en geef een formule waarmee de reactiekrachten op linker en rechter glij-ijzer berekend kunnen worden. Los deze formule niet op! Geef wel in woorden duidelijk aan waarom deze formule in dit geval nodig is. De afmetingen van de bobslee, de ligging van het massacentrum en het traagheidsmoment ten opzichte van het massacentrum zijn in dit geval volledig bekend.
17 13 16 augustus 2010, 8u30 naam : teken een vrijlichaamsdiagram van de bobslee in de startsituatie, waarin de voorste rijder reeds zijn plaats heeft ingenomen; duid alle inwerkende krachten en versnellingen aan, en identificeer eenduidig alle krachten en versnellingen 2. in de veronderstelling dat de bobslee in gang geduwd wordt met een constante versnelling, bereken de versnelling en de kracht waarmee de tweede rijder duwt; hierbij kan de kracht evenwijdig met het oppervlak van de startbaan worden verondersteld
18 14 3. in de situatie waarbij de bobslee een bocht neemt (a) teken een vrijlichaamsdiagram van de bobslee met de twee rijders, duid op de tekening alle inwerkende krachten en versnellingen aan, en identificeer eenduidig alle krachten en versnellingen θ (b) bereken het verband tussen de snelheid van de bobslee in een horizontale cirkelbaan, de straal en de helling van de kegel onder de voorwaarde dat er geen wrijvingskracht op de bobslee mag werken in een richting loodrecht op de baan van de bobslee en gemeten in het raakvlak aan de kegel
19 15 16 augustus 2010, 8u30 naam : in de situatie waarbij de bobslee een bocht neemt (c) welke snelheid moet de bobslee aanhouden om zonder zijdelingse wrijvingskracht door de bocht te gaan, wanneer R gelijk is aan 35m en de hoek θ gelijk is aan 85? 4. in werkelijkheid is er een verschil in reactiekracht tussen de linker- en de rechter glij-ijzers. Om dit te berekenen moet de bobslee als een lichaam voorgesteld worden. Beschouw een vooraanzicht van de bobslee, en geef een formule waarmee de reactiekrachten op linker en rechter glij-ijzer berekend kunnen worden. Los deze formule niet op! Geef wel in woorden duidelijk aan waarom deze formule in dit geval nodig is. De afmetingen van de bobslee, de ligging van het massacentrum en het traagheidsmoment ten opzichte van het massacentrum zijn in dit geval volledig bekend.
20
21 16 16 augustus 2010, 8u30 naam : Vraag 4 Een fietser met een massa van 75kg berijdt een fiets die zelf een massa heeft van 12kg. De fietser rijdt een helling op met een stijgingspercentage van 4% (tanα=0.04) met een snelheid van 9km/u. Bij deze snelheid en in omstandigheden van windstilte is de aërodynamische weerstand verwaarloosbaar en ook de rolweerstand en de wrijving in de onderdelen van de fiets en de aandrijving zijn verwaarloosbaar. De achterband slipt niet over het wegdek. C fietser 840mm 60mm C fiets arctg mm 340mm De figuur toont de ligging van de zwaartepunten van de fiets en de fietser. gevraagd : bereken met behulp van de stelling van virtuele arbeid het koppel dat de fietser op de trapperas moet uitoefenen, door achtereenvolgens onderstaande vraagjes te beantwoorden 1. bereken de afstand die de fietser aflegt wanneer de trapperas één omwenteling maakt 2. verklaar kort hoe de stelling van virtuele arbeid in deze situatie kan gebruikt worden voor de bepaling van het koppel op de trapperas 3. duid de vectoren van alle virtuele verplaatsingen en rotaties en de vectoren van alle relevante krachten en momenten aan op de figuur 4. bereken met behulp van de stelling van virtuele arbeid het koppel dat de fietser op de trapperas moet uitoefenen
22
23 17 16 augustus 2010, 8u30 naam : bereken de afstand die de fietser aflegt wanneer de trapperas één omwenteling maakt 2. verklaar kort hoe de stelling van virtuele arbeid in deze situatie kan gebruikt worden voor de bepaling van het koppel op de trapperas
24 18 3. duid op de linkerfiguur de vectoren van alle virtuele verplaatsingen en rotaties aan en op de rechterfiguur de vectoren van alle relevante krachten en momenten, en geef voor alle de numerieke uitdrukking y y z x z x 4. bereken met behulp van de stelling van virtuele arbeid het koppel dat de fietser op de trapperas moet uitoefenen
Vraag januari 2014, 13u30 r-nummer:... naam:...
1 24 januari 2014, 13u30 r-nummer:... naam:... Vraag 1 Een mobiele torenkraan is verplaatsbaar op een spoor (loodrecht op het vlak van de figuur). De giek (het horizontale deel bovenaan de kraan) kan zwenken
Nadere informatieTENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30
TENTAMEN DYNAMICA (14030) 9 januari 010, 9:00-1:30 Verzoek: begin de beantwoording van een nieuwe vraag op een nieuwe pagina. En schrijf duidelijk: alleen leesbaar en verzorgd werk kan worden nagekeken.
Nadere informatie****** Deel theorie. Opgave 1
HIR - Theor **** IN DRUKLETTERS: NAAM.... VOORNAAM... Opleidingsfase en OPLEIDING... ****** EXAMEN CONCEPTUELE NATUURKUNDE MET TECHNISCHE TOEPASSINGEN Deel theorie Algemene instructies: Naam vooraf rechtsbovenaan
Nadere informatieExamen Algemene Natuurkunde 1-7 september 2017
NAAM + r-nummer: Examen Algemene Natuurkunde 1-7 september 2017 Beste student, gelieve volgende regels in acht te nemen: Je moet op elk blad (en dus ook op je vragenblad) je naam en r-nummer noteren. Leg
Nadere informatieRBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).
HOOFDSTUK OOFDSTUK 4: K NATUURKUNDE KLAS 4 4: KRACHT EN ARBEID RBEID 16/5/2011 Totaal te behalen: 33 punten. Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Opgave 0: Bereken op je rekenmachine
Nadere informatieVAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK
VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Proeftoets Beschikbare tijd: 100 minuten Instructies voor het invullen van het antwoordblad. 1. Dit open boek tentamen bestaat uit 10 opgaven.. U mag tijdens het tentamen
Nadere informatiewww. Fysica 1997-1 Vraag 1 Een herdershond moet een kudde schapen, die over haar totale lengte steeds 50 meter lang blijft, naar een 800 meter verderop gelegen schuur brengen. Door steeds van de kop van
Nadere informatieMkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg
Mkv Dynamica 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg 2 /3 g 5 /6 g 1 /6 g 1 /5 g 2 kg 2. Variant1: Een wagentje met massa m1
Nadere informatiejaar: 1990 nummer: 06
jaar: 1990 nummer: 06 In een wagentje zweeft een ballon aan een koord en hangt een metalen kogel via een touw aan het dak (zie figuur). Het wagentje versnelt in de richting en in de zin aangegeven door
Nadere informatieExamen Algemene Natuurkunde 1-7 december 2018
NAAM + r-nummer: Examen Algemene Natuurkunde 1-7 december 2018 Beste student, gelieve volgende regels in acht te nemen: Je moet op elk blad (en dus ook op je vragenblad) je naam en r-nummer noteren. Leg
Nadere informatieTentamen Mechanica ( )
Tentamen Mechanica (20-12-2006) Achter iedere opgave is een indicatie van de tijdsbesteding in minuten gegeven. correspondeert ook met de te behalen punten, in totaal 150. Gebruik van rekenapparaat en
Nadere informatieNAAM:... OPLEIDING:... Fysica: mechanica, golven en thermodynamica PROEFEXAME VA 3 OVEMBER 2009
NAAM:... OPLEIDING:... Fysica: mechanica, golven en thermodynamica Prof. J. Danckaert PROEFEXAME VA 3 OVEMBER 2009 Bij meerkeuzevragen wordt giscorrectie toegepast: voor elk fout verlies je 0.25 punten.
Nadere informatieTheory Dutch (Netherlands) Lees eerst de algemene instructies uit de aparte enveloppe voordat je begint met deze opgave.
Q1-1 Twee problemen uit de Mechanica (10 punten) Lees eerst de algemene instructies uit de aparte enveloppe voordat je begint met deze opgave. Deel A. De verborgen schijf (3.5 punten) We beschouwen een
Nadere informatiejaar: 1989 nummer: 17
jaar: 1989 nummer: 17 De snelheidscomponent van een deeltje voldoet aan : v x = a x t, waarin a x constant is en negatief. De plaats van het deeltje wordt voorgesteld door x. Aangenomen wordt dat x= 0
Nadere informatieMechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16
VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Set Proeftoets 07-0 versie C Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- 07-0-versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER!
Nadere informatieWelk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden?
jaar: 1989 nummer: 16 Welk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden? o a. (5N, 5N, 15N) o b. (5N, 1ON, 20N) o c. (10N, 15N, 20N) o d. iedere bovenstaande
Nadere informatieMechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN.doc 1/7
VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Set Proeftoets 07-02 versie C Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- 07-02-versie C - OPGAVEN.doc 1/7 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER! Beschikbare
Nadere informatieToets Algemene natuurkunde 1
Beste Student, Toets Algemene natuurkunde 1 Deze toets telt mee voor 10% van je totaalscore, twee punten op twintig dus. Lees eerst aandachtig de vragen zodat je een duidelijk beeld hebt van wat de gegevens
Nadere informatieExamen mechanica: oefeningen
Examen mechanica: oefeningen 22 februari 2013 1 Behoudswetten 1. Een wielrenner met een massa van 80 kg (inclusief de fiets) kan een helling van 4.0 afbollen aan een constante snelheid van 6.0 km/u. Door
Nadere informatieExamen Klassieke Mechanica
Examen Klassieke Mechanica Herbert De Gersem, Eef Temmerman 23 januari 2009, academiejaar 08-09 IW2 en BIW2 NAAM: RICHTING: vraag 1 (/4) vraag 2 (/4) vraag 3 (/5) vraag 4 (/4) vraag 5 (/3) TOTAAL (/20)
Nadere informatieTentamen io1031 Product in werking (vragen) vrijdag 26 augustus 2011; 14:00 17:00 uur
Tentamen io1031 Product in werking (vragen) vrijdag 26 augustus 2011; 14:00 17:00 uur Mededelingen Dit tentamen bestaat uit 4 bladzijden. De LAATSTE zes vragen (samen maximaal 5 punten) zijn zogenaamde
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen
TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen TENTAMEN CTB1210 DYNAMICA en MODELVORMING d.d. 28 januari 2015 van 9:00-12:00 uur Let op: Voor de antwoorden op de conceptuele
Nadere informatieKlassieke en Kwantummechanica (EE1P11)
Maandag 3 oktober 2016, 9.00 11.00 uur; DW-TZ 2 TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Opleiding Elektrotechniek Aanwijzingen: Er zijn 2 opgaven in dit tentamen.
Nadere informatieJuli blauw Vraag 1. Fysica
Vraag 1 Beschouw volgende situatie in een kamer aan het aardoppervlak. Een homogene balk met massa 6, kg is symmetrisch opgehangen aan de touwen A en B. De touwen maken elk een hoek van 3 met de horizontale.
Nadere informatieDe 42 e Internationale Natuurkunde Olympiade Bangkok, Thailand Experimentele toets Donderdag 14 juli 2011
Lees dit eerst: De 42 e Internationale Natuurkunde Olympiade Bangkok, Thailand Experimentele toets Donderdag 14 juli 2011 1. Er zijn twee experimenten. Voor elk experiment wordt maximaal 10 punten toegekend.
Nadere informatieNaam : F. Outloos Nummer : 1302
1 ste bach. burg.ir.-arch. EXAMEN FYSICA 1 2011-2012, 1 ste zittijd 13 januari 2012 Naam : F. Outloos Nummer : 1302 Wie wat vindt heeft slecht gezocht. Rutger Kopland 1.1 1.2 1.3 A B C D A B C D A B C
Nadere informatieVoortgangstoets NAT 4 HAVO week 11 SUCCES!!!
Naam: Voortgangstoets NAT 4 HAVO week 11 SUCCES!!! Noteer niet uitsluitend de antwoorden, maar ook je redeneringen (in correct Nederlands) en de formules die je gebruikt hebt! Maak daar waar nodig een
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur 1 RONDDRAAIENDE MASSA 5pt Een massa zit aan een uiteinde van een touw. De massa ligt op een wrijvingloos oppervlak waar het
Nadere informatieje kunt T ook uitrekenen via 33 omwentelingen in 60 s betekent 1 omwenteling in 60/33 s.
C Overige bewegingen cirkelbaan PLATENSPELER In een disco draait men een langspeelplaat. Deze draaien normaliter met 33 omwentelingen per minuut. Op 10 cm van het midden ligt een stofje van 1,2 mg. Dat
Nadere informatieRekenmachine met grafische display voor functies
Te gebruiken rekenmachine Duur Rekenmachine met grafische display voor functies 100 minuten 1/5 Opgave 1. Een personenauto rijdt met een beginsnelheid v 0=30 m/s en komt terecht op een stuk weg waar olie
Nadere informatie- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.
NATUURKUNDE - KLAS 5 PROEFWERK H6 22-12-10 Het proefwerk bestaat uit 3 opgaven met in totaal 31 punten. Gebruik van BINAS en grafische rekenmachine is toegestaan. Opgave 1: De helling af (16p) Een wielrenner
Nadere informatieEXAMEN CONCEPTUELE NATUURKUNDE MET TECHNISCHE TOEPASSINGEN
HIR-KUL-Oef-0607Jan IN DRUKLETTERS: NAAM... VOORNAAM... STUDIEJAAR... EXAMEN CONCEPTUELE NATUURKUNDE MET TECHNISCHE TOEPASSINGEN Deel oefeningen 1 ste examenperiode 2006-2007 Algemene instructies Naam
Nadere informatietijd [n*t1] hoek (rad) tijd [n*t2] hoek (rad) 0 0,52 0 0,52 1 0,40 1 0,46 2 0,30 2 0,40 3 0,23 3 0,34 4 0,17 4 0,30 5 0,13 5 0,26 6 0,1 6 0,23
TENTAMEN DYNAMICA (Vakcode 140302) 1 februari 2008, 09:00 12:30 Alleen leesbaar en verzorgd werk kan worden nagekeken. Begin elke opgave op een nieuwe bladzijde. Tips: Lees eerst het tentamen als geheel.
Nadere informatieWINDENERGIE : STROMINGSLEER
INHOUD: Drag-kracht en lift-kracht Krachten op roterende wiek De pitch hoek en de angle of attack Krachtwerking De rotorefficiëntie C P Karakteristieken van een turbine Beschouwen we een HAWT (horizontal
Nadere informatieBegripsvragen: Cirkelbeweging
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: Cirkelbeweging 1 Meerkeuzevragen 1 [H/V] Een auto neemt een bocht met een
Nadere informatie4. Maak een tekening:
. De versnelling van elk deel van de trein is hetzelfde, dus wordt de kracht op de koppeling tussen de 3e en 4e wagon bepaald door de fractie van de massa die er achter hangt, en wordt dus gegeven door
Nadere informatieDeel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht. 4.1.1 Soorten krachten
Deel 4: Krachten 4.1 De grootheid kracht 4.1.1 Soorten krachten We kennen krachten uit het dagelijks leven: vul in welke krachten werkzaam zijn: trekkracht, magneetkracht, spierkracht, veerkracht, waterkracht,
Nadere informatieDit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Tentamen Mechanica 1 voor N en Wsk (3NA40 en 3AA40) Donderdag 21 januari 2010 van 09.00u tot 12.00u Dit tentamen bestaat uit vier opgaven.
Nadere informatieUitwerkingen 1. ω = Opgave 1 a.
Uitwerkingen Opgave π omtrek diameter Eén radiaal is de hoek, gemeten vanuit het middelpunt van een cirkel, waarbij de lengte van de boog gelijk is aan de straal. c. s ϕ r d. ϕ ω t Opgave π (dus ongeveer
Nadere informatieSO energie, arbeid, snelheid Versie a. Natuurkunde, 4M. Formules: v t = v 0 + a * t s = v gem * t W = F * s E Z = m * g * h F = m * a
SO energie, arbeid, snelheid Versie a Natuurkunde, 4M Formules: v t = v 0 + a * t s = v gem * t W = F * s E Z = m * g * h F = m * a Neem indien nodig g = 10 m/s 2. Geef duidelijke berekeningen met Gegeven
Nadere informatieTheorie: Snelheid (Herhaling klas 2)
Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid
Nadere informatie2.1 Bepaling van een eenparige rechtlijnige beweging...39
Inhoudsopgave Voorwoord... 3 KINEMATICA...17 1 Inleidende begrippen...19 1.1 Rust en beweging van een punt...19 1.1.1 Toestand van beweging...19 1.1.2 Toestand van rust...20 1.1.3 Positie van een punt...20
Nadere informatievwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode
1 1 vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode 1 1 2 2 Copyright 2018 Stichting de Wageningse Methode Auteurs Leon van den Broek, Ton Geurtz, Maris van Haandel, Erik van Haren, Dolf van den Hombergh,
Nadere informatieEen bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen
- 31 - Krachten 1. Voorbeelden Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen 2. Definitie Krachten herken je aan hun werking, aan wat ze veranderen of
Nadere informatieFysica: mechanica, golven en thermodynamica PROEFEXAMEN VAN 12 NOVEMBER 2008
Fysica: mechanica, golven en thermodynamica Prof. J. Danckaert PROEFEXAMEN VAN 12 NOVEMBER 2008 OPGEPAST Veel succes! Dit proefexamen bestaat grotendeels uit meerkeuzevragen waarbij je de letter overeenstemmend
Nadere informatiezwaartekracht (N of kn) Dus moeten we Fz bepalen dat kan alleen als we de massa weten. Want
Sterkteberekening Dissel berekenen op afschuiving. Uitleg over de methode Om de dissel te berekenen op afschuiving moet men weten welke kracht de trekker kan uitoefenen op de bloemkoolmachine. Daarvoor
Nadere informatiejaar: 1989 nummer: 25
jaar: 1989 nummer: 25 Op een hoogte h 1 = 3 m heeft een verticaal vallend voorwerp, met een massa m = 0,200 kg, een snelheid v = 12 m/s. Dit voorwerp botst op een horizontale vloer en bereikt daarna een
Nadere informatieEenparige cirkelvormige beweging
Eenparige cirkelvormige beweging Inleidende proef Begrip eenparige cirkelvormige beweging (ECB) definitie Een beweging gebeurt eenparig cirkelvormig als de beweging in dezelfde zin gebeurt, op een cirkelbaan
Nadere informatieNaam:... Studentnummer:...
INSTRUCTIE - Dit is een gesloten boek tentamen - Gebruik van een gewone (geen grafische) rekenmachine is toegestaan - Gebruik van enig ander hulpmiddel is NIET toegestaan - Schakel je telefoon volledig
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2008 tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen.
Nadere informatieLangere vraag over de theorie
Langere vraag over de theorie (a) Magnetisch dipooloent Zoals het elektrisch dipooloent is het agnetisch dipooloent een vectoriële grootheid. Het agnetisch dipooloent wordt gedefinieerd voor een gesloten
Nadere informatiePretpark als laboratorium. Opdrachtenboekje secundair onderwijs
Pretpark als laboratorium Opdrachtenboekje secundair onderwijs Fysica in het pretpark: Opdrachten in Bobbejaanland - secundair onderwijs De oplossingen van de opdrachten zijn op uw vraag verkrijgbaar
Nadere informatieBIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing
1 ste jaar Bachelor BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN Academiejaar 006-007 BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing 1 Opgave 1 Een blokje met massa 0, kg heeft onder aan een vlakke helling een snelheid van 7,
Nadere informatiea. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.
Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht
Nadere informatieNaam:... Studentnummer:...
FACULTEIT DER BEWEGINGSWETENSCHAPPEN, VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM TENTAMEN BIOMECHANICA 2013-2014, DEEL 1, 24 MAART 2014, VERSIE A Naam:... Studentnummer:... INSTRUCTIE - Dit is een gesloten boek tentamen
Nadere informatieSTUDIERICHTING:... NAAM:... NUMMER:... VOORNAAM:... SCHRIFTELIJKE OVERHORING VAN 23 JANUARI 2006 MECHANICA
FYSICA I J. DANCKAERT SCHRIFTELIJKE OVERHORING VAN 3 JANUARI 006 MECHANICA OPGEPAST - Deze schriftelijke overhoring bevat 3 verschillende soorten vragen : A) Meerkeuzevragen waarbij je de letter overeenstemmend
Nadere informatieDe snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft.
Opgave 1 Een auto Met een auto worden enkele proeven gedaan. De wrijvingskracht F w op de auto is daarbij gelijk aan de som van de rolwrijving F w,rol en de luchtwrijving F w,lucht. F w,rol heeft bij elke
Nadere informatieInleiding kracht en energie 3hv
Inleiding kracht en energie 3hv Opdracht 1. Wat doen krachten? Leg uit wat krachten kunnen doen. Opdracht 2. Grootheden en eenheden. Vul in: Grootheid Eenheid Andere eenheid Naam Symbool Naam Symbool Naam
Nadere informatieSchriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme
Schriftelijk eamen: theorie en oefeningen 2010-2011 Naam en studierichting: Aantal afgegeven bladen, deze opgavebladen niet meegerekend: Gebruik voor elke nieuwe vraag een nieuw blad. Zet op elk blad de
Nadere informatieExamen H1B0 Toegepaste Mechanica 1
23 januari 29, 13u3 Examen H1B Toegepaste Mechanica 1 Vraag 1 Een spiltrap in een gezinswoning verbindt een hoogteverschil van 2.8m tussen twee verdiepingen. De trap bestaat uit een centrale verticale
Nadere informatieNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Eindronde practicumtoets A. 5 juni beschikbare tijd: 2 uur (per toets A of B)
NATONALE NATUURKUNDE OLYMPADE Eindronde practicumtoets A 5 juni 00 beschikbare tijd: uur (per toets A of B) Bepaling van de grootte van het gat tussen de geleidingsband en de valentieband in een halfgeleider
Nadere informatieBewerkingen met krachten
21 Bewerkingen met krachten Opgeloste Vraagstukken 2.1. Bepaal het moment van de kracht van 2N uir Fig. 2-3 rond het punt O. Laat de loodrechte OD neer vanuit O op de rechte waarlangs de kracht van 2N
Nadere informatieLeerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.
Oefentoets Schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10 Tijdsduur: Versie: A Vragen: Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS 1 24 APRIL 2013 11:00 12:45 uur MECHANICA 1 Blok en veer. (5 punten) Een blok van 3,0 kg glijdt over een wrijvingsloos tafelblad met een snelheid van 8,0 m/s
Nadere informatieDeeltoets II E&M & juni 2016 Velden en elektromagnetisme
E&M Boller, Offerhaus, Dhallé Deeltoets II E&M 201300164 & 201300183 13 juni 2016 Velden en elektromagnetisme Aanwijzingen Voor de toets zijn 2 uren beschikbaar. Vul op alle ingeleverde vellen uw naam
Nadere informatieSTUDIERICHTING:... NAAM:... NUMMER:... VOORNAAM:... PROEFEXAMEN VAN 10 NOVEMBER 2006
FYSI I J. NKRT PROFXMN VN 10 NOVMR 2006 OPGPST - eze schriftelijke overhoring bevat 2 verschillende soorten vragen of deelvragen: ) Meerkeuzevragen waarbij je de letter overeenstemmend met het juiste antwoord
Nadere informatieNATUURKUNDE. Figuur 1
NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK 12-13: KRACHT EN BEWEGING OOFDSTUK 12-13: K 6/7/2009 Deze toets bestaat uit 5 opgaven (51 + 4 punten) en een uitwerkbijlage. Gebruik eigen grafische rekenmachine
Nadere informatieNaam:... Studentnummer:...
AFDELING DER BEWEGINGSWETENSCHAPPEN, VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM INSTRUCTIE - Dit is een gesloten boek tentamen - Gebruik van een gewone (geen grafische) rekenmachine is toegestaan - Gebruik van enig
Nadere informatieVrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur
EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1979 Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit 4 opgaven ft Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van
Nadere informatieOefenopgaven versnelling, kracht, arbeid. Werk netjes en nauwkeurig. Geef altijd berekeningen met Gegeven Gevraagd Formule Berekening Antwoord
Oefenopgaven versnelling, kracht, arbeid Werk netjes en nauwkeurig. Geef altijd berekeningen met Gegeven Gevraagd Formule Berekening Antwoord Noteer bij je antwoord de juiste eenheid. s = v * t s = afstand
Nadere informatieTopic: Fysica. Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be. Assistent: Erik Lambrechts
Introductieweek Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 25 29 Augustus 2014 Topic: Fysica Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be Assistent: Erik Lambrechts
Nadere informatieWe willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan
jaar: 1995 nummer: 28 Twee zeer lange draden zijn evenwijdig opgesteld. De stroom door de linkse draad ( zie figuur) is in grootte gelijk aan 30 A en de zin ervan wordt aangegeven door de pijl. We willen
Nadere informatieBepaal k met behulp van de grafiek. Geef de uitkomst in twee significante cijfers.
Natuurkunde Havo 1999-II Opgave 1 Fietser Bij het fietsen speelt wrijving een belangrijke rol. In de grafiek van figuur 1 is de grootte van de totale wrijvingskracht uitgezet tegen de snelheid waarmee
Nadere informatieTheory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten)
Q3-1 De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten) Lees eerst de algemene instructies in de aparte envelop alvorens te starten met deze vraag. In deze opdracht wordt de fysica van de deeltjesversneller
Nadere informatieNATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK
NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK 8 29/04/2011 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (32 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuigen van geladen
Nadere informatiea. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.
Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht
Nadere informatieVAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX
VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013 TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4 Toegestane hulpmiddelen: Binas + (gr) rekenmachine Bijlagen: 2 blz Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX
Nadere informatieHet berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren.
3.1 + 3.2 Kracht is een vectorgrootheid Kracht is een vectorgrootheid 1 : een grootheid met een grootte én een richting. Bij het tekenen van een krachtpijl geldt: De pijl begint in het aangrijpingspunt
Nadere informatieKrachten (4VWO) www.betales.nl
www.betales.nl Grootheden Scalairen Vectoren - Grootte - Eenheid - Grootte - Eenheid - Richting Bv: m = 987 kg x = 10m (x = plaats) V = 3L Bv: F = 17N s = Δx (verplaatsing) v = 2km/h Krachten optellen
Nadere informatieEindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1
Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 1. Spelen met water (3 punten) Water wordt aan de bovenkant met een verwaarloosbare snelheid in een dakgoot met lengte L = 100 cm gegoten en dat
Nadere informatieXXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS
XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS 22 juli 1999 70 --- 13 de internationale olympiade Opgave 1. Absorptie van straling door een gas Een cilindervormig vat, met de as vertikaal,
Nadere informatieIJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2014: algemene feedback
IJkingstoets burgerlijk ingenieur 5 september 204 - reeks 3 - p. IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 204: algemene feedback In totaal namen 286 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur
Nadere informatieIJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2014: algemene feedback
IJkingstoets burgerlijk ingenieur 5 september 204 - reeks 2 - p. IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 204: algemene feedback In totaal namen 286 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur
Nadere informatieParagraaf 10.1 : Vectoren en lijnen
Hoofdstuk 10 Meetkunde met Vectoren (V5 Wis B) Pagina 1 van 13 Paragraaf 10.1 : Vectoren en lijnen Les 1 : Vectoren tekenen Definities Vector x = ( a ) wil zeggen a naar rechts en b omhoog. b Je kunt vectoren
Nadere informatieIJkingstoets burgerlijk ingenieur september 2014: algemene feedback
IJkingstoets burgerlijk ingenieur 5 september 204 - reeks 4 - p. IJkingstoets burgerlijk ingenieur september 204: algemene feedback In totaal namen 286 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur
Nadere informatieInhoudsopgave. Voorwoord... Lijst van tabellen... Lijst van symbolen... Deel I Vectorrekening 1
Voorwoord.................................... Lijst van tabellen................................. Lijst van symbolen................................ v xv xvii Deel I Vectorrekening 1 1 Vectoren, bewerkingen,
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1-2 havo 2001-II
Eindexamen wiskunde -2 havo 200-II erdegraadsfunctie In figuur is de grafiek getekend van de figuur functie f (x) = (x 2 ) (x 2). y y p Toon langs algebraïsche weg aan dat voor de afgeleide functie f geldt
Nadere informatieOpgave 1 Afdaling. Opgave 2 Fietser
Opgave 1 Afdaling Een skiër daalt een 1500 m lange helling af, het hoogteverschil is 300 m. De massa van de skiër, inclusief de uitrusting, is 86 kg. De wrijvingskracht met de sneeuw is gemiddeld 4,5%
Nadere informatieMkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.
Mkv Magnetisme Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. In een punt P op een afstand d/2 van de rechtse geleider is
Nadere informatieExamen H1B0 Toegepaste Mechanica 1
Eamen H10 Toegepaste echanica 1 Vraag 1 Een persoon zit op een stoel in een wagentje, en trekt zichzelf omhoog met een touw. Het touw is ideaal en massaloos, de katrol is ideaal en massaloos en de wielen
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS 1 17 APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45 Enige constanten en dergelijke MECHANICA 1 Twee prisma`s. (4 punten) Twee gelijkvormige prisma s met een hoek α van 30 hebben
Nadere informatieExamen Klassieke Mechanica
Examen Klassieke Mechanica Herbert De Gersem, Eef Temmerman 2de bachelor burgerlijk ingenieur en bio-ingenieur 14 januari 2008, academiejaar 07-08 NAAM: RICHTING: vraag 1 (/3) vraag 2 (/5) vraag 3 (/5)
Nadere informatieExamen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur
Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten
Nadere informatieVoortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!!
Naam: Voortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!! Noteer niet uitsluitend de antwoorden, maar ook je redeneringen (in correct Nederlands) en de formules die je gebruikt hebt! Maak daar waar nodig
Nadere informatieAuteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76
Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor
Nadere informatieHoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 3 Kracht en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 3.1 Soorten krachten Twee soorten grootheden Scalars - Grootte - Eenheid Vectoren - Grootte - Eenheid - Richting Bijvoorbeeld:
Nadere informatieIJkingstoets september 2015: statistisch rapport
IJkingstoets burgerlijk ingenieur 4 september 05 - reeks - p. IJkingstoets september 05: statistisch rapport In totaal namen studenten deel aan deze toets. Hiervan waren er 06 geslaagd. Verdeling van de
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica
TECHNISCHE UNIVESITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel A1, blad 1/4 maandag 29 september 2008, 9.00-10.30
Nadere informatietoelatingsexamen-geneeskunde.be
Fysica juli 2009 Laatste update: 31/07/2009. Vragen gebaseerd op het ingangsexamen juli 2009. Vraag 1 Een landingsbaan is 500 lang. Een vliegtuig heeft de volledige lengte van de startbaan nodig om op
Nadere informatie1 Overzicht theorievragen
1 Overzicht theorievragen 1. Wat is een retrograde beweging? Vergelijk de wijze waarop Ptolemaeus deze verklaarde met de manier waarop Copernicus deze verklaarde. 2. Formuleer de drie wetten van planeetbeweging
Nadere informatie