Raadsvoorstel Raadsvergadering : 23 november 2010 Voorstel : 2010-142 Agendapunt : Zaaknummer : 1894/2010/26170 Documentnummer : 1894/2010/26631 Datum : 12 oktober 2010 Onderwerp Brandweerbeleidsplan Peel en Maas / Horst aan de Maas Voorstel 1. In te stemmen met het Beleidsplan Brandweer voor district Maas en Peel (Gemeenten Peel en Maas / Horst aan de Maas) 2. In te stemmen met in dit raadsvoorstel geformuleerde inzichten, argumenten en kanttekeningen bij het Beleidsplan Brandweer voor district Maas en Peel (gemeenten Peel en Maas / Horst aan de Maas). Inleiding Zowel landelijk als lokaal raakt men er steeds meer van doordrongen dat kritisch gekeken moet worden naar de structuur en werkwijzen van de brandweer. Onderzoeken laten zien dat de kosten voor brandweerzorg sinds 1990 schrikbarend gestegen zijn maar dat het aantal slachtoffers en de schade niet afnemen. Meer van hetzelfde is niet langer een oplossing. Ook voor komende jaren zijn forse kostenstijgingen voorzien als binnen de huidige structuur en manier van werken de gewenste kwaliteitssprong gerealiseerd moet worden en aan de eisen in de Wet Veiligheidsregio s voldaan moet worden. Een drietal onderzoeken in de periode 2007 / 2008 in onze regio hebben aangetoond dat ook onze brandweer op diverse punten onvoldoende scoort. Hierop is een regionale kwaliteitsmaatlat geformuleerd en hebben de gemeenteraden, van de gemeenten die momenteel Peel en Maas en Horst aan de Maas vormen, in 2009 bepaald dat hun brandweerorganisaties in 2012 op het niveau voldoende moeten scoren zonder dat dit stijgende kosten met zich meebrengt. Daarnaast is op 01-10-2010 de Wet Veiligheidsregio s van kracht geworden waarin eveneens scherpe kwaliteitseisen gesteld worden aan de brandweerzorg en brandweerpersoneel. Realisatie hiervan kan alleen door deze materie innovatief te benaderen, nieuwe wegen te bewandelen en juist van vertrouwde paden af te wijken. Door de gemeenteraden is besloten deze klus zelf aan te pakken door intensief samen te werken en de brandweer dicht bij de lokale samenleving en het lokale bestuur te houden. Binnen de veiligheidsregio Limburg-Noord wordt de samenwerking tussen Peel en Maas en Horst aan de Maas inmiddels erkent en vormt Maas en Peel een zelfstandig district. In voorliggend beleidsplan wordt op hoofdlijnen geschetst op welke wijze een moderne en goede brandweerzorg gerealiseerd kan worden tegen acceptabele kosten. Brandweerbeleidsplan samengevat Raadsvoorstel 1894/2010/26631 1
Visie op Brandweerzorg De klassieke brandweertaak van het bestrijden van incidenten blijft belangrijk. Het beleidsplan gaat echter uit van de visie dat het accent meer dan nu moet liggen op het bevorderen van veiligheid en voorkomen dat incidenten zich voordoen. Hierdoor zullen branden zich minder frequent voor doen en kleiner blijven in omvang. De sleutel hiertoe ligt, net als een deel van de verantwoordelijkheid, bij de samenleving zelf. Om maximaal resultaat te boeken zal langs drie sporen gewerkt worden: 1. Brandveilig Leven: De samenleving wordt bewust gemaakt van aanwezige risico s en in staat gesteld deze voor zichzelf te verkleinen. 2. Veilig Ontwerpen: Een nieuwe kijk op inrichting van de leefomgeving en individuele objecten. 3. Veilig Gebruik: Bewustmaking. Met betrekking tot de klassieke brandweertaak wordt de koers eveneens verlegd. Er wordt anders omgegaan met inzetprocedures, opkomsttijden, materieel- en kazernespreiding etc. Dit komt verder in dit voorstel nog nader aan de orde. Gevolgen van deze aanpak zijn: Daling van het aantal brandweerinzetten met 10% in 2014. 50% van alle 12-jarigen hebben in 2014 les gehad in brandveiligheid in de eigen leefomgeving. De rookmelderdichtheid stijgt tot 80% van alle huishoudens in 2014. Er worden jaarlijks tenminste 10 doelgroepgerichte bewustmakingsactiviteiten uitgevoerd. De brandweer is een vaste adviseur bij ruimtelijke ontwikkelingen. Risicobeheersing op basis van werkelijke risico s Risicobeheersing omvat een scala aan technische- en organisatorische maatregelen die maken dat een incident klein en daarmee beheersbaar blijft. De brandweer wil haar dienstverlening op dit terrein uitbreiden maar vooral ook vanuit een nieuwe invalshoek benaderen. Voorlichting en facilitering, van bijvoorbeeld ondernemers, verenigingsbesturen en buurtverenigingen worden geïntensiveerd. Gelijktijdig wordt door gericht communiceren de verantwoordelijkheid voor brandveilig leven en ondernemen neergelegd bij de burger. Hierdoor kan beschikbare arbeidscapaciteit bij de brandweer efficiënter worden ingezet. Er kan nagedacht worden over een afbouw van de controletaak en goed naleefgedrag wordt beloond. Hercontroles kunnen zo met 50% afnemen. In alles zal een accentverschuiving merkbaar worden van controleren naar bewustmaking. Uitgangspunt zijn de reële risico s die horen bij de signatuur van het gebied, de diversiteit van de activiteiten die er plaatsvinden en de samenstelling van de bevolking. Vraaggestuurde inzet bij incidenten Bestrijding van incidenten zal nodig blijven ongeacht hoe sterk wordt ingezet op het voorkomen van incidenten. Nieuwe ontwikkelingen en een veranderende samenleving vragen wel om een nieuwe kijk op de repressieve brandweerorganisatie. Dit zal leiden tot: Risicogericht alarmeren en uitrukken. Niet meer in alle gevallen met hetzelfde materieel en hetzelfde aantal personen. Van aanbod gestuurd (groot blusvoertuig met 6 personen) naar maatwerk. Ruim 70% van de inzetten kan worden afgedaan met minder personen en eenvoudiger materieel. Een realistische opkomsttijd voor de brandweer die in samenwerking met de veiligheidsregio Limburg-Noord wordt vastgesteld, en die recht doet aan wat de samenleving mag verwachten en vergelijkbaar is met normen die gelden voor bijvoorbeeld de ambulancedienst en de politie. Normen aangepast aan het karakter van ons landelijke district en passend bij de werkelijke risico s. Aanpassing van de omvang van de brandweerorganisatie aan de maat van het district. Aantal en spreiding van kazernes wordt herzien. Het aantal klassieke blusvoertuigen (tankautospuiten) wordt herzien. Raadsvoorstel 1894/2010/26631 2
Invoering van nieuwe concepten als dagkazernes om vrijwilligers en werkgevers te ontlasten en overdag toch voldoende bezetting te garanderen. Dit zorgt daarnaast voor snellere opkomsttijden. Een flexibelere brandweerorganisatie die enerzijds beter in staat is om te anticiperen op de maatschappelijke ontwikkelingen die momenteel voor knelpunten zorgen, en die anderzijds in staat is om klantvriendelijker, vraaggestuurd en kostenefficiënter te werken. Kostenbesparing. Operationele voorbereiding op maat De belangrijkste taken op dit gebied zijn opleiding en oefening, planvorming en materieel. In de wet op de Veiligheidsregio s nemen de eisen die gesteld worden aan personeel nog verder toe, ondanks dat de belastbaarheid van de vrijwilligers, hun werkgevers en gezinnen al maximaal is opgerekt. Ontlasting van vrijwilligers is noodzakelijk. Dit wordt ondermeer gerealiseerd door ballast over boord te zetten, en opleiding en oefeningen centraler vanuit het district vorm te geven. Oefeningen zullen meer dan nu maatwerk worden en aansluiten op de lokale risico s. Daarnaast zal het concept van het nieuwe leren worden geïmplementeerd waarbij het opleiden van brandweerpersoneel voor een groter deel in de lokale brandweerorganisatie plaats zal vinden. Afhankelijk van de keuzes die hierin gemaakt worden kan dit naast lastenverlichting ook tot efficiëntiewinst leiden. Hieraan gaan echter investering in de nieuwe aanpak vooraf. Met betrekking tot planvorming worden heldere criteria vastgesteld die bepalen waarvoor en op welk niveau plannen moeten worden ontwikkeld. Wederom gebaseerd op werkelijke risico s passend bij de signatuur van het gebied. Nadrukkelijker wordt gekeken naar andere slimme (technische) hulpmiddelen. De verwachting is dat dit zowel tot lastenverlichting als efficiëntiewinst leidt. Het materieel van het gebied zal worden afgestemd op de risico s en te verwachten incidenten in Peel en Maas en Horst aan de Maas. Afhankelijk van de keuzes kan het aantal klassieke blusvoertuigen afnemen. Daarvoor in de plaats komt eenvoudiger maar specifieker materieel passend bij de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van vraaggestuurde brandweerinzet en bij het plattelandskarakter van het gebied. De organisatie De gemeenten Peel en Maas en Horst aan de Maas hebben ervoor gekozen hun brandweerorganisaties dichtbij de samenleving en het lokale bestuur te houden en niet te gaan regionaliseren. Toch kan ook op het gebied van organisatiestructuur kwaliteits- en efficiëntiewinst behaald te worden. Meerdere concepten zijn daarbij denkbaar. Het concept dat op het meeste draagvlak kan rekenen is een model waarbij de vrijwilligers in dienst blijven van hun eigen gemeenten en waarbij de beroepsmatige ondersteuning in dienst komt van één van de gemeenten. De andere gemeente neemt door middel van een dienstverleningsovereenkomst de verschillende diensten tegen betaling af. Voorbeelden binnen de veiligheidsregio Limburg-Noord en de rest van Nederland laten echter zien dat dergelijke samenvoegingen geen eenvoudige processen zijn. Sollicitaties, plaatsing, bezwaren maar ook de technische- en fysieke inrichting vragen veel tijd, geld en energie. In de praktijk leidt dit ertoe dat de brandweerorganisatie voor één tot twee jaar inhoudelijk tot stilstand lijkt te komen. Van vooruitgang en kwaliteitsverbetering is dan weinig sprake meer. Dit is niet wat de brandweer van Peel en Maas en Horst aan de Maas voor ogen heeft en het past ook niet bij de vooruitstrevende ambities van beide gemeenten. Daarnaast speelt een rol dat de twee brandweerorganisatie op enkele punten nog sterk van elkaar verschillen en dat met het oog op kwalitatieve maatregelen ze lokaal verschillende accenten moeten leggen waardoor het wellicht raadzamer zou zijn ervoor te kiezen dat eerst lokaal zaken op orde worden gebracht alvorens de organisaties samen te voegen. Voorstel is dan ook om de ingezette weg van samenwerken op alle fronten door te zetten en vanuit kwaliteitsoogpunt inhoudelijk door te bouwen aan een krachtig district. Uitwisseling van expertise en personeel vindt nu reeds in toenemende mate plaats en dit wordt naar verwachting alleen maar meer de komende periode. Samenvoegen van de brandweerorganisaties is daardoor naar verwachting in de loop van deze beleidsperiode een voor Raadsvoorstel 1894/2010/26631 3
de hand liggende stap die op dat moment soepeler verloopt dan het geval zal zijn wanneer daar voor alles mee begonnen wordt. Onderstaand tijdpad maakt een en ander concreter: - Vaststellen brandweerbeleidsplan: november 2010 - Uitvoeringsnotitie risicobestrijding: december 2010. (Implementatie 2011-2012) - Uitvoeringsnotitie risicobeheersing: december 2010. (Implementatie 2011) - Uitvoeringsnotitie Opleiding en Oefening: Maart 2011. (Implementatie 2011) - Uitvoeringsplan samenvoeging organisaties: Januari 2012. (Het perspectief is om in 2014 één organisatie (brandweerdistrict) te zijn. Tot die tijd vormen de twee commandanten het managementteam van het district in oprichting) Doelstelling Instemmen met het brandweerbeleidsplan voor Maas en Peel dat ertoe moet leiden dat in de periode 2011-2014 een kwalitatief goede en toekomstbestendige brandweerzorg gerealiseerd wordt tegen acceptabele kosten en passend bij de schaalomvang en identiteit van het gebied. Argumenten Instemmen met het brandweerbeleidsplan is aan te bevelen om volgende redenen: 1.1 De lokale samenleving wordt brandveiliger. Door sterk in te zetten op het concept van Community Safety (Brandveilig Leven) nemen bewustzijn en kennis over brandveiligheid bij inwoners, ondernemers en verenigingen toe. Eigen initiatieven op dit terrein nemen toe. Rookmelderdichtheid neemt toe. Aantal en omvang van brandinzetten neemt af. In Denemarken en Groot Brittannië heeft dit concept zijn waarde al aangetoond. 1.2 De kwaliteit van de brandweerzorg neemt toe. Voorgenomen ontwikkelingen zullen allereerst na een periode van overgang een energieimpuls geven aan de organisatie. Vervolgens zullen maatregelen inhoudelijk zorgen voor een brandveiligere samenleving door Community Safety, een solidere en flexibelere brandweerorganisatie, een hogere dekkingsgraad, efficiëntere afhandeling van adviezen en vergunningenverlening, adequatere planvorming, meer maatwerk en lagere kosten. 1.3 De brandweerorganisatie wordt toekomstbestendiger. De huidige brandweer ziet zich geconfronteerd met maatschappelijke ontwikkelingen die er op korte termijn toe leiden dat beschikbaarheid en bereidheid van vrijwilligers dusdanig is afgenomen dat de paraatheid van de organisatie direct in gevaar komt. De voorgenomen veranderingen in werkwijzen en organisatie anticiperen op deze ontwikkelingen en borgen ook voor de toekomst een adequate brandweerzorg. 1.4 Doorgaan op de huidige weg is geen optie meer. Strenger wordende eisen en diverse maatschappelijke ontwikkelingen maken dat het steeds moeilijker wordt om een brandweerorganisatie in de klassieke structuur overeind te houden. De huidige aanpak van opplussen van de organisaties en volharden in werkwijzen leidt tot spanningen in de organisaties en fors stijgende kosten. Meer van hetzelfde is niet langer een oplossing. 1.5 Vrijwilligheid blijft behouden. Vrijwilligers vormen het fundament van de brandweer. Dit zal ook in de toekomst zo blijven. Er zal echter een nieuw soort vrijwilligheid ontstaan. Kanttekeningen Raadsvoorstel 1894/2010/26631 4
Met volgende zaken moet rekening gehouden worden: 1.1 De kosten gaan voor de baten uit. In onderstaande paragraaf is een en ander nader toegelicht. De verwachting is dat vanaf 2012 de huidige kostenstijging kan worden omgebogen in kostenbesparingen. Hiervoor moeten echter in 2011 investeringen worden gedaan in het eerder aangehaalde concept van Community Safety, materieel en opleiding en oefening. 1.2 Nadere uitvoering van het beleidsplan heeft verregaande consequenties. Veranderen van werkwijzen, sluiting van posten en afstoten van materieel is een emotioneel proces. De brandweerwereld is conservatief. Op technisch vlak wil men nog wel met de tijd meegaan maar waar het gaat om de manier van werken, de eigen post, het eigen materieel en de lokale cultuur wordt veelal vastgehouden aan de manier zoals we het altijd al gedaan hebben. Vrijwilligheid bij de brandweer is een groot goed. Onze mensen staan dag en nacht klaar voor de samenleving. Richten er hun eigen leven op in. Ze houden niet van half werk en willen in beginsel het beste voor de samenleving. Als het beste voor de samenleving echter betekent dat er op een nieuwe manier gewerkt moet worden of erger nog dat ze materieel of hun post dreigen kwijt te raken dan wordt het moeilijk om een objectieve afweging te maken en ook de nieuwe mogelijkheden die zich aandienen te zien. Emoties nemen dan mogelijk de overhand. Dit is ook in voorliggend proces te verwachten. Goede communicatie is belangrijk net als daadkracht om periodes van onzekerheid zo kort mogelijk te houden en snel transparantie te scheppen. 1.3 Zorgnormen Een deel van de kwaliteitsverbetering is afhankelijk van de uitkomst van de discussie over de zorgnormen. Deze discussie wordt op regionaal niveau gevoerd en het vaststellen van een nieuwe norm is een bevoegdheid van het bestuur van de veiligheidsregio. Financiën De gemeentelijke begrotingen staan onder druk. Daarmee staan ook de begrotingen van de brandweerorganisaties onder druk. In Peel en Maas is dit in 2010 al meer voelbaar geworden dan in Horst aan de Maas. Cruciale activiteiten en investeringen vinden geen doorgang. In de huidige vorm en omvang doorgaan betekent dat er de komende jaren fors in de brandweer geïnvesteerd moet worden. Enerzijds om bij te blijven en om gaten die momenteel ontstaan dicht te lopen en anderzijds om te kunnen voldoen aan de kwaliteitseisen die in de Wet Veiligheidsregio s gesteld worden. Daarbij is het rendement van dergelijke investeringen met betrekking tot de kwaliteit van de brandweerzorg, zoals aangehaald in de inleiding, dan evengoed nog twijfelachtig. Door het maken van heldere keuzes met betrekking tot werkwijze en schaalomvang van de brandweerorganisatie kan bereikt worden dat kwaliteit van de brandveiligheid en brandweerzorg toeneemt tegen dalende kosten. Afhankelijk van keuzes kunnen uiteindelijk kostenbesparingen van 10% tot 20% behaald worden. Voorafgaand aan mogelijke inverdieneffecten zal echter in de nieuwe werkwijze en organisatie moeten worden geïnvesteerd. Deze investeringen vallen echter beduidend lager uit dan de mogelijke kostenverlagingen. Ze gaan hier wel deels aan vooraf. Betreffende investeringen worden in de reguliere begrotingscyclus of in separate voorstellen voor besluitvorming voorgelegd. Communicatie Afhankelijk van betreffende onderwerpen zal worden overlegd met: Beroepsmedewerkers van de ondersteunende afdelingen. Brandweervrijwilligers. Ondernemingsraden. Dorpsoverleg / wijkraden. Regionale Brandweer Limburg-Noord en Veiligheidsregio Limburg-Noord. Raadsvoorstel 1894/2010/26631 5
Onderwijsstichtingen. Woningcorporaties Welzijnsstichtingen Burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas, de gemeentesecretaris/directeur, drs. H. Mensink de burgemeester, W. J. G. Delissen-van Tongerlo Behandelend portefeuillehouder(s): Burgemeester Bijlage(n): Brandweerbeleidsplan Ter inzage: Raadsvoorstel 1894/2010/26631 6