Psychologische evaluatie van transplantatiepatiënten en begeleiding bij omgaan met het getransplanteerde leven

Vergelijkbare documenten
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Zorgprogramma Angststoornissen

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

Transplantatiepatiënten: psychologische evaluatie en begeleiding 1

Let s motivate the patient

EFFECTIEF OMGAAN MET SUÏCIDALITEIT BIJ PATIËNTEN MET SCHIZOFRENIE OF EEN AANVERWANTE PSYCHOTISCHE STOORNIS

Temperamentsprofielen bij verslaving

Persoonlijkheidsstoornissen

Psychologische aspecten bij donatie dr. Carine Poppe, MSc, PhD Psycholoog Cognitief-gedragstherapeut Transplantatiecentrum UZG

Definities. Suïcide. Suïcidepoging/automutilatie

Borderline, waar ligt de grens?

Hantering van psychische problemen bij diabetes mellitus

Iedereen is anders: de invloed van persoonlijke factoren na hersenletsel Caroline van Heugten

Omgaan met onaangepast gedrag in het Sociaal Raadsliedenwerk en Schuldhulpverlening. Sjaak Boon

Huid en hersenen de actieve rol van de verpleegkundige

Click to edit Master title style Congres FACT Couleur Locale

Persoonlijkheidsstoornissen en Angst. Ellen Willemsen

DECISION TOOLS De juiste zorg op de juiste plaats

Beter geïntegreerd! Wat zeggen de richtlijnen?

Leven met een hersenletsel: home sweet home?

Persoonlijkheidsstoornissen: Werk aan de Winkel! Annemieke Noteboom Klinisch psycholoog Kenter Psychodiagnostiek Amsterdam

7/11/2016. HersenletselCongres B7 - Iedereen is anders: aandacht voor de persoonlijke factoren na hersenletsel. Succes Marlou van Rhijn?

Verslaving en comorbiditeit

P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ

Je bent alleen maar verslaafd! Wim van Loon, Psychiater. 10 februari 2014

Organogram Werkgebied

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

Angst Stemming Psychose Persoonlijkheid Gebruik middelen Rest

Cognitieve gedragstherapie

Reeks 11. Psychiatrie op volwassen leeftijd

Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Motiveren tot gedragsverandering; Wat is lastig en wat kun je doen?

ouderenpsychiatrie Het mooie van oud worden, is dat het zo lang duurt Lotte van Elburg en Hester Geerlinks

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest

Motiverende Gespreksvoering

Stemmingsstoornissen. Bij mensen met een verstandelijke beperking Kentalis- 25 november 2016 Carmen van Bussel

Our brains are not logical computers, but feeling machines that think.

Samenvatting Richtlijn

MOEILIJKE MENSEN? ATED. Bernard Kloostra en Alie Schenk, Frontlijnteam

The Glue of (ab)normal Mental Life: Networks of Interacting Thoughts, Feelings and Behaviors A.O.J. Cramer

Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5. M.A. Louter

Psychologie Inovum. Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers

CGG VAGGA. Afdeling Volwassenen en ouderenzorg

Zelfmanagement: Van model naar praktijk

Krachten bundelen bij verslaving Workshop Misverstanden bij dubbele diagnose

Het geïntegreerd behandelen van verslavingsproblematiek en PTSS

Therapietrouw (bij DIABETES)

Dokter, voelt U mijn pijn?! Over yellow flags en psychologische behandeling Tamara Sinnaeve, klinisch psychologe AZ Monica

De mens achter de beroerte

PERSOONLIJKHEIDSSTOORNIS

Diagnosen in de psychiatrie

Het betrekken van familieleden bij de behandeling van dubbele diagnose

Behandeling informatie.

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C

Oncologische revalidatie

Cognitieve gedragstherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis: schematherapie en dialectische gedragstherapie

Hoe werkt advies? Ze weten niet wat Ze weten niet waarom Ze weten niet hoe. HersenletselCongres november

Samenvatting (summary in Dutch)

Chronisch ziek: chaos in je hoofd

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen

Workshop Holis&sche Theorie complexe symptoom- en persoonlijkheidsstoornissen en DSM- 5

Burn-out en Cluster C

Handreiking signalering en begeleiding GGZ-problematiek bij diabetes

Zorgpad Somatische symptoomstoornis en verwante stoornissen. Zorgpad Somatische symptoomstoornis

Kwaliteit van Leven Na NAH. Jeroen Osaer 13/10/2017

Over hard werken, verbinden, humor & houden van!!!

Vermoeidheid na kanker. Anneke van Wijk, GZ psycholoog Helen Dowling Instituut Utrecht

Psychose. Ziektebeeld en concrete tips. Cluster-ring justitie en GGZ ontmoeten elkaar - 26 februari 2015

Grenzen stellen in de hulpverlening. Bart De Saeger!

DSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools

Cognitieve gedragstherapie. dag 1

Motiverende gespreksvoering

Nederlandse samenvatting

EEN NETWERKBENADERING

Vroegsignalering van angst bij kanker

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Behandeling van psychose De rol van andere interventies

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

The black-box ontmanteld: outcome als input voor continue kwaliteitsverbetering binnen de geestelijke gezondheidszorg

Interpersoonlijke psychotherapie

Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen

Depressie en angst bij de ziekte van Parkinson Rianne van Gool Verpleegkundig specialist

MDR diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag. Klaas Jansen, SPV MetGGZ (voorheen RiaggZuid) FACT-team, Kernteam crisisdienst

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

20 man 15 vrouw. depressie paranoia psychose

Risicofactoren voor chronificatie van pijn

Ouderen en verslaving Dick van Etten Verpleegkundig Specialist GGZ Centrum Maliebaan

ZELFVERWONDEND GEDRAG ALS AFFECTREGULATIE

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

Meer informatie MRS

Niet vechten met de klant: Motivationele technieken

Kanker en Werk Begeleiding en Re-integratie Stap.nu in mogelijkheden

Nederlandse samenvatting

Diagnostiek fase. Behandelfase. Resocialisatiefase. Psychosociale behandeling. Medicamenteuze behandeling. Terugvalpreventie Herstel

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden

De CAMS Workshop REMCO DE WINTER & MARIEKE DE GROOT

Kenmerken. VG protocol Borderlinepersoonlijkheidsstoornis (BPS) Comorbiditeit. Vaak gepaard met:

OBSERVATIEFOCUS Oordeel observator

Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Workshop Motiverende Gespreksvoering Hoe werkt advies? drs. Hilde Jans psycholoog

Screening op cognitieve en gedragsproblemen helpt bij het personaliseren van de ALS zorg. Carin Schröder 30 september ALS congres

Ziekte van Huntington

Transcriptie:

Psychologische evaluatie van transplantatiepatiënten en begeleiding bij omgaan met het getransplanteerde leven Carine Poppe, Klinisch psycholoog, cognitief-gedragstherapeut, PhD Transplantatiecentrum, UZG 17 april 2013 1

Interdisciplinaire samenwerking voor- tijdens- achter de transplantatie betere outcome en evolutie ziekteverloop betere therapietrouw betere kwaliteit van leven (Kober B.et.al. 1990, Kollner V et.al. 2003; Schmied B, et al. 2005 ; Hofer M 2007; Tsai Y et al. 2010) 2

Psycholoog bij TX Evaluatie en screening Psychodiagnostiek Behandeling Psychologische begeleiding Psychotherapie 3

Psycholoog bij TX Evaluatie en screening Psychodiagnostiek Behandeling Psychologische begeleiding Psychotherapie 4

Psychodiagnostiek goede diagnosestelling van psychologische en psychische risicofactoren pre-tx impact op therapietrouw, Problemen met therapietrouw worden geschat tussen de 20-50% kwaliteit van leven Depressie en coping betere voorspellers dan klinische en sociodemografische factoren outcome van TX Geen éénduidigheid rond criteria van de assessment (Kollner, C. 2003; Monras M, et.al., 2004; Dobbels et.al. 2005, Kimmel P, et.al., 2007; Davison S. 2007; Telles- Correia D et.al. 2009, Chen C, et al. 2010) 5

Criteria mbt psychodiagnostiek pre-tx 1. Psychisch evenwicht en coping met ziekte 2. Motivatie voor TX Omgevingsfactoren Persoonlijkheidsfactoren 3. Psychopathologie (Laederach-Hofmann K, et.al. 2000; Jindel R et.al. 2003; Perkins J, 2007, Sandeep G et.al. 2012) 6

1. Psychisch evenwicht en coping Ernstige ziekte en TX geeft een verstoring van het psychische evenwicht stress vraagt evolutie naar een nieuw psychisch evenwicht Indien hierbij aanhoudende problemen : aanpassingsstoornis (6% van de levertxkandidaten) (Schneekloth et.al. 2012) Het vraagt een specifieke coping van patiënten en hun familie Als coping met de ziekte problemen geeft, is de kans groot dat coping met TX ook problemen geeft 7

Belangrijke vorm van coping is acceptatie Coping met een TX behandeling kan pas succesvol zijn als men de ernst van de ziekte accepteert Acceptatie van een chronische ziekte = erkennen van de nood om zich aan te passen aan de ziekte, terwijl men de onvoorspelbaarheid, oncontroleerbaarheid van de ziekte tolereert en omgaat met zijn aversieve gevolgen (Evers et.al. 2001) 8

Acceptatie Is een zelf-regulatie proces dat volgt op een stressvolle levenssituatie dat aanpassing vraagt, waarbij de personen meer emotionele rust ervaren met de nieuwe situatie waar ze moeten mee omgaan door cognities over de situatie te veranderen (erkennen van de ziekte en zijn aversieve gevolgen en nieuwe aangepaste doelen formuleren) en hun gedrag veranderen in functie van de haalbare levensdoelen Als dit goed loopt mbt de ziekte, kan men ook een TX als behandeling plaatsen 9

2. Motivatie voor TX Motivatie = de intentie tot het stellen van een gedrag Gezondheidsgedrag - verantwoordelijkheid opnemen Therapietrouw Voeding Abstinentie Gevraagd gedrag moet aansluiten bij waarden en doelstellingen van patiënt en zijn omgeving Cognities mbt de ziekte en beperkingen, ziekte en genezingstheorie (besef van ernst en realistisch) Mate van bewust besef bij patiënten bepaalt de aanpassing na TX 77% toont een hoge nood aan informatie over de toekomstige condities (Gangeri L, et.al. 2002) 10

Motivatie tot zorg voor het orgaan, dus gezond leven Evalueren van: Omgevingsfactoren Persoonlijkheid, individuele verschillen 11

Omgevingsfactoren Belangrijk dat er voldoende sociale support is om de procedure van TX te doorstaan en therapietrouw te zijn Belangrijk dat deze persoon beslissingen kan nemen als de patiënt zelf niet meer in staat is die te nemen Relatie bekijken, voldoende zelfredzaamheid bij patiënt of volledig afhankelijk 12

Persoonlijkheidsfactoren, individuele verschillen 13

Persoonlijkheid = uniek en stabiel patroon van emotionele en gedragsmatige karakteristieken waardoor een persoon zich differentieert van een ander (Weisberg 2000) Relatie tussen stressvolle situaties en persoonlijkheid Diathesis-stress model: kwetsbare persoonlijkheid bij stressvolle situaties zoals TX, meer kans om pathologie te ontwikkelen (Gatchel e.a. 1995; Banks e.a. 1996; Weisberg 2000) 14

Persoonlijkheidstrekken (Big Five) Neuroticisme: gevoelig, uitdagend, zelfbewust, pessimistisch, kwetsbaar Extraversie: warm, assertief, avontuurlijk, energiek, blijmoedig Openheid: fantasierijk, interesse, expressief, creatief, onconventioneel Aangenaamheid: vertrouwend, eerlijk, gevend, gehoorzaam, nederig Consciëntieus: efficiënt, georganiseerd, planmatig, verantwoordelijk, reflecterend 15

Persoonlijkheidstoornissen (DSM IV) = onaangepaste varianten van persoonlijkheidstrekken, rigide,star en duurzaam patroon van gedachten, gevoelens en gedrag Cluster A Paranoïde persoonlijkheidsstoornis Schizoïde persoonlijkheidsstoornis Schizotypische persoonlijkheidsstoornis Cluster B Borderline persoonlijkheidsstoornis Antisociale persoonlijkheidsstoornis Narcistische persoonlijkheidsstoornis Theatrale persoonlijkheidsstoornis Cluster C Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis Obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis. 16

Evaluatie van de persoonlijkheid Kan een inschatting mogelijk maken van de mogelijkheid tot gedragsverandering en de mate waarin men kan gemotiveerd worden Persoonlijkheidstoornissen zijn gerelateerd aan een verminderde flexibiliteit 17

3. Psychopathologie Relevant aanpassingsstoornis persoonlijkheidstoornis depressie angstoornis psychose alcohol en middelenafhankelijkheid neuro cognitieve stoornis Veel onderschatte of gemiste diagnoses en onderbehandeling Psychopathologie is gerelateerd aan een minder aangepaste coping 18

Depressieve stoornis Meer depressie bij opgenomen dan ambulante patiënten Nierpatiënten 35 % nierpatiënten heeft een depressieve stoornis (Taskapan, etc, 2005) Leverpatiënten 57% leverpatiënten heeft depressieve stoornis (Bianchi et.al. 2005) 26 % levertxkandidaten heeft depressieve stoornis (Schneekloth et.al. 2012) 19

Angststoornis Nierpatiënten 30 % nierpatiënten heeft een angsstoornis (Taskapan, etc, 2005) Leverpatiënten tussen 20 en 50% leverpatiënten heeft een angststoornis (Rogal et.al. 2011) 5% levertx kandidaten heeft een angststoornis (Schneekloth et.al. 2012) 20

Psychose Strikte contra-indicatie? Mogelijke problemen: Opvlakkeren van de psychotische symptomen op basis van de stress, medicatie Gevaar voor beperkte therapietrouw mbt medicatie, suicide, Sommige centra TX uitgevoerd (Mahadeva et.al. 1997, Coffman et.al. 2002) Belangrijk dat de symptomen voor de TX stabiel waren en heel strikte en frequente opvolging post TX! Sociale support hierbij nog belangrijker 21

Alcohol en middelenafhankelijkheid 28% van 143 levertxkandidaten had ethylprobleem (Schneekloth et.al. 2012) 26% van 526 levertxkandidaten UZG had ethylische cirrose (2003-2012) 70-75% van de ethylische levertxpatiënten zijn alcoholafhankelijk vertonen meer kans op herval dan alcoholabusus (DiMartini et.al. 2008) Gevraagde termijn van abstinentie verschilt van centrum tot centrum Langere duur verlaagt de kans op herval (Gedaly et.al. 2008, Tandon et.al. 2009) Andere factoren belangrijk ikv hervalinschatting: Familiale factor, voorgeschiedenis Afhankelijkheid van meerdere middelen Psychopathologie (Antisociale persoonlijkheid en eetstoornis) (Coffman et.al. 1997; Sandeep et.al. 2012) 22

Neuro-cognitieve stoornissen Encephalopatie is frequent voorkomend pre-levertx differentiaal diagnose met andere neurologische problematiek nodig (Korsakoff syndroom, ) 23

Contra-indicaties voor TX Onaangepaste coping Niet gemotiveerd voor TX of het omgaan met de consequenties: beperkte therapietrouw, Afwezigheid van sociale support Ernstige persoonlijkheidsstoornissen Actieve psychose Actief alcohol en middelengebruik Ernstige neuro-cognitieve stoornissen Geen strikte moraliserende contra-indicaties, eerder indicatie voor het belang van behandeling voor de probleemgebieden Mate en evolutie moet in beschouwing genomen worden 24

Psycholoog bij TX Evaluatie en screening Goede diagnostiek Behandeling Psychologische begeleiding Psychotherapie 25

Psychologische begeleiding ondersteunen en opvolgen van een normaal verlopend aanpassingsproces dat met een verstoord evenwicht en stress samengaat, een verandering die spontaan optreedt begeleiden Psychologische behandeling = psychotherapie is gericht op een geblokkeerd proces, behandeling van psychopathologie verandering vereist die men niet zelf kan verwezenlijken 26

Psychologische begeleiding Aandacht en ruimte voor emotionele verwarring en opvangen van verstoord emotioneel evenwicht Opvangen van naasten Verbeteren van aanpassing aan ziekte en TXproces, bevorderen van coping en kwaliteit van leven Bevorderen van de therapietrouw door te blijven motiveren en anderen te betrekken Stimuleren tot terug opnemen van sociale en professionele activiteiten posttx 27

Psychologische begeleiding Nood aan begeleiding van de levertx kandidaten : 47% voor ze op de wachtlijst komen 13 % na 3 maand op de wachtlijst 16% na 6 maand op de wachtlijst (Goetzmann et.al. 2006) 28

Indicatie voor psychotherapie Psychotherapie = aan zichzelf werken Indicatie wordt gesteld door psycholoog of psychiater Algemene doelstellingen: 1. inzicht in eigen functioneren en reageren vergroten 2. veranderen van eigen functioneren en reageren 29

Een indicatie is niet voldoende Voorwaarden om een psychologische behandeling/psychotherapie te kunnen realiseren behoefte aan inzicht in eigen functioneren flexibiliteit en bereidwilligheid tot verandering Verschil met een medische behandeling actieve houding van de patiënt noodzakelijk overleg, werkrelatie tussen twee partijen verantwoordelijkheid groter bij patiënt 30

Doel van psychotherapie ikv TX zicht krijgen op factoren die het opnemen van verantwoordelijkheid rond gezondheid beletten, stimuleren tot het opnemen gezondheidsgedrag copingstrategieën uitbreiden angst en stressklachten verminderen stemming verbeteren, negatief denken verminderen (Chang C, et;al. 2004, Cost-effectiveness of post-transplantation quality of life intervention among kidney recipients ) 31

Welke vorm van psychotherapie Verschillende psychotherapie-scholen: cognitieve gedragstherapie, psychoanalyse, systeemtherapie, Verschillende psychotherapeutische interventies naargelang problematiek Belangrijke therapeutische interventie is het motivationeel interview 32

Motivationeel interview (Miller & Rollnick, 2002) Populaire hedendaagse aanpak om patiënten te motiveren tot een bepaald gedrag: verslavingszorg, dieet, oefentherapie, diabetes, eetstoornissen Toepasselijk in deze klinische context Onderzoek heeft uitgewezen dat deze benadering meer resultaat geeft dan traditioneel advies geven 33

Definitie van motivationeel interview (MI) = een cliënt-gerichte methode voor het verhogen van de intrinsieke motivatie om te veranderen door het exploreren en oplossen van ambivalentie Patiënt gericht Perspectief van patiënt rond nieuw gezondheidsgedrag staat centraal Verhogen van intrinsieke motivatie Autonoom kiezen voor gezondheidsgedrag, moet aansluiten bij de waarden en opvattingen van het individu Exploreren en oplossen van ambivalentie Willen en niet willen, weerstand 34

Basisprincipes van MI 1. Empathie uiten 2. Discrepantie ontwikkelen 3. Omgaan met de weerstand 4. Zelfeffectiviteit ondersteunen 35

1. Uitdrukken van empathie Door middel van reflectief luisteren probeert de hulpverlener de patiënt te begrijpen, zijn gevoelens en perspectief te zien zonder te veroordelen De persoon aanvaarden zoals hij is (niet hetzelfde als goedkeuren of beamen) Ambivalentie rond het gezond leven wordt als normaal beschouwd 36

2. Vermeerderen van discrepantie Kans op gezondheidsgedrag neemt toe indien een discrepantie waargenomen wordt tussen huidige gedrag en belangrijke persoonlijke waarden/doelen (blijven leven, langer leven) Patiënt en niet de psycholoog geeft argumenten voor gezond leven Directieve stijl in richting van oplossen van de ambivalentie 37

3. Omgaan met de weerstand Argumenten voor gezonder leven worden vermeden Op weerstand wordt niet ingegaan met tegenargumenten Uitnodigen om dingen anders te zien, niet opleggen Achterliggende cognities mbt weerstand worden geëxploreerd Patiënt is belangrijkste bron om antwoorden en oplossingen te vinden Weerstand is geen karakteristiek van een persoon, maar kan wel voorkomen vanuit de persoonlijkheid van patiënt, 38

4. Ondersteunen van zelfeffectiviteit Geloof in het kunnen realiseren van het gezondheidsgedrag is een belangrijke bron van motivatie Patiënt,en niet psycholoog, is verantwoordelijk voor keuze en realiseren van gezonder leven 39

MI geeft aan NIET: Sturen, bevelen Waarschuwen, dreigen Ongevraagd advies geven, suggesties en oplossingen aanbieden Overtuigen met logica, argumenteren, les spellen Moraliseren, zeggen wat men zouden moeten doen Beschuldigen, bekritiseren, veroordelen Goedkeuren, loven Interpreteren en analyseren Geruststellen, betuttelen 40

Tenslotte.. Vooraf psychologische en sociale informatie meegeven indien voorhanden Best aan patiënt de interdisciplinaire holistische aanpak aankondigen en nut hiervan benadrukken = erkenning van psychologische impact en lijden 41

! Verwacht geen zwart-wit conclusies over de toekomst! Gedifferentieerd psychologische evaluatie geeft een actuele genuanceerde stand van zaken van steeds evoluerende patiënten Belang van multidisciplinair gedragen beslissingen bij TX 42

Dank voor uw aandacht 43