Zijn in het voorstel een of meer van de volgende aspecten van toepassing? (XI (XI (XI

Vergelijkbare documenten
Normenkader kwaliteit en het bijbehorende dashboard inclusief de financiële consequenties

Toelichting op het voorstel regionalisering brandweer

Nummer : 2009/64 Datum : 1 oktober 2009 : Convenant Veiligheidsregio Zeeland en vorming één Brandweer Zeeland

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Zienswijze ontwerp begroting 2018 Veiligheidsregio Brabant Zuidoost.

VEILIGHEIDSREGIO MlDDEN-

Voorstel: instemmen met de uitgangspunten zoals verwoord in de kadernota.

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

RAADSVOORSTEL. COMMISSIE ALGEMENE ZAKEN EN CONTROL d.d. 29 augustus 2013 AGENDANUMMER:4

: Instellen van gemeenschappelijke regeling 'Veiligheidsregio Brabant-Noord"

Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn.

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 24 mei 2011 Corr. nr.:

RAADSVOORSTEL BIJ ZAAKNUMMER: AST/2015/000619

Gemeente in Bergen op Zoom

ill Gcmeente & Bergen op Zoom

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

Ferwert, 28 mei 2013.

- het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen,

SAMENVATTING. Meerjaren Beleidsplan Brandveiligheid en Hulpverlening

Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van de Verordening brandveiligheid

Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord

Voorstel aan de gemeenteraad

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar A. Venema, (t.a.v. AA. Venema)

Historie en politiek-bestuurlijke context. Aan de Gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de Raad,

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, bijlage nr. : ;

Verordening Brandveiligheid en hulpverlening

Raadsvergadering van 9 juni 2011 Agendanummer: 7.2

Voorstel Beschikbaar stellen van een krediet van ,-- ten behoeve van een eenmalige bijdrage in de aanloopkosten van de ICT samenwerking.

Brandweerzorg in samenhang en Regionaal Dekkingsplan Veiligheidsregio Groningen / advies zienswijze

VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING

Begroting V Ą Vėiligheidsregio. ^ Drenthe

Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 11. Portefeuillehouder: de heer Swillens

De nieuwe Brandweer Hollands Midden

BESLUIT BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2005

Onderwerp : Zienswijzemogelijkheid programmabegroting 2018 en jaarverantwoording met resultaatbestemming 2016 Veiligheidsregio Brabant-Noord.

S. Nieuwenburg 3580

Concept-raadsvoorstel. Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân. Aan: de Raad

ECCvA/U Lbr: 07/40

IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1111

Inzicht in de activiteiten die brandweer Maas en Waal verricht voor de gemeente Beuningen.

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 10G / I. Drupsteen BVL Ke. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Twente.

Naar een geregionaliseerde brandweer Utrechts Land. Achtergrondinformatie voor gemeenteraad Houten

De brandweer wordt nog veiliger en beter

Verordening brandveiligheid en hulpverlening van de gemeente Heerlen 2005

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Hollands Midden d.d. 12 november 2009 Agendapunt BG.2A Onderdeel AB Regionale Brandweer en GHOR Titel

Gemeente Bergen op Zoom

Björn Gadet raad00221

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden Regionale Brandweer Haaglanden

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Ja Nee

VOORSTEL AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK. Registratienummer Datum raadsvergadering 24 september 2013 Datum B&W besluit 20 augustus 2013

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)

Nieuwe koersen. Veiligheidsregio Brabant Noord in een veranderende omgeving. Themabijeenkomst raden Land van Cuijk 16 januari 2013

Veiligheidszorg op Maat. Samen naar een nieuw dekkingsplan

CVDR. Nr. CVDR77824_1. Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Onderwerp: Jaarrekening 2006 en begroting 2008 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Nummer:

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 24 mei 2011 Corr. nr.:

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 28 mei 2013 Corr. nr.:

Onderwerp: Concept-jaarverantwoording 2004 & resultaatverdeling en ontwerp-beleidsbegroting 2006 Hulpverleningsdienst Brabant-Noord

Onderwerp: Zienswijzen op de begrotingen voor 2014 van de Gemeenschappelijke Regelingen

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening

VRBZO. Wat doet VRBZO? Zie film

Gemeenteraden in Noord-Holland Noord. Geachte leden van de raad,

Onderwerp Tussentijdse rapportage samenwerking belastingen Lisse/Noordwijk - Besluitvormend

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

Presentatie voorstellen AB MOED

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

Gemeente jļj Bergen op Zoom

Wijziging Samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

Gemeenteraad Noordwijkerhout 28 mei 2015

IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII

\ 3 NOV. E008 Annette Baart

Gemeente, Bergen op Z oom ---:::> u~

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Nee

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

RAADSVOORSTEL. Wonen en Leven. 3 maart januari 2016 Kadernota 2017 Veiligheidsregio. Utrecht Burger en Bestuur

vinloq NOTA VOOR DE RAAD Datum: 27 maart 2009 Nummer raadsnota Onderwerp: Regionalisering Brandweer Ter inzage: 1) Toelichting bij het Raadsvoorstel

TOELICHTING. Verordening Brandweerzorg en Rampenbestrijding

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Brandweer Parkstad-Limburg voor de gemeente Nuth 2006

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter

Gemeente Boxmeer. de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 19 september Aanleiding

Raadsvergadering van 6 juni 2013 Agendanummer: 9.3. Onderwerp: Begroting 2014 gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio MWB

Het college stelt de raad voor in te stemmen met de voorgestelde besluiten m.b.t. regionalisering van de brandweer Kennemerland.

VOORSTEL AAN DE RAAD. De werkgroep Gemeenschappelijke Regelingen heeft de volgende reactie gegeven: Volgnr

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel

RVB Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Contactpersoon Contactpersoon Contactpersoon Telefoon Programmanummer en naam.

AGENDAPUNT /10

Ve1llghe1dsreg10 IJsselland Brandweer I GHOR I Poli!ie I Gemeenten

' m. Raadsvoorstel ABBA Ā 2. Verordening hulpverlening en brandveiligheid.

GEMEENTE ONDERBANKEN

Transcriptie:

Onderwer~ : Vorming een brandweer Midden- en West-Brabant Nummer voorstel : RVB09-0009 Sector! : SMD,Veiligheid, Datum voorstel : 17 MRT 2809 Afdeling Contactpersoon : Joost du Croix Contactpersoon Email : J.J.DuCroix@bergenopzoom.nl Contactpersoon Telefoon : 0164-277182 Programmanummer en naam : 2. Openbare orde en veiligheid Voorstel: 1. Met ingang van 1 januari 2010 de Brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal op te laten gaan in de Brandweer Midden- en West- Brabant. 2. In te stemmen met het behalen van het noodzakelijke minimum kwaliteitsniveau van de lokale basisbrandweerzorg. 3. Het voornemen uit te spreken om de Gemeenschappelijke Regeling Brandweer op Zoom en Roosendaal op te heffen en de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West Brabant als gevolg van de regionalisering te wijzigen. Type voorstel: (XI Kaderstellend Controlerend Rest Zijn in het voorstel een of meer van de volgende aspecten van toepassing? Zijn doelen enlof effecten beschreven Financiele consequenties lnspraakverordening van toepassing Ja (XI (XI Nee (XI Communicatieparagraaf: Brandweer Midden- en West-Brabant, Brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal Samenvatting: Regionalisering van de brandweer, inclusief overdracht door gemeenten van de basisbrandweerzorg aan de Brandweer Midden- en West-Brabant, is een noodzakelijke voorwaarde voor verdere samenwerking en

professionalisering van de brandweerzorg en voor het kunnen blijven voldoen aan steeds hogere kwaliteitsnormen. lndien u instemt met de deelname aan de regionalisering van de brandweer in Midden- en West-Brabant en het Algemeen Bestuur bekrachtigt het voorgenomen besluit dan zal de gemeenschappelijke regeling Brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal, waar nu de basisbrandweerzorg is neergelegd, per 1 januari 2010 ophouden te bestaan. Tevens wordt u gevraagd in te stemmen met het behalen van het minimum kwaliteitsniveau van de basisbrandweerzorg. Bijlagen: (geef aan of een billage is bijgevoegd of ter inzage is gelegd; benoem en nummer deze bijlagen) Ter inzage: normenkader kwaliteit gemeente Bergen op Zoom Ter inzage: dashbord kwaliteit

I II IY I I I I I l ltli I I RVB09-0009 Datum raadsvergadering 28 mei 2009 Nummer Onderwerp : RVB09-0009 : GEWIJZIGD VOORSTEL Vorming één brandweer Midden- en West- Brabant Aan de gemeenteraad, Voorstel 1. Met ingang van 1 januari 2010 de Brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal op te laten gaan in de Brandweer Midden- en West- Brabant. 2. In te stemmen met het behalen van het noodzakelijke minimum kwaliteitsniveau van de lokale basisbrandweerzorg. 3. Het voornemen uit te spreken om de Gemeenschappelijke Regeling Brandweer op Zoom en Roosendaal op te heffen en de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West Brabant als gevolg van de regionalisering te wijzigen. Inleiding In de raadsmededeling van april 2008 (RMD 08-0066) bent u uitgebreid geïnformeerd over de noodzakelijke samenwerking tussen de brandweerkorpsen in de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant om te kunnen voldoen aan de steeds hogere kwaliteitsnormen die worden gesteld aan de brandweer. Daarbij bent u tevens geïnformeerd over het proces van besluitvorming. Deze raadsmededeling is in de Commissie Burger en Bestuur van 22 mei 2008 met u besproken. In dit raadsvoorstel wordt u gevraagd een besluit te nemen over deelname aan de regionalisering van de Brandweer conform de voorstellen van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Indien u instemt met de deelname aan de regionalisering van de brandweer in Midden- en West-Brabant en het Algemeen Bestuur bekrachtigt het voorgenomen besluit dan zal de gemeenschappelijke regeling Brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal, waar nu de basisbrandweetzorg is neergelegd, per 1 januari 2010 ophouden te bestaan. Binnen de gemeente is het college van burgemeester en wethouders belast met het beheer over de brandweer en de daaraan verbonden personele aspecten. Regionalisering van de brandweer heeft echter een aantal belangrijke financiële en juridisch- organisatorische consequenties. Gelet op het budgetrecht en de verordenende bevoegdheid van de gemeenteraad is het noodzakelijk dat de gemeenteraad zich uitspreekt over de voorstellen van het Algemeen Bestuur met betrekking tot de regionalisering van de brandweer. Uw gemeenteraad zal in een later stadium ook toestemming moeten geven aan het college voor het wijzigen van de huidige gemeenschappelijk regeling van de Brandweer Midden- en West-Brabant.

Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, Drs. A. Haasnoot.

Beoogd maatschappelijk effectldoelstelling Een van de doelstellingen van de te vormen Brandweer Midden- en West-Brabant is het borgen van veiligheid door middel van het verbeteren van de basisbrandweetzorg. Onder "basisbrandweetzorg" wordt verstaan: "het voorkomen, beperken en bestrijden van brand en het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan brand". Maar met die basisbrandweetzorg kan zeker niet volstaan worden. Zodra meer dan een tankautospuit wordt ingezet, is feitelijk al sprake van regionale inzet. Als gevolg van de kazemevolgordetabel wordt de eerste brandweetzorg vaak verleend door een aanpalende gemeente, die het eerste ter plaatse kan zijn. Voor de kwaliteit van deze inzet is de burgemeester van de gemeente waar de inzet plaatsvindt verantwoordelijk. Strengere kwaliteitseisen Op grond van komende regelgeving (0.a. de Wet op de veiligheidsregio's) zullen verplichte strengere kwaliteitseisen gaan gelden voor de brandweerzorg. Hierbij moet gedacht worden aan: - kwaliteitseisen voor maferieel (de eis om te beschikken over een tankautospuit, hulpverleningsvoertuig en hoogwerkerlladder), - kwaliteitseisen voor opkomsf (minimum opkomsttijden), - kwaliteitseisen voor bijsfand (inclusief piketregelingen), - kwaliteitseisen ten aanzien van personeel (geschiktheid, opleiding, training, oefening en bijscholing). Voordeel van regionalisering van de basisbrandweetzorg is, dat op een meer effectieve en effciente wijze vorm kan worden gegeven aan de nieuwe wet- en regelgeving. Op die wijze kan de vereiste kwaliteit in het optreden van de brandweer beter en tegen minder meerkosten gewaarborgd worden. Niet meedoen aan de regionalisering van de brandweer betekent dat de brandweer in Bergen op Zoom zelf moet gaan voldoen aan de verplicht strengere kwaliteitseisen. Dit gaat gepaard met extra meerkosten. Hogere kwaliteitsnormen zijn een gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen en een steeds complexer wordende maatschappij. Verhogen van het kwaliteitsniveau van de brandweetzorg kan het beste gebeuren door de krachten te bundelen. Hierdoor is er sprake van minder meerkosten. Om die reden heeft het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio een normenkader kwaliteit vastgesteld waarin het noodzakelijke minimale kwaliteitsniveau van de lokale brandweerkorpsen in de regio beschreven is. Het normenkader is gebaseerd op diverse normen en richtlijnen vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties welke in de toekomst zullen worden vastgelegd in wetgeving. Op basis van dit normenkader kwaliteit is bij alle deelnemende korpsen een audit uitgevoerd en zijn de onderwerpen beschreven waarbij gemeenten een inhaalslag moeten maken. Het normenkader kwaliteit vormt de eerste stap in de kwaliteitsontwikkeling en brengt lokale brandweetzorg op het noodzakelijk minimumniveau. Gemeenten krijgen drie jaar de tijd om naar dit minimumniveau toe te groeien. Uit de audit bij de Brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal is gebleken dat er versterking nodig is op het gebied van advisering en controle van vergunningen. In overleg met de brandweer zal worden bekeken welke

acties nodig zijn om in de gemeente Bergen op Zoom aan het minimumniveau te voldoen. De audit en het dashbord met het overzicht van alle gemeenten ligt voor u ter inzage. Ten slotte zal door samenvoeging van de Brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal en de Regionale Brandweer Midden- en West-Brabant er sprake zijn van eenduidige, en daardoor doelmatiger, advisering door de brandweer. Nu is er nog vaak sprake van twee adviezen door twee brandweren voor een onderwerp. Samenvattend heeft de vorming van een brandweer in Midden- en West-Brabant de volgende voordelen: het verbeteren van de basisbrandweerzorg; het op efficiente en effectieve wijze verhogen van het kwaliteitsniveau; minder meerkosten om te voldoen aan het kwaliteitsniveau; eenduidige en doelmatiger advisering door de brandweer; voorbereidt op de verdere doorontwikkeling van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant; eerlijke verdeelsleutel voor bovenlokale voorzieningen. Vanaf medio 2005 is door het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio gesproken over de intentie tot regionalisering van de Brandweer. Hierover bent u via een raadsmededeling eerder gei'nformeerd (raadsmededeling 08-0066) en is hierover met u gesproken op 22 mei 2008. Met instemming van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West- Brabant is op 17 maart 2008 een convenant ondertekend tussen de Veiligheidsregio en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw dr. G. ter Horst. Doel van het convenant is 0.a. komen tot een professioneel georganiseerde Veiligheidsregio. Onderdeel van dit convenant is regionalisering van de Brandweer, niet als doel op zich maar als een belangrijk middel om de rampenbestrijding en crisisbeheersing op orde te brengen. Op 18 december 2008 is door het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West- Brabant een voorgenomen besluit genomen tot regionalisering van de Brandweer. Hiermee is het voornemen vastgesteld om een brandweerorganisatie (Brandweer Midden- en West-Brabant) in het leven te roepen die zich kenmerkt door: Een eenhoofdige leiding; Al het brandweerpersoneel in regionale dienst, met een rechtspositie voor beroepsmedewerkers en een rechtspositie voor vrijwilligers; Het hebben van eindverantwoordelijkheid voor beheer en inkoop van materieel op regionaal niveau. Daarnaast heeft het Algemeen Bestuur op 18 december besluiten genomen over het normenkader kwaliteit met betrekking tot het minimum kwaliteitsniveau van de basisbrandweerzorg. Gemeenschappelijke Regeling Op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen hebben gemeenten een Gemeenschappelijke Regeling voor de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant getroffen. De regionalisering van de brandweer maakt, als onderdeel van de Veiligheidsregio, een wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling noodzakelijk. Het convenant dat met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is afgesloten, stelt dat de

:ergen op Zoom b volgende tranche aan financiele bijdragen van BZK wordt uitgekeerd als het Algemeen Bestuur het besluit tot volledige doorregionalisering van de Brandweer heeft genomen en dit besluit geratificeerd is door alle gemeenteraden van de regio. Dit houdt volgens het convenant in dat een Gemeenschappelijke Regeling voor de nieuwe geregionaliseerde Brandweer is ondertekend, waarin onder meer is geregeld dat er in de regio sprake is van een eenhoofdige leiding, al het personeel in regionale dienst is (met een uniforrne rechtspositie voor beroepsmedewerkers en een voor vrijwilligers) en het beheer en de inkoop van al het materieel op regionaal niveau plaatsvindt. Voor 1 januari 201 0 dient door de colleges van burgemeester en wethouders - gelet op artikel 1 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen met toestemming van de gemeenteraden - een gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling te worden vastgesteld waarin de regionalisering van de brandweer is verwerkt. Naast de regionalisering van de Brandweer is ook de komst van de Wet Veiligheidsregio's van belang. Het streven is er nog altijd op gericht dat deze wet op 1 juli 2009 in werking zal treden. In dat geval dient voor 1 oktober 2009 een wijziging van de gemeenschappelijke regeling te worden vastgesteld waarin de regels van de Wet Veiligheidsregio's zijn verwerkt. Een wijzigingsvoorstel voor de Gemeenschappelijke Regeling is in voorbereiding en zal uiterlijk 2 juli 2009, aan het Algemeen Bestuur en de gemeenten worden voorgelegd. Dienstverleningsovereen komst De resultaten uit het norrnenkader kwaliteit en de ontvlechtingssystematiek en financiering zullen worden vertaald in dienstverleningsovereenkomsten. Hiervoor is een model-dienstverleningsovereenkomst beschikbaar, die per gemeente moet worden uitgewerkt. De dienstverleningsovereenkomst tussen de regionale Brandweer en de gemeente zal als logische vervolgstap in 2009 worden aangeboden. Consequenties van het voorstel Een belangrijk element in de besluitvorming voor een gei'ntegreerde brandweerorganisatie zijn de financiele consequenties voor de gemeenten. Aan dit proces is daarom veel aandacht besteed. Door het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio is de methode van ontvlechting en financiering - mede gezien de grote verschillen tussen de gemeenten in kosten en kwaliteit - indringend besproken. Hierbij is aangegeven dat dit weliswaar een prima startpunt vormt in deze fase van de regionalisering, maar dat de ontwikkeling van een duurzaam financieringsmodel voor de toekomst noodzakelijk is. Over de ontwikkeling hiervan zijn concrete afspraken gemaakt. In 2009 wordt er nog een voorstel gedaan voor een definitieve kostenregeling waarin ook de bovenlokale voorzieningen worden betrokken, zoals bijvoorbeeld het doorberekenen aan de regio van de kosten van het duikteam van de Brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal. De definitieve kostenregeling kan nog niet per 1 januari 2010 worden ingevoerd. De definitieve kostenregeling zal vanaf 2011 in de begroting worden opgenomen. Te veel betaalde kosten zullen met de gemeenten worden verrekend. De regionalisering van de brandweer heeft geen consequenties voor de huisvesting van de brandweer in de gemeente Bergen op Zoom. De huidige kazernes in Bergen op Zoom en Halsteren blijven bestaan. De regionalisering van de brandweer heeft tevens geen consequenties voor de nieuwbouw van de huisvesting

van de brandweer in Bergen op Zoom. Mede door te ontvangen eenmalige baten vanuit de liquidatie van de brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal vallen de kosten van de nieuwbouw binnen de gemeentelijke begroting en het taakstellend budget. Financiele gevolgen Naast de eenmalige baten vanuit de liquidatie van de Brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal zijn er ook extra kosten. De kosten van deelname aan de regionalisering van de Brandweer en de kosten van de kwaliteitsimpuls worden meegenomen in het beleidskader 2010-2013 van de gemeente Bergen op Zoom. Het uitgangspunt is dat de meerkosten van de regionalisering van de brandweer worden opgevangen binnen programma 2. De kosten van de regionalisering van de brandweer stijgen in het huidige model (er komt nog een definitief model) voorlopig afgerond met E 79.000,-. Dit wordt ondermeer veroorzaak door: 1. Piketkosten, die niet in rekening waren gebracht 2. Overhead; lnmiddels heeft het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West- Brabant de te vormen brandweer een taakstellende bezuiniging opgelegd van 15% op de overhead. De kosten van het voldoen aan de kwaliteitseisen, zoals deze zijn vastgelegd in het ter normenkader zouden bij een directe vertaling, afgerond E 55.000,- bedragen. Echter, in overleg met de brandweer zal worden bezien hoe aan deze kwaliteitsimpuls, op het gebied van advisering en controle van vergunningen, de komende jaren vorm wordt gegegeven. Uitgangspunt hierbij is dat er geen uitzetting van de begroting zal plaatsvinden. Deze financiele gevolgen zullen binnen de begroting van de gemeente worden opgevangen, zodat er geen uitzetting van de begroting zal plaatsvinden. De rol van de vrijwilligers bij de Brandweer in de gemeente Bergen op Zoom zal niet wijzigen. Zij blijven onmisbaar voor het functioneren van de brandweer. Vanuit de huidige brandweerposten blijven zij hun taak vervullen. Via diverse overlegstructuren blijven zij betrokken bij de brandweer. De vrijwilliger blijft bijvoorbeeld betrokken bij de aanschaf van materieel. Een afvaardiging van vrijwilligers is ook betrokken bij de totstandkoming van een rechtspositieregeling voor de vrijwilligers. Alternatieven Niet deelnemen aan de regionalisering van de brandweer in Midden- en West-Brabant betekent dat de Brandweer Bergen op Zoom zelfstandig aan de hogere kwaliteitseisen moet gaan voldoen. Dit zal gepaard gaan grotere uitgaven en met investeringen. Daarnaast zullen reeds door de Veiligheidsregio Midden- en West- Brabant ontvangen subsidiegelden aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken worden terugbetaald.

De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van 17 maart 2009, nr. RVB09-0009; gelet op de noodzaak te kunnen voldoen aan de steeds hogere kwaliteitsnormen die aan de brandweer worden gesteld BESLUIT: 1. Met ingang van 1 januari 201 0 de Brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal op te laten gaan in de Brandweer Midden- en West- Brabant. 2. In te stemmen met het behalen van het noodzakelijke minimum kwaliteitsniveau van de lokale basisbrandweetzorg. 3. Het voornemen uit te spreken om de Gemeenschappelijke Regeling Brandweer op Zoom en Roosendaal op te heffen en de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West Brabant als gevolg van de regionalisering te wijzigen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van De griftier, De vootzitter, F.P. de Vos

Brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal Gelet op het huidige samenwerkingsverband, worden deze beide gemeenten in CCn overzicht meegenomen. Aantal inwoners per 1-1 -2008: 144.032 Aantal te oefenen medewerkers t/m niveau brandmeester: 144 Aantal vrijwilligers in deze categorieen: 70 Aantal beroeps in deze categorieen: 74 PRO-ACTIEIPREVENTIE Criterium 1 Aantal beschikbare FTE's voor Pro-actielpreventie binnen de brandweerorganisatie, waarbij uitgegaan wordt van - 1 FTE op 10.000 inwoners voor verstedelijkt gebied met industrie - 1 FTE op 13.000 inwoners voor kleinstedelijk gebied met redelijke industrie. - 1 FTE op 15.000 inwoners voor plattelands gebied 6n Uitvoering van de volgende taken. Advisering: bouwldrank en horecal evenementenl milieu1 bestemmingsplannen en infrastructuur. Controles: bouwldrank en horecalevenementenl gebruiksvergunningenimilieuloverig. Gelet op de omgeving van de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal worden de gemeenten in het kader van dit onderzoek aangemerkt als gemeenten met een verstedelijkt gebied met industrie. Op grond hiervan moet de gemeente minimaal beschikken over 14,4 FTE voor pro-actie 1 preventie. Beschikbaar is 11 FTE bij de brandweer en 1 FTE bij beide gemeenten samen. Dit levert een tekort op van 2,4 FTE. Conclusie: 2,4 FTE capaciteit te weinig, hetgeen neerkomt op een extra jaarlijkse investering van E 120.000, -. Criterium 2 Binnen de gemeente zijn per 31-12-2008 alle gebruiksvergunningen afgegeven, uitgaande van het nieuwe gebruiksbesluit. In de gemeente Bergen op Zoom is na een inhaalslag geen achterstand meer op het gebied van gebruiksvergunningen, met uitzondering van ongeveer 40 oude gebruiksvergunningen. Deze zijn naar verwachting eind 2009 vernieuwd. In de gemeente Roosendaal loopt het traject van de inhaalslag nog. Verwachting is dit voor eind 2009 is afgerond. Conclusie: geen extra inspanning in het kader van de kwaliteitsvergelijking noodzakelijk

PREPARATIE Operationele voorbereiding Criterium 1 Voor alle objecten die voorzien zijn van een brandtechnische installatie is per 31-12-2008 een actuele objectkaart beschikbaar. Onder brandtechnische installatie wordt begrepen: 1. Alle objecten met een brandmeldinstallatie aangesloten op het OMS van onze regiolde Gemeenschappelijke Meldkamer. 2. Objecten welke zijn voorzien van a. RWA-installatie. b. Sprinklerinstallatie. c. Gasblusinstallatie enlof zuurstofverlaging. d. Droge blusleidingen (zowel onder als bovengronds). 3. Complexe bouwwerken enlof (opslag)-terreinen, waar bereikbaarheidlsnelheid van aanzienlijk belang is om een calamiteit snel onder controle te krijgen en die niet allen onder punt 1. enlof 2. Voor alle objecten is een objectkaart beschikbaar. Conclusie: geen extra inspanning in het kader van de kwaliteitsvergelijking noodzakelijk Criterium 2 Voor alle objecten die voorzien zun van een brandtechnische installatie is per 31-12-2008 een actuele objectkaart beschikbaar. Deze is tenminste voorzien van een plattegrond, contactpersonen en telefoonnummers, specifieke risico's en specifieke brandtechnische voorzieningen. De objectkaarten worden jaarlijks geactualiseerd. Jaarlijks vindt een actualisatie plaats. Conclusie: geen extra inspanning in het kader van de kwaliteitsvergelijking noodzakelijk

PREPARATIE Oefenen Criterium 1 Op jaarbasis worden minimaal de navolgende oefenuren aangeboden - Basis 80 uur - Bevelvoerder 20 uur Het vereiste aantal oefenuren wordt jaarlijks aangeboden. Conclusie: geen extra inspanning in het kader van de kwaliteitsvergelijking noodzakelijk Criterium 2 Het repressief inzetbare brandweerpersoneel behaalt betreffende deelname aan oefeningen ook het vereiste aantal oefenuren als boven omschreven en hiervoor is in de begroting jaarlijks voldoende budget beschikbaar. Bij brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal haalt ongeveer 50 % van de vrijwillige manschappen en bevelvoerenden de norm van 70 % van het aantal benodigde oefenuren. Ongeveer 30 % van het vrijwillige, repressief inzetbare personeel voldoet aan de norm van 80 uur. Voor de beroepskrachten liggen deze percentages hoger, voor manschappen en voor bevelvoerders op 100 %. Voor de vrijwilligers zijn de percentages in het licht van de nieuwe leidraad onvoldoende. T.a.v de vrijwillige manschappen en bevelvoerders heeft dit zowel organisatorisch als ook financieel consequenties. Voor het oefenen van deze groepen is een bedrag nodig van E 61.600,- per jaar, voor de bevelvoerders binnen brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal komt daar nog bij E 15.000,-. Totaal dus E 76.600,-. Binnen de begroting van brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal is dit bedrag beschikbaar. Conclusie: geen extra inspanning in het kader van de kwaliteitsvergelijking noodzakelijk in financiele zin, we1 in organisatorische zin.. Criterium 3 Per te beoefenen medewerker, tot en met niveau brandmeester, is ten minste 30 uur ondersteuning beschikbaar voor voorbereiding, begeleiding oefening, instructie en beoordeling. Hiervan is minimaal 15 uur beroepsondersteuning beschikbaar. Het aantal benodigde FTE beroepsondersteuning is 2 FTE en dit is beschikbaar. Het aantal beschikbare uren van vrijwilligers t.b.v. ondersteuning is eveneens toereikend. Conclusie: geen extra inspanning in het kader van de kwaliteitsvergelijking noodzakelijk Criterium 4 Er vindt een registratie plaats van de daadwerkelijk gemaakte oefenuren per medewerker, de aard van het geoefende en het resultaat van de oefening. Registratie vindt plaats, met uitzondering van de oefeningsresultaat. Conclusie: registratie moet uitgebreid worden met resultaatsregistratie, kosten zijn beperkt, is meer organisatorische maatregel.

Criterium 5 Er vindt ten minste tweemaal per jaar, conform de Leidraad oefenen, een oefening plaats onder realistische omstandigheden op het niveau van manschap, bevelvoerder en officieren. Bedoelde oefeningen vinden plaats. Conclusie: geen extra inspanning in het kader van de kwaliteitsvergelijking noodzakelijk Criterium 6 Het beschikbare budget voor oefenen onder realistische omstandigheden bedraagt per te beoefenen medewerker minimaale 450,-- op jaarbasis. Beschikbaar budget is E 500,OO per te oefenen medewerker. Conclusie: geen extra inspanning in het kader van de kwaliteitsvergelijking noodzakelijk

REPRESSIE Criterium 1 Er wordt voldaan aan de zorgnormen, zoals aangegeven in de Algemene maatregel van bestuur, waarbij het snelsteldichtstbijzijnde voertuig conform de KVT ter plaatse gaat. Binnen de regio Midden en West Brabant wordt gewerkt met operationele grenzen. Dit betekent dat bij een incident de eenheid die het snelst ter plaatse kan zun ook gealarmeerd wordt. Dit geldt dus ook voor het gebied van de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal. Daarmee is nog niet gezegd dat de normen, zoals die zijn gesteld t.a.v. de opkomsttijd ( = verwerkingstijd GMK + uitruktijd + rijtijd ) ook gehaald worden. In het in december 2007 uitgebrachte rapport van de lnspectie OOV is geconcludeerd dat in Nederland slechts in 30 % van de gevallen een opkomsttijd binnen 8 minuten wordt gehaald. Op grond van convenant met de minister van BZK worden vanaf 1 januari 2009 op eenduidige wijze de opkomsttijden binnen het gebied van BMWB zowel kwantitatief als kwalitatief inzichtelijk gemaakt. Criterium 2 Het repressief inzetbare brandweerpersoneel voldoet aan de opleidingseisen die voor de uit te voeren functie zijn gesteld conform het Besluit Brandweerpersoneel. Criterium 3 Alle voertuigen van het type TS, die als zodanig in de KVT te boek staan, kennen een afschrijvingstermijn van maximaal 15 jaar Criterium 4 Alle voertuigen van het type HV en TS, die als zodanig in de KVT te boek staan, voldoen aan het standaardbestek vanuit de BZK-norm. Criterium 5 Het ademlucht-onderhoud voldoet aan de Leidraad onderhoud ademluchtapparatuur. Criterium 6 Al het materieel dat, conform het bestek, aanwezig is op de voertuigen is gecertificeerd? Dit betreft het materieel genoemd in bijlage I. Er vindt een jaarlijkse keuring plaats. Criterium 7 In 2007 of 2008 is c.q. wordt binnen de brandweerorganisatie een warme RI&E uitgevoerd. De consequenties op de gebieden veiligheid voertuigen, inrichting en onderhoud kazernes zijn in beeld, evenals de financiele consequenties. Ja, warme RI & E is uitgevoerd, consequenties zijn in beeld en zullen niet boven E 10.000,00 uitkomen, onder voorbehoud van consequenties duiken. Deze zgn nog onbekend.

Criterium 8 De kazerne(s) en OvD-voertuigen zijn beveiligd conform de hiervoor geldende richtlijn in het kader van C2000. Hierbij wordt uitgegaan dat kazerne(s) en OvD-voertuigen beveiligd zijn door middel van een alarminstallatie ofwel dat eenmaal per 24 uur gecontroleerd wordt of alle geleverde apparatuur inzake C2000 nog aanwezig is. RESUME De financiele consequenties van dit onderzoek zijn als volgt: Structurele kosten per jaar: T.b.v. uitbreiding preventiecapaciteit: E 120.000,- TOTAAL E 120.000,- ~ eiaar r

naam brandweer Aalbur Al hen-chaam Baarle-Nassau Bergen op Zoom1 Roosendaal Don en Drimmelen Etten-Leur Geertruidenber Gilze en Ri'en 1 Hilvarenbeek 50.000 r nn nnn Woensdrecht

Kwaliteits audit Gemeente Bergen op Zoom en Roosendaal t.b.v. AB 18 december 2008

mlaaen en wesr Branant BRANDWEER Project Doorontwikkeling Brandweerlkwaliteitseisen Fabriekstraat 34 5038 EN Tilburg Postbus 3208 5003 DE Tilburg telefoon (01 3) 532 63 21 fax (02 3) 542 76 80 Inleiding Het Algerneen Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant heeft, in het kader van de doorontwikkeling brandweer, opdracht gegeven tot onderzoek naar het noodzakelijke minimale kwaliteitsniveau (wordt verder aangeduid als basisniveau) van de lokale brandweerkorpsen in de regio. In de uitvoering van deze opdracht zijn de volgende drie fases gehanteerd. 1. Ontwikkeling normenkader brandweerzorg t.b.v. forrnuleren van Ben basisniveau brandweerzorg, op basis waarvan de deelnernende korpsen in het traject doorontwikkeling een audit kunnen ondergaan, waarvan de resultaten onderdeel uit zullen rnaken van de ontvlechting van een gerneentelijk korps en de inbedding in de nieuwe organisatie. 2. Het feitelijk uitvoeren van de kwaliteitsaudit in ale gemeentelijke korpsen en de regionale organisatie. 3. Het opleveren van een besluitvormende notitie t.b.v. het AB Veiligheidsregio, inhoudende het norrnenkader, de resultaten van de audit en de hieraan gekoppelde analyse en conclusie. In voorliggende notitie worden de resultaten van bovengenoernde fases nader toegelicht. Fase 1 normenkader Bij de ontwikkeling van het normenkader is uitgegaan van de volgende uitgangspunten. 1. lnrichting van de normstelling vindt plaats op basis van de schakels van de veiligheidsketen. Gekeken wordt dus alleen naar het prirnaire product, niet naar ondersteunende processen als comrnunicatie, bestuur en beleid, noch naar bedrijfsvoeringprocessen. 2. Nieuwe wetgeving / regelgeving, bestaande leidraden en het convenant vorrnen de inhoudelijke basis. 3. De normering rnoet SMART zijn. 4. Het aantal norrnen rnoet hanteerbaar en financieel vertaalbaar zijn. 5. Normering moet uniform toepasbaar zijn in alle 26 deelnernende gemeenten. Het ontwikkelde norrnenkader is getoetst binnen het College van Cornmandanten van de 26 gerneentelijke korpsen en op hoofdlijnen toegelicht in de bestuurlijke conferentie van 5 juni 2008. Het ontwikkelde norrnenkader gaat uit van een minimale ondergrens. Diverse korpsen hebben in het al dan niet recente verleden berekeningen uitgevoerd naar de gewenste sterkte van de brandweerorganisatie, gebaseerd op een berekeningsrnethode van de NVBR. Dit onderzoek doet aan die uitkornsten niets af. Twee essentiele verschillen zijn hiervoor aanleiding. Op de eerste plaats hebben de onderzoeken op basis van de NVBR-rnethodiek de gehele brandweerorganisatie onder de loep genornen, inclusief de ondersteuning op adrninistratief, technisch en management gebied. Op de tweede plaats is in het voorliggende onderzoek gekeken naar het rninirnaal vereiste niveau (een 6! ) voor een aantal essentiele brandweerspecifieke onderdelen.

Midden en West Brabant BRANDWEER Hieronder staan de criteria beschreven, evenals op welke wet enlof regelgeving dan we1 leidraad deze criteria zijn gebaseerd. Concept normenkader PRO-ACTIEIPREVENTIE Criterium 1 Aantal beschikbare FTE's voor Pro-actielpreventie binnen de brandweerorganisatie, waarbij uitgegaan wordt van - 1 FTE op 10.000 inwoners voor verstedelijkt gebied met industrie - 1 FTE op 13.000 inwoners voor kleinstedelijk gebied met redelijke industrie. - 1 FTE op 15.000 inwoners voor plattelands gebied en Uitvoering van de volgende taken. Advisering: bouwldrank en horecal evenementenl milieu1 bestemmingsplannen en infrastructuur. Controles: bouwldrank en horecalevenementenl gebruiksvergunningenimilieuloverig. De bovengenoemde getallen zijn ervaringsgetallen, waarmee diverse gemeenten in Nederland werkzaam zijn. Belangrijk is te vermelden dat genoemde verhoudingsgetallen uitgaan van een minimumniveau. In het enkele jaren geleden verschenen RVPP (Regionaal Verbeterplan Proactie Preventie) werd uitgegaan van een hoger niveau, waardoor de benodigde investering nog groter zou zijn. Op basis van de relatie product 1 kwaliteit 1 capaciteit wordt voorgesteld de minimumnon te hanteren van 1 specialist risicobeheersing per 10.000 inwoners voor stedelijk gebied, 1 specialist per 13.000 inwoners voor verstedelijkt gebied en 1 specialist per 15.000 inwoners voor landelijk gebied. Hierbij geldt een bandbreedte afhankelijk van de omvang en ambities van de gemeente, van de mate van toezicht op brandveilig gebruik, van de aanwezige (concentraties van) industrie I infrastructuur, aan het huidige - door de gemeenten gekozen - niveau van brandveiligheid van bouwwerken, aan de mate van ruimtelijke ontwikkelingen etc. De minimumnorm omvat de capaciteit die nodig is voor de uitvoering van de gemeentelijke verantwoordelijkheid, hierin is expliciet niet opgenomen de capaciteit die het Bestuur Veiligheidsregio beschikbaar heeft voor de uitvoering van haar wettelijke adviestaken in het kader van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, het Besluit risico's zware ongevallen, het Besluit externe veiligheid transport (per 2009), het Besluit externe veiligheid buisleidingen (per 2009) en het Vuurwerkbesluit. Om op termijn het takenpakket op het vereiste niveau uit te kunnen voeren is de volgende veldnorm nodig: voor stedelijk gebied 1 specialist per 8.000 inwoners, voor verstedelijkt gebied 1 specialist per 10.000 inwoners en voor landelijk gebied 1 specialist per 12.000 inwoners. Deze veldnorm wordt landelijk in meer regio's gehanteerd en zal met name als gevolg van de ontwikkelingen in regelgeving (met name Gebruiksbesluit en het Toets- en Toezichtprotocol) na te streven zijn. Het is van belang om deze veldnormen periodiek te herijken (gekoppeld aan het Beleidsplan Veiligheidsregio), de eerste maal bij voorkeur na 2010.

wlaaen en wesr aramant BRANDWEER Criterium 2 Binnen de gemeente zijn per 31-12-2008 alle gebruiksvergunningen afgegeven, uitgaande van het nieuwe gebruiksbesluit. Vanuit het Ministerie van VROM is al geruime tijd geleden aangedrongen op het realiseren van een inhaalslag op het gebied van gebruiksvergunningen. Voor deze inhaalslag is vaak gebruik gernaakt van extra, al dan niet tijdelijke, capaciteit. Om te voorkomen dat deze extra capaciteit ten laste zou komen van de nieuwe organisatie, is dit criterium geformuleerd. Hiermee wordt vooraf helder welke inspanning een gemeente nog op dit terrein rnoet doen. PREPARATIE Operationele voorbereiding Criterium 1 Voor alle objecten die voorzien zijn van een brandtechnische installatie is per 31-12-2008 een actuele objectkaart beschikbaar. Onder brandtechnische installatie wordt begrepen: 1. Alle objecten met een brandmeldinstallatie aangesloten op het OMS van onze regiolde Gemeenschappelijke Meldkamer. 2. Objecten welke zijn voorzien van a. RWA-installatie. b. Sprinklerinstallatie. c. Gasblusinstallatie enlof zuurstofverlaging. d. Droge blusleidingen (zowel onder als bovengronds). 3. Complexe bouwwerken enlof (opslag)-terreinen, waar bereikbaarheidlsnelheid van aanzienlijk belang is om een calamiteit snel onder controle te krijgen en die niet allen onder punt 1. enlof 2. Criterium 2 Voor alle objecten die voorzien zijn van een brandtechnische installatie is per 31-12-2008 een actuele objectkaart beschikbaar. Deze is tenminste voorzien van een plattegrond, contactpersonen en telefoonnumrners, specifieke risico's en specifieke brandtechnische voorzieningen. De objectkaarten worden jaarlijks geactualiseerd. Objectkaarten zijn een onmisbaar hulpmiddel bij de incidentbestrijding en is een algemeen erkend hulpmiddel binnen de brandweer. Zowel in opleidingen als in oefeningen wordt hier een structureel gebruik van gernaakt. Vandaar dat het beschikbaar hebben hiervan is opgenomen als een minimum eis. PREPARATIE Oefenen Criterium 1 Op jaarbasis worden rninimaal de navolgende oefenuren aangeboden - Basis 80 uur - Bevelvoerder 20 uur Het criterium is gebaseerd op de nieuwe Leidraad Oefenen, zoals deze is opgesteld door het Nederlands lnstituut voor Fysieke Veiligheid (NIFV) in opdracht van BZK. In de nieuwe

Midden en West Brabant BRANDWEER leidraad is t.0.v. de vorige geen ruimte meer gelaten t.a.v. het aantal te oefenen uren. Expliciet is aangegeven dat er 80 uur basis oefenuren voor manschappen per jaar geoefend moet worden. Voor bevelvoerders is dit 60 uur extra, waarbij er 40 uur gecombineerd kan worden met de te houden basisoefening. Vandaar dat voor bevelvoerders 20 uur is opgenomen. Voor alle duidelijkheid is hiermee dus geen rekening gehouden met eventuele specialismen, die beoefend rnoeten worden. Criterium 2 Het repressief inzetbare brandweerpersoneel behaalt betreffende deelname aan oefeningen ook het vereiste aantal oefenuren als boven omschreven en hie~oor is in de begroting jaarlijks voldoende budget beschikbaar. Om aan de verplichtingen uit de leidraad oefenen te kunnen voldoen zullen de betrokken brandweermensen feitelijk 80 uur en voor bevelvoerders 20 uur extra moeten oefenen. Hiervoor zal budget voor het uitbetalen van de oefenuren beschikbaar moeten zijn. In dit criterium is derhalve onderrocht of het benodigde budget voor he! uitbetalen van de oefenuren aanwezig is. Tevens is hierbij onderzocht wat op dit moment het aanwezigheidspercentage t.a.v. oefenen werkelijk is. Criterium 3 Per te beoefenen medewerker, tot en met niveau brandmeester, is ten rninste 30 uur ondersteuning beschikbaar voor voorbereiding, begeleiding oefening, instructie en beoordeling. Hiervan is minimaal 15 uur beroepsondersteuning beschikbaar. Het criterium is gebaseerd op he! Rekenmodel Beroepsondersteuning van de NVBR. Dit rekenmodel gaat uit van 30 uur ondersteuning per te oefenen medewerker. De praktijk heeft uitgewezen dat deze ondersteuning voor maximaal 50 % kan bestaan uit vrijwilligers. Een hoger percentages is om redenen van continu'iteit, efficiency en kwaliteit niet wenselijk. Criterium 4 Er vindt een registratie plaats van de daadwerkelijk gemaakte oefenuren per medewerker, de aard van he! geoefende en he! resultaat van de oefening. He! criterium is gebaseerd op de Leidraad oefenen, zoals deze is opgesteld door het NlFV in opdracht van BZK. Criterium 5 Er vindt ten rninste tweemaal per jaar, conform de Leidraad oefenen, een oefening plaats onder realistische omstandigheden op he! niveau van manschap, bevelvoerder en officieren. He! criterium is gebaseerd op de Leidraad oefenen, zoals deze is opgesteld door het NlFV in opdracht van BZK. Criterium 6 He! beschikbare budget voor oefenen onder realistische omstandigheden bedraagt per te beoefenen medewerker minimaal E 450,-- op jaarbasis.

Maaaen en west urabant Het budget is gebaseerd op eenmaal oefenen op een extem oefencentrum tegen marktconforme prijzen en eenmaal oefenen op het VOC, tegen gereduceerd tarief. Daarmee kan door de korpsen binnen BMWB tegen relatief lagere kosten toch voldaan worden aan de normen t.a.v. realistisch oefenen. In dit criterium worden de kosten bedoeld welke noodzakelijk zijn om een oefencentrum te kunnen gebruiken. Uren en daarvoor benodigde vergoedingen vallen niet onder dit criterium, maar onder het budget oefenuren. REPRESSIE Criterium 1 Er wordt voldaan aan de zorgnormen, zoals aangegeven in de Algemene maatregel van bestuur, waarbij het snelste/dichtstbijzijnde voertuig conform de KVT ter plaatse gaat. Het criterium is gebaseerd op de huidige brancherichtlijn en de concept AMvB, behorende bij de conceptwet op de Veiligheidsregio's. Bovendien is in het convenant, dat is afgesloten tussen de Veiligheidsregio MWB en het ministerie van BZK, afgesproken dat vanaf 1 januari 2009 op eenduidige wijze de opkomsttijden binnen het gebied van BMWB kwalitatief en kwantitatief inzichtelijk worden gemaakt. Criterium 2 Het repressief inzetbare brandweerpersoneel voldoet aan de opleidingseisen die voor de uit te voeren functie zijn gesteld conform het Besluit Brandweerpersoneel. Het criterium is gebaseerd op het huidige Besluit Brandweerpersoneel en de concept AMvB. Criterium 3 Alle voertuigen van het type TS, die als zodanig in de KVT te boek staan, kennen een afschrijvingstermijn van maximaal 15 jaar ' De afschrijvingsterrnijn van maximaal 15 jaar is conform de richtlijn van BZK en het huidige beleid van BMWB. De eventuele consequenties van dit criterium word3en meegenomen in de begrotingsopzet van de nieuwe organisatie. Criterium 4 Alle voertuigen van het type HV en TS, die als zodanig in de KVT te boek staan, voldoen aan het standaardbestek vanuit de BZK-norm. Vanuit BZK is in samenwerking met de NVBR een standaardbestek beschreven, waaraan de inrichting van een TS en een HV moet voldoen. Dit bestek wordt in dit kader als maatstaf gebruikt. Criterium 5 Het ademlucht-onderhoud voldoet aan de Leidraad onderhoud ademluchtapparatuur.

Midden en West Brabant BRANDWEER De leidraad geeft aan welke eisen gesteld moeten worden aan het onderhoud van ademluchtapparatuur. Criterium 6 Al het rnaterieel dat, conform het bestek, aanwezig is op de voertuigen is gecertificeerd? Dit betrefl het rnaterieel, genoernd in bijlage I. Er vindt een jaarlijkse keuring plaats. Het criterium is gebaseerd op wettelijke eisen. Criterium 7 In 2007 of 2008 is c.q. wordt binnen de brandweerorganisatie een warme RILLE uitgevoerd. De consequenties op de gebieden veiligheid voertuigen, inrichting en onderhoud kazernes zijn in beeld, evenals de financiele consequenties. Het criterium is gebaseerd op de Arbo wetgeving. Criterium 8 De kazerne(s) en OvD-voertuigen zijn beveiligd conform de hiervoor geldende richtlijn in het kader van C2000. Hierbij wordt uitgegaan dat kazerne(s) en OvD-voertuigen beveiligd zijn door middel van een alarminstallatie ofwel dat eenmaal per 24 uur gecontroleerd wordt of alle geleverde apparatuur inzake C2000 nog aanwezig is. Het criterium is gebaseerd op de BZK richtlijn in het kader van C2000. Fase 2 uitvoering kwaliteitsaudit Op basis van bovenstaande criteria is een vragenlijst opgesteld. Genoemde vragenlijst is ter beantwoording verzonden aan de huidige commandanten van de lokale brandweerkorpsen. De ontvangen antwoorden werden verwerkt in een overzicht per gemeente. Voor de criteria waaraan niet wordt voldaan is uitgewerkt welke inspanningen geleverd moeten worden om te voldoen aan het vereiste criterium. In de bijlage wordt per gemeente de conclusie weergegeven met betrekking tot de stand van zaken ten aanzien van de kwaliteitscriteria. Deze conclusie bestaat uit een opsomming van de criteria waaraan niet wordt voldaan, inclusief de gevraagde inspanningen. Ten aanzien van de criteria zijn de volgende overwegingen van belang. Pro-actie 1 oreventie De resultaten per gemeente varieren aanzienlijk. Oorzaak hiervan is divers. Op de eerste plaats is het gelegen in het verschillend ambitieniveau binnen de gemeentes. Met name het niveau van toezicht en handhaving en het niveau van vergunningverlening is hierbij van invloed. Bij de berekening is uitgegaan van 1200 uur netto-capaciteit bij 4 FTE. De kosten van 1 FTE zijn gebaseerd op maximum schaal8 en komen uit op E 50.000,- voor 1 FTE. Preparatie: o~erationele voorbereiding Bij het analyseren en vervolgens concluderen van de gegevens op dit onderwerp, is uitgegaan van een norm van 8 uur effectieve tijd voor het vervaardigen van een objectkaart. Dit is een

Midden en West Brabant gemiddelde van een aantal ervaringscijfers. Voor de berekening van externe inhuur is uitgegaan van een bedrag van E 50,- per uur. Pre~aratie: oefenen Bij de criteria die hieronder vallen, is uitgegaan van de nieuwe leidraad oefenen. Deze geeft t.0.v. de huidige leidraad twee belangrijke verschillen. Op de eerste plaats geeft de nieuwe leidraad niet meer aan dat een bepaald percentage van de oefenkaarten beoefend moet worden, maar alle oefenkaarten, hetgeen neerkomt op 80 uur basisoefeningen. Daarnaast levert het aantal te oefenkaarten meer te maken oefenuren op, namelijk 80 uur voor basis en 20 voor bevelvoerders. Dit laatste aantal kan wellicht nog hoger uitvallen, mogelijk zelfs 60 uur per jaar. Voor de berekening is uitgegaan van een gemiddelde oefenvergoeding van 11,- per uur, voor bevelvoerders E 13,- per uur. In de berekening wordt aangegeven hoeveel budget er nodig is voor het behalen van het vereiste aantal oefenuren en dit is afgezet tegen het beschikbare budget op dit moment in de begroting van de brandweer van de betreffende gemeente. Bij het berekenen van de benodigde beroepsondersteuning is uitgegaan van 1200 uur nettocapaciteit bij 1 FTE. De kosten van 1 FTE zijn gebaseerd op maximum schaal8 en komen uit op 50.000,- voor 1 FTE. De kosten voor realistisch oefenen zijn gebaseerd op een keer oefenen op een commercieel oefencentrum tegen commerciele kosten en Ben keer oefenen op het VOC tegen gereduceerd tarief.

Brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal Gelet op het huidige samenwerkingsverband, worden deze beide gemeenten in 66n overzicht meegenomen. Aantal inwoners per 1-1 -2008: 144.032 Aantal te oefenen medewerkers t/m niveau brandmeester: 144 Aantal vrijwilligers in deze categorieen: 70 Aantal beroeps in deze categorieen: 74 PRO-ACTIEIPREVENTIE Criterium 1 Aantal beschikbare FTE's voor Pro-actielpreventie binnen de brandweerorganisatie, waarbij uitgegaan wordt van - 1 FTE op 10.000 inwoners voor verstedelijkt gebied met industrie - 1 FTE op 13.000 inwoners voor kleinstedelijk gebied met redelijke industrie. - 1 FTE op 15.000 inwoners voor plattelands gebied 6n Uitvoering van de volgende taken. Advisering: bouwldrank en horecal evenementenl milieu1 bestemmingsplannen en infrastructuur. Controles: bouwldrank en horecalevenementenl gebruiksvergunningenimilieuloverig. Gelet op de omgeving van de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal worden de gemeenten in het kader van dit onderzoek aangemerkt als gemeenten met een verstedelijkt gebied met industrie. Op grond hiervan moet de gemeente minimaal beschikken over 14,4 FTE voor pro-actie I preventie. Beschikbaar is 11 FTE bij de brandweer en 1 FTE bij beide gemeenten samen. Dit levert een tekort op van 2,4 FTE. Conclusie: 2,4 FTE capaciteit te weinig, hetgeen neerkomt op een extra jaarlijkse investering van E 120.000, -. Criterium 2 Binnen de gemeente zijn per 31-12-2008 alle gebruiksvergunningen afgegeven, uitgaande van het nieuwe gebruiksbesluit. In de gemeente Bergen op Zoom is na een inhaalslag geen achterstand meer op het gebied van gebruiksvergunningen, met uitzondering van ongeveer 40 oude gebruiksvergunningen. Deze zijn naar verwachting eind 2009 vernieuwd. In de gemeente Roosendaal loopt het traject van de inhaalslag nog Verwachting is dit voor eind 2009 is afgerond. Conclusie: geen extra inspanning in het kader van de kwaliteitsvergelijking noodzakelijk

PREPARATIE Operationele voorbereiding Criterium 1 Voor alle objecten die voorzien zijn van een brandtechnische installatie is per 31-12-2008 een actuele objectkaart beschikbaar. Onder brandtechnische installatie wordt begrepen: 1. Alle objecten met een brandmeldinstallatie aangesloten op het OMS van onze regiolde Gemeenschappelijke Meldkamer. 2. Objecten welke zijn voorzien van a. RWA-installatie. b. Sprinklerinstallatie. c. Gasblusinstallatie enlof zuurstofverlaging. d. Droge blusleidingen (zowel onder als bovengronds). 3. Complexe bouwwerken enlof (opslag)-terreinen, waar bereikbaarheidlsnelheid van aanzienlijk belang is om een calamiteit snel onder controle te krijgen en die niet allen onder punt 1. enlof 2. Voor alle objecten is een objectkaart beschikbaar. Conclusie: geen extra inspanning in het kader van de kwaliteitsvergelijking noodzakelijk Criterium 2 Voor alle objecten die voorzien zijn van een brandtechnische installatie is per 31-12-2008 een actuele objectkaart beschikbaar. Deze is tenminste voorzien van een plattegrond, contactpersonen en telefoonnummers, specifieke risico's en specifieke brandtechnische voorzieningen. De objectkaarten worden jaarlijks geactualiseerd. Jaarlijks vindt een actualisatie plaats. Conclusie: geen extra inspanning in het kader van de kwaliteitsvergelijking noodzakelijk

PREPARATIE Oefenen Criterium 1 Op jaarbasis worden minimaal de navolgende oefenuren aangeboden - Basis 80 uur - Bevelvoerder 20 uur Het vereiste aantal oefenuren wordt jaarlijks aangeboden. Conclusie: geen extra inspanning in het kader van de kwaliteitsvergelijking noodzakelijk Criterium 2 Het repressief inzetbare brandweerpersoneel behaalt betreffende deelname aan oefeningen ook het vereiste aantal oefenuren als boven omschreven en hiervoor is in de begroting jaarlijks voldoende budget beschikbaar. Bij brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal haalt ongeveer 50 % van de vrijwillige manschappen en bevelvoerenden de norm van 70 % van het aantal benodigde oefenuren. Ongeveer 30 % van het vrijwillige, repressief inzetbare personeel voldoet aan de norm van 80 uur. Voor de beroepskrachten liggen deze percentages hoger, voor manschappen en voor bevelvoerders op 100 %. Voor de vrijwilligers zijn de percentages in het licht van de nieuwe leidraad onvoldoende. T.a.v de vrijwillige manschappen en bevelvoerders heeft dit zowel organisatorisch als ook financieel consequenties. Voor het oefenen van deze groepen is een bedrag nodig van E 61.600,- per jaar, voor de bevelvoerders binnen brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal komt daar nog bij E 15.000,-. Totaal dus E 76.600,-. Binnen de begroting van brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal is dit bedrag beschikbaar. Conclusie: geen extra inspanning in het kader van de kwaliteitsvergelijking noodzakelijk in financiele zin, we1 in organisatorische zin.. Criterium 3 Per te beoefenen medewerker, tot en met niveau brandmeester, is ten minste 30 uur ondersteuning beschikbaar voor voorbereiding, begeleiding oefening, instructie en beoordeling. Hiervan is minimaal 15 uur beroepsondersteuning beschikbaar. Het aantal benodigde FTE beroepsondersteuning is 2 FTE en dit is beschikbaar. Het aantal beschikbare uren van vrijwilligers t.b.v. ondersteuning is eveneens toereikend. Conclusie: geen extra inspanning in het kader van de kwaliteitsvergelijking noodzakelijk Criterium 4 Er vindt een registratie plaats van de daadwerkelijk gemaakte oefenuren per medewerker, de aard van het geoefende en het resultaat van de oefening. Registratie vindt plaats, met uitzondering van de oefeningsresultaat. Conclusie: registratie moet uitgebreid worden met resultaatsregistratie, kosten zijn beperkt, is meer organisatorische maatregel.

Criterium 5 Er vindt ten minste tweemaal per jaar, conform de Leidraad oefenen, een oefening plaats onder realistische omstandigheden op het niveau van manschap, bevelvoerder en officieren. Bedoelde oefeningen vinden plaats. Conclusie: geen extra inspanning in het kader van de kwaliteitsvergelijking noodzakelijk Criterium 6 Het beschikbare budget voor oefenen onder realistische omstandigheden bedraagt per te beoefenen medewerker minimaal E 450,-- op jaarbasis. Beschikbaar budget is E 500,OO per te oefenen medewerker. Conclusie: geen extra inspanning in het kader van de kwaliteitsvergelijking noodzakelijk.

REPRESSIE Criterium 1 Er wordt voldaan aan de zorgnormen, zoals aangegeven in de Algemene maatregel van bestuur, waarbij het snelsteldichtstbijzijnde voertuig conform de KVT ter plaatse gaat. Binnen de regio Midden en West Brabant wordt gewerkt met operationele grenzen. Dit betekent dat bij een incident de eenheid die het snelst ter plaatse kan zijn ook gealarmeerd wordt. Dit geldt dus ook voor het gebied van de gemeentenbergen op Zoom en Roosendaal. Daarmee is nog niet gezegd dat de normen, zoals die zijn gesteld t.a.v. de opkomsttijd ( = verwerkingstijd GMK + uitruktijd + rijtijd ) ook gehaald worden. In het in december 2007 uitgebrachte rapport van de Inspectie OOV is geconcludeerd dat in Nederland slechts in 30 % van de gevallen een opkomsttijd binnen 8 minuten wordt gehaald. Op grond van convenant met de minister van BZK worden vanaf 1 januari 2009 op eenduidige wijze de opkomsttijden binnen het gebied van BMWB zowel kwantitatief als kwalitatief inzichtelijk gemaakt. Criterium 2 Het repressief inzetbare brandweerpersoneel voldoet aan de opleidingseisen die voor de uit te voeren functie zijn gesteld conform het Besluit Brandweerpersoneel. Criterium 3 Alle voertuigen van het type TS, die als zodanig in de KVT te boek staan, kennen een afschrijvingstermijn van maximaal 15 jaar Criterium 4 Alle voertuigen van het type HV en TS, die als zodanig in de KVT te boek staan, voldoen aan het standaardbestek vanuit de BZK-norm. Criterium 5 Het ademlucht-onderhoud voldoet aan de Leidraad onderhoud ademluchtapparatuur. -- Criterium 6 Al het materieel dat, conform het bestek, aanwezig is op de voertuigen is gecertificeerd? Dit betreft het materieel genoemd in bijlage I. Er vindt een jaarlijkse keuring plaats. Criterium 7 In 2007 of 2008 is c.q. wordt binnen de brandweerorganisatie een warme RI&E uitgevoerd. De consequenties op de gebieden veiligheid voertuigen, inrichting en onderhoud kazernes zijn in beeld, evenals de financiele consequenties. Ja, warme RI & E is uitgevoerd, consequenties zijn in beeld en zullen niet boven E 10.000,00 uitkomen, onder voorbehoud van consequenties duiken. Deze zijn nog onbekend.